• No results found

Veeaankoop op melkveebedrijven nog geen verleden tijd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Veeaankoop op melkveebedrijven nog geen verleden tijd"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 34 Praktijkonderzoek 2000-3

Voor een gezonde veestapel is het belangrijk om de insleep van ziektekiemen tegen te gaan. Omdat de koe de belangrijkste besmettingsbron is moeten contacten met vreemd vee zoveel mogelijk voorkomen worden. Het aankopen van dieren is een zeer belangrijke risicofactor. De kans bestaat immers dat niet alleen een goede koe wordt aangekocht, maar dat u er ‘gratis’ ook een aantal ziektekiemen ‘bij krijgt’.

Situatie in de praktijk

Om inzicht te krijgen in de aanvoer op melk-veebedrijven is in de I&R-databank nagegaan op hoeveel bedrijven in de periode van september 1998 tot en met augustus 1999 rundvee aan-gevoerd is. Uit tabel 1 blijkt dat op 70 % van de melkveebedrijven meer of minder vee aan-gevoerd is. Bijna de helft van de bedrijven koopt af en toe vee aan (één tot en met zes stuks), terwijl een kwart van de bedrijven veel vee aankoopt. In de cijfers kan enige ‘ruis’ zitten doordat veehouders een vaarskalf soms eerst afmelden en later alsnog besluiten het aan te houden. Sommige bedrijven hebben twee UBN’s op dezelfde locatie en anderen scharen (jong)vee uit naar een bedrijf zonder ander vee. Dit wordt (onterecht) gezien als aanvoer.

In de praktijk wordt het percentage melkvee-houders wat vee aankoopt onderschat. Dit blijkt onder andere uit een enquête onder dieren-artsen en voorlichters die betrokken zijn bij een demonstratie project diergezondheid op de proefbedrijven. Volgens de geënquêteerden zou op een derde van de bedrijven het afgelopen jaar vee aangekocht zijn.

In vergelijking met een eerder overzicht van de Gezondheidsdienst voor Dieren over juni 1994 tot september 1995 is het percentage gesloten bedrijven (zonder aanvoer van rundvee) wel gestegen, van 16 naar 30 % en het aandeel bedrijven dat qua aanvoer volledig open is (aan-voer van drie of meer dieren per jaar) is gedaald van 61 naar 41 %. Desondanks blijft de aanvoer toch nog te hoog.

Waarom toch aankopen?

Onduidelijk is wat precies de redenen voor aan-koop zijn. Is het de handelsgeest van de vee-houder, vindt hij het jammer om het quotum niet vol te melken, is er een pinkenstier nodig, denkt men een grote stap te kunnen maken in de fokkerij? Wat de reden ook mag zijn, bewust of onbewust worden er grote risico’s genomen.

Veeaankoop op melkveebedrijven nog

geen verleden tijd

Wim Hanekamp

Uit I&R cijfers blijkt dat 70 % van de melkveebedrijven regelmatig vee aanvoert. Dit ondanks het feit dat bekend is dat aankoop van vee een grote risicofactor is voor de insleep van ziektekiemen. Uit oogpunt van bedrijfsgezondheid is dit een zorgwekkende situatie.

Tabel 1 Aantal aangevoerde dieren op melkveebedrijven

Aantal aangevoerde dieren Aantal melkveebedrijven

1994/’95 1998/’99 0 5.282 8.663 1-2 7.494 8.468 3-6 7.517 5.355 7-10 3.914 2.367 11-15 2.693 1.536 16-25 2.619 1.345 26-50 2.003 928 >50 1.433 543

(2)

35

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 2000-3

Vaak zegt men bij aankoop wel te letten op de Leptospirose- en IBR-status van het bedrijf van verkoop. Maar daarnaast is ook de gezond-heidsstatus van andere besmettelijke dier-ziekten zoals BVD, paratbc en ook Salmonella van belang. Verder komen bedrijfsgebonden ziekten zoals mastitis en klauwaandoeningen hier nog bij. Door aankoop van vee kunnen ook de ziektekiemen hiervan op het bedrijf komen. Tenslotte kan het ook nog mis gaan wanneer de dieren in niet goed schoonge-maakte en ontsmette veewagens getranspor-teerd worden.

Veel bedrijven houden ruim jongvee aan, waar-door aanvoer in feite nog minder noodzakelijk wordt. Door regelgeving op milieugebied zal de druk op het houden van jongvee toenemen. Uit oogpunt van besmettingsgevaar is al het jongvee

afstoten en weer overgaan op centrale jongvee opfok niet aan de orde. Voor een gezonde vee-stapel is eigen opfok nodig.

Gezonde bedrijfsvoering

Naast het voorkomen van contacten met

vreemd vee zijn er nog een drietal hoofdmaatre-gelen om in- en versleep van ziektekiemen tegen te gaan.

•Bedrijfskleding voor professionals zoals die-renarts en inseminator.

•Kalveren alleen biest van de eigen moeder geven en daarna kunstmelk.

•Jongvee gescheiden huisvesten van ouder rundvee.

Deze maatregelen vormen samen de basis van een gezonde bedrijfsvoering. Dat omvat dus duidelijk meer dan een gesloten bedrijfs-voering. Het beste is éénrichtings-verkeer: alleen maar dieren afvoeren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Open en respectvol vertellen wie we zijn en waarvoor we staan, ook in de katholieke godsdienstlessen, is dat niet de eer- lijkste en oprechtste

We concluderen dat de Vlaamse arbeidsmarkt tot voor kort aan de beterhand was, maar dat de kloof ten aanzien van het precrisisniveau nog niet gedicht is. Bovendien duiken er

Reviewing of natural chemistry at the VRWS and selected surrounding farms has taken place during the construction and operational phases of the radioactive

On 30 July 2001 the Western Cape Minister of Local Government appointed Adv W H Heath SC and Mr M Campbell to conduct an investigation in terms of Section 106(2) of the

The author, a full.time research historian at the Human Sciences Research Council's Institute for Historical Research, is no stranger to the history of the Nonhern

This study is aimed at researching the Life Orientation learning area and investigating the ways and level of preparation teachers had received to equip them to implement

van de waarden die aan democratic en rechts- staat ten grondslag liggen. De rooms-katholieke kerk, het protestantisme en de oosterse orthodoxie hebben ieder hun eigen

Deze scriptie gaat over de mate waarin de woonwensen van de lage middeninkomens de huidige en toekomstige eigendomssituatie verklaren, de gevolgen die de