• No results found

Cathair na habhann : over wie en wat je bent in een Ierse stad

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Cathair na habhann : over wie en wat je bent in een Ierse stad"

Copied!
230
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

i

l

r

/\~)pli(/;nh "1fd PEK$Cf<~N%L ;'.\!'£Ft ~!f'\M'i'Jf_ OU8l~t4 AIRPGk-:

i

J

I

N

cC

WI

\Jl.J

r

CNsie (;,;,;n'Jl. o;&~nd'l?:il'.t Ehade ShJ;gig;it 1 ~ t l"l '1-'·· -- ',, ., '

t

t

j

+

'40

t

N

i

tri4D first fi.if!(JJ:f)',

TJ.<;e P®t!01nrt0I A®M%U 'tt'H!wMd G~ 6f Co,'l>tpanie.~ Roadr

I

f1.H

i {."

1,N'VA

i

E,

1."~

-AUTM.wwi'

(2)

CATHAIR NA HABHANN Over wie en wat je bent

in een Ierse stad

Doktoraalscriptie

Culturele Antropologie/Niet-Westerse Sociologie

Antropologisch-Sociologisch Centrum Universiteit van Amsterdam

(3)

,, -i-INHOUD pagina 1 INLEIDING 8 8 8 13 19 31 32 32 32 36 44 55 68 70 70 71 71 84 91 94 96 110 120 122 122 123 125 127 130 133 141 158 162 174

DJSEL 1 ELKAAR KENNEN IN CATHAIR NA HABHANN 1.1. Inleiding.

1.2.Cathair na habhann een plaats waar werk schaars is.

1.3.Cathair na habhann een plaats waar ieder-een iedll!"ieder-een kent.

1.4. Tracing in Cathair na habhann. 1. 5.Conclusie.s.

DEEL 2 OVER WIE (EN TOCH WAT) JB BENT 2.1. Inleiding.

2.2.De historische achtergr<)nd.

2. 3.De oligarchisering vim een "ancient and loyal Corporation".

2.4.De parlementsverkiezing van 1817 in Cathair na habhann.

2.5.Motieven, relaties, face-to-face recrutering en de aard van conflicten.

2.6.Conclusies.

DEEL 3 VAN WIE NAAR WAT JE BENT 3,l.Inleiding.

3.2.Naar wat je bent •.

3.2.1,Werk in de priv~sfeer

3.2.2.werk in de overheidssector. 3.2.3,Huisvesting.

3. 2. 4, Sociale voorzieningen. 3.3.Beeld en werkelijkheid.

3.4.van brokerage naar schijnbrokerage. 3.5.conclusies.

DEEL 4 WIE EN WA'l' JE BENT EN ISSUES IN DE IERSE POLI'l'IEK

4.l.Inleiding.

4.2.Het Ierse kiesstelsel 4, 3,Motieven

4,4,Kiespatronen en persoonlijke loyaliteiten, 4.5.vote-catching.

4.6.Voorbeelden van strategieen.

4, 7. De nederlaag van een personal-vote-catcher. 4.8.Covering en Gerrymandering,

4.9.Issues.

4.10,De rol van de persoonlijke factor in de Ierse politiek: Een vergelijking met het

werk van Baxu

(4)

202 AANHANGSEL: IEI'S OVER Hb'I' ONDERZOEK

205 NOTEN

(5)

INLEIDING1 )

-1-"The devil you know is better than the devil you don't know." (Een Iers gezegde) Een kennis gaf mij bet aiires van zijn "first cousin" Kevin O'Shea. Deze zou bepaalde door mij gezochte informatie kunnen geven. Bovendien gaf mijn kennis mij toestemming zijn naam te noemen. Ik zocht O'Shea op en ik vertelde, dat zijn "first cousin" mij gestuurd had. Tevens liet ik hem een introductie-brief van mijn Nederlandse begeleider lezen. Ik had daarop een langdurig gesprek met O'Shea. Na "tea" voor ons gemaakt te hebben kwam zijn dochter bij ons zitten. Op een gegeven mo-ment vertelde ik haar, dat ik met een vrouw uit Cathair na habhann gehuwd was. Zij vroeg mij, wie ze was en ik noemde de naam van mijn vrouw. Zij antwoordde daarop, dat zij mijn schoonzusje kende en dit was de aanleiding om over onze ge-meenschappelijke kennissen te praten, Het wekte in bet

bij-zonder de aandacht van O'Shea en hij begon mij informatie te geven, die hij eerst voor mij verborgen had gehouden. Toen ik

later met hem op straat liep, legde hij mij verscheidene keren uit, hoe ik hem had moeten benaderen. Via mijn schoonzusje en zijn dochter had ik contact met hem moeten zoeken. Je weet dan, wie je op bezoek krijgt, zei hij.

Ik geef dit geval, omdat het duidelijk aangeeft, hoe men-sen mij leerden om op een bepaalde manier te handelen en te denken. Deze manier van handelen en denken wordt in de litera-tuur omschreven met "particularisme" of "personalisme" en het keert steeds terug in de literatuur over Ierland. (Zie o.a. Humphries 1966, Arensberg 1959, Schmitt 1973 en de in de lite-ratuurlijst genoemde werken van Bax). Dit personalisme is voor de Ierse context door Schmitt als volgt omschreven:

"Personalism refers to a pattern of social relations in which people are valued for who they are and whom they know - not solely for what technical qualifications they possess. Where extreme

personalism exists, family and friends determine one's chances for success." (Schmitt 1973: 55)

De Ieren zelf drukken dit soort gedrag uit met behulp van een groat aantal termen zoals "pull" ("pulling the strings"),

(6)

op het bewerken van je relaties om steun te verkrijgen. "Representation" verwijst naar wat men in de literatuur om-schrijft met "brokerage". (D, w, z. het bemiddelen tussen mensen). "Canvassing" is het rondgaa.n langs anderen om hulp te verwer-ven, "Fixing" houdt dan weer in, dat je een probleem via je relaties oplost, Deze termen overlappen natuurlijk. Zo

ge-bruik je "pull" in "canvassing0

, "representation" en "fixing".

Ieren vatten de genoemde verscheidenheid aa.n termen sa-men met gezegdes als: "It is not what you are, (but) it is who you are. It is not what you know, (but) it is who you know", Met het wie verwijzen zij naar de relaties, die een persoon heeft, terwijl zij met het wat verwijzen naar zijn kenmerken als sexe, leeftijd, inkomen, beroep, opleiding, e,d •• De door hen veronderstelde relatie tussen het wie en het wat is da.n, dat het individu met behulp van zijn relaties de be-perkingen van zijn wat-kenmerken te boven kan komen en/of via zijn relaties nieuwe wat-kenmerken kan verwerven,

Op deze wijze zien zij relaties ala instrumenteel voor het oplossen van problemen, waarvoor een individu zich ge-plaatst ziet, Zoala het vinden van werk, een huia, e,d,.

De-ze instrumentaliteit kan moreel zijn (je hoort een verwant, een vriend, etc, te helpen), maar ze kli!ll ook transactioneel zijn. Het laatate verwijst naar een duidelijke ruil-relatie ("a favour for a favour"). Beide verplichtende elementen slui-ten elkaar niet uit, Zo hebben in Ierland oak de morels ver-plichtingen (zelfs die t.a.v. verwanten) vaak een duidelijke transactionalistische component. Heb je een huis te verhuren en vra.agt een verwant erom, da.n kun je hem dit huis verhuren en daai:mee heb je aan je morale verplichting voldaan, maar je vraagt wel net a.ls aan anderen om een flink bedrag aan sleutelgeld. Het laatste geeft je da.n de naam "mean" te zijn, maar in Ierland kunnen verwanten uiteindelijk meer dan.eens

"mean" blijken te zijn.

Uitdrukkingen als "It is not what you a.re, (but) it is who you are. It is not what you know, (but) it is who you know" verwijzen niet alleen naar een bepaalde manier van han-delen, maar zij geven tevens verklaringen voor gebeurtenissen weer, Ik zal deze verklaringen "wie-verklaringen" noemen,

(7)

-3-D.w.z., verklaringen van gebeurtenissen in termen van de re-laties van de betrokkenen. Waarom krijgt hij wel een baan, een huis, e.d.? Dit komt, omdat die ander een broer is van •••••• een vriend is van ••• ,., een gunst ("favour") gegeven heeft aan ••••• "Wat-verklaringen zijn daarentegen verklaringen van gebeurtenissen in termen van kenmerken als leeftijd, opleiding, beroep, inkomen, sexe e.d. van de betrokkenen. M.a.w. die an-der kreeg die baan, dat huis, omdat hij beter gekwalificeerd was, op de urgentie-lijst stond, etc.

