• No results found

White paper en rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2014-2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "White paper en rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2014-2018"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ontwikkelingen

in de zorg

(2)

Zorginstituut Nederland publiceert elk jaar het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw over kostenontwikkelingen van het te verze-keren pakket. Dit rapport analyseert de kosten over een reeks van jaren. Informatie waarmee het mogelijk is vast te stellen welke trends zich voordoen in de kostenontwikkeling van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dit is kennis die gebruikt wordt bij het (beter) organiseren van zorg, een speerpunt in het beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Om niet alleen nu maar ook in de toekomst te kunnen waarborgen dat iedere Nederlander toegang houdt tot goede zorg - tegen betaalbare kosten.

De Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2014-2018 van het Zorginstituut is een omvangrijk rapport. Deze samenvatting belicht een aantal van de meest opvallende kostenontwikkelingen, voorzien van context.

Detailinformatie en meerjarenanalyses

Het Zorginstituut ontvangt en analyseert alle declaratiedata voor verzekerde zorg van zorg- verzekeraars. Het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2014-2018 bevat detailinformatie en meerjarenanalyses over de kosten van zorg die behoren tot het verzekerde pakket. Het rapport bevat vergelijkingen en trendanalyses op basis van de kosten tussen 2014 en 2018. Dat levert

informatie op die de overheid en partijen in de zorg beter in staat stelt om de uitdagingen van het zorgstelsel proactief aan te pakken.

Zorg in de regio

Deze samenvatting belicht de kostenontwikkeling in de huisartsenzorg, eerstelijnsverblijf (kort-durend verblijf in een zorginstelling, geen zie-kenhuis) en de geriatrische revalidatiezorg. Deze zorgsectoren hebben veel te maken met ouderen en chronisch zieken en kunnen een belangrijke rol spelen bij de organiseerbaarheid van zorg. In zijn Miljoenen nota 2020 geeft het kabinet aan bij de organiseerbaarheid van zorg een belangrijke rol te zien voor de regio. Het Zorginstituut laat zien dat de afgelopen jaren vooruitgang is geboekt. Om de zorg dichterbij patiënten te brengen, houden steeds meer huisartsen zich bezig met innovatieve zorg zoals eHealth en meekijk-consulten. Wanneer een patiënt tijdelijk niet thuis kan verblijven, voorkomt kortdurend eerstelijns-verblijf dat er onnodig gebruik wordt gemaakt van (dure) ziekenhuisbedden. Het gebruik van eerstelijnsverblijf is de laatste jaren sterk toe-genomen. Vaak hangt eerstelijnsverblijf samen met revalidatiezorg. In de geriatrische revalidatie-zorg wordt als gevolg van de ontwikkelingen van de afgelopen jaren momenteel gekeken hoe de combinatie zorg en verblijf efficiënter voor de patiënt kan worden geregeld.

Meer mensen met chronische

aandoeningen

Het Nederlandse zorgstelsel is gebaseerd op solidariteit. Doordat alle Nederlanders gezamenlijk zorgkosten voor elkaar betalen is zorg toegankelijk voor iedereen: rijk en arm, jong en oud, gezond en ziek. De betaalbaarheid van het zorgstelsel staat echter onder druk. Onder meer door de vergrijzing stijgt het aantal mensen met chronische aandoeningen. Anders en beter organiseren van zorg is nodig om grip te kunnen houden op deze ontwikkelingen zodat

de toegankelijkheid van zorg behouden blijft. Om hierin de juiste beslissingen te kunnen nemen, is kwalitatief goede informatie over de zorgontwikkelingen van de afgelopen jaren, noodzakelijk om goed te kunnen sturen op toekomstige ontwikkelingen.

De afgelopen jaren is

vooruitgang geboekt bij

het beter organiseren van

zorg in de regio.

Welke stappen zijn al gezet bij

het beter organiseren van zorg?

