• No results found

De invloed van seksueel expliciet internet materiaal op seksuele attitudes en seksueel gedrag bij adolescenten en jong volwassenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van seksueel expliciet internet materiaal op seksuele attitudes en seksueel gedrag bij adolescenten en jong volwassenen"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Invloed van Seksueel Expliciet Internet Materiaal op Seksuele Attitudes

en Seksueel Gedrag bij Adolescenten en Jong Volwassenen

Fiorella Colantuono 10168915

Bachelorthese Sociale Psychologie Tim Faber

Universiteit van Amsterdam 2 december 2014

(2)

Abstract

Vrijwel iedereen consumeert pornografie, maar invloeden van Seksueel Expliciet Internet Materiaal (SEIM) op seksistische attitudes en gedrag zijn nog onduidelijk. In deze review wordt gekeken naar de invloed van SEIM op het beeld van het eigen seksleven, seksistische

attitudes ten opzichte van (de andere) sekse en risicovol seksueel gedrag. Hogere SEIM-consumptie leidt tot onzekerheid, minder tevredenheid met de seksuele relatie en sterkere seksistische attitudes; het idee van vrouw als seksobject, ten opzichte van vrouwen. SEIM-consumptie wordt in verband gebracht met risicovolle seksuele gedragingen zoals anale en

incidentele seks (zonder condoom), maar de algehele invloed is onduidelijk aangezien verschillende definities van risicovol seksueel gedrag gebruikt worden. SEIM-consumptie is

zodoende van invloed op seksistische attitudes en gedrag maar operationalisaties van constructen dienen passender bedacht en beter uitgevoerd te worden zodat resultaten in dit

onderzoeksveld beter vergeleken en gegeneraliseerd kunnen worden. Verder onderzoek is geboden.

(3)

De Invloed van Seksueel Expliciet Internet Materiaal op Seksuele Attitudes en Seksueel Gedrag bij Adolescenten en Jong Volwassenen

In verschillende culturen over de hele wereld wordt pornografie geconsumeerd (Hald, Seaman & Linz, 2012) in het bijzonder door adolescenten en jong volwassenen (Hald,

Kuyper, Adam & De Wit, 2013). Interesse naar de invloed van pornografie stijgt, met als resultaat de oprichting van het eerste wetenschappelijke pornografie tijdschrift in 2014: ‘Porn

Studies’ door Taylor & Francis, waarin onderzoeken op dit gebied gebundeld kunnen worden.

Het merendeel van pornografische beelden, oftewel Seksueel Expliciet Materiaal (Sexually

Explicit Material, SEM), wordt verkregen via het internet (Buzzell, 2005; Fisher & Barak,

2001). Seksueel Expliciet Internet Materiaal (Sexually Explicit Internet Material, SEIM) is professioneel of amateuristisch (audio)visueel materiaal op of van het internet waarin

duidelijk seksuele activiteiten getoond worden waarin genitaliën (in staat van opwinding) en close-ups te zien zijn van orale, anale en vaginale penetratie, die bedoeld zijn om de gebruiker op te winden (Peter & Valkenburg, 2006; 2009a; 2009b; 2010; 2011a; 2011b). Ruim 96% van de adolescenten heeft toegang tot het internet (Braun-Courville & Rojas, 2009) en daarnaast is de toegang tot seksueel expliciet materiaal via internet de afgelopen tien jaar enorm

toegenomen doordat seks via internet gemakkelijk te vinden is (Buzzell, 2005). Tevens is het internet in populariteit gestegen ten opzichte van andere bronnen van seksueel expliciet materiaal, omdat het betaalbaar (voornamelijk gratis) en anoniem is (Peter & Valkenburg, 2006).

Seksueel expliciet internet materiaal wordt zodoende alom geconsumeerd, maar wat de invloed is op attitudes en gedrag is nog niet volledig duidelijk. Mannen consumeren meer SEIM dan vrouwen (Morgan, 2011; Peter & Valkenburg, 2006; 2009) en bepaalde

karaktertrekken worden geassocieerd met een hogere consumptie van SEM zoals een grote drang naar sensatie, een hoge seksuele interesse en een lage levenstevredenheid (Peter &

(4)

Valkenburg, 2006). Ook selecteert men SEM dat congruent is met de seksuele voorkeuren (Fisher & Barak, 2001).

Eerder onderzoek werd voornamelijk gedaan naar het verband tussen SEM en seksueel geweld (Bensimon, 2007; Malamuth, Addison & Koss, 2000; Marshall, 1988) of

seksverslavingen (Cooper, Delmonico & Burg, 2000). Onderzoek op dit gebied is echter veelal gedateerd door de technologische vooruitgang (Morgan, 2011) met name door de toenemende mate waarin internet, in tegenstelling tot andere media, tegenwoordig gebruikt wordt als bron voor SEM (Buzzell, 2005). Hierdoor wordt er door wetenschappers in het onderzoeksveld al geruime tijd benadrukt dat de invloed van SEIM op attitudes en gedrag verder en beter onderzocht dient te worden (Brown, 2000; Fisher & Barak, 2001; Thornburgh & Lin, 2002).

Volgens Bandura’s Social Learning Theory (1986) zou SEIM van invloed kunnen zijn op attitudes en gedrag doordat het rolmodellen, leeromgevingen en scenario’s weergeeft waarin bepaald seksueel gedrag, gender stereotypes, seksrollen en/of attitudes geuit of doorgegeven worden die vervolgens bij de gebruiker aangemoedigd en versterkt kunnen worden. Deze sociale leerprocessen beïnvloeden volgens de Sexual Script Theory van Simon en Gagnon (1973) de seksuele scripts waardoor ze invloed kunnen hebben op gedrag (Hald et al., 2013). Seksuele interacties beïnvloeden de seksuele scripts en de evaluatie daarvan in seksuele situaties (bv. wanneer is een situatie seksueel), seksueel gedrag (bv. wat te doen wanneer men seks heeft) en in de evaluatie van seksuele relaties (bv. wat is ‘goede’ seks - Hald et al., 2013). De expliciete beelden, de onderliggende boodschap, de normatieve structuur en de seksuele gedragingen kunnen zo de affectieve, cognitieve en gedragsmatige aspecten van seks beïnvloeden (Hald et al., 2013), vooral als deze nog niet zo sterk

(5)

