• No results found

Rijendunners : verslag van de bietendundemonstratie in Zeeuws - Vlaanderen in voorjaar 1957

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rijendunners : verslag van de bietendundemonstratie in Zeeuws - Vlaanderen in voorjaar 1957"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MLZjL T U U T V O O R L A N D B O U W T E C H N I E K E N R A T I O N A L I S A T I E W A G E N I N G E N GESTENCILDE MEDEDELINGEN JAARGANG 1957 no. 3 R I J S N r > U N H E E S

Versla g van <ie 'bietendundemonstratie in Zeeuws-Vl aander er. in voer.jaar 1957«

Beschouwingen over enkele typen rijendunners door

E. Strooker

Prijs; f. 0.25

(2)

E I J E N B TJ N N E E S

Verslag van de bietendundemcnatratie i n Zeeuws-Vlaanderen i n voorjaar 1957»

Beschouwingen over enkele typen rijendunners

door

E . Strooker

(3)

V o o r w o o r d

Het opeenzetten en wieden van bieten vormt één van de weinige arbeidstoppen op het landbouwbedrijf, die door mechanisatie nog

slechts gedeeltelijk kan 'worden weggewerkt. De meeste werktuigen, die i n ons land t o t nu toe aan de noodzaak t o t het verminderen van de benodigde arbeid voor het verplegen van bieten tegemoet komen, zjjïi technisch i n een eindstadium van ontwikkeling. Zij zijn i n d i t verslag beschreven»

Wat de boer ermee bereikt hangt af van de omstandigheden waaronder moet worden gewerkt en da aandacht; die aan het a f s t e l l e n

van het werktuig en het werk zelf wordt besteed. Voor beide punten i s getracht enkele richtlijnen t e geven.

Met deze publikatie hopen we bij t e dragen t o t een verantwoorde aanschaffing en een zo nuttig mogelijk gebruik van "rijendunners" } die behalve t o t arbeidsbesparing kunnen leiden t o t

het vergemakkelijken van het werk voor opéénzetten van bieten.

I r . H.H. Postuma

I n s t i t u u t voor Landbouwtechniek jn Rationalisatie

(4)

Inleiding.

Op i n i t i a t i e f van de Stichting t e r bevordering van het landbouwkundig ondersoek i n Zeeuwsch-Vlaanderen werd op 2 mei 1957 een t o t dan toe voor Nederland unieke- voorjaarsdemonstratie gehouden met rijendunmachines „

De organisatie berustte bij de Landbouwstudie clubs i n Zeeuwsch-Vlaanderen i n samenwerking met;

Rijks landbouw voor l i e htingsdi ens t i n Ze euws cb- Vlaanderen * Algemene Technische Commissie van het Landbouwschap,

I n s t i t u u t voor Rationele Suikerproductie te Bergen op Zoom?

Rijkalandbouwconsulentschap voor Landbouwwerktuigen te Wageningen, I n s t i t u u t voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wageningen.

Een perceel suikerbieten van 10 ha was beschikbaar gesteld door de heer A. Ramondt te S l u i s k i l . '

De grond ?relke 357° afslibbare delen-bevatte was einde

september 1956 t o t een diepte van 22 cm'geploegd. Vóór de winter (november) werd de geploegde grond onder droge omstandigheden met een kromtandegge met 19 cm lange tanden bewerkt, waardoor een vlakke ligging werd v e r ­ kregen.

Voor het zaaiklaar .maken werd het perceel op 14 maart 1957 bewerkt met een Krebbekx sleepegge op de korte tanden, waarachter twee ijzeren sleepstangen waren bevestigd. Daarachter was nog een onkruidegge met de tanden omhoog aangespannen» .Eenzelfde bewerking, dwars .op de rij-ri-chting van de vorige, werd nogmaals uitgevoerd op de dag van .zaaien. De onkruidegge werkte toen evenwel op de tanden.

Ma deze bewerkingen lag de grond vlak, met een mulle toplaag van 2 - 2jr cm.

Gezaaid werd i n twee .gedeelten (zie schema) met een 5 m trekker-nokkenradzaaimachine 5 met sleepijzers achter elke zaaipijp. De rijenafstand . bedroeg 43 cm.

Perceel I werd op 23 maart gezand naar een hoeveelheid van 20 kg Hilleshög R polyploïde zaad per ha; perceel I I op 15 maart naar 9 kg Zwaanesse Monogerm zaad per ha.

Enkele dagen voor de opkomst werd gerold met een Cambridgerol. De opkomst van beide percelen was gelijkmatig. Voor de demonstratie werd éénmaal met de trekker geschoffeld, gecombineerd met een bewerking met een rij en dunner met verende tanden. Hierbij werden de demonstratiepercelen van Hudson en Sieling door deze machines bewerkt; de overige door Vicon.

Ha deze bewerkingen was e r een regelmatig verdeelde stand, met 30?° bieten bevattende duimen (bbd) waarvan 3~5f° eenlingen op perceel I

(Hilleshög R poly) en 26fo bbd, waarvan 62fo éénlingen op perceel I I (Zwaanesse M-zaad).

(5)

Aan de démonstrateurs was vóór de beoordeling opgegeven welke de gemiddelde stand, uitgedrukt i n bbd en r e s u l t a a t van 1 2 tellingen,van hun blok was.

Zij kregen de opdracht de gegeven stand terug t e brengen t o t 15-18'^ bbd en moesten dus gemiddeld i n perceel I en I I resp. 43 en 35^ dunnen. Iedere deelnemer was dus i n de gelegenheid zijn machine daarop i n t e s t e l l e n alvorens zich aan beoordeling te onderwerpen.

De beoordeelde machines- konden worden verdeeld i n , drie

groepen; . •

1 . Machines met ronddraaiende werkende delen, aangedreven door loopwielen (zondunners)„

Hudson, Ferguson en Bewa.

2. Machines met heen- en weerbewegende werkende delen, aangedreven door de "normale" afta'kas van de trekker (slingerdunners) »

Vicon, Subex, Sieling Patent.

3 . Kleine "zelfrijdende" machine met heen- en weer bewegende werkende delen, aangedreven via V-snaar overbrenging door de motor, die tevens zorgt voor de voortbeweging, van Loo.

De beoordeling gebeurde op de dag vóór de demonstratie; de beoordelingscommissie bestond u i t de volgende personen^

I r . J . Jorritsma, landbouwkundige I . R . S . , Bergen op Zoom. U.D. Kalverkamp, medewerker R.L.C. Landbouwwerktuigen, Wageningen.

A. v . d . Voorde , landbouwer, IJzendijke .

S . J . van Langeraad, landbouwer. Kamperland.

E. Strooker, onderzoeker I . L . R . , Wageningen, rapporteur. De technische gegevens werden verzameld door de Technische Afdeling van het I.L.R. te Wageningen»

(6)

Schema van het beoordelings-en demonstratieperceel der eerste landelijke voorjaars bietendundemonstratie in 1957 op het bedrijf van dhr A.Ramondt, Sluiskil.

