• No results found

Over de verandering van den zuurgraad van de melk door verhitten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Over de verandering van den zuurgraad van de melk door verhitten"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RIJKSLANDBOUWPROEFSTATION HOORN.

Over de verandering van den zuurgraad van de melk door verhitten

DOOK W. VAN DAM.

Door verschillend© onderzoekers is gevonden, dat de (poten-tieele) zuurgraad van de melk door verhitting kleiner wordt. Door K i r s t e n x) werd een groot aantal titreeringen verricht,

waarbij bijna zonder uitzondering een teruggang werd gevonden; ook O r l a J e n s e n en P l a t t n e r2) wijzen er op in hunne

studie over de veranderingen, welke de melk door verhitting ondergaat. Zij meenen zelfs het slecht of niet stollen van ge-kookte melk door leb voor een gedeelte aan d e geringere aciditeit te moeten toeschrijven,

In mijne verhandeling: „Onderzoekingen over de lebstremming" heb ik er reeds op gewezen, dat men ook bij de melk onderscheid maken moet tusschen den potentieelen zuurgraad, d.i. dien, door titreeren te vinden, en den actueelen zuurgraad, d.i. de concen-tratie aan H-ionen. D e eerste kan geen dienst doen, om er biolo-gische beschouwingen op te baseeren. Waar dus J e n s e n en P l a t t n e r de vermindering van het stremvermogen gedeeltelijk toeschrijven aan het achteruitgaan van den (potentieelen) zuur-graad, nemen zij stilzwijgend aan, dat daarmede noodzakelijk moet gepaard gaan eene vermindering van den reëelen zuurgraad. Zooals uit het onderstaande blijken zal, is dat geenszins het geval.

Op dezelfde wijze als is aangegeven in mijne boven aange-haalde verhandeling, werd het H-ionengehalte van de rauwe, en daarna van de verwarmde melk bepaald. D e verhitting ge-schiedde in een kokend waterbad in uitgestoomd Jenaglas; door een terugverkoeler werd verdamping voorkomen. Om den moge-lijken invloed van het glas buiten te sluiten, werd ook in platina-kroezen verwarmd, waarbij deze geplaatst werden in een ruimte, waarin de waterdampspanning gelijk was aan die, welke de melk erin zou teweeg brengen. Hierdoor werd dus verdamping tegen-gegaan. Het bleek geen verschil te maken, of men glas, dan wel platina gebruikte.

*) Zeitsohr. f. Unt. der Nahrung3 und Genussmittel, 1902, p. 97.

2) Landw. Jahrb. d. Schweiz. 1905.

(2)

94

Onderstaande tabel geeft de resultaten aan:

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Duur der verhitting' op 1000 o. 45 min. 35 60 45 45 45 45 i> » * -•• •• C VI-0 6 H / x rauwe melk. 0,19 0,19 0,20 0,10 0,17 0,13 0,15 CH x «e verhitte melk. 0,29 0,27 0,29 0,13 0,25 0,22 0,20 Pot. zuurgr. rauwe melk (Dom. graden). 13,8 — 10,7 13,6 — — Pot. zuurgr. verhitte melk (Dorn, graden) 12,6 — 9,6 12,4 — — Uit deze cijfers blijkt dus, dat, ofschoon de potentieele zuur-graad van de melk door verhitting vermindert, het waterstofionen-gehalte vermeerdert ; de teruggang van den titer graad der melk kan dus niet bijdragen tot de vermindering van de strembaarheid door verwarmen.

Over de oorzaak van dit verschijnsel kan niets met zeker-heid worden gezegd, zoolang we omtrent den eigenaardigen toe-stand, waarin sommige zouten in de melk schijnen voor te komen, geen« nadere kennis hebben opgedaan. Eenige aanwijzing is mis-schien gelegen, in de volgende waarneming. Wordt bet H-ionen-gehalte niet dadelijk na de verwarming bepaald, maar eerst na eenige uren, dan vindt men minder; het cijfer nadert weer tot het oorspronkelijke.