Om te onderzoeken in hoeverre SEIM van invloed is op adolescenten en jong volwassenen zal er in deze review gekeken worden naar de invloed van SEIM op drie dimensies. In de eerste paragraaf zal gekeken worden naar de invloed op het beeld van het eigen seksleven, in de tweede paragraaf naar de invloed op seksistische attitudes ten opzichte van (de andere) sekse en in de derde paragraaf naar de invloed van SEIM op risicovol

seksueel gedrag. Er zal gekeken worden naar adolescenten en jong volwassenen omdat dit de meest onderzochte groepen zijn op dit gebied, aangezien hun seksuele zelf nog in

ontwikkeling is en in deze leeftijdsfase de affectieve en normatieve structuren rondom seks gevormd worden (Hald et al., 2013). Het is van belang de invloed van SEIM verder te onderzoeken omdat er een beeld heerst dat het hierbij zou draaien om affectieloze seks, mannelijke dominantie en objectificatie van vrouwen (Brosius, Weaver & Staab, 1993; Cowan & Campbell, 1994; Ertel, 1990). Tevens kan SEM seksistische en daaraan gerelateerde attitudes bevorderen (Hald, Malamuth & Lange, 2013) omdat het vaak geassocieerd wordt met seksisme: het hebben van negatieve attitudes ten opzichte van vrouwen of mannen, zoals vijandigheid, negatieve vooroordelen en stereotypes (Allport, 1954). SEIM-consumptie heeft maatschappelijke gevolgen voor het beeld van het eigen seksleven, seksistische attitudes en risicovol gedrag. Men dient hier meer over te weten zodat adolescenten en jong volwassenen bewust gemaakt, geïnformeerd en beschermd kunnen worden tegen eventuele negatieve effecten van SEIM-consumptie zoals seksuele

ontevredenheid, de versterking van seksistische attitudes en gevolgen van risicovol seksueel gedrag op de gezondheid.

(6)

In Hoeverre is Seksueel Expliciet Internet Materiaal van Invloed op het Beeld van het Eigen Seksleven?

In SEIM worden overdreven seksuele handelingen en acties getoond (Brosius,

Weaver, & Staab, 1993; Jensen & Dines, 1998). Adolescenten zijn veelal te jong en onervaren op seksueel gebied om dit in perspectief te kunnen plaatsen (Strasburger & Donnerstein, 1999; Thornburgh & Lin, 2002) waardoor het denkbaar is dat er een invloed van SEIM-consumptie op het seksleven en de manier waarop men daarnaar kijkt bestaat. In deze

paragraaf wordt daarom gekeken in hoeverre SEIM van invloed is op het beeld van het eigen seksleven.

Allereerst toonden Peter en Valkenburg (2006) aan dat SEIM van invloed is op

recreatieve attitudes ten opzichte van seks bij adolescenten. Onder een recreatieve attitude ten opzichte van seks wordt seks als puur fysiek doeleinde zonder relationele verbindingen verstaan (Peter & Valkenburg, 2006). Peter en Valkenburg (2006) bekeken of SEIM van invloed was op de recreatieve attitude, en of deze invloed gemedieerd werd door perceived

realism: de mate waarin de adolescenten dachten dat het expliciete materiaal realistisch was.

Zij onderzochten SEIM-consumptie aan de hand van de vraag ‘kunt u aangeven hoe vaak u

gemiddeld in de afgelopen zes maanden seksueel internet materiaal in één van de volgende vormen hebt bekeken?’ met als gegeven vormen foto’s of video’s van genitaliën of personen

die seksuele handelingen uitvoeren. Antwoordmogelijkheden liepen van 1 (nooit) tot 6 (elke

dag). Uit de resultaten bleek dat mannen meer SEIM consumeren en dat voor hen, via perceived realism, sterkere recreatieve attitudes ten opzichte van seks gevonden worden dan

voor vrouwen. Mannelijke en vrouwelijke adolescenten die in de voorgaande periode van zes maanden meer SEIM consumeerden, vinden vaker dat seks een lichamelijke behoefte is en dat het geoorloofd is om met meerdere partners seks te hebben. Dit is afhankelijk van de mate waarin van SEIM over seksuele interacties geleerd kan worden en in welke mate het gelijkend

(7)

is aan echte seks (Peter & Valkenburg, 2006). Zo blijkt een positievere attitude ten opzichte van incidentele seks door SEIM-consumptie gestimuleerd te worden, waardoor seks meer gezien wordt als de vervulling van een behoefte dan een actie binnen relationeel verband (Peter & Valkenburg, 2006).

Hoe men tegen seks aankijkt verandert hierdoor deels. Daarnaast worden de eigen voorkeuren op seksueel gebied door SEIM onzekerder (Peter & Valkenburg, 2010). Peter en Valkenburg (2010) toonden namelijk aan dat hoe hoger de SEIM-consumptie is, hoe

onzekerder men was over eigen seksuele waardes en voorkeuren. Bij een hogere

betrokkenheid bij het SEIM (door veelvuldige consumptie) gaven mannelijke en vrouwelijke adolescenten en jong volwassen vaker aan dat zij onzeker waren over hun seksuele waardes en over wat zij wel en niet prettig vonden in seksuele interacties. Veelvuldige

SEIM-consumptie stimuleert zo, door een verhoogde betrokkenheid, seksuele onzekerheid (Peter en Valkenburg, 2010).

Zodoende verandert het beeld van het eigen seksleven evenals de functie van seks en de eigen behoeftes daarin. Daarnaast bleek uit de studie van Peter en Valkenburg (2009a) dat SEIM van invloed is op de tevredenheid met het seksleven. Uit de resultaten bleek dat

adolescenten, mannen en vrouwen, die in de afgelopen 6 maanden meer SEIM consumeerden, minder tevreden en minder gelukkig zijn met hun seksleven (Peter &Valkenburg, 2009a). Andersom consumeren degenen die minder gelukkig zijn met hun seksleven ook meer SEIM. Daarbij wordt de negatieve invloed van SEIM op de tevredenheid met het seksleven minder naarmate adolescenten meer seksuele ervaring hebben (Peter & Valkenburg, 2009a).

Seksuele tevredenheid wordt op deze manier negatief beïnvloedt door SEIM-consumptie, maar ook de romantische relatie wordt minder gewaardeerd (Morgan, 2011). Morgan (2011) toonde dit aan door (onder andere) naar de SEIM-consumptie te vragen. De

(8)

vraag ‘hoe vaak bekijk je pornografie?’ konden adolescenten en jong volwassenen

beantwoorden met antwoordmogelijkheden van 1 (nooit) tot 9 (meer dan één keer per dag). Uit de resultaten bleek dat mannen en vrouwen die meer SEM consumeren seksueel actiever zijn en op jongere leeftijd voor het eerst seks hebben. Daarnaast werd er een verband

gevonden tussen SEIM-consumptie en tevredenheid met de seksuele en romantische relatie (Morgan, 2011). Een hogere SEIM-consumptie voorspelde een lagere tevredenheid voor beiden. Zo zijn er verbanden tussen SEIM-consumptie en bepaalde seksuele handelingen en de evaluatie van de relatie (Morgan, 2011).

