• No results found

Effecten van complimenten op kinderen met een hoge en een lage zelfwaardering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Effecten van complimenten op kinderen met een hoge en een lage zelfwaardering"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Effecten van Complimenten op Kinderen met een hoge en een lage Zelfwaardering Linda Crok

Universiteit van Amsterdam

Naam: Linda Crok

Studentnummer: 10431179

Scriptiebegeleider: Eddie Brummelman Opleiding: Pedagogische Wetenschappen Datum: 26 januari 2015

(2)

Inhoudsopgave

Abstract ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Effecten van Complimenten op Kinderen met hoge en lage Zelfwaardering . Fout! Bladwijzer

niet gedefinieerd.

Mate van zelfwaardering ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Ontvangen van complimenten ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Persoonsgerichte vs. procesgerichte complimenten... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opgeblazen vs. niet-opgeblazen complimenten... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Effecten van complimenten ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Persoonsgerichte vs. procesgerichte complimenten... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opgeblazen vs. niet-opgeblazen complimenten... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Conclusie en discussie ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Literatuurlijst ... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

(3)

Abstract

In deze literatuurstudie is gekeken naar welk effect complimenten hebben op kinderen met een hoge en een lage zelfwaardering. De hoofdvraag van deze studie was: ‘Bestaat er een verschil in het effect van complimenten op kinderen met een hoge en een lage

zelfwaardering?’. Aan de hand van de definiëring van de mate van zelfwaardering en het beantwoorden van twee deelvragen is getracht de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Geconcludeerd werd dat er zowel een verschil was in de complimenten die kinderen

ontvangen en het effect dat deze complimenten hebben op kinderen met een hoge of een lage zelfwaardering. Er bestaat dus een verschil in het effect van complimenten.

(4)

Effecten van Complimenten op Kinderen met hoge en lage Zelfwaardering

In de huidige samenleving wordt veronderstelt dat het geven van complimenten aan kinderen een positief effect heeft op hun motivatie en zelfwaardering (Henderlong & Lepper, 2002). Onder zelfwaardering wordt een evaluatie van het eigen functioneren omvat (Kamins & Dweck, 1999). Zelfwaardering is een onderdeel van het zelfconcept. Het is het geheel aan denkbeelden dat een persoon ten aanzien van zichzelf heeft (Strikkers, 2008). Een gezonde zelfwaardering heeft een stevige basis en draagt bij aan het psychologisch welbevinden van een kind (Güldner, Stegge, Smits, & Thomaes, 2010). Voor deze literatuurstudie zal er een onderscheid gemaakt worden tussen kinderen met een hoge en een lage zelfwaardering. Kinderen met een lage zelfwaardering lopen meer kans op bedreiging van het ontwikkelen van verschillende problemen dan kinderen met een hoge zelfwaardering. Dit komt doordat kinderen met een lage zelfwaardering een buffer missen om zich te kunnen beschermen tegen het ontwikkelen van deze problemen (Gräper, 2006).

Het blijkt dat een ruime meerderheid van de volwassenen gelooft dat het geven van een compliment aan een kind nodig is om zijn of haar zelfwaardering te stimuleren (Mueller & Dweck, 1996). Er wordt namelijk vanuit gegaan dat het complimenteren van goed gedrag bij kinderen leidt tot een verhoging van de zelfwaardering (Brummelman, Thomaes, Orobio de Castro, Overbeek, & Bushman, 2014; Henderlong & Lepper, 2002). Een compliment omvat een gesproken of geschreven positieve evaluatie voor het gedrag en prestaties van een persoon (Henderlong & Lepper, 2001). Voor het complimenteren van dit goede gedrag worden er door ouders en andere volwassenen verschillende vormen van complimenten gebruikt. Zij gebruiken hiervoor zowel procesgerichte- als persoonsgerichte complimenten, maar ook opgeblazen en niet-opgeblazen complimenten (Zentall & Morris, 2010;

Brummelman et al., 2014). Welke vorm van een compliment ouders geven hangt af van de hoogte van de zelfwaardering van een kind. In de huidige literatuurstudie zal gekeken worden

(5)

of er een verschil bestaat in het effect van complimenten op kinderen met een hoge en een lage zelfwaardering.

Naar het effect van complimenten kan onder andere gekeken worden vanuit de zelfdeterminatietheorie. Volgens de zelfdeterminatietheorie moet er bij een kind aan drie psychologische basisbehoeften worden voldaan; behoefte aan autonomie, behoefte aan

relationele verbondenheid en behoefte aan competentie (Ryan & Deci, 2000). De behoefte aan competentie wordt bevredigd wanneer er vertrouwen is vanuit de sociale omgeving in de capaciteiten van een persoon. Een persoon voelt zich op deze manier bekwaam om een taak te voltooien. Het geven van complimenten aan een kind die een taak goed heeft uitgevoerd, zou dus zorgen voor de bevrediging van de behoefte aan competentie. Wanneer een kind deze bevrediging in stand wil houden zal een kind blijven zoeken naar manieren om complimenten te blijven ontvangen. Gesuggereerd wordt dan ook dat complimenten een bepaalde

afhankelijkheid kunnen creëren bij kinderen (Kohn, 2001).