Het eerste type verklaring maakt dus gebruik van wie-ken-merken van individuen, terwijl men in het tweede type

verkla-ring van wat-kenmerken van die personen uitgaat, Nu worden in de ideologie van het personalisme juist deze wie-verklaringen met uitsluiting van wat-verklaringen benadrukt, Het gaat om wie je kent, om wie je bent. Wat mij echter began te interes-seren was het volgende: In een aantal gevallen kreeg ik toch van betrokkenen voor een gebeurtenis zowel wie- als wat-ver-klaringen te horen. Hoe komt dit? Hoe komt het, dat de uit-slag van een in 1975 plaatsgevonden "by-election" ( een ver-kiezing voor een vrijgekomen individuele zetel) enerzijds in een krant verklaard werd met wie wie geholpen had en men daar-bij speciale aandaoht gaf aan het feit, dat de winnaar de zoon van de vorige bezetter van de zetel was, terwijl men anderzijds diezelfde verkiezing in diezelfde krant (maar dan wel op een andere pagina) analyseerde in termen van urbanisering, indu-strialisering, e.d,? Of zoals in 1817. Kandidaten recruteerden toen kiezers via relaties, maar tevens beweerden betrokkenen, dat er een conflict was tussen een Protestantse bovenlaag en een opkomende grotendeels uit Katholieken bestaande midden-klasse.

Nu is dit laatste een geval van lang geleden. Sean Moran's probleem was (ten tijde van mijn veldwerk), dat de werkgevers hem ...Utsloten. De meerderheid van de leden van zijn bond wei-gerde hem te steunen en dit ondanks zijn vele vakbondsactivi-teiten. Hij is lid van een kleine bond, waarin vrijwel alle leden behoren tot een beperkt aantal families. In een verhit-te discussie tussen een aantal vakbondsaotivisverhit-ten voerde een aantal van hen dit laatste als verklaring in, Een van deze

(8)

man-nen ga£ bijvoorbeeld als verklaring voor de weigering vail de leden om Sean te helpen, dat hij de "families" niet achter zich had. D.w.z., Sean kon uitsluitend rekenen op zijn eigen

verwan-ten. Een ander stelde daar een andere "family"-verklaring te-genover, Sean was een radicaal en hoewel hij zelf een gezin had, zou hij de leden van zijn bond met gezinnen nooit bereid vinden om hun inkomsten voor een radicaal op het spel te zet-ten. Welke verklaring is juist?

Het feit, dat betrokkenen wie- en wat-verklaringen kunnen onderscheiden en dat zij voor eenzelfde gebeurtenis beide soor-ten verklaringen kunnen geven, is uiterst belangrijk. Het wijst ons op de mogelijkheid, dat terwijl mensen sterk in hun denken en handelen wie-kenmerken benadrukken, dit toch op de een of andere manier niet losstaat van wat zij en anderen zijn. Dit is het uitgangspunt van mijn scriptie. Mi.in doel is n.l, om door de oppervlakte van het Ierse personalisme heen te bre-ken en daarbi,i onderliggende structuren aan te' tonen en wel structuren, die uitdrukbaar zi.in met behulp van wat-kenmerken van de betrokkenen. Bovendien zal ik laten zien, hoe door een reeks van processen deze structuren a.h.w. steeds meer aan de oppervlakte komen en wat voor gevolgen dit directere meespe-len van wat-kenmerken voor personalistisch

gedrag

heeft.

Waarom juist deze probleemstelling? Voor veel Ieren is personalisme een problematisch verschijnsel, Steeds meer Ieren zien "pull" als vies, als onbehoorlijk, Als iets wat vernede-rend voor jezelf en voor de ander is. Desondanks voelen zij zich veelal gedwongen om eraan mee te doen. Voor hen is perso-nalisme een alledaags probleem. Een probleem waar zij over pra-ten en waar zij in de krant over lezen, Wat kan ik beter doen, dan mij met een van hun problemen bezighouden?

Personalisme was ook voor mij persoonlijk een probleem. Ik werd gesocialiseerd in een denk- en gedragswijze, die enor-me emotionele probleenor-men bij mij opriep. Ik verwierf n.l, een uiterst cynische kijk op mijn medemensen en hun samenleven, In

die zienswijze zijn mensen zelden meer dan relatie-manipula-toren. Zij manipuleren jou en jij manipuleert hen, Als antro-pologen een dergelijk model gebruiken, dan mogen wij dit in-dividualiserend noemen, maar deze zienswijze werkt op de

(9)

be-

-5-trokkenen zelf allesbehalve individualiserend. In Cathair na habhann kon ik in reeksen van situaties niet het gevoel heb-ben, dat anderen mij om mijzelf mochten. Ik was n.l. vaak de

schoonzoon van • e o e o , de man van e e e o e , de_ vriend van

etc •• Het heeft mij veel moeite gekost om van dit van de onder-zochten overgenomen beeld los te komen. Misschien heb ik

juist hierom het recht en de mogelijkheid erover te schrij-ven en er vraagtekens bij te zetten.

Mijn probleemstelling is "last but not least" weten-schappelijk relevant. In de loop van mijn betoog zal ik n.l, duidelijk maken, dat er in de literatuur een aantal misvat-tingen t.a.v. personalistisch gedrag bestaan. Misvatmisvat-tingen die ontstaan, doordat men bij de analyse en interpretatie van personalistisch gedrag niet altijd beseft, dat deze wijze van handelen en denken gestructureerd is naar wat-kenmerken van de betrokkenen. Zoals ik ook in mijn betoog zal laten zien, dat een aantal schrijvers de manier waarop deze onderliggen-de structuren door allerlei veranonderliggen-deringsprocessen directer mee gaan spelen en wat voor gevolgen dit voor personalistisch gedrag heeft, onvoldoende hebben uitgewerkt,

Ik kan dit vermoedelijk het beste verduidelijken door iets te zeggen over de manier, waarop ik mijn probleemstel-ling aanpak. Samengevat komt het op het volgende neer: In

deel 1 geef ik enige achtergrond-informatie over Cathair na habhann en de omliggende regio. Een eerste vraag, die ik daarna stel, is: Wie kennen elkaar in Cathair na habhann? De inwoners zelf beweren, dat iedereen iedereen kent, Daar het aantal inwoners vele malen grater is, dan wat in de

litera-tuur ender een "face-to-face community" wordt verstaan, is deze mening van de inwoners opmerkelijk. Ik introduceer daarom het begrip sub.i ectieve "face-to-face community". D, w. z., een gemeenschap waarin mensen het gevoel hebben elkaar te kennen. Hoe komen zij daaraan? De wijze waarop zij elkaar in

"face-to-face" interacties beoordelen, zal een van de redenen voor dit gevoel blijken te zijn. Deze wijze van beoordeling analyseer ik vervolgens diepgaand en er vallen bij dit ver-schijnsel twee aspecten op. In de eerste plaats gaat de be-oordeling schijnbaar volledig naar wie ego en wie de antler is.

(10)

Tech zal ik duidelijk ma.ken, hoe in de beoordeling indirect wat mensen zijn een rol speelt. In de tweede plaats is de wijze waarop Cathair na habhanners elkaar beoordelen aan het veranderen. Deze verandering houdt in, dat zij elkaar direc-ter naar wat zij zijn beoordelen. Deze "vondsten" bij de be-oordelings-processen gebruik ik daarna als ingang -.,oor de in decl 2 en

3

behandelde recruterings-processen.

In het tweede deel bespreek ik recruterings-processen in situaties, waarin relaties instrumenteel zijn.

Om

duidelijk te ma.ken waarom wie- en wat-verklaringen gelijktijdig geldig kun-nen zijn, behandel ik de oligarchisering van het stadsbestuur in de 18e en het begin van de 19e eeuw, Dit geval spits ik toe op de Parlementsverkiezing van 1817. Op grond van deze be-schrijving concludeer ik: Terwijl mensen, die tot dezelfde gerecruteerde eenheid behoren, hun gedrag zeer divers kunnen motiveren, terwijl zij tevens via zeer verschillende relaties gerecruteerd kunnen zijn en het bovendieri kan gaan om rela-ties die tegenstellingen tussen individuen overbruggen, ver-loopt tech de recrutering niet willekeurig naar wat zij zijn. Deze bias in de recrutering is belangrijk, omdat hierdoor de gerecruteerde eenheden verschillend zijn samengesteld naar wat mensen zijn en daze verschillende samenstelling is ver-bonden met een verschillende opstelling van die eenheden t.a. v. de status quo. M.a.w., er kan een schijnbare tegenstrij-digheid zijn tussen de diversiteit van de motieven, de diver-siteit van de relaties en de tegenstelling-overbruggende func-tie van relafunc-ties enerzijds en het patroon in en achter de re-crutering en de samenstelling van de gerecruteerde eenheid anderzijds. Via de methodologie is duidelijk te ma.ken, dat het hier om een schijn-tegenstelling gaat.