Uit voorgaande onderzoeken kan geconcludeerd worden dat SEIM van invloed is op het beeld van het eigen seksleven. Adolescenten en jong volwassenen die meer SEIM consumeren zijn onzekerder over hun eigen seksuele genot en voorkeuren (Peter & Valkenburg, 2010) en zijn minder tevreden met hun seksuele relatie (Peter & Valkenburg, 2009a). Ook is er een verband tussen hogere SEIM-consumptie en een lagere tevredenheid met romantische relaties (Morgan, 2011). Bovendien hebben mannen, afhankelijk van de mate van perceived realism, hogere recreatieve attitudes ten opzichte van seks dan vrouwen (Peter & Valkenburg, 2006). De invloed van SEIM-consumptie op de seksuele tevredenheid werd bepaald door seksuele ervaring wat erop duidt dat de onwetendheid van adolescenten, doordat zij nog in hun seksuele ontwikkeling verkeren, een cruciale rol speelt in de invloed van SEIM op het beeld van het eigen seksleven. Deze paragraaf heeft aangetoond dat SEIM van invloed is op het beeld van het eigen seksleven en dat hierbij bepaalde attitudes versterkt of veranderd worden. Attitudes bestaan van nature tussen personen, waardoor de invloed van SEIM op seksuele attitudes verder onderzocht zal worden door te kijken naar de invloed van SEIM-consumptie op de andere sekse. In de tweede paragraaf zal hier op ingegaan worden.

(9)

In Hoeverre is Seksueel Expliciet Internet Materiaal van Invloed op Seksistische Attitudes ten opzichte van (de Andere) Sekse?

Al geruime tijd bestaat er een controverse over of pornografie seksistische attitudes beïnvloedt (Hald, Malamuth & Lange, 2013) aangezien vrouwen in pornografie veelal

stereotypisch worden neergezet (Brosius, Weaver & Staab, 1993; Cowan & Campbell, 1994). Sommigen stellen dat pornografie genderongelijkheid bevordert, vrouwen onderdanig en als seksobjecten ten toon stelt en geweld jegens hen stimuleert (Dines, Jensen & Russo, 1998). Hierdoor zou SEIM-consumptie ervoor kunnen zorgen dat men (door deze op vrouwen gerichte focus) traditioneler naar genderrollen gaat kijken, op een meer stereotiepe manier gaat denken en er zodoende seksistische attitudes ontstaan of dat deze versterkt worden (Peter & Valkenburg, 2011). Seksisme wordt traditioneel gezien als het hebben van negatieve attitudes ten opzichte van vrouwen of mannen zoals vijandigheid, negatieve vooroordelen en stereotypes (Allport, 1954; Glick & Fiske, 1996). Het zou zo kunnen zijn dat men door

veelvuldige SEIM-consumptie deze stereotiepe uitingen en vooroordelen overneemt waardoor men de tegenovergestelde of eigen sekse anders gaat bekijken en benaderen. Daarom wordt in deze paragraaf gekeken naar de invloed van SEIM op seksistische attitudes ten opzichte van de andere sekse.

Er heerst zoals gezegd dus een idee dat in SEIM een ‘scheef’ of verkeerd beeld van de werkelijkheid weergegeven wordt, waarin genderongelijkheid bevorderd wordt (Klaassen & Peter, in press.). Om een accuraat beeld te schetsen van het materiaal dat bekeken wordt op internet onderzochten Klaassen en Peter (in press.) de 400 meest bekeken pornografische filmpjes van de populairste pornografische websites. Objectificatie werd onderzocht door de instrumentele aspecten (overwegende focus op de man/vrouw of seksuele handelingen van man/vrouw) en dehumanisatie te onderzoeken. Na classificatie bleek dat er vaker close-ups van vrouwelijke lichaamsdelen te zien waren dan van mannelijke, dat er meer close-ups

(10)

werden getoond van vrouwelijke seksuele handelingen en er minder aandacht was voor het vrouwelijke (in tegenstelling tot het mannelijke) genot (Klaassen & Peter, in press). Het populairste materiaal is blijkens het vorige dus sterk gericht op het mannelijke genot en daarnaast wordt de vrouw als instrument (voor seks) ten toon gesteld (Klaassen & Peter, in press.). Wat betreft de dehumanisatie valt te zeggen dat vrouwen even vaak seks initieerden als mannen, dat er vaker close-ups te zien waren van het gezicht van de vrouw en dat het gezicht van de man in het geheel minder vaak in beeld was dan het gezicht van de vrouw (Klaassen & Peter, in press). Zo kan bevestigd worden dat vrouwen in de meest bekeken pornografische scripts deels geobjectificeerd worden (Klaassen & Peter, in press.).

Het meest bekeken SEIM is zodoende veelal gericht op mannen en daarnaast draagt het zien van deze beelden (voor zowel mannen als vrouwen) bij aan het idee dat vrouwen seksobjecten zijn (Peter & Valkenburg, 2009b). Peter en Valkenburg (2009a) toonden aan dat vrouwen door SEIM-consumptie meer gezien worden als seksobjecten, wat wil zeggen dat het voor hen draait om het vrouwelijke uiterlijk, de vrouwelijke aantrekkelijkheid en de seksuele activiteiten waarbij de vrouw de mannelijke behoefte aan genot bevredigt (Frederickson & Roberts, 1997). Dit onderzochten zij door ‘adolescenten’ (13-20 jaar) vragen zoals ‘er is niets

mis met jongens die alleen geïnteresseerd zijn in meisjes als ze mooi zijn’, ‘seksueel actieve meisjes zijn aantrekkelijker als partners dan niet seksueel actieve meisjes’ en ‘onbewust willen meisjes overgehaald worden om seks te hebben’ te laten beantwoorden. Uit de

resultaten bleek dat er een wederkerige relatie tussen SEIM-consumptie, liking van het materiaal en het zien van vrouwen als seksobject bestaat. Hogere SEIM-consumptie versterkt het beeld dat vrouwen gebruikt worden voor seks. Andersom leidt een versterkt beeld van vrouwen die voor seks gebruikt worden ook tot een hogere consumptie van SEIM, hoewel dit alleen voor mannelijke adolescenten gevonden werd (Peter & Valkenburg, 2009b). Hierbij medieerde liking de wederkerige relatie, waarbij meer SEIM-consumptie de liking van het

(11)

materiaal verhoogde en daardoor het beeld van de vrouw als seksobject versterkt werd. Andersom kon het effect van het idee dat vrouwen seksobjecten zijn op SEIM-consumptie volledig verklaard worden door liking (Peter & Valkenburg, 2009b).

Voor mannen en vrouwen wordt derhalve het beeld versterkt dat vrouwen

seksobjecten zijn. Eveneens wordt het idee dat vrouwen overgehaald kunnen worden om seks te hebben kracht bijgezet (Peter & Valkenburg, 2011a). Het idee dat vrouwen in seksuele interacties altijd gewillig zijn, ook al zeggen of tonen ze dit niet, wordt veelal in SEIM getoond (Brosius, Weaver & Staab, 1993; Jensen & Dines, 1998). Hoewel vrouwen eerst weigeren in seksuele situaties, resulteert dit in SEIM toch in een bevredigend einde voor de man (Peter & Valkenburg, 2011a). Peter en Valkenburg (2011a) toonden aan dat dit

stereotiepe beeld door SEIM-consumptie voor jong volwassenen versterkt wordt. Aan de hand van vragen als ‘als meisjes ‘nee’ zeggen bedoelen ze meestal ‘ja’’ werd dit stereotiepe beeld gemeten. Adolescenten die vaker SEIM consumeren scoren niet hoger voor dit stereotiepe seksbeeld, terwijl dit voor volwassenen, mannen en vrouwen, die meer SEIM consumeren wel geldt (Peter & Valkenburg, 2011a). In tegenstelling tot de opvatting dat adolescenten

vatbaarder zouden zijn voor stereotiepe attitudevorming, blijken gender-stereotypes voor adolescenten minder geactiveerd te worden na SEIM-consumptie dan voor volwassenen (Peter & Valkenburg, 2011a).

