• No results found

Grenzeloos anarchisme. De wederzijdse beïnvloeding tussen Argentijnse en Spaanse anarchisten in de periode 1911-1939

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Grenzeloos anarchisme. De wederzijdse beïnvloeding tussen Argentijnse en Spaanse anarchisten in de periode 1911-1939"

Copied!
74
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Grenzeloos anarchisme

De wederzijdse beïnvloeding tussen Argentijnse

en Spaanse anarchisten in de periode 1911-1939

Salomon Henricus Cornelis van Geest Studentennummer 11890401

Universiteit van Amsterdam

Masterscriptie Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Onder de begeleiding van dhr. Peter van Dam

(2)

Lijst met afkortingen van anarchistische bewegingen uit Argentinië en Spanje

AIT - Asocación Internacional de los Trabajadores (Internationale Arbeiders Associatie)

CNT - Confederacion Nacional del Trabajo – Spanje

CRRA - Comité Regional de Relaciones Anarquistas

FACA - Federación Anarco-Comunista de Argentina

FAI - Federación Anarquista Ibérica - Spanje

FOA - Federación Obrera Argentina

FORA - Federación Obrero Regional de Argentina

FTRE - Federación de Trabajadores de la Región Española - Spanje

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding: 4

Hoofdstuk I:

Oprichting van de anarchistische bewegingen in Argentinië en Spanje op basis van

wederzijdse beïnvloeding 17

Hoofdstuk II:

Ideologische zuivering binnen de anarchistische beweging als antwoord op opkomend

nationalisme en overheidsrepressie. 30

Hoofdstuk III:

De aankomst en inlijving van de FACA-delegatie binnen de CNT-FAI gedurende de Spaanse

Burgeroorlog. 43

Conclusie 65

(4)

Inleiding

Vanaf 1870 ontstonden de eerste contouren van internationale anarchistische contacten voor informatie en uitwisseling van ideeën. Het internationale netwerk van anarchisten onderling bestond daardoor al vroeg in vergelijking tot netwerken van andere sociale

bewegingen.1 Het is daarom interessant om onderzoek te doen naar nationale anarchistische

organisaties en hun grensoverschrijdende contacten en wederzijdse beïnvloedingen. Het transnationalisme is een theoretisch kader waar vanuit de sociale wetenschappen naar migratieprocessen wordt gekeken. Bij een transnationale analyse wordt gekeken naar hoe werkende aspecten uit het dagelijkse leven van mensen functioneert in een collectieve sfeer. Door gebruik te maken van een transnationale analyse wordt belicht hoe relaties, connecties, circulatie en vorming van mensen, goederen en ideeën zich wereldwijd bewegen en

verspreiden en daarmee zorgt voor beïnvloeding tussen mensen of culturen.2

Vandaag de dag zijn

grensoverschrijdende contacten en beïnvloeding de norm in een geglobaliseerde wereld, maar dit is niet altijd vanzelfsprekend geweest. Anarchisten hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de mondiale ontwikkeling van transnationale contacten, vanaf eind 19de eeuw.

Tussen 1870 -1940, de hoogtijdagen van het Internationale anarchisme, kwam een groot netwerk tussen anarchisten tot stand, waarin op grote schaal informatie en goederen werden uitgewisseld. Door de opkomst van sociale ideologieën en de toenemende behoefte om op internationaal niveau samen te werken, wisten burgers uit verschillende windstreken elkaar steeds beter te vinden. Bovendien bestond er een erecode die internationaal contact in de hand werkte, namelijk dat anarchisten -al dan niet in nood- elkaar zouden helpen. Dit betrof ook hulp en adviezen op transnationale schaal.3 Toch wordt tegenwoordig

het studieveld van het anarchisme veelal benaderd vanuit een te eenzijdige blik. De focus wordt daarbij te vaak gelegd op de rol van het individu in een non-hiërarchische

organisatievorm en op bijdragen van individuele theoretici of anarchisten, die het boegbeeld van een anarchistische stroming of partij binnen een land vormden. De werkelijke relevantie wordt daardoor uit het oog verloren; namelijk het aantonen hoe de anarchisten hun

1 B. Altena, ‘Anarchism as a Social Movement, 1870-1940’ in Sozial Geschichte Online 18, 34, 40. 2 P-Y Saunier, ‘Transnational History – Introduction’ in Transnational History (New York, 2013), 8. 3 Altena, ‘Anarchism as a Social Movement’, 34-35;

(5)

kennisnetwerken opbouwden en gebruikten om daarmee het effect van de internationale bewegingen te versterken.Een studie over de ontwikkeling van het anarchistische

transnationaal netwerk is interessant door de rol van het netwerk als voorloper voor tal van andere internationale sociale bewegingen die later ontstonden, zoals de vrouwen-, de mensenrechten-, de vredes- en de milieubewegingen. Een

interessante en relevante invalshoek voor een transnationaal onderzoek naar uitwisselingen tussen anarchisten op wereldwijde schaal is het onderzoek naar de relatie tussen Argentijnse en Spaanse anarchisten in de eerste helft van de 20ste eeuw. De Argentijnen en Spanjaarden

deelden een gemeenschappelijk (koloniaal) verleden, deelden dezelfde katholieke achtergrond en spraken dezelfde taal. In de historische literatuur is nog weinig aandacht besteed aan de rol die de Argentijnse anarchisten wisten uit te oefenen op de organisatie van de Spaanse anarchisten. Veel studies over die Argentijns-Spaanse relaties benadrukken het belang van een enkel historisch figuur als Diego Abad de Santillán, die in beide landen leidende posities bekleedde. Om het transnationale netwerk goed te kunnen onderzoeken is echter een bredere verklaring noodzakelijk.4

Deze scriptie probeert aan te tonen welke invloed de Argentijnse anarchisten hebben gehad op de vorming, de inrichting en de werkwijze van de Spaanse anarchistische

bewegingen CNT en FAI gedurende de aanloop- en tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Hierbij zal met name gefocust worden op de uitwisseling van informatie van organisatorische elementen, zoals ideologie, organisatiestructuur, het organiseren van stakingen,

achterbanvergroting, propaganda, solidariteit en ideeën en adviezen over hulpmiddelen. De Argentijnse steun ging verder dan het sturen van hulpmiddelen (voedsel, kleding, wapens en medicijnen) en adviezen, aangezien ook vele Argentijnen zich geroepen voelden om naar Spanje te gaan om zich in te zetten voor de anarchistische idealen. Hun overtocht zou zelfs de kans bieden om lering te trekken de conflictsituatie. Wanneer de strijd in Spanje

gewonnen zou worden, bestond de kans dat de anarchisten in Argentinië ook in opstand zouden kunnen komen tegen de bestuurlijke elite. Door meer aandacht te besteden aan de komst van Argentijnse anarchisten in Spanje kan de dynamiek van het bestaande

transnationale netwerk nader worden verklaard. Namen die opvallen tussen de afgezanten zijn die van Jacobo Prinzman alias Prince, José Grunfeld en Jacobo Maguid. Voor de periode

4 L. Velasco Martínez, ‘La emigración española en Latinoamérica ante la Guerra Civil y el fascismo español: el caso Argentino’ in Anuario Colombiano de Historia Social y de la Cultura 38:2, 43.

(6)

van de Spaanse Burgeroorlog komen zij amper aan bod in de literatuur. Toch waren zij uitverkoren om de anarchisten uit Argentinië te representeren tijdens het conflict in Spanje. Na aankomst in Spanje werden zij al snel op sleutelposities geplaatst. Het lijkt erop dat deze relatief onbekende anarchisten als professionals gestuurd waren om de organisatievorm en werkwijze van de bewegingen in Spanje te gaan aansturen. Door de focus op deze personen kan meer te weten gekomen worden over de wederzijdse organisatorische beïnvloeding en samenwerking tussen Argentijnen en Spanjaarden. In dit onderzoek wordt de vraag

beantwoord in hoeverre beïnvloedden de Argentijnse anarchisten de Spaanse anarchistische arbeidersorganisaties CNT en FAI in de periode 1911-1939? Deze vraag zal worden

onderzocht aan de hand van de theorie van het concept transfer. De vraag zal worden behandeld door per hoofdstuk in te gaan op een periode en de soort uitwisseling waaruit blijkt dat er sprake was van beïnvloeding. Het onderzoek toont aan dat de Spaanse anarchisten zich op organisatorisch gebied bij veel facetten hebben laten

inspireren door de aanpak van de kameraden uit Argentinië. Door meer aandacht te vestigen op Prince, Grunfeld en Maguid in de periode 1936-1939 moet duidelijk worden wat de algemene werkwijze van de Argentijnen in Spanje precies was, en bovendien hoe dit heeft bijgedragen aan mogelijke beïnvloedingen van anarchistische idealen die leefden in

Argentinië op de anarchistische groeperingen in Spanje. Daarnaast moet op deze wijze ook duidelijk worden welk motief en belang de Argentijnen hadden om zo betrokken te zijn met de gebeurtenissen in Spanje. Voor een dergelijke focus dient allereerst te worden

verantwoord hoe een Latijns-Amerikaans land als Argentinië invloed kan hebben gehad op de vorming van een sociale beweging in een land als Spanje in West-Europa.

Conceptualisering

Latijns-Amerika wordt vaak onterecht afgeschilderd als ontwikkelingsgebied. Opkomende economieën met een redelijk ontwikkelingsniveau worden veelal beschouwd in combinatie met sociaaleconomische kengetallen, zoals een hoog geboorte- en sterftecijfer, een hoge urbanisatiegraad, een beperkt BNP en een geringe arbeidsproductiviteit.5 José Moya, een

Amerikaanse historicus gespecialiseerd in de geschiedenis van Latijns-Amerika, vindt het onterecht dat Latijns-Amerika dan tot de ‘Derde wereld’ wordt gerekend en dicht dit toe aan 5 H. Loman, ‘Latijns-Amerika gevangen in de middle-income-trap’, beschikbaar op de webpagina van:

https://economie.rabobank.com/publicaties/2015/september/latijns-amerika-gevangen-in-de-middle-income-trap/, geraadpleegd op 18-04-2018.