(3)

Regio’s laten verschillen zien

Per regio verschilt het aantal mensen dat zorg nodig heeft en een regiospecifieke aanpak van de organisatie van zorg is daarmee zinvol. Provincies met een relatief jonge bevolking, zoals Utrecht of Flevoland, hebben gemiddeld lagere zorgkosten dan provincies waar veel ouderen wonen, zoals Limburg of Drenthe. Daar zijn als gevolg van de vergrijzing een toenemend aantal kwetsbare ouderen en ouderen die chronisch ziek zijn. De analyses van het Zorg instituut (figuur 1) laten zien dat er per regio grote verschillen zijn.

figuur 1 | de gemiddelde zorgkosten per burger

voor de jaren 2014-2018 per provincie uitgesplitst en landelijk gemiddelde lasten zvw per burger (euro’s)

2014 2018 Groningen € 2.294 € 3.028 Friesland € 2.339 € 3.005 Drenthe € 2.385 € 3.202 Overijssel € 2.292 € 2.852 Gelderland € 2.181 € 2.857 Flevoland € 2.207 € 2.498 Noord-Holland € 2.386 € 2.701 Zuid-Holland € 2.448 € 2.796 Utrecht € 2.536 € 2.641 Noord-Brabant € 2.341 € 2.849 Zeeland € 2.353 € 3.073 Limburg € 2.764 € 3.297

+18%

+31%

+15%

+20%

+20%

+29%

+19%

+19%

+21%

+22%

+26%

+24%

Landelijk

2014 | € 2.377 2018 | € 2.900

+22%

(4)

Eerstelijnsverblijf

jonge Nederlanders

is duurder van die

van ouderen.

(5)

De juiste zorg op de juiste plek

Binnen de huisartsenzorg wordt er steeds meer multidisciplinaire zorg geleverd, wat onder meer inhoudt dat de huisarts als coördinerende zorg-verlener andere zorgzorg-verleners kan inschakelen (zie figuur 2). Het gaat hierbij onder meer om chroni-sche ziekten met grote patiëntenpopulaties zoals diabetes, COPD of cardiovasculair risicomanage-ment. Het aantal patiënten dat gebruikt maakt van multidisciplinaire zorg via de huisarts nam in de onderzochte vijf jaar toe van 3,7 miljoen in 2014 naar 6,2 miljoen in 2018.

Dat is een jaarlijkse stijging van ongeveer 10 pro-cent over deze periode. Bij multidisciplinaire zorg verloopt de bekostiging van zorg via het budget van de huisarts. Met het programma ‘De juiste zorg op de juiste plek’ wil het ministerie van VWS bewerkstelligen dat huisartsen meer multidiscipli-naire zorg gaan bieden aan patiënten met minder complexe problematiek. Hiermee moeten zieken-huizen worden ontlast. Voor patiënten betekent dit, dat veel (meer) zorg dichter bij huis geregeld wordt. Voor ziekenhuizen betekent een uitbreiding van de huisartsenzorg meer ruimte om zich te kunnen richten op complexe zorg.

Groeicategorieën in 2017 en 2018

In 2018 vond de grootste groei bij de huisartsen in de categorie resultaatbeloning en zorgvernieuwing plaats (zie figuur 3). Het gaat hierbij onder meer om kosten als gevolg van de overheveling van zorg van de tweede lijn (medisch specialisten) naar huisartsen in de eerste lijn (zogeheten substitutie van zorg), kosten van eHealth, meekijkconsulten, maar evenzeer de kosten van specifieke behandel-a f sprbehandel-aken tussen huisbehandel-artsen en verzekerbehandel-abehandel-ars voor bepaalde aandoeningen of patiëntengroepen.

figuur 2 | gebruikers multidisciplinaire zorg 2014 - 2018 verdeling kosten multidisciplinaire zorg 2018 in miljoenen euro’s

figuur 3 | groei van innovatieve zorgvormen bij huisartsen in miljoenen euro’s 2015 2016 2017 2018 € 600 € 500 € 400 € 300 € 200 € 100 8 mln 7 mln 6 mln 5 mln 3 mln 4 mln 2 mln 1 mln € 0 0 Multidisciplinaire zorg Overig Resultaatbeloning Zorgvernieuwing 2018 Innovatie: € 25,0

