• No results found

Download dit artikel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Download dit artikel"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BA R T VA N ENGEL D OR P G A S T EL A A R S & M A R IEK E K UIPER S Drs. Ing. B.H.G. van Engeldorp Gastelaars Dunea, Postbus 34, 2270 AA Voorburg b.engeldorp@dunea.nl Drs. M. Kuipers PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

Foto Frank Jansen Dunea Duin en Water

Dunea beheert met de duingebieden Solleveld, Meijendel en delen van Berkheide 2.200 hectare natuurgebied van topkwaliteit; ze maken deel uit van het Europese net-werk Natura2000. Meijendel is het meest ontsloten voor recreatie en wordt jaarlijks een miljoen keer bezocht (Van Engeldorp Gastelaars & Rood, 2010). PWN beheert in opdracht van de provincie Noord-Holland ruim 7.300 hectare duingebied, waaronder het Noordhollands Duinreservaat en de Kennemerduinen. Ook dit zijn Natura2000 gebieden. Ze zijn zeer goed ontsloten en er worden jaarlijks 6 miljoen bezoeken aan gebracht (Wildschut, 2002; NRIT, 2009).In totaal worden de ruim 17.000 hectaren duingebieden van de Noord- en Zuid-Hollandse kust jaarlijkse bijna 12 miljoen keer bezocht (schatting auteurs). Dit zijn 700 bezoeken per hectare en dat is echt veel vergeleken met andere topnatuurge-bieden. Het Kruger Nationaal Park in Zuid-Afrika heeft bijvoorbeeld jaarlijks ongeveer 1 miljoen bezoeken en is 2 miljoen hectare groot. Dat is een half bezoek per hectare. Het Amerikaanse Yellowstone Nationaal Park komt uit op 10 bezoeken per hectare en, in eigen land, Nationaal Park Hoge Veluwe op 105.

De hoge recreatiedruk in de duinen is niet verwonder-lijk want ze liggen in de meest dichtbevolkte regio’s van Nederland en voorzien in belangrijke mate in de recrea-tiebehoefte van de Randstedeling. Zo is 80% van de be-zoeken in de PWN-duinen afkomstig van omwonenden binnen een straal van 5-10 kilometer uit de stedelijke

re-gio’s van Alkmaar, IJmond en Haarlem. En van de kwart miljoen mensen die wonen binnen een straal van 5 ki-lometer rond Nationaal Park Zuid-Kennemerland be-zoekt de helft het park geregeld en nog eens 20% jaar-lijks (NRIT, 2009).

Maar wat doen al die mensen daar in die duinen? In Meijendel is de korte/lange wandeling al decennialang de belangrijkste activiteit (Beunen et al., 2005). En ook in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland komt 75% van de bezoekers om te wandelen (NRIT, 2009). In het Noordhollands Duinreservaat is fietsen populairder. Twee derde van de bezoekers komt daarvoor naar het gebied (Wildschut, 2002). Maar er komen ook nieuwe activiteiten op. In de PWN-gebieden zelfs zo veel dat de beheerder sommige alleen met vergunning toestaat, zoals klootschieten en huifkarrijden, of zelfs verbiedt, zoals boogschieten en hondentraining. Uit onderzoek blijkt dat bezoekers over het algemeen zeer tevreden zijn en de duingebieden van Dunea en PWN hoog waarde-ren (Beunen et al., 2005; Schoep & Van der Toorn, 2001; NRIT, 2009).

Natuur met of zonder recreatie

Dat we zo graag aan buitenrecreatie doen is eigenlijk pas iets van de laatste 50 jaar. En hoe terreinbeheerders daar mee omgaan is in de afgelopen decennia ook sterk veranderd. In de vijftigerjaren van de vorige eeuw kre-gen mensen meer vrije tijd en meer geld. Recreatie werd

Nieuwe partij voor duurzaam

duinbeheer?

