W erkend en arm in Vlaanderen
Vlaanderen
I ve Marx
Centrum voor Sociaal beleid Herm an Deleeck
Universiteit Antwerpen
Bronnen
• “ De werkende arm en in Vlaanderen, een vergeten groep?”
(2009), I ve Marx, Gerlinde Verbist, Pieter Vandenbroucke,
Kristel Bogaerts, Josefine Vanhille, Viona Rapport, m ei 2009 (cfr.
Viona en CSB websites)
• Lohm an, H. and I . Marx (2008), ‘The different faces of in-work poverty
• Lohm an, H. and I . Marx (2008), ‘The different faces of in-work poverty across welfare state regim es’, in H.J. Andrez and H. Lohm ann, The
Working Poor in Europe; Em ploym ent, Poverty and Globalization, London: Edward Elgar.
• Marx, I and G. Verbist (2008) ‘Com bating in-work poverty in Europe: the policy options assessed’ in in H.J. Andrez and H. Lohm ann, The Working Poor in Europe; Em ploym ent, Poverty and Globalization, London: Edward Elgar.
• Marx, I . and G. Verbist (2008), ‘When fam ialism fails: the nature and causes of in-work poverty in Belgium ’, in in H.J. Andrez and H.
Lohm ann, The Working Poor in Europe; Em ploym ent, Poverty and
Structuur
• De “werkende arm e”: ook bij ons?
• Hoeveel “werkende arm en” zij n er?
• Wie zij n de werkende arm en?
• Wie zij n de werkende arm en?
• Waar faalt het beleid?
• Wat zij n de beleidsopties?
Ook bij ons?
Ook bij ons?
• Associaties:
- Nieuw fenom een,
- een gevolg van de post-industriële transitie, en de - een gevolg van de post-industriële transitie, en de nieuwe arbeidsm arktstratificatie die daar bij hoort (cfr. Reich )
- Am erikaans, of toch overwegend Angelsaksisch fenom een, te weten, vooral een probleem in zwak gereguleerde arbeidsm arkten, m et lage
m inim um lonen
Ook bij ons?
• Associaties:
- Nieuw fenom een, ja en nee
- een gevolg van de post-industriële transitie, en de - een gevolg van de post-industriële transitie, en de nieuwe arbeidsm arktstratificatie die daar bij hoort (cfr. Reich ) (ja en nee, vooral toch nee)
- Am erikaans, of toch overwegend Angelsaksisch fenom een, te weten, vooral een probleem in zwak gereguleerde arbeidsm arkten, m et lage
m inim um lonen (zeker niet)
Definitie
• De werkende arm en zij n m ensen die werken (als werknem er of zelfstandige) en die in een gezin leven m et een gezinsinkom en lager dan gezin leven m et een gezinsinkom en lager dan 60% van het m ediaan gezinsinkom en,
gecorrigeerd voor gezinsgrootte.
• De definitie com bineert dus een individueel
kenm erk en een gezinskenm erk.
Laagbetaald = werkend arm ?
• Zeer beperkte overlapping, om dat de m eeste laagbetaalde werknem ers leven in een gezin m et m eerdere inkom ens
• Mensen die een laagbetaalde job hebben en toch
voornaam ste kostwinner zijn, leven doorgaans wél in arm oede en niet zelden in diepe arm oede.
• En arm oede onder enige kostwinners is niet beperkt tot
diegenen m et een laagbetaalde job..
Wie is dan wel werkend en arm ?
• Het fenom een van de “werkende arm en” hangt dan ook sterk sam en m et een onverm ogen om voldoende arbeidsinkom en te genereren op gezinsniveau in een tij dperk waarin de gem iddelde levensstandaard in essentie wordt bepaald door het
levensstandaard in essentie wordt bepaald door het tweeverdienersinkom en.
• De om vang van het probleem is bij gevolg geen directe reflectie is van het aandeel laagbetaalde j obs, m aar veeleer van enerzij ds socio-dem ografische factoren (bv. het aandeel
éénoudergezinnen) en, vooral, de om vang van het éénverdienerschap.
• Als zodanig m eer een fenom een aangedreven door socio-
dem ografische dan wel econom ische veranderingen (de post- industriële transitie)
Determ inanten
• De om vang van het onderliggende probleem is bijgevolg vooral een resultante van socio-dem ografische structuur en institutionele factoren die m eerverdienerschap
stim uleren en accom m oderen, dan wel belem m eren.
stim uleren en accom m oderen, dan wel belem m eren.
- - arbeidsm arktregulering (m inim um lonen, beperkingen op deeltijdse arbeid en tijdelijke arbeid;
- elem enten van fiscaliteit en para-fiscaliteit die
tweeverdienerschap m ogelijkerwijs beïnvloeden (afgeleide rechten in de sociale zekerheid, huwelijksquotiënt, etc),
- institutionele arrangem enten die de com binatie van werk en gezin accom m oderen (o.a. kinderopvang).
