Vroege lichtstimulans en zwaarder opfokgewicht geeft
goede resultaten bij leghennen
B. F.J. Reuvekamp, onderzoeker legpluimveehouderij
Tijdens de tweede ronde met leghennen is één van de onderzoeksonderwerpen
vroegrijpheid. Wanneer de dieren eerder in produktie kunnen worden gebracht dan
gebruikelijk, kunnen de opbrengsten hoger zijn. Dit gaat echter alleen op als er niet
teveel kleine eieren worden geproduceerd en als het sneller in produktie brengen niet
ten koste gaat van de totaal geproduceerde eimassa.
Inleiding
Proefopmet
Leghennen kunnen sneller in produktie ge- Door het Praktijkonderzoek voor de Pluimvee-bracht worden door ze eerder met licht te stimu- houderij wordt een proef gedaan, waarbij twee leren. Dit kan bijvoorbeeld door het lichtschema verschillende lichtschema’s worden vergele-naar voren te schuiven of in een kortere tijd het ken. Het éne lichtschema is het door de broede-lichtschema op te bouwen. Het eerder in pro- rij geadviseerde ‘normale’ schema. Het andere duktie brengen van de dieren kan echter een schema is een ‘vroeg’ lichtschema, waarbij in lager eigewicht tot gevolg hebben, waardoor in een korte tijd de daglengte opgebouwd is tot 15 de eerste weken minder eieren in de juiste ge- uur (zie figuur 1 en 2). Daarnaast zijn de hennen wichtsklasse vallen. Door de dieren zwaarder volgens twee verschillende gewichtslijnen op-uit de opfok te laten komen zou het effect op gefokt: één deel van de hennen is volgens het eigewicht gecompenseerd kunnen worden. door de broederij geadviseerde ‘normale’ ge-Naast dit compenserende effect bij een vroeg wichtsschema opgefokt, het andere deel van de lichtschema kan een wat zwaarder diergewicht hennen is ‘zwaarder’ opgefokt. Op 17 weken op zich ook tot een hogere produktie leiden. De leeftijd was hierdoor het verschil tussen de ‘nor-vraag is welke combinatie van lichtschema en male’ en de ‘zware’ hennen 100 gram en 140 diergewicht de beste resultaten geeft. gram voor resp. LSL en Isabrown/warren.
17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 12 14 16 18 20 22 24 26 28 Leeftijd (weken) ---I normaal - vroeg
Figuur 1: normaal en vroeg lichtschema bij IsabrowdWarren-hennen.
1 7 1 6 1 5 1 4 1 3 1 2 1 1 1 0 9
8
7 1 2 1 4 1 6i a
2 0 2 2 2 4 2 6 2 8 L e e f t i j d (weken) ‘--- n o r m a a l-
v r o e gFiguur 2: normaal en vroeg lichtschema bij LSL-hennen.
Het diergewicht op 17 weken leeftijd van de zwaarder opgefokte dieren was 1044 gram voor de witte dieren en 1263 gram voor de bruine hennen (nuchter gewogen).
Proefaccommodatie
Voor de proef zijn 8 afdelingen van de legstal beschikbaar. Iedere afdeling is volledig donker te maken en het licht is per afdeling apart te regelen. In vier afdelingen zijn bruine hennen geplaatst en in de overige witte dieren. In iedere afdeling staan drie batterijen met drie etages. Hiermee zijn per afdeling 18 rijen met 96 hen-nen per rij beschikbaar.
De hennen zijn op 17 weken leeftijd in de legstal opgezet. In iedere afdeling zijn evenveel dieren met een normaal diergewicht als met een zwaarder gewicht geplaatst. Per etage van een batterij is steeds gezorgd, dat in één van de rijen, dieren van ‘normaal’ gewicht en in de andere rij, dieren van ‘zwaar’ gewicht werden geplaatst.
Het drinkwater wordt verstrekt met één nrppel-leiding per etage. Hierdoor kunnen we geen relatie leggen tussen de proeffactor diergewicht en waterverbruik, diergewicht en
water/voer--verhouding en diergewicht en droge stof % van de mest.
Verder is vanaf 18 weken een intermitterend lichtschema ingesteld met l/4 uur licht en 3/4 uur donker. De voergift in de legstal is voor alle witte hennen gelijk ingesteld, zo ook voor de bruine dieren.