25 m 25m 25 m 25 m 25 m 25 m 12V2m z o en a => x c Û) TD C O a> E c 0 (S> TJ O 1 <D E <D _Q L. O O > C "O a> o U) O) O c 0) "O C O a> E c o o Q) Ê l_ Q) 5 Q) .o u o o > c 0) T3 a! »+-o .c u a> a> > O Z O o c a) •o c o Q) E c o o Q> £ JC L_ a» 5 <D -O o o > c a) T3 aî £ LU a> CD O L&J I CD Z -J UJ CO c a> "O c o 0) •o c â) u CD > a> E c 0) o CL a> c O) m 4-» a> E ai 5 ai L. O o > c 0) -O 0) M— o x: o (A 0) O Z O (ƒ) 3 o ce UJ c <D "O c o (U E c o o <1) E Q) 5 Q) Si L. O o > c 0) 2 o o JZ u W 0) CD X LU GÛ 3 û C ai T3 c o Q> E c o o a> E Q) -Q u O O > C Û) -o Û) H-M— o 0 U) 01 O

(7)

3.

Beoordeling, Zondunners H u d s o n , K o n i n k l i j k e H a n d e l m a a t s c h a p p i j v / h B o e k e & H u i d e k o p e r N . V „ Haarl ein. Technische beschrijving Machine

bevestiging aan de trekker

werkbreedte loopwielen

spoorbreedte loopwielen i n en u i t werk s t e l l e n mogelijke rijenafstanden

aan hydraulische hefinrichting, trekpunt tussen vóór- en achterwielen»

max, 7 elementen op 3 m, 6 ï 43 cm„

2, ijzer (diameter ; 67?5 cm

(velgbreedte ; 9 cm, kammen op de velg.

299 om, verstelbaar van 260 cm t o t 315 cm, met hefinrichting. minimaal 37 cm. Dunelementen "type aantal aanbrenging aandrijving overbrenging diepteregeling elementen (diameter steunwiel (velgbreedt«

draaiende zon, veerbelast„ max. 7

verschuifbaar over vierkante aandrijfas» door loopwielen met haakse overbrenging door konische tandwielen i n gesloten bak, 72 cm afgelegde afstand = zon één keer rond.

één steunwieltje/element naast de rij. 15 cm

5 cm

11 cm vóór messen.

8 of 16

1>5 5 2,5 en 4 cm.

zonnen draaien normaal twee aan twee tegen elkaar in»

Veerbelasting per element afzonderlijk t e regelen.

Deze machine van het draaiende-zón type met aandrijving vanaf loopwielen, was aan een F'armall H trekker bevestigd. De aanbouw was p l a a t s van steunwiel t . o . v ,

element

aantal pennen of mesjes per element

maten van mesjes Opmerkingen

(8)

zodanig, dat net aanspanning-spuni sich midden onder de trekker bevond , hetgeen op de zeer vaste gang van de machine mede van invloed was»

Volkomen aangepast aan de heersende omstandigheden op het perceel en keurig afgesteld, leverde de machine uitstekend werk» .De werkdiepte van de elementen en de regelmaat daarvan l i e t e n n i e t s

te wensen over. Er was weliswaar sprake van enige grondverplaatsing en tengevolge daarvan het achterblijven van enigszins "kale" planten« Bezwaarlijk kon d i t n i e t genoemd worden, 'Er werd gereden met een snelheid van 4 km/uur. Uit de tabel der tellingen b • jkt» dat aan de opdracht, met de gegeven u i t r u s t i n g der machine, werd voldaan.

F s :r g u s o N*V. 2?.I .K.A.G. , Leidschendam. Te chnis che b e s ehrgving

Machine

bevestiging aan de trekker werkbreedte

loopwielen

spoorbreedte loopwielen i n en u i t werk a t e i l e n moge liike rijenafs tanden

aan driepuntsbevestiging.

max, 4 elementen, op 2 m, 3 ï 50 2, ijzer (diameter ; 61 cm

(velgbreedte s 10 cm, kammen op de velg,

max, 237 era, verstelbaar van 0 t o t 237 cm met hefinrichting„ 28 - 50 cm. Dunelementen type aantal aanbrei aandrijving overbrenging diepteregeling elementen steunwiel (diameter (velgbreodte p l a a t s steunwiel t . o . v . element

a a n t a l pennen of mesjes per element

maten van mesjes

draaiende zon, voerbelast,

nia X. C â.

'{T Ö -T O C tx uifbaar over vierkante aandrijfas..

door loopwielen met haakse overbrenging door n i e t ingesloten konische tandwielen. 72 om afgelegde afstand = zon één keer rond. «

een steunwielt je/element naast de rij. 15 cm

'3 cm

j.o cm voor messen.

6 of 12

(9)

Opmerkingen ; zonnen d r a a i e n twee aan twee tegen e l k a a r i n , v e e r b e l a s t i n g op elementen a f z o n d e r ­ lijk en c e n t r a a l door hefboom t e r e g e l e n . Eveneens een machine van h e t draaiende-zon t y p e , aangedreven vanaf loopwielen. Was aangebouwd aan de d r i e p u n t s b e v e s t i g i n g van een Ferguson Super 35 pk t r e k k e r . Een s t u u r v i n zorgde voor een v a s t e gang. De machine, d i e normaal i s u i t g e r u s t met 4 elementen op 2 m, was n i e t aangepast aan de omstandigheden ( 7 rijen op 3 m t r . ) en kon d i t ook,gezien de bouw,niet zijn. Door evenwel tijdens de teruggaande gang een element n i e t i n de r i j t e l a t e n -werken, redde men s i c h t o c h .

Ook bij deze machine kon gesproken worden van een k e u r i g e a f ­ s t e l l i n g . De werkdiepte was weliswaar wat aan de diepe k a n t , doch d i t r e s u l t e e r d e n i e t i n t e v e e l g r o n d v e r p l a a t s i n g e n / o f k a l e p l a n t e n . Althans n i e t bij de g e b r u i k t e s n e l h e i d van ruim 3 km/uur. De regelmaat der werkdiepte p e r element was goed.

Met h e t a a n t a l en de b r e e d t e der mesjes waarmee h e t werktuig was u i t g e r u s t , b l e e k i n beide p e r c e l e n aan de opdracht t e worden voldaan.

e w a , F i r m a K . H . v . d . B e r g , W a r f f u m . Technische beschrijving Machine b e v e s t i g i n g aan de t r e k k e r werkbreedte loopwielen spoorbreedte loopwielen i n en u i t werk s t e l l e n mogelijke rijenafstanden getrokken op b e s t e l l i n g 2 luchtbanden 350 - 1 3 ' 172 cm, v e r s t e l b a a r van 172 cm - 200 cm door hefboom, n i e t vanaf t r e k k e r t e bedienen. 32 - 50 cm. Dunelementen type a a n t a l aanbrenging aandrijving overbrenging d i e p t e r e l i n g elementen . . -, (diameter steunwiel > , , ( velgbree dte draaiende zon, v e e r b e l a s t 4

met klembussen op aandrijfas

door loopwielen met p a l k a s t e n en haakse tandwie

loverbrenging-onbekend

één s t e u n w i e l t j e / e l e m e n t n a a s t de rij, 20 cm

(10)

cm-plaats steunwiel t . o . v .

element 'links vóór zon op resp. 15 en 27 cm

vóór messen„ aantal pennen of mesjes

per element maten van mesjes Opmerkingen

1 0 . .

