• No results found

Omgaan met de emotionele, lijngerichte en externe eetstijl : een onderzoek naar het optimaliseren van het Skinnyminds coachplan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Omgaan met de emotionele, lijngerichte en externe eetstijl : een onderzoek naar het optimaliseren van het Skinnyminds coachplan"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bewegen, Sport en Voeding Opleiding Voeding en Diëtetiek

Omgaan met de emotionele,

lijngerichte en externe eetstijl

Een onderzoek naar het optimaliseren van het

Skinnyminds coachplan

Namen: Chanté Samuel 500743667 & Laura de Witte 500688291 Nummer afstudeeropdracht: 2019218

Klas: 4.1

Docent: Dr. Hanna Zijlstra Vak: Afstudeeropdracht Semester: 8

Opleiding: Voeding en Diëtetiek Versie: 1

(2)

Voorwoord

Deze afstudeeropdracht is geschreven om inzicht te krijgen in de emotionele, lijngerichte en externe eetstijl en door middel van deze informatie het coachplan van Skinnyminds te optimaliseren. Hierbij zijn er nieuwe lessen ontwikkeld die toegevoegd kunnen worden aan het coachplan van Skinnyminds.

Dit onderzoek is uitgevoerd ter afronding van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam in de periode februari tot juli 2019. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Skinnyminds met als begeleiders Mieke Kosters en Dr. Hanna Zijlstra. Wij willen graag een aantal mensen bedanken. Ten eerste willen wij onze docentbegeleider Dr. Hanna Zijlstra bedanken voor alle gegeven feedback en het meedenken aan het

onderzoek.

Daarnaast willen wij de opdrachtgever Mieke Kosters bedanken voor het aanbieden van deze opdracht, haar hulp, kennis en flexibiliteit wat onze topsport betreft. Ook bedanken wij graag Leanne la Faille, psychologe bij Skinnyminds en Naomi Hartog, online marketeer bij Skinnyminds voor alle tips, feedback en meedenkende instelling.

Ten slotte bedanken wij de oud-deelnemers die mee hebben gewerkt en onze nieuw ontwikkelde lessen hebben beoordeeld.

Wij zijn trots op het eindresultaat en hopen dat u deze scriptie met veel plezier zal gaan lezen.

(3)

Samenvatting

Achtergrond: Meer dan 1,9 miljard mensen boven de 18 jaar had overgewicht (BMI 25-30),

waarvan 650 miljoen obees (BMI >30) waren, in 2016. Dit betekende dat 39% van de wereldbevolking te zwaar was voor zijn lengte, volgens cijfers van de

Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Dit aantal lijkt door te blijven groeien. Obesitas en overgewicht zijn een wereldwijd probleem. Een te hoog gewicht kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, zoals een verhoogd risico op het krijgen van diabetes type 1 en cardiovasculaire ziektes. Er is therapie en preventie nodig om dit gezondheidsprobleem aan te pakken. Wanneer wordt gekeken naar het gedragsveranderingsproces bij afvallen en de psychologie daarachter, kunnen afvallers volgens de literatuur worden onderverdeeld in drie soorten eetstijlen: emotionele, lijngerichte en externe eetstijl. Deze follow-up studie had als doel om de huidige lessen in het coachplan van Skinnyminds te optimaliseren door meer focus te leggen op de drie eetstijlen.

Methode: Dit onderzoek bestond uit een literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek. Het

literatuuronderzoek had als functie om de specifieke kenmerken van de drie type eetstijlen in kaart te brengen. Hieruit volgend is er een checklist ontwikkeld. Met behulp van deze

checklist is het huidige coachplan van Skinnyminds geanalyseerd. Na analyse zijn er nieuwe lessen ontwikkeld. Deze zijn beoordeeld door vijf oud-deelnemers van het Skinnyminds coachplan, aan de hand van een vragenlijst.

