DATUM: WOENSDAG 20 JULI 2011 TIJD : 08.15 – 09.00 UUR
1
De show verliep vlot die avond en de
aanwezigen waren tevreden over de keuze
van de jury.
Welke uitdrukking past bij het schuingedrukte?
De keuze van de jury …
A liep uit de hand. B raakte kant noch wal. C viel in goede aarde.
D werd op de lange baan geschoven.
2
Alwin begrijpt, dat hij tóch zijn zin niet zal krijgen, dus houdt hij zich maar rustig en is tevreden met wat hij heeft.
Welke uitdrukking past bij deze zin?
A Hij kiest eieren voor zijn geld. B Hij kijkt de kat uit de boom. C Hij springt van de hak op de tak. D Hij houdt voet bij stuk.
3
Amat heeft de hoofdprijs gewonnen, we gaan feestvieren.
Dit blijde nieuws ging van … A hand tot hand.
B mond tot mond. C mond tot oor. D oor tot oor.
4
Het begin van onderstaand spreekwoord ontbreekt.
Wat moet het zijn?
….., is één oog koning. A In het land der blinden, … B In het land der dieren, … C In het land der dommen, … D In het land der sprookjes, …
5
Dat is een merkwaardig antwoord.
Een ander woord voor merkwaardig is …
A nors. B onaardig. C vervelend. D vreemd.
6
Iemand die spullen over de grens meeneemt zonder invoerrechten te betalen, noemt men een …
A douane–ambtenaar. B drugdealer.
C piraat. D smokkelaar.
Cynthia Mc Leod is één van de bekende schrijfsters van Suriname.
Een ander woord voor schrijfster is … A acteur.
B amateur. C auteur. D journalist.
8
Zodra het podium gereed is, kan de show beginnen.
Een podium is …
A een groep mensen die toneel speelt. B een scherm voor het toneel.
C een verhoging waarop men toneel speelt. D een zaal waarin men toneel speelt.
9
Bij welk woordpaar hebben de woorden (ongeveer) dezelfde betekenis?
A beledigen – waarschuwen B denken – verzinnen C roddelen – vloeken D zegevieren – winnen
10
In welke zin hebben de vetgedrukte woorden dezelfde betekenis?
A De dief ging na zijn diefstal op de loop, maar keek kort daarna in de loop van een geweer.
B Ik moet naar het Ministerie van Financiën, maar ik kom wat financiën te kort om de bus te betalen.
C Met een schop maakt Rudi het veld in orde, intussen gaf Remy de bal een schop.
D Terwijl mama in de bank bezig was met haar geldzaken, zat ik buiten op de bank op haar te wachten.
De vakantie verlengen.
Het tegengestelde hiervan is: de vakantie …
A beëindigen. B inkorten. C verschuiven. D verliezen.
12
In elke zin moet er een tegenstelling staan.
Welke zin is dan fout?
A Ik heb per vergissing een verkeerd toegangs- kaartje meegenomen, maar de portier vindt, dat ik het opzettelijk gedaan heb.
B Jij bent altijd een luilak geweest, maar je zus is een ijverig meisje.
C Ouders moeten niet altijd toegeeflijk zijn, ze mogen best wel een keertje streng optreden. D Tijdens de wedstrijd werden de hardlopers door hun clubgenoten aangemoedigd, ook anderen juichten ze toe.
13
Mijn vriendin Gerda is een heel lief meisje.
Het naamwoordelijk gezegde is …
A Gerda is heel lief. B mijn vriendin is lief. C is een heel lief meisje. D is heel lief.
Onze tennisploeg heeft laatst in het buitenland vele medailles gewonnen.
Het lijdend voorwerp in deze zin is …
A in het buitenland. B laatst.
C onze tennisploeg. D vele medailles.
15
Moeder liep op ... hakken en ze viel van de trap.
Het weggelaten woord is een …
A bijvoeglijk naamwoord. B aanwijzend voornaamwoord. C werkwoord.
D zelfstandig naamwoord.
16 Bekijk het plaatje.
Milton kijkt kunnen we vervangen door:
Milton … A gluurt. B loert. C staart. D tuurt.
Dit verhaal loopt niet zo goed, want de zinnen staan niet in de juiste volgorde.
1. Als ze vrij is wil ze niets anders dan rust. 2. Daar zoeken ze net zo lang, tot ze een geschikt plekje vinden.
3. Marita heeft een heel drukke baan.
4. Geen luide muziek en geen gillende kinderen. 5. Daarom gaat ze op een maandag met haar zus naar Zanderij I.
6. Ze genieten echt van het gefluit van de vogels.
De juiste volgorde is … A 3 – 1 – 4 – 2 – 5 – 6 B 3 – 1 – 5 – 2 – 4 – 6 C 4 – 1 – 3 – 5 – 2 – 6 D 4 – 1 – 5 – 2 – 3 – 6 18
Uit hoeveel zinnen bestaat het volgende stukje?
onder het eten zitten we vaak met onze lepels en vorken op de tafel te timmeren mijn moeder vindt dat niet leuk ze zegt het maakt zo’n herrie de buren hebben daar echter geen moeite mee..
A 2 B 3 C 4 D 5
19
Vul het juiste verbindingswoord in:
Ik was toch te laat op school, … ik op tijd van huis ging.