SEIM-consumptie zorgt er dus voor dat stereotiepe beelden van vrouwen als seksuele, gewillige wezens bij mannen en vrouwen versterkt worden. Maar Hald, Malamuth en Lange (2013) toonden aan dat alleen voor mannen een hogere SEIM-consumptie minder egalitaire attitudes ten opzichte van vrouwen bevordert. Zij onderzochten of SEM ook met de positieve kant van seksisme, benevolent sexism, in verband kon worden gebracht, hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld stereotiepe vrouwelijke zachtaardigheid en stimulatie van

(12)

in de afgelopen 12 maanden SEM geconsumeerd hadden. Voor indicatie van seksisme moesten zij vragen beantwoorden over de rol die vrouwen in de maatschappij spelen. Daarnaast werden vragen beantwoord waarmee attitudes ten opzichte van vrouwen gemeten werden. Uit de resultaten bleek dat mannen hoger scoorden voor hostile sexism, de

traditionele opvatting van seksisme, en lager scoorden voor attitudes ten opzichte van vrouwen, wat beide impliceert dat een er een verband bestaat tussen SEIM-consumptie bij mannen en het beeld van traditionelere en conservatievere rechten en genderrollen voor vrouwen. Voor vrouwen werd hiervoor geen verband gevonden (Hald, Malamuth & Lange, 2013).

Uit voorgaande onderzoeken kan geconcludeerd worden dat de consumptie van SEIM deels van invloed is op de seksistische attitudes ten opzichte van (de andere) sekse. In het meest bekeken SEIM wordt meer aandacht besteed aan het mannelijke genot en worden er vaker close-ups van vrouwelijke lichaamsdelen in beeld gebracht, wat deels de objectificatie van vrouwen in de hand werkt (Klaassen & Peter, in press.). Ook doet SEIM jong

volwassenen, geen adolescenten, vaker geloven dat vrouwen over te halen zijn tot seks (Peter & Valkenburg, 2011). In het onderzoek van Peter en Valkenburg in 2009(b) werd echter voor een groep van 13 tot 20 jarigen, waaronder dus ook adolescenten, wel gevonden dat het beeld dat vrouwen seksobjecten zijn sterker werd, wat hier deels gemeten was door het idee dat vrouwen seksueel gewillig en over te halen zijn. Toch lijkt het duidelijk dat een stereotype beeld door SEIM-consumptie versterkt wordt en zo hostile seksistische attitudes ten opzichte van vrouwen bevorderd worden. Daarnaast hadden mannen meer seksistische attitudes ten opzichte van vrouwen en een meer traditionele kijk op genderrollen (Hald, Malamuth & Lange, 2013). Voor mannen lijkt SEIM-consumptie zodoende deels sterker van invloed te zijn op seksistische attitudes ten opzichte van de andere sekse. Ook vrouwen blijken ontvankelijk voor de invloed van SEIM waarbij zij zichzelf zien als seksobject en hun seksualiteit een

(13)

primaire rol speelt in relaties (Peter & Valkenburg, 2009b). Uit deze paragraaf komt naar voren dat seksistische attitudes ten opzichte van (de andere) sekse gestimuleerd worden door SEIM en zodoende van invloed zijn op interpersoonlijke verhoudingen. Hoe ver de invloed hiervan op het gedrag rijkt dient verder onderzocht te worden. In de derde paragraaf zal daarom gekeken worden naar de invloed van SEIM op risicovol seksueel gedrag.

In Hoeverre is Seksueel Expliciet Internet Materiaal van Invloed op Risicovol Seksueel Gedrag?

Een grote angst bij pornografie is dat het risicovol seksueel gedrag zou stimuleren, omdat er in SEIM veelal geen gebruik wordt gemaakt van voorbehoedsmiddelen en het vaker voorkomt dat ‘risicovol’ seksueel gedrag getoond wordt zoals anale seks, seks met meerdere partners en seks buiten de echtelijke relatie (Morgan, 2011; Braun-Courville & Rojas, 2009). Onder risicovol seksueel gedrag wordt seks verstaan waarbij de (reproductieve) gezondheid in gevaar wordt gebracht, bijvoorbeeld door het oplopen van infecties of seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) die eventueel tot onvruchtbaarheid kunnen leiden (Braun-Courville & Rojas, 2009). Ook kunnen voor risicovol seksueel gedrag bepaalde gedragingen onderzocht worden waarbij de risico’s groter zijn voor bijvoorbeeld een zwangerschap en geweld. Het is aannemelijk dat SEIM-consumptie van invloed is op risicovol seksueel gedrag wanneer dit in het materiaal getoond wordt, omdat dit door het leer- en imitatieproces volgens de Social

Learning Theory (Bandura, 1986) gemakkelijk een invloed kan hebben op de eigen seksuele

scripts en zich zo kan uiten in het eigen seksuele gedrag. In Amerika gaven mannen en vrouwen aan te leren over orale en anale seks uit pornografische films (Freeman-Longo, 2000). Hieruit zou een vertekend, risicovol beeld kunnen ontstaan, aangezien in

pornografische scènes bij penis-vagina penetratie alleen in 3%, en in penis-anus penetratie alleen in 10% van de gevallen een condoom wordt gebruikt (Grudzen et al., 2009).

(14)

Häggström-Nordin, Hanson en Tydén (2005) onderzochten de invloed van SEM op seksueel gedrag bij jong volwassenen. Mannen die vaker (elke dag of elke week) SEM consumeerden (het grootste deel verkregen van of op het internet) probeerden vaker scènes hieruit na te doen, deden vaker aan orale seks en aan incidentele seks met een bekende (niet binnen een liefdesrelatie) dan mannen die minder vaak SEM consumeerden (Häggström-Nordin et al., 2005). Van de mannen die meer SEM consumeerden bleek 29% voor hun 15e levensjaar seksuele handelingen uit te hebben gevoerd, in tegenstelling tot degenen die weinig pornografie consumeerden. Van hen voerde 18% seksuele handelingen uit voor het 15e levensjaar (Häggström-Nordin et al., 2005). 68% van de volwassenen had bij de laatste seksuele interactie een condoom gebruikt, waarvan dit bij anale seks maar 38.3% was (Häggström-Nordin et al., 2005).