Resultaten: Uit het literatuuronderzoek kwam naar voren dat er een aantal verschillen en

overeenkomsten zijn tussen de drie eetstijlen. De belangrijkste verschillen waren dat emotie eters een hoge alexithymie hebben, lijngerichte eters een gebrek aan zelfbeheersing hebben en externe eters eten terwijl zij geen lichamelijke behoefte hebben om te eten. De

belangrijkste overeenkomsten tussen de drie eetstijlen waren overgewicht, ongezonde voeding en impulsief zijn. Deze zijn verwerkt in de checklist. Door middel van de checklist is aangetoond dat het huidige coachplan van Skinnyminds voor 26,67% de emotionele eetstijl bevat, voor 21.33% de lijngerichte eetstijl en voor 16% de externe eetstijl bevat. De nieuw ontwikkelde lessen zijn beoordeeld met een rapportcijfer: Les 1 Stop het snaaien scoorde een 7, les 2 Eetdagboek scoorde een 7.8, les 3 Honger een cijfer geven scoorde een 7.2, les 4 Zelfbeeld en complimentjes scoorde een 7.6, les 5 Slapen is ook belangrijk scoorde een 6.2 en tot slot scoorde les 6 Accepteren een 7.4.

Conclusie: Uit de resultaten is gebleken dat het coachplan geoptimaliseerd kan worden op

het gebied van de emotionele, lijngerichte en externe eetstijl. Alle nieuw ontwikkelde lessen, die door middel van de literatuur zijn opgesteld, scoorde een voldoende. De nieuwe lessen uit dit onderzoek kunnen om deze reden van toepassing zijn voor het huidige coachplan van Skinnyminds.

Sleutelwoorden: emotie eten, lijngericht eten, extern eten, eetstijlen, overgewicht,

(4)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 2 Samenvatting ... 3 1. Inleiding ... 5 1.1 Aanleiding ... 5 1.2 Doelstelling ... 6 1.3 Onderzoeksvraag ... 6 1.2 Deelvragen ... 6 1.3 Leeswijzer ... 7 2. Methode ... 8 2.1 Literatuuronderzoek ... 8 2.1.1 Onderzoeksopzet ... 8 2.1.2 Dataverzameling ... 9 2.2 Kwalitatief onderzoek ... 9 2.2.1 Onderzoeksopzet ... 9 2.2.2 Dataverzameling ... 10 2.2.3 Werving ... 10 3. Resultaten ... 11 3.1 Resultaten deelvraag 1 ... 11 3.1.1 Verschillen ... 11 3.1.2 Overeenkomsten ... 13 3.2 Resultaten deelvraag 2 ... 15 3.2.1 Checklist ... 15

3.2.2 Mate van overeenkomst ... 15

3.3 Resultaten deelvraag 3 ... 17 3.3.1 Ontwikkelde lessen ... 17 3.3.2 Beoordeling ... 20 4. Discussie ... 23 4.1 Verschillen eetstijlen ... 23 4.2 Overeenkomsten eetstijlen ... 23 4.3 Huidige coachplan ... 23 4.4 Nieuwe lessen ... 24

4.5 Sterke en zwakke punten ... 24

5. Conclusie ... 26

6. Aanbevelingen ... 27

7. Literatuurlijst ... 29

8. Bijlage ... 32

Bijlage I: Compleet overzicht coachplan ... 33

Bijlage II: Nieuw ontwikkelde lessen ... 38

Bijlage III: Vragenlijst ... 39

Bijlage IV: Beoordelingen nieuwe lessen ... 52

(5)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Meer dan 1,9 miljard mensen boven de 18 jaar had overgewicht (BMI 25-30), waarvan 650 miljoen obees (BMI >30) waren, in 2016. Dit betekende dat 39% van de wereldbevolking te zwaar was voor zijn lengte, volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Dit aantal lijkt door te blijven groeien (1).