De drinkwaterbedrijven Dunea en PWN beheren een groot deel van de Nederlandse kustduinen. Elk jaar wor-den deze gebiewor-den door miljoenen bezocht. De recreatievraag van deze mensen verandert en groeit. Kunnen de beheerders daar ook in de toekomst aan voldoen? Deze vraag is verkend met behulp van twee beheer- en verdienmodellen. Het ene model baseert zich op de drinkwaterfunctie en daaraan gekoppelde inkomsten en beheer, het andere op de veranderde recreatievraag en samenwerking met andere partijen.

De recreatieondernemer

(2)

142 Landschap 29(3)

zich op natuurgerichte recreatieve ontwikkeling met uitgangspunten: minder autoverkeer, ongewenste recre-atievormen uitplaatsen, honden permanent aangelijnd en het padenstelsel aanpassen. Veel van het zonerings-hekwerk uit de jaren 70 wordt opgeruimd en het totale aantal parkeerplaatsen in Meijendel sterk teruggebracht naar ongeveer 500. Steeds meer bezoekers komen met de fiets in plaats van de auto.

Natuurbeleving voor draagvlak

Rond de millenniumwisseling begint langzamerhand een omslag in het denken plaats te vinden. Natuur heeft weliswaar een intrinsieke waarde, maar moet ook beleefbaar zijn, is de nieuwe gedachte die onder meer verwoordt wordt in de nota: Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Waar voorheen de aandacht van Dunea en PWN vooral lag bij natuurbeheer en grootschalige natuurherstelprojecten komt er steeds meer aandacht voor de wensen van de bezoekers. Bij PWN worden natuurgroepen vanaf 1998 betrokken bij realisering van natuurherstelprojecten. Naast overheden worden ook bezoekers, bewoners, belangen- en gebruikersgroepen uitgenodigd om hun wensen kenbaar te maken bij het opstellen van de nieuwe PWN Beheernota 2003-2012. ‘Delen en Genieten’ is het motto van het nieuwe recreatiebeleid. De Beheernota wil rustige recreatievormen faciliteren, zoneren van natuur en recreatie en voorzieningen afstemmen op wensen van mensen. Hoofdentrees worden heringericht, wandelroutes anders gemarkeerd, er komt een regeling voor mountainbiken en horeca in sommige oude gebouwen.

In Meijendel voltrekt zich een soortgelijk proces. Het regeneratieproject van de Ganzenhoek komt tot stand in een zogenaamd open planproces met vertegenwoor-digers van diverse betrokken partijen. Om nog beter bereikbaar voor iedereen en de overheid wilde er meer

ruimte voor maken en benutten (Woestenburg, 2009). Dunea legde meer paden aan in Meijendel en stelde meer terrein open. Op de voormalige akkers werden speelwei-den aangelegd en om de draagkracht van het terrein te vergroten werd er ook veel bos aangeplant. De bezoe-kersaantallen namen toe. De Kennemerduinen werden op een vergelijkbare manier ontsloten. Geïnspireerd op ontsluitingsprincipes van de Amerikaanse nationale parken werden aan de rand van het gebied bij een hand-vol grote ingangen recreatievoorzieningen aangelegd zoals campings, spartelvijvers, wandelpaden en speel-terreinen. Het centrale deel bleef daardoor rustig. Vanaf de 1970 maakt de natuurbescherming een opmars en biologen beginnen zich zorgen te maken over de ef-fecten van recreatie op de natuurwaarden. Er wordt ge-concludeerd dat 33 hectare van Meijendel zijn natuur-lijke karakter geheel heeft verloren ten gevolge van re-creatie en 47 hectare is matig tot vrij sterk beïnvloed. Er komt een zoneringsbeleid met meer hekken en prik-kelraad en afname van het bermtoerisme door de beteringen aan parkeerplaatsen. De theetuin wordt ver-nieuwd en er komt in 1974 een bescheiden bezoekers-centrum. Ook in de Kennemerduinen verschijnt een be-zoekerscentrum in de jaren 80, maar er wordt vooral meer ruimte gemaakt voor natuur door recreatievoorzie-ningen in te perken of te verwijderen. Campings worden kleiner, in twee spartelvijvers mag niet meer gezwom-men worden, wandelpaadjes worden weggepoetst, een bunkerdorp wordt gesaneerd.

