• No results found

Behschnitt, De Mul & Minnaard (red.) Literature, Language and Multiculturalism in Scandinavia and the Low Countries (2013)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Behschnitt, De Mul & Minnaard (red.) Literature, Language and Multiculturalism in Scandinavia and the Low Countries (2013)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wolfgang Behschnitt, Sarah de Mul en Lies-beth Minnaard (red.) Literature, Language and Multiculturalism in Scandinavia and the Low Countries. Amsterdam, Rodopi: 2013. 343 pp. isbn: 978-9042037335. € 67,–.

De schrijver Hassan Bahara vertelde me ooit over een uitnodiging om zijn werk voor te ko-men dragen in Woerden. Het bleek om een wijn-proefavond voor Marokkaanse wijnen te gaan. De organisatoren wilden een authentiek tintje toevoegen door een Marokkaanse auteur uit te nodigen. ‘Ik heb mij nog nooit zo beledigd ge-voeld’, aldus Bahara, die inderdaad van Marok-kaanse afkomst is maar wiens literaire werk een grimmige schets geeft van het leven in de buiten-wijken van een Nederlandse metropool.

Bahara’s anekdote deed mij denken aan een mail die ik in 2005 kreeg van een grootschalige, met EU-subsidie opgezette samenwerking tus-sen drie Europese universiteiten. Centraal in dit onderzoeksproject stond ‘de Arabische auteur’. Men vroeg mij of ik zo’n ‘Arabische auteur’ kende die bij een bijeenkomst van het project in Amsterdam zijn werk zou kunnen voordragen. Blijkbaar verschilt de academische letterkunde soms niet veel van een gemoedelijke wijnproe-verij, zeker wanneer het om auteurs van een ze-kere afkomst gaat. Want met ‘Arabische auteur’ bleek men Europese auteurs van Arabische af-komst werkzaam in Europa te bedoelen – maar bijdragen over Amazigh of Iraanse auteurs wa-ren ook welkom. Later zou de term verandewa-ren in Europese Auteurs uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten en nog later zou het hele pro-ject afgeblazen worden.

Dit soort letterkundig essentialisme, door Salman Rushdie ooit ‘the bogy of authenticity’ genoemd, is niet voorbehouden aan westerse academici. Zo werd ik in 2009 tijdens een confe-rentie in Damascus over ‘The Image of the Arab and Muslim in World Literature’ terechtgewe-zen door een Jordaanse collega die mij voor-hield dat auteurs als Hassan Bahara, Abdelka-der Benali en Hafid Bouazza geen ‘NeAbdelka-derlandse auteurs’ waren. Ondanks dat ik uitspraken van deze auteurs geciteerd had waarin zij zich ver-zetten tegen iedere andere aanduiding, kon hun werk volgens mijn collega alleen begrepen wor-den met kennis van de Duizend-en-een-nacht. Hij had werk van Bouazza en Benali gelezen en dit waren onmiskenbaar Arabische auteurs! Het was verontrustend om te zien dat een Ara-bische literatuurwetenschapper Bouazza’s werk niet herkend had als wat het was: een ironische

deconstructie van zogenaamde Oriëntaalse au-thenticiteit. Net zo verontrustend was de bijna kolonialistische ijver waarmee hij auteurs als Ba-hara en Abdelkader Benali (beiden van berberse afkomst en schrijvend in het Nederlands) pro-beerde te claimen als ‘Arabisch’.

Inherent aan het Europese project rond de ‘Arabische auteur’ en het voorval in Damascus is een focus op authenticiteit en singulariteit: alles wat een auteur van een zekere afkomst produ-ceert, wordt in het licht van die afkomst gezien. Dat is een problematisch uitgangspunt voor let-terkundig onderzoek, vooral in het licht van de recente opkomst van nationalistische en etno-centristische discoursen waarin culturele iden-titeit functioneert als iets dat puur gehouden moet worden.

In hoeverre waart Rushdies ‘bogy of authen-ticity’ door de recent verschenen bundel

Litera-ture, Language, and Multiculturalism in Scandi-navia and the Low Countries? In feite rekenen

de redacteuren al in de eerste zin van hun voor-treffelijke inleiding af met die boeman: onder multiculturele literatuur verstaan zij die literatu-ren die geschreven, gelezen en besproken wor-den in de context van migratie, multiculturalis-me en multilinguïsmulticulturalis-me. De afkomst van de auteur is dus geen uitgangspunt meer. De noodzaak om niet te vervallen in essentialisme en het reduce-ren van auteurs en hun werk tot representaties van puur verschil, wordt verderop in de inlei-ding nog explicieter benadrukt. De term ‘mul-ticulturele literaturen’ moet niet gezien worden als een label waarmee auteurs en teksten geclas-sificeerd kunnen worden, aldus de redacteuren, die zich zo van een al te simplistisch denken over afkomst en literatuur distantiëren.

Jammer is dat de bundel vervolgens toch blijft draaien om auteurs met een ‘exotische’ achter-grond, door de auteurs aangeduid als ‘gemar-ginaliseerden’. Als het inderdaad de context is die literatuur multicultureel maakt, was het lo-gischer geweest om te concluderen dat in feite alle literatuur tegenwoordig multicultureel is en zeker die literatuur die in dialoog treedt met de multiculturele context waarin zij ontstaat. Waar-om zou, met andere woorden, Robert Ankers hervertelling van Romeo en Julia als een ver-haal over de liefde tussen een Nederlandse man en een Marokkaans meisje niet als multiculturele literatuur bestudeerd kunnen worden en Abdel-kader Benali’s De langverwachte, dat een verge-lijkbaar thema behandelt, wel?

