• No results found

Surrender to win. Een humanistische interpretatie van de autonomie paradox in Alcoholics Anonymous

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Surrender to win. Een humanistische interpretatie van de autonomie paradox in Alcoholics Anonymous"

Copied!
72
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Surrender to win

Een humanistische interpretatie van de

autonomie paradox in Alcoholics Anonymous

(2)

SURRENDER TO WIN

EEN HUMANISTISCHE INTERPRETATIE VAN DE AUTONOMIE PARADOX IN ALCOHOLICS ANONYMOUS

Utrecht: Universiteit voor Humanistiek

Masterscriptie, Universiteit voor Humanistiek

Begeleider : prof. dr. Gerty Lensvelt-Mulders Rector magnificus

Hoogleraar Wetenschapstheorie, methodologie en onderzoeksleer

Meelezer : prof. dr. Frans Vosman Hoogleraar zorgethiek

Algemeen Afstudeercoördinator : dr. Wander van der Vaart Universitair hoofddocent Onderzoeksmethodologie

Themaleider Wetenschapstheorie, methodologie en onderzoeksleer

(3)

‘There is a principle which is a bar against all information, which is proof against all arguments and which cannot fail to keep a man in everlasting ignorance - that principle is

contempt prior to investigation.’

(4)

-Voorwoord

Deze masterthesis vormt in de eerste plaats het slotakkoord van mijn studie Humanistiek aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Vanuit retroperspectief zie ik dat het bovenal een intellectuele synthese is van mijn persoonlijke en levensbeschouwelijke vorming als lid van een spirituele wederzijdse hulpbeweging enerzijds en van die als humanist anderzijds. In de tweede plaats is deze scriptie dus onderdeel van een persoonlijke queeste naar zin- en betekenisgeving.

In de derde plaats is het de opmaat naar een groter doel: het toegankelijker maken van de spirituele component uit ‘De Twaalf Stappen’, een behandelmethode voor verslaving. Dit doel komt voort uit de praktijk en begon zich aan mij op te dringen in mijn werk als addiction counselor bij SolutionS.

Dit onderzoek beoogd waardevol te zijn voor zowel cliënten als behandelaren van verslavingszorginstellingen die werken volgens dit model. Daarnaast hoop ik dat dit onderzoek eraan bijdraagt dat leden van twaalfstappengroepen zich meer op hun gemak voelen bij hun unieke en persoonlijke zoektocht naar zin, het ze aanmoedigt om deze voort te zetten en ze er wellicht door geïnspireerd raken.

Bovenstaande had ik nooit kunnen realiseren zonder de hulp van velen. Zo heb ik het aan de zorgvuldige begeleiding van Gerty Lensvelt-Mulders te danken dat mijn ideeën helder op papier zijn gekomen. Frans Vosman heeft als meelezer waardevolle input geleverd.

Rutger-Jan stond voor me klaar wanneer ik hem nodig had. In Else vond ik een medestander en in Ronald een partner in crime. Daan is niet meer mijn ‘accountability partner’; hij is nu een vriend.

Ook Robert, Freek en talloze andere vrienden hebben me ieder op hun eigen manier geholpen. Daar ben ik ze dankbaar voor en ik prijs mezelf gelukkig met hun vriendschap. Zonder mijn moeder Mareike, mijn vader Albert-Jan en mijn zussen Suzanne en Christa was ik niet tot dit punt gekomen. Charlotte stond me bij op de momenten dat ik dat het hardst nodig had.

Niels von Reth Utrecht, 24 juni 2016

(5)

Samenvatting

De praktijkaanleiding voor deze scriptie zijn de vragen en twijfels die de religieuze taal in het herstelprogramma van Alcoholics Anonymous, een wederzijdse hulpbeweging voor

alcoholisten, bij zowel cliënten als medewerkers van verslavingszorginstellingen die met dit model werken oproept. De theoretische aanleiding voor dit onderzoek is de paradox die schuilgaat in het programma van Alcoholics Anonymous: juist de erkenning van persoonlijke machteloosheid (Stap 1) gevolgd door de beslissing zichzelf over te geven aan een Hogere Macht (Stap 3) stelt alcoholisten in staat om weer zelf richting en zin aan het leven te geven. Deze ‘autonomie paradox’ is interessant voor humanisten omdat het een vernieuwende bijdrage levert aan het denken over autonomie, een humanistisch ideaal. Ook niet-alcoholisten kunnen een persoonlijk dieptepunt bereiken als gevolg van het streven naar

primaire controle in onveranderbare situaties. Op het moment dat ze op een diep niveau

accepteren wat ze niet kunnen veranderen (Stap 1) ontstaat een houding van overgave (Stap 3) en vindt er een verschuiving plaats naar de focus op secundaire controle, het veranderbare. Als deze houding wordt bestendigt kan dat resulteren in een nieuwe levenshouding die resulteert in een transformatie van het individu die ingezet kan worden om andere in vergelijkbare situaties te helpen (Stap 12). Het werkingsmechanisme van de autonomie paradox kan humanistisch geestelijk begeleiders helpen bij het zoeken naar manieren om voorbij het samen uithouden van een onhoudbare situatie te bewegen in de richting van het geven van zin en betekenis aan de situatie.

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord...1

Samenvatting...2

Inhoudsopgave...3

1. Inleiding...5

1.1 Doelstelling van het onderzoek...6

1.2 Hoofd- en deelvragen...7

1.3 Leeswijzer...7

2. Wat is Alcoholics Anonymous?...9

2.1 Inleiding...9

2.2 Hoe omschrijft AA zichzelf?...9

2.3 AA als wederzijdse hulpbeweging...10

2.4 De ontstaansgeschiedenis van AA...10

2.5 De organisatieprincipes van AA: ‘De Twaalf Tradities’...11

2.6 De AA methode: ‘De Twaalf Stappen’...13

2.7 De Twaalf Stappen opgedeeld...13

2.8 Conclusie...14

3. Alcoholics Anonymous: religieus of spiritueel?...15

3.1 Inleiding...15

3.2 Religieus of spiritueel?...15

3.3 Conclusie...17

4. Waaruit bestaat de spiritualieit in AA?...18

4.1 Inleiding...18

4.2 Hit rock bottom: stap een...18

4.3 Spirituele overgave: stap drie...19

4.4 Spirituele ervaring: stap twaalf...19

4.5 Conclusie...20

5. Surrender to win: De autonomie paradox...22

5.1 Inleiding...22

5.2 Opgeven van het streven naar meer autonomie als eerste stap naar meer agency...23

5.3 Spirituele overgave als tweede stap naar meer agency...25

5.4 Conclusie...28

6. (hoe) Kan overgave aan een hogere macht niet-theïstisch geinterpreteerd worden?...29

6.1 Inleiding...29

(7)

6.3. Niet dogmatische karakter van AA...30

6.4 Inclusieve karakter van AA...31

6.5 De rol van niet-religieuze leden in de beginjaren van AA...32

6.6 Alternatieve formuleringen...32

6.6.1 Agnostische alternatieven...33

6.6.2 Een atheïstisch alternatief...34

6.6.3 Een boeddhistisch alternatief...35

6.6.4 Een humanistisch alternatief...35

6.7 Conclusie...37

7. Hoe kan het werkingsmechanisme van de autonomie paradox humanisten helpen in situaties waarin zij machteloosheid ervaren?...38

7.1 Inleiding...38

7.2 Humanistisch geestelijk begeleiders...39

7.3 Onhoudbare situaties...39

7.4 Primaire en secundaire controle...40

7.5 Waar uithouden ophoudt gaat overgave verder...41

7.6 Conclusie...42

8. Eindconclusie...44

9. Samenvatting...47

10. Literatuur...48

11. Bijlagen...58

11.1 Bijlage 1: ‘AA Preambule’...59

11.2 Bijlage 2: ‘De Twaalf Tradities van AA’...60

11.3 Bijlage 3: ‘De Twaalf Stappen van AA’...61

11.4 Bijlage 4: ‘Briefwisseling Bill Wilson en Carl Jung’...62

(8)

1. Inleiding

In 1935 leggen een door de drank aan lagerwal geraakte Wall Street handelaar en een alcoholische dokter de basis voor wat uit zou groeien tot Alcoholics Anonymous (hierna aangeduid met AA): een wereldwijde gemeenschap van mannen en vrouwen die met behulp van elkaar sober1 blijven. In 2015 bestonden er meer dan 115.000 wekelijkse

AA-bijeenkomsten verspreid over vijf continenten.

‘The Big Book’ van Alcoholics Anonymous is met meer dan 30 miljoen exemplaren een van de meest verkochte boeken ooit. Time magazine plaatste het boek op zijn lijst van honderd beste en meest invloedrijke Engelse boeken van de twintigste eeuw. The Library of Congress bestempelde het als een van de achtentachtig ‘Books that Shaped America’.

