• No results found

Praktijkgericht onderzoek Easysteppers : Als traplopen een probleem wordt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Praktijkgericht onderzoek Easysteppers : Als traplopen een probleem wordt"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers

Opdrachtgever: Wil Peters

Naam studenten: Saleha Mughal & Marloes Boers Studentnummers: 500694382 & 500683615

Plaats: Amsterdam

Datum: 13 juni 2017

Opleiding: Ergotherapie aan de HvA Naam coach: Paul van der Hulst

(2)

Het copyright is van de Hogeschool van Amsterdam.

De opdrachtgever kan vrij beschikken over gemaakte werkstuk(ken) voor eigen gebruik. De opdrachtgever bepaalt bij de evaluatie of hij toestemming geeft om het werkstuk in het openbaar bestand van de Hogeschool van Amsterdam op te nemen.

(3)

Voorwoord

Dit project gaat over de ‘Easysteppers’. ‘Easysteppers’ zijn stevige tussentreden voor op de trap, waardoor er minder kracht nodig is en de gewrichten minder zwaar worden belast tijdens het traplopen.

De contactmomenten met de opdrachtgever zijn vooral gegaan over hoe het project het beste plaats kan vinden en over de huidige informatie die de opdrachtgever bezit. Het project gaat vooral over het vragen naar ervaringen van de huidige gebruikers van de ‘Easysteppers’ en mogelijke andere betrokken (zorg) professionals.

Het project is uitgevoerd in nauwe samenwerking met Wil Peters en de Hogeschool van Amsterdam. Hierin willen wij dan ook in het bijzonder Paul van der Hulst (HvA) bedanken.

Wij hopen dat ons onderzoek bijdraagt aan het verder bekend worden van de ‘Easysteppers’ op de markt.

Veel plezier met het doorlezen van dit onderzoeksverslag en daaruit voortvloeiende adviezen. Marloes Boers & Saleha Mughal

Amsterdam 13 juni 2017

(4)

Samenvatting

Vraagstelling:

Wat zijn de bevindingen van de gebruikers en de (zorg)professionals (die betrokken waren in een adviestraject voor de ‘Easysteppers’), bij het gebruik van de ‘Easysteppers’ die geplaatst zijn in de woonsituatie van de gebruikers?

Doel:

De bevindingen van de huidige gebruikers van de ‘Easysteppers’ en de (zorg)professionals die betrokken waren in een adviestraject voor de ‘Easysteppers in kaart brengen. Daarnaast een onderzoeksrapport met aanbevelingen overhandigen aan de opdrachtgever.

Werkwijze:

Zes gebruikers van de ‘Easysteppers’ en drie (zorg)professionals die geadviseerd hebben over de ‘Easysteppers’, hebben meegewerkt aan het praktijkonderzoek. Er hebben zes interviews en zes observaties plaats gevonden bij de gebruikers thuis en drie interviews bij de (zorg)professionals op locatie. In de gesprekken zijn naar de bevindingen gevraagd met betrekking op de ‘Easysteppers’. Resultaten:

Uit de interviews van de respondenten zijn verschillende bevindingen naar voren gekomen met betrekking op: de persoon, omgeving en het handelen (PEOP). Uit het onderzoek is gebleken dat 4 van de 6 respondenten minder pijn ervaren na het plaatsen van de ‘Easysteppers’. Daarnaast vinden 3 van de 6 respondenten het traplopen veiliger met de ‘Easysteppers’. Tot slot ervaren alle respondenten minder problemen met traplopen, na het plaatsen van de ‘Easysteppers’.

Bij de (zorg)professionals kwamen verschillende bevindingen naar voren over de thema’s: eigen ervaringen, vergoedingen, cliënttevredenheid, voor- en nadelen en verder op de markt. Uit het onderzoek is gebleken dat het van groot belang is dat de ‘Easysteppers’ vergoed gaan worden. Daarnaast vinden ze het een innovatief product, dat zorgt dat men in beweging blijft. Tot slot hopen ze dat het product verder op de markt komt.

Conclusie:

De ‘Easysteppers’ wordt ervaren als een juiste woningaanpassing als traplopen moeilijk gaat. Echter zijn er wel aanpassingen/ onderzoek nodig om het product verder te ontwikkelen. Er zou onderzoek gedaan kunnen worden naar; de mythes, officiële instanties interviewen en het vergoedingensysteem bij de gemeente in kaart brengen.

(5)

Inhoudsopgave

Deel A: Onderzoeksverslag ... 6 1. Inleiding ... 6 1.1 Aanleiding ... 6 1.2 Vraagstelling ... 6 1.2.1 Hoofdvraag ... 6 1.2.2 Deelvragen onderzoek ... 7 1.2.3 Deelvragen literatuurstudie ... 7 1.3 Doelstelling ... 7

1.4 Relatie met ergotherapie ... 7

1.5 Relevantie ... 8 2. Werkwijze ... 8 2.1 Selectie ... 10 2.2 Selectieprocedure ... 11 2.2.1 Aselecte steekproef ... 11 2.2.2 Respondenten ... 12 2.2.3 (Zorg)professionals ... 14

2.3 Interview & topiclijst ... 15

2.4 PEOP model ... 16 2.5 Adviesmodel ... 17 3. Resultaten ... 18 3.1 Respondenten ... 18 3.1.1 Vergelijkingstabel interviews ... 18 3.1.2 Observaties ... 21 3.2 Zorgprofessionals ... 24 3.2.1 Thema’s ... 24 3.3 Literatuurstudie ... 26

3.3.1 Factoren zelfstandig wonen ouderen... 26

3.3.2 Obesitas bij ouderen ... 27

4. Discussie ... 28

4.1 Waardering resultaten ... 28

4.2 Sterke kanten ... 28

4.3 Implicaties ... 28

(6)

4.6 Generaliseerbaarheid ... 29

4.7 Vervolgonderzoek ... 29

5. Conclusie ... 30

Deel B: Aanbevelingen... 31

6. Aanbevelingen voor opdrachtgever ... 31

6.1 Respondenten ... 31 6.2 (Zorg)professionals ... 31 6.3 Onderbouwing literatuur ... 32 7. Literatuurlijst ... 33 8. Bijlagen ... 36 Bijlage 1 Begrippenlijst ... 36

Bijlage 2 Toestemmingsformulier respondenten ... 37

Bijlage 3 Toestemmingsformulier zorgprofessionals ... 38

Bijlage 4 Samenvatting & quotes interview respondent 1 ... 39

Bijlage 5 Samenvatting & quotes interview respondent 2 ... 42

Bijlage 6 Samenvatting & quotes interview respondent 3 ... 44

Bijlage 7 Samenvatting & quotes interview respondent 4 ... 47

Bijlage 8 Samenvatting & quotes interview respondent 5 ... 49

Bijlage 9 Samenvatting & quotes interview respondent 6 ... 52

Bijlage 10 Samenvatting & quotes interview fysiotherapeut ... 54

Bijlage 11 Samenvatting & quotes interview productadviseur ... 57

(7)

Deel A: Onderzoeksverslag

In Bijlage 1 Begrippenlijstis een begrippenlijst te vinden, hierin worden alle belangrijke begrippen uitgelegd.

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Enocent Mobility Solutions is een bedrijf dat oplossingen bedenkt voor mensen met fysieke beperkingen. Dit bedrijf zorgt door middel van hun hulpmiddelen dat mensen in hun dagelijkse leven bepaalde activiteiten kunnen blijven verrichten, ongeacht hun conditie. Hierdoor wordt de kans vergroot dat ze langer vitaal thuis blijven wonen. Op dit moment heeft het bedrijf een hulpmiddel op de markt gezet, genaamd ‘Easysteppers1’. Dit hulpmiddel kan voor een aantal mensen met gezondheidsproblemen een prima woningaanpassing zijn. Hierdoor kunnen duurdere aanpassingen, zoals een traplift, verbouwing of verhuizing worden voorkomen. Op dit moment is er echter niet genoeg informatie/evidence over de ervaringen van de huidige gebruikers, sociale omgeving, (zorg)professionals en officiële instanties2. De opdrachtgever heeft de opleiding Ergotherapie benaderd of het mogelijk was om een onderzoek te doen voor hem, over ervaringen van de huidige gebruikers, sociale omgeving, (zorg)professionals en andere instanties van de ‘Easysteppers’ (Peters, 2016). Wij hebben in het kader van ons eindproject deze uitdaging op ons genomen.

Op dit moment is er weinig informatie te vinden over de ‘Easysteppers’. Op de webpagina van Enocent Mobility Solutions3 is er enige informatie over de ‘Easysteppers’ te vinden en zijn er filmpjes gepubliceerd. Op dit moment zijn er gebruikers van de ‘Easysteppers’ waarbij nog niet naar de ervaringen is gevraagd. Hierdoor kan er niet evidence based geconcludeerd worden of het product inderdaad een helpend hulpmiddel is. Voor verdere bekendmaking van de ‘Easysteppers’ op de markt, is het belangrijk om de ervaringen van de gebruikers en de (zorg)professionals in kaart te brengen. De vraag waarmee wij benaderd werden door de opdrachtgever is heel breed. Na overleg met de begeleider vanuit school, is besloten om de vraag af te bakenen en onderzoek te doen naar de ervaringen bij twee doelgroepen. De doelgroepen die uiteindelijk zijn gekozen zijn respectievelijk de gebruikers en de (zorg)professionals die betrokken waren in een adviestraject voor de ‘Easysteppers’.