(7)

een tekort aan globaal historisch perspectief in veel gehanteerde benaderingswijzen. Volgens zijn analyse wordt het continent onterecht vergeleken met de Verenigde Staten van Amerika, aangezien het continent in zijn ogen vaak als tegenpool en protectoraat van de Verenigde Staten wordt aangeduid. Termen als economische onderontwikkeling, repressie en dictatuur worden volgens Moya daardoor al snel aan het continent gekoppeld. Er wordt volgens hem weinig waardering opgebracht voor de onderscheidende aspecten van Latijns-Amerika. De aanname dat Latijns-Amerika niet-Westers is doordat het afwijkt van de Westerse standaard is volgens hem kortzichtig. Dit komt ook terug in de conceptuele homogenisering van deze diverse regio.6

Moya stelt in zijn analyse dat Latijns-Amerika een gebied is waar moderne politieke opvattingen al vroeg in de praktijk werden gebracht, zoals de invoering van staatsgrenzen en de werking van het idee van de natiestaat. Ook begonnen boeren in verschillende landen op het continent al vroeg met commercialisering van de landbouw. Op politiek gebied werd het continent toen gekenmerkt door het liberalisme, dat in de 19de eeuw -net als in Europa- de

centrale politieke stroming was. Daarnaast was het katholieke geloof -net als in Europa- van groot belang voor normen en waarden als verbindende factor binnen de samenleving. Er bestaan aanzienlijke verschillen in demografische, culturele en economische aspecten tussen verschillende landen op het continent en ondanks parallellen met Europa wordt Latijns-Amerika als geheel meestal gezien als onderontwikkeld gebied.7 Dat komt mede doordat

men Latijns-Amerika vooral ziet als gebied waarbinnen gereageerd werd op ontwikkelingen elders in de wereld. Er wordt eigenlijk amper aandacht besteed aan de mate waarin Latijns-Amerika op zijn beurt ook weer andere continenten cultureel en politiek beïnvloed heeft.

De Duitse historicus Stefan Rinke is gespecialiseerd in de ontwikkelingsgeschiedenis van Latijns-Amerika. Hij geeft aan dat historici zich pas sinds kort interesseren voor het continent en merkt op dat zij zich daarbij met name focussen op onderwerpen als de Grote Depressie of invloeden vanuit de Amerikaanse buitenlandse politiek. Zijn belangrijkste kritiekpunt is dat Westerse historici hun studieonderwerp voornamelijk benaderen vanuit het Westerse perspectief en daarbij amper gebruik van beschikbare primaire bronnen uit Latijns-Amerika zelf. Dan staat Latijns-Amerika volgens Rinke nog steeds niet echt centraal.8

Voor een minder eenzijdig beeld moet daarom meer gebruik worden gemaakt van bronnen 6 J.C. Moya, “Introduction: Latin America – The Limitations and Meaning of a Historical Category” in The Oxford

Handbook of Latin American History (Oxford, 2010), 15-17.

(8)

en literatuur afkomstig uit Latijns-Amerika.

Vanuit de gedachtegang van Moya en Rinke is het interessant om de aandacht te richten op invloeden vanuit Amerika. Het is goed mogelijk dat ideeën uit Latijns-Amerika hun weerslag gehad hebben op gebieden elders in de wereld. Dit wordt in de literatuur aangeduid met de term ‘transfer’, wat inhoudt dat een politiek of cultureel concept grensoverschrijdende invloed heeft. De Nederlandse politieke historicus Henk te Velde omschrijft de theorie van ‘political transfers’ als een internationale overdracht van

bijvoorbeeld organisatievormen en mobilisatiemethoden. Echter wordt de ontwikkeling van politieke bewegingen vaak belicht op nationaal niveau, vanwege de hoofdzakelijk lokale issues waar politieke bewegingen binnen staten mee te maken hebben. De ontwikkeling van de ‘politiek’ dient echter niet op nationaal niveau, maar op internationale schaal beschouwd te worden, aangezien de inrichting van politieke instituties wereldwijd tot stand komt door wederzijdse (buitenlandse) beïnvloeding. Volgens Te Velde speelden vooral in het tijdvak 1789-1914 interessante voorbeelden van politieke beïnvloeding, aangezien dit de periode is waarin wereldwijd de meeste politieke instituties opgericht zijn. In de studie naar transfers gaat het vooral om verbindende elementen tussen politieke entiteiten.9

Een kenmerkend voorbeeld van politieke beïnvloeding vond gedurende die periode plaats op het gebied van sociale bewegingen. Deze organisaties hebben in ontstaan en ontwikkeling zelden een volledig nationaal karakter. Vaak draait het om internationale ideeënuitwisseling. Maar niet alle historici en sociale wetenschappers zijn het eens of de anarchisten wel als ‘sociale beweging’ beschouwd kunnen worden, vooral vanwege het ontbreken van een duidelijke doelstelling bij deze stroming. Daardoor zou het concept ‘political transfer’ wellicht niet toereikend zijn voor anarchistische bewegingen.

De Nederlandse historicus Bert Altena tracht verheldering te brengen in dit debat en rekent anarchistische bewegingen wél tot sociale bewegingen. Vaak hebben deze organisaties geen heldere doelstelling, terwijl een sociale beweging die eigenlijk zou moeten hebben. Toch hebben anarchisten wel andere duidelijke elementen die kenmerkend zijn voor sociale bewegingen, vanwege de bottom-up werking.10 De aanwezigheid van een grootschalig

8 S. Rinke, ‘Historiography 1918-Today (Latin America)’ in International Encyclopedia of the First World War, beschikbaar op de webpagina: https://encyclopedia.1914-1918-online.net/article/historiography_1918-today_latin_america, geraadpleegd op 24-01-2018.

9 H. te Velde, ‘Political Transfer: An Introduction’ in European Review of History 25:2, 205-207.

10 Een bottom-up werking betekent dat er binnen een organisatie geen strikte hiërarchieën bestaan. Alle leden hebben dezelfde mate van inspraak en invloed.

(9)

netwerk waarmee informatie gedeeld kan worden en het nastreven van duidelijke idealen zijn voor Altena uiteindelijk voldoende om toch te spreken over een sociale beweging.11

Wel rijst de vraag welke rol het politieke aspect daadwerkelijk heeft bij een transfer onder anarchistische bewegingen en of er wellicht meer sprake is van een culturele

beïnvloeding. Te Velde verwijst in zijn analyse naar de Amerikaanse socioloog en politicoloog Charles Tilly, die studie heeft gemaakt naar de verspreiding van ideeën onder sociale

bewegingen. Het principe van Tilly helpt om te onderzoeken hoe een idee als gevolg van verspreiding van een concept wordt ontvangen en men vervolgens op de nieuwe plek met het idee aan de slag gaat. Een belangrijke zwakte van het gebruik van deze benadering echter het nationale element dat vasthangt aan het concept transfer: de gedachte dat een idee alleen goed werkt in een bepaald land of dat een idee wordt gekenmerkt door specifieke elementen van een bepaalde natie. In het geval van een sociale beweging moet worden opgelet of specifieke kenmerken en aspecten die tot een bepaalde beweging toebehoren naderhand ook zijn terug te zien bij een sociale beweging in een ander land.12

Cultuurhistoricus Peter Burke omschrijft ‘transfer’ als wederzijdse interactie tussen culturen: intercultureel verkeer dat zorgt voor beïnvloeding op een wederkerende manier. Burke stelt dat transfers transcultureel van aard zijn. Hij is van mening dat transfers tot stand komen door een geleidelijke verplaatsing van bepaalde kennis in plaats van een eenzijdige overdracht van bepaalde elementen.13 Dit hoeft zich echter niet alleen op culturele thema’s

toe te spitsen, maar kan bijvoorbeeld ook worden gereflecteerd aan thema’s met een politieke achtergrond. Aangezien Burke terecht aangeeft dat cultuur een rol speelt bij de internationale verspreiding van ideeën en kennis zal in deze scriptie worden vastgehouden aan het algemene concept transfer van Burke.14

Internationaal anarchisme

11 Altena, 23-24, 60-61.

12 Te Velde, ‘Political Transfer: An Introduction’, 208-209.

13 J. Rogge en H. Salmi, “Memory Boxes An Experimental Approach to Cultural Transfer in History, 1500–2000” in H. Aali et al, Memory Boxes An Experimental Approach to Cultural Transfer in History, 1500–2000 (Bielefeld, 2014), 11-13.