In deel

3

geef ik daarna aan, waardoor in beoordelings-en recruterings-processbeoordelings-en het wat de ander is ebeoordelings-en steeds di-rectere rol is gaan spelen. Het betoog spitst zich vervol-gens toe op cases, die aantonen, dat betrokkenen zich van die veranderingen niet bewust hoeven te zijn. Dit geeft een twee-de mogelijkheid voor het gelijktijdig optretwee-den van wie- en wat-verklaringen. Er is n.l. a.h.w. een splitsing tussen beeld en werkelijkheid ontstaan. Door die splitsing blijft een deel

(11)

-7-van de betrokkenen gebeurtenissen verklaren in termen -7-van rela-ties (wie-verklaringen), terwijl t.a.v. deze gebeurtenissen dergelijke verklaringen juist ter discussie staan, of zelfs ongeldig zijn. Verder beschrijf ik een aantal gevallen wa.arbij duidelijk is, da.t mensen zich van deze splitsing tussen beeld en werkelijkheid bewust kunnen worden. De consta.tering van de splitsing tussen beeld en werkelijkheid en de aanpa.ssing van empirisch onjuiste beelden is belangrijk, Het maakt n,l, dui-delijk, hoe gemakkelijk brokerage in sohijnbrokerage verschuift en hoe de doorbreking van die schijnbrokerage verloopt. Onder het geintroduceerde begrip "schijnbroker" versta ik da.n: Een schijnbroker is een persoon, die door in te spelen op de

splitsing tussen beeld en werkelijkheid anderen de indruk geeft, dat ziJn bemiddeling noodzakelijk is,

Het laatste (4e) deel gaa.t over de Ierse politiek. Daa.r ik mij in de eerste plaats met de Ierse variant van het perso-nalisme bezighoud, kan ik moeilijk om Bax heen. Immers hij heeft dit verschijnsel een centrale plaats in zijn publica-ties over de Ierse politiek gegeven. Bovendien is in Ierland juist deze sfeer berucht em personalistisch gedrag. In dit 4e deel gebruik ik de in eerdere delen verworven inzichten om de rol van de persoonlijke factor in de Ierse politiek vast te stellen. Ik vergelijk daarna mijn analyse en interpretatie uitvoerig met het werk van Bax. Mijn oonclusie zal zijn, dat in zijn werk een aantal tegenstrijdigheden zitten, die direct voortvloeien uit zijn manier van a.nalyseren en interpreteren en daardoor door hem niet meer op te lossen zijn.

(12)

DEEL EEN

elkaar kennen

In

(13)

-8-DEEL 1 ELKAAR KENNEN IN CATHAIR NA HABHANN

1.1 INLEIDING

Cathair na habhann is een schuilnaam voor een van de grotere steden van de Ierse Republiek. Om de identiteit van de stad niet te snel prijs te geven kan ik niet met een schuilnaam volstaan. Ik heb mij daarom genoodza.akt gevoeld allerlei ge-detailleerde gegevens, waa.raan de stad te gema.kkelijk te her-kennen is (zoals het aantal inwoners e.d.), weg te la ten, Zo heb ik ook door de echte na.am van de stad te vervangen door een schuilna.am ook de titel van een aantal publikaties iets gewijzigd. Ik hoop, dat ik in mijn versluierende opzet ge-slaagd ben0

In dit deel geef ik eerst enige achtergrond-informatie over de sta.d en de omliggende regio. Vervolgens ga ik in op het feit, dat inwoners het gevoel hebben, dat iedereen iedeI.'-een kent, Hoe komen zij a.an dit gevoel? De wijze waarop zij elkaar beoordelen, zal een van de redenen hiervoor blijken te zijn. Daarna behandel ik deze beoordelings-processen uit-voerig.

1,2. CATHAIR NA HABHANN EEN PLAATS WAAR WERK SCHAARS IS

Voor ik op de stad inga, moet ik eerst iets over het eco-nomisch-beleid van de Ierse overheid zeggen. Dit beleid heeft n.l, tot een aantal belangrijke veranderingen in Cathair na habhann en de regio geleid.

In de literatuur verdeeit men de Ierse economische politiek in drie perioden (Zie P.Lynch in Edwards 1969: 71/82, Gillmor 1964/1968 en Tarrant 1964/1968). De eerste periods (van 1922 tot het begin van de dertiger jaren) was de laissez-faire pe-riode, Voorzover er van een economisch-beleid sprake was, was dit gericht op de agrarische sector. In de tweede periode (het begin van de dertiger jaren tot het midden van de jaren vijf-tig) werd geprobeerd een Ierse industrie op te bouwen. Pas in de jaren vijftig (het begin van de derde periods) liet de Ierse overheid de isolationistische politiek los en voerde zij een beleid, dat gericht was op het aantrekken van buitenlandse

(14)

investeerders en ondernemingen. Juist in deze derde fase is de Ierse economie drastisch gewijzigd en wel in de zin, dat .er een sterke uitbreiding van de secundaire en van de

terti-aire sector plaatsvond. Daarentegen verminderde de werkgele-genheid in de agrarische sector. Toch bleef de creatie van de totale werkgelegenheid problematisch. De uitbreiding van de secundaire en tertiaire sector werd n.l, steeds geheel of vrij-wel geheel door het verlies aan werkgelegenheid in de primaire sector te niet gedaan, Dit laatste betekent echter tevens, dat de Ierse bevolking sneller geindustrialiseerd is, dan men al-leen op grond van gegevens over de uitbreiding van de secun-daire en tertiaire werkgelegenheid zou verwachten. Over het urbanisatie.,.proces kan hetzelfde gezegd. (0'Mahony 1967: 8).

Niet alleen urbanise_ert en industrialiseert Ierland snel, maar bovendien zijn deze processen binnen Ierland geografiach niet even sterk verdeeld. De Ierse regering probeert n.l. de buitenlandse ondernemingen via allerlei maatregelen tot veati-ging in bepaalde regio'a en binnen deze regio's tot vestiveati-ging in aangewezen groeicentra te bewegen (Gillmor 1964/1968: 97/98, Tarrant 1964/1968: 443 en Newman 1967). Dit is de achtergrond, waartegen wij Cathair na habhann moeten bezien.

Van oudsher was de Cathair na habhann-regio een typisch weide-gebied met een zeer lage graad. van urbanisatie en strialisatie, Kleine zuivelfabriekjes vorniden de enige indu-strie, die op het platteland van betekenis was. Deze fabriekjes waren bovendien geconcentreerd in een beperkt deel van het ge-bied. Voor di t a,grarische achterland was Cathair na habhann

.s!i

stad, Zo woonde bijvoorbeeld meer dan de helft van de stede-lingen van de regio in deze plaats. (Dit is trouwens nog zo, Zie Five Year Programme 1969: 12 tabel 2). De dominantie van Cathair na habhann blijkt ook uit het grote aantal stedelijke functies, die de stad vervulde en vervult, Het was voor de

re-gio de havenstad, de industriestad, het religieuse centrum, het kruispunt van wegen en spoorwegen, de handelsstad en het distributie-centrum, Oak in haar industrieen vertoonde Cathair na habhann een nauve band met het omringende platteland, Fa-brieken voor de verwerking van agrarische produkten vormden n.l. de belangrijkste industrieele sector, Daarnaast waren er

(15)

t:r:aditioneel veel arbeidspla.atsen in de text:i.el=indust:r:ie. (Freeman

1960: 3s5/3s6

en Faby

1970: 192/194

e.v,) Van mee:r: :r:ecente datum is een in de dertiger jaren gebouwde en vlak buiten de stad gelegen fe.briek. In deze fabriek wordt een niet-agrarische g:r:ondstof ve:r:werkt, Hie!'!ilee is in £eite de

industrie~le structuur van de etad, zoals deze was voor de pe:r:iode van economische planning, gegeven.

Wat voor effEict hee£t nu de in de tweed!! hel:tt van de jarern vij ftig begonnen eoom.imische plimning gehad? Het 1'11!.S

~~ van de :r:egio' s, waa.rop het economieoh=beleid geconoentrserd was en is en bovendien is Oa;thair na habhann tot ~.fu van de groeicentra. binnen deze regio aangewezen. Via dit beleid ont~

wikk:elde de Oathair na habhann- regio zioh tot 6~n van de meest geindRstria.liseerde gebieden van Ierland. !n 1971 was bijvoorbeeld nog slechts l/3 deel V!\111 de beroepsbevolking in de prims.ire sector werkzaam (Directory

1975:

142 tabel

7).

D:i.t beeld is minder gunetig, indien wij naar het totaal a.all•

tal inwoners kijken. Ook in d.it gebied we~d n.l. de uitbrei• ding van de werkgelegenheid in de tertiaire en secundaire sec~

tor geheel of vrijwel geheel (afhankelijk va:n om welk ja.ar

het gaa.t) door het verlies van werkgelegenheid in de primaire sector te niet gedaa.n. Dit wil zeggen, dat het sinds de hongers-noden van het midden van de vorige eeuw (de "famine") besta.ande proces van ontvolking niet snel tot staan werd gebracht (sup-plement

197.2: 13).