AA wordt wereldwijd beschouwd als de meest succesvolle therapie voor alcoholisme (Sheeren, 1985; Tournier 1979). Door het succes van AA is er een klinische

behandelmethode gebaseerd op het programma van Alcoholics Anonymous. Dit

‘Minnesotamodel’ onderschrijft AA’s ziekteconcept van verslaving en omvat evenals het herstelprogramma van Alcoholics Anonymous een spirituele component (Diddy, 2013; Cook, 1998). Deze scriptie spitst zich toe op de spirituele overgave uit Stap Drie van het

herstelprogramma van AA: ‘Made a decision to turn our will and our lives over to the care of God as we understood Him.’2

De motivatie om deze vraag te onderzoeken is tweeledig. De praktijkaanleiding komt voort uit de observatie van misverstanden rondom het concept van spirituele overgave en de moeilijkheid ervan voor de behandelpraktijk. In mijn werk als addiction counselor bij SolutionS, een instelling voor verslavingszorg die onder andere werkt volgens het Minnesotamodel, zie ik veel cliënten vanwege een verscheidenheid aan redenen hiermee worstelen. Zij geven aan simpelweg niet te geloven in ‘God of ‘iets hogers’ of zijn ervan overtuigd dat ze hun verslaving zelf moeten overwinnen. Sommigen hebben niets met spiritualiteit of verwarren het met religie. Anderen vinden het zweverig, vaag of onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd. Hoewel het onderliggende principe van spirituele overgave door de jaren heen miljoenen alcoholisten van hun alcoholisme heeft bevrijd, schrikt de religieuze taal van stap drie veel cliënten begrijpelijkerwijs af. In mijn werk zie ik dat er veel kostbare tijd en energie verloren gaat aan het wegnemen van de misverstanden rondom dit

1 In deze scriptie gebruik ik, in navolging van AA, het internationale woord ‘sober’, in plaats van het Nederlandse ‘nuchter’.

2 Alcoholics Anonymous. (2001). Alcoholics Anonymous (4th ed.) New York: Alcoholics Anonymous World Services Inc.

(9)

spirituele aspect van de behandeling.

Het eerste doel van dit onderzoek is daarom om deze misverstanden weg te nemen. Dit wordt gedaan door na te gaan of AA religieus of spriritueel is en door de herkomst en functie van spirituele overgave in het AA programma toe te lichten.

Een andere groep mensen die een argwanende houding kunnen hebben ten opzichte van spirituele overgave zijn humanisten. Hun ideaal van autonomie in combinatie met de overtuiging dat de mens zelf richting aan zijn leven kan en moet geven staat op gespannen voet met het idee jezelf over te geven, laat staan aan het hogere.

De motivatie om het concept van spirituele overgave te onderzoeken komt in de tweede plaats voort uit de ‘autonomie paradox’ die erin besloten zit. De beslissing zichzelf over te geven aan het hogere bevrijdt AA leden van hun alcoholisme. Doordat ze niet meer geregeerd worden door hun alcoholisme neemt hun autonomie, de mogelijkheid om zelf richting en zin aan het leven te geven, toe.

Als spirituele overgave zelfs verstokte alcoholisten in staat stelt om te stoppen met drinken, heeft dit principe onmiskenbaar een kracht en een potentieel die het verdient om nader te onderzoeken. Het tweede deel van dit onderzoek beoogt dan ook om het werkingsprincipe van spirituele overgave, dat ten grondslag ligt aan de autonomie paradox, intellectueel te doorgronden. De autonomie paradox vormt de theoretische aanleiding van dit onderzoek. Als het werkingsmechanisme van de autonomie paradox is ontleed, wordt er een

humanistische interpretatie geboden. Het doel hiervan is om humanisten een extra

handelingsmogelijkheid te bieden in situaties waarin zij machteloosheid ervaren en de ratio alleen niet volstaat om hiermee om te gaan. Deze humanistische vorm van spirituele overgave kan zo bijdragen aan de ervaring van autonomie. Tevens kan het humanistisch geestelijk begeleiders handvatten bieden in begeleidingssituaties waarin zij zichzelf geconfronteerd zien met machteloosheid en het tekortschieten van de ratio.

1.1 Doelstelling van het onderzoek

De centrale doelstelling van dit onderzoek is enerzijds een vernieuwende bijdrage te leveren aan het denken over autonomie en anderzijds om de toegankelijkheid van de spirituele component van de Twaalf Stappen, als behandelmethode voor verslaving, te vergroten. Voor de bijdrage aan het denken over autonomie wordt het werkingsmechanisme van de

autonomie-paradox, welke schuilgaat in het AA programma, ontleed. Dit wordt gedaan door de vraag naar het wat, hoe en waarom te beantwoorden van de erkenning van de eigen machteloosheid uit stap één, de spirituele overgave uit stap drie, en de spirituele ervaring uit

(10)

stap twaalf van het AA programma. Het theoretische doel hiervan is om te onderzoeken hoe de erkenning niet autonoom te zijn gecombineerd met de beslissing jezelf over te geven aan ‘het hogere’ voor meer autonomie kan zorgen. Ook wordt verkend of het principe van ‘meer autonomie door middel van spirituele overgave’ ook toepasbaar is in onveranderbare

levenssituaties zoals bij verlies, rouw en ziekte en hoe humanistisch geestelijk begeleiders hier gebruik van kunnen maken.

Daarvoor wordt eerst onderzocht of en waarom AA als ‘spiritueel’ of ‘religieus’ valt aan te merken. Door te onderzoeken welke vrijheid AA biedt om de Twaalf Stappen niet-theïstisch te interpreteren en deze ruimte te benutten, worden cliënten van instellingen die werken met dit behandelmodel aangemoedigd op zoek te gaan naar naar een interpretatie die bij hen past. Hieruit bestaat de praktische relevantie van dit onderzoek.

1.2 Hoofd- en deelvragen

Uit de inleiding en doelstelling van dit onderzoek volgen de volgende onderzoeksvragen: Hoofdvraag:

‘Wat is het werkingsmechanisme van de autonomieparadox in het herstelprogramma van Alcoholics Anonymous en (hoe) kan dit humanistisch geinterpreteerd worden?'

Deelvraag 1: ‘Wat is Alcoholics Anonymous?’

Deelvraag 2: ‘Alcoholics Anonymous: religieus of spiritueel?’ Deelvraag 3: ‘Waaruit bestaat de spiritualiteit in AA?’

Deelvraag 4: ‘Surrender to win: de autonomie paradox in AA’

Deelvraag 5: ‘(hoe) Kan overgave aan een hogere macht niet-theïstisch geinterpreteerd worden?’

Deelvraag 6: ‘Hoe kan het werkingsmechanisme van de autonomie paradox humanisten helpen in situaties waarin zij machteloosheid ervaren?’

1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 1 is een inleidend hoofdstuk dat de lezer de voorkennis biedt die noodzakelijk is voor het verdere begrip van het onderzoek. Hoofdstuk 2 beantwoordt de vraag óf en waarom AA een religieuze danwel spirituele beweging is. Hoofstuk 3 beschrijft de herkomst en functie van de erkenning van machteloosheid uit stap één, de spirituele overgave uit stap drie en de spirituele ervaring uit stap twaalf van het AA programma. Samen vormen zij het werkingsmechanisme van de autonomie paradox (hoofdstuk 4). Hoofdstuk 5 spitst de

(11)

autonomieparadox toe op seculiere alcoholisten, hoofdstuk 6 op humanisten die machteloosheid ervaren als gevolg van de levenssituatie waar ze in verkeren.

(12)

2. Wat is Alcoholics Anonymous?

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt Alcoholics Anonymous (AA) omschreven aan de hand van haar organisatieprincipes en methodiek. Het doel hiervan is om de lezer de voorkennis te bieden die noodzakelijk is voor het begrip van dit onderzoek. Hiervoor zal als eerst weergegeven worden hoe AA zichzelf omschrijft. Vervolgens wordt AA gesitueerd in de theorie over sociale bewegingen en wordt haar onststaansgeschiedenis kort weergegeven. Tot slot worden de organistieprincipes en methodiek van AA weergegeven. In dit hoofdstuk wordt gebruik gemaakt van drie bronnen. Aan de hand van sociologisch onderzoek van Makela et al. (1996) in ‘Alcoholics Anonymous as a Mutual-Help Movement’ wordt AA geplaatst in de theorie over sociale bewegingen en worden de organistieprincipes en methodiek van AA

omschreven. Voor de ontstaansgeschiedenis wordt gebruik gemaakt van het boek ‘Not-God.

A History of Alcoholics Anonymous’ van Ernest Kurtz (1979). Dit boek is het naslagwerk als

het gaat om de geschiedenis van Alcoholics Anonymous. Naast deze twee auteurs wordt er in dit hoofdstuk gerefereerd naar AA literatuur.

2.2 Hoe omschrijft AA zichzelf?

Alcoholics Anonymous omschrijft zichzelf in haar preamble als een:

‘fellowship of men and women who share their experience, strength and hope with each other that they may solve their common problem and help others to recover from alcoholism. The only requirement for membership is a desire to stop drinking. There are no dues or fees for AA membership; we are self-supporting through our own contributions. AA is not allied with any sect, denomination, politics, organization or institution; does not wish to engage in any controversy; neither endorses nor opposes any causes. Our primary purpose is to stay sober and help other alcoholics to achieve sobriety.’3

3 Alcoholics Anonymous. (1958). The AA Preamble. The AA Grapevine. New York: Alcoholics Anonymous World Services Inc.

(13)

2.3 AA als wederzijdse hulpbeweging

Makela et al. (1996) plaatsen AA in de theorie van sociale bewegingen. AA’s eigen omschrijving van zichzelf als ‘fellowship’ is daartoe treffend, maar niet restrictief genoeg (Kelly & Greene, 2014). AA kan daarom vanuit sociologisch perspectief het best onder de ‘new social movement’ geschaard worden. New social movements zijn sociale bewegingen die streven naar maatschappelijke verandering, maar dit niet doen uit eigen belang of voor het belang van de klasse waar de leden toe behoren (Blumberg, 1977; Makela, 1996; McCray & Miller, 1993). AA is nog preciezer te classificeren als ‘mutual-help movement’ (Makela, 1996; Bloomfield, 1994; Kelly, Greene 2014). Deze verschillen van new social movements doordat ze zich richten op persoonlijke in plaats van maatschappelijke verandering. AA is een mutual-help movement en geen ‘self-help movement’, omdat het AA programma expliciet gericht is op wederzijdse hulp. De term self-help impliceert daarentegen dat het individu zichzelf helpt, waarvan bij AA geen sprake is. Makela et al. (1996) geven de volgende definite van mutual-help movement:

‘a mutual-help movement is an association or aggregate of groups whose members meet on an egalitarian basis to counteract through mutual interaction a common affliction or problem in their lives.’ Wederkerigheid, het onderliggende werkende principe van wederzijdse hulpbewegingen, heeft ervoor gezorgd dat AA is uitgegroeid tot wat het vandaag de dag is: een wereldwijde groeiende gemeenschap van mannen en vrouwen die elkaar helpen sober te blijven (Post, 2014; Pagano, Friend, Tonigan & Stout, 2004).