(10)

Inmiddels zijn vele publicaties verschenen over anarchistische bewegingen die zich onder andere richtten op migratie, internationale arbeidersprocessen, arbeidersvakbonden, rebellie en transnationalisme. Een veelbesproken onderwerp is daarnaast de organisatiestructuur van anarchisten, gezien het paradoxale kenmerk dat anarchisten zichzelf verenigden in organisaties, ondanks de afkeer van hiërarchie en autoriteit. Recentelijk vindt ook steeds meer onderzoek plaats naar transnationale contacten van anarchistische bewegingen en de invloed van individuen binnen het transnationale netwerk.15

Een nieuwe relevante invalshoek voor een onderzoek wordt gevormd door de uitwisselingen op het gebied van politieke ideeën vanuit Latijns-Amerika naar Europa gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw. Het is goed mogelijk dat de ‘revolutionaire

drang’ en politieke concepten en gedachten over efficiënte beleidsstructuren via

internationale contacten vanuit Latijns-Amerikaanse landen zijn overgewaaid naar Europa. In Latijns-Amerika bestond tussen 1870 en 1920 een grote bereidheid tot acties, stakingen en revoluties. Dit gold met name voor het anarchisme, een politieke stroming waarin men zich afvraagt waardoor de macht en het gezag van de staat als autoritair gezag over een samenleving eigenlijk wordt gerechtvaardigd. Het anarchisme is een stroming rond het streven naar een zelfwerkzame samenleving, zonder bestuur of autoriteit van de staat. De aardsvader van het anarchisme is de Rus Michael Bakoenin, een revolutionair die vond dat het volk een socialistische revolutie zou moeten ontketenen waardoor het volk vrij zou komen van autoritaire repressie. Bovendien zou dit voor een hoge mate van solidariteit zorgen binnen de samenleving, aangezien men dit gezamenlijk zou moeten bewerkstelligen.16

Het anarchisme is een ideologie waarbij de aanhangers als verzetsbeweging in opstand komen tegen de bestaande sociale en politieke verhoudingen. Soms gebeurt dit zelfs op een radicale manier, met gebruik van grof geweld. Het animo voor deze Russische opvatting was groot onder de anarchistische kringen in Latijns-Amerika. Het boek In defiance of boundaries, samengesteld door de Franse historicus Geoffroy de Laforcade en de Amerikaanse Latijns-Amerika kenner Kirwin Shaffer, is een verzamelwerk waarin duidelijk uiteen gezet wordt dat het anarchisme in Latijns-Amerika veel meer was dan enkel een eruptie van populistische 15 C. Bantman en B. Altena, “Introduction: Problematizing scales of analysis in network based Social Movements”, 5-8 in C. Bantman en B. Altena (Eds), Reassessing the transnational turn. Scales of analysis in

anarchist and syndicalist studies (New York, 2015).

(11)

sociale bewegingen. Kenmerkend voor de ontwikkeling van het anarchisme in

Latijns-Amerika is de mate waarin lokale en regionale rebellie vorm kreeg doordat men zich in naam van het anarchisme tegen de staat richtte. Men zette zich af tegen het toenemende

industriële kapitalisme, de ontwikkelingen op het continent wat betreft de gecentraliseerde natiestaat en tegen imperialistische invloeden. Het anarchisme ontpopte zich als volkse ideologie en verspreidde zich snel en spontaan over het Latijns-Amerikaanse continent, wat uiteindelijk leidde tot grote georganiseerde anarchistische bewegingen.17 Het geheel

van deze bewegingen zocht onderling contact met elkaar op tal van maatschappelijke

thema’s, die vaak gebruikt werden als aanjager voor de transfer van politieke standpunten en ideeën onder sociale bewegingen.18 Zo ook binnen anarchistische kringen, waar men zich

sterk maakte voor meer sociale rechtvaardigheid door onder de bevolking een groeiend bewustzijn voor sociale tegenstellingen aan te wakkeren. De betrokkenheid en inzet vanuit de anarchistische kringen om veranderingen in het systeem te bewerkstelligen was groot.19

Het anarchistische gedachtegoed kreeg in Latijns-Amerika ook creatieve ondersteuning, gezien de aandacht die de ideologie kreeg in muziek, dans, theater, poëzie en literatuur. Dat is niet verbazend, aangezien het anarchisme opkwam tegen culturele misstanden zoals racisme, seksisme en genderongelijkheid. Deze duidelijke band met maatschappelijke en culturele onderwerpen zorgde voor een groot draagvlak voor het anarchisme in Latijns-Amerika.20

Acties, zoals stakingen en grootschalige manifestaties tegen de gevestigde orde, lieten niet snel op zich wachten. Benedict Anderson, een Amerikaanse antropoloog en politicoloog, verklaart de snelle opkomst van het anarchisme in postkoloniale gebieden door te kijken naar populistische stromingen. Anderson wil laten zien hoe anarchistische strijders opkomen tegen de gevestigde orde. Men kwam niet in actie vanuit de theoretische kennis binnen het anarchisme, maar om te strijden tegen de geldende maatschappelijke onrechtvaardigheden. Het proletariaat pikte de corruptie en uitbuiting door de elite niet langer meer.21

De revolutionaire opvatting wat betreft vrijheid en zelfbeschikking van de anarchisten in Latijns-Amerika werd gekenmerkt door de relatief vroege en spontane vorming van grote 17 G. de Laforcade, K. Shafer, In defiance of boundaries: Anarchism in Latin American History (Miami, 2015), 5; Hirsch, ‘Without Borders: Reflections on Anarchism in Latin America’, 8.

18 Te Velde, ‘Political Transfer’, 210.

19 W. Gamson, The strategy of social protest (Belmont, 1975), 14-16. 20 De Laforcade, Shafer, In defiance of boundaries, 12.

(12)

anarchistische bewegingen met bijbehorende kenmerkende acties en stakingen. Bovendien kende deze bewegingen al in de beginfase onderling een goede transnationale

samenwerking, door het uitwisselen van informatie via de anarchistische persbureaus, het bieden van financiële hulp indien noodzakelijk en daadwerkelijke hulp bij acties, stakingen of conflicten. Anderson beweert dat anarchisten in Europa graag hun blik richtten op Latijns-Amerika omdat zij konden leren van de revolutionaire wijze waarop zij zich verzetten tegen de gevestigde orde. De houding binnen Latijns-Amerika wat betreft de solidariteit met buitenlandse ontwikkelingen, acties voor sociale hervormingen en de roep om vrijheid

belichamen in zekere zin het anarchisme.22 Een

belangrijk en relevant verschil tussen de anarchistische bewegingen in Latijns-Amerika en Europa betreft een afwijkende theoretische grondslag. Volgens de Amerikaanse anarchist George Woodcock hielden Latino’s zich vooral vast aan het gedachtengoed van Bakoenin, waardoor zij hun organisaties voornamelijk op basis van zijn gedachtengoed inrichtten. Dit leidde tot een emancipatiegedachte onder de anarchisten zelf, een groeiende achterban en de spontane eruptie van acties, stakingen, gedachten over revolutievoering en

daadwerkelijke rebellie. De energie en daadkracht van de anarchisten in Latijns-Amerika opende de ogen van anarchisten over de hele wereld. In Europa hield men zich in de periode 1870-1914, relatief gezien, meer bezig met theoretische aspecten dan met daadwerkelijke acties. Er bestond nog discussie over welk gedachtengoed nagestreefd diende te worden, aangezien vele filosofen zich over het anarchisme bogen. Bovendien waren de Europese anarchistische organisaties nog niet zo daadkrachtig en organisatorisch goed georganiseerd als wel in Latijns-Amerika het geval was. In Europa keek men toe hoe het anarchisme elders vorm kreeg.23

Voor een transfer van politieke ideeën werkt het stimulerend als de met elkaar in contact staande groeperingen ook gemeenschappelijke aspecten hebben, bijvoorbeeld wat betreft demografie, handelsrelaties of religie. Geen wonder dat er een goed contact

opbloeide tussen anarchisten uit Latijns-Amerika en geestverwanten in Spanje op basis van de gemeenschappelijke Spaanse taal, een gemeenschappelijke koloniale historie en

gemeenschappelijke katholieke geloofsovertuiging.

22 Ibidem, 2-3, 22-25.

(13)

Historiografie

Wat is er eigenlijk al bekend over de invloed van Argentijnse anarchisten binnen de Spaanse zusterbewegingen? De hulp van Argentijnse anarchisten aan hun Spaanse kameraden is een nog relatief weinig bestudeerd onderwerp, en na een eerste blik op de beschikbare literatuur lijken er enige tegenstrijdigheden te bestaan over het motief van de grote betrokkenheid van de Argentijnen. Was hun komst tijdens de Spaanse Burgeroorlog een vraag vanuit het

onderlinge netwerk van anarchisten? Het lijkt aannemelijk dat de komst van de Argentijnen ook te maken had met de onveilige situatie voor anarchisten in Argentinië zelf. Wat opvalt is de grote algemene bereidheid onder de Argentijnen om de Spanjaarden bij te staan tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Was men daadwerkelijk zo betrokken met het lot van de Spaanse kameraden, of speelde er wellicht meer? Hieronder volgt een korte introductie van de belangrijkste historici die zich over de Argentijnse hulp tijdens de Burgeroorlog gebogen

hebben. De Amerikaanse

historicus James Baer heeft zich in diverse publicaties over dit onderwerp verdiept en heeft de banden tussen Argentijnse en Spaanse anarchisten duidelijk in kaart weten te brengen. Hij heeft geschreven over het internationale netwerk van mensen, ideologieën en de interventie van politieke instituties tussen Spanje en Argentinië gedurende de eerste periode van de 20ste

eeuw. Baer richt zich met name op de rol die migranten en transnationale contacten tussen Spanje en Argentinië hebben gespeeld bij de wederzijdse beïnvloeding tussen anarchistische bewegingen. De focus ligt vooral op het unieke van het transnationale netwerk, het

functioneren van de anarchistische bewegingen en de samenwerking tijdens- en gedurende de aanloop van de Spaanse Burgeroorlog en ook welke rol de Spanjaard Diego Abad de Santillán in dit geheel heeft gespeeld.24

De Argentijnse historicus Jerónimo Boragina besteedt vooral aandacht aan de Argentijnse anarchisten die de oversteek naar Spanje waagden om de anarchisten aldaar bij te staan in de strijd tegen Franco. Boragina maakt duidelijk dat de Argentijnen zeer begaan waren met het lot van de Spanjaarden, en na de staatsgreep van Franco op 18 juli 1936 massaal hulppakketten naar Spanje stuurden met geld, voedsel, kleding en medicijnen. Toch bleek deze blijk van steun voor de Argentijnen zelf niet voldoende, gezien de honderden mannen én vrouwen die naar Spanje afreisden om de anarchisten, op welke manier dan ook,

24 J. Rodriguez, “James Baer: Anarchist Immigrants in Spain and Argentina” in The American Historical Review, 121:2, 539-540.