1.2 Vraagstelling

Naar aanleiding van de probleembeschrijving zoals in de inleiding is beschreven zijn de volgende hoofdvraag en deelvragen opgesteld:

1.2.1 Hoofdvraag

Wat zijn de bevindingen van de gebruikers en de (zorg)professionals (die betrokken waren in een adviestraject voor de ‘Easysteppers’), bij het gebruik van de ‘Easysteppers’ die geplaatst zijn in de woonsituatie van de gebruikers?

1 Stevige tussentreden voor op uw eigen trap waardoor er minder kracht nodig is en uw gewrichten minder

zwaar worden belast.

2 WMO, hulpdiensten en woningcorporaties

(8)

1.2.2 Deelvragen onderzoek

Ons onderzoek bestaat uit twee delen. Wij hebben de volgende deelvragen voor ons onderzoek opgesteld:

• Wat zijn de bevindingen van de gebruikers in het algehele traject van de ‘Easysteppers’? • Wat zijn de bevindingen van de (zorg)professionals in het adviestraject bij cliënten die

problemen hebben met traplopen?

1.2.3 Deelvragen literatuurstudie

De literatuurstudie is bedoeld om wetenschappelijk bewijs te vinden voor vragen die betrekking hebben op ons project. Wij hebben hiervoor de volgende deelvragen opgesteld:

• Welke factoren in de woonomgeving bepalen of ouderen (65+) zelfstandig kunnen blijven wonen?

• Welke lichamelijke activiteiten hebben een positieve invloed op de gezondheid bij ouderen met obesitas?

1.3 Doelstelling

De antwoorden op de hoofdvraag en deelvragen kunnen gebruikt worden voor de adviezen aan onze opdrachtgever, om de ‘Easysteppers’ verder op de markt te brengen. Hiervoor hebben wij de volgende doelstelling opgesteld:

“Eind juni hebben wij de bevindingen van de huidige gebruikers van de ‘Easysteppers’ en de (zorg)professionals die betrokken waren in een adviestraject voor de ‘Easysteppers’ in kaart gebracht. Daarnaast is er een onderzoeksrapport met aanbevelingen overhandigd aan de opdrachtgever.”

1.4 Relatie met ergotherapie

De mens is van nature een handelend wezen en voelt zich genoodzaakt om bezig te zijn met de dagelijkse handelingen (Wilcock, 2006). Handelen is een fundamentele behoefte die biologisch is vastgelegd. Hierbij denkend aan traplopen. De mens heeft een innerlijke drang om de omgeving te leren kennen en invloed uit te oefenen. Deze drang maakt dat mensen overgaan tot handelen (Satink & Velde, 2017). Het kunnen vervullen van de behoefte aan betekenisvol handelen bevordert het spirituele, fysieke en psychosociale welzijn (Wilcock, 2006).

Traplopen is voor velen een dagelijkse handeling, aangezien je door middel van traplopen invloed kan uitoefenen op de omgeving. Traplopen is een noodzakelijke behoefte tegenwoordig, zeker als een persoon niet in een appartement woont. Zelfstandig kunnen traplopen maakt dat je makkelijker sociale contacten kunt onderhouden, boodschappen doen, aan activiteiten deelnemen in de woonomgeving en de stad of het dorp bezoeken.

Door middel van de ‘Easysteppers’ kan traplopen makkelijker worden. Dit zorgt ervoor dat de mens zo lang mogelijk thuis blijft wonen en zelfstandig blijft (Satink & Velde, 2017).

Het PEOP model 4 beschrijft de mens als handelend wezen. Voor meer uitleg over het PEOP model, zie 2.4 PEOP model.

(9)

1.5 Relevantie

Voor het onderzoek is de grootste belanghebbende de opdrachtgever. Door middel van het onderzoek kan hij zijn product verder ontwikkelen en zijn marketingproces. De andere belanghebbende zijn de mensen met een fysieke beperking. Indien dit product verder op de markt komt, kunnen mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen, in hun vertrouwde omgeving. Daarnaast is de gemeente ook een andere belanghebbende. Zij kunnen geld besparen doormiddel van een goedkoper alternatief voor traplopen, de ‘Easysteppers’.

2. Werkwijze

De methode waar voor wij gekozen hebben is kwalitatief onderzoek. Wij hebben hiervoor gekozen omdat wij alleen te maken hebben met de cliëntervaringen en de bevindingen van hun omgeving. Om dit verder uit te zoeken zullen wij interviews afnemen en observaties doen. De methode gaat als volgt te werk (Baarda, 2013):

1. Wat zijn mijn onderzoeksprobleem, doelstelling en onderzoeksvraag Zie paragraaf 1. Inleiding

2. Hoe kies je je onderzoeksopzet Zie paragraaf

2. Werkwijze

3. Situatie, groep of persoon Zie paragraaf

2.1 Selectie

4. Bestaande gegevens Zie pararagraaf

2. Werkwijze

5. Interviews Zie paragraaf

2.4 PEOP model & 2.5 Adviesmodel

6. Observeren Zie paragraaf

2. Werkwijze

7. Data-analyse Zie paragraaf

3. Resultaten

8. Rapportage Zie paragraaf

4. Discussie & 5. Conclusie Om een goed beeld te krijgen van de ‘Easysteppers’ hebben we een gesprek gehad met de opdrachtgever en hebben wij de website bekeken inclusief de filmpjes. Na het gesprek en de informatie vanuit bestaande gegevens, hebben wij gecontroleerd of wij voldoende informatie hebben om verder te gaan met het onderzoeksverslag.

Om stap 5 & 6 van onze methodiek verder toe te lichten, zullen wij hieronder het een en ander beschrijven:

• Interviews: Om aan respondenten van de ‘Easysteppers’ te komen, hebben wij onze opdrachtgever benaderd. Hij heeft ons, onder voorwaarde van geheimhouding en enkel voor dit onderzoek een Excel bestand overhandigd met hierin de gegevens van alle klanten. Wegens Wet Bescherming Persoonsgegevens 5is de opdrachtgever gevraagd om de geselecteerde cliënten zelf als eerst te benaderen en vervolgens een sein te geven, zodat er geïnterviewd kan worden (voor uitgebreide selectieprocedure zie 2.2 Selectieprocedure).

(10)

Hieruit hebben wij de (zorg)professionals en de huidige gebruikers benaderd voor een interview, dit hebben wij in eerste instantie via de mail gedaan (zie 2.1 Selectie). Indien zij niet gereageerd hebben binnen 1 week, hebben wij ze telefonisch benaderd. De interviews zijn afgenomen aan de hand van een topiclijst6. Wij hebben aan de hand van de topiclijst gewerkt, om zo een duidelijk beeld te krijgen van de bevindingen die de gebruikers van de ‘Easysteppers’ en de (zorg)professionals hebben met de ‘Easysteppers’. Wij hebben gekozen voor een topiclijst zodat een aantal relevante aspecten in ieder geval aan de orde komen en we de verkregen informatie uit de diverse interviews kunnen combineren en vergelijken. Daarnaast geven wij natuurlijk de respondenten de ruimte om nog zaken te noemen die zij belangrijk vinden en die nog niet via de topics aan de orde zijn gekomen.

Om de betrouwbaarheid van de interviews te waarborgen hebben wij de interviews uitgewerkt. Dit is gedaan door middel van de antwoorden onder elke vraag apart te uit te typen en erin te verwerken. Na de interviews volledig te hebben uitgewerkt, zijn de interviews gemaild naar de respondenten en (zorg)professionals, om het te laten verifiëren om de ingevulde gegevens kloppen. Indien er niet gereageerd werd, is er een herinneringsmail gestuurd. Als vervolgens daar niet op gereageerd was, is er telefonisch contact opgenomen om alsnog te bevestigen of de gegevens kloppen. Nadat alles geverifieerd was, zijn de gegevens in het onderzoek opgenomen. Om de privacy te waarborgen worden de data anoniem verwerkt en worden data gewist naar afloop van het onderzoek. De apparatuur die wij gebruiken is altijd beveiligd met een wachtwoord.

Bij het opstellen van de interviewvragen is gebruik gemaakt van het Person Environment Occupation Performance model (PEOP model) (zie 2.4 PEOP model voor verdere uitleg).

• Observaties: Wij willen observeren hoe het gebruik van de ‘Easysteppers’ is voor de respondent en zijn omgeving. Dit willen wij via beeldmateriaal doen en enige toelichting overhandigen aan onze opdrachtgever.

Tijdens de observaties zijn er een aantal punten geweest, waar we opgelet hebben. Dit zijn namelijk:

• De beloopbaarheid van de trappen (hoe gaat het nu) • Wat voor soort type trap

• Aanwezigheid van armleuningen en/of handgrepen

• Alleen de voeten van de respondenten op beeld, indien de bestanden verder door de opdrachtgever gebruikt worden

• Verschil tussen het normaal traplopen en met behulp van de ‘Easysteppers’

6Is een leidraad en geheugensteun voor een onderzoeker, waarin de belangrijkste onderwerpen en

focuspunten voor de uitvoering van een onderzoek zijn gerangschikt.

Bij het interview is er gebruik gemaakt van fenomenologisch onderzoek. Hierbij gaat het om het beschrijven van de ‘doorleefde ervaring’ van de mensen ten aanzien van een bepaalde fenomeen in het dagelijkse leven.