Opslag inschrijftarief M&I; € 14,2 Overig: € 240,0 Substitutie; € 47,7 Meekijkconsult; € 6,3 eHealth; € 0,8 Resultaatbeloning; € 35,3 3.734.455 4.480.737 4.668.045 5.152.943 6.152.520

2014 2015 2016 2017 2018 Multidisciplinaire zorg Diabetes Type 2/Cardiovasculair risicomanagement | € 366,3 Module geïntegreerde vasculair risicomanagement | € 71,1

(6)

Het succes van eerstelijnsverblijf

Sinds 2015 bestaat eerstelijnsverblijf in Neder-land, een zorgvorm bedoeld voor mensen die vanwege hun ziekte of aandoening tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Eerder moesten deze pati-enten in ziekenhuizen worden opgenomen en hielden ze dure ziekenhuisbedden bezet die bedoeld zijn voor mensen met een meer com-plexe problematiek. Sinds de intrede van eerste-lijnsverblijf kan een patiënt bijvoorbeeld tijdelijk verblijven in een verpleeghuis, wat de toegan-kelijkheid en betaalbaarheid van zorg ten goede komt. De figuren 4 en 5 tonen de grote toename van eerstelijnsverblijf tussen 2015 en 2018, zowel in aantallen gebruikers als in kosten. Jongere mensen (18-44 jaar) zijn wat duurder, omdat ze gemiddeld iets langer (46 dagen) gebruikmaken van het eerstelijnsverblijf dan ouderen (36 dagen). Van alle Nederlanders tussen 18 en 44 jaar maakte echter minder dan 1 procent gebruik van eerste-lijnsverblijf in de onderzochte jaren.

Het gebruik van

eerstelijnsverblijf

is de laatste jaren

sterk toegenomen.

figuur 4 | gemiddeld aantal dagen eerstelijnsverblijf

figuur 5a | kosten eerstelijnsverblijf uitgesplitst naar leeftijdscategorie - per cliënt

figuur 5b | dagen eerstelijnsverblijf uitgesplitst naar leveringsvorm

Palliatief terminale zorg Hoog complex Laag complex € 14.000 € 16.000 € 12.000 € 10.000 € 8.000 € 6.000 € 4.000 € 2.000 0 2015 2016 2017 2018 50.000 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 15.000 20.000 10.000 5.000 0 2015 2016 2017 2018 20.407 29.941 36.647 33.176 18-44 jaar 45-64 jaar 65-75 jaar 75-84 jaar 85 jaar en ouder 0 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 2015 2016 2017 2018 30,4% 25,4% 31,3% 31,1% 55,2% 61,3% 64,7% 56,6% 14,4% 13,3% 13,4% 12,3%

(7)

Gemiddeld verblijft

iemand 43 dagen in

eenzorginstelling voor

geriatrische revalidatiezorg.

(8)

Sterke stijging geriatrische revalidatiezorg

Het aantal ouderen dat gebruikmaakt van geriatrische revalidatiezorg (GRZ) is tussen 2014 en 2018 sterk gestegen (11 procent). De kosten van deze zorg (die net als eerstelijnsverblijf vanuit de Zvw wordt vergoed) zijn als gevolg van deze stijging met 10 procent toegenomen. Deze kostenstijging is onder meer een gevolg van de vergrijzing, maar een precieze duiding van het kostenverloop is lastig, omdat de GRZ sinds 2014 meerdere beleids- en administratieve ver-anderingen heeft ondergaan, zoals bijvoorbeeld de overheveling van GRZ vanuit de AWBZ naar de Zvw in 2013 en de invoering van een Diagnose Behandel Combinatie (DBC-systeem) voor het registreren en declareren van zorgkosten vanaf eind 2013.