(14)

te helpen. Het opvallende van de tekst van Boragina is dat er gedurende 1937 een volledige stop kwam op anarchistische Argentijnse immigranten, aangezien vrijwillige anarchisten zich te overvloedig hadden aangemeld. De Spanjaarden hadden te weinig wapens om iedereen zomaar in legerbataljons te plaatsen, en ook voor administratieve functies waren geen nieuwe vrijwilligers nodig. Dit is opvallend aangezien de Argentijnen Prinzman, Grunfeld en Maguid pas begin ’37 in Barcelona aankwamen en op een mooie positie terecht kwamen.25

De komst van de Argentijnen in Spanje is nauwelijks behandeld in de literatuur. De bestaande literatuur legt vooral focus op individuele relaties en factoren binnen het transnationale netwerk in plaats van een eventuele samenloop van omstandigheden of bepaalde strategische keuzes van zowel de Spanjaarden als de Argentijnen. De wijze waarop het transnationale netwerk nu geschetst wordt, richt zich met name op Abad de Santillán en weinig op belangrijkere aspecten zoals de sociaal-politieke situaties in zowel Argentinië als Spanje. De uitwisseling van belangrijke ideeën en de samenwerking van anarchisten uit beide landen om gemeenschappelijke problemen te bestrijden komen hierbij nog te weinig aan bod. Bovendien is het daardoor nog steeds niet geheel duidelijk welke rol de Argentijnse anarchisten hebben gespeeld tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Door gebruik te maken van het concept transfer kan de beïnvloeding door de Argentijnen in Spanje nader worden verklaard.

Een belangrijk element waar rekening mee dient te worden gehouden is de nationaliteit van enkele actoren die in dit verhaal naar voren zullen komen. Enkele

Spanjaarden en Argentijnen vertolken een dubbelrol in dit verhaal doordat zij zowel actief waren binnen de anarchistische kringen in Argentinië als in Spanje. Hierdoor lijkt de notie van ‘Argentijnse’ of ‘Spaanse’ organisatorische elementen te verdwijnen. Binnen dit verhaal wordt het concept transfer behandeld op basis van de anarchistische organisaties uit Argentinië en Spanje. Het onderscheid is in enkele gevallen minimaal, al wordt er uitgegaan van ‘nationaliteit’ wanneer organisatorische elementen uit beide landen aan elkaar worden toegeschreven of van elkaar worden onderscheiden.

Hoofdstukindeling

Het onderzoek worden de tijdvakken verdeeld over drie hoofdstukken. Per hoofdstuk wordt een periode behandeld aan de hand van een organisatorisch element dat via de transfer 25 J.E. Boragina, ‘Voluntarios anarquistas argentinos en la Guerra Civil española’ in EBRE – Revista Internacional

(15)

vanuit Argentinië in Spanje werd overgenomen. Ter beantwoording van de hoofdvraag zal bronnenonderzoek van groot belang zijn. De archieven van de Spaanse anarchistische organisaties CNT en FAI en ook het persoonlijke archief van Diego Abad de Santillán worden bewaard op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Deze stukken geven uitsluitsel over hoe er in Spanje werd gekeken naar de activiteiten die zich voltrokken in Argentinië, hoe de Spaanse anarchisten aankeken tegen de Argentijnse organisatiestructuur, hoe de Spanjaarden dit vervolgens omzetten in een eigen manier van werken, hoe men in Spanje reageerde op de komst van de gezonden Argentijnen en tot slot hoe de Spanjaarden en Argentijnen vervolgens met elkaar samenwerkten gedurende de Spaanse Burgeroorlog.

Het eerste hoofdstuk gaat over de transfer op organisatorisch gebied in de periode 1870-1920. Het hoofdstuk behandelt de werkwijze, organisatiestructuur, de manier van actievoeren en het propagandabeleid van de Argentijnse anarchistische organisatie FORA als voorbeeld gold voor de Spaanse CNT. Er worden enkele overeenkomsten en verschillen uitgelicht die aantonen hoe de Spanjaarden zich verenigden naar Argentijns voorbeeld, aan de hand van een parallelle voorgeschiedenis en een belangrijke anarchistische theoreticus. Zodoende wordt duidelijk hoe de aanpak in Argentinië vorm kreeg bij de zusterbeweging in Spanje.

Het tweede hoofdstuk betreft de herleving van het anarchistische sentiment tijdens de periode 1920 – 1936. Dit was een periode waarin het anarchisme terrein verloor ten opzichte van opkomende nationalistische groeperingen en toenemende repressie ten opzichte van anarchisten. Als reactie op de mondiale gevolgen van de Eerste Wereldoorlog pleitte enkele Argentijnen voor een zuivering binnen de anarchistische stroming, met meer aandacht voor de kernwaarden van Bakoenin. De jaren ’20 vormden op deze manier een overbruggingsperiode waarin het enthousiasme voor het anarchisme afnam. De aandacht ligt op de ideologische veranderingen waardoor de anarchistische bewegingen tijdens dit tijdvak wisten te overleven en waar duidelijk wordt dat de bevriende verenigingen elkaar nodig hadden om te kunnen voortbestaan.

Het derde hoofdstuk gaat met name over de komst van respectievelijk Prince,

Grunfeld en Maguid naar Spanje tijdens de Spaanse Burgeroorlog, en richt zich met name op de vraag welke rol de Argentijnen speelden tijdens hun werkzaamheden bij de CNT-FAI gedurende een periode van oplopende spanningen. In dit hoofdstuk wordt duidelijk hoe de

(16)

kameraden met enthousiasme werden ingelijfd en hoe deze samenwerking uiteindelijk steeds moeizamer verliep door een verschil aan verwachtingen en belangen van beide kanten.

Hoofdstuk I - Oprichting van de anarchistische bewegingen in

Argentinië en Spanje op basis van wederzijdse beïnvloeding

Anarchisten in Argentinië organiseerden zich al vroeg op succesvolle wijze. Er was sprake van een breed gedragen beweging die gebaseerd op theoretische speerpunten van een

Spanjaard die in Argentinië woonachtig was. Het succes van de organisatie sloeg in 1910 over naar Spanje, waar de anarchisten in navolging van hun kameraden uit Latijns-Amerika een

(17)

organisatie oprichtten. In dit hoofdstuk wordt stil gestaan bij de speerpunten die in acht werden genomen voor de oprichting van een stabiele anarchistische beweging. Er wordt aangetoond hoe het anarchistische gedachtengoed gestalte kreeg in organisatorische vorm, en hoe de praktische aanpak van de Argentijnen aan de overkant van de Atlantische Oceaan in Spanje nagenoeg werd gekopieerd. Het belang van de beïnvloeding die tot stand kwam gedurende de periode 1870-1920 was van belang voor de oprichting en werkwijze van de organisaties. Deze ideologische beïnvloeding vormt het startpunt van de wederzijdse transfer van anarchistisch gedachtengoed tussen Argentinië en Spanje.

Interesse voor het anarchistische gedachtengoed in de periode 1870 - 1900 Het anarchisme in Argentinië maakte qua organisatie en wijze van actievoeren een

opmerkelijk vroege ontwikkeling door ten opzichte van anarchistische bewegingen elders. Terwijl in andere landen op het Latijns-Amerikaanse continent en landen in West-Europa theoretische meningsverschillen bestonden, organiseerden arbeiders in Argentinië al rond 1870 stakingen. De reden hiervoor was de drang naar een zekere mate van vrijheid en zelfbeschikking. Het anarchisme gold als bindmiddel voor de onderlinge solidariteit binnen het Argentijnse volk gericht tegen de gevestigde orde.26

De oorsprong van het sterke revolutionaire sentiment in Argentinië lag bij de

ontwikkelingen en transformaties op sociaaleconomisch gebied gedurende de 19de eeuw. Het

land werd populair onder Europese migranten, waarvan het grootste deel uit Italië, Spanje en Frankrijk kwam.27 Zij waren op zoek naar een eigen stuk grond. Toen dit voor hen

onmogelijk bleek, trokken zij teleurgesteld terug naar de grote steden, waar zij uiteindelijk veelal werk vonden in de industrie. Deze ontwikkeling was van groot belang voor het ontstaan van anarchistische groeperingen in Argentinië. De immigranten sloten zich in de steden aan bij het proletariaat.28

De opkomst van het anarchisme in Argentinië rond 1870 werd gestimuleerd door werkloosheid onder de stedelijke bevolking, de erbarmelijke woon- en werkomstandigheden

26 P. Chatterton, ‘Making autonomous geographies: Argentina’s popular uprising an the ‘movimiento de trabajadores desocupados’ in Geoforum 36:5, 546-547;

J.C. Moya, “El anarquismo Argentino y el liderazgo Español” in M.G. Sebastiani, Patriotas entre Naciones.

Elites Españoles en Argentina (Madrid, 2013), 361.

27 R. Munk et al., Argentina: From Anarchism to Peronism. Workers, Unions and Politics, 1855-1985 (Londen, 1987), 12,14.

(18)

in de steden en de lage salarissen. Bovendien ontbrak het aan goed onderwijs, goede (medische) zorginstellingen en volledige (collectieve) vrijheden. Waar het anarchisme in Europa nog een bohème stroming was onder filosofen, vormde het gedachtegoed in Argentinië een breed gedragen urbane stroming die op steeds meer aanhangers kon rekenen.29 Met de leus ‘Het anarchisme is vrede, het is liefde, het is de weerspiegeling van

humane perfectie en het welzijn van de mens’30 werd animo opgeroepen via pamfletten,

literatuur, muziek en theater. Het weerspiegelde de hoop die het anarchistische gedachtengoed had voor het proletariaat.