2.4 De ontstaansgeschiedenis van AA

Ernest Kurtz (1991) noemt vier ‘founding moments’ die aan de basis liggen van zowel het ontstaan als het kernidee van AA: (1) een gesprek tussen een psychiater en zijn cliënt, (2) een ontmoetingen tussen twee alcoholisten, (3) een spirituele ervaring van een alcoholist en (4) het ontstaan van een gemeenschap van herstellende alcoholisten.

In 1931 gaat de Amerikaanse zakenman Rowland Hazard voor zijn alcoholisme in

behandeling bij de Zwisterse psychiater Carl Jung. Als hij terugvalt, zegt Jung hem dat hij uitbehandeld is en zijn enige resterende hoop schuilt in een spirituele ervaring (Post, 2014; Nace, 2015; Kurtz, 1991; Sanders et al, 2014). Dit gesprek is later door een van de oprichters bestempeld als het eerste oprichtingsmoment: ‘This was the first foundation stone upon which our society has since been built.’4

4 Brief van Bill Wilson naar Carl Jung, geschreven op 23 januari 1961 (zie bijlage 4 voor de volledige briefwisseling tussen Bill Wilson en Carl Jung).

(14)

Rowland ondergaat een spirituele ervaring in de ‘Oxford Group’, een in die tijd populaire evangelische beweging en besluit zijn alcoholistische vriend Ebby mee te nemen naar de Oxford Group. Ook Ebby wordt onderwerp van een spirituele ervaring en introduceert op zijn beurt Bill Wilson, de meest wanhopige en zelfdestructieve drinker die hij kent, bij de Oxford Group (Thomson, 1975; Nace, 2015). Hoewel Bill weerzin voelt tegen religie geeft het feit dat Ebby sober is hem hoop: ‘In the kinship of common suffering, one alcoholic had been talking to another’. Dit gesprek wordt gezien als het tweede founding moment van AA. De spirituele ervaring die Bill niet lang hierna beleeft, herkent hij in de omschrijving die William James ervan geeft in zijn boek ‘The Varieties of Religious Experience’ en vormt de derde van AA’s vier founding moments. Het besef dat hij een andere alcoholist nodig heeft om zelf sober blijven, komt als hij na een mislukte zakendeal overvallen wordt door een sterke zucht naar alcohol. Hierop komt hij in contact met Robert Holbrook Smith (Dr. Bob). Deze chirurg uit Akron heeft op alle mogelijke manieren geprobeerd om van zijn alcoholisme af te komen. Als Bill en Dr. Bob elkaar de volgende dag ontmoetten vertelt Bill over zijn eigen

alcoholisme en Ebby’s oplossing. Dit vormt het begin van een innige vriendschap en de gemeenschap van Alcoholics Anonymous. Samen besluiten ze om andere alcoholisten te helpen nuchter te worden. De ontmoeting tussen Bill en Dr. Bob vormt het vierde en laatste founding moment van AA (Kurtz, 1991; AAWS, 1986).

2.5 De organisatieprincipes van AA: ‘De Twaalf Tradities’

De organisatieprincipes van AA zijn gericht op het zo harmonieus en efficient mogelijk bereiken van AA’s hoofddoel: nuchter blijven en anderen helpen die nuchterheid te bereiken. Hiervoor werden in 1946 de ‘Twaalf Tradities van AA’ geformuleerd (Nace, 2015) (zie bijlage 2). Zij vormen de organisatieprincipes van AA. Makela et al. (1996) herleiden de Twaalf Tradities tot de volgende vijf overkoepelende organisatieprincipes:

1. Openheid van lidmaatschap. Uit de Derde Traditie volgt dat AA geen ledenlijsten bijhoudt,

lidmaatschapsgeld vraagt of procedures kent om mensen buiten te sluiten en is dus open voor iedereen die het verlangen heeft om te stoppen met drinken: ‘The only requirement for AA membership is a desire to stop drinking.’

Door geen andere voorwaarden te stellen dan het verlangen om te stoppen met drinken, wordt de drempel voor lidmaatschap zo laag mogelijk gehouden. Dit is tekenend voor het open en inclusieve karkater van AA. Lidmaatschap in AA is gebaseerd op zelfidentificatie; iemand is lid wanneer hij of zij dat zegt (Cain, 1991). Lid worden van AA is in veel gevallen de uitkomst van een combinatie van sociale druk, professioneel advies en eigen probleemervaring. Deze laatste kan variëren van lichte hinder tot volledige wanhoop. Ruwweg zijn er drie wegen die kunnen leiden naar het bijwonen van

(15)

een eerste AA bijeenkomst. Ten eerste kunnen aanstaande nieuwkomers de AA hulplijn bellen of op eigen initiatief naar een meeting gaan. Als tweede kunnen nieuwkomers meegenomen worden door een ander AA lid. Ten derde kunnen nieuwkomers gedurende een behandeling gefaciliteerd worden een AA bijeenkomst bij te wonen. Daarnaast is het in de Verenigde Staten bij alcohol gerelateerde overtredingen of misdrijven ook mogelijk door de rechtbank veroordeeld te worden tot het bijwonen van AA bijeenkomsten.

2. Autonomie van iedere AA groep. Uit traditie vier volgt dat er, evenals voor individuen, geen uitsluitingscriteria bestaan voor groepen (Chappel, 1990). Kortom: een groep is een AA groep als die zich als zodanig profileert. Dit autonomie-principe wordt versterkt doordat groepen zowel

zelfbesturend (traditie 9) als zelfvoorzienend (traditie 7) zijn. Dit voorkomt dat groepen zeggenschap hebben over elkaar. Traditie vier is als volgt geformuleerd: ‘Each group is autonomous, except in matters affecting another group of AA as a whole.’ (AA, 2004, 146).

3. Niet-verbondenheid van AA (groepen) aan andere organisaties of doelen. AA verbindt zich, als gevolg van Traditie 5, niet aan andere organisaties of doelen:

‘Each group has but one primary purpose—to carry its message to the alcoholic who still suffers.’ (AA, 2004, 150). Dit afgebakende groepsdoel wordt ook wel aangeduid met AA’s ‘singleness of purpose’ en komt onder druk te staan wanner andere organisaties inspraak of invloed zouden hebben op AA.

4. Gelijkheid van ieder lid. Het vierde organisatiekenmerk dat Makela et al. noemen is de gelijkheid van ieder lid en de democratie binnen AA. Dit principe komt voort uit het diepgevoelde besef dat leden elkaar nodig hebben om sober te blijven en komt tot uiting in de afwezigheid van professionals (traditie 8), een gekozen en roterend dienend leiderschap (traditie 2), de wijze van besluiten nemen, de transparantie en het principe van anonimiteit (traditie 11 en 12). De afwezigheid van een autoriteit komt voor uit het vertrouwen dat het niet nodig is, zo blijkt ook uit de volgende citaat van Bil Wilson: ‘We have, in AA, no coercive human authority. Because each AA, of necessity, has a sensitive and responsive conscience, and because alcohol will discipline him severely if he backslides, we are finding we have little need for manmade rules or regulations.’ (Wilson, 1948)

5. Organisatie-eenheid van AA. Traditie 1 geeft hier als volgt uiting aan:

‘Our common welfare should come first; personal recovery depends upon AA unity.’

In het boek de ‘Twelve Steps and Twelve Traditions’ wordt het belang van deze traditie als volgt benadrukt:

‘The unity of Alcoholics Anonymous is the most cherished quality our Society has. Our lives, the lives of all to come, depend squarely upon it. We stay whole, or AA dies’ (AA, 2004, 129)

De organisatie-eenheid van AA is het resultaat van haar organisatieprincipes. Dat iedere AA groep iedereen verwelkomt die het verlangen heeft om te stoppen met drinken, egalitair is georganiseerd, autonoom functioneert ten opzichte van andere AA groepen en niet gebonden is aan andere organisaties . Met deze organisatieprincipes beschermt AA zich tegen zichzelf, elkaar en

(16)

buitenwereld. De op autonomie en openheid gebaseerde organisatieprincipes verklaren voor een deel het succesvolle voortbestaan van dde AA organisatie. De organisatieprincipes hebben op zichzelf geen waarde. AA ontleedt haar waarde aan wat zij haar leden te bieden heeft: een persoonlijk herstelprogramma voor alcoholisten.

2.6 De AA methode: ‘De Twaalf Stappen’

Iedereen kent wel uit films of series het clichebeeld van een AA bijeenkomst: een tl-verlichte ruimte waarin mensen op klapstoeltjes zichzelf introduceren met hun voornaam gevolgd door de zin ‘I’m an alcoholic’ en ‘thanks for sharing’ te horen krijgen als ze klaar zijn. Een onder auteurs veelgebruikte definite van een AA bijeenkomst of meeting is:‘a relatively formal, quasi-ritualized therapeutic session run by and for any alcoholics in the community who wish to attend them’ (Leach, B, Norris, J.L., Dancey, T., & LeClair, B., 1969; Whitley, 1977). In de AA literatuur wordt het doel van een bijeenkomst als volgt omschreven:‘To give members an opportunity to discuss particular phases of their alcoholic problem that can be understood best only by other alcoholics’ (AAWS, 1990).