Het weren van recreatie uit de natuur is van 1980 tot 2000 een algemener verschijnsel in Nederland, dat sa-menhangt met de toenemende interesse in natuur en de overtuiging dat natuur en massale recreatie niet samen gaan (Woestenburg, 2009). In Meijendel zet deze bewe-ging zich in de jaren 90 nog verder door en Dunea richt

(3)

recreatiepatroon. De waargenomen trend dat bezoekers tijdens hun bezoek steeds meer verschillende activitei-ten ondernemen (Beunen et al., 2005) zet zich door. Het aantal aanvragen voor nieuwe faciliteiten neemt toe, van ATB parcours, geocaching tot parapenten. Wandelen en fietsen blijven naar verwachting de meest populai-re vrijetijdsactiviteiten, maar het aantal motieven en wensen om bepaalde activiteiten te ondernemen zal naar verwachting alleen maar stijgen (Post, 2009). Dit is een algemene trend in Nederland: de recreant komt vaker en korter op bezoek, heeft hogere verwachtingen, wil meer evenementen of meer eenvoud, zoekt een in-tiem persoonlijke ervaring of juist versterking van het groepsgevoel en wil als stedeling meer natuurbele-ving (Kenniscentrum Recreatie, 2008). Bij Meijendel in contact te komen en te blijven met de bezoeker van

Meijendel wordt in 2009 de eerste publieksbijeenkomst gehouden en de Belangenraad Meijendel opgericht. Niet langer is de natuurgerichte recreant het ideaalbeeld, maar er wordt veel meer nagedacht over en gewerkt met zijn of haar motieven. De aard van de uitgevoerde projec-ten verandert. Veel staan in het teken van het verbeteren van de kwaliteit van recreatievoorzieningen. Zo zijn in 2012 een nieuw bezoekerscentrum, activiteitencentrum en nieuwe paardenstal geopend.

Ontwikkelingen in recreatieland

Studies over de toekomstige recreatiedruk in Meijendel laten geen verandering in bezoekersaantallen zien (Post, 2009). Wel worden veranderingen verwacht in het

(4)

144 Landschap 29(3)

en PWN-gebieden valt op dat nieuwe activiteiten vaak slechts door een relatief klein aantal van de huidige be-zoekers wordt gewenst. Via digitale platforms en social media weten nieuwe bezoekers echter flink campagne voor hun wensen te voeren.

Tegelijkertijd neemt het Nederlandse terreinbeheer afscheid van het traditioneel aanbodgericht denken (Woestenburg, 2009) en anticipeert het op nieuwe trends in recreatie. Dit betekent niet automatisch dat alle re-creatievormen en activiteiten welkom zijn of een plaats moeten krijgen. Nieuwe recreatievormen zijn mogelijk, mits de andere recreanten en de functies natuur, water-winning en kustverdediging niet in het geding komen. Tevens moet de regio al niet in deze behoefte voorzien. Vanuit die gedachte begint een zonering dus niet bij de entrees van Dunea en PWN-gebieden, maar moet de re-creatiezonering regiobreed bekeken worden.

Ook zijn ondernemers in toenemende mate bezig om de recreatieve potentie in geld om te zetten. Dunea en PWN worden steeds meer benaderd door ondernemers die in de duingebieden activiteiten willen aanbieden.

Deze ontwikkelingen plaatsen terreinbeheerders als Dunea en PWN voor een keuze. Aan de ene kant willen zij tegemoet komen aan de wensen van huidige en nieu-we recreanten en samennieu-werken met ondernemers om bij te dragen aan de regionale economie. Aan de andere kant maken zij zich zorgen over de draagkracht van hun terreinen en de effecten van nieuwe recreatieve activitei-ten op de natuur. En wie gaat dit allemaal betalen?