Ondanks de oproep vanuit het proletariaat voor betere sociaaleconomische omstandigheden bloeide de economie. De overheid besloot vanwege de economische voorspoed niet in het marktwezen in te grijpen. De sociale omstandigheden waren

erbarmelijk en de salarissen van de arbeiders bleven laag. Dit was het laatste zetje dat het anarchisme in Argentinië nodig had om tot wasdom te komen. In 1891 werd de FOA opgericht, de Federación Obrero Argentina. Dit was de eerste grote organisatie waarin anarchisten verenigd werden als pressiegroep voor sociaaleconomische doeleinden. Het radicale karakter van het anarchisme sloot goed aan op de revolutionaire wil van de Argentijnen, waardoor geweld tegen de gevestigde orde gelegitimeerd kon worden. 31

Ook in Spanje begonnen arbeiders aan het einde van de 19de eeuw de anarchistische ideeën

te omarmen. Er was in Spanje sprake van politieke instabiliteit vanwege de corrupte politici en een groeiende kloof tussen de bourgeoisie en het proletariaat.32 De opkomende

industrialisatie en urbanisatie gaf stof tot nadenken over de plek van de arbeider in de toekomstige maatschappij. In de visie van de arbeiders moest er meer sociale- en economische gelijkheid komen. De arbeiders hadden met name oog voor waarden als individuele vrijheid, gelijkheid, sociale wetgeving en volwaardig burgerschap.33 Er was geen

29 Moya, ‘El anarquismo Argentino y el liderazgo Español’, 362.

30 IISG, Archief Max Nettlau, inv. nr. 1922, Manifiesto de protesta contra los alarmistas, legajo Argentina, 1895. 31 I. Oved, El anarquismo y el movimiento obrero en Argentina (Mexico-stad, 1978), 20-21;

A. Gómez-Muller, Anarquismo y anarcosindicalismo en América Latina (Medellín, 2009), 181; Munck, Argentina: From Anarchism to Peronism, 29, 31-32.

32 J. Baer, Anarchist Inmigrants in Spain and Argentina (Chicago, 2015), 15, 19.

33 A. Dalman, ‘El arraigo territorial de la ‘idea. El caso de los anarquistas de igualada’ in Historia Social 68, 153-154;

C. Alfín, ‘Anarquismo y Protestantismo. Reflexiones sobre un viejo argumento’ in Studia Historica: Historia

(19)

uitzicht op hogere salarissen, of een structurele aanpak om armoede te bestrijden of de slechte woon-, leef- en werkomstandigheden aan te pakken. De overheid begon repressieve maatregelen in te zetten om de groei van de anarchistische achterban in te dammen. 34

De groeiende waardering voor het anarchistische ideaal blijkt uit aanmeldingen van verschillende bewegingen. Als antwoord op de maatregelen van de overheid probeerden de verenigingen zelf meer aanhang te vergaren door de uitgave van propagandistische kranten en pamfletten. De gewone burger kon weliswaar niet lezen, maar door circulatie van

geruchten over het groeiende aantal anarchisten besloten velen zich toch aan te melden. De anarchistische lobby in Spanje groeide gestaag richting het begin van de 20ste eeuw. De

Spaanse overheid hield deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Politieke maatregelen gericht tegen anarchisten moesten voorkomen dat er grote opstanden of stakingen zouden plaatsvinden. De sociale bewegingen werden onder de duim gehouden, met als doel dat het anarchisme in Spanje geen ruimte kreeg om verder te groeien.35

De invloed van Antonio Pellicer bij de oprichting van de FORA

De eerste grote anarchistische organisatie in Argentinië Federación Obrera Argentina (FOA) was geen lang bestaan beschoren. Interne ruzies over de te varen koers waren daarvan de oorzaak. Tijdens stakingen en protestmarsen in 1900 en 1901 werd duidelijk dat niet alle deelnemers van de acties dezelfde wensen en behoeften hadden, waardoor de activiteiten en de anarchistische lobby zelf kracht en aanzien verloren. Het interne gesteggel betrof de vraag welke vorm het beste aansloot op de wil en behoeften van de arbeiders in Argentinië: het communisme of het anarchisme. Dit hing samen met de bereidheid van arbeiders om geweld te gebruiken of vandalistische acties te plegen. Bovendien stuitten veel anarchisten op de samenwerking tussen de FOA en socialistische partij PSO. Politici waren de

tegenstanders van de anarchist, waardoor het voor hen niet wenselijk was om met de vijand samen te werken.36

In 1904 besloot de FOA een doorstart te maken als FORA, de Federación Obrero Regional de Argentina. De FORA werd de nieuwe equivalent van de FOA en moest vooral gaan dienen als organisatie die solidariteit binnen de anarchistische lobby zou creëren. De 34 J. Felipe-Redondo, ‘Worker Resistance to Social Reform and the Rise of Anarchism in Spain,1880-1920’ in

Critical Historical Studies 1:2, 263-264.

35 Dalman, ‘El arraigo territorial de la ‘idea’, 157-158. 36 Munck, From Anarchism to Peronism, 49-54.

(20)

nieuwe partij verbrak alle banden met de Argentijnse politiek. Daarnaast werd vanuit de organisatie zelf gepleit voor autonomie van de arbeiders, educatie en zelfemancipatie van de leden, het stimuleren van etnische diversiteit en de roep om revolutionaire tradities, zoals stakingen, levend te houden. De FORA moest een actieve rol gaan spelen in de samenleving voor de werving van nieuwe leden, maar ook binnen de anarchistische stroming zelf voor een goede sturing van de anarchisten. 37

Dit hield in dat de FORA intern veel werkzaamheden op zich nam om anarchisten te scholen en kritisch te laten kijken naar de werking van de Argentijnse samenleving, maar ook om actief stelling te nemen tegen de staat door middel van directe acties, stakingen en campagnes. De FORA werd een grote organisatie door de aanmelding van vele arbeiders van veel verschillende beroepsgroepen die zich met name hadden gevestigd in Buenos Aires. Door de aanwezigheid van een grote haven, fabrieken, kleine industrieën en ambachten werd de FORA een organisatie met een zeer gemêleerde en breed gedragen achterban. Daarnaast konden anarchistische ideeën op veel steun rekenen van een groot deel van de Argentijnse arbeiders doordat het staatsapparaat enigszins onderontwikkeld en

gedecentraliseerd was. Zodoende bestond er daadwerkelijk ruimte om de staat te ondermijnen.38

De FORA ontwikkelde zich tot de grootste anarchistische partij van Argentinië en kan gezien worden als meest radicale partij binnen het anarchistische bestel doordat de

beweging weigerde samen te werken met arbeidersvakbonden. Arbeidersvakbonden werkten meestal samen met de overheid en de FORA wilde juist onafhankelijk opereren. Bovendien fungeerde het weigeren van enig contact met de overheid als krachtig en symbolisch statement. Als gevolg van dit besluit besloten ook veel militante en radicale anarchisten zich bij de FORA aan te sluiten. Het Argentijnse anarchisme begon zich te steeds verder te ontwikkelen doordat er naast de massaorganisatie ook kleine onafhankelijke anarchistische en anarchosyndicalistische bewegingen werden opgericht. Dit waren meestal one-issue bewegingen. Het Argentijnse anarchisme in de vroege 20ste eeuw werd gekenmerkt

37

G. de Laforcade, “Memories and temporalities of anarchist resistance: Community traditions, labor insurgencies, and argentine shipyard workers, early 1900s to late 1950s” in De Laforcade, Shafer, In defiance of

boundaries: Anarchism in Latin American History (Miami, 2015), 186.

(21)

door een creatief spanningsveld tussen eigenzinnige kleine bewegingen, niet-hiërarchische organisaties en de anarchistische organisaties voor de massa.39

Een uniek kenmerk van de FORA was de ‘open’ en gedecentraliseerde

organisatiestructuur. De grote vraag bij anarchistische bewegingen is hoe anarchisten een vereniging kunnen laten functioneren zonder dat leden een bepaalde hiërarchie aanbrengen op basis van het verkrijgen van verantwoordelijkheden of extra bevoegdheden. Het

uitgangspunt binnen deze structuur was de persoonlijke ontwikkeling van ieder individu. De FORA werd gepresenteerd als een bottom-up organisatie waarin ieder lid als individu een autonome en belangrijke rol moest vervullen in naam van het collectief.40

Voor de oprichting van de FORA was de grote vraag hoe de grote groep anarchisten zich moest organiseren om een vuist te kunnen maken tegen de gevestigde orde. De oplossing voor dit vraagstuk werd gegeven door de geleerde anarchist Antonio ‘Pellicer’ Paraire. Ondanks zijn Spaanse afkomst bracht Pellicer zijn leven vooral door in Latijns-Amerika. Vanaf 1891 woonde hij in Buenos Aires en zag hij hoe de anarchisten zoekende waren naar de vorming van een organisatie. Pellicer besloot zich in het vraagstuk te mengen en publiceerde een serie van twaalf artikelen genaamd ‘de vereniging van arbeiders’. Acties, stakingen en aandacht voor sociale maatschappelijke vraagstukken konden in Pellicers ogen veel meer bereiken, mits er een goed doordacht plan achter bestond. Hij schreef over het ontstaan van een grote beweging, die niet alleen moest dienen als simpel

verdedigingsmechanisme van de arbeiders en boeren tegen de overheid en bourgeoisie, maar die het proletariaat in staat moest stellen de traditionele privileges te beëindigen met als doel de vorming van een nieuwe sociale orde.41 De strekking van zijn artikelen bestond uit

vijf speerpunten waaraan de nieuw te vormen organisatie moest voldoen om succesvol te kunnen worden. De vijf punten uit zijn protocol bedroegen het verbeteren van de

arbeidsomstandigheden, het bieden van wederzijdse hulp tussen anarchistische

verenigingen onderling, het bieden van educatie en recreatie, het uitdragen van solidariteit aan alle arbeidersverenigingen met gelijkwaardige doelstellingen en het bundelen van alle krachten voor sociale vrijheden van het individu.42

39 Baer, Anarchist Inmigrants in Spain and Argentina, 82-84. 40 Chatterton, ‘Making autonomous geographies’, 548. 41 Idem, 61-63.