Er is hiervoor gekozen, omdat er naar ervaringen gevraagd wordt van de huidige gebruikers en (zorg)professionals. Hierbij is fenomenologisch onderzoek het best passend bij een kwalitatief onderzoek. Bij het beschrijven probeert de onderzoeker zo dicht mogelijk bij de ervaringen en beschrijvingen van de respondenten te blijven. Hierbij moet de onderzoeker erop letten dat hij geen interpretaties uit, vanuit bepaalde theorieën of perspectieven. (Ostelo et al., 2012)

(11)

Problemen die tijdens ons onderzoek kunnen voorkomen, zijn vooral de ethische aspecten en tijdsplanning. Vooral tijdens het interviewen moet met het ethische aspect rekening gehouden worden. Dit kan opgelost worden door vooraf aan het interview, de interviewer te vragen of hij/zij ermee instemt om geïnterviewd te worden en met ons de informatie te delen. Wij gaan gebruik maken van ‘informed consent7’ volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De geïnterviewden worden geanonimiseerd in het onderzoeksrapport. Hiervoor is een toestemmingsformulier gemaakt, zie Bijlage 2 Toestemmingsformulier respondenten & Bijlage 3 Toestemmingsformulier

zorgprofessionals

2.1 Selectie

Om ons kwalitatief onderzoek zo representatief mogelijk te houden zullen wij ongeveer zes personen interviewen. Zes personen die momenteel gebruik maken van de ‘Easysteppers’ en drie (zorg)professionals.

Voor het onderzoek worden er in totaal negen respondenten geworven. Wij hebben zes gebruikers en drie (zorg)professionals betrokken bij het onderzoek. Bij de selectie van de respondenten, met name de gebruikers, is rekening gehouden aan een verscheidenheid en dat de groep zo representatief mogelijk is.

Op basis van het geslacht zijn er vijf vrouwen en een man geselecteerd. Dit is een bewuste keuze, aangezien de vouwen relatief korter zijn dan de mannen en daardoor meer hun knie moeten heffen om de trap op te kunnen komen. Vrouwen worden gemiddeld ook ouder dan mannen.

Wat betreft de aandoening is er duidelijk een verscheidenheid. Hierbij kan er gedacht worden aan klompvoeten, artrose, obesitas, neuropathie, gewrichtsproblemen en om aan te sterken. Om deze verscheidenheid in kaart te brengen, hebben wij gekozen om van verschillende aandoeningen een beeld te schetsen.

De interviews die zijn afgenomen, gaan wij vervolgens per vraag beantwoorden. Uit de interviews zijn quotes gehaald die betrekking hebben met het onderzoek, zodat er direct duidelijk is, wat het effect van de ‘Easysteppers’ is.

7 Op een begrijpelijke en zo volledig mogelijke wijze informeert. De gebruiker verklaard door ondertekening dat

Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen gemiddeld ouder worden dan mannen. Wetenschappers hebben een verklaring hiervoor, namelijk: het immuunsysteem van vrouwen veroudert langzamer. Onderzoekers aan de Tokyo medical & dental university stellen dat het minder snel verouderende immuunsysteem van vrouwen ook kan bijdragen aan hun gemiddelde langere levensduur.

Waar het op neerkomt is dat het veranderen van het immuunsysteem bij het ouder worden heel anders verloopt bij mannen als bij vrouwen. Professor Hirokawa van de universiteit legt uit dat vrouwen meer oestrogeen hebben dan mannen, iets wat hen tot aan de menopauze lijkt te beschermen tegen cardiovasculaire ziekten. Maar geslachtshormonen hebben ook invloed op het immuunsysteem en dan met name op bepaalde typen lymfocyten (Tokyo Medical & Dental University, 2011)

(12)

2.2 Selectieprocedure

In dit hoofdstuk wordt het gehele proces van de selectieprocedure uitgelegd.

2.2.1 Aselecte steekproef

Wij hebben gekozen voor een aselecte steekproef. Dit wil zeggen dat de selectie van waarnemingseenheden helemaal op toeval is gebaseerd. Alle eenheden hebben evenveel kans om in het onderzoek terecht te komen. De steekproef is aan de hand van een klantenbestand genomen, waar in alle eenheden voorkomen (Baarda,2013). De opdrachtgever heeft deze keuzes gemaakt voor zowel de respondenten als de (zorg)professionals. De keuzes zijn gebaseerd op inclusiecriteria vanuit ons, deze inclusiecriteria zijn:

• Respondenten

o Reistijd ernaartoe. (maximaal 1,5 uur)

o Een halfjaar of langer zijn de ‘Easysteppers’ geïnstalleerd. o Verschillende aandoeningen

o Verschillende leeftijden • (Zorg)professionals

o Reistijd ernaartoe (maximaal 1,5 uur) o Diversiteit van professionals

o Tijd beschikbaar voor face-to-face contact o Bekend met het adviseren van ‘Easysteppers’

Representativiteit

Representativiteit wil zeggen dat de onderzochte populatie dusdanig representatief is dat deze ook te vergelijken is met de gehele groep. In ons geval is dit dus een aselecte steekproef, zoals hierboven ook te lezen is. Een onderzoek hoeft echter niet perse extern valide te zijn om toch waardevol te zijn, zoals bij kwalitatief onderzoek (Wouters & van Zaalen, 2012).

Een aselecte steekproef hoeft niet altijd representatief te zijn. Je hebt namelijk veel te maken met toeval. Wij hebben als steekproef grootte zes en drie gekozen, totaal van negen. Er is hiervoor gekozen omdat het bij kwalitatief onderzoek gaat om de juiste informatie boven tafel te krijgen. Bij negen deelnemers totaal verwachten wij de juiste en belangrijkste informatie naar boven te krijgen (Baarda, 2013).

(13)

2.2.2 Respondenten

In totaal zijn er 72 gebruikers van de ‘Easysteppers’, waarvan de opdrachtgever er twaalf heeft benaderd om te interviewen. Wij zijn tot deze twaalf respondenten gekomen met behulp van de inclusiecriteria die in de bovenstaande paragraaf te lezen is. Van de twaalf gebruikers hebben er uiteindelijk elf gereageerd. Vervolgens hebben wij van de elf gebruikers zes benaderd om daadwerkelijk te gaan interviewen. Deze zes respondenten zijn geselecteerd op basis van diversiteit. Door privéomstandigheden is een van de respondenten uitgevallen. Hierdoor is er gekeken naar de overige gebruikers die hadden gereageerd, waarvan er een nieuwe respondent is uitgekozen. Deze is vervolgens geïncludeerd en zijn de interviews afgenomen. In totaal zijn er zes respondenten geïnterviewd en is er gevraagd naar hun bevindingen met de ‘Easysteppers’.

Selectieprocedure

N=72

12 benaderd door

opdrachtgever

11 gereageerd

6 hebben wij er

benaderd

1 uitgevallen

vanwege privé

omstandigheden

1 nieuwe benaderd

Totaal 6

geinterviewd

(14)

2.2.2.1 Tabel 1 respondenten

In de onderstaande tabel is te zien hoe representatief onze onderzoeksgroep is ten opzichte van de gehele groep. De onderzoeksgroep bestaat uit zes gebruikers. Deze steekproef is genomen uit een totaal van 72 gebruikers De getallen in de tabel zijn afgerond op hele procenten. Hierdoor kan het voorkomen dat het totaal net boven of onder de 100 ligt.

Tabel 1 Respondenten N=72 N=6 N=72 N=6 Geslacht Aantal procent Aantal procent Tijd van installatie Aantal procent Aantal procent Man 30 % 17 % 0-3 maanden 0 % 0 % Vrouw 70 % 83 % 4-6 maanden 7 % 17 % 7-9 maanden 5 % 0 % Leeftijd Aantal procent Aantal procent 9-12 maanden 15 % 33 % 0-10 5 % 0 % 13-24 maanden 33 % 0 % 11-20 3 % 0 % 25-36 maanden 17 % 33 % 21-30 4 % 0 % 37 maanden of langer 21 % 17 % 31-40 3 % 0 % 41-50 3 % 17 % Provincie Aantal procent Aantal procent 51-60 11 % 17 % Groningen 0 % 0 % 61-70 19 % 17% Friesland 3 % 0 % 71-80 40 % 17 % Drenthe 4 % 0 % 81-90 14 % 33 % Gelderland 12 % 0 % 90+ 1 % 0 % Overijssel 4 % 0 % Utrecht 5 % 0 % Aandoening Aantal procent Aantal procent Flevoland 3 % 0 % Infectieziekten 3 % 17 % Noord-Holland 21 % 83 % Reuma (alle vormen) 44 % 17 % Zuid-Holland 17 % 17 % Ouderdom 6 % 17 % Noord-Brabant 21 % 0 % Spierziekten 10 % 17% Zeeland 7 % 0 % COPD 1 % 0 % Limburg 4 % 0 % Neurologische aandoening 12 % 0 % België 0 % 0 % Cerebrale Parese 3 % 17 % Obesitas 4 % 17 % Overige 18 % 0 %

(15)

2.2.3 (Zorg)professionals

Van de in totaal 54 (Zorg)professionals, zijn er achttien (zorg)professionals die het adviestraject hebben gevolgd met de ‘Easysteppers’. De opdrachtgever heeft zes daarvan benaderd om te vragen of het überhaupt mogelijk was om hen te kunnen interviewen. Hiervan hebben er drie gereageerd, waarvan er een alleen telefonisch bereikbaar was. Er is gekozen om als eerst de (zorg)professionals te interviewen, waarbij de mogelijkheid was om het face to face te doen. Hierbij in het achterhoofd houdend dat er nog andere (zorg)professionals moeten reageren.