Wel is het zo, dat deze ontwikkeling ear= der voor de stad omkeerde, den voor de regio ale geheel, Ve~

gelijken wij de cijfers over de periode

1951-1971,

dan blijkt dit duidelijk.

In

de genoemde periode is het aantal inwoners van de stad toegenomen, terwijl het tote.al aantal inwoners van de regio (tota.a.l d.w.z. inclusief Cathair na habhann) is afge-nomen. M.a.w. de ontvolking elders in de regio was grater dan de groei van de stad. Een vergelijking van de jaren

1961-1971

geeft een gunstiger beeld. In deze periode is het tota.a.1 a.an-tal inwoners en van de stad en van de regio bui ten de stad toegenomen (supplement

1972:

31 tabel 6, Directory

1975:

133 tabel l en fig,

3).

De groei van het aantal inwoners in de re-gio bleef echter toch in de periode

1961-1971

achter bij de natuurlijke toenaroe van de bevolking en da.armee bleef emig.ra-tie voor velen een realiteit (Supplement

1972:

31 tabel

7).

(16)

Er is in de Gathair na habhann-regio naast de snelle industri-alisatie sprake van een snelle urbanisatie. Woonde in 1951 nog slechts 36,5% van de bevolking van dit gebied in "towns", in 1971 was dit cijfer 47,6% (Directory 1975: 137 tabel 4). Met deze cijfers moet men wel oppassen. Een "town" is n.l. "any settlement with 50 occupied dwellings or more". De minimum grens wordt hiermee veelal op 100 inwoners gesteld. Dat het hier tech wel degelijk om verstedelijking van de bevolking gaat, blijkt uit, dat in 1971 5/6 van de totale "townpopula-tion" in "towns" met meer dan 1000 inwoners >TOonde lDirectory 1975: 137 tabel

4

en

5).

Bovendien heeft de groei van de tota-le stedelijke bevolking (periode 1951-1971) vrijwel uitslui-tend in de grootste steden binnen de categorie "towns" met meer dan 1000 inwoners plaatsgevonden. Zo was de groei van de total.e stedelijke bevolking (dus inclusief de "small towns" met 100 tot 1000 inwoners) voor bijna

50%

aan de groei van Gathair na habhann te danken (Directory 1975: 137/138 tab. 4,5 en 5A) en woonde in 1971 ongeveer 50% van de totale "townpopulation" in deze stad. (Vergelijk Directory 1975: 137 tabel

4

en

5).

Hier-door behaalde Gathair na habhann omstreeks 1970 eindelijk weer het aantal inwoners, hetwelk de stad vermoedelijk voor de

"Famine" gehad moet hebben, Het aantal inwoners van de regio als geh~el is natuurlijk nog steeds slechts een beperkt deel van de pre-"Famine"-bevolking van dit gebied.

De groei en de omvang van Gathair na habhann drukken dus mede de snelle urbanisering van deze regio uit. Toch duurde het veel langer, voordat de moderne industrialisering fysiek in de stad zichtbaar werd. Pas sinds omstreeks 1970 vestigden bui-tenlandse bedrijven zich n. l. in Gathair na habhann, Daarvoor vestigden dergelijke bedrijven zich uitsluitend elders in de regio. Hierdoor was en is een deel van de Cathair na habhanners gedwongen te pendelen. Vooral vond en vindt deze pendel naar een kleinere zeer snel groeiende stad plaats. Maar terwijl de buitenlandse ondernemingen zich fysiek in de stad begonnen te vertonen, was reeds een proces opgang gekomen, hetwelk in-hield, dat de traditionele fabrieken van Gathair na habhann volledig weggevaagd werden, De vleesfabrieken die Gathair na habhann ooit wereld beroemd maakten en die eens tot de

(17)

groat-

-12-ste in de Britse eilanden behoorden? In 1977 sloot de laat-12-ste.

De textiel-industrie? In 1975 sloten de twee overgebleven fa-brieken de poorten en kwamen er 600 mensen op straat te staan.

De zuivelfabriek? In 1974 waren er nag 300 werknemers en in 1975 was dit aantal tot een handjevol teruggelopen. De meelfabriek? In 1975 kondigde de bedrijfsleiding aan, dat zij de produktie naa.r elders zou overhevelen en dat 300 van de 350 werknemers onslagen zouden worden. Dit plan is uiteindelijk op de lange ba.an gesohoven, maar tot wanneer? Oak een aantal andere tradi-tioneel belangrijke economische activiteiten vertonen hetzelfde beeld. Door rationalisatie van de haven venninderde daar bij-voorbeeld het aantal werknemers van 341 naar 60.

En terwijl de vernietiging van de traditionele industriee-le sector in Cathair na habhann voortging, deden zich bovendi.en problemen voor bij het aantrekken van buitenlandse ondernemingen.

(De economische crisis van de jaren zeventig:) Nee, zelfs nog erger, in 1977 sloot de grootste fabriek van de regio, (Het was tevens een van de grootste buitenlandse ondernemingen in Ierland). Deze fabriek lag net buiten de stad.

De vrijwel volledige vernietiging van de traditionele in-dustrieen en de moeilijkheden bij het aantrekken en het behou-den van buitenlandse ondernemlngen, dit alles maakt de uit-komst voorspelbaar. Ik schat, dat thans 15

a

20% van de be-roepsbevolking van Cathair na habhann werkloos is. Hiermee heeft daze stad sen werkloosheidscijfer, dat veel hoger is, dan de cijfers voor andere grate Ierse steden.

Wat heeft dit alles nu met personalisme/particula.riame te maken? Welnu "pull" (het bewerken van je relaties) heb ik de meeste keren spontaan horen gebruiken, als het om het vinden van werk ging. Want zonder werk in dit gebied wonen betekent voor velen nag steeds, dat zij zullen gaan emigreren. Ma.a.r wa.ar naa.r toe? In Engeland is oak een grate werkloosheid.

Ter-men ala "pull", ncanvassing", "represent8.tion°, e.do d.rukken

n.l. niet uitsluitend het manipuleren van relaties om een be• paald doel (goed) te bereiken uit, ma.a.r zij geven tevens weer, dat men deze doelen (goederen) als scha.a.rs ziet. Welnu, een aantal vrienden van mij, die in 1972 en zelfs ook in 1974 nog beweerden, dat naar hun gevoel werk minder schaars was en dat

(18)

"pull" voor werk afnam, vertelden mij in 1975/1976, dat werk schaa.rser werd en dat "pull" weer toenam. In 1977 verklaa.rden dezelfde informanten, dat werk zeer schaa.rs was en dat ieder-een als "mad" aan het "pullen" was. Zij zegen met andere woor-den dus, dat de mate van "pull" verbonwoor-den was met het idee van schaa.rste.

Er

is nag iets anders. Door de vernietiging van de tra.-di tionele industrieen en de komst van de buitenlandse onder-nemingen is de aard van de industrieele werkgelegenheid dras-tisch veranderd. Heeft dit ook effect op "pull" gehad? Dit is niet zo zeer de vraeg naar de ~ van "pull", maa.r het is

eer-der de vraeg naar de effectiviteit van "pull". In deel

3

kom ik hier uitgebreid op terug.

Laat ik na deze economische schets Cathair na habhann vanuit de antropologie bezien en hoe zou ik dit beter kunnen doen, dan door te kijken of het door antropologen veel gehan-teerde begrip "face-to-face community" op de stad van toe--passing is?

1. 3. CATHAIR NA HAJlHANN EEN PLAATS WAAR IEDEREEN IEDEREEN KENT

Cathair na habhann is een voor.Ierse begrippen grote stad en ook de bezoeker ken zich niet aan die indruk: onttrek-ken, Het heeft een oud centrum, Daa.rbinnen ligt een wijk met schitterende z.g. "Georgian-houses", Andere buurten binnen dit oentrum zijn vervallen en warden afgebroken. Daa.rnaast zijn er de nieuwere en nieuwste wijken en direct aan deze wij-ken is te zien, wat voor soort mensen er wonen. Enerzijds zijn er de wijken voor de gegoeden en anderzijds zijn er de wijken met de door de overheid verstrekte "Corporation-hou-ses" voor de gewone man. De haven, de industrie-terreinen,

,, t

Cathair na habhann geeft fysiek niet de indruk geen stad e zijn en het geeft neg minder de indruk van een "face-to-face

community"., Een °face-to-face comrnuni ty", di:; w" z., een

ge-meenschap waarin iedereen iedereen kent.