42 G. Nicolas Contreras et al., La clase obrera y el centenario 1910: trabajos de investigación (Buenos Aires, 2011), 39, 42-43.

(22)

De punten uit het protocol van Pellicer waren geschreven als aanbeveling voor de vorming van een succesvolle anarchistische organisatie. Opmerkelijk is echter wel dat Pellicer in zijn artikelen vooral refereert aan de situatie van arbeiders in Spanje. In Spanje was Pellicer zelf betrokken bij de oprichting van de Federación de Trabajadores de la Región Española (FTRE). Pellicer verwees in zijn geschriften veelvuldig naar praktijkervaringen in Spanje. Ondanks dat Pellicer al geruime tijd in verschillende landen in Latijns-Amerika woonde, waarvan negen jaar in Argentinië, verwijst Pellicer in zijn artikelen naar de situatie waarin zijn gedachtengoed ideologisch werd beïnvloed. Aanvankelijk bestond er kritiek op de

beleidspunten van Pellicer, aangezien ze in eerste instantie te mild werden bevonden en omdat er een Spaanse invalshoek voor de plannen bestond. Desondanks zagen Argentijnse anarchisten na het debacle met de FOA in dat zijn aanbevelingen waardevol konden zijn voor de doorstart van de FOA. Zodoende werd bepaald dat de speerpunten van Pellicer als leidraad van de FORA zouden fungeren.43

De algemene taak van de FORA als massaorganisatie was het aansturen van (landelijke) activiteiten en protesten van anarchisten, het verspreiden van informatie via pamfletten en de vakbondskrant La Protesta en het bieden van scholing aan arbeiders in lezen, schrijven en theoretische kennis van het anarchisme. Het organisatorische succes van de FORA was vooral te danken aan het ontbreken van een andere beweging die in opstand kwam tegen corrupt overheidsbeleid en de invloed van de bourgeoisie. Arbeiders en boeren sloegen de handen gezamenlijk ineen om tegen dit onrecht in opstand te komen.44 Het

besturen van deze activiteiten gebeurde tijdens bijeenkomsten van afgevaardigden van beroepsgroepen, zogenoemde vakbondsafdelingen. Iedere beroepsgroep had democratisch verkozen vertegenwoordigers in een FORA-comité. Aangezien veel beroepssectoren binnen Argentinië bij de FORA waren aangesloten, bestond dit FORA-comité uit veel gekozen vertegenwoordigers. Deze afgevaardigden vormden samen het dagelijkse bestuur van de organisatie, maar hadden geen bevoorrechte positie. Zij moesten enkel de stem van de achterban laten horen en verdedigen bij het plannen of voorbereiden van activiteiten, informatievoorziening en agendering. De vertegenwoordigers functioneerden als spreekbuis voor de arbeiders. De dagelijkse leiding werd bijgestaan door anarchistische theoretici, om 43 I. Oved, ‘Influencia del anarquismo español sobre la formación del anarquismo argentino’, beschikbaar op de webpagina: http://www7.tau.ac.il/ojs/index.php/eial/article/view/1287/1313, geraadpleegd op 09-11-2018. 44 D. Abad de Santillán, LA FORA Ideología y trayectoria del movimiento obrero revolucionario en la Argentina (Buenos Aires, 1971), 17, 26.

(23)

nuancering aan te brengen binnen de agendering van de FORA en om activiteiten zo nodig aan te sturen conform het ‘juiste’ anarchistische gedachtengoed. De afgevaardigden in de dagelijkse leiding waren bekend met de behoeften, wensen en eisen van de achterban. Op basis hiervan werd een algemeen beleid uitgestippeld om activiteiten van de beweging te plannen. Er was een totale scheiding van de macht, aangezien de arbeiders als geheel de contolerende, wetgevende en uitvoerende macht vormden. De werkwijze, agendering en het functioneren van de leiding werd besproken en gewogen tijdens grote conferenties van de beweging, die werden georganiseerd wanneer daar vanuit de achterban vraag naar was. Wanneer er onvrede bestond over het functioneren van de organisatie of over de werkwijze van een individu, werd hiervoor op democratische wijze naar een oplossing gezocht. Deze congressen toonden aan dat de FORA als grootschalig collectief samen wist te werken, en om een signaal aan de Argentijnse politiek af te geven dat burgers zichzelf goed konden

vertegenwoordigen. 45

Inspiratie door Argentijnse kameraden

Ondanks de belangstelling en interesse voor het anarchistische gedachtengoed was er in Spanje rond de eeuwwisseling in 1900 nog geen daadkrachtige organisatie opgericht die kon bijdragen aan het voorbereiden van een revolutie tegen de Spaanse overheid. De lobby voor het vestigen van een sterke Spaanse anarchistische vereniging werd sterk beïnvloed door de gebeurtenissen van de Parijse Commune in het voorjaar van 1871. Parijs werd een bolwerk van vrije burgers die zich verzetten tegen de gevestigde orde, als gevolg van rigoureuze stadsvernieuwingsplannen, commercialisatie en uitbuiting door het kapitalistische systeem. Het proces, de ideeën en het functioneren van de commune waren het voorbeeld voor de oprichting van een succesvolle organisatie in Spanje. Rond 1900 bestonden er al wel enkele kleine anarchistische bewegingen zoals de FTRE en de Mano Negra (Zwarte Hand). De zwakte van deze organisaties lag niet zozeer in het ledental, maar vooral in het regionale karakter en het verschil in bereidheid tot het gebruik van geweld en radicale acties onder de leden. Hierdoor was er eerder sprake van grote verdeeldheid dan van solidariteit, waardoor men niet daadkrachtig op kon treden tegen de overheid. De gematigdere arbeidersvakbond Unión General de Trabajadores (UGT) vertegenwoordigde zo’n 15.000 leden en probeerde op een

45 Gómez-Muller, 189, 195-196, 213; Abad de Santillán, LA FORA, 66-67.

(24)

geweldloze manier te opereren, maar hierdoor ontbrak het de organisatie vaak aan daadkracht.46

Om een eenheid te smeden uit de verschillende arbeidersgroeperingen werd

geprobeerd contact te leggen met anarchistische bewegingen over de grens. Het contact met de Europese anarchisten bleek niet erg succesvol door de taalbarrière met Engelsen en Duitsers. Het contact met de Fransen was gevaarlijk, gezien de represailles gericht tegen anarchisten van de Parijse commune.47 Bovendien waren veel Europese anarchisten vanwege

de barre woon- en werkomstandigheden of vanwege de repressie van de staat geëmigreerd, met name naar de Verenigde staten of naar landen in Latijns-Amerika. Dit maakte het voor de Spanjaarden interessant om in de gaten te houden hoe het anarchisme zich aan de andere kant van de Atlantische Oceaan aan het ontwikkelen was. De

Argentijnse FORA wilde graag de speerpunten van Pellicer overbrengen naar andere landen. Niet alleen omdat men trots was op de manier waarop de organisatie functioneerde in de samenleving, maar ook om het anarchisme elders steun te bieden. De krant La Protesta werd ingezet als groot propagandamiddel voor omringende landen. Bovendien werd door de FORA binnen de Eerste Internationale, de reeds in 1864 opgerichte internationale

arbeidersassociatie, duidelijk naar voren gebracht dat de organisatie een superieure aanpak had, met een goedwerkende organisatiestructuur en veel interesse vanuit de lagere sociale klassen. Enkele anarchisten begonnen zich als uithangbord van de FORA te bemoeien met de organisatie van het anarchisme over de grens. Dit gold ook voor de organisatie van het Spaanse anarchisme bij de oprichting van de CNT. De transfer die zou ontstaan tussen Argentinië en Spanje is verklaarbaar, aangezien Pellicer zijn aanbevelingen vooral spiegelde aan de sociaaleconomische omstandigheden van de arbeiders in Spanje. 48

De oprichting van de CNT werd in 1908 al voorbereid. Het contact tussen anarchisten uit Argentinië en Spanje werd geïntensiveerd na een week in juli 1909, waarin opstanden van anarchisten hard werden neergeslagen door de autoriteiten. Deze semana trágica zorgde voor de nodige arrestaties van anarchisten. Als gevolg van een migratiestroom van

46 C. Levy, ‘Anarchism, Internationalism and Nationalism in Europe, 1860-1939’ in The Australian Journal of

Politics and History 50:3, 154-157.

47 J. Alvarez Junco, “Un anarquista español a comienzos del siglo XX: Pedro Vallina en París” in B. Hofmann et al., El anarquismo español y sus tradiciones culturales (Madrid, 1995), 13, 15-16.

48 F. Mintz, ‘El pensamiento de Santillán sobre la transformación económica revolucionaria, la guerra civil y la violencia’ in Revista Anthropos 138, beschikbaar op de webpagina:

(25)

anarchisten uit Spanje naar Argentinië en Uruguay ontstond een hechte connectie tussen de anarchisten onderling.49

In Europa bestonden nog geen anarchistische organisaties van massale omvang. De anarchistische achterban in Spanje had zich echter in korte tijd ontwikkeld tot de breedst gedragen anarchistische stroming van Europa. Internationaal gezien konden de Spaanse anarchisten zich in omvang alleen meten met de anarchistische lobby in Argentinië, waar de FORA zich inmiddels als stabiele massabeweging had ontpopt tegen de gevestigde orde. Als gevolg van wederzijdse contacten die waren ontstaan tussen Spaanse immigranten in

Argentinië werd in 1910 in Spanje de Confederación Nacional del Trabajo (CNT) opgericht. Bij het oprichten van de CNT werd geopperd dat de Spanjaarden zich aan de speerpunten van Pellicer moesten houden. Zijn aanbevelingen waren immers geschreven op basis van de sociaaleconomische situatie in Spanje. De Spanjaarden besloten zich verder te laten

inspireren door de organisatiestructuur van de FORA, gezien het succes van de vereniging in Argentinië. Bovendien was de aanwezigheid van Spanjaarden binnen de gelederen van de FORA een belangrijke reden om de Spaanse kameraden te steunen. De bereidheid tot hulp vanuit Argentinië is sindsdien altijd groot geweest.50

In de bestaande literatuur wordt nauwelijks uitsluitsel gegeven hoe de Spaanse CNT tot stand is gekomen aan de hand van beïnvloeding van Argentijns gedachtengoed. Het valt op dat in literatuur van Spaanse historici betreffende de oprichting van de CNT amper

aandacht wordt besteed aan de speerpunten van Pellicer. Daarnaast wordt de oprichting van de CNT in enkele bronnen beschreven zonder de aanwezigheid van Argentijnen in Barcelona te vermelden.51 Desondanks kan gesteld worden dat de geschriften van Pellicer zeer

belangrijk waren voor de transfer van organisatorische kennis van Argentinië naar de zusterbeweging in Spanje. Ondanks dat zijn geschriften algemene beleidspunten waren, vormden deze punten de belangrijkste pijlers waarop de overdracht van kennis en informatie 49 C. Sanz, La CNT en pie – Fundación y consolidación anarcosindicalista 1910-1931 (Madrid, 2012), 17; Baer, “The FACA and the FAI: Argentine Anarchists and the Revolution in Spain, 1930-1939” in De Laforcade, G. en Shafer, K., In defiance of boundaries: Anarchism in Latin American History (Miami, 2015), 97-98.

50 A. Elorza, “Utopía y revolución en el movimiento anarquista español” in B. Hofmann et al., El anarquismo

español y sus tradiciones culturales (Madrid, 1995) 86-88;

P. Perez et al., “The cultural practice of Argentinean anarchism: the Buenos Aires Biblioteca Archivo de Estudios Libertarios (1995-2005) and the CNT-FAI's Instituto de Documentacion Social (1938)” in Anarchist

Studies 15:1, 66-67.

51 Zoals Robert J. Alexander in zijn The Anarchists in the Spanish Civil War volume I (1998), S.J. Brademas,

Revolution and Social Revolution: A contribution to the history of the anarcho-sindicalist movement in Spain 1930- 1937 (1953) en C. Sanz, La CNT en pie (2012).

(26)

gebaseerd was. De algemene beleidspunten van Pellicer werden uiteindelijk alleen bij de organisaties in Argentinië en Spanje geïncorporeerd. Het is aannemelijk dat de situatie-gebonden aanbevelingen voor Argentinië en Spanje door Pellicer daar de oorzaak van zijn. De beleidspunten vormen uiteindelijk de bijzondere anarchistische connectie tussen Argentinië en Spanje.52

Op dit moment is de relatie tussen de FORA en CNT nog onvoldoende belicht. Dat is opvallend, aangezien leden van de FORA en het functioneren van de organisatie zelf een belangrijke impact hebben gehad op de ontwikkeling van de CNT als zusterbeweging in Spanje. Om te begrijpen waarom de Argentijnen en Spanjaarden zoveel met elkaar in contact stonden en veel informatie en kennis deelden is het belangrijk om het ontstaan van de CNT te behandelen aan de hand van de werkwijze van de FORA. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van een vergelijking op basis van de beleidspunten van Pellicer.

Functioneren van CNT onder de loep

Het eerste wat opvalt in de naam van de CNT als organisatie is het woord ‘confederatie’. De beweging was een confederatie, bestaande uit regionale federaties van arbeidsvakbonden. Er lag grote nadruk op een decentrale werking van de autonome regiobesturen van de CNT. Niet overal waren werkomstandigheden en belangen van de arbeiders immers hetzelfde. De arbeiders op de werkvloer kozen hun afgevaardigden in de regionale53 CNT-besturen. Deze

autonome aansturende comités vielen op hun beurt onder de supervisie van een gecentraliseerde werkgroep, dat de algemene gang van zaken van de confederatie controleerde en waar nodig aanstuurde. Dit centrale administratieve comité bestond uit afgevaardigden uit alle regionale besturen, aangevuld met de belangrijkste theoretici en activisten. De Spaanse CNT werd, net zoals de Argentijnse FORA, gekenmerkt door een open organisatiestructuur waardoor de arbeiders via hun stem op afgevaardigden hun stem luid en duidelijk konden horen. Een nadeel van deze structuur was echter wel dat er gemakkelijk onenigheid op kon treden door de verschillende belangen op regionaal gebied. Hierdoor bestond de kans dat de algemene koers van de CNT werd ondermijnd door de eigen

aanhang. Het algemene comité werd gevestigd in Barcelona, dat zich later zou ontpoppen als hoofdkwartier van het Spaanse anarchisme. De werking van de organisatie was voornamelijk 52 R. Graham, We do not fear Anarchy – We invoke it. The First International and the origins of the Anarchist

Movement (Chico, 2015), 252.

(27)

afhankelijk van de afgevaardigden van de regionale comités, de nationale administratieve werkgroep én redacteurs van de krant Tierra y Libertad.54

Binnen de CNT werd goed gekeken naar de bottom-up structuur die in Argentinië werd gehanteerd. De Spanjaarden zagen namelijk de voordelen in van een sterke, breed gedragen en stabiele organisatie, zoals de Argentijnen die ook hadden gecreëerd. Anarchisten elders in Europa gaven echter de voorkeur aan kleinere bewegingen om

repressie en tegenwerking van de staat te omzeilen. Dit is een reden waarom de Spanjaarden hun aandacht eigenlijk nauwelijks meer richtten op de Europese kameraden en inspiratie liever opdeden bij de Argentijnen.55 De grote groep anarchisten zou niets kunnen bereiken

zonder duidelijke ordening van activiteiten en een goede organisatiestructuur. Bovendien begonnen schrijvers van de kranten La Protesta uit Argentinië en Tierra y Libertad uit Spanje steeds meer artikelen uit te wisselen en samen te werken. Het enthousiasme voor het anarchisme in elkaars landen zorgde ervoor dat anarchisten graag op de hoogte bleven van de laatste politieke en culturele ontwikkelingen. Via deze wijze werd het enthousiasme vastgehouden en zocht men gezamenlijk naar een betere internationale

informatievoorziening en een grotere achterban.56

Naast de bestuurlijke en organisatorische elementen die de Spanjaarden kopieerden werd dat ook gedaan met de educatieve programma’s om de eigen achterban te scholen. De meeste arbeiders en leden van de arbeidersvakbonden waren analfabeet. Om deze groep makkelijker te bereiken door middel van de propagandistische vakbondskranten en om hen bovendien belangrijke algemene kennis op te laten doen werden lesprogramma’s opgesteld en aangeboden aan leden. De lessen konden gelden als uitlaatklep voor sociale

omstandigheden of als ontspanning en training voor de hersenen, maar bovenal als voorbereiding op de toekomstige sociale revolutie. Alle arbeiders moesten hun steentje bijdragen aan de strijd tegen het gezag, en een goed voorbereid mens telt voor twee. 54 S.J. Brademas, Revolution and Social Revolution: A Contribution tot he History of the Anarcho-Syndicalist

Movement in Spain: 1930-1937 (Oxford, 1953), 15-17;

Functioneren van de CNT, beschikbaar op de webpagina: http://www.cnt.es/%C2%BFcomo-funciona-el-sindicato, geraadpleegd 08-05-2018;

Hoe het overkoepelend comité van de CNT opereert, beschikbaar op de webpagina: http://www.cnt.es/ %C2%BFque-es-el-comite-del-sindicato, geraadpleegd 08-05-2018;

Restricties van de CNT-comités, op de webpagina: http://www.cnt.es/las-limitaciones-de-los-comites-en-la-cnt, geraadpleegd 08-05-2018.

55 Kossmann, Anarchisme, een miskende stroming?, 26-27.

56 F. Mintz, ‘El pensamiento de Santillán’, beschikbaar op de webpagina: : http://www.fondation-besnard.org/spip.php?article58&lang=nl, geraadpleegd op 26-09-2018.