Na lang gewacht te hebben is er met de opdrachtgever contact opgenomen, aangezien de overige (zorg)professionals niet gereageerd hadden. In het gesprek met de opdrachtgever is er besloten om de (zorg)professionals zelf te benaderen via de mail en om te kijken of het mogelijk is om hen te interviewen.

Vervolgens zijn er nog vijf (zorg)professionals door ons benaderd en hebben er daarvan twee gereageerd. Hieruit hebben wij één uitgekozen en hebben wij het interview afgenomen. Wij hebben niet voor beiden gekozen, omdat de andere zorgprofessional alleen via de mail de vragen kon beantwoorden. Wij wilden ons onderzoek zo betrouwbaar mogelijk houden, daarom alleen gekozen voor face-to-face interviews.In totaal zijn er drie (zorg)professionals geïnterviewd.

Selectieprocedure

N=54

N=18

(daadwerkelijk

geadviseerd)

6 benaderd door

opdrachtgever

3 gereageerd

2 hebben wij er

benaderd

Totaal 2

geinterviewd

5 hebben wij er

benaderd

2 gereageerd

1 hebben wij er

benaderd

Totaal 1

geinterviewd

(16)

2.2.3.1 Tabel 2 (Zorg)professionals

In de onderstaande tabel is te zien hoe representatief onze onderzoeksgroep is ten opzichte van de gehele groep. De onderzoeksgroep bestaat uit drie (zorg)professionals. Deze steekproef is genomen uit een totaal van 54 (zorg)professionals. De getallen in de tabel zijn afgerond op hele procenten. Hierdoor kan het voorkomen dat het totaal net boven of onder de 100 ligt.

Tabel 2 (Zorg)professionals

2.3 Interview & topiclijst

Er is gekozen om een semigestructureerd interview af te nemen. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een topiclijst. Er is bewust hiervoor gekozen, aangezien je met een semigestructureerd interview veel meer informatie kan vergaren dan met een gesloten interview.

Met behulp van een topiclijst worden alle onderwerpen naar voren gebracht en ter sprake gesteld. De topiclijst dient als een hulpmiddel om alle informatie te vergaren wat van belang is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het PEOP model (2.4 PEOP model). De kopjes van het PEOP model dienen als topic en daaronder staan de vragen die van belang zijn.

De vragen die opgesteld zijn, gaan over de bevindingen die de gebruikers hebben met de ‘Easysteppers’. De vragen zijn gericht op de gezondheid van de gebruiker, het handelen zelf en de omgeving van de gebruiker. Deze vragen worden gesteld om te kijken of de ‘Easysteppers’ een goed hulpmiddel zijn voor de gebruiker en of er vooruitgang is geboekt. De vragen zijn opgesteld aan de situatie van voordat de ‘Easysteppers’ zijn geïnstalleerd en van de situatie na het installeren van de ‘Easysteppers’. Zo is er bijvoorbeeld een vraag over de gezondheid van voordat de ‘Easysteppers’ geïnstalleerd was en over de gezondheidssituatie nu na het installeren van de ‘Easysteppers’.

Tijdens het interview wordt er gevraagd naar de situatie van voor de installatie van de ‘Easysteppers’ en de huidige situatie met de ‘Easysteppers’. Dit wordt gedaan om een goed beeld te krijgen en om erachter te komen of de ‘Easysteppers’ geholpen hebben in het verbeteren van de situatie van de cliënt. Uit de interviews kan een conclusie worden getrokken of de ‘Easysteppers’ een handig hulpmiddel is of niet. N=54 N=3 N=54 N=3 Geslacht Aantal procent Aantal procent Provincie Aantal procent Aantal procent Man 21 % 33 % Groningen 2 % 0 % Vrouw 79 % 67 % Friesland 2 % 0 % Drenthe 6 % 0 %

Soort professional Aantal procent Aantal procent Gelderland 9 % 0 % Ergotherapeut 45 % 33 % Overijssel 2 % 0 % Fysiotherapeut 36 % 33 % Utrecht 8 % 0 % Productadviseur 19 % 33 % Flevoland 2 % 0 % Overige 0 % 0 % Noord-Holland 23 % 67 % Zuid-Holland 21 % 33 % Geadviseerd over de Easysteppers Aantal procent Aantal procent Noord-Brabant 13 % 0 % Ja 34 % 100 % Zeeland 2 % 0 % Nee 66 % 0 % Limburg 6 % 0 % België 8 % 0 %

(17)

2.4 PEOP model

Wij hebben gekozen om het PEOP model te gebruiken als leidraad in onze topiclijst voor de respondenten. Het PEOP model gaat uit van een dynamische wederzijdse interactie tussen de persoon, de omgeving en het handelen. Het model stelt de cliënt centraal in het interventieproces en de therapie-uitkomst. De uitkomst wordt altijd gerelateerd aan welzijn en kwaliteit van leven. Door deze leidraad aan te houden krijgen wij de wisselwerking tussen de persoon, de omgeving en het handelen goed in beeld. Zo kunnen wij kijken of door het gebruik van de ‘Easysteppers’ de balans/fit op een tevreden niveau zit. De ‘Easysteppers’ is een interventie met als focus een aanpassing van de fysiek omgeving. Het is belang om te weten of traplopen invloed heeft op de algehele gezondheid van de respondent. (Kinébanian & Logister-Proost, 2017) Voorbeeld: Mevrouw P heeft artrose in haar knieën en daardoor moeite met traplopen. Sinds het plaatsen van de ‘Easysteppers’ heeft mevrouw minder pijn in haar knieën tijdens het traplopen. Door dat mevrouw haar knieën minder hoeft te belasten, kan zijn vaker de trap op en neer. Dit betekent dat mevrouw vaker naar buiten kan gaan en meer zelfstandigheid ervaart.

PEOP model

Het PEOP model staat voor person-environment- occupation-performance (persoon-omgeving- handelen-activiteiten). Het model kent drie belangrijke kennisdomeinen:

- De persoon (intrinsieke factoren) - De omgeving (extrinsieke factoren)

- Het handelen (activiteiten, taken en rollen) Het model maakt duidelijk dat het handelen niet

alleen bepaald wordt door het uitvoeren van activiteiten, taken en rollen, maar ook door karakteristieken van de persoon en de omgeving. De overkoepeling in het model is het handelen en participeren. Het vindt altijd plaats in een bepaalde context, die uiteindelijk het welzijn en de kwaliteit van leven van de persoon bepaald. Zie figuur 1 (Researchgate., 2017) voor een duidelijk beeld. (van Hartingsveldt & Pellegrom, 2017)

(18)

2.5 Adviesmodel

Wij hebben gekozen om het adviesmodel te gebruiken als leidraad in onze topiclijst voor de zorgprofessionals. Het adviesmodel is gebaseerd op een algemene procesbeschrijving van methodisch werken dat start met een vraag bestaat uit de daaropvolgende fasen: analyse, definitie, ontwerp, voorbereiding, uitvoering, evaluatie en nazorg. De uitwerking van deze fasen en stappen in het adviesproces kent een specifieke invulling vanuit ergotherapeutisch oogpunt. Door deze leidraad aan te houden krijgen wij duidelijke het adviesproces van de (zorg)professional naar boven bij het gebruiken van de ‘Easysteppers’. (De Veld et al., 2016)

Het ergotherapeutische adviesmodel is een model dat het proces van adviseren uitwerkt. Bij verschillende adviessituaties kenmerkt de methodiek van adviseren door ergotherapeuten zich door dezelfden fasen en stappen.

Het model bestaat uit 5 fasen en 10 stappen, zoals je kunt zien in figuur 2(De Veld et al., 2016).

Fase 0

- Stap 0: startpunt, adviesvraag.

Fase 1

- Stap 1: het verhelderen van de adviesvraag. - Stap 2: samenwerkingsafspraken met de advies vrager over het adviesproces

- Stap 3: inventariseren en analyseren van de advies- handelingsvraag.

- Stap 4: wat is de essentie van de handelingsbeperking die speelt, en waarop het advies betrekking heeft.

Fase 2

- Stap 5: welke resultaten moeten behaald worden als einddoel.

- Stap 6: oplosrichtingen verkend en overleg hoe het doel bereikt kan worden.

- Stap 7: plan van aanpak opstellen om aan de doelen te werken en het resultaat te behalen.

Fase 3

- Stap 8: het uitvoeren en bijstellen van het plan van aanpak, op basis van de ervaringen en inzichten.

Fase 4

- Stap 9: evalueren of de doelen zijn bereikt en de tevredenheid.

Alle stappen worden uitgevoerd door de adviesvrager en adviesgever (de ergotherapeut). (De Veld et al., 2016)

(19)

3. Resultaten

Om de bevindingen van de respondenten en (zorg)professionals in kaart te brengen, zijn er interviews en observaties uitgevoerd. Om de hoofdvraag te beantwoorden zijn er naast interviews en observaties, individuele literatuurstudies uitgevoerd.