Seksueel expliciet materiaal is zodoende van invloed op wat voor seksuele

handelingen er uitgevoerd worden en kan zo door de versterking van permissieve attitudes risicovol seksueel gedrag uitlokken (Courville & Rojas, 2009). In de studie van Braun-Courville en Rojas (2009) gaven adolescenten en jong volwassenen aan hoe vaak zij de afgelopen 3 maanden pornografische websites hadden bezocht, met als

antwoordmogelijkheden 1 (nooit) tot 4 (meer dan tien keer). Aan de hand van de volgende factoren werd in het onderzoek ‘risicovol’ seksueel gedrag gemeten: seks met meer dan één partner in de afgelopen 3 maanden, het gebruik van een condoom bij de laatste seksuele interactie, anale seks, gebruik van alcohol of andere verdovende middelen tijdens de laatste seksuele interactie, bedrijven of consumeren van prostitutie, het gebruik van internet om een sekspartner te vinden en een geschiedenis van seksueel overdraagbare aandoeningen (Braun-Courville & Rojas, 2009). Over deze gedragingen dienden de adolescenten en jong

volwassenen aan te geven of ze deze hadden uitgevoerd of mee in contact waren gekomen. Adolescenten en jong volwassenen die vaker SEIM consumeerden hadden vaker een

(15)

‘hoog-risico’ score (3 of meer risicovolle gedragingen) dan degenen die geen SEIM consumeerden, wat inhield dat zij meerdere sekspartners in de afgelopen drie maanden hadden, vaker alcohol of andere middelen gebruikten en aan anale seks deden (Braun-Courville & Rojas, 2009). Daarnaast hebben jongeren die SEIM consumeren hogere permissieve attitudes tegenover seks, zoals een positievere attitude ten opzichte van meer sekspartners en incidentele seks, in vergelijking met jongeren die dit niet consumeren (Braun-Courville & Rojas, 2009).

Door positievere permissieve attitudes doet men dus makkelijker aan bepaalde seksuele gedragingen waarbij gesteld wordt dat de risico’s, voor de gezondheid of voor geweld, hoger zijn. Ook Peter en Valkenburg (2011b) toonden aan dat het consumeren van pornografie een significante invloed had op risicovol seksueel gedrag. Volwassenen die meer SEIM consumeren hebben vaker seks zonder condoom met een onbekende partner dan volwassenen die minder SEIM consumeren (Peter & Valkenburg, 2011b). Dit in tegenstelling tot adolescenten waarbij de SEIM-consumptie niet significant van invloed was (Peter & Valkenburg, 2011b). Hoewel veelal wordt gedacht dat adolescenten ontvankelijker zijn voor de invloed van seksueel expliciet materiaal omdat hun normatieve en affectieve waarden minder sterk ontwikkeld zijn, blijkt dit hier niet. Voor volwassenen werd het effect van SEIM-consumptie op risicovol seksueel gedrag alleen gevonden voor mannen en niet voor vrouwen (Peter & Valkenburg, 2011b).

De invloed van SEIM is dus sterker voor mannelijke volwassenen. Sinkovic, Stulhofer en Bozic (2013) onderzochten of Sexual Sensation Seeking (SSS), de drive naar seksuele sensatie, een confounding variabel was bij deze invloed van SEM op risicovol seksueel gedrag. Uit de resultaten bleek dat de leeftijd waarop de jong volwassenen voor het eerst in aanraking kwamen met SEM een significante voorspeller was van risicovol seksueel gedrag en SSS hier geen significante invloed op had (Sinkovic et al., 2013). Hoe jonger zij voor het eerst in aanraking kwamen met SEM en hoe ouder zij nu waren, hoe meer risicovol seksueel

(16)

gedrag zij vertoonden (Sinkovic et al., 2013). Hoe jonger men voor het eerst met SEM in aanraking kwam, hoe hoger zij voor risico gedrag scoorden zoals seks zonder condoom en meerdere seks partners (Sinkovic et al., 2013). Daarnaast was 55.8% in een relatie en bleek slechts 32.3% van de volwassenen consistent een condoom te gebruiken tijdens

geslachtsgemeenschap (Sinkovic et al., 2013).

Uit de voorgaande onderzoeken blijken verbanden te bestaan tussen SEIM-consumptie en risicovol seksueel gedrag, maar er kan nog geen eenduidig beeld geschept worden over deze invloed. Zo zorgde SEIM-consumptie voor een hoger aantal risicovolle gedragingen (Braun-Courville & Rojas, 2009) en voor een hoger aantal seksuele interacties zonder condoom met een onbekende voor volwassen mannen, maar niet voor adolescenten (Peter & Valkenburg, 2011b). Daarnaast blijkt dat een groot deel van de adolescenten en jong

volwassen niet frequent condooms gebruikt tijdens geslachtsgemeenschap (Sinkovic et al., 2013) of anale seks (Häggström-Nordin et al., 2005) waardoor de kans op zwangerschap en infecties en de verspreiding van SOA’s verhoogd is.

Er valt een kritische noot te plaatsen bij de definities die verschillende onderzoekers gebruiken voor risicovol seksueel gedrag. Zo stellen Braun-Courville en Rojas (2009) bijvoorbeeld een ‘hoog-risico’ wanneer er door de kandidaat 3 risicovolle gedragingen uitgevoerd waren, waaronder het hebben gehad van meer dan één sekspartner in de afgelopen 3 maanden, het gebruik van verdovende middelen tijdens seks en anale seks. Daarnaast stellen zij dat SEIM leidt tot hogere permissieve attitudes die leiden tot meer risicovol seksueel gedrag zoals het hebben van meerdere partners en incidentele seks (Braun-Courville & Rojas, 2009). Er kunnen vraagtekens geplaatst worden bij het hebben van meer dan één sekspartner in de afgelopen drie maanden en in welke mate dit bijdraagt aan risicovol seksueel gedrag. Ook kan bij het gebruik van verdovende middelen gesteld worden dat het risicovolle situaties oplevert, evenals bij anale seks, maar er wordt niet gekeken hoe risicovol deze gedragingen

(17)

werkelijk zijn. Zo kijken Sinkovic et al. (2013) bijvoorbeeld naar ‘risicovol’ gedrag zoals meerdere sekspartners. De kans op zwangerschap en/of infecties en SOA’s kan wel verhoogd zijn in deze situaties, maar dan dient er ook naar het gebruik van voorbehoedsmiddelen in deze interacties gekeken te worden. Bij meerdere sekspartners en meerdere seksuele interacties is de cumulatieve kans op een zwangerschap of het oplopen van infecties of een SOA inderdaad groter (ook in de gevallen dat een SOA zich verspreidt terwijl er een condoom gebruikt wordt) maar om te concluderen dat deze interacties risicovol zijn is misschien wat overhaast. Immers, het hebben van geslachtsgemeenschap met een voorbehoedsmiddel verlaagt de kans op gezondheidsrisico’s.

