AFZETTINGEN WTKG 23(4), 2002 74
Pinksteren 2002: Ferme de L’Orme
en
het
boordenknoopje
Henk Mulder*
Gelukkig
is het weldroog
maarniet altewarm, wanthet is dankbaar maar hard werken. Aan het eindvan de
zaterdagmiddag zijn
Stefsaanhanger
enmijn Laguna
alaardig gevuld
met volle zakken Lutetien IIIgruis.
Zon-dag spitten
weverder,
maaromdaterniet veel ruimtemeeris in
mijn
auto,zeef ik eerst meteengrove zeefenzoek dat zeefsel terplekke
uit: erontstaat naast deput een enormeberg Turritella’s,
als een monument voor de WTKG. Hetfijne
zeefselgaat uiteraardmee naarhuis. Inmiddels moet ik minstens 100jaar worden,
zoveelstaaternogtewachtenom
uitgezocht
teworden.Zondagmiddag
ziterietsspectaculairs
inmijn
zeef:tus-sen het Ferme III
gruis
zit eendonkergroen
boorden-knoopje. Kennelijk
waser45.000.000jaar geleden
aleenvergevorderde
menselijke beschaving;
Lucy,
de Java mens, deNeanderthaler,
zezijn
ineenklap
vangisteren
ofvaneergisteren.
Ik zal nooitmeerartikeltjes
voorAf-zettingen
hoeventeschrijven,
metalmijn
eredoctoraten zal ik Ruwhelpt
Stefmij
uit de droom: optwee meterdiepte
hebbenwe een kuil van de WTKG Paas-excursie 2000aangesneden.
Als iemand sindsdieneengroen
boordknoopje mist,
laat hetmij
danweten.Halverwege
demiddag
gravenweenkele tientallen
me-ters
verderop
inLutetienII zand. Met debovenstegrond
gooien
we eenkuil dichtvaneerderegruisgravers
waarineenheel klein
hertje ligt
tevergaan:eenfossiele variantop het
spreekwoord:
als het kalf verdronkenis,dempt
men deput.Eindvande
middag
alswebijna
moetenstoppenomdat de auto’s vol zittenendeputenwijzelfzijn uitgeput,
krij-gen
wij hoog
bezoek. Driegeüniformeerde
enbewapende
Franse boswachtersleggen
ons uit datwezwaar inover-treding zijn,
dat bodemschatten in debodemthuis horenenniet inonze
zakken,
etcetera,et cetera. Eerstzijn
ze er zelfsvanovertuigd
datwevoorde handelbezig zijn
van-wegede
diepe
kuilendeenormeberg uitgezeefde
Turri-tella’s is. Ze eisenidentiteitspapieren
enschrijven
pro-cessen-verbaal
verluchtigd
metvele foto’s. Heelevenheb ikeenflits,
3tegen 3,
eengrote diepe kuil, wij
hebben houwelenenscheppen;
zullenwe ze eenstaatsbegrafenis
geven?
Maar StefenAndrézijn
vastveeltenetjes,
enik ben ook veelnetterdan dat ik eruit zie. Bovendienzijn
de drie Fransenbewapend.
Terwijl
iknaardeautoloop,
metvoor enachterme eenbegeleider,
bel ik stiekemmijn
vrouwdie opeencamping
in de buurt op me wacht. Ikleg
uit dat weopgebracht
worden maar dat ik nietmeerkan zeggenwant dat ikwaarschijnlijk
recht heb op slechtsééntelefoontje.
Dus als ze mebetrappen
heb ikwellichtdat rechtverspeeld.
We
scheppen
als bezetenen de kuil dichtmetal het mate-riaal dateromheenligt.
Weproberen
eengoede
indruktemaken,
misschienmogenwedan toch wat houden. Maar
neen,Stefmoet metde
kruiwagen
naarzijn aanhanger
endaar de zakken
gruis
uit halenenterugbrengen
naarde kuil. Tenslottemoetikmetdekruiwagen
naarmijn
auto; ook diemoetleeg.
Maar ik ben echt helemaalop: tweedagen
lekker maarkeihard gegravenengezeefd.
Nu ineenhalfuur keihard alles weer
teruggegooid.
Ik doeeenuiterste
poging bij
detweemeterlange, kale,
metgeweerbewapende
Fransman. Inmijn
beste schoolffansleg
ik uit dat ik echt nietmeerkan. Ikvraageengeweldige boete,
desnoods deguillotine
als ik maarniet die negen balengruis
terug naardekuil hoefte zeulen. Enwat doet die Fransman?Hij
ziet dat ik echtaanhet eindvanmijn
La-tijn
enmijn
Frans ben enhij zegt:
‘Ik zie datu nietmeerkunt;
ik zal de zakkenterugbrengen’.
Met de laatste rit metdekruiwagen
loop
ik mee naarde kuil dienugeen kuil meer is.Halfgemeend
bedank ik dekaleFransmanvoorhet feit dat
hij mijn
zakkenleegstort.
Nadatze ons
duidelijk
hebbengemaakt
dateenvolgende
keer deguillotine
wel het minste is wat onstewachten staat,nemen wehartelijk
afscheid.Wordt
vervolgd???
*Henk
Mulder, Rijnweg 52,
2681 SPMonster,
tel0174-213079,
emailhjmulder@kahelfoon.nl
Geen WTKG Paasexcursie dit
jaar,
zoalstweej
aargele-dennaarFerme de 1’Orme. Daaromontmoetendrie heren die het echt niet kunnen
laten,
elkaarmetPasen 2002.In-derdaad,
in Ferme de 1’Orme:wegenssucces
geprolon-geerd:
StefMermuys,
André Jansenenondergetekende.
Zaterdagmorgen
treffenwij
elkaar in het struweel vanFerme: ik
loop
daar aleentijdje rond;
StefenAndrézijn
alineenbos in Villiers-Saint-Fredericwezenkijken.
Voorzeiets konden doenwaren ze al