In de bijlagen 4 t/m 12 staan de samenvattingen & quotes van de respondenten en (zorg)professionals. De resultaten zijn onderverdeeld in drie verschillende kopjes, respectievelijk: respondenten (3.1), zorgprofessionals (3.2) en literatuurstudie (3.3).

3.1 Respondenten

De deelvraag voor de respondenten luidde als volgt:

“Wat zijn de bevindingen van de gebruikers in het algehele traject van de ‘Easysteppers’? “

Om de deelvraag te beantwoorden hebben wij interviews en observaties gedaan bij de respondenten. De resultaten van de interviews en observaties zijn hieronder uitgewerkt.

3.1.1 Vergelijkingstabel interviews

Hieronder hebben wij de resultaten van de respondenten (interviews) uitgewerkt in een vergelijkingstabel. Door deze tabel krijg je een duidelijk beeld van de bevindingen en opmerkingen van de respondenten. Wij hebben de tabel opgesplitst in drie onderdelen van het PEOP model; persoon, omgeving en handelen. Bij elke onderdeel zijn er conclusies getrokken, die wij hebben verkregen uit de tabel.

Om een duidelijk beeld te krijgen, is de situatie van voor en na het plaatsen van de ‘Easysteppers’, in kaart gebracht. Hiervoor is de volgende legenda opgesteld:

• Voor = toen er nog geen ‘Easysteppers’ waren geplaatst. • Nu = met ‘Easysteppers’ op de trap.

Persoon

Over het onderdeel persoon, zijn verschillende uitspraken gedaan door de respondenten. Hieronder een paar quotes:

• “Alleen bij overbelasting, zoals ik heb gezegd, de 15-20 kilogram die extra komt op die

gewrichten dat is dan beetje...ik zou geen zeggen pijn, maar dat voel ik wel.” (R1)

• “Die spieren blijven in conditie, pezen ook.” (R1)

• “Dit is zo een super oplossing, ik loop zo makkelijk naar boven. En het doet geen pijn, ik heb

geen last meer van mijn knieën en van mijn heupen.” (R5)

Geslacht Leeftijd Aandoening Gezondheid

Resp. 1

Man 88 Knieschijf versleten Geen problemen met pijn, tenzij er met gewicht aan de hand gelopen wordt. Resp.

2

Vrouw 56 Multiple Sclerose Voor: energie te kort en weinig kracht.

Last van evenwicht.

Nu: meer energie en kost minder kracht.

Resp. 3

Vrouw 75 Polio Voor: pijn aan schouders, door

optrekken.

(20)

Resp. 4

Vrouw 83 Nieuwe heup en

operaties aan linkerknie.

Voor: pijn aan knieën.

Nu: minder pijn, maar sneller buiten

adem. Resp.

5

Vrouw 70 Artrose, COPD en neuropathie.

Voor: pijn aan heupen en knieën. Nu: geen pijn meer.

Resp. 6

Vrouw 42 Cerebrale Parese en klompvoeten

Voor: veel pijn, door optrekken om trap

op te komen.

Nu: geen pijn meer

Uit de bovenstaande tabel zijn de volgende conclusies getrokken: • 5 van de 6 respondenten zijn vrouw

• De gemiddeld leeftijd van onze respondenten was 69.

• 4 van de 6 respondenten ervaren minder of geen pijn na het plaatsen van de ‘Easysteppers’. • Door dat gezondheidssituatie erg verschillend is, is de kwaliteit van traplopen ook verschillend.

Omgeving

(Fysieke en sociale omgeving)

Over het onderdeel omgeving zijn verschillende uitspraken gedaan door de respondenten. Hieronder een paar quotes:

• “Gewoon geen kracht meer, maar gelukkig door de Easysteppers kan ik wel omhoogkomen.

De hoogte van de treden, daar heb je veel kracht voor nodig, om je benen op te tillen.” (R2)

“Als ik boven kwam, één keer per dag zeg maar in de ochtend. Dan ging ik naar boven, dan moest ik echt nadenken; ik moet dit doen, dat doen en dat doen boven en dan kom ik de rest van de dag niet meer boven.” (R2)

• “Want nu kan ik met de Easysteppers gewoon, nou gewoon, de trap op en houd ik de kracht

die ik heb en anders dan raak je dat echt heel gauw kwijt. Dat merkte ik toen ik haast niet meer de trap kon lopen, toen ik de traplift gebruikte”. (R3)

• “Ik heb minder last van mijn knieën, door de kleinere stappen. Het kost mij veel minder

kracht, natuurlijk!” (R4)

“Die Easysteppers zijn gewoon veel veiliger dan gewoon!” (R4)

“Eigenlijk zou ik een traplift moeten hebben, maar deze oplossing vind ik veel beter. Zo blijf ik in beweging plus dat een lift ook niet ideaal is. Ik kan er sowieso niet tegen, dat dat zo truttig omhoog gaat.” (R5)

• “Een handicap moet je niet kunnen belemmeren als dat niet nodig is. Als je de blokken kunt

krijgen...ja een fantastische oplossing”. (R6)

Installatie Toegankelijkheid Veiligheid Belemmeringen

Resp. 1

Ongeveer 34 maanden geleden

Voor: Prima, komt

zonder pijn in knieën boven

Nu: zelfde als

voorheen

Voor: prima Nu: hetzelfde

Niet, ook niet voor omgeving Resp. 2 Ongeveer 37 maanden geleden

Voor: kon maar 1-2

keer naar boven.

Nu: Kan nu zo vaak als

moet.

Voor: zelf touwen

gespannen en

handgrepen geplaatst voor steun.

Nu: geen problemen

Niet, ook niet voor omgeving.

(21)

Resp. 3

6 maanden geleden

Voor: Prima, kan

overal komen

Nu: zelfde als

voorheen

Voor: prima, had wel

last van schouders door optrekken

Nu: prima

Niet, ook niet voor omgeving

Resp. 4

11 maanden geleden

Voor: kon niet vaak de

trap op.

Nu: geen problemen.

Voor: naar beneden

lopen voelde minder veilig.

Nu: het voelt veel

veiliger, ook dankzij tweede leuning.

Omgeving kon niet zo snel traplopen als normaal. Resp. 5 25 maanden geleden Voor: geen problemen.

Nu: geen problemen.

Voor: instabiel, veel

steun nodig.

Nu: voelt veel veiliger.

Ook door de extra handgrepen.

Omgeving geen last. Behalve bedrijven doen soms moeilijk.

Resp. 6

12 maanden geleden

Voor: moeilijk, kostte

veel moeite.

Nu: veel makkelijker

Voor: prima Nu: hetzelfde

Niet, alleen voor bezorgers van AH lastig i.v.m. kratten

Uit de bovenstaande tabel zijn de volgende conclusies getrokken:

• Gemiddeld zijn de ‘Easysteppers’ 21 maanden geleden geplaatst (bij de afname van het interview).

• 3 van de 6 respondenten ervaren dat de bovenverdieping toegankelijker is na het plaatsen van de ‘Easysteppers’.

• 3 van de 6 respondenten voelen zich veiliger op de trap, na het plaatsen van de ‘Easysteppers’. • Bij 2 van de 6 respondenten ervaren bedrijven moeilijkheden met het lopen op de

‘Easysteppers’.

Handelen

Over het onderdeel handelen zijn verschillende uitspraken gedaan door de respondenten. Hieronder een paar quotes:

• “Goede zorg voor eigen lichaam. Dat is dagelijkse ochtendgymnastiek. Zou ik dit niet doen

dan zou ik inderdaad lijden voor mijn knie.” (R1)

• “Dat ik die spieren goed kan gebruiken, die ik anders niet kan gebruiken als ik de traplift

gebruik en dat vind ik het voordeel. De kracht die je nog hebt, die behoudt je. Met de traplift kom je wel boven, maar ehh.. ehh.. je gebruikt niks meer.” (R3)

• “Nu gebruik ik eigenlijk nooit meer de traplift, zelden als ik heel veel in mijn armen heb ofzo.” (R3)

“Met de Easysteppers, ging het heel goed. Het ging heel gemakkelijk als je er aan gewend bent.” (R4)

Zelfstandigheid Traplopen Therapieën Andere

hulpmiddelen Resp.

1

Doet alles zelf Voor: kost veel

inspanning. Pijn aan knieën als met gewicht aan

Voor: fysiotherapie Nu: geen therapie

(22)

de hand wordt gelopen.

Nu: kost minder

inspanning dan voorheen. Alleen pijn als met gewicht aan de hand loop. Resp.

2

Voor: naar boven

gaan sloeg ik over.

Nu: kan mezelf

redden in huis.

Voor: moeizaam,

kostte veel kracht.

Nu: kan vaker de

trap op en kost minder kracht.

Voor: veel verschillende

bij diagnose. Daarna alleen fysiotherapie.

Nu: 1 x per week

fysiotherapie - Scootmobiel - Stokken - Handgrepen Resp. 3 Zware dingen (boodschappen, stofzuigen) door familie, verder praktisch ingesteld en zelfstandig Voor: traplift en af en toe de trap. Nu: alleen de trap. Voor: fysio- en ergotherapie

Nu: niet meer

- Traplift - Tricepstok - Driewielfiets met fietsondersteuning Resp. 4 Voor: geen problemen.

Nu: geen problemen.

Voor: moeizaam;

kostte veel kracht energie.

Nu: stuk beter.

Voor: 5 maanden in

revalidatiecentrum voor nieuwe heup.

Nu: niks, geen zin in.