In de huidige onderzoeken naar het effect van complimenten is er nog weinig bekend over het precieze effect dat het geven van complimenten aan kinderen heeft. Er wordt door een merendeel van de ouders en andere volwassenen vanuit gegaan dat het geven van

complimenten een positief effect heeft op de mate van zelfwaardering bij kinderen. Er bestaat daarnaast ook onduidelijkheid over de voordelen van de verschillende vormen van

complimenten. Voor elke vorm van complimenten bestaan er zowel voor- als nadelen wat betreft de invloed op de mate van zelfwaardering bij kinderen (Kamins & Dweck, 1999).

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zullen er twee deelvragen in deze literatuurstudie behandeld worden. De eerste deelvraag zal zich richten op hoe kinderen met een lage en een hoge zelfwaardering verschillen in welke complimenten ze ontvangen van anderen. Hierin zal een onderscheid worden gemaakt tussen de complimenten die kinderen met een hoge zelfwaardering ontvangen en welke complimenten kinderen met een lage

(6)

zelfwaardering ontvangen van ouders en ander volwassenen. De tweede deelvraag is gericht op hoe kinderen met een lage en een hoge zelfwaardering verschillen in hoe ze reageren op het krijgen van complimenten. In deze deelvraag zal met name gekeken worden naar welke effecten deze complimenten hebben op het gedrag dat kinderen laten zien.

Mate van zelfwaardering

Voor deze literatuurstudie zal er gekeken worden naar het effect van complimenten op zowel kinderen met een hoge zelfwaardering als op kinderen met een lage zelfwaardering. Met zelfwaardering wordt verwezen naar de gedachten en de gevoelens die een persoon over zichzelf heeft. Een hoge zelfwaardering wordt gekenmerkt door gevoelens van zelfacceptatie, zelfcompetentie, besef van coherentie en stabiliteit (Güldner et al., 2010). Deze hoge

zelfwaardering draagt bij tot het psychologisch welbevinden van een kind. Er wordt van uit gegaan dat kinderen met een hoge zelfwaardering tevreden zijn met zichzelf (Güldner & Stegge, 2013). Kinderen met een hoge zelfwaardering raken minder snel van streek wanneer zij voor een taak falen (Brown, 2010). Een lage zelfwaardering wordt daarentegen

voornamelijk gekenmerkt door onzekerheid, weinig zelfvertrouwen, faalangst en bangheid. Bij kinderen met een lage zelfwaardering mist de stevige basis die wel aanwezig is bij

kinderen met een hoge zelfwaardering (Güldner et al., 2010; Gräper, 2006). Kinderen met een lage zelfwaardering gaan falen juist uit de weg om te voorkomen dat ze de waardering van hun sociale omgeving verliezen.

Uit de studie van Güldner en Stegge (2013) blijkt ook dat kinderen met een hoge zelfwaardering na falen nog even tevreden zijn met zichzelf als na het behalen van succes. Dit terwijl kinderen met een lage zelfwaardering minder tevreden over zichzelf zijn na falen. Daarnaast blijkt dat kinderen met een hoge zelfwaardering falen niet uit de weg zullen gaan, in tegenstelling tot kinderen met een lage zelfwaardering die falen proberen te vermijden. Dit sluit aan bij de sociometer theorie van Leary en Baumeister (2000). Volgens deze theorie

(7)

hebben kinderen de drang om gewaardeerd en geaccepteerd te worden door de sociale omgeving. Vooral voor kinderen met een lage zelfwaardering is het van belang om positieve feedback te ontvangen op de taken die zij volbrengen.

Ontvangen van complimenten Persoonsgerichte vs. procesgerichte complimenten

Wanneer er gekeken wordt naar de verschillende vormen van complimenten die onderscheiden kunnen worden, kan er een onder andere een onderscheid gemaakt worden tussen persoonsgerichte complimenten en procesgerichte complimenten (Cimpian, Arce, Markman, & Dweck, 2007). Een persoonsgericht compliment gaat specifiek over het

individu. Deze vorm van complimenten is gericht op kinderen als persoon. Kinderen die een persoonsgericht compliment ontvangen, ontvangen deze voor een vaste eigenschap

(Gunderson et al., 2013). Bij het geven van een persoonsgericht compliment wordt er bijvoorbeeld tegen een kind gezegd dat hij of zij goed kan tekenen. De andere vorm van complimenten is het procesgerichte compliment. Een procesgericht compliment gaat over de taak of opdracht die een kind heeft uitgevoerd (Zentall & Morris, 2010). Kinderen die een procesgericht compliment krijgen ontvangen een compliment over dat ze een mooie tekening hebben gemaakt. Een gevolg van het geven van een procesgericht compliment is dat kinderen het geloof ontwikkelen dat ze alleen een compliment ontvangen voor de inzet die zij leveren (Gunderson et al., 2013).