Benutting van drinkwaterfunctie

Dunea en PWN zijn en voelen zich verantwoordelijk voor de recreatieve faciliteiten en activiteiten in hun duinge-bieden, voor een recreatieve beleving met een hoge ba-siskwaliteit en voor natuurbehoud en -ontwikkeling. In een tijd die veel terreinbeheerders noodzaakt om de

broekriem aan te halen, blijven zij investeren in nieu-we voorzieningen en projecten. Waar komt dit geld van-daan? Beide beheerders gebruiken de baten van één be-drijfsonderdeel (waterwinning en distributie) voor de kosten van natuur en recreatie. PWN vult dit nog aan met inkomsten uit toegangskaarten in het ene gebied en betaald parkeren in het andere gebied. Dit robuus-te verdienmodel zorgt er voor dat er voldoende midde-len zijn voor natuur en recreatie van een hoge kwaliteit. De klanten van Dunea en PWN betalen via hun water-rekening voor het beheer daarvan. Het gaat om zo’n 4% van de waterrekening. Dat is te verantwoorden enerzijds omdat een groot deel van de waterklanten ook bezoeker is van de duingebieden en anderzijds omdat uit onder-zoek blijkt dat de klanten belang hechten aan het maat-schappelijk verantwoord ondernemen van Dunea en PWN, onder meer door goed voor de natuur te zorgen. En dat mag wel iets kosten.

Het is wel de vraag of toekomstige investeringen in nieuwe recreatieve faciliteiten en activiteiten (anders dan de basisrecreatiekwaliteit) gedragen kunnen blij-ven worden. Niet alleen financieel maar ook beleids-matig kun je je afvragen of grote investeringen in meer luxe faciliteiten, waar slechts een klein deel van de wa-terklanten om vraagt, wel alleen door de terreinbeheer-ders gedaan moeten worden.

Samen met recreatieondernemers gaan

voor kwaliteit

Als Dunea en PWN ook in de toekomst willen zorgen voor extra recreatiekwaliteit dan moeten zij nieuwe sa-menwerkingsmogelijkheden zoeken. In het huidige po-litieke en economische klimaat ligt een kruisbestuiving tussen natuurbeheerders, gemeenten, bezoekers en on-dernemers voor de hand. Voor PWN en Dunea zijn de re-creatie- en toerisme-ondernemers dan de nieuwe partij.

(5)

bleek het recreatief en toeristisch gebruik duurzaam vergroot te kunnen worden zonder de draagkracht van het gebied aan te tasten. Op initiatief van het Park heb-ben regionale ondernemers samen met de beheerders en gemeenten een duurzaam, hoogwaardig recreatief aan-bod gerealiseerd. Er is zelfs nieuwe werkgelegenheid ge-creëerd. Het Nationaal Park Weerribben-Wieden heeft samen met ondernemers gewerkt aan een duurzame kwaliteitsverhoging. In beide parken is nog geen terug-verdienmodel gerealiseerd, maar dit is wel in wording. Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland, waar de Kennemerduinen van PWN in liggen, wil de komende jaren gaan voldoen aan de richtlijnen van het Europarc Handvest. Samen aan de slag voor duurzame recreatie en toerisme betekent hier vooral: duurzaam gebruik van het park realiseren en alle partijen, in het bijzonder onder-nemers, hierbij betrekken. Een betere verankering in de regio leidt tot meer gastheren die het verhaal van het park kunnen vertellen, een diverser aanbod voor bezoekers en meer zicht op nieuwe vormen van financiële ondersteu-ning van het beheer. Alleen zo houden we mooie duinen met prachtige natuur, rust en ruimte om van te genieten. De PAN Parks Foundation van het Wereld Natuur Fonds