- Scootmobiel

Resp. 5

Voor: kon niet vaak

naar boven.

Nu: kan zo vaak naar

boven als noodzakelijk. Voor: met moeite en pijn. Nu: geen problemen. Voor: fysiotherapie Nu: geen, vanwege

ellende. - Invaliden parkeerkaart - Booster Resp. 6 Probeert zoveel mogelijk zelf te doen

Voor: met armen

optrekken.

Nu: makkelijker,

kost veel minder kracht.

Voor: neurologisch

revalidatie traject Nu: fysiotherapie en

neurologisch revalidatie traject

- Grijper

- Kruk met wielen

Uit de bovenstaande tabel zijn de volgende conclusies getrokken:

• 2 van de 6 respondenten ervaren meer zelfstandigheid dankzij de ‘Easysteppers’.

• 6 van de 6 respondenten ervaren dankzij de ‘Easysteppers’ minder problemen met het traplopen.

• 4 van de 6 respondenten hebben na het plaatsen van de ‘Easysteppers’ geen therapie meer. • 5 van de 6 respondenten gebruiken nog andere hulpmiddelen (zie tabel) naast de

‘Easysteppers’.

3.1.2 Observaties

Uit de observaties bij de zes respondenten zijn vier specifieke woonsituaties naar voren gekomen. Van elke situatie hebben wij twee foto’s gemaakt die de omgeving duidelijk weergeven. Bij de foto’s is verdere toelichting geschreven met betrekking op de situaties.

(23)

Grachtenpand met 3 verdiepingen.

Op de foto’s is te zien dat er verschillende

‘Easysteppers’ bestaan voor binnen en buiten. Het grachtenpand heeft smalle trapjes, maar ook met de ‘Easysteppers’ is er nog genoeg ruimte om ernaast te lopen.

Door dat de

‘Easysteppers’ ook buiten geplaatst zijn, is het naar buiten gaan

gemakkelijker.

Galerijwoning met trappenhuis en 2 verdiepingen.

Op de foto’s het verschil te zien tussen het traplopen met en zonder ‘Easysteppers’. Er is een duidelijk verschil te zien qua grootte van de stappen en treden.

Het kost voor de

bewoner minder moeite en kracht om de stap te nemen.

(24)

Eengezinswoning met traplift.

In deze woning was al een traplift geplaatst voor de bewoner. De bewoner ging hierdoor eigenlijk alleen maar achteruit en heeft toen de ‘Easysteppers’

aangeschaft.

Op de foto’s is te zien hoe krap de ruimte nog is tussen de traplift en de

‘Easysteppers’.

De bewoner gebruikt nu enkel nog de ‘Easysteppers’.

Eengezinswoning met 2 verdiepingen.

Op de foto’s zijn

aanpassingen te zien voor steun tijdens het traplopen. Op de linker foto is een handgreep te zien, deze is bevestigd op de helft van de trap aan de linkerkant. Op de rechter foto is een touw gespannen, die als armleuning dient. Deze is aan het begin van de trap bevestigd, aan de linkerkant.

(25)

3.2 Zorgprofessionals

De deelvraag voor de zorgprofessionals luidde als volgt:

“Wat zijn de bevindingen van de (zorg)professionals in het adviestraject bij cliënten die problemen hebben met traplopen? “

3.2.1 Thema’s

Algemene indruk

De algemene indruk van de (zorg)professionals is vooral erg enthousiast en positief. Ze vinden het alle drie een toevoeging op de markt. De cliënten blijven hierdoor in beweging en behouden hun zelfstandigheid.

Over de algemene indruk zijn de volgende uitspraken gedaan door de (zorg)professionals: • “Ik zou wel de Easysteppers aanraden, absoluut.” (Fysiotherapeut)

• “Het mooiste is als iemand zonder hulpmiddel de trap op kan. Ik vind het een heel mooi

systeem, ik vind het echt wel een meerwaarde.” (Fysiotherapeut)

• “Het fijne aan de Easysteppers is toch dat je in beweging blijft en de mogelijkheden in stand

houdt.” (Ergotherapeut)

Voor- en nadelen ‘Easysteppers’

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de drie (zorg)professionals als grootste voordeel vinden, dat de mens actief en in beweging blijft. De ergotherapeut vindt dat je ook zonder stroom boven kan komen, wat niet het geval is met een traplift. De mens vindt het fijn om te blijven bewegen en heeft controle over zijn eigen leven.

De nadelen die ter sprake zijn gekomen, is dat men het niet altijd kan betalen, aangezien ze nog niet vergoed worden. De productadviseur geeft aan dat het smalle treden zijn en gelet moet worden waar de mens zijn voeten neerzet. De fysiotherapeut heeft als aanvulling gegeven dat het vooral wennen is in het begin en dat de trap er minder mooi uitziet, wat voor sommigen een punt kan zijn, om de ‘Easysteppers’ niet aan te schaffen of te gebruiken. Als belangrijkste nadeel geeft de fysiotherapeut aan dat het problemen kan opleveren met mensen die visusproblemen hebben. Ook kan het gevaarlijk zijn voor in de nachten als iemand de trap af of op moet.

Over de voor- en nadelen zijn de volgende uitspraken gedaan door de (zorg)professionals: • “Je merkt een duidelijk verschil, je hoeft je knieën minder op te tillen, je hoeft je voeten

minder goed op te tillen. Het is een makkelijke manier om de trap op te kunnen.”

(Fysiotherapeut)

• “Cliënten met visusproblemen hebben er moeite mee.” (Fysiotherapeut)

• “Vooral als je mensen in beweging wil houden en op een verantwoorde manier, dan is het

gewoon heel handig. Je haalt een belemmering weg.” (Ergotherapeut)

• “Het is op elk trap te plaatsen, snel gerealiseerd en niet van stroom afhankelijk.” (Ergotherapeut)

• “Door de Easysteppers blijf je actief!” (Productadviseur)

(26)

Eigen ervaringen

De productadviseur vindt het een heel goed middel om actief te blijven. Hetzelfde zegt ook de ergotherapeut. Als aanvulling geeft de ergotherapeut aan dat het conditioneel heel bevorderlijk is en dat je veel dingen behoudt die je op dit moment hebt. De fysiotherapeut vindt het een meerwaarde, voeten hoeven minder opgetild te worden, knieën minder gebogen worden en het is een makkelijke manier om trap te lopen. Echter, je moet er wel aan wennen en je moet heel bewust de trap opgaan. Over hun eigen ervaring zijn de volgende uitspraken gedaan door de (zorg)professionals:

• “Het voelt gek om de trap te lopen, maar ik kan mij voorstellen als je beperkingen hebt in je

knieën of heupen, is het een mooie manier om de trap op te kunnen.” (Fysiotherapeut)

• “Over het algemeen neig ik eerder over naar de Easysteppers, juist omdat je een beroep

oefent op de mogelijkheden.” (Ergotherapeut)

Benadering door opdrachtgever

De (zorg)professionals zijn op verschillende manieren in aanraking gekomen met de ‘Easysteppers’. De ergotherapeut is door de opdrachtgever in het beginstadia benaderd via de mail. De productadviseur zag het product voor het eerst op de supportbeurs en bij de fysiotherapeut is de opdrachtgever geweest om een demo te geven en heeft daar folders achtergelaten.

Vergoeding

De (zorg)professionals zijn het met elkaar eens dat als het product vergoed wordt, dat het dan eerder wordt aangeschaft. De fysiotherapeut geeft aan dat mensen niet altijd bereid zijn om te investeren in de zorg en het probleem nu is dat het niet vergoed wordt. Ouderen zijn vaak armlastig en zijn er niet bekend mee. De productadviseur geeft aan dat de opdrachtgever de leveranciers in de gemeente Amsterdam moet benaderen, aangezien die meer bekendheid hebben en zo eerder benaderd worden. Over de vergoedingen zijn de volgende uitspraken gedaan door de (zorg)professionals:

• “Dat zou wel mooi zijn, als het vanuit de WMO vergoed wordt, is het wel een kleinere stap om

in te zetten. Misschien dat dat voor nu ook wel het probleem bij onze cliënten is, maar ook bij de collega’s is, dat het nog niet vergoed is en dat ze daardoor geen promotie willen maken.”

(Fysiotherapeut)

“Je moet tegenwoordig je woonaanpassingen toch zelf betalen. Het is eigenlijk een renteloos voorschot, wat je van de gemeente krijgt.” (Productadviseur)

• “Ik vind het nog te duur voor mensen, om zelf aan te schaffen.” (Productadviseur) Cliënttevredenheid

Over de cliënttevredenheid is het niet mogelijk om een eenduidige conclusie te trekken. De fysiotherapeut heeft in totaal drie cliënten benaderd, waarvan er uiteindelijk daadwerkelijk een cliënt de ‘Easysteppers’ heeft genomen en er tevreden mee is. De productadviseur heeft in totaal tien cliënten benaderd, waarvan er daadwerkelijk een cliënt de ‘Easysteppers’ heeft genomen. De overige negen geven aan dat het niet passend is voor hen of dat ze het op een later moment gaan aanschaffen. De ergotherapeut heeft vijf cliënten benaderd, waarvan er niemand de ‘Easysteppers’ heeft aangeschaft. Dit heeft met het kostenplaatje te maken of het totaalplaatje en/of andere redenen.