I nternationale variatie
• Lohm ann en Marx (2008) stellen dat die institutionele
factoren op de m eest gunstige wijze gealigneerd zijn in de Scandinavische landen en op de m eest ongunstige wijze in de Zuid-Europese landen.
de Zuid-Europese landen.
• Voor de Angelsaksische en continentaal Europese landen
form uleren we de hypothese dat de institutionele factoren
geen gelijklopende effecten hebben .
Waarom zo weinig werkende arm en in Vlaanderen ?
• Socio-dem ografische structuur (relatief weinig éénoudergezinnen)
• Relatief gecom prim eerde loonstructuur, vooral
• Relatief gecom prim eerde loonstructuur, vooral aan de onderkant
• Ondersteuning van zowel kostwinnersm odel als tweeverdienerschap (optional fam ialism )
• Universele kinderbij slagen op relatief hoog
niveau (en relatief weinig werkende j ongeren)
Waarom zo weinig werkende arm en in Vlaanderen ?
• Let wel: de relatief lage arm oedegraad onder werkenden hangt sam en m et het feit dat de laagste inkom ensregionen overwegend
laagste inkom ensregionen overwegend
“bevolkt” worden door inactieven, die talrij k zij n, en voor wie de arm oedegraad relatief hoog is door de veelal ontoereikende
vervangingsuitkeringen
Wie zij n de werkende arm en?
Wat kan beleid doen?
• Hogere m inim um lonen
• Fiscale en parafiscale m aatregelen
• Non-cash beleid
• Non-cash beleid
Juiste conceptualisatie cruciaal
• De problem atiek van de « werkende arm en » staat niet los van de algem ene
arm oedeproblem atiek arm oedeproblem atiek
• Een doelm atig beleid t.a.v. deze groep kan niet anders dan een onderdeel zij n van een integraal arm oedebeleid
• Beleidskeuzes zij n niet norm atief neutraal
Hogere m inim um lonen?
• Heel weinig m ensen werken daadwerkelij k voor het m inum um loon
• Laagbetaald betekent niet een lage levensstandaard, laat staan arm oede
arm oede
• Een verhoging van het m inim um loon brengt in de regel een
inkom ensstij ging voor diegenen die zich al in het m idden van de welvaartsverdeling bevinden.
• Kan enig financieel soelaas brengen aan m et nam e
alleenstaanden en alleenstaande ouders die m oeten rondkom en m et een laag loon.
• Feit blij ft dat de spill-over naar niet-arm en zeer substantieel zou zij n. Dat is m et nam e relevant indien er j obverlies verbonden is
Sociale lastenverlagingen op lage lonen
• De werkbonus brengt een substantiële inkom enswinst voor m ensen m et een laag arbeidsinkom en.
• Maar de m eesten daarvan zich niet aan de onderkant van de
welvaartsverdeling m aar veeleer in het m idden; de im pact op de welvaartsverdeling m aar veeleer in het m idden; de im pact op de arm oede is dus beperkt.
• Een expansie van een m aatregel zoals de werkbonus is
bovendien uitgeput op het niveau van de m inim um lonen, tenzij m en naar een daadwerkelij ke toeslag zou willen evolueren.
• Het arm oederendem ent van een dergelij ke m aatregel zou echter zeer klein zij n.
• Bovendien zet de verzekerings- en m et nam e de
Fiscale m aatregelen
• Het theoretisch rendem ent in term en van arm oedereductie zou potentieel veel hoger kunnen zij n om dat m en daadwerkelij k
m iddelen kan richten op de onderkant van de inkom ensverdeling en niet op de onderkant van de loonverdeling.
en niet op de onderkant van de loonverdeling.
• Het probleem m et fiscale m aatregelen is echter
• a) het probleem om ‘reële’ en ‘artificieel’ lage fiscale inkom ens voldoende accuraat te onderscheiden, m et de
legitim iteitsproblem en vandien;
• b) het beperkt verm ogen om via de fiscaliteit in te spelen op financiële noden op het m om ent dat ze zich daadwerkelij k stellen.
• Fortaitaire m aatregelen zoals j obkorting helpen (natuurlij k) niet
Non-cash beleid
• Te weten: beleid dat gezinnen helpt hun volle verdienpotentieel te realiseren
- Alleenstaanden/ éénouders: voltijds werk - Koppels: tweeverdienerschap
- Kinderopvang blijft een probleem ; (gesubsidieerde) kinderopvang niet steeds beschikbaar buiten de
reguliere werktijden
- (Universele kinderbijslag biedt inkom enssteun zonder
Beleidsconclusies
• Een adequaat beleid is bij gevolg een m eersporenbeleid a) om dat de “werkende arm en” een divers profiel hebben en b) om dat
elke beleidsparam eter – zij het loonzetting, fiscaliteit, parafiscaliteit, uitkeringen – zich in de regel slechts tot parafiscaliteit, uitkeringen – zich in de regel slechts tot increm entalistische aanpassingen leent (binnen politieke, econom ische en budgetaire beperkingen)
• Bovendien belangrij ke interdependenties en com plem entariteiten tussen beleidsdom einen, bv. selectieve lastenverlagingen en
m inim um lonen