Procesgerichte complimenten worden vaak naar voren geschoven wanneer gekeken wordt naar welke vorm van complimenten ouders en andere volwassenen het beste aan kinderen zouden kunnen geven (Van Lieshout, 2009). Door middel van procesgerichte complimenten wordt er feedback gegeven op onder andere de inzet en inspanning die en kind levert. Van Lieshout (2009) bespreekt een onderzoek waarin kinderen werden verdeeld in twee groepen die beiden twee keer een test moesten maken. De eerste groep kreeg op de

(8)

eerste test een persoonsgericht compliment en de tweede groep kreeg een procesgericht compliment. Bij het maken van de tweede test was het opvallend dat de kinderen uit de eerste groep minder goed presteerden dan de kinderen uit de tweede groep (Van Lieshout, 2009). Dit verschil is toe te wijzen aan de verschillende vormen van complimenten die de twee groepen kinderen kregen. Ditzelfde resultaat is gevonden in onderzoek van Mueller & Dweck (1998). Ook zij hebben twee groepen kinderen gevormd waarbij aan de ene groep kinderen een persoonsgericht compliment werd gegeven en aan de andere groep kinderen een procesgericht compliment. Bij het uitvoeren van de tweede test kwam naar voren dat kinderen die een procesgericht compliment hadden ontvangen een vooruitgang lieten zien in hun prestatie ten opzichte van de groep kinderen die een persoonsgericht compliment had ontvangen (Mueller & Dweck, 1998).

Ondanks deze resultaten blijkt dat ouders en andere volwassenen geneigd zijn om kinderen meer persoonsgerichte complimenten te geven dan procesgerichte complimenten. Ouders en andere volwassenen hebben het idee ontwikkelt dat wanneer zij een kind een persoonsgericht compliment geven dat dit kind zich beter gaat voelen over zichzelf. De gedachte die hier achter zit is dat zij denken dat de mate van zelfwaardering verhoogd wordt door het geven van een persoonsgericht compliment (Brummelman, 2014; Henderlong & Lepper, 2002). Vooral aan kinderen met een lage zelfwaardering worden veelal

persoonsgerichte complimenten gegeven (Brummelman et al., 2013). In de studie van Brummelman en anderen (2013) moesten ouders verhalen lezen over kinderen waarin naar voren kwam of het kind een hoge of een lage zelfwaardering had en wat het kind voor goeds had gedaan. Vervolgens werd aan de ouders gevraagd welk compliment ze het kind zouden geven. In deze studie kwam naar voren dat ouders aan kinderen met een lage zelfwaardering vaker persoonsgerichte complimenten gaven dan aan kinderen met een hoge zelfwaardering. Kinderen met een hoge zelfwaardering kregen vooral procesgerichte complimenten.

(9)

Uit bovenstaande gegevens kan worden gesteld dat ouders en andere volwassenen hun complimenten afstemmen op de mate van zelfwaardering van kinderen. Kinderen met een lage zelfwaardering ontvangen vaker persoonsgerichte complimenten. Dit doordat er gedacht wordt dat het geven van persoonsgerichte complimenten de zelfwaardering van deze kinderen zal bevorderen. Terwijl kinderen met een hoge zelfwaardering vaker procesgerichte

complimenten ontvangen, en minder persoonsgerichte complimenten.

Opgeblazen vs. niet-opgeblazen complimenten

Naast het onderscheid tussen persoonsgerichte en procesgerichte complimenten kan er ook een onderscheid gemaakt worden tussen opgeblazen en niet-opgeblazen complimenten. Een compliment wordt opgevat als opgeblazen wanneer het compliment een bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord bevat die een positieve evaluatie bevatten (Brummelman et al., 2014). Aan een kind wordt bij deze vorm een compliment gegeven dat hij of zij een ongelooflijk mooie tekening hebben gemaakt. Dit in tegenstelling tot een niet-opgeblazen compliment waar ouders en andere volwassenen tegen een kind zeggen dat hij of zij een mooie tekening hebben gemaakt. Deze niet-opgeblazen complimenten bevatten een gematigd positieve evaluatie (Brummelman et al., 2014). De toevoeging van bijvoorbeeld het woord ‘ongelooflijk’ maakt dat een compliment opgeblazen wordt.

Opgeblazen complimenten worden vaak gegeven met het idee dat de mate van zelfwaardering bij een kind hierdoor wordt verhoogd. Uit onderzoek blijkt dat ouders en andere volwassenen deze vorm van complimenten vooral aan kinderen een lage

zelfwaardering geven en minder aan kinderen met een hoge zelfwaardering. Volgens hen heeft deze groep kinderen meer opgeblazen complimenten nodig om zich beter over zichzelf te voelen (Brummelman et al., 2014). In de studie van Brummelman en anderen (2014) is gekeken naar welke vorm van complimenten met name gegeven wordt aan zowel kinderen met een lage zelfwaardering als aan kinderen met een hoge zelfwaardering. In deze studie is

(10)

gekeken of ouders vaker opgeblazen complimenten geven aan kinderen met een lage

zelfwaardering dan aan kinderen met een hoge zelfwaardering. Het testen van deze hypothese is gedaan aan de hand van het uitvoeren van twee studies.