Meetings vinden iedere week op dezelfde locatie en tijd plaats en verlopen min of meer hetzelfde. In de meeting delen leden hun ervaringen en gevoelens met elkaar en identificeren ze zichzelf met anderen door empathisch te luisteren. Dit delen, ook wel ‘sharen’ genoemd, staat centraal bij iedere meeting. Wat veel mensen niet weten is dat leden tijdens deze meetings specifiek hun ‘ervaring, kracht en hoop’ delen met het persoonlijk

herstelprogramma van AA. De kern van dit persoonlijk herstelprogramma

Bestaat uit ‘de Twaalf Stappen’ (zie bijlage 3). Dit zijn twaalf gesugereerde activiteiten die leden met hun sponsor doorlopen en aan de hand waarvan leden herstellen van hun

alcoholisme (Nace, 2014; Swora, 2008). Een sponsor is ‘a person who advises another member in working the AA program’. Het Minnesotamodel heeft de Twaalf Stappen van AA geintegreert en is gebaseerd op het uitgangspunt van AA dat onderlinge herkenning

therapeutisch kan werken (Chappel en Dupont, 1999).

2.7 De Twaalf Stappen opgedeeld

De Twaalf Stappen worden vaak opgedeeld in drie groepen; de ‘decision steps’, de ‘actions steps’ en de ‘maintenance steps’ (Makela et al., 1996). In de decision steps erkennen leden dat ze machteloos zijn over hun alcoholisme en dat hun leven onhanteerbaar is geworden (stap 1), komen ze ertoe te geloven dat een Macht groter dan henzelf ze weer geestelijk gezond kan maken (stap 2) en nemen ze de beslissing om hun wil en hun leven over te dragen aan de zorg van God, zoals zij hem begrijpen (stap 3). In deze stap zit het concept van

(17)

spirituele overgave besloten.

In de action steps maken leden een morele inventaris op van zichzelf (stap 4), erkennen ze hun karaktertekorkomingen (stap 5), vragen ze God om deze tekortkomingen weg te laten nemen (stap 6 en 7) en maken ze het goed met mensen die ze schade hebben berokkend (stap 8 en 9).

In de maintenance steps continueren leden hun spirituele ontwikkeling met behulp van voortdurend zelfonderzoek (stap 10) en gebed en meditiatie (stap 11). Het doel van dit alles is om in stap twaalf tot een ‘spiritueel ontwaken', een spirituele ervaring, te komen en anderen alcoholisten te helpen (stap 12) (Sanders, 2014; VandenBos, 2007). Uit bovenstaande weergave van het AA programma blijkt de prominente rol die ‘God’ of een ‘Hogere Macht’ daarin heeft.

2.8 Conclusie

Vanwege de nadruk die Alcoholics Anonymous legt op wederkerigheid valt zij aan te merken als een wederzijdse hulpbeweging. De openheid van lidmaatschap, de autonomie van iedere groep, de niet-verbondenheid aan andere organisaties of doelen en de gelijkheid van ieder lid verklaren zowel de organisatie-eenheid als het succes van AA. Deze organisatiekenmerken zijn ook vastgelegd in de twaalf tradities en staat ten dienste van het zo harmonieus en efficient bereiken van het hoofddoel van AA: nuchter blijven en anderen helpen die nuchterheid te bereiken. Het hoofddoel wordt bereikt doordat leden met een sponsor de waalf stappen doorlopen en hierover delen op bijeenkomsten. De Twaalf Stappen, een serie activiteiten, vormen de kern van het persoonlijk herstelprogramma van AA en zijn op te delen in de decision-, action-, en maintenance-steps. In de decision steps erkent het AA lid diens machteloosheid over alcohol en neemt het de beslissing om zich over te geven aan het hogere. Stap een tot en met elf werken toe naar een spirituele ervaring in stap twaalf. In maar liefst zes van de Twaalf Stappen wordt gerefereerd aan ‘a Power greater than ourselves’, ‘God as we

understood Him’ of simpelweg ‘God’. Dit roept de vraag op of en in welke mate AA religieus is. Voordat dit onderzoek spirituele overgave uit de decision steps en het spiritueel ontwaken uit de maintenance steps onderzoekt zal eerst deze vraag beantwoord worden.

(18)

3. Alcoholics Anonymous: religieus of spiritueel?

3.1 Inleiding

Hoewel AA zichzelf nadrukkelijk niet beschouwt als religieuze organisatie bestaat er onder wetenschappers geen concensus over de mate van religiositeit van AA. Zo concludeert McCrady (1993) vanuit rationalistisch oogpunt dat de vele verwijzingen naar ‘God as we understood Him’, de overgave aan een hogere macht en de religieuze ontstaansgeschiedenis van AA, aangemerkt moet worden als een religieuze beweging of zelfs als religieuze sekte. Dat het een religieuze cultus of sekte is, wordt ook vaak als reden aangevoerd door

alcoholisten om niet (meer) naar AA bijeenkomsten te gaan (Davis & Jansen, 1998). Ook in mijn werk als addiction counselor bij SolutionS wordt de schijnbare religiositeit van AA aangevoerd als reden om de spirituele principes die erachter schuil gaan niet te willen onderzoeken. Gezien de religieuze formulering van de Twaalf Stappen is dit begrijpelijk. Toch is de aanwezigheid van religieuze taal alleen niet voldoende om als religie aangemerkt te kunnen worden. In dit hoofdstuk wordt de vraag beantwoord waarom AA als spiritueel en niet als religieus aangemerkt moet worden.

3.2 Religieus of spiritueel?

Vaillants (2008) beschrijft vijf verschillen tussen spiritualiteit en religie. Hieronder volgt een samenvatting van deze verschillen en onderzoek ik in hoeverre deze van toepassing zijn op AA.

1. Religie refereert aan de verbinding van doctrines, instituties, waarden, en tradities van een geloofsgemeenschap, terwijl spiritualiteit refereert aan de individuele ervaring van verbinding met het transcendente. Vaillant (2008) merkt bij dat laatste op dat het onbelangrijk is of er verbinding wordt ervaren met een godheid, waarheid, schoonheid of iets anders dat als groter dan het zelf kan worden beschouwd. Spiritualiteit manifesteert zich in emoties als ontzag of eerbied, dankbaarheid, liefde, compassie en vergeving. De vrijheid in AA om tot een eigen begrip van een hogere macht te komen, evenals de afwezigheid van dogma’s hierover, lijkt dus meer op de kenmerken van spiritualiteit dan van religie (Chappel, 1990). Zo merken Makela et al (1996) op dat AA niet als religie valt aan te merken omdat AA, in tegenstelling tot religies, geen standpunt inneemt over de oorsprong van het leven of het bestaan van een hiernamaals en onderschrijft geen bepaalde theologische, ontologische of eschatologische uitgangspunten. Ook de organisatieprincipes maken dat AA zich niet kan of wil verbinden

(19)

aan religieuze organisaties (Makela, 1990).

2. Hoewel niet allemaal in dezelfde mate, zijn alle mensen spiritueel, terwijl niet iedereen religieus is. Religie lijkt dus vooral cultureel bepaalt, terwijl spiritualiteit een biologische oorsprong heeft. Uit onderzoek van Lindon Eaves en Thomas Bouchard (1999) blijkt

bijvoorbeeld dat de mate van subjectieve spiritualiteit bij identieke tweelingen die gescheiden zijn opgegroeid, significant gelijker is dan onder stiefbroers- en zussen die samen opgroeien (Bouchard, 1999). Ook AA lidmaatschap is niet cultureel bepaald, maar is de uitkomst van de zoektocht naar een oplossing voor een, deels biologische, aandoening: een abnormale reactie op alcohol.

3. Religie is cognitief terwijl spiritualiteit meer emotioneel georiënteerd is. Vaillant (2008) stelt dat religieus zijn, gepaard gaat met het intellectueel eigen maken en onderschrijven van doctrines, terwijl spiritualiteit ontstaat uit een ervaring die je overkomt. De wederkerigheid, inclusiviteit, het pragmatisme, de nadruk op spirituele principes als eerlijkheid, openheid van geest en bereidwilligheid in combinatie met de waarschuwing voor rationalisaties maken dat AA meer emotioneel dan cognitief is georiënteerd. De autonomie van iedere AA groep maakt afsplitsing of verstoting niet mogelijk. Dit zorgt ervoor dat de nadruk op het hoofddoel blijft liggen en niet op het onderschrijven van een doctrine.

4. Het vierde verschil tussen religie en spiritualiteit dat Vaillant opmerkt, is dat religies een hierarchische neiging hebben en van buitenaf opgelegd worden, terwijl spiritualiteit

democratisch is en van binnenuit komt. Religies vragen veelal niet alleen om

gehoorzaamheid aan een oneindige macht maar ook om eerbied voor een bemiddelaar die, vanwege zijn scholing, gewaad of wijding, boven de gelovigen verheven is. Spiritualiteit daarentegen moedigt volgens Vaillant het individu aan om te leren van diens eigen ontwikkeling. De vrijheid van lidmaatschap, gelijkwaardigheid van ieder lid, de interne democratie van AAen de afwezigheid van autoriteiten, zowel van binnen als buiten de organisatie, maken AA egalitair en democratisch. De organisatieprincipes zorgen ervoor dat AA niet voldoet aan dit kenmerk van religie (Keller, 1990).