Na 24 uren 0,20

Klaarblijkelijk hebben we dus met eene omkeerbare werking te doen ; men zou hier aan de werking der opgeloste kalkphos-phaten kunnen denken, maar zooals ik vroeger aantoonde, komt het calcium in de melk voor verreweg het grootste gedeelte in niet gedissocieerden toestand, dus waarschijnlijk gebonden aan organische stoffen, voor. Aan dit terugkeeren tot het oorspron-kelijk H-ionengehalte is wellicht het door S o x h l e t waarge-nomen verschijnsel, dat melk direct na de verwarming wel, maar later niet meer stremde, voor een deel toe te schrijven.

De hier medegedeelde metingen werden verricht, om na te gaan, of de caseïnekalk van de melk bij verhitting misschien sterk gehydrolyseerd werd. Ware dit het geval, dan zou daarin eene zeer aannemelijke verklaring liggen voor het traag stollen van gekookte melk. De ontleding :

Cas. Ca -f 2 H2 O -^L Cas. H2 + Ca (O H)2

zou om twee redenen de stolling tegengaan. Ten eerste wordt 1. 2. 3. 4. CHXio° (rauw). 0,10 0,17 0,20 0,13 CHX K > 6 (Direct na verh.). 0,13 0,25 — 0,22 CH x IQ« (later). Na 4 uren 0,12 - 4 » 0,21 - 3 » 0,21 - 4 * 0,14

(3)

95

door de optredende O H-ionen de. lebwerking vertraagd, en ten tweede wordt de hoeveelheid aan caseïne gebonden calcium klei-ner, hetgeen, zooals vroeger werd aangetoond, eveneens het coagu-leeren tegengaat.

Wel is waar wordt door bovenstaande cijfers niet bewezen, dat geenc hydrolyse van beteekenis optreedt, omdat de aanwezige zouten het H-ionengehalte juist vermeerderen door verhitten (voor serum vindt men nog sterkere toename der H-ionen dan voor de melk), maar eenige metingen aan ©ene oplossing van. zuivere caseïnekalk (volgens H a m m a r s t e n ) verricht, maken het zeer waarschijnlijk, dat van hydrolyse geen sprake is, zoodat daarin niet de verklaring kan gelegen zijn voor het trager stollen de r

melk na verwarming.

Es wurde gefunden, dass beim Erwärmen der Milch der actuelle Säuregrad steigt, obwohl der Titergrad erniedrigt wird. Das träge Gerinnen erhitzter Milch kann also nicht teilweise dem gerin-geren Säuregrade zugeschrieben werden.

(4)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het hiervoor gebruikte lichtmodel heeft goed gewerkt, zodat het minder belichten dan wat men in de praktijk gewoon is, geen negatieve consequenties had voor het gewas en het

7: meer gerekte plant; flink ontwikkelde blaaeren; niet zoo ge­ spreide bladeren; iets lichter van kleur; vrij stevige stengel; lange leien.. 2: meest gerekte

This rules out effects of reward history; (3) the high- and low- reward stimuli are not visually salient, excluding effects of bottom-up processes; (4) both high- and low-

vorst-vrije weersomstandigheden plaats, terwijl ook het twee dagen kunst- matig vochtig houden met behulp van natte jute zakken en plastic afdekmateri- aal onder dezelfde

do stuifmeelkieming kan dus gesteld worden, dat temperaturen tussen 10 en 24°C geschikt zijn voor een goede kieming.. Aangezien niet alleen het kiemingspercentage maar juist ook het

Ver- gunningen zouden bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om het wegvangen van dieren te monitoren en er zeker van te zijn dat de populaties niet overbevist raken 1.. Sterfte

o “Watchful waiting” met symptomatische behandeling (antihistaminica, decongestiva): meta-analyses moe- ten artsen (en patiënten) geruststellen dat dit volstaat bij bijna

Ook diverse andere activiteiten laten een afname zien in de tijd, meest opvallend is het dalende aandeel respondenten dat het bos bezoekt voor de activiteit ‘recreëren niet