2 en 4 cm

a l l e zonnen draaien i n dezelfde richting. Naast de zonnen een grondvangb o r d .

Een getrokken machine van het draaiende-zon type? aangedreven vanaf loopwielen met luchtbanden» "De gedemonstreerde machine kon n i e t vanaf de trekker i n en u i t het werk worden gezet» De. gang was. minder vast dan van de beide hiervoor genoemde machines. De machine was aan de gegeven omstandigheden n i e t aangepast5 z±i kan evenwel op bestelling ge­ leverd worden naar behoefte.

De werkdiepte en de regelmaat hiervan stelden teleur;; er werd i n de rij teveel "gewoeld" of e r overheen gewerkt. Aan de gevraagde op­ dracht werd n i e t voldaan. Het r e s u l t a a t bleef dan ook beneden dat wat

men van een dergelijke machine redelijkerwijze mag verwachten. Verbeteringen

van de constructie zijn ongetwijfeld mogelijk.

Slingerdunners;

V i 0 o n , H. Vissers N.V., Kieuw-Vennep. Technische beschrijving

Machine

bevestiging aan de trekker werkbreedte loopwielen spoorbreedte loopwielen -i n en u -i t werk s t e l l e n mogelijke r^enafstanden getrokken 7 elementei, op 3 m 2 luchtbanden 3 - 2 5 - 1 6 , . 215 cm, verstelbaar van 0 -260 cm. met hefboom, vanaf trekker t e bedienen» minimaal 11 cm Dunelementen type aantal aanbrenging aandrijving

slingertype, waarvan max.. slag 15 cm, n i e t veerbelast»

zeven + twee

sporenuitwissèrs-verschuifbaar over . vierkante aandrijfas aftakas - V-snaar - vierkante as en

(11)

7-overbrenging diepteregeling' elementen steunwiel (diameter (velgbreedte p l a a t s steunwiel t . o . v . element

aantal pennen of mesjes per element

maten mesjes Opmerkingen

1 ; 1 , 1.5 s 2 of 2 s 1,vertraagd.

één steunwiel/element naast of over de rij of sleepvoeten t e r weerszijden van rij-15 cm O > kooiwieltne .

o cm ( °

7*5 cm voor de pennen«

één of twee achter elkaar i n r i c h t i n g van de rij,,

17» 27 en 37 1™»

V-snaar op gemakkelijke wijze t e 'spannen door spans lede met verplaatsbaar draai­ punt.

De elementen kunnen een aan elkaar: tegen­ gestelde beweging hebben.

Een getrokken machine van het type waarvan de werkende delen een heen en weergaande beweging door de rij hebben en a l of n i e t vertraagd of versneld worden aangedreven door de normale aftakas der trekker«

Op zichzelf schept het aandrijven dezer machines door de aftakas haar s p e c i f i e k e problemen t . a . v . de t e bereiken dun-intensiteito

Door de constructeurs van deze machine werden de problemen onderkend, hetgeen helaaa nog n i e t van a l l e constructeurs van soortgelijke machines kon worden gezegd. Dit verklaart voor een deel de uiteenlopende r e s u l ­

t a t e n , die op de demonstratie met deze typen machines werden b e r e i k t . De Vicon was volkomen aan de gegeven omstandigheden aangepast. De gang was v a s t , mede tengevolge van het f e i t dat de afzonderlijke dun-elementen een aan elkaar tegengestelde beweging maakten.

Opmerkelijk was de goede en regelmatige werkdiepte, die vooral t e danken leek aan de over de r±jen lopende steunwieltjes, die a l s een kooiwieltje waren uitgevoerd.

Er was enige grondverplaatsing, doch bezwaarlijk was d i t niet 5 e r kwamen weinig kale planten voor. De snelheid was i n vergelijking met de machines van het draaiende -zon type lager, n . l . 2.9 km/uur.

Zoals u i t de tellingen blijkt werd met de gekozen a f s t e l l i n g der machine i n normaal zaad niet geheel aan de opdracht voldaan, i n M-zaad daaren­

(12)

D' ü""b" e " ±', 'Fa. G.'W. van U r i e l & Van Borsten N.V. , Hoofddorp. Technische "beschrijving

Machine

bevestiging aan de trekker werkbreedte

loopwielen

spoorbreedte loopwielen i n en u i t werk s t e l l e n mogelijke rijenaf standen

getrokken

250 cm met 6 elementen 2 luchtbanden l ó x 4°

175 c m? verstelbaar van 0 - 240 cm.,

met hefboom vanaf trekker t e bedienen., 35-60 cm-, Dunelementen type aantal aanbrenging aandrijving overbrenging diepteregeling elementen steunwiel fdiameter (velgbreedte p l a a t s steunwiel t . o . v , element

aantal pennen of mesjes per element

maten mesjes Opmerkingen

horizontaal heen en weergaand ?slag 14 cm,

n i e t veerbelasto KG3

•-verschuifbaar over a s .

aftakas - V-snaar - excentriek 2 ; 1 vertraagd»

twee steunwieltjes per element, t e r weerszijden van rij.

14- cm 2.5 cm

18 cm voor de

pennen-één, twee of drie achter elkaar i n r i c h t i n g van gewasrij.

twee bij één cm. Ver draaibaar »

de elementen bewegen tegelijkertijd naar links en rechts».

Machine kan tegelijkertijd tussen de rijen schoffelen •>

Dit i s een getrokken machine, waarvan de werkende delen een zuiver i n het horizontale vlak heen en weergaande beweging hebben»

De aandrijving geschiedde vanaf de aftakas met een vertraging van 2 op 1« Variatiemogelijkheden i n deze overbrenging waren n i e t voorzien. De gang

van de machine was n i e t v a s t ; de afzonderlijke dunelementen werkten

tegelijkertijd naar één kant. Er werd t e diep gewerkt, terwijl ook de r e g e l ­ maat van de werkdiepte t e wensen o v e r l i e t .

De heen en weergaande beweging door de rijen was zeer langzaam^ per element waren drie mesjes achter elkaar i n de lengterichting van de rij g e p l a a t s t . De plaatsing van deze mesjes t . o . v . elkaar was n i e t j u i s t . gekozen.

(13)

9.