En

toch

Een bekende Ierse schrijver van korte verhalen beweert: "At MY rate, my Cathair na habhann cousins assure me that the great pleasure of living there is that you know ever,y-bod.y's business, which is my

(19)

-14-definition of hell ••••• (Frank O'Connor n.d.: 208)

De inwoners zelf, zonder de stad direct een hel te noemen, zijn het hier zonder meer mee eens. Voor hen is Catha.ir na habhann een plaats, waarin zoals zij zeggen: "Every-body knows each other", Veel jongeren zijn bereid dit nega.tief te ervaren. Zij vinden de stad benauwend, Ieren, die in a.ndere grote steden wonen, delen de mening van de inwoners. Alleen zijn zij nog meer bereid dit openlijk uit te drukken in ter--men als: Catha.ir na habhanners zijn "clannish", zijn

oer--conservatief, e.d •• Je hebt natuurlijk ook altijd een vreemde eend in de bijt, die van mening is, dat Cathair na habhann een stad is, waar de "country-friendliness" bewaard is geble-ven en die dit bogeble-vendien nog positief bedoelt ook. Is Cathair na habhann dus toch een "face-to-face community", maar dan een face-to-face community" in sub.iectieve zin?

Antropologen hebben pogingen gedaan om criteria te vin-den voor het vaststellen van "face-to-face communities". Fos-ter noemt 1000

a

1500 inwoners ale maximale grens. (Foster 1960/1961: 9). Boissevain komt op een hogere limiet, Hij stelt de maximale grens op 3000

a

4000 inwoners (Boissevain 1974a: 74 en 123). Gerekend naar deze criteria is Cathair na habhann absoluut

ge,fu

"face-to-face community". Het aantal inwoners van de stad is n.l. vele malen groter dan de genoemde aantal-len, Misschien bestaat er daarom zoiets als een subjectieve "face-to-face coll1Jllunity". D,w.z., een gemeenschap waarin men-sen het gevoel hebben, dat iedereen iedereen kent. Hoe komen de Cathair na habhanners aan dit gevoel? Er zijn een aantal verbonden en overlappende factoren te noemen:

l) Pas in de dertiger jaren is men in Cathair na habhann begonnen met het opruimen van de achterbuurten ("slums")

(Development plan 1967: 47). In deze buurten woonden families generaties lang en kende iedereen een groat aantal andere buurtgenoten. In de zestiger en zeventiger jaren zijn deze buurten grotendeels gesaneerd.

2) Vrij veel stedelijke functies zijn in slechts enkele grate straten van het centrum geconcentreerd. Da.ar zijn de grate supermarkten, daar zijn de warenhuizen, de biosoopen,

(20)

de banken, de verzekeringsbedrijven, de overheidsinstellingen, etc. gevestigd. Mensen zijn hierdoor voortdurend gedwongen zich naar een gebied van zeer beperkte oppervlakte te begeven. Neem bijvoorbeeld het winkelen op zaterdag. Veel inwoners

gaan ervoor naar het centrum en omdat zoveel mensen dit doen,

kom je op je boodschappen-toer voortdurend mensen tegen, die je kent. Zo maakten mijn vrouw en ik voor zaterdagavond zelden lang van te voren afspra.ken. Je kwam n.l. gewoon je vrienden tijdens het winkelen tegen, Het is natuurlijk waa.r, dat je in

het centrum veel meer mensen ziet, die je niet kent, dan die je wel kent, maar als feit blijft, dat je er nooit anoniem kunt zijn,

3) Er is wat Cathair na habhanners noemen "het rondgaa.n in cirkels". D. w. z., dat je dagelijkse activiteiten niet wil-lekeurig gebeuren, maa.r de neiging vertonen binnen bepaalde fysiek besloten gebieden plaats te vinden. Je gaat iedere dag langs dezelfde route na:a.r de fabriek en in de bus zie je

dan steeds dezelfde mensen. In de fabriek ken je na een tijdje ook een groot aantal anderen. Na je werk ga je naa.r je st'am-kroeg, waar ook anderen stamgast zijn, e,d., Naast dit

ver-schijnsel, dat dagelijkse activiteiten een ruimtelijke inper-king vertonen, is er nog iets anders aan de hand. Met het

rondgaan in cirkels verwijzen de inwoners n.l. tevens naa.r het verschljnsel, dat terwijl je je dagelijkse ronde aflegt de kans groter is, dat je mensen ontmoet die tot je eigen of in ieder geval bepaalde categorieen behoren, dan je uit-sluitend op grond van het aantal inwoners van de stad zou ver-wachten. Als arbeider heb je op een school gezeten met mensen, die nu ook arbeider zijn. In de fabriek werk je met mede-ar-beiders. Je gaat drinken in een "pub" en niet in een van de duurdere en exclusievere hotel-bars. Jij bent lid van een voetbal-club en niet van een rugby-club, M,a,w., het rond-gaan in cirkels houdt in, dat je dagelijkse interacties met anderen niet alleen ruimtelijk beperkter zijn dan de stad als geheel, maa.r tevens dat die interacties ·de neiging vertonen binnen en tussen bepaalde categorieen van mensen plaats te

vinden.

(21)

-16-van veel stedelijke functies in slechts enkele straten, het rondgaan in cirkels, dit alles neemt niet weg, dat Cathair na habhanners dagelijks mensen tegenkomen, die zij objectief niet kennen. Cathair na habhanners (net als veel andere Ieren) verstaan echter onder iemand kennen ("knowing") iets anders dan een dergelijk objectief feit. Voor deze mensen betekent "kennen" in essentie niet meer dan mocht je een onbekende ontmoeten en vrijwillig of gedwongen tot interactie komen, dat je dan zeer snel een gemeenschappelijke verwant of kennis kunt vaststellen. M.a.w. je hebt het gevoel, dat je de ander kent, zodra je via anderen een relatie met die onbekende blijkt te hebben. (Op dit traceren kom ik in het volgende hoofdstuk te-rug.) Via di t traceren ("tracing") zien de inwoners de stad als bestaande uit overlappende netwerken. Op deze wijze "kent" iedereen vrijwel "iedereen" in Cathair na habhann.

5) Dit gevoel van iedereen kent iedereen wordt nog ver-sterkt, doordat je je gedragingen in Cathair n.a habhann moei-lijk kunt verbergen. Of zoals zij het plastisch omschr1jven:

"In Cathair na habhann you can't piss crooked" of "You can't scratch your arse, any body will know about it". Informatie wordt n.l. via de netwerk-overlappingen verspreid. Waar je ook gaat, er zijn altijd wel mensen, die je kennen. Neem nog eens het voorbeeld van het winkelen. Na met haar man gewinkeld te hebben ging Deirdre Daly bij haar moeder op visite. Haar zus-je was er ook en die zei tegen Deirdre, dat zij (Deirdre) ge-winkeld had. Het zusje had dit n.l. van een vriendin gehoord, die Deirdre in de stad was tegengekomen. Deirdre belde vervol-gens Val en in hun gesprek zei Deirdre, dat zij Val's broer in de stad gezien had en Val vroeg ogenblikkelijk of haar broer dronken was. Of wat te denken van het volgende? Aileen Lynch vertelde haar vriend Noel O'Riordan de volgende gebeurtenis. Aileen's zusje en zwager waren naar een dans-avond gegaan. De

zwager had daar met andere vrouwen gedanst en daarop was het zusje met andere mannen gaan dansen. De zwager had vervolgens zijn vrouw een aantal harde klappen gegeven. Ondanks dat deze gebeurtenis ueinig goed deed asn de reputatie van haar familie

(de zwager en het zusje woonden n.l, bij haar ouders in), be-sloot Aileen het aan Noel te vertellen en wel omdat hij het

(22)

toch te horen zou krijgen. Op zijn vraag waarom hij het te horen zou krijgen, antwoordde Aileen, dat een collega van Noel op de dans-avond aanwezig was geweest.

Deze informatie-verspreiding over personen wordt nog door de lokale kranten versterkt. In beschrijvingen van ru-zies tussen families, arrestaties, e,d. komt de naam en toe-naam van de betrokkenen voor. In feite staan deze kranten vol met foto's van aanwezigen op huwelijksfeesten, leden van aller-lei clubteams, etc. Zo kom je te weten, dat Eamonn en Very nog steeds samen uitgaa.n, getrouwd zijn, enz ••

6) Er is nog een andere reden, waardoor de inwoners het gevoel hebben, dat Cat)1air na habhann een "face-to-face com-munity" is. Wij zijn geneigd steden te zien als onpersoonlij-ke omgevingen. In subjectieve zin hoeft dit echter niet waar te zijn, Dit is juist een van de belangrijkste thema's in het boek van Sjoberg (196o). Deze schrijver wijst erop, dat ste-delingen zich uiterst particularistisch kunnen gedragen en dat daarom verstedelijking niet zonder meer particularistisch gedrag vernietigt. Cathair na habhanners bevestigen dit, Voor hen is de stad een omgeving, die zij voortdurend kunnen ver-persoonlijken. Fabrieken, banken, warenhuizen, supermarkten, ziekenhuizen, overheidsbedrijven zijn geen anonieme eenhe-den, maar het zijn instellingen waar je mensen kent, Kijk eens hoe Liam Buckley met dergelijke zaken omspringt, Hij is een oudere man, die op het platteland geboren is, maar jong naar de stad kwam. Wanneer hij naar een bank of warenhuis moet, dan gaat hij naar een bank of warenhuis, waar hij ie-mand kent, Neem bijvoorbeeld de manier waa.rop hij sokken kocht, Hij ging daarvoor naar een warenhuis, waar hij een verkoper kende. Deze werkte op een andere afdeling, dan die waar de sokken te koop waren, Zij maakten een praatje en de-ze verkoper bracht Liam naar de juiste afdeling. Daar stel-de hij hem aan een anstel-dere verkoper voor en stel-deze laatste hielp Liam bij de aankoop. Als Liam toch naar een bank, wa-renhuis, e,d, moet, waar hij niemand kent, dan verpersoon-lijkt hij relaties. Hij maakt een praatje met de verkoper en traceert deze persoon. (Hij stelt via anderen een relatie met de betreffende persoon vast,) Voor Liam is Cathair na