5. Spiritualiteit is tolerant en religie is intolerant. Vaillant (2008) omschrijft dit als volgt: ‘If you don’t believe your religion is the only religion, you have no religion.’

De Baptist Martin Luther King Jr. en de Hindu Mohandas Ghandi zijn voorbeelden van religieuze leiders die begrepen dat spiritualiteit voortkomt uit nederigheid, veel meer dan uit dogmatische zekerheid. De nadruk die AA legt op acceptatie en tolerantie in de veelgehoorde slogan: live and let live en de afwezigheid van het idee dat zij het enige of beste antwoord op alcoholisme te bieden heeft, maken haar tolerant.

(20)

3.3 Conclusie

Ik concludeer dat AA meer kenmerken heeft van een spirituele dan van een religieuze organisatie omdat zij niet dogmatisch is en geen doctrines kent. Dat wordt bekrachtigd door de pragmatische houding die AA inneemt ten opzichte van spiritualiteit. Ook de nadruk die AA legt op de persoonlijke spirituele ervaring maken AA meer tot een spirituele beweging. De afwezigheid van iedere waarheidsclaim in combinatie met het ‘slechts’ nastreven van abstinentie van haar leden en haar tolerante houding in het algemeen, maken ook dat AA een spirituele en geen religieuze wederzijdse hulpbeweging is.

De conclusie dat AA geen religie is neemt bij clienten de weerstand tegen de spirituele component van de behandeling niet weg. Het is immers niet alleen de religieuze taal maar ook de onderliggende concepten van het toegeven van de eigen machteloosheid, de overgave aan een hogere macht en het spiritueel ontwaken die bij clienten van SolutionS vragen en weerstand oproepen. Als AA dus niet religieus is, dringt de vraag zich op waar deze

concepten vandaan komen, waarom ze belangrijk zijn en hoe ze niet religieus geïnterpreteerd kunnen worden. Het volgende hoofdstuk beantwoordt de vraag wat de herkomst en functie zijn van het toegeven van machteloosheid, de overgave aan een hogere macht en spirituele ervaringen in het AA programma en daarmee van het Minnesotamodel. De paradox die in deze concepten schuilgaat en de vraag hoe deze spirituele concepten niet-religieus

(21)

4. Waaruit bestaat de spiritualieit in AA?

4.1 Inleiding

In het vorige hoofdstuk is beargumenteerd waarom AA een spirituele en geen religieuze wederzijdse hulpbeweging is. Daarnaast is duidelijk geworden dat het kernidee van AA al in de vier oprichtingsmomenten besloten zit. Dit kernidee is de uitzicht- en hulpeloosheid van alcoholisme in combinatie met het idee dat het bereiken van een persoonlijk dieptepunt gevolgd door spirituele overgave nodig is om te kunnen (Ferrel, 2015). Omdat de spirituele overgave uit stap drie de voorwaarde is om tot een spirituele ervaring in stap twaalf te komen, wordt dit concept van spirituele overgave in dit hoofdstuk nader toegelicht. Vervolgens wordt, met behulp van de appendix ‘Spiritual Experience’ uit de Big Book, AA’s definitie van een spirituele ervaring gegeven.

4.2 Hit rock bottom: stap een

Om bevrijd te worden van de illusie dat hij zijn alcoholgebruik met wilskracht in de hand kan houden, is het voor de alcoholist noodzakelijk om een persoonlijk dieptepunt te bereiken (Vaughn & Long, 1999). Pas wanneer de alcoholist een persoonlijke dieptepunt bereikt heeft, kan hij stap één, het toegeven dat hij machteloos is over alcohol, zetten. In de beginjaren werd dit dieptepunt in AA omschreven als ‘ego deflation at depth’ (Kurtz, 1991) . Hoewel deze term nergens in zijn boek ‘The Varieties of Religous Experience’ voorkomt, schrijft Bill Wilson deze toe aan Wiliam James. Het is echter waarschijnlijker dat deze term van Jung vandaan komt (Kurtz, 1991). ‘Deflation at depth’ moet begrepen worden als ego-deflatie als gevolg van het bereiken van een persoonlijk dieptepunt en het totale verlies van het zelf. In het AA jargon werd de term ‘deflation at depth’ langzaam aan vervangen door ‘hitting bottom’ (Kurtz, 1991). Het idee dat iemand eerst zijn persoonlijke spirituele bodem moet bereiken om te kunnen herstellen is tot een van de kernconcepten van AA gaan behoren (Sanders, 2014). Het kunnen en willen erkennen van de eigen machteloosheid over alcohol vormt de belangrijkste mogelijkheidsvoorwaarde voor herstel in AA, omdat zonder deze erkenning het ego van de alcoholist blijft vasthouden aan het idee zijn alcoholgebruik zelf te kunnen controleren Beckman, 1980). Hoofdstuk vier onderzoekt hoe juist de erkenning van het eigen gebrek aan macht bij kan dragen aan het verwerven van meer autonomie.

(22)

4.3 Spirituele overgave: stap drie

Na zijn of haar persoonlijke machteloosheid over alcoholisme in stap een erkend te hebben, wordt het AA lid in stap twee aangemoedigd te geloven dat een macht groter dan henzelf hen weer geestelijk gezond kan maken. Daarna nemen AA leden in stap drie de beslissing hun wil en hun leven over te dragen aan de zorg van ‘God, zoals jij hem begrijpt’.5 Het geloof in een

hogere macht is een integraal onderdeel van AA (Kaskatus, Bond & Weisner, 2003). De eerste drie stappen volgen elkaar logsich op. Omdat stap een de alcoholist achter laat met het pijnlijke besef machteloos te staan tegenover alcoholisme, biedt stap twee de hoop dat er een macht groter dan het zelf is, die wel over deze ontbrekende macht beschikt. Om toegang te krijgen tot deze ontbrekende macht neemt het AA lid in stap drie de beslissing om zijn of haar wil en zijn leven over te dragen aan de zorg van deze hogere macht (Ferrel, 2015; AAWS, 2001).

4.4 Spirituele ervaring: stap twaalf

Als de alcoholist een persoonlijk dieptepunt bereikt en inziet dat hij zijn alcoholgebruik met geen mogelijkheid kan controleren, ontstaat er ruimte voor overgave . Deze ruimte komt voort uit het besef hulp nodig te hebben om sober te blijven. Een van de pijlers van het kernidee van AA is het concept achter ‘conversion’. (Kurtz, 1991). Hoewel de term door AA gemeden werd vanwege de religieuze connotatie is de betekenis ervan onontkoombaar. De noodzaak van een ‘omzettingservaring’ wordt los van elkaar door zowel Silkworth als Jung benadrukt (Blumberg, 1977; Kurtz, 1991) . Hoewel de eerste sprak over een ‘entire psychic change’ en de tweede over een ‘religious or spiritual experience- in short, a genuine

conversion’ komen ze allebei tot de conclusie dat een spirituele ervaring de enige hoop is voor de medisch uitbehandelde alcoholist. Het idee hierachter is dat zo’n spirituele ervaring kan zorgen voor een omzetting van actief alcoholisme naar een levensstijl die wordt

aangeduid met ‘sobriety’ (Sanders et al., 2014). Bovenal geeft het een mogelijkheid tot omzetting van destructief egoïsme naar constructieve en creatieve menselijke interactie met anderen (Westermeyer, 2014). AA leden werken in stap een tot en met elf toe naar zo’n ‘conversion experience’ of ‘entire psychic change’ (Kelly, Greene 2014; Greil & Rudy, 1983). Deze ervaring wordt in stap twaalf aangeduid als ‘spiritual awakening’.6 Als leden hier

zijn aangekomen, hebben zij zich in stap drie al spiritueel overgegeven. Appendix II van het

5 Stap drie: ‘Made a decision to turn our will and our lives over to the care of God as we understood Him.’ 6 Stap twaalf: ‘Having had a spiritual awakening as the result of these steps, we tried to carry this message to alcoholics, and to practice these principles in all our affairs.’

(23)

Big Book geeft een toelichting op de het begrip ‘spiritueel ontwaken’ uit stap twaalf (Zie bijlage 5). Deze appendix is opgenomen om de onder lezers ontstane indruk weg te nemen dat een spiritueel ontwaken alleen een plotselinge en spectaculaire bewustzijnsverandering kan zijn. Het idee van de geleidelijke variant van de spirituele ervaring is afkomstig van James (1929) die dit de ‘educational variety’ noemde. In de appendix wordt een spirituele ervaring omschreven als een ‘profound alteration in reaction to life’ die onmogelijk op wilskracht en cognitie alleen tot stand kan worden gebracht. Leden die een spirituele ervaring hebben ondergaan, hebben een onbekende innerlijke kracht aangeboord die valt aan te duiden als ‘een Macht groter dan jezelf’. Het bewustzijn van de aanwezigheid van deze macht omschrijft de appendix als de essentie van een spirituele ervaring (AAWS, 2001). Opvallend is dat de ‘Macht groter dan jezelf’ in de appendix omschreven wordt als een tot dan toe onbekende innerlijke kracht. Deze macht zit dus besloten in de alcoholist zelf en hoeft niet van buiten te komen. De spirituele ervaring wordt gekenmerkt door het ervaren van deze innerlijke kracht. Resumerend kan dit in mijn ogen wellicht het best begrepen worden als ‘De plotselinge of geleidelijke totstandkoming van een diepgaande verandering in de manier waarop men aankijkt tegen- en reageert op- het leven, die onmogelijk op wilskracht of cognitie alleen tot stand kan zijn gekomen en die een tot dan toe onbekende innerlijke kracht aanboort die als een macht groter dan het zelf aangeduid kan worden. Het ervaren van de aanwezigheid van deze macht behoort tot de essentie van de ervaring en heeft een

permanente of tijdelijke verandering van het bewustzijn als gevolg die zich het best laat omschrijven als een staat van ‘spiritueel ontwaken.’