Voor de eerste studie werden zes korte beschrijvingen van kinderen aan ouders voorgelegd. In deze beschrijving kwam naar voren of een kind een lage of een hoge zelfwaardering had en wat voor taak het kind uitgevoerd had. Ouders moesten opschrijven wat voor compliment ze aan het kind van de beschrijving zouden geven. Hieruit kwam naar voren dat een kwart van de complimenten die gegeven werden door de ouders opgeblazen complimenten waren. Aan kinderen met een lage zelfwaardering werden meer opgeblazen complimenten gegeven dan aan kinderen met een hoge zelfwaardering. Als vervolg op deze eerste studie werd een zelfde soort studie uitgevoerd in de thuissituatie. Voor deze studie moesten kinderen enkele dagen voor het huisbezoek een lijst invullen over hun mate van zelfwaardering. Tijdens de observatie werd door elke ouder twaalf rekenopgaven afgenomen bij hun kind. Deze afname werd gefilmd en gecodeerd. Ook in deze studie kwam naar voren dat een kwart van de gegeven complimenten opgeblazen complimenten waren. Kinderen met een lage zelfwaardering ontvingen meer opgeblazen complimenten dan kinderen met een hoge zelfwaardering.

Uit bovenstaande blijkt dat de mate van zelfwaardering bij kinderen invloed heeft op welke vorm van complimenten zij ontvangen van ouders en andere volwassenen. Kinderen met een lage zelfwaardering ontvangen vaker opgeblazen complimenten dan kinderen met een hoge zelfwaardering. Opgeblazen complimenten worden vooral aan kinderen met een lage zelfwaardering gegeven doordat ouders en andere volwassenen geloven dat die positieve evaluatie de zelfwaardering van deze kinderen zal verhogen.

(11)

Voor het genereren van een positief effect van een compliment is het van belang dat er pas een compliment gegeven wordt aan een kind op het moment dat dit kind een taak goed heeft volbracht. Het blijkt namelijk dat wanneer een kind lukraak gecomplimenteerd wordt, dat dit een averechts effect kan hebben. Van belang is het dus dat er alleen een compliment wordt gegeven op het goede gedrag dat een kind laat zien (Martin & Downson, 2009).

Daarnaast is het van belang dat het compliment dat gegeven wordt oprecht is. Er moet dus een reden achter het compliment zitten zodat een kind kan begrijpen voor wat hij of zij een

compliment ontvangt. Positieve effecten van het geven van complimenten kunnen ervoor zorgen dat kinderen die een compliment ontvangen voor bijvoorbeeld het volgen van de regel of het voltooien van een opdracht, dat kinderen dit gedrag vaker laten zien (Henderlong & Lepper, 2002). Dit komt doordat kinderen het ontvangen van een compliment als zodanig fijn ervaren dat zij vaker een compliment willen ontvangen voor het gedrag dat zij laten zien.

Persoonsgerichte vs. procesgerichte complimenten

Het verschillende effect van de twee verschillende vormen van complimenten komt duidelijk naar voren in onderzoek van Mueller en Dweck (1998). In deze studie is een zestal studies uitgevoerd waarin is gekeken naar de verschillende effecten die complimenten teweeg kunnen brengen. Aan kinderen werd na het succesvol uitvoeren van een taak een

persoonsgericht compliment gegeven of een procesgericht compliment. Naast deze twee groepen was er ook een controlegroep aanwezig die geen compliment ontving na het uitvoeren van de taak. Na het ontvangen van een persoonsgericht compliment, een

procesgericht compliment of geen compliment werd aan de kinderen gevraagd wat voor taak ze een volgende keer zouden willen uitvoeren. Hier was vooral een groot verschil te zien in de keuze van de taak tussen kinderen die een persoonsgericht of een procesgericht compliment hadden ontvangen. De kinderen die een persoonsgericht compliment hadden ontvangen kozen aanzienlijk vaker voor een makkelijkere taak waarvan ze wisten dat ze daar een goede

(12)

prestatie op zouden kunnen halen. Kinderen die meer persoonsgerichte complimenten

ontvangen kiezen dus vaker voor een prestatiedoel (Mueller & Dweck, 1998). Deze kinderen willen er zeker van zijn dat ze slagen en proberen falen op deze manier te vermijden. Dit in tegenstelling tot de groep kinderen die een procesgericht compliment hadden ontvangen. Deze kinderen kozen voor een taak waarvan ze iets kunnen leren. Uit deze studie blijkt dat het geven van persoonsgerichte complimenten bij kinderen kunnen leiden tot het vermijden van uitdaging zoeken en een slechtere prestatie op de taak in vergelijking met kinderen die procesgerichte complimenten ontvangen (Mueller & Dweck, 1998).

Deze gevonden resultaten komen overeen met de resultaten van Kamins en Dweck (1999). In deze studie wordt geconcludeerd dat persoonsgerichte complimenten er toe kunnen leiden dat de mate van zelfwaardering bij kinderen afhankelijk wordt van hun presteren (Kamins & Dweck, 1999). Uit het ontvangen van persoonsgerichte complimenten kan door kinderen worden afgeleid dat ze voortdurend goed moeten presteren. Zonder een goede prestatie kan een gevoel ontstaan dat ze minder waardevol zijn dan wanneer ze wel een goede prestatie neerzetten en zij hiervoor een compliment ontvangen. Ook in de studie van Lepper, Green en Nisbett (1973) is gevonden dat kinderen die persoonsgerichte complimenten ontvangen vaker kiezen om te werken voor een extern doel. In deze studie werden de kinderen onderverdeeld in drie groepen. Aan de eerste groep werd vertelt dat zij een cadeau zouden krijgen na het uitvoeren van de taak, aan de tweede groep werd niks vertelt, en aan de derde groep werd niks vertelt maar zij kregen na het uitvoeren van de taak wel een cadeau. Uit de resultaten kwam naar voren dat er bij de kinderen in de tweede en derde groep sprake was van meer interesse voor de taak dan bij de kinderen in de eerste groep. De kinderen in de eerste groep voerden de taak niet per definitie uit omdat ze de taak interessant vonden, maar omdat ze wisten dat ze na het uitvoeren van de taak een cadeau zouden ontvangen (Lepper et al., 1973).