(23)

-18-habha.nn geen onperaoonlijke omgeving, Het is voor hem een om-geving bestaande ui t aHuaties, die te verperaoonlijken zijn, Hij doet dit niet, omdat hij gewend zijnde aan verpersoon-lijkte relaties niet anders

!!!:!.

handelen, maar hij gedraagt zich zo, omdat hij gelooft, dat relaties instrumenteel zijn en daarom zo ~ handelen, Alleen op deze wijze krijg je vol-gens hem een goede behandeling van anderen,

Cathair na habha.nners hebben dus het gevoel, dat hun sta.d een "face-to-face community" is. En to ch.,.,., en toch zijn er veranderingen. De sloop van de oude "hechte" buurten en de opkomst van de nieuwe wijken. Het is waar, dat ook bin-nen deze nieuwe wijken mensen veel andere buurtbewoners ken-ll!en, maar tevens is waar, dat zij in deze nieuwe wijken ge-mak:kelijker contacten met anderen kunnen mijden, Want in die buurten hebben families niet generaties lang gewcond. Brian en Marion mogen dan een uitzondering zijn in de zin, dat zij ieder contact met hun buren mijden, maar beiden beseffen heel goed, dat zij dit niet in de buurten, waar zij zijn opge-groeid zouden kunnen volhouden, Zo ook heeft de toenemende ruimtelijke diversificatie in de stad sociale gevolgen. Tij-dens onze winkel-tocht op zaterdag zagen mijn vrouw en ik bijvoorbeeld plotseling een aantal vrienden niet meer. De reden hiervoor was, dat in een van de nieuwbouw-wijken een zeer groot winkelcentrum geopend was. Hierdoor was voor hen deze functie van het oude stadscentrum weggevallen, Of neem de schaalvergroting, De kleine winkeltjes, die ooit ont-moetingscentra voor de vrouwen vormden en waar zij de

laat-ste buurtroddels konden horen en doorvertellen? Veel ervan zijn verdwenen en veel andere hebben een noodlijdend bestaan, Supermarkten zijn ervoor in de plaats gekomen, Eh terwijl de genoemde Liam Buckley ook daze supermarkten verpersoonlijkt, doet zijn dochter dit bewust niet. Ook in winkels waar zij mensen kent, prefereert zij een zakelijke behandeling en wel omdat dit voor haar gevoel geen verplichtingen ("obligations") geeft. M.a.w. zij voelt zich noch verplicht om in een bepaal-de winkel te kopen, noch voelt zij zich verplicht om op het advies van een winkelbediende af te gaa:n.

(24)

dat Cathair na habhann een "face-to-face community" is, niet verdwenen. Want dit zijn en Liam en zijn dochter van mening. Bovendien betekenen deze urbane veranderingen niet zonder meer, dat particularistich gedrag vernietigd wordt, Deze veranderingen betekenen wel, dat het individu zich in steeds meer situaties bevindt, die hij al dan niet

B!!1

verpersoonlijken, Zoals wij zagen was Liam iemand die alle situaties probeert te verper-soonlijken, terwijl zijn dochter zich genuanceerder gedraagt. Zi.j onderscheidt n.l, situaties, wasrin zij relaties verper-soonlijkt van die, wasrin zij een zakelijke behandeling pre-fereert. Personalisme wordt n.l. niet zozeer door de stad ver-nietigd, maar eerder zoals wij in deel drie zullen zien, door

technologisering, professionalisering, bureaucratisering, e,d,, Zie hier een stad, waarvan de inwoners het gevoel hebben, Q.at het een "face-to-face community" is, Dit verschijnsel is op zichzelf reeds opmerk:elijk, maar het krijgt bovendien be-tekenis, indien wij het credo van het Ierse personalisme er-bij halen: "It is not what you know, (but) it is who you

know", "It is not what you are, (but) i t is who you are". M.a. w. het is belangrijk mensen te kennen, De vraag blijft dan echter, of dit elkasr kennen losstaat van.!!!!!. de betrokkenen zijn. Het volgende hoofdstuk geeft een antwoord op deze vraag.

1,4. TRACING IN CATHAIR NA HABHANN

In Cathair na habhann hebben inwoners dus het gevoel el-kaar te kennen. Di t kennen ("knowing") konden wij onderschei-den in ob.iectief kennen (d.w.z. je kent de ander inderdaad face-to-face) en subjectief kennen (d,w.z, je kent de ander niet, maar je kent iemand, die in een relatie tot die ander staat). Zoals ik schreef, duidt men het vaststellen van een ander zijn relaties in Cathair na habhann en ook elders in Ierland aan met "tracing". De vraag is, of dit vaststellen van

fil

de ander is, losstaat van wat de ander is, Deze vra.ag zal ik in het onderstaande beantwoorden,

In het voorafgaande hoofdstuk noemde ik het rondgaa.n in cirkels en ik gaf dasrbij aan, dat dit een relatie vertoont met categorieen van mensen, D.w.z. onder de mensen, die je

(25)

-20-kent, zijn bepaalde categorieen oververtegenvoordigd. Simpel gezegd: Je bent een jonge arbeider. Onder de mensen die je kent, kunnen dan jongeren en arbeiders oververtegenwoordigd zijn. Er is dus een bepaalde relatie tussen wat je bent en

ID

die anderen zijn en .!!i!, je objectief kent, Terwijl je rondga.at in cirkels, is op dezelfde wijze de kana, dat je onbekenden ontmoet, die tot bepaalde categorieen behoren, ook groter en wel in de zin, dat onder die onbekenden juist die categorieen oververtegenwoordigd zijn, die ook reeds onder de jou objectief bekende groep meneen oververtegenwoordigd waren. Dit is belangrijk, omdat hiei:mee de kans, dat een onbekende een relatie heeft met een aan jou bekende, vergroot wordt. Al thens groter is dan de willekeurige kana over de totale stedelijke bevolking. M.a.w. er is een grotere kane, dat je iemand enel kunt traceren, naarmate de and.er tot overeenkom-atige categorieen behll!ort, ala waartoe je zelf behoort. Jij en de ander vertonen een zekere neiging wa.t-kenmerken te delen, gemeenachappelijk te hebben, Du.a niet alleen het objectief kennen, maar ook het subjectief kennen vertoont een relatie met

m

de betrokkenen zijn.

Er is nog een ander verband tussen het

m

en het

m

in hat elkaar kennen. Het betreft hier het gegeven, dat terwijl meneen het wie van elkaar vaetstellen (d,w.z. elkaars rela-tiee traceren), zij tevene kunnen vaatatellen

m

de ander is. De man die je n.l. objectief kent, die vriend van jou en van

"

die onbekende, daa.r heb je niet a.lleen een relatie mee, maa.r je weet ook wat die vriend is. Hiervan wrdt in "tracing" in-direct gebruik gemaakt om de onbekende te beoordelen, Hoe gaat dit? Ik zal beginnen met het trsceren van een onbekende niet-aanwezige derde.

Ala Tom Earlie (een oude kroeghouder) zijn klanten een verhaal vertelt, dan krijgt zo'n verhaa.l het karakter van een homeriache uitweiding, Hoe vertelt hij zijn verhalen? Een storm had grote vernielingen in Cat.hair na habhann aangericht en iedereen sprak erover. Dit was voor Earlie aanleiding om te vertellen, hoe hlj jaren eerder in een andere plaata met een vriend een storm had meegema.akt. Hierop onderbrak hij zijn betoog, noemde de naa!D van zijn vriend en vroeg de

(26)

klanten of zij zijn vriend kenden. Een aantal knikte bevesti-gend. Daarop richtte Earlie zich op kla.nten, die die vriend niet kenden en hij begon te vertellen, dat die vriend een broer had met een garage en die garage was 0111 de hoek. De klanten die die broer kenden, vielen daarmee af. Earlie bleef doorga.an met ui t te leggen wie zijn vriend was. Pas nadat alle klanten een relatie met deze vriend. hadden kunnen tra.Ceren~

vervolgde Earlie zijn verhaal over die storm. Waar het nu om-gaat is, dat Earlie in zijn uitweidingen niet uitaluitend stil bleef staan bij wie zijn vrienden waren. Klanten hoorden n.l. ook, dat de broer van die vriend een garage had. Een aan-tal wist en di t bovendien zelf. Wat de klanten tevens weten is, dat iemand, die een broer heeft met een garage en die zo be-vriend is met een kroeghouder, dat zij gezamenlijk hun vrije tijd doorbrengen, geen"gewone jongen" kan zijn.