Een en ander resulteerde i n het n i e t bereiken van de gegeven opdracht, terwijl de overgebleven planten door de te grote diepgang plaatselijk nogal met grond werden bedekt. Aangenomen mag .worden, dat constructieve verbeteringen mogelijk zijn.

S i e l i n g P a t e n t ; Fa« Timmerman en Verbeek,, Zierikzee, Technische beschrijving

Machine;

bevestiging aan de trekker werkbreedte loopwielen spoorbreedte loopwielen i n en u i t Y/erk s t e l l e n aan driepuntsbevestiging„ 300 cm 2 luchtbanden 12.5" - 2.25»

35O cm, verstelbaar van 310 t o t 450 cm. minimaal 15 cm. Dunelementen type aantal aanbrenging aandrijving overbrenging diepteregeling elementen steunwiel (diameter (velgbreedte p l a a t s steunwiel t . o . v . element

aantal pennen of mesjes per element maten mesjes Opmerkingen slingertype, s l a g 8-12 cm, veerbelast. zeven verschuifbaar over a s ,

aftakas - tandwieloverbrenging i n dicht huis - tussenas met excentriek«

1 s 1,75 versneld

één steunwiel per element, naast de rij 14 cm

3 cm

15 cm links achter pennen»

één

2.5 - 1=5 cm„ Verdraaibaar.

s t a b i l i s a t o r tussen trekker en machine om eventueel slingeren tegen t e gaan. De elementen bewegen tegelijkertijd naar links en naar rechts»

(14)

10.

Van deze aan de driepuntsbevestiging van de trekker bevestigde machine,' v/erden de werkende delen door de aftakas aangedreven met een versnelling van 1 op 1«75<- I n cLe overbrenging waren geen v a r i a t i e ­

mogelijkheden» Er bestond geen mogelijkheid om twee of wellicht meer mesjes achter elkaar i n de lengterichting der rij t e plaatsen» Gezien de con­ s t r u c t i e der dune lementen zal dat ook n i e t eenvoudig t e verwezenlijken zijn. De mate van dunning moest a l s gevolg daarvan geheel gevonden worden met de versnellingen van de

'trekker-Aan de gegeven opdracht werd voldaan bij eer snelheid van 2.4 km/uur. De machine vertoonde nogal t r i l l i n g e n , waardoor de gang minder vast was, hetgeen wellicht ook a l s oorzaak moest worden gezien van de minder regel­ matige werkdiepte der elementen. Ook bij deze machine werkten de afzonder­ lijke elementen tegelijkertijd naar één kant»

Er was sprake van grondverplaatsing en tengevolge daarvan het achterlaten van kale planten. Be waargenomen beschadiging van de jonge overgebleven planten v i e l n i e t t e verwaarlozen.

V a n L o o , F . van Loo, Nreuw-Amsterdam. Technische beschrijving

Machine

bevestiging aan de trekker werkbre.edte

loopwielen

spoorbreedte loopwielen i n en u i t werk s t e l l e n

mogelijke rijenaf standen

z e l f rijdend, 30-50 cm

3°2 pk C l i n t o n motor

3, waarvan 1 aandrijfwiel, bandenmaat 16 x 4 en 2 steunwielen, bandenmaat 12,5" x 2,25"« 81-91 cm met trappen van 5

door de er achter lopende man wordt de machine u i t liet werk getild»

30-50 cm Bunelementen type a a n t a l aanbrenging aandrijving overbrenging

horizontaal heen en weergaand, slag verstelbaar van 15-40 cm

+ twe e

door 3 . 2 pk C l i n t o n motor - 2 V-snaren naar e x c e n t r i e k a s - k e t t i n g naar aandrijf­ w i e l ,

1 omw. aandrijfwiel = 8 dunslagen op 110 cm bij gebruik van één mesje»

(15)

11.

diepteregeling elementen steunwiel (diameter (velgbreedte p l a a t s steunwiel ' t'. o ,v, element

aantal pennen of mesjes per element maten mesjes Opmerkingen door loop/steunwielen bandenmaat 12»5" - 2*25".. 25 cm naast pennen,

ééno twee of drie achter elkaar i n de richting van de rij,

3 om

de elementen werken tegelijkertijd naar links en rechts «

Machine kan tegelijkertijd tussen de rijen schoffelen.

Deze? i n het programma a l s zelfrijdend aangekondigde machiney

was tweerijig. Het driewielige werktuig werd voortbewogen en aangedreven door een opgebouwde 2-3 pk benzine-motor en bediend door een erachter lopend persoon. De werkende delen hadden een zuiver i n het horizontale vlak'.heen en weergaande beweging? waarvan de slag variabel was. De beide achterwielen van het werktuig deden tevens dienst a l s steun- en diepte-regelend wiel» Variatiemogelijkheden i n de dunintensiteit konden bereikt worden ;door twee of drie mesjes of pennen achter elkaar aan het element

t e plaatsen. Afhankelijk van de bediening was de gang vast» De diepte-regeling was n i e t ideaal? doch bruikbaar. Van grondverplaatsing en k a a l

-slaan der planten was weinig sprake. Bij een t e diepe a f s t e l l i n g werden planten met grond bedekt. Met een snelheid van 3-4 km/uur werd aan de gegeven opdracht voldaan.

Nadat de bieten door geschoolde krachten waren opééngezet werden de volgende plantenaantallen per hectare vastgesteld s

Machine planten/ha Hudson 65.IOO Ferguson 63.100 - B ewa 66,300 Vicon 66.200 Dub ex 67.2OO Sieling patent 60,800 van Loo 68,200

Vastgesteld moet worden? dat met het organiseren van deze unieke demonstratie belangrijk werlc i s verricht ten behoeve van de

Nederlandse landbouw. Zowel boeren a l s machinebouwers hebben veel kunnen zien en leren? hetgeen een stap nader kan betekenen naar de oplossing van problemen? die zich vooral op arbeidstechnisch t e r r e i n voordoen bij de t e e l t van suikerbieten.