hanteert een verdienmodel waarbij ondernemers een sleutelrol vervullen. Met dit project probeert WNF de laatste wildernissen in Europa te beschermen door cer-tificering van duurzame toeristische projecten. De aan-wezigheid van een natuurgebied zorgt voor een toe-stroom van bezoekers. Ondernemers uit de regio ver-dienen daar geld aan door het aanbieden van faciliteiten en activiteiten. Daardoor draagt het natuurgebied direct bij aan de regionale economie en is er draagvlak voor. In goed ontwikkelde projecten stroomt een deel van de toeristische inkomsten uiteindelijk weer terug naar het natuurgebied om daar bij te dragen aan het beheer en de voorzieningen (Van Engeldorp Gastelaars, 2002). Eenzelfde concept van duurzame recreatie en toerisme is mogelijk op kleinere schaal, waarbij de terreinbeheer-ders de regisseur zijn van een nieuw samenwerkings-collectief. Er zijn twee Nationale Parken in Nederland waar volgens het Handvest van Europarc (Europarc Federation, 2010) sprake is van duurzame recreatie en toerisme, namelijk Nationaal Park de Biesbosch en Nationaal Park Weerribben-Wieden. In de Biesbosch

Literatuur

Beunen, R., M.J. Webster & C.F. Jaarsma, 2005. Monitorings-onderzoek recreatie duingebied Meijendel – deel XVII. Gebruik en waardering in 2005. Wageningen Universiteit.

Engeldorp Gastelaars, B.H.G. van, 2002. PAN Parks Verification under Construction, PAN Parks Foundation c/o WWF, Hungary. Engeldorp Gastelaars, B.H.G. van & C.E.M. Rood, 2010. Tussen strand en stad. Beheernota Berkheide, Meijendel en Solleveld 2010-2020. Voorburg. Dunea.

Europarc Federation, 2010. European Charter for Sustainable Tourism in Protected Areas. Regensburg. Europarc Federation. Kenniscentrum Recreatie, 2008. De toekomst van toerisme, recre-atie en vrije tijd. Kennisdocument voor de Strategische Dialoog Recreatie. Den Haag. Kenniscentrum Recreatie.

NRIT, 2009. Recreatieonderzoek Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Breda. NRIT Onderzoek.

Post, P., 2009. Recreatie in duingebied Meijendel. Wat is het effect van maatschappelijke en sociale ontwikkelingen op de recreatiedruk in Meijendel? Leiden. Dunea/Universiteit Leiden.

Schoep & Van der Toorn, 2001. Onderzoek naar waardering en recrea-tiewensen voor het Noordhollands Duinreservaat. Amsterdam. Schoep & Van der Toorn Communicatie Consultans.

Wildschut, R.J., 2002. Dagrecreatie Noordhollands Duinreservaat in 2000. Castricum. PWN.

Woestenburg, M., J. Lengkeek & W. Timmermans, 2009. Recreatie en Landschap 1900-2009. Van bermtoerisme tot Dance Valley. Wageningen. Landwerk Uitgeverij.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat ick met Lijf en Ziel mijn eygen niet en ben, Maer voor mijn eygendom mijn trouwen Jesum ken, 2 Die met zijn dierbaer bloet, voor alle mijne sonden Volkomen heeft betaelt, en van

Op de website van OPTA vindt u een handreiking voor het naleven van deze verplichtingen: http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=2967 OPTA heeft

de administratie Wegen en Verkeer, afdeling West-Vlaanderen, opdracht te geven de situatie langs de Meensesteenweg in Bissegem opnieuw te onderzoeken en concreet na te gaan of de

Gods Geest en genade zal die ook bewaren in de harten der ware gelovigen; maar wat aangaat de openbare Belijdenis en deszelfs voordelen daaromtrent heeft God alle heilige

Het valt ook op dat 39 procent van de mensen die een euthanasie aanvragen, verkiezen thuis te sterven, terwijl normaal slechts een vierde van de mensen

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd