Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
CONJUNCTIVITIS:
ACUTE INFECTIE
• Klinische aspecten en commentaren
o Rood oog (unilateraal), purulente of mucopurulente afscheiding, overvloedige traanproductie en chemosis.
o Vaak geassocieerd met systemische infecties (van de bovenste luchtwegen).
o Topische fluoroquinolones mogen alleen worden toegediend aan patiënten met ernstige conjunctivitis.
o Chronische conjunctivitis: meestal een niet infectieuze, auto-immuun ziekte (droog oog) die geen antibio-therapie vergt.
• Betrokken pathogenen o Staphylococcus aureus.
o Streptococcus pneumoniae.
o Haemophilus influenzae.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes en standaard posologieën.
Tobramycine [topische applicatie van 0,3% oogdruppels in de conjunctivale zak van het geïnfecteer-de oog (1 tot 2 druppels q4h bij patiënten met milgeïnfecteer-de of matige pathologie en 2 druppels q1h bij pa-tiënten met ernstige pathologie)].
Chloortetracycline [topische applicatie van 1 cm van 1% zalf q2h (aan de binnenzijde van het onder-ste lid van het geïnfecteerde oog)].