(16)

=r 33- CO rr in N •75 NI si "5 ro cn CD —I< CD CD —• O O O ó O O :."3 "3 r? 3 n h-J rs =5 3 3 Ll_ Ö- cl sC ».O kO o_ Q_ o_ co 05 13 CT1 CD CD o —S -J -3 •~3 n ~5 ro 03 co n •~3 co co Ç-0 cd aG c n CD O CD CD CD co CD O 3 13 O S Q- cl O. CD CD CD 3 n. als perceel /—f- < •< UD -Ë~ o ro CD ro CD ro &5 3 V- -5 rs ro 3 V- co r>o CO co­ O r3 rs en rj co CD CD *D O . H- .—1 —-J —1 CO —»I —>• —i» 3 r* rj CL \£0 O cr } 1 "ü Br • ro cr a_ 1 ro O ~z fo~ •f 1 4 _> CO ro CD ro co ro 1 —j CO ro CD ro CJ; CD —1 >4 1 CD -o CD s 1 I ~ CD 3 CD co rs CO u> "*5 1 13 » 1 • «TD CO < ro i co rns 5 cr O NO ro —-j ro ro i ro rs-) ro ro ro ro 3 —* O r cn CD —j O cn cn CT) t cn cn O —O CD • cn c.n CD CD rs) ro t CO CD cn 3 3 3 3 3 3 'o-Q. 1 3 3 3 3 3 3 3 <—•• a_ 13 3 3 3 3 3 'o-Q. i 3 3 3 ••3 3 3 CD T-S3 CD 1 CD 3 CD Z3 1 1 l s ^ s O : - < O - < O ro O) < CD rs <o CD \ 1 J CD < —' < CD < CD ro co O ro CD < CD S "5 S O S O —• O T r? J -5 3 n> O -5 O zzr 1 -5! O" > "O 5 CO *ü r4-T3 ro A- 1 ;1 tl J 1 CO O *a 1-4- •o CZ:Ï ro r-1- 1 1 1 } i -5 > "O 5 3 co t Z3 —' rs "7. < cc ~5 CD

CD __i 3 o«: 1 cr^ ro;,-* co- •—J CO cn CO n

J to''-« • CO in £3 • rj 05 vo 1. o_ -O cn VCJ o_ O U3 O.. 1 l o_ O- -j cn UD Li. lO o_ vo r3 U-."3. Q_ -O CD -J. —•» rr Hr- NJ H- NI Cl CL. a_ CD —>• CD —. CD CD CD fi • CD CD 3 UC. O CL Z3 < —-*< < en en -j CL CD m O -f=~ CO CD CO —' • "O n Ve! r-H CD V) (.n Ve! £0 =3 CX. en CO *0 £0 CD < CD -5 CO —— CD CO i c O I —1 cd ) r-i--3 i CO —M co ! —'• i <—*-i 13 I ^ I CD I

(17)

„Vicon"-slinger-rijendunner met kooi-steunwieltjes. ,, Hudson "-zon-rijendunner.

De voorjaars-bietendundemonstratie in Zeeuws-Vlaanderen trok 3000 bezoekers.

„Ferguson"-zon-rijendunner.

" """ . . rtf& S k î Ç . *

immti

(18)

„Van Loo"-zelfrijdende rijendunner.

Detail van Vicon-rijendunner. Detail van Dubex-rijendunner. Per element 2 pennen achter elkaar in de lengte- Per element 4 pennen achter elkaar in de lengte­

(19)

13.

B I J E N D U N K E E S

I n 1952 werd i n ons land de "bietendunmachine" geïntroduceerd. • De toen gebruikte benaming toont aan/ dat deze machine' aanvankelijk u i t ­

sluitend werd beschouwd a l s middel om een gewas bieten mee t e dunnen. Door beproevingen bleek l a t e r , dat toepassing a l s dunmachine ook i n een gewas a l s blauwmaanzaad mogelijk was, terwijl i n gewassen-als radijs-, erwten, gras voor zaadwinning e . a . het gebruik a l s rijenwiecLmachine t o t de mogelijkheden bleek t e behoren»

Als gevolg van een en ander ontstond de thans i n ons land gebruikte be­ naming voor deze machines? "rijendunners".

"k * Machines met ronddraaiende werkende delen

De eerste exemplaren, die van d i t type machines i n gebruik werden genomen, waren afkomstig u i t Amerika en Engeland. Als werkende delen hebben zijj, i n een v e r t i c a a l vlak, ronddraaiende verende tanden en/of L-vormige mesjes van verschillende breedte, die op regelmatige afstanden door de gewasrij slaan? de tanden of mesjes zijn daartoe i n een

haaks op de richting der rijen draaiende schijf g e p l a a t s t , welke l a a t s t e meestal door de loopwielen van de machine door middel van tandwielover­ brengingen wordt aangedreven. De machines worden voortbewogen door een

trekker. De mate, waarin de gewasrij wordt bewerkt, d.w.z. de afstanden waarop door de rij wordt geslagen en de breedte van elk der slagen,wordt bepaald door het aantal i n de schijf geplaatste mesjes on de snijbroedte van elk daarvan. Het aantal mesjes, dat per schijf kan worden geplaatst i s bij de ons thans meest bekende machines van d i t ' t y p e 16 en 8 (Hudson) of 12 en 6 (Ferguson) » De breedte der gebruikte mesjes i s respectievelijk 1 , 6 cmj 2,5 cmj 4*1 cm (Hudson) en 2,5'cm^ 3 , 1 cm^ 5?3 óm (Ferguson). De mesjes zijn aan de s t e e l onder een zekere hoek ten opzichte van de gewasrij geplaatst} doel daarvan i s om de door de voortgaande beweging der machine ontstane afwijking van de werkelijke breedte van de slag door de rij ten opzichte van de gemeten snijbreedte van het mesje, zo k l e i n mogelijk t e doen zijn.

Niettemin geeft Ferguson hiervoor nog de volgende waarden weer s mesje van 2,5 cm snijdt 2,72 cm

mesje van 3 , 1 cm snijdt 3,42 cm

mesje van 5?3 cm snijdt 5?82 cm, hetgeen een afwijking van 9% betekent.

B » ' Machines met heen en v^eer bewegende werkende delen

Naast het hiervoor beschreven type rij en dunmachine s i s e r vooral i n Nederland een ander systeem ontwikkeld, dat 'weliswaar ten opzichte van het gewas hetzelfde doel h e e f t , doch d i t op een andere wyze b e r e i k t .

De werkende delen worden ook bij deze machine gevormd door (verende) tanden en/of mesjes van verschillende breedte, die echter een heen-en weergaande beweging door de gewasrij maken. Het mesje (de mesjes) kan (kunnen) voor elke rij apart bevestigd zijn aan een arm, welke een slingerende heen- en weergaande beweging boven en haaks op de gewasrij maakt (Vicon) 5 i n een ander geval (Dub ex) i s (zijn.) het (de) mesje(s) bevestigd aan een arm, die een

(20)

14.

zuiver i n het horizontale vlak heen- en weergaande beweging heeft» Bij een derde systeem (Sieling patent) "is e e i aantal"stolen met monjes,dat overeen­ komt met het aantal t e bewerken rijen rechtstreeks met heen en weer

bewegende assen verbonden en krijgt aldus de door de rij heen- en weer­ gaande beweging. De machines worden, tenzij zelf rijdend (van Loo? Nieuw-Amsterdam), door een trekker voortbewogen en door de aftakas daarvan

aangedreven. De i n t e n s i t e i t , waarmee de. rij door d i t type rijendunners wordt bewerkt, kan worden geregelds

a , door de snijbreedte der me s j er­

b e door het a a n t a l mesjes i n de lengterichting der rijj c . met de versnellingen van de trekker 5

do door versnelling of vertraging van het aantal om­ wentelingen van de aftakas te:i opzichte van de aan­ drijfas der werkende delen; door middel van over­

brengingen in.de machine.