(13)

De invloed van complimenten op de mate van zelfwaardering van kinderen hangt af van welke vorm compliment kinderen ontvangen (Brummelman, 2014). In de studie van Brummelman en anderen (2013) is gekeken naar het effect van de persoonsgerichte

complimenten op kinderen met een lage zelfwaardering. Dit is gedaan door kinderen een spel te laten spelen die zij konden winnen of verliezen. Tijdens het spel kregen de kinderen een persoonsgericht compliment, een gedragsgericht compliment of geen compliment. Er werd gevonden dat een persoonsgericht compliment ervoor zorgde dat kinderen zich meer gingen schamen na het verliezen van het spel. Vooral bij kinderen met een lage zelfwaardering leidt het geven van persoonsgerichte complimenten tot een schaamtegevoel wanneer zij falen voor een taak (Brummelman et al., 2013). Het effect van schaamte kwam niet naar voren bij kinderen die een procesgericht compliment hadden ontvangen. Daarnaast blijkt dat het ontvangen van persoonsgerichte complimenten kinderen het gevoel kan geven dat zij niks waard zijn wanneer zij falen voor een taak (Henderlong Corpus & Lepper, 2007). Het geloof dat de waardering van anderen afhankelijk is van hun presteren komt vaak voor bij kinderen met een lage zelfwaardering (Assor, Roth, & Deci, 2004).

Uit bovenstaande blijkt dat vooral kinderen met een lage zelfwaardering die

persoonsgerichte complimenten ontvangen sneller bang zijn om te falen voor een taak. Om falen te voorkomen gaan zij moeilijkheden uit de weg, zodat zij alleen nog succes behalen. Kinderen die procesgerichte complimenten ontvangen laten weinig tot vrijwel geen angst zien dat zij falen. Deze bevindingen tonen aan dat het geven van persoonsgerichte complimenten aan kinderen met een lage zelfwaardering juist een averechts effect teweeg brengt. Ouders en andere volwassenen denken dat de mate van zelfwaardering van deze kinderen wordt

bevorderd door het geven van deze vorm van complimenten, maar de mate van zelfwaardering wordt juist op de proef gesteld.

(14)

Ook het krijgen van een opgeblazen compliment leidt bij kinderen met een lage zelfwaardering tot een averechts effect. Door het geven van een opgeblazen compliment zetten ouders en andere volwassenen hoge standaarden voor deze kinderen (Henderlong & Lepper, 2002). Doordat zij te horen krijgen dat ze het ongelooflijk goed hebben gedaan, zijn deze kinderen geneigd om te denken dat ze het de volgende keer weer ontzettend goed moeten doen (Baumeister, Hutton, & Cairns, 1990). Door de hoge standaard raken kinderen bang om te falen en gaan hierdoor uitdagingen uit te weg. Dit om falen te voorkomen en verzekerd te zijn van succes. Een gevolg hiervan is dat deze kinderen zich niet verder zullen ontplooien doordat zij geen nieuwe taken uitproberen.

Om te effecten van opgeblazen complimenten te testen is er door Brummelman en anderen (2014) een studie uitgevoerd naar deze effecten. In dit onderzoek kregen kinderen de opdracht om een schilderij van een bekende schilder na te tekenen. De kinderen werd vertelt dat zij een compliment zouden krijgen op hun tekening. Dit kon een opgeblazen compliment zijn, een niet-opgeblazen compliment of geen compliment. Na het ontvangen van het

compliment werd aan de kinderen gevraagd wat voor tekening ze de volgende keer wilden natekenen. De kinderen konden kiezen tussen een makkelijke, vergelijkbare tekening of een moeilijkere tekening. Opvallend aan de resultaten was dat kinderen met een lage

zelfwaardering die een opgeblazen compliment hadden ontvangen, kozen voor de makkelijke tekening (Brummelman et al., 2014). Bij de makkelijkere tekening was de kans kleiner om te falen en daardoor succes te behalen. Bij kinderen met een hoge zelfwaardering steeg de uitdaging juist bij het ontvangen van een opgeblazen compliment. Het verschil tussen de keuze van kinderen met een hoge of een lage zelfwaardering kwam niet naar voren wanneer de kinderen een niet-opgeblazen compliment ontvingen. Ook bij het niet ontvangen van een compliment bleef het zoeken van uitdaging gelijk tussen beide groepen kinderen.