4.5 Conclusie

De termen ‘deflation at depth’ of ‘rock bottom’, ‘conversion’ en ‘entire psychic change’ vomen samen het kernidee van AA: dat een persoonlijk dieptepunt opgevolgd moet worden door spirituele overgave en vervolgens door een spirituele ervaring om duurzaam te kunnen herstellen van alcoholisme. De Twaalf Stappen zijn erop gericht om een dergelijke spirituele ervaring teweeg te brengen. Om hier te komen erkent het AA lid in stap een zijn

machteloosheid over alcohol en neemt hij in stap drie de beslissing om zich over te geven aan een hogere macht.

De eerste drie stappen zorgen dus voor spirituele overgave en het doorlopen van alle Twaalf Stappen resulteert in een ‘spiritueel ontwaken’: een spirituele ervaring. Uit de kenmerken van de appendix ‘spiritual experiences’ valt AA’s omschrijving van een spirituele ervaring af te

(24)

leiden. De belangrijkste kenmerken zijn dat ze niet rationeel tot stand komen, de beleving van het hogere centraal staat en dat ze leiden tot een een bewustzijnsverandering: een spirituele ontwakening. AA leden stellen het hogere gelijk aan een tot dan toe onbekende innerlijke kracht. De implicatie dat het hogere in de persoon zelf gezocht kan worden maakt deze karakterisering ook toegankelijk voor mensen die niet in een transcendente macht geloven. Dit hoofdstuk roept de vraag op hoe de erkenning van de eigen machteloosheid uit stap een, de spirituele overgave uit stap drie en het spiritueel ontwaken van de twaalfde stap de alcoholist in staat stelt om sober te blijven en zo opnieuw richting en zin aan zijn leven te kunnen geven. Deze en andere vragen die spirituele overgave in relatie tot herstel van alcoholisme oproepen worden behandeld in het volgende hoofdstuk.

(25)

5. Surrender to win: De autonomie paradox

5.1 Inleiding

In het vorige hoofdstuk zijn de herkomst en functie van de erkenning van de machteloosheid in stap een, de spirituele overgave in stap drie en de spirituele ervaring in stap twaalf

beschreven. Deze concepten bevatten samen een paradox die een vernieuwende bijdrage kan leveren aan het denken over autonomie. Deze ‘autonomie paradox’ bestaat uit het idee dat de erkenning van de eigen machteloosheid gevolgd door de beslissing jezelf over te geven aan het hogere uiteindelijk tot grotere autonomie kan leiden. Deze paradox is interessant voor humanisten omdat zij autonomie als belangrijk ideaal hebben. De tegenstelling schuilt in de letterlijke betekenis van autonomie; ‘eigen wetten opleggend’. Dit impliceert dus het vermogen om zelf, dus zonder hulp van buitenaf, richting en zin aan het leven te geven.7

Maar wat als, zoals in AA, juist de ontkenning van de eigen autonomie gevolgd door

overgave aan ‘het hogere’ mensen in staat stelt zelf richting en zin aan het leven te geven, dus autonomer te worden? Wanneer we deze paradox willen adresseren moeten twee concepten verhelderd worden: ‘autonomie’ en ‘overgave’. Autonomie wordt in dit hoofdstuk

gelijkgesteld aan het vermogen om zelf richting en zin aan het leven te geven en begrepen in termen van de ervaring van ‘efficacy’ (Baumeister, 1991; Diclemente, 1995), ‘self-efficacy’ (Bandura, 1997) ‘agency’ (Hewson, 2010; Rego, 2004, 2006; Barker, 2005) en ‘controle’. Agency is het vermogen tot zelfsturing, efficacy (effectiviteit) de mate van controle over je leven (Baumeister, 1991; Mooren 1999) en self-efficacy (zelfeffectiviteit) is het vertrouwen van de persoon in de eigen bekwaamheid om invloed uit te oefenen op diens omgeving (Bandura, 1997). Mensen met een hoge score op agency en (zelf)effectiviteit ervaren een sterker gevoel van controle over de wereld en gedragen zich hierdoor autonomer

(Baumeister, 1991; Bandura, 1997).

Overgave wordt echter gekenmerkt door de acceptatie van de eigen beperkingen, het opgeven en overdragen van controle aan een hogere macht, een verschuiving van de focus van het negatieve naar het positieve en het ervaren van een gevoel van samenhang in de wereld (Tiebout 1944, 1949, 1953, 1954, 1961).

Dit hoofdstuk onderzoekt het werkingsmechanisme van de autonomie paradox door een

7 Autonomie, ‘αυτονομία’ of ‘autonomía’ in het Grieks, is opgebouwd uit ‘autos’, wat ‘zelf’ en ‘nomos’ wat ‘wet’ betekent. ‘Autonomos’ betekent dus niets anders dan ‘eigen wetten opleggend’.

(26)

antwoord te geven op de vraag hoe de erkenning van machteloosheid gevolgd door spirituele overgave tot meer autonomie kan leiden. Als eerst wordt onderzocht hoe het opgeven van het streven naar meer autonomie toch kan samengaan met meer autonomie en vervolgens hoe de beslissing je wil en je leven over te dragen aan het hogere tot meer autonomie kan leiden.

5.2 Opgeven van het streven naar meer autonomie als eerste stap naar meer agency

In het vorige hoofdstuk is aangetoond dat de erkenning van de eigen machteloosheid (stap 1 van het AA programma) een voorwaarde is om sober te kunnen blijven. Onderzoek wijst uit dat deze erkenning een betrouwbare voorspeller is van duurzame abstinentie na behandeling (Fiorentine en Hillhouse, 2000; Speer en Reinert, 1998). De erkenning van de eigen

machteloosheid lijkt de ontkenning te zijn van de eigen agency en (zelf)effectiviteit. Zoals eerder benoemt is het noodzakelijk dat de alcoholist een persoonlijk dieptepunt bereikt als gevolg van zijn alcoholgebruik (Greil & Rudy, 1983). Als alcoholisten inzien dat hun alcoholisme ze op dit punt gebracht heeft kunnen ze niets anders dan zichzelf overgeven (Post, 2014; Tiebout, 1944(1), 1944(2), 1949, 1953, 1954, 1958, 1961, 1963) . Deze ‘act of

surrender’ wordt omschreven als: ‘a moment when the unconscious forces of defiance and

grandiosity actually cease to function effectively, and the individual begins to accept life’ (Reinert et al., 1995). De realiteit die de alcoholist op dat moment accepteert, is die van absoluut controleverlies (Speer & Reinert 1999). Dit besef zorgt ervoor dat ze hun

alcoholisme op een dieper niveau gaan accepteren hetgeen gepaard gaat met het verdwijnen van de ontkenning, rationalisatie en minimalisatie van hun alcoholisme (Dyslin, 2008; May, 1982). De noodzaak om het controleverlies te ervaren is een voorwaarde voor verdere groei omdat het gevoel van machteloosheid de alcoholist ontvankelijk maakt voor hulp (May, 1988).

Doordat een act of surrender de intellectuele verdediging wegvaagt, stopt de alcoholist met vechten tegen het leven in het algemeen en zijn alcoholisme in het bijzonder (Brooks et al, 2013; Speer & Reinert, 1999). Een gevoel van machteloosheid als gevolg van het bereiken van een persoonlijk dieptepunt is niet alleen voorbehouden aan alcoholisten. Ieder mens wordt in het leven geconfronteerd met zijn of haar machteloosheid over het leven.

Bijvoorbeeld in situaties van chronische pijn, depressie, angst, rouw en ziekte (Rego, 2004, 2006). Op deze momenten is de ervaring van controle, de voorwaarde voor autonomie, afwezig (Baumeister 1991; Bandura 1997). Mogelijk kan ook in deze situaties het eerste deel van het werkingsmechanisme van de autonomie-paradox uitkomst bieden: het erkennen van

(27)

de machteloosheid als eerste stap naar het opnieuw ervaren van meer agency en controle. Dit roept de vraag op hoe de ontkenning van de eigen agency bij kan dragen aan het ervaren van meer autonomie. Frankfurt’s (1988) concept van externality (externaliteit) biedt een antwoord op deze vraag (Rego, 2004, 2006). Externaliteit is het herschikken van de eigen identiteit en wil, door het zich bewust distantiëren van dat deel van de levensloop waar iemand zich niet langer meer mee identificeert (Frankfurt, 1988).8 Dit stelt de persoon in staat

om zich op zo’n manier tot deze delen van het zelf te verhouden dat het lijkt alsof deze er geen onderdeel meer van uitmaken.9 In de keuze afstand te nemen van een identiteit of zich er

juist aan te verbinden schuilt het vermogen tot zelfsturing of agency. Zo creëren AA leden afstand tussen hun identiteit van ‘herstellend alcoholist’ en die van ‘actieve alcoholist’ (Westermeyer, 2014). Het zichzelf loskoppelen van de persoon die ze voorheen waren, kan worden geduid als een positieve vorm van dissociatie. Dissociatie, gedefinieerd als de gesteldheid waarin bepaalde gedachten, emoties en herinneringen buiten het bewustzijn worden geplaatst, wordt meestal geassocieerd met een negatieve geestesgesteldheid (Spiegel et al, 2011). In dit geval heeft het als onderdeel van de groei naar een nieuwe persoonlijkheid een positieve uitwerking. De voorwaarde om tot zo’n functionele scheiding van de eigen identiteit te komen, is de erkenning van machteloosheid als gevolg van het besef dat het leven onhanteerbaar is geworden. De erkenning van controleverlies resulteert vervolgens in

‘overgave denken’ (Gorski 1985; Brooks, Arminio & Caballero-Dennis 2013). Het

werkingsprincipe dat hieraan ten grondslag ligt is dat van surrender to win: winnen door op te houden met vechten (Vaughn & Long, 1999; Brooks, Arminio & Caballero-Dennis, 2013). De tijd, ruimte en energie die voorheen besteed werd aan het krijgen en bewijzen van

controle over alcohol kan vanaf dit punt aangewend worden voor positieve verandering. De autonomie-paradox komt in stap een naar voren als the power of powerlessness: de kracht die schuilgaat in het toegeven geen of onvoldoende kracht, macht, agency of controle te hebben. De mentale ruimte die als gevolg van dit toegeven vrijkomt is het antwoord op de vraag hoe de ontkenning van de eigen autonomie paradoxaal genoeg bij kan dragen aan het bereiken van soberheid.