Nu ia dit een vrij eenvoudig voorbeeld van "tracing"• Mijn Ierae vrienden zelf vinden de kracht van "tracing", de bekwaamheid waarmee mensen kunnen traceren, voora.l blijken in ontmoetingen tuasen onbekenden. Hoe gaat daze vorm van tra-ceren? In grote Nederlandse steden vraag je a.l gauw aan een onbekende: "Wat doe je?" Of indien de persoon nog jong is: "Wat doet je vader?" In Cathair na habhann worden dergelijke direct op het wat de ander is gerichte vragen vermeden.

Zij atellen de vraag: "Wie ben je?", "Welke relatiea heb je?"

Kan ik indirect via, via anderen een relatie met je vaststel-len? Het var loop van di t proces duidt men in C!l,thair na habhaJm aan met "siziM up", "tracing" en "placing". Je begint met "sizing up". D.w.z. je etelt kenmerken van de ander vast. Je ziet, of hij jong dan wel oud is. Wat voor kleding draagt de onbekende? Laarzen zoals veel boeren? Werkkleding van

e6n

of ander bedrijf?

or

een mooi pall:? Praat hij een stedelijk of een ruraal dialect? Dit geeft je al een globaal beeld. J1!aar de ander noemt ook zijn naam. Op dat moment gs.at "tracing" een rol in het proces van "sizing up" spelen. Hij heat Paddy McMahon. Nu ken jij een Sean McMahon, maar die is veal ouder dan Paddy. Je kent ook alle broers en zonen van Sean. Nu heb je door kleding, taalgebruik, etc. reeds hat vermoeden, dat Paddy net ala alle aan jou bekende McMahons een

(27)

handa.r-

-22-beider is. Maa.r een broer of een zoon van Sean is het niet. Want die ken je allen. Je kan daa.rom aan de onbekende vragen, of hij een "nephew" van Sean is. Hij bevestigt dit. Daa.rop zeg jij da.n: "I know you." Je hebt n.l. indirect een relatie met die ander vastgesteld.

In het begin vond ik het zeer vreemd, dat mensen op grond van dat zij een of meerdere van mijn aanverwanten kenden, vaststelden, dat zij mij daarom ook kenden. Zoa.ls bijvoor-beeld in het volgende geval gebeurde. Niall Toibin zat met een vriend in een kroeg te praten, Ik had met Niall a.fgesproken en ik ging daarom aan hun ta.feltje zitten. Wij praatten wat, maar in dit gesprek was Niall's vriend weinig spraakzaam. Op een gegeven moment zei Niall tegen hem, dat ik de schoonzoon was van ••••• Hierop zei zijn vriend tegen mij: "We know now at lea.st who you are" en hij begon zich te gedragen, alsof wij elkaar inderdaad reeds jarenlang kenden. Nu ging het hier om een situatie, waarin een bekende mij bij een onbekende in-troduceerde. Ik kreeg echter snel door, da.t ik van mijn tra-ceerbaarheid gebru.ik moest maken. Ik zat bijvoorbeeld in een kroeg met een jongen van ongeveer 25 jaar te pre.ten. Ik ver-telde hem bewust, dat ik met een vrouw uit de stad getrouwd was. Hij vroeg mij daarop, wie mijn vrouw was en ik noemde de naam van mijn vrouw en mijn sohconvader. De man verander-de volledig. Hij zei mij, dat je nooit vist, met wie je in

Cathair na ha.bhann praa.tte, (Hij kwem van buiten de stad,) Maar nu, zei hij tegen mij, weet ik vie je bent. Hij werd daarop zeer spraakzaem. Erody begint zijn boek met een o-vereenkomstig geva.l. Over zijn ontmoeting met Kate Nee schrijft hij o.a.:

"Nervously I began to explain who I was, but no sooner had I said the friend's name than Kate cried, "My darling!", clasped me in a tight hug,

and hurried to make the first of a thousand tea.a." (Erody 1973:1)

Ik ben het da.n ook op dit punt niet eens met Eoissevain (1974a: 91). Hij s<tt6ef n.l., dat mensen, die gewend zijn a.an sterk persoonlijke "face-to-face conta.cten", in ontmoe-tingen met onbekenden hun gedra.gspatroon uitbreidell'en daa.r-om "sociable" zijn t.a.v. die onbekenden. Noch ben ik het

(28)

eens met Foster. Foster wijst n.l. juist op aohterdeoht bij peasants. (Di t in tegenstelling tot Boissevain' s "sociability"). Door groei zouden veel gemeenschappen volgens Foster geen

. "face-to-face" gemeensohappen meer zijn en di t ZOU een Van de oorzaken voor de genoemde achterdocht zijn, (Foster 1960/1961) D.w.z., terwijl Boissevain stelt, dat mensen die gewend zijn aan sterk persoonlijke "face-to-face" contacten "sociable" zijn t.a.v. onbekenden, beweert Foster juist, dat zij achter-dochtig t.a.v. onbekenden zijn, Mijn ervaringen verschillen zowel van die van Boissevain als van die van Fo~ter. Ener-zijds waren er mensen, die achterdochtig t,a,v. mij als onbe-kende waren en contacten met mij meden (Foster's visie). An-derzijds waren er mensen, die mij als onbekende uiterst vriendelijk behandelden (Boissevain'a visie), Waarom zij zo verachillend op mij reageerden, weet ik absoluut niet. Een ding weet ik wel, Zodra ik mij door hen liet traceren ver-a.nderden beide soorten van contacten meestal drastisch.

De

mensen, die eerst contact met mij med.en, werden hierdoor "sociable" en de mensen, die eerst tech reeds uiterst vrien-delijk waren, vertelden mij na "tracing•' ·soms openlijk, dat de eerder gegeven informatie niet waar was, of slechts ten dele waar was, (Zie nog eens mijn ontmoeting met O'Shea waarmee ik de inleiding van mijn scrip,tie begon.)

De

true bij "tracing" als onderdeel van "sizing up" is n.l., dat je niet alleen een indirecte relatie met die an-der vaatstelt en hem da.armee beoordeelt, maar in die beoor-deling veer je tevens op een indirecte manier veronderstel-de wat-kenmerken van die anveronderstel-der in. Je plaatst ("placing") hem op grond van de vaatgestelde relatie(s) in een of meer-dere categorieen en "je kent hem dan". Dit laatste heudt in, dat je weet hoe je je tegenover die ander meet gedragen.

Om

dit invoeren van wat-kenmerken via relaties te laten zien begin ik nog eens met "sizing up". Op grond van zijn kleding, spraakgebruik, etc, krijg je reeds enige informatie over wat die ander is. Dit geeft je al een a.anwijzing in welke richting je meet traceren. Bovendien gebruik je de via "tracing" vastgestelde relatiee om wat-kenmerken van die ander te veronderstellen. Om dit te verduidelijken zal ik

(29)

-24-een aanta:I. voorbeelden geven, zodat de lezer kan zien, wat ik bedoel.

Veel mensen ·waren stom verbaasd, dat zij mij kenden. D.w. z., dat zij mij konden traceren. Op grond van mijn taalgebruik, mijn kleding, e.d. besloten zij n.l., dat ik een buitenlander was en dat ik niet traceerbaar zou zijn. Zij probeerden mij dan ook niet eens te traceren. Een tweede voorbeeld is het volgende. Mevr. Hayes bracht een vakantie door in een hotel asn de kust. In dit hotel verbleven veel gasten, die afkomstig waren uit een stad, waar Mevr. Hayes haar jeugd had doorge-bracht. Vrijwel al deze mensen was zij instaat in korte tijd te traceren. Bij eE!n echtpaar probeerde zij geen "tracing" toe te passen. Van de betreffende man en vrouw was n.l. naar kleding, taalgebruik, e,d. duidelijk, dat zij tot een veel lagere klasse behoorden, dan waartoe Mevr. Heyes in die stad behoord had. Zij kreeg dit bevestigd door aan het eohtpaar de buurt waarin zij woonden te vragen. Het was een typische a.rbeidersbuurt en Mevr. Hayes deed daarop geen verdere po-gingen om een relatie met hen te leggen. Om te laten zien, dat je dan toch in een aantal gevallen nog kan traceren, dient het volgende geval. Rose Hacket en Carry Clancy werk-ten in hetzelfde bedrijf in het buiwerk-tenland. Beiden waren uit Cathair na .habhann afkomstig, Ui t de manier waarop Carry sprak en zich gedroeg maakte Rose op, dat zij uit verschil-lende strata in Cathair na habhann kwamen, Carry noemde ook haar achtemaam (Clancy). Nu is di t in Cathair na habhann een vrij veel voorkomende achternaam en Rose kende mensen met die naam, maar op grond van de reeds verkregen informatie

(kleding, gedragingen, etc.) besloot zij, dat dezen geen re-latie met Carry zouden hebben. Zij vroeg daarop aan Carry,

waar zij in Cathair na habhann woonde. Het bleek een arbei-dersbuurt te zijn. Anders dan in het eerder beschreven geval van Mevr. Heyes stopte Rose toen niet, Zij kende n.l. een aantal inwoners van die buurt en op grond van sexe en leeftijd van Carry koos zij een van die bekenden uit, Het betrof hier een meisje, waarmee Rose op school had gezeten en dit meisje was een van de weinige arbeiderskinderen in haar klas ge-weest. Carry bleek dit meisje zeer goed te kennen. Rose

(30)

kreeg daarmee bevestigd, wat zij reeds vermoedde, Zij had Carry op het eerste gezicht aardi& gevonden en hun wederzijdse kennis vond zij ook aardig. Haar eerste indruk: van Carry zou dus wel juist zijn. Rose had echter meer gedaan. Want zoals zij later tegen mij zei, moest Carry volgens haar ui t een arbeiders-mi-lieu komen.