Vroeg lichtschema meer eieren
Bij het vroege lichtschema kwamen de dieren eerder in produktie zoals blijkt uit de leeftijd waarbij de hennen 50% produktie haalden (zie tabel
1
en 2). Het verschil is bij de witte hennen groter dan bij de bruine hennen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de lichtstimulans bij de witte dieren groter was dan bij de bruine hen-nen. Ook het legpercentage is hoger bij het vroege lichtschema. Het eigewicht lijkt echter wat achter te blijven, hoewel de eimassa per opgehokte hen hoger is. De voerconversie is duidelijk beter bij het vroege lichtschema. In voerverbruik, uitval, % 2e soort, water/voer ver-houding en droge stof % van de mest zijn er geen (aantoonbare) verschillen. Door de dieren zwaarder te laten worden op het einde van de opfok, wordt het nadelige effect van het vroege lichtschema op het eigewicht gecompenseerd.Tabel 1: de invloed van een vroeg lichtschema en een zwaarder diergewicht op de resultaten van Isabrown/warren leghennen van 18 tot en met 29 weken leeftijd
Normaal lichtschema Vroeg lichtschema
Normaal Zwaarder Normaal Zwaarder
dierge wich
t
diergewicht dierge wicht
dierge wicht
Leeftijd 50% produktie Legpercentage Eigewicht (g/ei) Kg. ei p.o.h. Voerverbruik (g/hen/dag) Voerconversie % Uitval % 2e soort Water/voer verhouding % droge stof mest
1 44,4a 1 43,5b
1
44,2a 142,6’67,4a 69,0b 68,5b 70,!?
51 ,2a 52,3b 51 ,7ab 51 ,gab
2,8ga 3,Ol bc 2,97b 3,04c 100,1 99,4 99,3 98,6 2,90a 2,76bC 2,80b 2,71c 0,64 1,33 0,64 1,27 631 694 630 5,9 1,85 1,93 53,l 51,7
p.o.h. = per opgehokte hen.
Significante verschillen (P<O,O5) zijn aangegeven met de letters a,b en c. Indien er geen letters zijn vermeld, waren de verschillen niet significant.
Tabel 2: de invloed van een vroeg lichtschema en een zwaarder diergewicht op de resultaten van LSL leghennen van 18 tot en met 29 weken leeftijd
Normaal lichtschema
Normaal Zwaarder
Vroeg lichtschema
Normaal Zwaarder
dierge wich
t
diergewicht diergewicht dierge wicht
Leeftijd 50% produktie Legpercentage Eigewicht (g/ei) Kg. ei p.o.h. Voerverbruik (g/hen/dag Voerconversie % Uitval % 2e soort Water/voer verhouding % droge stof mest
1 50,0a
1
48,7b 58,4a 59,7b 51 ,gab 51 ,7ab 2,52a 2,5gb 1 94,8 94,l 3,15a 3,05bcd 0,87 0,46 10,3 10,o 1,91 50,o 1 47,gc 1 47,4c 61,3’ 62,0c 50,8ab 51 ,2a 2,61 b 2,66’ 96,0 95,7 3,08’ 3,oi d 0,98 0,81 10,6 10,4 1,93 50,4p.o.h. = per opgehokte hen.
Significante verschillen (P<O,O5) zijn aangegeven met de letters a,b,c en d. Indien er geen letters zijn vermeld, waren de verschillen niet significant.
Zwaardere dieren betere resultaten
Het zwaarder diergewicht heeft bij beide licht-schema’s een duidelijk positief effect op het grootste deel van de resultaten (tabel
1
en 2). Dit effect kan echter ook voor een deel veroor-zaakt zijn door de slechtere uniformiteit van de dieren met het normale diergewicht t.o.v. de zwaarder opgefokte dieren. Bij de witte dieren was de uniformiteit op 16 weken leeftijd 10% (absoluut) minder en bij de bruine 8 procent. Een koppel dieren met een slechtere uniformi-teit komt later in produktie, heeft een lagere top, maar een betere persistentie. Definitieve uit-spraken over het effect van het diergewicht kun-nen dus pas gedaan worden als de resultaten van de gehele ronde bekend zijn.Vreemd genoeg lijkt het voerverbruik iets lager te zijn voor de zwaardere dieren, al zijn de verschillen nergens significant. Op grond van het zwaardere diergewicht en de hogere pro-duktie was de verwachting eigenlijk een hoger voerverbruik. Op 27 weken leeftijd is echter het gewichtsverschil tussen de ‘normaal’ en ‘zwaar’ opgefokte dieren afgenomen tot ongeveer 35 gram bij de witte hennen en 45 gram voor de bruine dieren. De ‘zwaarder’ opgefokte hennen hebben dus minder energie verbruikt om te groeien, waardoor het voerverbruik iets lager uitkomt.