In 2017 had 48,7% van alle Nederlanders van 18 jaar en ouder matig of ernstig overgewicht. In Nederland hebben meer mannen (34,9%) dan vrouwen (27,1%) overgewicht. Bij ernstig overgewicht is dit andersom, meer vrouwen (13,3%) dan mannen (10,8%) hebben obesitas. In totaal hadden in 2017 13,9% van alle Nederlanders ouder dan 18 jaar obesitas (2). Obesitas en overgewicht is een wereldwijd probleem. Een te hoog gewicht kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen. Langetermijnonderzoek door de National Health Service (NHS) heeft aangeduid dat gewichtstoename, overgewicht of obesitas verschillende verhoogde risico’s met zich meenemen, zoals een verhoogd risico op het krijgen van

diabetes type 1, cardiovasculaire ziektes, bepaalde type kanker en vroegtijdig overlijden (3). Al meerdere jaren op rij wordt obesitas door verschillende organisaties zoals, The National Institutes of Health (1998) en de American Medical Association (AMA) House of Delegates (2013), als een ziekte gezien. Zij beweren dat er therapie en preventie nodig is om dit gezondheidsprobleem aan te pakken. Door obesitas te classificeren als chronische

gezondheidstoestand was het inzicht vergroot dat er meer bij kwam kijken. Zo moet er niet uitsluitend verteld worden wat een persoon wel en niet mag eten (4). Op korte termijn werkt een dieet goed en zal iemand (snel) afvallen. Op lange termijn lijkt dit echter een probleem. Na het volgen van een (strikt) dieet komen mensen vaak weer aan, soms wegen ze zelfs zwaarder dan hun oude startgewicht. Daarom is het belangrijk om niet alleen naar het eetpatroon te kijken, maar ook naar de psychologie erachter. Alleen door het daadwerkelijk veranderen van het eetgedrag zal er succes op de lange termijn optreden (5)(6).

Wanneer wordt gekeken naar het gedragsveranderingsproces bij afvallen en de psychologie daar achter kan het gedrag van afvallers volgens de literatuur worden onderverdeeld in drie soorten eetstijlen: emotionele, lijngerichte en externe eetstijl.

1. De emotionele eetstijl houdt in dat emotionele negatieve gevoelens zoals stress, angst en schuldgevoel verward worden met het hongergevoel. Hierdoor is er een groter risico op overeten en overgewicht (7)(8).

2. De lijngerichte eetstijl houdt in dat iemand een dieet volgt en beperkingen voor zichzelf oplegt. Deze zelfopgelegde beperking ten aanzien van eten wordt gemakkelijk doorbroken bij lijners, waardoor overeten ontstaat. Lijners gaan

abnormaal veel eten, wanneer zij iets eten wat op de voor hen “verboden-lijst’’ staat. Bevindingen laten ook zien dat lijners moeite hebben om op gewicht te blijven na een dieet en vaak weer snel aankomen (8).

3. De externe eetstijl houdt in dat eters zich sneller door externe voedsel prikkels, zoals het zien of ruiken van eten, laten verleiden. Echter hebben ze geen lichamelijke behoefte aan eten en wordt het risico op overeten en overgewicht vergroot (8). Deze drie eetstijlen kunnen volgens de literatuur ervoor zorgen dat iemand overgewicht krijgt of moeite heeft met afvallen. Zo is uit onderzoek gebleken dat het verminderen van emotie eten een invloedrijke factor is om succesvol en duurzaam af te vallen (9). Daarnaast is uit onderzoek geen relatie gevonden tussen lijngericht eten en overgewicht, echter werd er wel bevestigd dat lijngericht eten meer kans geeft op overeten, wat er voor kan zorgen dat iemand te zwaar wordt (10). Alhoewel er in voorgaande onderzoeken een duidelijke correlatie is gevonden tussen emotie eten of ongecontroleerd (extern) eten en adipositas

(6)

(vetzucht), is het belangrijk om alle drie de eetstijlen te beoordelen in afvalprogramma’s. Dit is beter omdat de programma’s zich op deze manier op de specifieke probleemgebieden van elk individu kunnen richten (11).

