• No results found

Duurzaamheid van de diervoederketen : tussenrapportage

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Duurzaamheid van de diervoederketen : tussenrapportage"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BO8-5-30 LŠ, ASG, pag 1 van 2

Duurzaamheid van de diervoederketen Datum: 4 mei 2009

Herkomst: BO-08-005 Veilige gebruik van grond- en hulpstoffen Auteur: Léon Šebek, ASG Veehouderij, WUR, themacoördinator. Partners: LEI, RIKILT, PRI, AFSG

Duurzaamheid is het voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien (Brundtland-rapport, 1987)

De interpretatie van bovenstaande definitie van "duurzaamheid" is afhankelijk van percepties die van land tot land en van mens tot mens sterk kunnen verschillen. Het is dan ook belangrijk om bij het verbeteren van “duurzaamheid” duidelijk aan te geven vanuit welke perceptie inhoud wordt gegeven aan die duurzaamheid.

Binnen het BO8 thema ‘Veilig gebruik van grond- en hulpstoffen’ is in 2008 en 2009 gewerkt aan hoe de perceptie van duurzaamheid kan worden vastgelegd in concrete en meetbare eenheden (BO8-005-026). Zo gauw duurzaamheid meetbaar is, kan ook bepaald worden of de duurzaamheid voldoet aan een verwachting, en zo niet, welke mogelijkheden tot sturing bestaan. Hier op aansluitend is in BO8-005-030 voor de casus ‘Diervoederketen’ een model ontwikkeld waarmee de interactie tussen sturing op duurzaamheid en andere sturende invloeden kan worden weergegeven. De kern van dit model draait om veranderingen in de grondstofstromen, wat uitstekend aansluit bij BO8-005.

Model Duurzaamheid Diervoederketen

De grondstoffenstromen in de Nederlandse diervoedersector worden in hoge mate beïnvloed door economisch handelen (BO8-005-032: vraag, aanbod en houdbaarheid) en door

institutionele sturing (BO8-005-033: overheden, NGO’s, etc.). Daarnaast wordt vanuit de markt en in het beleid veel belang toegekend aan zowel het beperken van risico’s voor de gezondheid van dier en consument (BO8-005-037) als het vergroten van de duurzaamheid van de diervoeders (BO8-005-026). Risico’s en duurzaamheid zijn binnen de diervoederketen zo belangrijk dat ze binnen BO8-005-030 niet als deel van economisch handelen of institutionele sturing zijn opgenomen, maar als afzonderlijk herkenbare aspecten. Daarmee zijn vier

aspecten benoemd die bepalend zijn voor de grondstofstromen: 1. De invloed van economisch handelen

2. De impact van institutionele sturing

3. Beperken van risico’s voor de gezondheid en voedselveiligheid van mens en dier. 4. Vergroten van de duurzaamheid

Deze 4 aspecten werken tegelijkertijd, beïnvloeden elkaar rechtstreeks en via terugkoppeling over één of meer schijven en kunnen daarom het beste als een kringloop (zonder vast

beginpunt) worden voorgesteld (Figuur 1). Uit Figuur 1 blijkt dat wanneer grondstofstromen gewijzigd worden door sturing vanuit één van de vier aspecten, dat direct gevolgen kan hebben voor de andere drie aspecten.

Voorbeeld Als een nieuwe grondstof beschikbaar komt bij de productie van bio-energie (verandering grondstofstromen), kunnen prijzen van grondstoffen veranderen, verandert het

economisch handelen, kan dat effect hebben op risico’s en duurzaamheid , kan er institutionele sturing geïnitieerd worden, veranderen de grondstofstromen, etc….

(2)

BO8-5-30 LŠ, ASG, pag 2 van 2

Figuur 1. Sturingsfactoren van grondstofstromen in de diervoederketen

Voortgang

In 2008 is binnen BO8-005-030 gewerkt aan het kwantificeren van de effecten van de vier benoemde sturingsfactoren op de grondstoffenstroom. Dat is gebeurd voor de belangrijkste veevoedergrondstoffen (soja, tarwe en maïs) en voor enkele nieuwe grondstoffen die ontstaan als bijproducten van de biofuelproductie (DDGS en glycerol). Voor deze grondstoffen is in grote lijnen gekwantificeerd wat het effect van maatschappelijke veranderingen is op de prijsontwikkeling, de duurzaamheidsprestatie, de risico’s voor de keten en de rol van institutionele sturing (zie onderliggende projecten voor details). De aard van de maatschappelijke ontwikkeling is ingeschat conform vier bestaande en algemeen

geaccepteerde ontwikkelingsscenario’s (EURuralis). Vervolgens is het Model Duurzaamheid Diervoederketen met deze informatie gevuld en is een eerste test uitgevoerd of de

wisselwerking met en de verandering in de grondstofstromen geschat kan worden (voor één ontwikkelingsscenario). In 2009 zal het model worden geëvalueerd en aangepast met als doel om eind 2009 een werkend prototype beschikbaar te hebben.

Toepassing

Gebruik van het Model Duurzaamheid Diervoederketen zal snel inzicht geven in

veranderingen in de diervoederketen als gevolg van de wens om de duurzaamheid van de diervoederketen te vergroten. Het betreft veranderingen in de grondstofstromen, in de rol van en de mogelijkheden voor institutionele sturing, in het economisch handelen en in risico’s voor de voedsel- en voederveiligheid. De integrale aanpak van het model zorgt daarbij voor terugkoppeling tussen de verschillende sturingsfactoren in het model.

NB: Het model hoeft niet te starten met een (gewenste) verandering in de duurzaamheid van de diervoederketen, maar kan met elk van de sturingsfactoren starten (b.v. met een verwachte verandering in economisch handelen).

Economisch handelen Vergroten duurzaamheid Nieuwe risico’s Institutionele sturing Grondstof- stromen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Poll 2: Mijn organisatie richt zich op het streefdoel van 2030 en nog niet op de eindnormen van 2050.. Poll 3: Mijn organisatie kan (binnen redelijke grenzen) de

Naar aanleiding van een onderzoek van Tegel (2012) waaruit bleek dat vrouwen een hogere gedragsattitude en gedragsintentie hebben dan mannen waar het de overstap

Van de meest weidse panorama’s tot de zwakste vormen van leven is de natuur een voortdurende bron van verwondering en eerbied.. Paus Franciscus, Laudato

• verkoopt deze gewone biodiesel als - veel duurdere - duurzame biodiesel aan bedrijf B.

ISO 26000 is weliswaar een richtlijn en geen norm (en dus ook niet bedoeld voor certificering), maar de richtlijnen geven de auditor wel handvatten voor het opzetten van een

Voor internal auditors is momenteel alleen specifieke regelgeving beschikbaar in de vorm van de in februari 2010 verschenen IPPF-Practice Guide van IIA Inc, maar aan de

Dreigt de les niet door te kunnen gaan, omdat je te weinig begeleiders hebt kunnen vinden, bel of mail dan enkele dagen voor de lesdatum naar het CNME en vraag of er één,

Deze werknemers kunnen dan goed in het onderzoek meegenomen worden om hun keuzes te bestuderen, aangezien zij het vaakst de keuze voor een van de soorten vervoer moeten maken..