Daarnaast zou het ook zo kunnen zijn dat seksuele interacties zonder condoom met de vaste partner verricht zijn, waarbij mogelijk bekend is of degene een infectie of SOA heeft en zij met dat weten mogelijk geen condoom gebruiken. In het onderzoek van Sinkovic et al. (2013) gaf 32.3% procent aan geen condoom te hebben gebruikt in de laatste seksuele interactie, en was 55.8% op dat moment in een relatie. Zonder de informatie of bij de desbetreffende interacties condooms zijn gebruikt en of de seksuele interacties in relationele verbanden plaatsvonden (en of hier wel of geen reden was voor condooms) kan niet geconcludeerd worden dat het ook daadwerkelijk om risicovol seksueel gedrag ging waarin de

(reproductieve) gezondheid in gevaar werd gebracht door infecties en verspreiding van SOA’s en of er een verhoogd risico op een zwangerschap was. Verder onderzoek dient hier meer uitsluitsel over te geven.

Conclusies en Discussie

In deze review werd gekeken in hoeverre seksueel expliciet materiaal van invloed is op seksuele attitudes en seksueel gedrag bij adolescenten en jong volwassen. Het blijkt dat

(18)

SEIM beïnvloedt hoe adolescenten en jong volwassenen naar hun eigen seksleven kijken, waarbij zij onzekerder zijn over hun eigen voorkeuren (Peter & Valkenburg, 2010) en seks meer gaan zien als een fysieke behoefte die ook los kan staan van liefde (Peter & Valkenburg, 2006). SEIM-consumptie zorgt daarnaast voor minder tevredenheid met het eigen seksleven, waarbij deze invloed sterker is voor degenen die weinig seksuele ervaring hebben dan voor degenen die seksueel ervarener zijn (Peter & Valkenburg, 2009a). Naast hun seksuele relaties gingen adolescenten en jong volwassenen door SEIM-consumptie ook hun romantische relaties negatiever zien (Morgan, 2011).

Het beeld van het eigen seksleven wordt zodoende door SEIM beïnvloedt, maar ook de manier waarop men naar (de andere) sekse kijkt is onderhevig aan beïnvloeding. In de populairste SEIM wordt de vrouw deels geobjectificeerd, waarbij voornamelijk close-ups van haar in beeld komen en er meer aandacht is voor het mannelijke genot (Klaassen & Peter, in press). SEIM stimuleert het idee, voor mannen en vrouwen, dat vrouwen seksobjecten zijn, waarbij hun seksualiteit cruciaal is en tevens een factor in hun aantrekkelijkheid vormt(Peter & Valkenburg, 2009b). Liking bleek hierbij een mediërende factor. Daarnaast wordt in veel SEIM de vrouw als gewillig neergezet, waardoor het beeld, voor volwassenen maar niet voor adolescenten, versterkt wordt dat vrouwen overgehaald kunnen worden om seks te hebben (Cowan & Campbell, 1994; Peter & Valkenburg, 2011). Zo blijken vrouwen evengoed als mannen onderhevig aan de invloed van SEIM op seksistische attitudes ten opzichte van de vrouw. Wel bleek dat SEIM alleen bij mannen de seksistische attitudes zo beïnvloedt dat zij voor traditionelere genderrollen en –rechten voor vrouwen waren (Hald, Malamuth & Lange, 2013). SEIM beïnvloedt op deze manier hoe men naar sekse kijkt, hoewel dit slechts eenzijdig onderzocht is: van de kijk van de man naar de vrouw. Vrouwen worden door zichzelf en door mannen stereotypischer gezien (Peter & Valkenburg, 2009b; 2011) en seksistische attitudes bij mannen worden bevorderd (Hald, Malamuth & Lange, 2013).

(19)

Naast de duidelijkere invloeden van SEIM-consumptie op het beeld van het eigen seksleven en seksistische attitudes ten opzichte van de vrouw, werd er een minder duidelijke invloed gevonden van SEIM op risicovol seksueel gedrag. Door SEIM-consumptie worden permissieve attitudes versterkt (Braun-Courville & Rojas, 2009) wat de weg vrij maakt voor meer risicovol seksueel gedrag, zoals anale seks (Braun-Courville & Rojas, 2009), incidentele seks (Häggström-Nordin et al., 2005), seks zonder condoom (Sinkovic et al., 2013), seks onder invloed van verdovende middelen (Braun-Courville & Rojas, 2009) en seks met een onbekende zonder condoom onder volwassenen (Peter & Valkenburg, 2011b). Daarnaast bleek er een verband tussen hoe jong men voor het eerst SEIM consumeerde en het aantal sekspartners (Sinkovic et al., 2013). Hoe meer SEIM geconsumeerd werd hoe jonger de leeftijd waarop voor het eerst seksuele interactie plaatsvond (Häggström-Nordin et al., 2005) en hoe meer sekspartners men in de afgelopen maanden had gehad (Braun-Courville & Rojas, 2009). Er worden zo meerdere verbanden tussen SEIM-consumptie en ‘risicovolle’ seksuele gedragingen gevonden, maar het onderzochte gedrag onder de noemer ‘risicovol’ is

discutabel. De gedragingen lopen zeer uiteen met risico’s voor verschillende problemen waardoor er nog geen eenduidige lijn in de resultaten is op dit gebied.

Het huidige onderzoeksveld naar de invloed van seksueel expliciet internet materiaal op attitudes en gedrag is nog tamelijk nieuw en dat is te merken. Er zijn een aantal

onderzoekers actief, maar veel recent onderzoek (van de laatste tien jaar) is niet uitgevoerd. Er vallen dan ook een aantal kanttekeningen bij de besproken onderzoeken te plaatsen. Ten eerste gebruiken niet alle besproken onderzoeken seksueel expliciet materiaal verkregen via het internet. In dit onderzoeksgebied zijn nog niet voldoende studies uitgevoerd waardoor er noodzakelijkerwijs ook onderzoeken geïncludeerd zijn waarin meerdere soorten SEM werden bekeken. Overigens werd in elk van deze onderzoeken wel aangetoond dat van de bestudeerde SEM vormen, internet altijd de hoogst genoten was (Morgan, 2011), met uitzondering voor

(20)

vrouwen in het onderzoek van Sinkovic et al. (2013) waarin SEM voornamelijk via de televisie werd geconsumeerd. Toch maakt de bespreking van deze onderzoeken het lastiger een conclusie te trekken, aangezien een deel van de gevonden effecten ook (gedeeltelijk) op andere vormen van SEM gebaseerd is zoals televisie, dvd’s of magazines. Het zou zo kunnen zijn dat SEM in of uit andere bronnen in andere situaties of door andere mensen wordt geconsumeerd, waardoor de resultaten in de huidige studie anders uitgevallen zijn dan wanneer er alleen naar SEM verkregen via internet gekeken zou zijn. Dit bemoeilijkt de generaliseerbaarheid van de resultaten en de getrokken conclusies.