(27)

Over de cliënttevredenheid zijn de volgende uitspraken gedaan door de (zorg)professionals:

“Ik heb wel het idee als ze er eenmaal aan gewend zijn, dat ze het een prima systeem vinden.” (Fysiotherapeut)

• “Er is een groot gedeelte wat fijn vindt om gewoon te blijven bewegen.” (Ergotherapeut) “Ook geprobeerd met mensen met een prothese, dat is erg moeilijk.” (Productadviseur)

Verder op de markt

De drie (zorg)professionals zijn het er allemaal mee eens dat het product verder op de markt moet worden gebracht. De fysiotherapeut heeft wel als aanvulling, dat als het vergoed wordt vanuit de WMO dat er dan meer mogelijkheid is en dat de mens het eerder gaat aanschaffen. De ergotherapeut geeft aan, dat het mooi zou zijn als er een soort oplossing is dat tijdelijk geplaatst kan worden. Voorbeeld: iemand die net geopereerd is en moet herstellen, daar zou een tijdelijke oplossing ideaal voor zijn. Hierdoor kan het ook in de beginstadia van een progressieve aandoening geplaatst worden. Over het verder op de markt brengen van de ‘Easysteppers’ zijn de volgende uitspraken gedaan door de (zorg)professionals:

• “Ik denk dat het wel belangrijk is om bij de promotie van de Easysteppers de kosten te

benoemen en vooral mensen laten ervaren.” (Fysiotherapeut)

• “Als het eenmaal bij de WMO ligt, denk ik dat het ook een heel mooi product is om verder op

markt te brengen.” (Fysiotherapeut)

“De supportbeurs blijft heel belangrijk, daar komen mensen met een bepaald idee. Je zit met je cliënten in je hoofd en je loopt over zo’n beurs. Je denkt dan dat kan wel iets zijn.”

(Productadviseur)

“Het blijven benaderen van revalidatiecentra en demonstraties blijven geven.”

(Productadviseur)

“De gemeente Amsterdam, moet meer over de brug komen. Het is van belang om de grotere leveranciers te benaderen, als kleine leverancier.” (Productadviseur)

3.3 Literatuurstudie

Door beide studenten is een individueel literatuuronderzoek gedaan.

3.3.1 Factoren zelfstandig wonen ouderen

De hoofdvraag van de literatuurstudie luidde als volgt:

“Welke factoren in de woonomgeving bepalen of ouderen (65+) zelfstandig kunnen blijven wonen?”

Uit het literatuuronderzoek zijn er verschillende factoren in de woonomgeving naar boven gekomen die een rol spelen bij het zelfstandig kunnen blijven wonen van ouderen. Deze factoren zijn:

• Goede balans tussen de fysieke, sociale en psychische dimensies binnen de woonomgeving. (Buffel et al., 2011).

• De buurt waarin men woont; de beschikbaarheid en toegankelijkheid van essentiële diensten, zoals winkels, apothekers en transport. (Roll et al., 2011)

• Een slechte fysieke omgeving kan een nadelig effect hebben op de zelfstandigheid. (Roll et al., 2011)

• Er zijn een groot aantal factoren die de zelfstandigheid beïnvloeden. Deze factoren zijn: veiligheid, aantal klachten, zorg dragen over jezelf, psychische gesteldheid, kwaliteit van leven,

(28)

P-ADL, de tevredenheid van je lichaam, leven zoals je wil leven, eenzaamheid, vrije tijd, aantal contacten en het gezinsleven. (Ebrahimi et al., 2015)

• Er zijn zes grote thema’s die een rol spelen bij de zelfstandigheid in de woonomgeving: sociale invloeden (contacten en begeleiding), fysieke beperkingen (belemmeringen en letsel), concurrerende prioriteiten (geen tijd hebben), toegangsmogelijkheden (barrières en kosten), persoonlijke voordelen van lichamelijke activiteit (belang voor gezondheid en zelfstandigheid) en motivatie en overtuigingen (helpt toch niet en gedrag). (Franco et al., 2015)

• Kernwaarden binnen de woonomgeving zijn ook erg van belang voor de zelfstandigheid. Deze kernwaarden zijn: ontmoeting (sociale relaties), veel beleven (ontdekken en actief blijven), zinvol leven lijden (passies en zelfontplooiing), regisseren (vrijheid, in mogelijkheden denken en zelfstandigheid) en tot jezelf komen (veiligheid en comfort). (Pennix et al. ,2007)

• Door woningaanpassingen kunnen ouderen taken vaak beter uitvoeren. (Petersson et al, 2008) • De aanwezigheid van een grotere fysieke uitdaging in de woonomgeving kan de noodzaak van

hulpmiddelen in de toekomst verminderen. (Seplaki et al., 2013)

• Door je fysieke gesteldheid te verbeteren, verhoog je ook de zelfstandigheid. (Rantanen et al., 2012)

De antwoorden op deze vraag kunnen gebruikt worden in het proces van ouderen om langer thuis te kunnen blijven wonen. De gegevens uit de literatuurstudie kunnen gebruikt worden om het product ‘Easysteppers’ verder op de markt te brengen. Door deze gegevens heeft de opdrachtgever een duidelijker beeld welke factoren een rol kunnen spelen bij de zelfstandigheid in de woonomgeving. Deze factoren spelen een rol, bij de beslissing om de ‘Easysteppers’ te kiezen als woningaanpassing.

3.3.2 Obesitas bij ouderen

De hoofdvraag van de literatuurstudie luidde als volgt:

“Welke lichamelijke activiteiten hebben een positieve invloed op de gezondheid bij ouderen met obesitas?”

Tijdens het literatuuronderzoek kwam naar voren dat er niet veel onderzoek is gedaan naar de activiteiten die een positieve invloed hebben op de gezondheid. Er kwam naar voren welke factoren allemaal een rol spelen bij het verminderen van overgewicht bij ouderen met obesitas.

Met behulp van de literatuurstudie kan er gelet worden op de factoren die een rol spelen in het verminderen van obesitas bij ouderen. Dit zijn namelijk:

• Wonen op gebieden waar er veel gelopen kan/moet worden (King, et al., 2011) • Naast bewegen moet er ook gelet worden op de eetpatroon (Beavers, et al., 2014)

• Zelfvertrouwen, sociale ondersteuning en motivatie heeft een positief effect bij de intentie om af te vallen (Parschau, et al., 2014; Bélanger-Graver, et al., 2013)

• Hoge niveau van sociale steun heeft verband met meer lichamelijke activiteiten (Parschau, et al., 2014)

• Als belangrijkste; zoveel mogelijk in beweging blijven (Prince, et al., 2012)

Met behulp van de literatuurstudie is er meer informatie beschikbaar over obesitas en kan men de gebruikers met feiten overhalen om zoveel mogelijk in beweging te blijven. De ‘Easysteppers’ dient als een hulpmiddel, waardoor het traplopen gemakkelijker gaat.

(29)

4. Discussie

In dit hoofdstuk worden de sterke en zwakke kanten van het onderzoek beschreven en wordt er teruggeblikt op de gevolgde aanpak. Ook wordt de generaliseerbaarheid en vervolgonderzoek bediscussieert.

4.1 Waardering resultaten

Als wij kijken naar de resultaten van het onderzoek, de literatuurstudie en de bestaande gegevens vallen ons meerdere dingen op waarover bediscussieerd kan worden. Ten eerste valt ons op dat in zowel het onderzoek, de literatuurstudie als in bestaande gegevens naar boven komt dat traplopen gemakkelijker gaat met behulp van een hulpmiddel. Ten tweede komt overal aan bod hoe belangrijk bewegen is om trap te kunnen lopen. Onze mening is dat actief blijven van groot belang is voor iedereen.

4.2 Sterke kanten

Als we kijken naar de representativiteit, validiteit en betrouwbaarheid van de steekproef van zes respondenten en de drie (zorg)professionals ten opzichte van de gehele groep (72 en 18), kunnen hier een aantal dingen worden bediscussieerd, over zowel de sterke kanten als de implicaties.

Door zes respondenten uit te kiezen met verschillende aandoeningen en leeftijden, hebben wij de steekproef zo representatief mogelijk gehouden. Bij de steekproef van de (zorg)professionals, hebben wij gekozen voor een ergotherapeut, productadviseur en fysiotherapeut. Deze drie (zorg)professionals zijn representatief aan de gehele groep van (zorg)professionals. In tabel 1 en 2 bij selectie is de representativiteit te zien van de steekproef ten opzichte van de gehele groep, voor zowel de respondenten als de (zorg)professionals.

Wij hebben ons best gedaan om de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek te waarborgen. Onder betrouwbaarheid verstaan wij eerlijkheid, nauwkeurigheid en volledigheid. Dit hebben wij proberen te bereiken door middel van een terugkoppeling aan de respondenten en (zorg)professionals, waarin zij de mogelijkheid hebben gekregen om te controleren of de ingevulde data correct en naar waarheid is ingevuld. Onder validiteit verstaan wij externe en ecologische validiteit. Dit hebben wij proberen te bereiken door de respondenten en (zorg)professionals in hun vertrouwde omgeving te interviewen en de groep zo representatief mogelijk te houden.

Tijdens interviews zijn er gerichte vragen gesteld en aan het einde van het interview is er altijd een mogelijkheid geweest voor eigen inbreng, door middel van een open vraag. Het ging hier om punten die nog niet aan bod waren gekomen, maar wel van toepassing en/of belangrijk zijn.