A doordat B hoewel C omdat D toen
Volg de pijltjes.Wat hoort bij elkaar?
1. een advertentie a. houden 2. een belofte b. oplossen 3. een ziekte c. vertellen 4. een verhaal d. maken
A 1c B 2a C 3d D 4b
21
Welk woord heeft een andere vrouwelijke vorm dan de rest? A danser B dief C leraar D voogd 22 Vul het verhaaltje aan.
Welke aanvulling is juist?
Ik ben met mijn ouders naar Sint Maarten vertrokken. Wij wonen nu bij een tante in. Ik vind het niet leuk, want …
A in één kamer met zijn allen we nu slapen. B met allen in één kamer slapen we nu. C met zijn allen slapen we nu in één kamer. D nu we slapen met zijn allen in één kamer.
23
Van zelfstandig naamwoord naar bijvoeglijk naamwoord.
Wat is goed?
A dood : een dodelijke stilte B hart : een hartige groet C plastic: een plastic tasje D tijd : een tijdige woonplaats
Van werkwoord naar zelfstandig naamwoord.
Wat is goed? A roken – de reuk B ruiken – de rook C scheppen – de schop D sluiten – de sloot 25
De zes woorden hieronder gaan we verkleinen: boek – fiets – pen – schoen – school – slipper
Hoeveel van deze woorden worden met -tje gevormd? A één B twee C drie D vier 26
In welke rij worden beide verkleinwoorden met -- -kje gevormd? A beloning – poging B koning – verzameling C leuning – kring D schutting – wandeling 27
In welke zin is het woordje „dat” juist gebruikt?
A Achter de school is er een goot, dat vreselijk stinkt.
B De timmerman repareerde een dak, dat al weken lekte.
C Vader heeft een koffer, dat op slot gaat. D We rijden in een auto, dat geen lawaai maakt.
Sommige woorden hebben twee meervoudsvormen.
Bij welk woord is dat zo?
A blad B draad C kalf D machine
29
Hoeveel woorden in deze reeks hebben geen meervoud?
cadeau – politicus – volk – museum.
A drie B twee C een D nul
30
In welke zin staan de juiste voorzetsels?
A Alle snelverkeer moet stoppen langs het zebrapad om personen te laten oversteken. B De verkeersbrigadiers van de school helpen de leerlingen na het oversteken.
C Een bromfietser komt onder volle vaart aan en botst zeer gevaarlijk met een lantaarnpaal. D Hij raakt zwaar gewond en wordt met de ambulance vervoerd naar het ziekenhuis.
31
In welke zin past het voorzetsel voor?
A De kinderen krijgen cadeaus, ze zijn … hun schik.
B Je bent deze keer wel … tijd aangekomen, de vorige keer was je laat.
C Ik heb haast overal … jou uitgekeken, maar ik zag je nergens.
D Ik heb het moeilijke dictee woord … woord geleerd.
Welke dieren brengen hetzelfde geluid voort?
A bij en muskiet B ezel en paard C kip en eend D leeuw en olifant
33
Waar past het woord africhten?
A De gewonde was overleden, de dokter kon niets meer …
B Dit is het veld, waar ze speurhonden … C Wanneer gaan jullie je nieuw huis … D We gaan een voetbalclub …
34
In welke zin is het werkwoord goed gevormd?
A Door de hevige knal zijn vele ruiten gebarst. B Hoe vind je je nieuwe fiets?
C Mama heeft de nieuwe meubels al bestelt? D Waarom beloofd je broer ons iets lekkers?
35
In welke zin staat het werkwoord goed ge- schreven?
A Wanneer heb je je vakantie verlengt? B Waarom vertrouwd je moeder je niet? C Wat vindt je van deze zanger?
Kijk naar het plaatje! lel g ter k lo g taar jul p loot p raat k zen
Op de muur staan er woorden met i en ie. Hoeveel woorden met ie staan er op de muur?
A twee B drie C vier D vijf
37
Waar is de verdeling in lettergrepen juist?
A kind – er – ar – beid
B mu – ziek – in – stru – ment – en C toe – geef –lijk
D ver – ze – ke – ring –en
38
De namen hieronder zijn afkomstig van een alfabetische namenlijst, maar ze staan nu door elkaar:
Jermain Hasselbaink Benito Jacobs
Lando Jong – A – Fat Joel Hammen
Faried Maikoe Derrick Joval
Welk naam moet als tweede op de alfabetische lijst staan?
A Jermain Hasselbaink B Joel Hammen
C Benito Jacobs D Faried Masoud
Welke afkorting past op de open plek?
Het nationaal elftal oefende de vorige week … een buitenlandse trainer.
A i.p.v. B i.v.m. C m.a.w. D o.l.v.
40
Regel 5 uit het gedichtje is weggelaten.
Toets maken
Ik hoop dat ik deze toets ook haal.
Vandaag gaat het over de Nederlandse taal: spreekwoord, werkwoord en nog veel meer. We hebben geoefend, keer op keer!
... zodat ik in één keer voor de toets kan slagen.
De weggelaten zin is:
A En de kinderen zullen me zeker plagen, B En ik doe altijd mijn best in de klas, C En ik hoop dat ze niets moeilijks vragen, D En ik hoop dat alles gemakkelijk is,