Ten tweede is er doordat het nog een nieuw, weinig onderzocht gebied is nog geen gestandaardiseerde manier om bepaalde variabelen te onderzoeken. Elke onderzoeker operationaliseert de consumptie van SEIM op een eigen wijze, waardoor het lastig is een helder beeld te krijgen over de consumptie hiervan en de invloed daarvan op bepaalde constructen. Zo vragen Peter en Valkenburg (2006; 2009a; 2009b; 2010; 2011a; 2011b) naar SEIM-consumptie in de afgelopen zes maanden, met antwoordmogelijkheden van 1 (nooit) tot 7 (elke dag). Daarentegen vroegen Braun-Courville en Rojas (2009) naar de SEIM-consumptie in de afgelopen drie maanden, met antwoordmogelijkheden van 1 (nooit) tot 4

(tien keer of meer). Morgan (2011) bood op de vraag ‘hoe vaak kijk je pornografie’

antwoordmogelijkheden van 1 (nooit) tot 9 (meer dan één keer per dag). Hierbij is er nogal een groot verschil tussen de maximale optie bij Peter en Valkenburg (2006; 2009a; 2009b; 2010; 2011a; 2011b) en Morgan (2011), waarbij je aan kon geven dat je elke dag of zelfs meer dan één keer per dag SEIM consumeerde, en bij Braun-Courville en Rojas (2009) waar de maximale optie ‘meer dan 10 keer’ in de afgelopen drie maanden was. Toch concluderen de onderzoekers effecten van SEIM wanneer dit ‘meer’ wordt geconsumeerd, alleen betekent ‘meer’ in het ene onderzoek werkelijk meer dan in het andere onderzoek. De groep waarbij de hoogste SEIM-consumptie plaatsvindt, verschilt zo qua frequentie per onderzoek waardoor

(21)

het moeilijk is een helder beeld te krijgen over de uitkomsten, deze met elkaar te vergelijken en de resultaten te generaliseren.

Ten derde werd naast SEIM-consumptie ook, zoals eerder aangekaart, risicovol seksueel gedrag in verschillende studies verschillend onderzocht. Elke studie gebruikt een eigen definitie van risicovol seksueel gedrag met bijbehorende risicovolle gedragingen. Zo viel bij Häggström-Nordin et al. (2005) anale seks en incidentele seks onder risicovol seksueel gedrag en onderzochten Braun-Courville en Rojas (2009) dit onder andere door te kijken naar het gebruik van verdovende middelen tijden seksuele interacties. Naast dat risicovol seksueel gedrag anders bekeken wordt, wordt er dikwijls ook naar gedrag gekeken waarvan niet duidelijk is of het risicovol is. Zo bestempelden Braun-Courville en Rojas (2009) het hebben van meer dan één sekspartner in de afgelopen drie maanden als risicovol seksueel gedrag. Er wordt hier voorbijgegaan aan seksueel gedrag dat werkelijk risico’s met zich meebrengt, bijvoorbeeld voor de (reproductieve) gezondheid of voor zwangerschappen. Zoals eerder genoemd dient er gekeken te worden naar het gebruik van voorbehoedsmiddelen in deze seksuele situaties en of deze handelingen plaatsvinden binnen een romantische relatie. Het zou zo kunnen zijn dat tijdens de verschillende seksuele interacties constant gebruik wordt gemaakt van een voorbehoedsmiddel, wat de kans op zwangerschap en infecties en de overdraging van SOA’s (vrijwel) verhindert. Aangezien dit niet onderzocht is in de besproken onderzoeken zou het de resultaten wel eens vertekend kunnen hebben, waardoor de gevonden invloeden van SEIM op risicovol seksueel gedrag minder naar voren komen dan dat nu het geval is.

Ondanks verschillende kanttekeningen kan er geconcludeerd worden dat seksueel expliciet internet materiaal van invloed is op seksuele attitudes en seksueel gedrag bij

adolescenten en jong volwassenen. Zoals verwacht volgens Bandura’s (1986) Social Learning

(22)

aanpassingen in adolescenten en jong volwassenen hun scripts waardoor, volgens de Sexual

Script Theory van Simon en Gagnon (1973), hun seksuele attitudes en hun seksuele gedrag

wordt beïnvloedt. Nu al kunnen voorlichtingsprogramma’s aangepast of opgezet worden waarbij adolescenten en jong volwassen gewaarschuwd worden voor de effecten die SEIM op bijvoorbeeld de tevredenheid met de eigen seksuele en romantische relaties heeft. Daarnaast kunnen zij ook geïnformeerd worden over het sterker worden van seksistische en

stereotypische attitudes zodat de invloed daarvan verminderd kan worden.

Er zou meer onderzoek gedaan moeten worden naar de invloed van SEIM op attitudes ten opzichte van mannen omdat veel van het onderzoek gericht is op de invloed van

(seksistische) attitudes ten opzichte van vrouwen. Het is denkbaar dat door de overdreven acties en handelingen (Brosius, Weaver, & Staab, 1993; Jensen & Dines, 1998) en de veelal uitvergrote stereotypes in pornografie (Klaassen & Peter, in press.) ook seksisme ten opzichte van mannen gestimuleerd wordt. Hier zou in vervolgonderzoek naar gekeken moeten worden, zodat een duidelijker beeld geschept kan worden over de invloed van SEIM op seksistische attitudes ten opzichte van mannen. Daarnaast dient er meer onderzoek naar de invloed van SEIM op risicovol seksueel gedrag gedaan te worden, waarbij er ook gekeken wordt naar het daadwerkelijke gebruik van voorbehoedsmiddelen en naar seksueel gedrag binnen

romantische relaties. Wanneer meer duidelijk is over de invloed van SEIM kunnen eventuele negatieve invloeden op seksistische attitudes ten opzichte van mannen beter begrepen worden en kunnen adolescenten en jong volwassenen hierover geïnformeerd worden. Vrijwel iedereen in de wereld heeft toegang tot pornografie en consumeert dit of heeft dit ooit geconsumeerd, maar weinigen weten wat het precies met hen doet. In de toekomst dient men zich hier bewuster van te worden zodat interesse, genot en leren gecombineerd kunnen worden.

(23)

Literatuurlijst

Allport, G. W. (1954). The nature of prejudice. Reading, MA: Addison-Wesley.

Bandura, A. (1986). Social foundation of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.

Bensimon, P. (2007). The role of pornography in sexual offending. Sexual Addiction &

Compulsivity, 14, 95–117.

Braun-Courville, D. K., & Rojas, M. (2009). Exposure to sexually explicit web sites and adolescent sexual attitudes and behaviors. Journal of Adolescent Health, 45(2), 156-162.

Brosius, H. B., Weaver J. B., & Staab J. F. (1993). Exploring the social and sexual reality of contemporary pornography. Journal of Sex Research, 30, 161–170.

Brown, J. D. (2000). Adolescents’ sexual media diets. Journal of Adolescent Health, 27(2), 35–40.