Succesvol afvallen blijft voor veel mensen een lastig onderwerp. Uit onderzoek is gebleken dat coaching kan helpen bij dit probleem. Coaching kan ervoor zorgen dat verschillende soort motivaties, zoals intrinsieke motivatie (van binnenuit), kunnen worden aangewakkerd (12). Waardoor het gedrag van de persoon positief verandert en hij of zij kan afvallen. Het implementeren van de drie eetstijlen in combinatie met coaching bij bedrijven die gericht zijn op afvallen, zou tot succes kunnen leiden om gedragsverandering teweeg te brengen. Het online coachingsbedrijf Skinnyminds probeert hier actief mee bezig te zijn. Skinnyminds is in april 2017 opgericht door Mieke Kosters. Dit bedrijf helpt afvallers met het ontwikkelen van een nieuwe mindset. Er wordt niet gekeken naar wat iemand moet eten, maar naar hoe iemand zijn eetpatroon en gedrag slimmer en vooral effectiever kan aanpakken.

Skinnyminds heeft een coachplan ontwikkeld dat gebaseerd is op de psychologie achter het eten, in combinatie met technologische toepassingen en veel opgeleide en

ervaringsdeskundige coaches. Het plan duurt 6 maanden waarin de klanten intensieve training gedragsverandering krijgen en worden begeleid door coaches. De missie van dit bedrijf: “De beste afslankmethode ooit te zijn, zodat zoveel mogelijk mensen, met de regie in eigen handen, weer lachend in de spiegel kijken!’’ (13).

Uit voorgaand onderzoek bij Skinnyminds van Naomi Hartog en Isa Teunis, twee Voeding en Diëtetiek studenten van de Hogeschool van Amsterdam, afgestudeerd in 2018, is gebleken dat psychologische behandelingen effectief zijn voor het behandelen van vrouwen met overgewicht met verschillende eetstijlen. Het onderzoek concludeert dat elke eetstijl zijn eigen aanpak nodig heeft. Echter bevat het huidige coachplan van Skinnyminds nog geen specifieke aanpak gericht op de drie eetstijlen. Daarom bevelen zij Skinnyminds aan om verschillende aanpakken van de eetstijlen te implementeren in het coachplan (14).

1.2 Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is om de huidige lessen in het coachplan van Skinnyminds te optimaliseren door meer focus te leggen op de drie eetstijlen. Op deze manier wordt er nog beter ingespeeld op de behoeftes van de klanten van Skinnyminds en hun wens om af te vallen. Het eindproduct van dit onderzoek zijn de nieuw ontwikkelde lessen die vanaf 9 juni 2019 beschikbaar worden gesteld aan Skinnyminds. Zij kunnen deze implementeren in hun coachplan.

1.3 Onderzoeksvraag

In hoeverre is het huidige coachplan van Skinnyminds afgestemd op emotionele, lijngerichte en externe eetstijlen en hoe kan het coachplan geoptimaliseerd worden op dit gebied?

1.2 Deelvragen

1. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in de specifieke kenmerken tussen de emotionele, lijngerichte en externe eetstijl?

2. In welke mate spelen de drie eetstijlen een rol in het huidige coachplan?

3. Welke interventies over emotie, lijngericht en extern eten kunnen uit de literatuur in de toekomst worden toegepast in de lessen voor Skinnyminds?

(7)

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 1, de inleiding wordt de aanleiding en het doel van het onderzoek besproken. Hieruit volgt de onderzoeksvraag en de bijbehorende deelvragen.

In hoofdstuk 2, de methode wordt het onderzoeksopzet, de dataverzameling en de werving voor het literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek behandeld.

In hoofdstuk 3, de resultaten komen alle resultaten van het literatuur en kwalitatief onderzoek aan bod.