(28)

Educatieve programma’s vormen in theorie de basis van een goede ontwikkeling van rationele vermogens. De anarchisten hamerden onderling op zelfsturing van het individu, met als wijze les dat men niet zomaar alles van een ander aan hoefde te nemen. Bovendien kon het individu bij het eventueel uitbreken van een sociale revolutie zichzelf bedruipen door het ondernemen van directe actie. De lessen van de CNT waren niet alleen gericht op de emancipatie en persoonlijke ontwikkeling van de individuele arbeider, maar bovenal op het creëren van een collectieve identiteit.57

Een belangrijk verschil tussen de Argentijnen en Spanjaarden was de samenwerking tussen de anarchisten en arbeidersvakbonden. De arbeidersvakbonden stonden in contact met de overheid om zo gunstig mogelijke arbeidsomstandigheden- en voorwaarden te scheppen voor de arbeiders. Dit is een belangrijk verschil, aangezien de anarchistische stroming in Spanje in de literatuur vaak wordt aangeduid als anarchosyndicalisme. Hiermee wordt bedoeld dat de Spaanse anarchisten als organisatievorm voor vakbonden kozen. Er was een vorm van samenwerking met de staat en de werkgevers. Deze manier van werken verschilde van de onafhankelijke wijze waarop de anarchisten in Argentinië opereerden. De Spaanse anarchisten waren ervan overtuigd hun idealen beter bereikt konden worden via een indirecte samenwerking met de Spaanse staat. Bovendien vreesden de Spaanse

anarchisten een verbod op hun werkzaamheden wanneer zij niet in deze constructie zouden opereren, gezien de angst van Spaanse staat ten opzichte van anarchistische activiteiten. In Argentinië bestond de mogelijkheid wel om te opereren los van arbeidsvakbonden, waardoor de FORA de voorkeur had om zo onafhankelijk mogelijk van de staat te kunnen werken.58

De ontwikkelingen tijdens de periode 1870-1915 hebben geleid tot een zichtbare transfer op organisatorisch gebied. De Spanjaarden hebben zich bij de vorming van de CNT duidelijk laten inspireren door organisatie van de FORA, vooral wat betreft de decentrale werkwijze en een centraal overkoepelend orgaan. De vijf speerpunten van Pellicer vormen een mooi kader om te herleiden welke invloed de Argentijnen uiteindelijk hebben gehad op de werking en de idealen van de CNT, aangezien dit goed laat zien welke invloed de

Argentijnse FORA had op het functioneren van de zusterbeweging in Spanje en bovendien 57 D. Barrancos, ‘Anarquismo, educación y costumbres en la Argentina de principios de siglo (Buenos Aires, 1990), 53-55, 150-152;

E. Collelldemont en C. Vilanou, Inhabiting culture: Spanish anarchist’s vision of cultural learning’ in

Paedagogica Historica: International Journal of the History of Education 53:3, 229-232;

M.A. Ackelsberg, ‘Anarchist Revolution and women’s liberation’ in Society 25:2, 29-30. 58 Baer, Anarchist immigrants, 81.

(29)

hoe de transfer in Spanje tot uiting kwam. Duidelijk is dat de CNT zich wat betreft het punt van educatie en recreatie vasthield aan de vereisten van Pellicer.

Hoofdstuk II – Ideologische zuivering binnen de anarchistische

beweging als antwoord op opkomend nationalisme en

overheidsrepressie

Het belang van de beïnvloeding tijdens de periode 1920 – 1934 bedroeg voornamelijk de herleving van het anarchistische sentiment door de mondiale gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. Het anarchistische beweging had zowel in Argentinië als Spanje te maken gekregen met opkomend nationalisme en steeds meer repressie van de overheid. Bovendien was er in Spanje sprake van een gecompliceerde politieke situatie, belichaamd door de abdicatie van het koningshuis, het mislukte dictatorschap van Primo de Rivera en tot slot het uitroepen van de Spaanse Republiek in 1931.

(30)

vuur levend werd gehouden in beide landen. De FORA en de CNT hadden aanhang verloren. De situatie vroeg om een nieuwe aanpak. Door de visie van Bakoenin weer centraal te stellen zou het aantrekkelijk worden om zich bij de anarchisten aan te sluiten. Een manifest

opgesteld door Diego Abad de Santillán moest ervoor zorgen dat de organisaties zich op basis van een nieuwe insteek volgens de speerpunten van Pellicer zouden herpakken. Door dit statement kwamen echter niet de gewenste verbeteringen binnen de bestaande

organisaties tot stand, maar werd in Spanje besloten een geheel nieuwe organisatie op te richten, die moest zorgen voor nieuwe motivatie onder de anarchisten. De Federación Anarquista Ibérica (FAI) werd een succes, en als gevolg besloot men ook in Argentinië een nieuwe organisatie te starten, de Federación Anarco-Comunista de Argentina (FACA). Het ontstaan van deze bewegingen laat een wederzijdse transfer zien waarin het succes van de FAI in Spanje impliciet leidde tot de totstandkoming van de FACA in Argentinië.

Ideologische zuivering

De anarchistische CNT was begin 1920 de grootste arbeidersvakbond van Spanje, met zo’n 800.000 leden. Het ledenaantal groeide bovendien nog steeds door toedoen van de politieke situatie in Spanje. Hoge inflatie en lage salarissen waren de norm. De CNT had zich in zijn eerste tien jaar als organisatie ontwikkeld tot een stabiele beweging die populairder was dan sympathiserende groeperingen en andere vakbonden. Houvast aan de speerpunten van Pellicer zorgde ervoor dat de CNT zich onderscheidde door middel van goede

informatieverstrekking, massamobilisatie en slagvaardigheid van acties. Vooral de revolutionaire taal in kranten en op pamfletten sprak de mensen aan, net als de manier waarop de ideeën werden omgezet in acties en radicaal gedrag ten opzichte van de staat. De repressie van de staat nam toe tegen leden van de CNT omdat de Spaanse staat vooral wilde voorkomen dat de arbeidersvakbond nog verder zou groeien. Het land werd gedurende de jaren ’20 gekenmerkt door verdeeldheid, toenemend geweld van arbeiders en instabiliteit van de Spaanse staat.59

Na de Eerste Wereldoorlog was de politieke situatie in Spanje onzeker en de

machteloze houding van Koning Alfons XIII leidde tot de roep om één sterke leider die Spanje moest moderniseren, de economische situatie moest verbeteren en meer eenheid moest aanbrengen binnen de verschillende groeperingen. Bovendien waren regionale en

(31)

nationalistische gevoelens steeds meer de boventoon gaan voeren in de maatschappij.60 Dit

zou passen in een Europese trend, gezien de opkomst van dictatoriale regimes in Italië, Hongarije, Griekenland en buurland Portugal. Met name de opkomst van Mussolini in Italië was belangrijk voor de gebeurtenissen in Spanje. Gezien de ernst van de socio-economische situatie bij het volk kon de Falangist Primo de Rivera gemakkelijk de macht grijpen en zich als dictator gaan gedragen. Hij zou de Mussolini van Spanje moeten worden.61

Door de radicalere koers van de CNT als antwoord op de repressie van de Spaanse politie en Guardia Civil besloot Primo de Rivera de CNT in zijn geheel te verbieden. Hij sloot wel een overeenkomst met de gematigder vakbond UGT om zodoende toch in direct contact te staan met de arbeidersklasse.62 De CNT werd ondergronds gedreven door de

illegaliteitsverklaring van Primo de Rivera. De dagelijkse bezigheden van de organisatie moest verborgen blijven. De krantenpersen van de vakbondskrant Tierra y Libertad stopten niet en bovendien werden er nog steeds clandestiene acties gepland en uitgevoerd. Toch koos een groep anarchisten ervoor Spanje te verlaten. Zij vonden de repressie van de staat ten opzichte van de CNT buitensporig geworden en wilden niet hun leven riskeren voor het anarchisme. De beweging moest pas op de plaats maken en reorganiseren. Tijdens dit proces werd de CNT verzocht om samen te werken met de UGT en de Socialistische partij. Wanneer de verenigingen met elkaar in zee zouden gaan zou de fusiebeweging meer dan twee miljoen leden hebben. Bovendien zouden deze mensen worden vertegenwoordigd in de politiek door de Socialistische Partij, alhoewel de politieke partijen gedurende het mandaat van Primo de Rivera geen grote invloed hadden.63

De CNT legde de fusieplannen uiteindelijk naast zich neer. Er was binnen de

organisatie veel kritiek op een dergelijke samenwerking. De samenwerking met de UGT zou mogelijk problemen opleveren aangezien de UGT minder radicaal was, maar bovenal moest directe samenwerking met een politieke partij uitgesloten worden. Deze uitkomst stond echter niet op voorhand vast. Veel anarchisten waren bang voor de overheidsrepressie en waren daarom bereid in te stemmen met het voorstel, maar onder invloed van de

60 Ibidem,58-59, 61.

61 A. Quiroga, Making Spaniards. Primo de Rivera and the Nationalization of the Masses, 1923-30 (New York, 2007), 1;

A. Smith, ‘The Catalan Counter-Revolutionary coalition and the Primo de Rivera coup, 1917-1923’ in European

History Quarterly 37:1, 18-19.

62 Smith, 18-19.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Parallel to the last project, we envisioned such a biaryl- functionalized core to be a promising candidate for developing the first bis-phosphine ligand based on

Vooral hoogproductieve koeien zijn veelal niet in staat om voldoende extra ruwvoer op te nemen om de conditie op peil te houden.. Wellicht door het jaarrond ver- strekken van

• Richt de meter verticaal omhoog op de lampen en houdt de meter waterpas (zoveel mogelijk) • Eventueel kan de lichtmeter op een plukkar gemonteerd zijn (let op waterpas

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

If the firm has a high quality of disclosure of integrated reporting and has invested in both the internal and external controls, the audit fees will be higher, regardless the

The decision is argued to move away from the fact that the LOSC Parties have ‘moved decisively away from the freedom (…) not to be subject in advance to dispute

Op grond van deze overwegingen wordt aangenomen dat in de situatie waarin de stikstof vrijkomt door mineralisatie van organische stof en er nagewassen geteeld worden er

translation task by Spanish immigrants in Germany'. 'Improving students' reading comprehension by means of strategy instruction'. 'Natural sequence in child second