De onder a genoemde mogelijkheid zal zonder meer duidelijk zijn en i s dezelfde a l s één der twee mogelijkheden orn de bewerkingsintensiteit t e regelen bij machines met rondgaande werkende delen aangedreven door loopwielen.

Het plaatsen van meer dan één mesje i n de lengterichting der rij. (b.) i s ' e e n mogelijkheid die enig overleg vergt. Wil men t e r verhoging van de bewerkingsintensiteit • i n de rij een tweede en derde mesje bij­

plaatsen; dan i s het n . l . geenszins onverschillig op welke.afstand deze geplaatst wordt (worden) ten opzichte van het eerste mesje. I s de basis van de slag van mesje 1 ( z i e afbeelding l ) b . v , 18 cm? dan dient t e r ver­

dubbeling van de bewerkingsintensiteit mesje 2 op -4- of. ^ x l 8 cm = r e s p . % of 13^- cm afstand van mesje 1 gezet t e worden.

I n geval e r 3 mesjes naast elkaar nodig zouden zijn om een gewenste intensieve bewerking t e verkrijgen, dienen deze op onderlinge afstanden t e worden'gezet van 1/6 en 1 / 3 of 1 / 3 en 2/3 van de basis van de slag van mesje 1 .

Het i s duidelijk? dat de nodige onderlinge afstand tussen de mesjes zich .wijzigt, zodra de slag zich wijzigt a l s gevolg van de mogelijkheden o en d dezer machines. De mesjes zullen ten opzichte van elkaar verschuifbaar moeten zijn.

Het aantal versnellingen der gebruikte trekleer (c) biedt even zoveel mogelijkheden t o t wijziging van de ma-'' 'der bewerking i n de rij. Binnen een versnelling van de trekker i s geen verandering van het beeld

mogelijks immers verandert men hét toerental van de aftakas 'binnen de

versnelling door het motortoerental t e wijzigen, dar, wijzigt zich tegelijker­ tijd de snelheid en blijft de bewerkingsintensiteit dezelfde.

Hét f e i t , dat vrijwel-elk nerk trekker verschillende snelheden ;heeft i n dezelfde versnellingen a l s een ander merk trekker, maakt het 'praktisch ónmogelijk om voor door de aftakas aangedreven rijendunners een voor elke gebruiker bruikbare tabel samen t e s t e l l e n van de t e verwachten dun-resültaten bij bepaalde a f s t e l l i n g e n 'der machine.

Wel kan bij gebruik van een trekker met een. normale af'takas-aandrijving met behulp van de formules

• snijbreedte van het mesje x aantal duns lagen per omwenteling , , toerental a f t : 1 "^.r/^ln

van de a f t a K a s x — — — 7 - .

trekkersnelheid 111 m/min

(21)

per-mesje^i, mesje 2 î l N mesje 2 mesje 3 Verdubbelen van de dunintensiteit door bijplaatsen van één mesje in de lengte­ richting der rij, op Vk of U van de basis der slag t.o.v. het eerste mesje. \ Î T

$

Y y

r .1 t 'Vfb /_ X Ie cl Xe T C • i\ Afb. 1

Plaatsing van de mesjes in lengterichting van de gewas-rijen bij heen en weergaande dunbeweging der elementen, teneinde de "dunintensiteit" te verhogen.

Verdrievoudigen van de dun­ intensiteit" door bijplaatsen van twee mesjes in de lengte­ richting der rij, op Vfe en 2/6 of V3 en % van de basis der slag t.o.v. het eerste mesje.

Afb. 3

Invloed op de regelrroat van het dunnen bij niet recht boven de rijen rij­ den met een rijendunma­ chine met heen-en weer­ gaande beweging der dunelementen. recht boven de rijen.

niet recht boven de rijen.

onbewerkt a 8x45

/

r

Mwerkt b 16x2,25 — i— — — — — — — — — c — — — — Afb. 2

Schema van de werkwijze van een rijendunmachine

a. 8 x 4.5cm, mesjes op 72cm= helft van de grond bewerkt en onbewerkt b. 16 x 2.25 cm

Blijft over na beide bewerkingen a en b : driekwart van de grond bewerkt en éénkwart onbewerkt waar nog (bieterjplanten kunnen staan, (c)

(22)

15.

centage van de grond i n de gewasrij bewerkt wordt,

Voor de meeste (toekomstige) gebruikers i s deze berekening moeilijk. Door het aantal dunslagen per strekkende meter t e t e l l e n en t e vermenigvuldigen met de snijbreedte van het gebruikte mesje, i s proef­ ondervindelijk eenvoudig u i t t e rekenen welk percentage van de rij wordt bewerkt. Gemakkelijker i s het .evenwel wanneer een juiste tabel door de fabrikant.wordt v e r s t r e k t , zoals dat bij de machines met ronddraaiende werkende delen aangedreven door loopwielen.; het geval i s .

Tenslotte bestaat er nog de onder d genoemde mogelijkheid om de bewerkingsintensiteit van deze rijendunners t e beïnvloeden.

Daarbij moet bedacht worden,, dat een vertraagde overbrenging van de aftakas op-de aandrijfas der werkende delen, de capaciteit van de machine ver­

mindert , doordat i n een lage versnelling van de trekker moet worden ge­ reden.

Het volgende voorbeeld maakt d i t duidelijk s

Bij een machine met door de loopwielen aangedreven ronddraaiende werkende delen volgen er 16 "dunslagen" i n de rij op 72 cm afgelegde a f ­ stand, indien zij i s uitgerust met l ó mesjes per element. Dit betekent

êên dunslag per 4-i"

era-Bij een niet-vertraagde-noch versnelde-aandx-ijving van de elementen van een machine met heen-en weergaande werkende delen, i s één omwenteling van de aftakas gelijk aan twee dunslagen. Voor oen gelijk r e s u l t a a t a l s van een door de wielen aangedreven machine betekent d i t , d a t , terwijl de

aftakas êên omwenteling heeft gemaakt,er 2 x 4é - 9 cm mag zijn afgelegd. De normale aftakas d r a a i t 540 omw/min.

Per minuut kan dus zijn afgelegd 540 x 9 cm = 4 8 , 6 0 m.

Dit betekent een juiste versnelling van 60 x 4 8 , 6 m = 2,9 km/uur voor deze heen-en weergaande rijendunner, die 1 op 1 door de aftakas wordt aan­ gedreven. • Vertraagt men de aandrijving, dan wordt de gewenste versnelling nog lager en dus de capaciteit geringer.

Gedeeltelijk kan dat weer opgeheven worden door twee of drie mesjes i n de lengterichting van de rij t e monteren. Anderzijds kan de capaciteit

worden opgevoerd door het a a n t a l omwentelingen van de aftakas i n de machine te versnellen. Men kan daarmee n i e t ver gaan met het oog op het ontstaan van t r i l l i n g e n i n de machine (vooral die waarbij a l l e elementen tegelijkertijd één kant ui tv/erken) en het optreden van extra slijtage.