In hoofdstuk 4, de discussie wordt het onderzoek en onderzoeksproces kritisch beoordeeld.

In hoofdstuk 5, de conclusie wordt er antwoord gegeven op de hoofd- en deelvragen. In hoofdstuk 6, de aanbeveling wordt er advies gegeven aan de opdrachtgever, de beroepspraktijk en voor een eventueel vervolgonderzoek.

In hoofdstuk 7, de literatuurlijst worden alle referenties van het onderzoek weergegeven. In hoofdstuk 8, de bijlage worden een compleet overzicht van het coachplan,

gedragsinterventies, vragenlijst, beoordelingen van de nieuwe lessen en een uitgebreid literatuuroverzicht weergegeven.

(8)

2. Methode

Dit onderzoek bestond uit een literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek. Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag en deelvragen is er gebruikt gemaakt van literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek. In dit hoofdstuk worden de onderzoeksopzet, de dataverzameling en de werving besproken.

2.1 Literatuuronderzoek

Beantwoording van de deelvragen:

● Deelvraag 1: Wat zijn de specifieke kenmerken van de drie eetstijlen?

● Deelvraag 3: Welke interventies over emotie, lijngericht en extern eten kunnen uit de literatuur in de toekomst worden toegepast in de coachplan voor Skinnyminds?

2.1.1 Onderzoeksopzet

Literatuuronderzoek is gedaan door te zoeken naar bruikbare modellen, theorieën en resultaten uit voorgaande onderzoeken, om deze bevindingen vervolgens toe te passen op het eigen onderzoek (15). Literatuuronderzoek vergrootte tevens de kennis van de

onderzoekers. In dit geval betekende dat de kennis over de drie eetstijlen: emotionele, lijngerichte en externe eetstijl.

Om de kwaliteit van het literatuuronderzoek te waarborgen zijn er selectiecriteria opgesteld. Er is enkel gebruik gemaakt van data die zijn opgezocht via de door de Hogeschool van Amsterdam opgegeven zoekmachines: Catalogue Plus, Pubmed, ScienceDirect en

SpringerLink. Daarnaast zijn er alleen full free teksten gebruikt. De selectiecriteria die waren opgesteld zijn:

1. De publicatie van de artikelen mochten niet ouder zijn dan 10 jaar.

2. De artikelen uit een tijdschrift moesten minimaal een Impact Factor van 1,5 hebben.

3. Er moest worden gekeken naar de level of evidence van alle bronnen.

Continu wordt er nieuwe informatie vrijgegeven en onderzoeken gedaan. Om ervoor te zorgen dat de informatie die gebruikt is voor het onderzoek up to date was, werd er voornamelijk gebruik gemaakt van artikelen die niet ouder waren dan 10 jaar. Op deze manier was de informatie actueel en kon er beter antwoord worden gegeven op de hoofd- en deelvragen. Indien artikelen ouder waren dan 10 jaar, maar wel zeer relevant waren en er geen betere bron beschikbaar was, werden deze artikelen kritisch beoordeeld op het jaartal, de informatie en de bron.

De Impact Factor reflecteert het gemiddeld aantal citaten van de artikelen in een tijdschrift gedurende een index jaar. Het zegt iets over de kwaliteit en betrouwbaarheid van het tijdschrift. De Hogeschool van Amsterdam had een eis opgesteld van de Impact Factor die een tijdschrift minimaal moest halen. Deze eis was vastgesteld op een minimale Impact Factor van 1,5. Dit onderzoek heeft daarom zo veel mogelijk gebruik gemaakt van artikelen uit een tijdschrift met een Impact Factor van 1,5 of hoger (16). Overige artikelen die niet de Impact Factor van 1,5 haalden werden kritisch beoordeeld. De onderzoekers hebben gekeken naar de bron en kwaliteit van het artikel.