Ile:ie voorbeelden geven aan, hoe mensen wat-kenmerken van

de ander laten meespelen in het traceren. Maar er is meer aan de hand, Via "tracing" zelf wordt indirect informatie over de wat-kenmerken van de ander verkregen. Hoe gaat di t? "Tracing" is natuurlijk duidelijk gericht op wie je bent, op het vast-stellen van je relaties. Het is zoals de uitspraak in Canada: "Tell me who your friends are that I may tell you who you are" (Boissevain l974a: 160). Het Ierse "tracing" heeft ech-ter nog een ander, een onderliggend, nivean. Het gaat bij "tracing" om het vaststellen van een wederzijds bekende, maar impliciet daarbij is,

dat

verwanten en vrienden een groot aan-tal wat-kenmerken gemeen hebben! M,a,w. je legt niet alleen een relatie tussen de onbekende en de aan jou bekende, maar tevens veronderstel je, dat een deel van de informatie, die je hebt over de aan jou bekende, ook op de onbekende van toe-passing is. Bovendien gaat het daarbij naast persoonlijke karakter-kenmerken ("aardig zijn", "hard werkend zijn", e,d.) om kenmerken als inkomen, beroep, opleiding, partijvoorkeur, etc., Neem hiervoor nog eens de genoemde "nephew" van McMahon. Je weet, dat McMahon een aanhanger is van de Labour Party, dat hij sen geschoolde arbeider is, dat hij hard werkt, Bovendien is deze man aardig, is hij loyaal t,a.v. zijn vrienden e,d,. Je veronderstelt dan tevens, dat die "nephew" ook aan deze kenmerken voldoet, Op deze wijze plaats je iemand niet uit-sluitend naar wie hij is, maar tevens plaats je hem.naar ~

hij is. Of beter gezegd, naar de veronderstelling t.a.v. wat hij is. Dit doe je zonder de ander direct naar zijn oplei-ding, zijn beroep, zijn partijvoorkeur e,d. te vragen. Je kent hem dan. D,w,z. je weet hiermee op welke wijze je je t.a. v. hem moet gedragen. Op deze wijze was ik in Cathair na hab-hann niet ui tslui tend de schoonzoon van.,•••, de man van •• , ••

(31)

-26-maar terwij 1 men sen ui triepen "I know you", maakten zij

(in-dien ik hen reeds vaker gezien had, anders zouden zij het niet zo openlijk zeggen) tijdens het traceren opmerkingen tegen mij a.ls: ''You married money", "jij bent een kapitalist", e.d. en kreeg ik soma uitgebreid de bezittingen van mijn schoonfami~

lie te horen. M.a.w. om nog eens op de door Boissevain geci-teerde uitspraak terug te komen. Deze was: Tell me who your friends are that I may tell you who you are". In Cathair na habhann kan dit a.angevuld met: "En omdat ik weet

.!!!!i

die vrienden zijn, weet ik ook wat jij bent."

Bij de traditionele vorm van "tracing" ga.at het uitslui-tend om het vaststellen van bloedverwantschapsrelaties. Het is "going by families", In een ontmoeting met een onbekende is het daarom het mooiste om bloedverwantschap tussen hem en jezelf vast te stellen.2) Ook in Cathair na habhann is dit nog steeds !!!!;manier van traceren. Dit gegeven maakt begrijpe-lijk, waa.rom een oudere vrouw, die ik reeds jarenlang kende, kon beweren, dat zij mij eigenlijk niet kende. Zij kende n.l. geen bloedverwanten, doch uitsluitend aanverwanten van mij. Zoals ook een meisje een van haar baste vreindinnen eens om-schreef a.ls een "onbekende". Die vriendin kwam n.l. uit een antler deel van Ierland en had geen bloedverwanten in de stad. Na.a.st deze pure vorm van traceren gebruiken inwoners in het d.agelijks leven in Cathair na habhann tevens a.anverwant-schapsrelaties, vriendschapsrelaties en zelfs meer opper-vlakkige "face-to-face" relaties om anderen te plaatsen. Traceren vertoont daardoor verschillende relationele prin-cipes, die afwisselend gebruikt kunnen warden. Een eenvou-dig voorbeeldje geeft de volgende figuur. Hierin traceert een vader (ego) een vriendin van zijn dochter. (Zie figuur l pagina 27). Een dergelijke uitbreiding van "tracing" betekent

in feite, dat vrijwel iedereen door iedereen in Cathair na habhann te traceren is. M.a.w. iedereen "kent" iedereen.

Maar waa.rom hebben Cathair na habhanners zo'n belang-stelling voor wie de ander is, voor welke relaties de ander heeft? Ik zie hiervoor drie nauw verbonden redenen, In de eerste plaata neemt iemand kennen onzekerheid weg, Jongkind schreef Mangin a.anhalend:

(32)

figuur l.

Ego

traceert de vriendin van zijn dochter. Ego's dochter is bevriend met ego's-broer's-vrouw's-vriendin's-dochter.

e

..

____

"":

_________

...

__ _

ter d.ochter·.'-s

-vrl.en<Un

''There is considerable personal security involved in assoc~ating wit~ fsmili~ people, ev~ if many are disliked ••••• (Jongkind n.d.: 16)

Nu gaat het in deze uitspra.ak om mensen, die elkaar, wat ik noemde, objectief kennen, maar het is vermoedelijk een

fun-damentele menselijke reactie om het "elkaar kennen" via tus-senpersonen uit te breiden tot mensen, die onbekend zijn. Vester stelde in dit verband:

"Bij de kennismsking met onbekende mensen, maakt het een wezenlijk verschil of de onbekende wordt "binnengebracht" door een vertrouwd iemand: een vreemde die door een kennis wordt voor&'esteld, is eigenlijk al geen vreemde meer •••••" {Vester 1976: 106)

"Tracing"verschilt hier slechts van naar het gegeven, dat bij "tracing" de tussenperaoon op de achtergrond blijft. Immers via "sizing up", waarin ~tracing" een rol speelt, wordt ge-bruik gemaskt van een wederzijdse bekende niet a.anwezige der-de om der-de ender-der in categorieen te plaatsen ("placing"), zodat je weet, hoe je je tegenover die ender moet gedragen. Door-dat je de ander op deze wijze "kent" wordt onzekerheid weg-genomen.

Een tweede reden, waarom Cathair na habhanners zo'n belangstelling hebben voor "tracing", is het volgende, Ala

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Comité pleit er echter voor dat factor kapitaal, kunnen een brug slaan tussen die twee slechts er een grotere samenhang tussen die maatregelen tot stand ogenschijnlijk

Laten we duidelijk zijn: psychisch lijden is reëel en kan minstens even zwaar zijn als

Zo onderschrijft 43 procent van de inwoners uit de zes regio dat “Mijn gemeente meer moet doen om mensen met schulden financieel te helpen”; 49 procent van de stedelingen is

Een zeer lage rapporteringstolerantie kan er anderzijds toe leiden dat de gemeenteraad wordt geïnformeerd over fouten en onzekerheden die voor de gemeenteraad van ondergeschikt

W ANNEER wij eerlijk zijn, moeten wij erkennen, dat Erasmus in onze geschiedenis weliswaar een grote rol gespeeld heeft, maar dat zijn werk tegenwoordig bij de meerderheid van

De vraag van het begin – ‘wat moeten wij doen?’ – vat ik in dit artikel op als het in- nerlijke moeten dat patiënten en hun naas- ten kunnen ervaren in een grenssituatie,

De boom is weinig in cultuur en wordt vaak verwisseld met zijn neef Amelanchier laevis, die altijd kale bladeren heeft en altijd smakelijke en sappige vruchten.. Amelanchier

Als je die weghaalt, houd je de twee grijze rechthoeken over; die hebben daarom ook gelijke oppervlakte.. ad en bc zijn de oppervlakten van de grijze rechthoeken; volgens vraag