5.3 Spirituele overgave als tweede stap naar meer agency

In voorgaande is beschreven waarom de erkenning van machteloosheid in AA de voorwaarde is voor duurzame soberheid. Deze paragraaf beantwoordt de vraag hoe de beslissing je wil en

8‘realignment of identity and will by first separating off in consciousness what is part of the history of a person, but no longer identified with (such as drinking).’ P. 225

(28)

je leven over te dragen aan het hogere (stap 3) tot meer autonomie kan leiden. Het erkennen van de machteloosheid in stap een vormt de opmaat tot spirituele overgave in stap drie. Door de eigen agency en controle uit handen te geven, levert de alcoholist zijn autonomie in. De autonomie paradox voorspelt echter het tegengestelde: door de erkenning van het gebrek aan agency gevolgd door overgave verwerft de alcoholist vrijheid van zijn alcoholisme. Dit stelt de alcoholist in staat weer zelf (autonoom) richting en zin aan het leven te geven (Hopson, Beaird-Spiller, 1995; Galanter & Post, 2014; Ghent, 2001). Zoals eerder benoemd kan de verslagenheid die gepaard gaat met de erkenning van machteloosheid resulteren in een houding van spirituele overgave (Speer & Reinert, 1999). Overgave wordt bereikt wanneer alcoholisten na het werken aan de eerste drie stappen van het AA programma de paradoxale aard van herstel komen te begrijpen: om controle over mijn leven te krijgen, moet ik toegeven dat ik machteloos ben over alcohol en dat mijn leven onhanteerbaar is geworden (Hopson, Beaird-Spiller, 1995; Brooks et al, 2013).10

Uit theorieën over overgave kunnen vier facetten gedestilleerd worden: ‘het laten gaan van controle’, ‘spirituele overgave’, ‘serene acceptatie’ en ‘het ontwikelen van een positieve houding’ (Reinert, 1997; Tiebout 1944, 1949, 1953, 1954, 1961). Deze facetten worden in

The Surrender Scale, een gevalideerde vragenlijst, voor het meten van overgave, als volgt

geoperationaliseerd (deze lijst is niet uitputtend):

1. Laten gaan van controle: ‘ik heb niet overal controle over’ en ‘niet alles heeft een logische verklaring’.

2. Spirituele overgave: ‘ik geloof dat ik mij dien te verhouden tot een macht buiten mijzelf om mijn leven te kunnen leiden’ en ‘ik wijd mijn leven aan een hoger doel’.

3. Serene acceptatie: ‘doorgaans accepteer ik het leven zoals het is’ en ‘ik ben gegroeid door de pijn en ellende die ik heb gekend’.

4. Positieve houding: ‘als ik sommige dingen aan mezelf verander, word ik gelukkiger’ en ‘ik ben bereid om iets van mijn eigen plezier op te geven om een ander te helpen’ (Reinert, 1997).

Een hoge score op de Surrender Scale is aantoonbaar gerelateerd aan lagere niveaus van psychopathologie als depressie, paranoia, piekeren, schizofrenie en angst (Reinert 1997; Speer en Reinert 1998; Pietmond et al, 2009; Wong-McDonald & Gorsuch, 2000; Galanter, Dermatis, Sampson, 2014). Van de vier facetten voor overgave zijn met name de facetten

10 ‘Surrender is achieved when individuals working the first three steps of AA come to understand the

paradoxical nature of recovery: in order te gain control of my life, I need to admit that I am powerless over alcohol and that my life has become unmanageable.’

(29)

‘serene acceptatie’ en ‘spirituele overgave’ negatief gecorreleerd met bovenstaande problemen. Spirituele overgave leidt dus tot serene acceptatie en dat is geassocieerd met vermindering van negatieve gevoelens en gedachten. Het loslaten van het streven naar controle (stap 1) in combinatie met spirituele overgave (stap 3) resulteert dus in minder lijden en daardoor wordt een hogere kwaliteit van leven mogelijk. Door te accepteren niet over alles in het leven controle te hebben, komt er dus letterlijk ruimte en energie vrij voor positieve cognitieve verandering en persoonlijke groei (Ghent, 2014). Deze ruimte herbergt agency, het vermogen tot zelfsturing. Als deze toeneemt neemt de ervaring van effectiviteit, de mate waarin je controle over het leven hebt, ook toe. Dit vergroot de zelfeffectiviteit, het vertrouwen van de persoon in zijn eigen kunnen (Fiorentine & Hillhouse, 2000). Deze kettingreactie vormt het werkingsmechanisme van de autonomie paradox.

Spirituele overgave wordt gekenmerkt door de erkenning van een hogere waarde of groter goed, de ervaring van zelftranscendentie en een verhoogde staat van zijn. 11 Dit leidt ertoe dat

het individu zichzelf niet langer ervaart als centrum van de wereld maar als onderdeel van een groter geheel dat in verbinding staat met het transcendente (Cole en Pargament, 1999). Deze perspectiefwisseling zorgt voor een grote transformatie omdat het iemands focus bij diens zoektocht naar betekenis, hetgeen iemands gedachten en gedrag stuurt, laat verschuiven van het zelf naar het hogere (Beckman, 1980). De verhoogde staat van zijn die met spirituele overgave gepaard gaat, wordt door mensen omschreven als een van ‘totale acceptatie’. Deze staat van bewustzijn resulteert in gevoelens van volledigheid, sereniteit, dankbaarheid en compassie (Pargament, 1997).

Nu het werkingsmechanisme van spirituele overgave in kaart is gebracht, reist de vraag wat iemand over moet dragen ofwel wat onder de ‘wil’ en ‘leven’ uit stap drie verstaan moet worden. Volgens Tiebout (1954, 1959) moet een alcoholist in ieder geval zijn ego, kinderlijke gedragingen en het gevoel van omnipotentie overgeven aan een macht groter dan het zelf, om duurzaam te kunnen herstellen van alcoholisme.12 De noodzaak om los te laten van het idee

omnipotent, ofwel God te zijn, ligt tevens ten grondslag aan de titel van het boek van Kurtz (1991). Hij omschrijft de erkenning niet-God te zijn zelfs als de kerngedachte van AA. Deze noodzaak verklaart de nadruk die AA legt op het concept van nederigheid en waarom AA de herinnering aan de eigen machteloosheid levend houdt (Reinert et al, 1995; Tiebout, 1961). Het besef niet-God te zijn, gaat gepaard met de erkenning en acceptatie van de eigen

11 ‘enhanced state of being’

12 ‘The specific part of the personality which must surrender is the inflated ego, the carry-over of infantile

(30)

beperkingen die inherent zijn aan menszijn. Niet alleen alcoholisten zijn geneigd hun

vermogen tot zelfsturing consequent te hoog in te schatten; het is een menselijke eigenschap (Bandura, 1997). In veel situaties is dat gezond, omdat het een gevoel van controle geeft en het hierdoor waarschijnlijker wordt dat mensen een doel nastreven. Het consequent te hoog inschatten van de eigen agency of effectiviteit kan echter ook voor problemen zorgen. Deze problemen ontstaan wanneer mensen ervan overtuigd zijn controle te hebben terwijl ze daar objectief gezien geen enkele reden voor hebben. Hiervan kan sprake zijn bij verslaving, trauma, angst, controledwang, depressie, burn-out, stress, schulden, emotionele uitbarstingen en relatieproblemen (Fiorentine & Hillhouse, 2000). Volgens de effectiviteitstheorie, welke uitgaat van een rationeel en objectief oordeelsvermogen van het individu, zou de ervaren zelfeffectiviteit drastisch af moeten nemen wanneer zij er keer op keer niet in slagen om hun gedrag of gedachten te veranderen. Een tegendeel lijkt het geval te zijn. De persoon ontkent, rationaliseert, negeert of minimaliseert de negatieve gevoelens, emoties of gebeurtenissen waardoor de te hoog ingeschatte zelf-effectiviteit intact blijft. Door de negatieve gevolgen in gedachten los te koppelen van de destructieve gedragingen of gedachten kan de persoon voor zichzelf rechtvaardigen dat hij ermee doorgaat en blijft de illusie dat hij zijn gedrag onder controle heeft in stand. Zelfdeceptie houdt de onhanteerbare situatie in stand (Fiorentine & Hillhouse, 2000). Wellicht kan ook in dit soort situaties bij mensen alleen een persoonlijk dieptepunt nog uitkomst bieden. Het besef van controleverlies leidt zo tot de erkenning van machteloosheid (stap 1) en de bereidwilligheid om hulp te accepteren (stap 3). Nu we weten wat we hoe moeten overdragen om tot een spirituele ervaring te komen, blijft de vraag open

waaraan je je wil en je leven over moet geven. Deze vraag naar wie of wat deze ‘God, as we understood him’ is, komt in het volgende hoofdstuk aan bod.