Daarnaast werd er bij de beoordeling van de literatuur ook gekeken naar de level of evidence. De level of evidence is een vertaling voor het niveau van de bewijskracht. Het niveau van het bewijskracht formuleert de betrouwbaarheid van een onderzoek. Er zijn verschillende schalen om de level of evidence uit te drukken, bijvoorbeeld van A t/m D of van 1 t/m 3, 5 of 6, echter houden zij allemaal hetzelfde in. Zij gaan namelijk allemaal uit van de meest betrouwbare bron (systematische review, meta-analyse van 2 RCT’s) tot de minst betrouwbare bron (de expert opinie: mening op basis van eigen ervaring van de

(9)

In tabel 1 is een voorbeeld te zien van de verschillende niveaus van level of evidence. Dit onderzoek heeft een zo’n hoog mogelijk level of evidence nagestreefd.

Tabel 1: Niveaus level of evidence.

Bron: Nederlands tijdschrift voor geneeskunde (2007) (18).

In bijlage 5 is een overzicht weergegeven van alle gebruikte wetenschappelijke bronnen met daarbij de level of evidence, impactfactor en het jaartal.

2.1.2 Dataverzameling

Om antwoord te geven op de deelvragen is er gebruik gemaakt van verschillende

databanken op het internet: Google, Google Scholar, Pubmed, ScienceDirect, SpringerLink, Catalogue Plus (databank HvA) en Skinnyminds. Daarnaast is er gebruik gemaakt van boeken met betrekking tot onderzoek, voeding, interventiemethodes en Skinnyminds. Voor deelvraag drie, zijn er verschillende interventies opgezocht in de databanken, om te kijken welke wellicht konden worden toegepast in het coachplan.

Bij het vinden van de juiste literatuur zijn de volgende zoektermen gebruikt, al dan niet in combinatie met elkaar: ‘emotion eating’, ‘overweight’, ‘emotie eten’, ‘emotioneel eten’, ‘food’, ‘emotion’, ‘emotional eating’, ‘obese’, ‘impulsive’, ‘restrained eating’, ‘eating styles’, ‘external eating’, ‘traits’, ‘eetgedrag’, ‘cognitieve gedragstherapie’, ‘eating behaviors’, ‘mindfulness’, ‘eetstijlen’, ‘diet’, ‘ACT therapy’, ‘sleep duration’, ‘sleep’, ‘lijngericht eten’ en ‘extern eten’. Daarnaast was er de zoekactie NOT ‘children’ en ‘adolescent’ toegevoegd aan de zoekterm, om op deze manier kinderen en jongvolwassen uit te sluiten in het onderzoek. Dit is gedaan omdat de doelgroep van Skinnyminds in het algemeen ouder is dan 30 jaar.

2.2 Kwalitatief onderzoek

Beantwoording van de deelvragen:

● Deelvraag 2: In welke mate spelen de drie eetstijlen een rol in het huidige coachplan?

● Deelvraag 3: Welke interventies over emotie, lijngericht en extern eten kunnen uit de literatuur in de toekomst worden toegepast in de coachplan voor Skinnyminds?

(10)

2.2.1 Onderzoeksopzet

Kwalitatieve onderzoeksmethoden worden vaak beschreven als onderzoek waarbij geen cijfermatige gegeven worden verzameld, maar juist de informatie wordt verkregen door het o.a. het analyseren van teksten en het houden van interviews (15). Voor dit onderzoek was dat het analyseren van het coachplan en een vragenlijst. De vragenlijst is bij vijf oud

deelnemers afgenomen.

2.2.2 Dataverzameling

Om deelvraag 2 te beantwoordden, is er gebruik gemaakt van het volgende meetinstrument: checklist. Deze checklist was niet voor een bepaalde doelgroep, maar voor de onderzoekers zelf. Op basis van het literatuuronderzoek is de checklist ontwikkeld die de drie eetstijlen specificeerde (deelvraag 1). Daarnaast is er gekeken naar het taalgebruik in de huidige lessen van Skinnyminds. De checklist heeft deze termen overgenomen. Daarna is deze checklist gebruikt bij het doorlopen van de lessen van het coachplan (deelvraag 2). De onderzoekers hadden apart van elkaar de lessen beoordeeld met behulp van de checklist om de betrouwbaarheid te vergroten. Vervolgens hadden de onderzoekers de

overeenkomsten en verschillen met elkaar besproken en gezamenlijk een nieuwe checklist ingevuld.