Buzzell, T. (2005). The effects of sophistication, access, and monitoring on use of pornography in three technological contexts. Deviant Behavior, 26(2), 109–132.

Cooper, A., Delmonico, D. L., & Burg, R. (2000). Cybersex users, abusers, and compulsives: New findings and implications. Sexual Addiction & Compulsivity: The Journal of

Treatment and Prevention, 7(1-2), 5-29.

Cowan G., & Campbell R. R. (1994). Racism and sexism in interracial pornography: A content-analysis. Psychology of Women Quarterly, 18, 323–338.

(24)

Cowan, G., Lee, C., Levy, D., & Snyder, D. (1988). Dominance and inequality in X‐rated videocassettes. Psychology of Women Quarterly, 12(3), 299-311.

Ertel, H. (1990). Erotika und Pornographie: Repräsentative Befragung und

psychophysiologische langzeitstudie zu konsum und wirkung. Munich, Germany:

PVU.

Fisher, W. A., & Barak, A. (2001). Internet pornography: A social psychological perspective on Internet sexuality. Journal of Sex Research, 38(4), 312–323.

Fredrickson, B. L., & Roberts, T. A. (1997). Objectification theory: Toward understanding women’s lived experiences and mental health risks. Psychology of Women Quarterly, 21, 173–206.

Freeman-Longo, R. E. (2000). Children, teens, and sex on the Internet. Sexual Addiction &

Compulsivity: The Journal of Treatment and Prevention, 7(1-2), 75-90.

Glick, P., & Fiske, S. T. (1996). The ambivalent sexism inventory: Differentiating hostile and benevolent sexism. Journal of Personality and Social Psychology, 70, 491–512.

Grudzen, C. R., Elliott, M. N., Kerndt, P. R., Schuster, M. A., Brook, R. H., & Gelberg, L. (2009). Condom use and high-risk sexual acts in adult films: A comparison of

heterosexual and homosexual films. American Journal of Public Health, 99, 152–156.

Hald, G. M., Kuyper, L., Adam, P. C. G., & De Wit, J. B. F. (2013). Does viewing explain doing? Assessing the association between sexually explicit materials use and sexual behaviors in a large sample of Dutch adolescents and young adults. Journal of Sexual

(25)

Häggström-Nordin, E., Hanson, U., & Tydén, T. (2005). Associations between pornography consumption and sexual practices among adolescents in Sweden. International

Journal of STD & AIDS, 16(2), 102-107.

Hald, G. M., Malamuth, N. N., & Lange, T. (2013). Pornography and sexist attitudes among Heterosexuals. Journal of Communication, 63, 638-660.

Hald, G. M., Seaman, C., & Linz, D. (2013). APA handbook of sexuality and psychology: Vol.

2. Contextual approaches. Washington, DC: American Psychological Association.

Jensen, R., & Dines, G. (1998). The content of mass-marketed pornography. Pornography:

The production and consumption of inequality (pp. 65–100). New York: Routledge.

Klaassen, M. J. E., & Peter, J. (in press.). Gender (in)equality in internet pornography: A content analysis of popular pornographic internet videos. Journal of Sex Research.

Malamuth, N. M., Addison, T., & Koss, M. (2000). Pornography and sexual aggression: Are there reliable effects and can we understand them? Annual Review of Sex Research,

11, 26–91.

Marshall,W. L. (1988). The use of sexually explicit stimuli by rapists, child molesters, and nonoffenders. Journal of Sex Research, 25(2), 267–288.

Morgan, E.M. (2011). Associations between young adults' use of sexually explicit materials and their sexual preferences, behaviors, and satisfaction. The Journal of Sex

Research, 48(6), 520-530.

Sinković, M, Štulhofer, A., & Božić, J. (2013) Revisiting the association between pornography use and risky sexual behaviors: The role of early exposure to

(26)

pornography and sexual sensation seeking. The Journal of Sex Research, 50(7), 633-641.

Strasburger, V. C., & Donnerstein, E. (1999). Children, adolescents, and the media: Issues

and solutions. Pediatrics, 103, 129–139.

Štulhofer, A., Buško, V., & Landripet, I. (2010). Pornography, sexual socialization, and satisfaction among young men. Archives of sexual behavior, 39(1), 168-178.

Peter, J., & Valkenburg, P.M. (2006). Adolescents’ exposure to sexually explicit online material and recreational attitudes toward sex. Journal of Communication, 56, 639-660.

Peter, J. & Valkenburg, P.M. (2009a). Adolescents’ exposure to sexually explicit internet material and sexual satisfaction: A longitudinal study. Human Communication

Research, 35, 171-194.

Peter, J., & Valkenburg, P.M. (2009b). Adolescents’ exposure to sexually explicit internet material and notions of women as sex objects: Assessing causality and underlying processes. Journal of Communication, 59(3), 407-433.

Peter, J., & Valkenburg, P.M. (2010). Adolescents' use of sexually explicit internet material and sexual uncertainty: The role of involvement and gender. Communication

Monographs, 77(3), 357-375.

Peter, J., & Valkenburg, P.M. (2011a). The influence of sexually explicit internet material and peers on stereotypical beliefs about women’s sexual roles: Similarities and differences between adolescents and adults. Cyberpsychology, behavior and Social Networking,

(27)

Peter, J., & Valkenburg, P.M. (2011b). The influence of sexually explicit internet material on sexual risk behavior: A comparison of adolescents and adults. Journal of Health

Communication: International Perspectives, 16(7), 750-765.

Thornburgh, D., & Lin, H. S. (2002). Youth, pornography, and the Internet. Washington, DC: National Academy Press.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de beleidsmedewerkers van de koepels en bonden is een aantal knelpunten genoemd, die goede communicatie over hun beleid rond seksueel grensoverschrijdend

We hebben dit tweeminutendebat aangevraagd omdat wij, en ik denk dat we niet de enigen zijn, nogal schrokken van de cijfers uit het onderzoek naar seksueel grensoverschrijdend

bondige informatie over seksueel misbruik: strafbaar seksueel gedrag, seksueel misbruik van kinderen, jongeren en volwassenen, seksueel misbruik op de werkvloer en plegers

+ Zwart: verbieden, uitleggen, tussenkomen met straf of/en begeleiding of andere interventie,

Het komt voor dat bestuurders geneigd zijn om incidenten rondom seksueel grensoverschrijdend gedrag in de doofpot te stoppen, bang voor het imago van de club en in de hoop dat het

Daarom wordt in dit onderzoek de relatie onderzocht tussen culturele variabelen, als gender rollen, mythen en stigmatisering, sociale cognities en onveilig seksueel gedrag bij

De meeste verbeterplannen bestonden uit het bewerkstelligen van meer toezicht binnen de instelling, het voorlichten van de medewerkers en het streven naar betere risicotaxatie

Indien de tuchtcommissie van oordeel is dat de in de klacht beschreven overtreding niet door de betrokkene is begaan, stelt de tuchtcommissie in zijn oordeel