Er ontstaat met de onder a , b , c <n d genoemde punten een zeer groot aantal mogelijkheden om de bewerkingsgraad i n de gewasrij t e wijzigen. Daarvan zullen er slechts weinig een praktische bruikbaarheid blijken te b e z i t t e n , hetgeen overigens geen bezwaar i s . Zes afstelmogelijkheden, waarvan er 3 t o t 4 worden benut, zoals dat bij machines a l s Hudson en Ferguson voorkomt, blijken reeds aan de meeste praktijkeisen t e kunnen voldoen.

Evenals bij machines met ronddraaiende werkende delen i s e r ook bij d i t type sprake van een afwijking van de werkelijke snijbreedte ten opzichte van de gemeten- snijbreedte van het -mesje. Deze afwijking i s evenwel n i e t altijd dezelfde; bij een snelle heen- en weergaande beweging ten opzichte van een langzame voortgaande beweging zal ze klein zijn. Bij een langzame heen- en weergaande beweging ten opzichte van een snelle vooruitgaande beweging zal ze groter zijn. Als voorbeeld kan gelden dat i n het l a a t s t e geval een afwijking van 30$ kon worden vastgesteld.

(23)

Eond. afwerken van de hoeken der mesjes heeft een gunstig e f f e c t op de grootte dezer afwijkingen. Eet- heeft geen zin de mesjes anders dan even­ wijdig ten opzichte van de rij aan de s t e e l t e zotten.

Werken met rijendunmachine

De werking van a l l e typen dezer machines berust e r i n beginsel op, dat een gedeelte van de grond i n da. gewasrij bewerkt wordt en een

ander deel onbewerkt blijft» Uitgaande van een regelmatige plantenbezetting i n de rij, betekent d i t dat op de onbewerkte plaatsen één of meerdere

planten blijven staan»

Bij machines met ronddraaiende werkende delen aangedreven door loopwielen? s l a a t achtereenvolgens over een afgelegde afstand van 72 cm het a a n t a l mesjes door de grond, dat i n de aangedreven schijf i s gemon­ teerd. Afgezien van optredende sleep bestaat er steeds een vaste ver­ houding tussen rijsnelheid en de omtreksnelheid van het dunelement. Afbeelding 2 geeft weer wat er gebeurt wanneer a 8 mesjes van 4i> cm

snijbreedte en b 16 mesjes van 2ir cm (eventueel na a) worden gemonteerd, I n beide gevallen wordt de h e l f t (-50%) van de grond bewerkt, terwijl de andere h e l f t onbewerkt b l i j f t . Voert men de bewerkingen a en b na elkaar u i t , dan i s het eindresultaat, dat driekwart (75'?°) van de grond wel en éénkwart (2y/o) n i e t bewerkt i s , Op dit'onbewerkte deel. zullen dus nog planten staan? mits zij e r voordien reeds stonden»

I n principe i s de werking van macnines met heen- weerbewegende delen hetzelfde. Een verschil i s dat-één of twee mesjes bij deze machines dezelfde arbeid moeten verrichten a l s acht of zestien mesjes bij -een

machine met ronddraaiende werkende delen- De messlijtage z a l dan ook onge­ twijfeld groter zijn.

Het resultaat ten aanzien van het gewas uitgedrukt i n een dun-percentage zal slechts dan-.gelijk zijn aan hetgeen verwacht mag worden a l s gevolg van het f e i t , dat de grond gedeeltelijk wel en n i e t bewerkt i s , a l s landbouwkundig aan de volgende voorwaarden i s voldaans

le een gesloten vlakke ligging van het perceel %

2 . recht gezaaide rijen %

-3. een regelmatige verdeling van de planten i n de rij.

ad '1 Een vlakke ligging garandeert dat de grond i n de r . e n inderdaad door de mesjes wordt bewerkt, waar d°t wordt verwacht.

ad 2 Evenzo geldt d i t voor rechte rijen^ het i s onmogelijk om bij krom gezaaide rijen overal precies recht boven de rij t e blijven, met a l s gevolg onregelmatig werk.

-Wanneer dus aan de voorwaarden 1 en 2 i s voldaan geven zij de mogelijkheid t o t een goed r e s u l t a a t . Vooropgesteld u i t e r a a r d , dat de ge­ bruikte machine technisch goed i s en vakkundig wordt bediend. Er dient op gelet te worden, dat de ^verkende delen i n het hart van de rij staan. Afwijkingen daarvan hebben bij machines met ronddraaiende werkende delen

t o t gevolg, dat planten n i e t - of onvoldoende worden afgesneden, waardoor onregelmatig werk ontstaat»

Voor rijendunmachines met heen- en weerbewegende werkende delen i s rijden naast de regels, beswaarlijk om een andere redens

(24)

$ à:

S* £

»

ê

&

s

s

£

%

&

& à 5 à £

$

»

f è k

s

>

#

*

£

t r 9 \ à à

£

O O •+-» 3 in CU Q) -C CL O X3 JD JD

£

O -<J c 0) T3 Q) Q) JD i_ O O > CU ~o C en c "ôj x> i_ a> 1 S c c o c D CL "O Q)

_.

"D O I I O

< .E

T3 O) O > C

e

c Ö > CU •*->

\n

c eu c D "D 0) -C O en -4-> CU L_ O 0) -C

o

CD tn CU ÖT 0)

E

E

o CM CN X CD en c ÛJ X) (_ (D C o Q) CD O > eu o c o > o> —J o > d) CJ) U1 —J o 0) •+-> "tn c d) c D X) CU JZ O (ƒ) '•+-» O •w CU -4-» 'en c (D ; ; « -M C 'c. D X» vO >0

>

0 o" o LO o LT) CNJ in C-II II n II eu > ; « o c eu > ' """> » - -JD X) JD ; z JD ^r •<r Xtf <r c o : ; * > en (NI r -II n II II o JD O XJ

eu

"ÛT CU

£

•*-> CU SI C O > CD _D Tn o

(25)

17.

de dunintensiteit "blijft weliswaar gelijk, doch er wordt' op onderling zeer onregelmatige afstanden i n de rij gedund»

( z i e a f b . 3)» Hoe kleiner de heen- en weergaande slag i s , des t e groter zullen de gevolgen van afwijkingen zijn.

ad 3 Een plantenzetting van 40 bieten bevattende duimen per 2-gr m (bbd = 40fo) j kan verschillend verdeeld zijn» Uit afbeelding 4

blijkt, welke invloed d i t zou kunnen hebben op het t e bereiken r e s u l t a a t . Bij de huidige zaaitechniek komen verschillende planten-v.erdelingen binnen één perceel voor. Daardoor zal de uitdunning op de ene p l a a t s andern Kijn dan op de andere.