Om deelvraag 3 te beantwoordden, is er gekeken naar de gevonden interventies in het literatuuronderzoek. Deze zijn naast de bestaande lessen van het coachplan gelegd en waren indien mogelijk gefuseerd tot een nieuwe les die voldeed aan de eisen van de checklist (deelvraag 3). Om de nieuwe lessen uit te testen bij vijf oud deelnemers, is er gebruik gemaakt van een derde meetinstrument: een vragenlijst. De vragenlijst bevatte open vragen, zodat de testpersonen diep op de vragen in konden gaan. Deze ingevulde

vragenlijsten zijn geanalyseerd. Op die manier kregen de onderzoekers een goed beeld welke ontwikkelde gedragsinterventies geschikt waren volgens de oud deelnemers. Dit kon worden meegenomen in het advies aan Skinnyminds.

2.2.3 Werving

De onderzoeksgroep voor de vragenlijst bevatte de volgende inclusie- en exclusiecriteria:

Inclusie Exclusie

Oude deelnemers die zijn begonnen tussen april 2017 en augustus 2018 die het coachplan hebben afgerond.

Deelnemers die het coachplan niet hebben afgerond.

Coaches die werkzaam zijn bij Skinnyminds.

De deelnemers werden geworven via de database van Skinnyminds. Deze personen werden benaderd via de email. Als ze interesse hadden, werden ze toegevoegd aan de

(11)

3. Resultaten

Dit hoofdstuk bevatten de resultaten die voortvloeien uit de drie deelvragen van dit onderzoek.

3.1 Resultaten deelvraag 1

De volgende resultaten zijn voor de beantwoording van deelvraag 1: “Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in de specifieke kenmerken tussen de emotionele, externe en

lijngerichte eetstijl?”. Een compleet overzicht is terug te vinden in figuur 1.

3.1.1 Verschillen

In dit kopje worden de verschillen van de kenmerken genoemd van de drie eetstijlen.

Emotie eten

Emotie eten: “De neiging om te overeten (te veel eten) als reactie op negatieve emoties zoals angst of prikkelbaarheid” (19).

Binnenshuis

Thuis wordt er door een emotie eter vaak meer gegeten dan op andere locaties (20). Tekort aan dopamine

Uit recent neurobiologische onderzoek is gevonden dat emotie eten een correlatie heeft met een tekort aan dopamine. Dopamine regelt onder andere de stemming van een persoon. Dit onderzoek suggereert dat als emotie eters een laag dopaminegehalte hebben en wanneer deze personen negatieve emoties hebben, zullen zij dit compenseren door meer te gaan eten (21)(22).

Alexithymie

Dit is een hoge mate van gevoelsblindheid: “Wanneer mensen zich niet bewust zijn van hun negatieve gevoelens en deze niet goed kunnen verwoorden”. Mensen met een hoge

alexithymie kunnen niet goed hun emoties reguleren en gaan als respons overeten (22). Slechte interoceptief bewustzijn

Slechte interoceptief bewustzijn heeft een positieve correlatie met emotie eten en zorgt voor een verhoogd risico dat een persoon te veel eet of obesitas krijgt. Interoceptie is het

doorgegeven van prikkels in het lichaam, naar bijvoorbeeld de hart of de maag. Het zorgt voor het gevoel van slaap, maar ook van honger, dorst en verzadiging. Mensen die een slecht interoceptie hebben, herkennen minder goed de gevoelens van honger, dorst en verzadiging. Hierdoor eten zij meer dan mensen die dit gevoel wel herkennen en dus wel een goed interoceptie hebben (23).