(15)

Uit bovenstaande bevindingen blijkt dat het ontvangen van opgeblazen compliment leidt tot verschillende effecten bij kinderen met een hoge en kinderen met een lage

zelfwaardering. Kinderen met een lage zelfwaardering gaan uitdaging uit de weg na het ontvangen van een opgeblazen compliment. Dit waarschijnlijk om falen te voorkomen. Terwijl kinderen met een hoge zelfwaardering na het ontvangen van een opgeblazen

compliment juist op zoek gaan naar uitdaging om te laten zien wat zij kunnen. Het ontvangen van een niet-opgeblazen compliment brengt geen verschillend effect teweeg.

Conclusie en discussie

In deze literatuurstudie is er gekeken naar wat de effecten zijn van de verschillende vormen van complimenten op kinderen met zowel een hoge als een lage zelfwaardering. Ondanks dat er weinig onderzoek is gedaan naar de precieze effecten van complimenten zijn er een aantal studies die hebben kunnen aantonen dat de effecten van complimenten kunnen verschillen. Deze verschillen bestaan zowel voor de verschillende vormen van complimenten als voor het verschil in de mate van zelfwaardering bij kinderen. Allereerst is gekeken naar welke complimenten voornamelijk worden gegeven aan kinderen met een lage zelfwaardering en welke complimenten aan kinderen met een hoge zelfwaardering. Hier kwam uit de

gevonden studies naar voren dat aan kinderen met een lage zelfwaardering meer

persoonsgerichte en opgeblazen complimenten worden gegeven dan aan kinderen met een hoge zelfwaardering. Deze twee vormen van complimenten worden door ouders en andere volwassenen vooral gegeven met het idee dat deze complimenten de zelfwaardering van een kind kunnen verhogen. Kinderen met een hoge zelfwaardering ontvangen dan ook minder persoonsgerichte en opgeblazen complimenten. Deze groep kinderen ontvangen van hun sociale omgeving meer procesgerichte en niet-opgeblazen complimenten dan kinderen met een lage zelfwaardering.

(16)

Naast het verschil in het ontvangen van complimenten is er gekeken naar de verschillende effecten die complimenten kunnen hebben op kinderen. Uit de hiervoor

gevonden studies blijkt dat het geven van persoonsgerichte en opgeblazen complimenten aan kinderen met een lage zelfwaardering een averechts effect heeft. In plaats van dat deze

complimenten de mate van zelfwaardering verhoogt bij kinderen met een lage zelfwaardering is er sprake van het ontwikkelen van onder andere faalangst. Ook gaan kinderen met een lage zelfwaardering door het ontvangen van deze vormen van complimenten uitdagingen uit de weg. Door het uit de weg gaan van uitdagingen kunnen deze kinderen belangrijke

leermomenten missen. Kinderen met een lage zelfwaardering zijn op zoek naar bevestiging dat zij het goed doen door het ontvangen van complimenten. Door falen uit de weg te gaan en succes op te zoeken blijven zij deze complimenten ontvangen.

Er is in zekere zin sprake van afhankelijkheid voor het ontvangen van complimenten, zoals ook in eerder aangehaald onderzoek wordt gesuggereerd (Kohn, 2001). Bij kinderen met een hoge zelfwaardering kan er ook gesproken worden van afhankelijkheid voor het

ontvangen van complimenten. Deze kinderen zoeken in tegenstelling tot kinderen met een lage zelfwaardering de uitdagingen juist op om aan te tonen hoe goed ze zijn. Kinderen met een hoge zelfwaardering voelen zich uitgedaagd op steeds betere prestaties neer te zetten om hier een compliment op te kunnen ontvangen. Volgens recent onderzoek kan deze

afhankelijkheid als een gedragsverslaving gezien worden (Meerkerk, 2005). De term

verslaving wordt de afgelopen jaren namelijk steeds vaker in verband gebracht met bepaalde vormen van gedrag, zoals een eet- of een koopverslaving. Of er daadwerkelijk gesproken kan worden over een verslaving aan complimenten zal in vervolgonderzoek nader bekeken moeten worden.

Ondanks dat er al een aantal studies zijn die duidelijke uitspraken doen over zowel persoonsgerichte en procesgerichte complimenten als opgeblazen- en niet-opgeblazen

(17)

complimenten, kan er nog niks specifieks gezegd worden over waarom ouders en andere volwassenen meer persoonsgerichte en opgeblazen complimenten geven aan kinderen met een lage zelfwaardering. Er wordt verondersteld dat dit komt omdat ouders denken dat deze vormen van complimenten de mate van zelfwaardering van kinderen kan verhogen, maar hier is geen specifieke verklaring voor gevonden. Hierdoor is er nog geen duidelijkheid of ouders weten welke complimenten ze geven aan kinderen of dat ze dit ongemerkt doen. In de huidige studies wordt voornamelijk gevonden dat er sprake is van een averechts effect op de mate van zelfwaardering bij kinderen. Toch zal er gekeken moeten worden of dit gegeneraliseerd kan worden naar alle kinderen. Weinig studies nemen bijvoorbeeld leeftijd mee in hun onderzoek. Een van de onderzoeken die dit wel doet, vindt dat er verschillen zijn in effecten van

complimenten tussen verschillende leeftijdsgroepen en ook in sekse (Henderlong Corpus & Lepper, 2007). De uitkomsten die uit bovenstaande aanbevelingen voor vervolgonderzoek komen, zouden gebruikt kunnen worden bij het ontwikkelen van programma’s die gericht zijn op het verhogen van de mate van zelfwaardering bij kinderen, maar ook voor therapie waar gebruik wordt gemaakt van het geven van complimenten en/of beloningen. Deze bevindingen zouden een uitbreiding of een tegenstroming kunnen zijn van de oplossingsgerichte intervisie waar veel gewerkt wordt met het geven van complimenten in de jeugdzorg (Neeleman, 2008).