4.3 Implicaties

Met onze steekproef hebben wij zes respondenten geïnterviewd, van de in totaal 72 gebruikers. Ondanks dat wij het gevoel hebben dat er geen nieuwe informatie naar boven zou komen bij een grotere groep. Wij kunnen niet met zekerheid zeggen dat de conclusies die uit de steekproef worden getrokken, meteen betrekking hebben op de gehele groep. Ditzelfde geld voor de steekproef van de drie (zorg)professionals, van de in totaal 18 (zorg)professionals.

4.4 Literatuurstudie

Aangezien er geen wetenschappelijk bewijs te vinden is over de ‘Easysteppers’, is het lastig geweest om goede literatuurvragen op te stellen. De vraag over lichamelijke activiteiten bij mensen met obesitas heeft niet voldoende aangesloten bij de onderzoeksvraag. De gegevens uit de literatuurstudie waren beperkt.

(30)

Echter de vraag over de factoren die de zelfstandigheid beïnvloeden in de woonomgeving, heeft wel nuttige informatie gegeven voor het onderzoek. De factoren hieruit kunnen worden meegenomen bij het verder op de markt brengen van de ‘Easysteppers’.

Indien er meer informatie beschikbaar zou zijn over traplopen in relatie met het dagelijks handelen, zou hier een literatuurvraag over opgesteld kunnen worden.

4.5 Terugblik op gevolgde werkwijze

Als we terugkijken naar onze manier van werken, zijn wij over het algemeen erg tevreden. Echter zijn er wel punten die wij volgende keer anders zouden aanpakken. Ten eerste zouden wij de (zorg)professionals volgende keer eerder benaderen. Tijdens het onderzoek kwamen wij erachter dat het wat krap werd met de tijd die wij nog hadden. Veel (zorg)professionals kunnen moeilijk tijd maken voor een interview, vanwege de strenge regels van tijdsbesteding.

Door met het PEOP model te werken als topiclijst, hebben wij veel structuur kunnen bouwen in onze interviews. Door het semigestructureerd te doen is er ook ruimte geweest voor eigen inbreng, door middel van open vragen aan het einde.

Om de tevredenheid van de respondenten beter naar voren te krijgen, zouden wij dit de volgende keer al via de mail willen vragen. Hierdoor kunnen wij een beeld vormen en zouden wij vooraf positieve en negatieve gebruikers kunnen selecteren. Hieruit kunnen wij dan de verbeterpunten overbrengen aan de opdrachtgever.

Als we kijken naar onze tijdsplanning in het plan van aanpak, hebben wij ons hier goed aan kunnen houden en zijn wij niet in tijdsnood gekomen.

4.6 Generaliseerbaarheid

De conclusies die zijn getrokken hebben alleen betrekking op het onderzoek die door de studenten zijn uitgevoerd en kunnen niet gegeneraliseerd worden.

4.7 Vervolgonderzoek

Om het onderzoek zo betrouwbaar en valide te houden, is er een grotere groep respondenten nodig voor een volgend onderzoek. Aan de hand daarvan kan een betere conclusie worden getrokken. Indien er een vervolgonderzoek komt, adviseren wij om meer mannen erbij te betrekken en nog meer aandoeningen te includeren.

Om de ‘Easysteppers’ te ontwikkelen tot een optimaal innovatief product, is het van belang dat er verder onderzoek wordt gedaan naar de volgende punten:

• De officiële instanties benaderen voor interviews met betrekking op de vergoedingen van traplopen.

• Mythes (verkeerde interpretaties) ontkrachten.

• In hoeverre vertraagt het vergoedingensysteem nieuwe innovaties.

• Wat is voor de gemeente aanleiding/voorwaarde om oplossingen op te nemen in hun vergoedingensysteem.

(31)

5. Conclusie

Om een zo bruikbaar mogelijk product te leveren, is er een praktijkonderzoek gedaan. Het praktijkonderzoek is verdeeld in drie fases: literatuuronderzoek, observatieonderzoek en interviewonderzoek.Alle fases hebben antwoord gegeven op de hoofdvraag:

“Wat zijn de bevindingen van de gebruikers en de (zorg)professionals (die betrokken waren in een adviestraject voor de ‘Easysteppers’), bij het gebruik van de ‘Easysteppers’ die geplaatst zijn in de woonsituatie van de gebruikers?”

Met behulp van het literatuuronderzoek is in kaart gebracht welke factoren een rol spelen bij het verminderen van obesitas bij ouderen en welke factoren in de woonomgeving bepalen of ouderen thuis kunnen blijven. Uit het onderzoek bij het verminderen van obesitas is gebleken dat het vooral in beweging blijven een grote rol speelt in het verminderen van obesitas. Naast het in beweging blijven, moet er ook gelet worden op het eetpatroon. Om zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen, spelen meerdere factoren een rol in de woonomgeving. De belangrijkste factoren zijn; een goede balans tussen de fysieke, sociale en psychische dimensie, fysieke gesteldheid, sociale relaties, de buurt, woningaanpassingen en actief blijven.

Buiten literatuuronderzoek is er ook veldonderzoek gedaan, door middel van observaties en interviews.Uit de observaties is naar voren gekomen, dat de soorten ‘Easysteppers’ kunnen verschillen per trap. Sommige trappen hebben meer een vierkante vorm van de ‘Easysteppers’ en sommige een beetje rechthoekig. De ‘Easysteppers’ zijn zowel binnen als buiten te plaatsen. Voor buiten worden ze van steen gemaakt, voor binnen van hout. Ter ondersteuning zijn er door sommige respondenten zelf nog aanpassingen gedaan, zoals een beugel of een touw aanspannen die als armleuning dient.

Uit de interviews met de respondenten is naar voren gekomen dat de respondenten over het algemeen tevreden zijn met de ‘Easysteppers’. 4 van de 6 respondenten ervaren minder pijn na het plaatsen van de ‘Easysteppers’. 3 van de 6 respondenten ervaren dat de bovenverdieping toegankelijker was en voelden zich veilig. 2 van de 6 respondenten ervaren meer zelfstandigheid en alle respondenten, 6 van de 6, ervaren dankzij de ‘Easysteppers’ minder problemen met het traplopen. Naast de positieve punten, werden door de respondenten ook verbeterpunten aangegeven. De verbeterpunten zijn meegenomen in de aanbevelingen.

Uit het veldonderzoek bij de (zorg)professionals zijn diverse bevindingen, zowel negatief als positief, naar voren gekomen. De algemene indruk over de ‘Easysteppers’ is vooral positief. De (zorg)professionals vinden de woningaanpassing een meerwaarde voor de samenleving. Men blijft zo in beweging en kan gemakkelijker de trap op lopen. Echter, er zijn ook punten om over na te denken. Voor cliënten met visusproblemen of een prothese kan het lastig zijn om de huidige variant van de ‘Easysteppers’ te gebruiken. Cliënten met een prothese vinden het lastig om hun voet schuin op de ‘Easysteppers’ te zetten. Ook kan het gevaarlijk zijn voor in de nachten, als iemand de trap of op moet. De (zorg)professionals ervaren de “Easysteppers’ zelf als handig, maar ook onwennig. Ze zouden deze woningaanpassing graag vaker adviseren, dan nu mogelijk is. Dit heeft te maken met de vergoedingen binnen de WMO. Cliënten moeten in de huidige samenleving de ‘Easysteppers’ zelf betalen, dit levert nog weleens problemen op. Het kost vaak te veel of men is niet bereid om te investeren in de zorg. Vanuit de (zorg)professionals is het hierdoor ook lastig om het product verder te promoten. De (zorg)professionals zijn het er allemaal mee eens, dat het product verder op de markt moeten komen en er meer bekendheid gecreëerd moet worden. Bij de aanbevelingen wordt dit verder uitgewerkt. Zoals ook bij de discussie is geschreven, hebben de conclusies die getrokken zijn alleen betrekking op

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze voorbeelden laten zien dat praktijkgericht onderzoek door een nauwe samenwerking en interactie tussen onderzoekers en (onderzoekende) praktijkprofessionals

Daarnaast is er ook meer kans is op een voorste kruisband blessure wanneer een persoon een kleine range of motion heeft, dit is het verschil tussen het aantal graden in de knie

Focus op definiërend, beschrijvend, vergelijkend, evaluerend, verklarend of ontwerpgericht onderzoek (Van der Donk, C., & Van Lanen, B. Praktijkonderzoek in zorg en welzijn).

En toen hebben we eigenlijk in twee groepen opgesplitst, in tweetallen, en toen hebben we dus die twee methodes toegepast en aan het einde zijn we bij elkaar gaan zitten en hebben

consortium rond ouderbetrokkenheid met als doel om de in hoofdstuk 2 aangegeven onderzoeksvragen zo beantwoord te krijgen, dat deze ook door andere scholen tot acties

Van de 36 patiënten hebben er uiteindelijk tien deel kunnen nemen aan het onderzoek, de overige deelnemers gaven verschillende redenen waarom ze niet gestart zijn met de

P2: Ja ik vond het wel interessant om vooral de opdrachten te doen. Bijvoorbeeld was er een opdracht die zei „Ga tien seconden je ogen sluiten en luister naar je omgeving“. Vond

Beide kernen geven een gemiddelde score aan rond niveau 4, het een na hoogste niveau van woordkennis, waarbij leerlingen het woord in eigen woorden kunnen omschrijven?. Er is