• No results found

Effectiviteit van ventilatie in afdelingen voor gespeende biggen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Effectiviteit van ventilatie in afdelingen voor gespeende biggen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Praktijkonderzoek Veehouderij - Varkens Juni 2001

19 Ventilatie in varkensstallen heeft als taak vervuilende stof-fen en het teveel aan warmte uit de leefomgeving van de dieren af te voeren. Effectieve ventilatiesystemen kunnen met een laag ventilatiedebiet een goede luchtkwaliteit op dierniveau realiseren. Op het praktijkcentrum Sterksel is gemeten hoe effectief de luchtverversing op dierniveau is bij drie verschillende ventilatiesystemen. De ventilatie-effectiviteit was bij grondkanaalventilatie het hoogst en bij plafondventilatie ongeveer even hoog als bij deurventilatie.

Ventilatie-effectiviteit

De effectiviteit van ventilatie wordt in dit onderzoek uitgedrukt in de Ventilatie-Effectiviteit (VE). VE is voor een bepaalde plaats op dierniveau als volgt gedefinieerd:

In een perfect gemengde ruimte is de waarde voor VE gelijk aan 1. De concentratie van vervuilende stoffen in de uit-gaande lucht is dan gelijk aan de concentratie van vervuilende stoffen op iedere plaats in de stal. Wanneer de waarde van VE lager is dan 1, dan betekent dit dat de concentratie vervui-lende stoffen in de luchtuitlaat lager is dan op dierniveau. Dit is voor de dieren een ongunstige situatie. VE kan echter ook hoger worden dan 1; dan is er sprake van effectieve ventilatie

omdat de concentratie vervuilende stoffen in de uitgaande lucht hoger is dan op dierniveau. VE kan ook worden bere-kend voor de afvoer van warmte uit een stal.

In de praktijk is een effectieve verwijdering van ongewenste stoffen (in dit onderzoek wordt CO2 als indicatorgas gebruikt) op dierniveau zeer belangrijk wanneer er verwarming van de lucht nodig is. Effectieve verwijdering van warmte uit de lucht op dierniveau is van groot belang bij hogere binnentemperatu-ren en hogere ventilatiedebieten, wanneer de ventilatie is gericht op beheersing van de binnentemperatuur.

Proefopzet

In dit onderzoek is een meetopstelling geplaatst in drie afde-lingen voor gespeende biggen op het Praktijkcentrum Sterksel, met als doel inzicht te verkrijgen in de effectiviteit van de ventilatie bij verschillende ventilatiesystemen. In figuur 1 is een overzicht gegeven van de drie proefafdelin-gen. Eén afdeling was voorzien van grondkanaalventilatie, één afdeling was voorzien van plafondventilatie met houtwolce-mentplaten met daarop glaswol en één afdeling was voorzien van deurventilatie. Per afdeling zijn in de in- en uitgaande lucht en op drie locaties op dierniveau CO2-concentraties gemeten, op basis waarvan de VE voor CO2 berekend kon worden. Daarnaast is op één locatie op zowel dierniveau als in de in-en uitgaande lucht de temperatuur gemetin-en, op basis waar-van VE voor warmte berekend kon worden.

Effectiviteit van ventilatie in

afdelingen voor gespeende biggen

Victor van Wagenberg en Mart Smolders

Tabel 1 De gemiddelde waarde van de ventilatie-effectiviteit VE op de verschillende meetpunten

Meetpunt VE voor CO2 VE voor warmte

Grondkanaalventilatie 1 1,83 -2 1,39 1,13 3 1,02 -Plafondventilatie 4 1,33 -5 0,96 0,94 6 0,76 -Deurventilatie 7 0,77 -8 1,21 0,95 9 1,12

-(concentratie in uitgaande lucht - concentratie in ingaande lucht) VE =

(2)