Voor de volledigheid was het interessanter geweest om de term ‘multiculturele literatuur’

&

(2)

breder te interpreteren. Dat gebeurt alleen in de bijdrage van Sarah de Mul en Thomas Ernst over multiculturalisme en multilinguïsme in contemporaine Vlaamse literatuur, waarin ook door autochtonen geschreven werk behandeld wordt. Elders, in een verder zeer interessant his-torisch artikel over Vlaamse migrantenliederen in Frankrijk van rond de vorige eeuwwisseling, wordt daarentegen expliciet gesteld dat het werk van autochtone auteurs die migrantenthematiek of -taal in hun literatuur verwerken ‘fake migra-tion literature’ is. ‘Nep’ is hier een gevaarlijke term die een exclusief idee van authenticiteit lijkt te veronderstellen en de uitgangspunten van de redacteuren tegenspreekt.

In vrijwel alle overige bijdragen wordt de no-tie dat literatuur van auteurs met een bepaalde afkomst automatisch ‘anders’ is echter kritisch tegen het licht gehouden. Vooral Magnus Nils-sons bijdrage over de opkomst en ondergang van de migrantenschrijver in Zweden en die van Yves T’Sjoen over de dichter Mustafa Stitou be-vatten scherpe analyses die inzicht geven in hoe literatuur van ‘de Ander’ anders gemaakt wordt in het literaire veld. Wat deze auteurs goed laten zien, is dat de vraag waarom er voortdurend een letterkundig onderscheid gemaakt wordt tus-sen autochtoon en allochtoon, tustus-sen migran-tenschrijvers en niet-migranmigran-tenschrijvers, inte-ressanter is dan onderzoek dat dit onderscheid als uitgangspunt neemt. De redacteuren zijn er wat dat betreft in geslaagd een bundel te leveren waarin, zoals ze zelf in de inleiding ook aankon-digen, het onderwerp van analyse in de eerste plaats het proces is waardoor een literair werk ‘multiculturele literatuur’ wordt.

De bundel bevat grotendeels goed geïnfor-meerde en doorwrochte analyses van dit pro-ces in Nederland en Vlaanderen aan de ene kant en Scandinavië aan de andere kant. Daar-bij beperken de auteurs zich niet tot institutio-nele analyses, maar leveren ook een aantal zeer goede hermeneutische en letterkundige analy-ses van afzonderlijke werken. Zo bevat

Henri-ette Louwerses bijdrage een fijnzinnige analyse van Hafid Bouazza’s Spotvogel en geeft Wolf-gang Behschnitts grondige bespreking van de ta-lige strategieën in het werk van jonge Zweedse auteurs inzicht in een voor het contemporaine Zweden unieke circulatie van culturele energie tussen (etnische) jeugdcultuur en literatuur.

Het comparatieve aspect dat in de inleiding geïntroduceerd wordt als één van de voornaam-ste kwaliteiten van het boek, blijft echter wat mager. In feite wordt een expliciete vergelijking tussen de situatie in Nederland en Vlaanderen en die in Denemarken en Zweden alleen in het nawoord gegeven. Wat ontbreekt zijn afzonder-lijke bijdragen waarin deze specifieke situaties of werken vergeleken worden. Dat is een gemiste kans. Zo had er een bijdrage opgenomen kun-nen worden over, bijvoorbeeld, de wijze waarop het heersende beeld van ‘de exotische vreemde-ling’ – in Zweden in de eerste plaats een vluch-teling, in Nederland en Vlaanderen eerder een gastarbeider – de receptie van multiculturele li-teratuur bepaald heeft. Of een analyse van – ik noem maar wat – de representatie van het dorp van herkomst in Hafid Bouazza’s De voeten van

Abdullah en Mikael Niemi’s Populärmusik från Vittula (de overeenkomsten tussen beide

ver-halenbundels, de een geschreven door een Ne-derlandse Marokkaan, de ander door een Finse Zweed, zijn opvallend). Het is jammer dat de auteurs geen bijdragen hebben opgenomen van Nederlandse Scandinavisten en Scandinavische Neerlandici – juist zij hadden het comparatieve aspect goed kunnen uitwerken.

Al met al is Literature, Language and Multi -culturalism in Scandinavia and the Low Coun-tries echter een waardevolle bijdrage aan het

letterkundige debat over multiculturele litera-tuur. Vooral voor letterkundigen die zich be-zighouden met dergelijke literatuur in de ver-schillende taalgebieden, zal het een belangrijke referentie zijn.

Sjoerd-Jeroen Moenandar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze suggesties uit de gemeenteraden hebben er mede toe geleid dat wij in het hierboven reeds genoemde plan 'Vernieuwend besturen: de Metropoolregio Rotterdam Den Haag' een

 Door meer risico geen 100% financiering mogelijk en WfZ borgt niet alles meer.  WfZ mag niet borgen in Wmo en JW, onderzocht wordt of dat kan worden

Die belasting, ingestel deur die Natalse Owerheid as ' n ekonomiese en finansiele maatreel, is onder meer deur die swartmense beleef as 'n verdere aanslag op

possible, Europe has to safeguard free speech and free inquiry and preferably also a religiously neutral state (or secular state, the fifth of the..

Pensions from the French crown were of critical importance in the total revenues for the year 1419, although lt was to be the last time that this was the case (Figure 8 3 and Table 8

It was one of those curious quirks of history when in 1783, barely a year after Elizabeth Wolff and Aagje Deken published their first realist novel in Dutch, Rhijnvis Feith

Beneath this rightist discourse in the Netherlands lay particular defi- nitions of “nation” and “culture.” What the above-mentioned figures in the Netherlands share is their

Tabel 3 Percentage loofaantasting vanaf inoculatie tot loofvernietiging object Bespuiting tot loofvernietiging Loofaantasting op 31 augustus A t/m E Dithane 5,7 F t/m J Shirlan 3,9..