(31)

5.4 Conclusie

Het werkingsmechanisme van de autonomie paradox bestaat allereerst uit de erkenning van de eigen machteloosheid, gevolgd door spirituele overgave. Als gevolg van het bereiken van een persoonlijke dieptepunt wordt een ‘act of surrender’ ervaren die de alcoholist ten diepste overtuigt van de machteloosheid die inherent is aan menszijn. De houding van overgave die hieruit volgt wordt gekenmerkt door de acceptatie van de realiteit en bereidwilligheid om hulp te aanvaarden. Door niet langer te streven naar controle kan de tijd, ruimte en energie, die in voorheen in het gevecht tegen de verslaving ging zitten, benut worden voor herstel. Externaliteit, het herschikken van de eigen identiteit en wil door bewust afstand te nemen van dat deel van de identiteit waar het individu afscheid van wilt nemen kan hierbij helpen. In deze positieve dissociatie schuilt het vermogen tot zelfsturing of agency. Surrender to win of

the power of powerlessness, het werkingsmechanisme van de erkenning van machteloosheid

(stap 1), is ook toepasbaar op niet alcoholisten die een persoonlijk dieptepunt ervaren als gevolg van disfunctioneel denken of doen (Vaughn en Long, 1999; Dyslin, 2008; Talbott, 1990). Het ervaren van het gebrek aan kracht, macht, agency of controle kan bijdragen aan de ervaring van autonomie doordat het ruimte creëert om los te laten van de illusie van almacht en zodoende mens te worden.

De verslagenheid die gepaard gaat met de erkenning van machteloosheid wordt gevolgd door een houding van overgave. Deze houding wordt gekenmerkt door het laten gaan van controle, spirituele overgave, serene acceptatie en een positieve houding en worden

geoperationaliseerd in The Surrender Scale (Reinert, 1997). Mensen die hoog score op overgave hebben aantoonbaar minder last van psychopathologie als depressie, paranoia, piekeren, schizofrenie en angst. Dit leidt tot de conclusie dat de acceptatie van de eigen beperkingen (stap 1) in combinatie met spirituele overgave (stap 3) resulteert in minder lijden en positieve gevoelens. Onder ‘wil’ en ‘leven’ wordt in ieder geval het ego, de kinderlijke gedragingen en het gevoel van omnipotentie van de alcoholist verstaan.

Het consequent te hoog inschatten van de eigen agency of effectiviteit zorgt niet alleen bij alcoholisten voor problemen. Ook bij trauma, angst, depressie en burn-out ervaren mensen de negatieve gevolgen van het vasthouden naar controle. Zelfdeceptie houdt de onhanteerbare situatie in stand. Ook in deze situaties kan een persoonlijk dieptepunt tot het besef van controleverlies (stap 1) en de bereidwilligheid om hulp te accepteren, leiden (stap 3).

(32)

6. (hoe) Kan overgave aan een hogere macht niet-theïstisch

geinterpreteerd worden?

6.1 Inleiding

Nu de lezer bekend is met de herkomst, functie en paradox van spirituele overgave wordt in dit hoofdstuk verkend of en hoe de ‘God, as we understood Him’ uit stap drie van het AA programma niet-theistisch geïnterpreteerd kan worden. Onder ‘niet-theïstisch’ worden formuleringen verstaan die niet naar een transcendente macht verwijzen.

Aan de hand van de bestudering van passages uit de AA literatuur en uitspraken van de oprichters wordt eerst onderzocht hoe de AA literatuur gelezen moeten worden en welke ruimte dit biedt voor niet-theistische interpretaties van ‘God, as we understood Him’. Vervolgens worden enkele bestaande niet-theistische interpretaties gegeven.

De motivatie om dit te doen is om AA en het Minnesotamodel toegankelijker te maken voor niet-religieuze alcoholisten. Mijn ervaring als addiction counselor heeft me geleerd dat, van alle twaalf de stappen, stap een en drie de meeste vragen en weerstand oproepen bij

alcoholisten die de Twaalf Stappen voor het eerst onder ogen krijgen. Dit komt doordat zij de erkenning dat ze niet in staat zijn hun alcoholisme te controleren in combinatie met de beslissing zichzelf over te geven aan de zorg van ‘God’ sterk associeren met persoonlijk falen, gemakzucht, onderwerping en religie. De religieuze formulering van stap drie beperkt in de praktijk dus onbedoeld de inclusiviteit van AA en staat zo haar eigen hoofddoel in de weg (Tonigan, Miller & Schermer 2002). Dit hoofdstuk beoogt bij te dragen aan de

toegankelijkheid van AA en het Minnesotamodel door de ruimte die AA biedt om ‘God, as

we understood him’ niet-theistisch te interpreteren bloot te leggen en te benutten. Dit wordt

gedaan door bestaande agnostische, atheistische, boeddhistische en humanistische formuleringen van de eerste drie stappen te presenteren.

6.2 Interpretatieve vrijheid in AA

Wat hier volgt zijn verschillende passages uit de AA literatuur en uitspraken van de

oprichters van AA die het niet dogmatische en inclusieve karakter van AA benadrukken. In de eerste twee hoofdstukken is aangetoond dat deze nauw met elkaar samenhangende kenmerken versterkt worden door de vijf organisatieprincipes en bijdragen aan de conclusie dat AA meer spiritueel dan religieus is. AA’s pragmatische houding ten opzichte van spiritualiteit en de inclusiviteit van AA worden in dit hoofdstuk tevens geïllustreerd aan de hand van de rol van de eerste agnostische en atheistische AA leden bij de oprichting van AA.

(33)

6.3. Niet dogmatische karakter van AA

In hoofdstuk twee zagen we dat AA niet dogmatisch van aard is. AA verwelkomt idereen die het verlangen heeft om te stoppen met drinken. We herkennen dit ook in het volgende citaat van Bill Wilson:

‘To some of us, the idea of substituting ‘good’ for ‘God’ in the Twelve Steps will seem like a watering down of AA’s message. But here we must remember that AA’s steps are but

suggestions only. A belief in them as they stand is not at all a requirement for membership among us. This liberty has made AA available to thousands who never would have tried at all, had we insisted on the Twelve Steps just as written’ (AAWS, 1986).

In bovenstaand citaat brengt de mede-oprichter van AA zowel de vrijblijvendheid van de stappen in herinnering als het enige vereiste voor lidmaatschap. Dat vereiste is nadrukkelijk niet het geloof in de stappen zoals ze zijn opgeschreven, maar slechts het verlangen om te stoppen met drinken. Het niet dogmatische karakter van AA, gaat gepaard met een tolerante houding ten opzichte van leden die de stappen op een hun eigen manier wensen te

interpreteren. Uit bovenstaand citaat blijkt verder de nadruk die Bill Wilson legt op de onvoorwaardelijke toegankelijkheid van AA voor mensen die het verlangen hebben om te stoppen met drinken en dat deze inclusivitiet te verkiezen is boven het onderschrijven van bepaalde uitgangspunten of een letterlijke interpretatie van de literatuur. In plaats daarvan benadrukt hij de de pragmatische omgang met de literatuur die hem voor ogen stond. Een andere passage die de interpretatieve vrijheid van het AA programma onderstreept staat op pagina 63 van The Big Book. Hier worden AA leden gesuggereerd om het zogeheten ‘Derde Stap gebed’ op te zeggen teneinde zichzelf spiritueel over te geven.13 Hoewel, of

misschien wel omdat, dit gebed religieus geformuleerd is, wordt het gelijk opgevolgd door de volgende passage:‘The wording was, of course, quite optional so long as we expressed the idea, voicing it without reservation.’

Deze zin benadrukt dat het voor het nemen van stap drie allerminst noodzakelijk is om het derde stap gebed letterlijk uit te spreken. In plaats daarvan gaat het om het hebben en zonder voorbehoud uitspreken van de intentie om jezelf spiritueel over te geven (Dyslin, 2008). Uit

13 We were now at Step Three. Many of us said to our Maker, as we understood Him:

‘God, I offer myself to Thee - to build with me and to do with me as Thou wilt. Relieve me of the bondage of self, that I may better do Thy will. Take away my difficulties, that victory over them may bear witness to those I would help of Thy Power, Thy Love, and Thy Way of life. May I do Thy will always!’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

As explained above, the Unruh-Wald argument states that information loss is not paradoxical at all in a space-time associated with black hole evaporation and that it is fully

Markowski, I shall edit an anonymous fourteenth century commentary on Richard Billingham’s logical handbook De probationibus terminorum (‘On the analysis of terms’)..

Veel van die defi- ciënties komen ook in commerciële markten voor: con- centratie van aanbieders en vragers, het creëren van in- formatieasymmetrie waardoor keuzegedrag wordt

In de speciale relativiteitstheorie kan je een antwoord vinden op de vraag: 'Hoe kunnen muonen op aarde komen?' De tijd waarop wij hun reis beleven is namelijk korter dan de tijd

Ten tweede geven de studenten aan dat ze veel door hun sociale omgeving worden aangesproken, maar dit geen negatief invloed heeft op hun gevoel van anonimiteit en ze de

The transformation of the Department of Education brought with it a form of school governance attuned to the democratic principles as announced in the South African Constitution

Voor de 'gemeenschappe- lijke markt' zoals die voor 1970 moest zijn verwezenlijkt, geldt deze eis niet: het Verdrag erkent de mogelijkheid die de lidstaten hebben om op

De kern van deze strategie is dat we de aandacht verleggen van de kosten van vergrijzing ¬ waarin ouderen een last of plaag zijn ¬ naar de mogelijkheden voor mensen om van hun