Van de totale kosten van de geriatrische revalidatie zorg tussen 2014 en 2018, ging meer dan de helft naar botbreuken (trauma) bij ouderen en naar zorg en behandeling na een beroerte (CVA, zie ook figuur 6). GRZ is meestal in

combinatie met verblijf in een revalidatiecentrum. In 2018 waren er 2,2 miljoen overnachtingen binnen de GRZ; dit is een groei van 16 procent ten opzichte van 2014. Tussen 2015 en eind 2018 daalt het aantal lig dagen weer gestaag (figuur 7). Verschillende

beleids- en administratieve wijzigingen maken een goede vergelijking tussen de onderzochte jaren lastig. Gemiddeld verblijft iemand 43 dagen in een zorginstelling voor geriatrische revalidatie-zorg.

figuur 7 | verblijfsdagen binnen de geriatrische revalidatiezorg over de tijd figuur 6 | kosten binnen de geriatrische revalidatiezorg in 2018

in miljoenen euro’s 0 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 2014 2015 2016 2017 2018

Overig

(9)

Over Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland brengt periodiek een Verdiepende analyses zorglasten Zvw uit van zorglasten en zorg ontwikkelingen over een reeks achterliggende jaren. Op basis hiervan kunnen beleidsmakers voor de toekomst, trends beter duiden en gewenste ontwikkelingen sturen. Het Zorginstituut zet zich ervoor in dat iedereen van goede zorg verzekerd moet zijn. Niet meer dan nodig en niet minder dan nood zakelijk. De politiek bepaalt hoeveel geld er naar de zorg gaat. Het Zorginstituut heeft als wettelijke taak het beheer van de geldstromen in de Zorgverzekerings wet en de Wet langdurige zorg. Rijk en arm, jong en oud, gezond en ziek, in Nederland hebben wij allemaal toegang tot dezelfde, betaalbare zorg. Iedereen betaalt daaraan mee, via premies en belastingen. Of je nu veel zorg nodig hebt of weinig, je neemt verantwoordelijkheid voor elkaar. Die solidariteit is niet vanzelfsprekend. Voorwaarde is dat men-sen erop kunnen vertrouwen dat hun premiegeld weloverwogen en verstandig wordt besteed, en dat ze de keuzes daarachter begrijpen. Door de financiële data uit ons stelsel inzichtelijk te maken, draagt het Zorginstituut bij aan het beschikbaar en betaalbaar houden van kwalitatief goede zorg voor iedere burger.

Dit is een uitgave van

Zorginstituut Nederland Postbus 320 1110 AH Diemen

Contact

Jan-Willem Dik jdik@zinl.nl Maart 2020

De volledige inhoud van het rapport Verdiepende analyses zorglasten Zvw 2014-2018 is te downloaden via de website van Zorginstituut Nederland:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5311 5322 5331 5460 5450 5441 5431 5421 5413 5400 Kralingen Oost, Capelle aan den IJssel West Krimpen a/d Ijssel, Capelle a/d IJssel Zuid Nieuwerkerk a/d IJssel,

Van de 65 huisartsen die niet eerder bij LAREB gemeld hebben, hebben 28 (43%) nog nooit een vermoede bijwerking gemeld, terwijl 37 (57%) ooit gemeld hebben bij de Inspectie voor

Dit NHG-Standpunt heeft betrekking op de zorg voor patiënten met veelvoorkomende chronische aandoeningen in de huisartsenpraktijk, waarvan de kwaliteit is gediend met

Knelpunt: er is geen landelijke systematiek voor doseerinstructies. In de eerste lijn wordt de NHG- tabel Gebruiksvoorschrift gebruikt, in de tweede lijn gebruikt ieder iets

o Dementie, samenwerking tussen huisarts en specialist ouderengeneeskunde Martijn Heijens, specialist ouderengeneeskunde, stichting Curamus te Hulst en deelnemer

Brenda van der Meer, huisarts Kaderarts beleid en beheer Transmuraal medische coördinator... Doel

Uit de eerste analyses komen verschillende handelingen naar voren die door zorgverleners als belangrijk gezien worden, maar waarvan zij niet goed kunnen aange- ven waarom ze

Het college dient voor de gemeenteraad op hoofdlijnen inzichtelijk te maken wat de mate van doelrealisatie in het nieuwe jeugdbeleid is;g. Het college dient de raad met regelmaat