Gemiddeld over het gehele perceel behoeft evenwel het praktische r e s u l t a a t , a l s gevolg van de verdeling, n i e t s t e r k van het

theoretische af t e wijken«

Bij het beoordelen van de resultaten van het werk van rijendunners wordt waarde gehecht aan het aantal alleenstaande planten (éénlingen), dat na de bewerking(en) wordt gevonden. Zij zijn inderdaad van grote waarde, mits regelmatig verdeeld, zodat ze kunnen worden geclassificeerd a l s "bruikbare" éénlingen. De kans op "bruikbare" éénlingen i s groter naar­ mate het aantal éénlingen groter i s .

Theoretisch i s de mogelijkheid t o t het verkrijgen van éénlingen u i t een bepaalde stand groter a l s wordt gewerkt met veel kleine mesjes i n p l a a t s van met weinig grote mesjes. I n het geval van een machine van het heen- en weergaande systeem moet deze regel luidens ten opzichte van de voortgaande beweging i s een snelle"heen- en weergaande beweging met korte mesjes gunstiger dan een langzame met lange mesjes.

Samenvatting.

Het aantal rijendunners, dat i n 1957 i n Nederland i n omloop was kan geschat worden op 200. Daarvan waren er 140 van het type met heen- en weerbewegende werkende delen, aangedreven door de aftakas der trekker. Het i s gebleken, dat de meeste van laatstgenoemde machines landbouwkundig en dikwijls ook technisch gezien neg " i n de kinderschoenen" stonden en derhalve slechts geringe oppervlakten hebben bewerkt.

Zowel zon- a l s s l i n g e r d u n n e r s zijn t e n o p z i c h t e van h e t gewas " b l i n d e " machines. Zij bewerken,al naar de a f s t e l l i n g , e e n g r o t e r of k l e i n e r percentage van de grond i n de gewasrij en l a t e n h e t overgebleven d e e l onbewerkt. Het hangt van v e r s c h i l l e n d e omstandigheden a f of h e t "dunpercentage" van h e t gewas overeenkomt met h e t percentage der bewerkte grond i n de gewasrij.

Het verkrijgen van een zo g r o o t mogelijk a a n t a l r e g e l m a t i g v e r ­ deelde éénlingen i s h e t voornaamste doel bij de toepassing van deze machines. Voor h e t b e r e i k e n daarvan zijn onder meer de hoedanigheid van

h e t zaaibed, h e t g e b r u i k t e z a a i z a a d , de opkomst en de regelmaat der v e r ­ d e l i n g van de jonge p l a n t e n i n de rijen belangrijk. Het b e r e i k e n van een

(26)

regelmatige Terdeling van h e t zaad. "behoort t o t de voornaamste t a a k bij het onderzoek van naaimachines.

Uitgaande van een r e g e l m a t i g verdeelde n i e t t e d i c h t e s t a n d ; i s de kans op h e t verkrijgen van v e e l a l l e e n s t a a n d e p l a n t e n g r o t e r n a a r ­ mate een g r o t e r a a n t a l (smalle) mesjes wordt g e b r u i k t of i n h e t g e v a l van een machine met heen- en weerwerkende d e l e n , een s n e l l e heen- en weergaande beweging t e n o p z i c h t e van de voortgaande beweging p l a a t s v i n d t . I n beide g e v a l l e n b e s t a a n e r evenwel i n d i t o p z i c h t beperkingen, v o o r a l met h e t oog op grondverzet en daardoor h e t o n t s t a a n van " k a l e " p l a n t e n . Beschadigde, k a l e p l a n t e n maken de gewenste s p r e i d i n g van de a r b e i d bij h e t opéénzetten van b i e t e n , welke door h e t gebruik van

rijen-dunners mogelijk wordt, t o t een noodgedwongen s p r e i d i n g . Vooral bij a a n ­ houdend droog weer h e r s t e l l e n deze p l a n t e n z i c h langzaam en moet h e t nawerk met de hand l a n g e r u i t g e s t e l d worden dan w e l l i c h t binnen de o r g a n i s a t i e van h e t gehele bedrijf wenselijk i s .

Een vergelijking t u s s e n rijendunners mot ronddraaiende werkende delen aangedreven door loopwielen (zondunners) en machines met

heen-en weerbeweg-heen-ende delheen-en aangedrevheen-en door de normale" aftakas- van de t r e k k e r ( s l i n g e r d u n n e r s ) l e i d t t o t de volgende c o n c l u s i e s s

Overwegingen van l a g e r e aanschaffingsprijs, mogelijkheid t o t vlugger omstellen en g r o t e r e g e s c h i k t h e i d t o t h e t gebruik i n gewassen met- andere rijenaf s tanden, kunnen a a n l e i d i n g zijn t o t een g r o t e r e b e l a n g ­ s t e l l i n g voor s l i n g e r d u n n e r s . Geen dezer overwegingen, kan e c h t e r d o o r s l a g ­ gevend zijn, wanneer h e t . e r om g a a t zo goed mogelijke r e s u l t a t e n t e b e ­ r e i k e n bij machinaal bietendunnen.

Bij vergelijking van de mogelijkheden en moeilijkheden, d i e b e i d e typen rijendunners de (toekomstige) g e b r u i k e r i n h e t gev/as b i e t e n kunnen geven, s t a a t h e t geenszins v a s t , d a t de door de a f t a k a s aangedreven slingerdunner de voorkeur v e r d i e n t boven de door loopwielen aangedreven zondunner.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

veor hat: dijkvak 'l'omaespolcler ob.eek.ne die dat recreatief medegebruik dient te woràen voorkomen en niet dat, 20a1s in paragraaf 5 wordt voorqesteld, &#34;toename van

De resultaten hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 6 van &#34;Toetsing asfalt dijkring 32&#34;. Op grond

Hierbij ten behoeve van het ontwerp de toetsing van de steenbekleding van de Mosselbanken en de Hellegatpolder (STEENTOETS 3.20)?. Tevens een &#34;concept&#34; memo naar aanleiding

In tegenstelling tot de schets bij het verslag van de bespreking op 25 juli 1999 (kenmerk PZDT-V-00196 ontw) dient de dikte van de overlaging ter plaatse van de overgang

Door het waterschap zijn de glooiingen van bovenstaande polders opnieuw getoetst met behulp van STEENTOETS (versie 3.20, WL / Delft Hydraulics, maart 2000).. Het resultaat van

Een van de werken die in het kader van het project Zeeweringen in 2005 in uitvoering komen is de verbetering van de gezette steenbekleding van het dijkvak Koningin Emma-I

5 Volg- Naam van dijkvak Subvakgrenzen jaar in tatie onder- boven- toplaag onderlagen talud helling berm- niveau 0.

lterin!aanvraag onfheffing ex art.. Aanvraag ontheffing, ingevolge artikel 75, vierde lid of vijfde lid onderdeel. Gegevens ontheffingaanvrager Naam organisatie,1.