Praktijkonderzoek Veehouderij - Varkens Juni 2001

20

Figuur 1Overzicht van de proefafdelingen met daarin meetlocaties van VE (1 t/m 9)

afdeling 1

grondkanaalventilatie

afdeling 2

plafondventilatie

afdeling 3

deurventilatie

c

o

nt

ro

le

g

a

ng

c

o

nt

ro

le

g

a

ng

In laat v an lu ch t kan aal

1

2

3

4

5

6

7 8

9

7

9

dich t e v loer roost erv loer

gesloot en h okaf sch eidin g h okaf sch eidin g open

m est in dicat iev e lu ch t st rom in g in

in dicat iev e lu ch t st rom in g in

af delin g gron dkan aal

1

2

3

5

4

6

8

(3)

Praktijkonderzoek Veehouderij - Varkens Juni 2001

21

Resultaten

Het gemiddelde ventilatiedebiet over de drie ronden was bij grondkanaalventilatie 7,9 m3/h per big, bij plafondventilatie 9,2 m3/h per big en bij deurventilatie 8,9 m3/h per big. De gemeten CO2-concentratie op dierniveau, en daarmee de waarde voor VE, was afhankelijk van de locatie van de meet-punten op dierniveau. In tabel 1 staan de gemiddelde waarden van VE voor CO2 op de verschillende meetlocaties voor de drie ronden.

De waarde van VE hing af van de locatie binnen het hok waar gemeten werd. Bij grondkanaalventilatie is duidelijk dat dichter bij de controlegang VE hoger is dan achter in het hok. Verse lucht komt voor in het hok binnen en achter het hok is “oudere” lucht aanwezig. Bij plafondventilatie valt verse lucht naar beneden op plaatsen waar de dieren niet liggen, rondom meetpunt 4. Achter in de afdeling was de ligplaats van de die-ren, waardoor de verse lucht daar niet direct kwam en VE daar lager is. Bij deurventilatie stroomde, vooral bij hogere ventilatiedebieten, veel lucht door naar achter in de afdeling.

Lucht stroomde over de hokken terug naar voren richting ven-tilator. Achter in de afdeling was VE dus hoger dan dichter bij de deur. De waarde van VE varieerde in de tijd omdat deze afhankelijk was van het ventilatiedebiet. De gemiddeld geme-ten VE, uitgedrukt in de effectiviteit waarmee CO2 en warmte uit de omgevingslucht van de dieren verwijderd worden, was bij grondkanaalventilatie het hoogst.

Conclusies

De VE voor CO2 en warmte is bij grondkanaalventilatie hoger dan bij plafondventilatie en deurventilatie. Bij effectievere venti-latie kan met een lager luchtdebiet een betere luchtkwaliteit op dierniveau worden gerealiseerd. Door effectievere ventila-tiesystemen toe te passen is het beter mogelijk om de lucht-kwaliteit op dierniveau te beheersen. De ventilatie-effectiviteit speelt een belangrijk rol bij de ontwikkeling van nieuwe ventila-tiesystemen en -technieken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

a) Door toepassing van een teeltwijze waarbij de overzichtelijkheid van het gewas beter is dan bij het traditionele teeltsysteem, lijkt de oogstprestatie aanmerkelijk te

ziening van het gewas, grondsoort en gewasontwikkeling. Da~waas.t wtfrd~h;. g~gevens ge- bruikt over relaties· tusseri ziekte.;.. gens vaste ~elrnethod1el<en. dauw en

De Rijksoverheid stimuleert met haar beleid de biobased economy in Nederland. De markt van biobased producten wordt steeds groter. Daarom wil het Rijk zelf ook biobased én

• B26 was in een klein gewas selectief in blauwmaanzaad, boerenkool, Chinese kool, raketblad en venkel en matig selectief in prei, erwt en stamslaboon; in een groot gewas selectief

Als de rechthebbende over zijn onder bewind gestelde goederen wil beschikken terwijl dit beschikken niet als een beheershandeling kan worden aangemerkt, behoeft

Glucolipotoxicity increases both toxic glucose and lipid myocardial intermediates which collectively alters the cardiac structure evident by cardiomyocyte hypertrophy and

We conclude that a deficient complex III function via Rieske subunit knockdown in 143B cells, which does not result in increased ROS levels, results in a weak response in

This discussion will take the form of themes identified in the DoW Status of Women in the South African Economy report (2015) (DoW, 2015), which are poverty