Voor kinderen met een lage zelfwaardering is het van belang dat ouders inzicht krijgen in het geven van juiste complimenten die de mate van zelfwaardering bij de kinderen niet verergert. Ouders en andere volwassenen horen te weten hoe ze complimenten het best kunnen formuleren om kinderen met een lage zelfwaardering geen faalangst en dergelijke op te leggen. Wanneer ouders niet weten dat het geven van persoonsgerichte en opgeblazen complimenten een averechts effect hebben, blijven zij deze geven aan kinderen met een lage zelfwaardering van de mate van zelfwaardering van deze kinderen niet veel goeds zal doen. Om hier duidelijke uitspraken over te kunnen doen naar ouders en volwassenen zal er meer

(18)

onderzoek gedaan moeten worden dat zich specifiek richt op de relatie tussen de mate van zelfwaardering en het effect van de verschillende vormen van complimenten.

Daarnaast is het van belang dat de toekomstige onderzoeken plaatsvinden in een natuurlijke omgeving. Veel van de huidige onderzoeken zijn uitgevoerd in een gecontroleerde omgeving. Er zijn veel onderzoeken gedaan met kinderen door hen een taak te laten uitvoeren en daar een compliment op te geven. Door meer in de thuis- of schoolsituatie van een kind te kijken, kan men zien hoe een kind reageert op zijn sociale omgeving. Dit aangezien een kind op jonge leeftijd zijn meeste tijd doorbrengt met zijn ouders en op school (Helsen,

Vollebergh, & Meeus, 1997). Ook kan op deze manier meteen worden gezien wat voor complimenten ouders aan hun kind geven en wanneer zij een compliment geven.

Samenvattend is in deze literatuurstudie naar voren gekomen dat de verschillende vormen van complimenten verschillende effecten hebben. Deze effecten kunnen daarnaast ook nog verschillen wanneer er een onderscheid wordt gemaakt in welk effect een

compliment heeft op kinderen met een lage zelfwaardering of op kinderen met een hoge zelfwaardering. Uit de meeste studies komt naar voren dat het in het voordeel van de kinderen met een lage zelfwaardering is als zij meer procesgerichte en niet-opgeblazen complimenten ontvangen van hun ouders en andere volwassenen. Het ontvangen van persoonsgerichte en opgeblazen complimenten hebben een averechts effect op de mate van zelfwaardering bij deze kinderen. Van belang is dat ouders en andere volwassenen met zorg een compliment geven aan kinderen.

(19)

Literatuurlijst

Assor, A., Roth, G., & Deci, E. L. (2004). The Emotional Costs of Parents' Conditional Regard: A Self‐Determination Theory Analysis. Journal of Personality, 72, 47-88. doi:10.1111/j.0022-3506.2004.00256.x

Baumeister, R. F., Hutton, D. G., & Cairns, K. J. (1990). Negative effects of praise on skilled performance. Basic and Applied Social Psychology, 11, 131-148.

doi:10.1207/s15324834basp1102_2

Brown, J. D. (2010). High self-esteem buffers negative feedback: Once more with feeling. Cognition and Emotion, 24, 1389-1404. doi:10.1080/02699930903504405 Brummelman, E. (2014). Zoete woorden met een bittere nasmaak. Kind en Adolescent,35,

108-112. Verkregen van http://link.springer.com/article/10.1007/s12453-014-0014-7 Brummelman, E., Thomaes, S., Overbeek, G., Orobio de Castro, B., Hout, M. A., van den &

Bushman, B. J. (2013). On Feeding Those Hungry for Praise: Person Praise Backfires in Children With Low Self-Esteem. Journal of Experimental Psychology: General,

143, 9-14. doi:10.1037/a0031917

Brummelman, E., Thomaes, S., Orobio de Castro, B., Overbeek, G., & Bushman, B. J. (2014). “That’s Not Just Beautiful – That’s Incredibly Beautiful!”: The Adverse Impact of Inflated Praise on Children With Low Self-Esteem. Psychological

Science,25, 728-735. doi:10.1177/0956797613514251

Cimpian, A., Arce, H. C., Markman, E. M., & Dweck, C. S. (2007). Subtle Linguistic Cues Affect Children’s Motivation. Psychological Science, 18, 314-316.

doi:10.1111/j.1467-9280.2007.01896.x

(20)

van klassieke conditionering.

file:///C:/Users/Gebruiker/Downloads/7941_b17f61f6b05c37e14139c365e70669bb.pd f

Güldner, M. G., & Stegge, G. T. M. (2013). Beschermt een gezonde zelfwaardering tegen de negatieve gevolgen van falen en kritiek? Kind & Adolescent, 34, 45-58.

doi:10.1007/s12453-013-0003-2

Güldner, M. G., Stegge, H., Smits, M. S. I., & Thomaes, S. C. E. (2010). De kwetsbaarheid van de narcistische zelfwaardering bij kinderen. Kind en Adolescent, 31, 4-15. doi:10.1007/BF03089695

Gunderson, E. A., Gripshover, S. J., Romero, C., Dweck, C. S., Goldin‐Meadow, S., & Levine, S. C. (2013). Parent Praise to 1‐to 3‐Year‐Olds Predicts Children's Motivational Frameworks 5 Years Later. Child development, 84, 1526-1541. doi:10.1111/cdev.12064

Helsen, M., Vollebergh, W., & Meeus, W. (1997). Sociale steun van ouders en vrienden en emotionele problemen in de adolescentie. Kind en adolescent,18, 24-31.

doi:10.1007/BF03060644

Henderlong, J. & Lepper, M. R. (2002). The Effects of Praise on Children’s Intrinsic Motivation: A Review and Synthesis. Psychological Bulletin, 128, 774-795. doi:10.1037//0033-2909.128.5.774

Henderlong Corpus, J., & Lepper, M. R. (2007). The effects of person versus performance praise on children’s motivation: Gender and age as moderating factors. Educational

psychology, 27(4), 487-508. doi:10.1080/01443410601159852

Kamins, M. L. & Dweck, C. S. (1999). Person versus process praise and criticism:

implications for contingent self-worth and coping. Developmental psychology, 35, 835-847. doi:10.1037/0012-1649.35.3.835

(21)

Kohn, A. (2001). Five Reasons to Stop Saying" Good Job". Young Children, 56, 24-30. Verkregen van

http://www.merrymontessori.com/Merry_Montessori-_Parent_Educat/StopSayingGoodJob.pdf

Leary, M. R., & Baumeister, R. F. (2000). The nature and function of self-esteem: Sociometer theory. In M. P. Zanna (Ed.), Advances in experimental social psychology, 32, 1-62. doi:10.1016/S0065-2601(00)80003-9

Lepper, M. R., Greene, D., & Nisbett, R. E. (1973). Undermining children's intrinsic interest with extrinsic reward: A test of the" overjustification" hypothesis. Journal of

Personality and social Psychology, 28, 129. doi:10.1037/h0035519

Lieshout, T. van (2009). Faalangst. In Pedagogische adviezen voor speciale kinderen (pp. 95- 108). doi:10.1007/978-90-313-6891-4_5

Martin, A.J. & Dowson, M. (2009). Interpersonal relationships, motivation, engagement, and achievement: Yields for theory, current issues, and educational practice. Review of

Educational Research, 79, 327-365. doi:10.3102/0034654308325583

Meerkerk, G. (2012). Tijd voor een deflatie van het begrip verslaving? Verslaving, 8, 68-70. doi:10.1007/s12501-012-0009-0

Mueller, C. M. & Dweck, C. S. (1998). Praise for intelligence can undermine children's motivation and performance. Journal of personality and social psychology, 75, 33-52. doi:10.1037/0022-3514.75.1.33

Neeleman, M. (2008). Oplossingsgerichte intervisie vergroot professionaliteit. Jeugd en Co

Kennis, 2, 28-42. Verkregen van

http://link.springer.com/article/10.1007%2FBF03087456?LI=true

Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American psychologist, 55, 68. doi:10.1037/0003-066X.55.1.68

(22)

Strikkers, W. (2008). De zelfwaardering van teruggetrokken kinderen; de invloed van gepest

worden. (Niet gepubliceerde masterthese). Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.

Verkregen van: http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/30801

Zentall, S. R. & Morris, B. J. (2010). “Good job, you’re so smart”: The effects of

inconsistency of praise type on young children’s motivation. Journal of Experimental

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderbouwing personele, materiële en overige kosten: op aanvraag beschikbaar Co-financierende partij: geen.. Programma

Door een gebrek aan mosselen van lengte 58-70 mm in de Eems-Dollard is de klasse 5 niet door het RIKZ aangeleverd, dit jaar konden mosselen van deze lengte wel in de

(Simone, ontroerd, kijkt naar beneden) Viviane: (grijpt weer haar handen) ‘Ik wou hier zijn, Simone, om u dat te zeggen. Ik wou hier ook zijn omdat ik eigenlijk heel

Naar ons oordeel geeft de in de jaarstukken op pagina 44 tot en met pagina 72 opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten

SRS-694 no required domain knowledge and knowledge code that was not touched (coupling) SRS-768 no metrics showed high familiarity but it required a change in the data structure

Divergent Quiescent Transition Systems (DQTSs) are labelled transition sys- tems that model quiescence, i.e., the absence of outputs or internal transitions, via a special

De effectiviteit van deze twee vormen van complimenten is onderzocht in schoolsituaties, waarbij gevonden werd dat gelabelde complimenten weinig worden gebruikt door de

Deze zou alleen voor 2018 en 2019 gelden, maar wordt met een jaar verlengd om de nodige stappen te kunnen zetten.. Op pagina 18 lezen we echter dat de verhoging structureel in de