Stress

Bij stress is de normale reactie van het menselijk lichaam het verlagen van de eetlust. Iemand gaat minder eten wanneer stress wordt ervaren. Stress en emoties leiden om deze reden voornamelijk tot gewichtsverlies. Echter is dit niet het geval bij emotie eters. Emotie eters hebben zichzelf aangeleerd om meer te gaan eten als reactie op de stress.

Evolutionair gezien is dit dus atypisch gedrag (21). Zichtbaar voedsel

Een belangrijke voorwaarde voor emotioneel eten is dat er voedsel zichtbaar aanwezig moet zijn. Wanneer er geen voedsel in het zicht van de emotie eter is, vindt er ook geen emotie eten plaats. Dit bleek uit een experiment met 98 vrouwelijke Amerikaanse studenten aan een Amerikaanse universiteit. De helft van de vrouwen had overgewicht en de andere helft had een gezond gewicht. Een deel van de studenten met overgewicht en een deel van de

(12)

studenten met een normaal gewicht werd bang gemaakt, dit werd gedaan door deze studenten een bedreigende persoonlijkheidstest te laten maken. De test bestond uit

meerdere delen. Na het eerste deel kregen de groep mensen voedsel aangeboden dat wel zichtbaar voor ze was, M&M’s in een doorzichtige plastic zak. Na het tweede deel kreeg de groep weer voedsel aangeboden, dit keer M&M’s in een bruine papieren zak. De

bedreigende persoonlijkheidstest bleek te werken, de studenten met overgewicht aten alleen veel als zij angstig waren en de M&M’s in een doorzichtige plastic zak zaten, waardoor de M&M’s goed zichtbaar waren. Deze twee gegevens los van elkaar leidden bij de studenten niet tot meer consumptie, dus alleen maar angst of alleen maar zichtbare M&M’s werkten niet. Bij de studenten met een gezond lichaamsgewicht, leidden beide gegevens nauwelijks tot een hogere consumptie. Wel bleek dat deze studenten beduidend minder aten bij angst dan toen zij niet angstig waren. Dit bevestigt nogmaals hoe ‘normale’ mensen reageren in een stresssituatie (24).

Lijngericht eten

Lijngericht eten: “Minder eten dan gewild om lichaamsgewicht te verliezen of te behouden’’ (25).

Gewichtscontrole

Lijngerichte eters hebben een betere gewichtscontrole als ze dit nodig hebben en

gemotiveerd zijn. Voldoen zij niet aan deze eis, dan zorgt deze eetstijl ervoor dat mensen problemen krijgen met eten (11).

Gebrek aan zelfbeheersing

Lijngerichte eters kunnen hun zelfbeheersing soms geheel kwijtraken, waardoor zij

overmatig gaan eten. Er zijn twee uiterste bij de lijngerichte eetstijl: of ze houden zich aan een strikt dieet of ze gaan helemaal los en eten alles. Dit gebeurt voornamelijk in

verstorende situaties (21). De zogehete ‘wat kan het ook schelen’ effect van de Canadese psycholoog Peter Herman sluit hierop aan. Met behulp van het milkshake ijs experiment werd dit aangetoond. In dit experiment werden de deelnemers ingedeeld in twee groepen: de lijners en niet lijners. De deelnemers namen deel aan een smaaktest en kregen één of twee milkshakes om te testen. Vervolgens kregen de deelnemers een nep smaaktest om ijs te beoordelen en mochten zoveel ijs eten als ze wilden. De groep niet lijners aten na hun milkshake enkele hapjes ijs bij het drinken van één milkshake en ze aten nog minder ijs bij het drinken van twee milkshakes. Bij de groep lijners was dit resultaat andersom. Hoe meer milkshakes ze hadden gedronken, hoe meer ijs ze aten. Het ‘wat kan het ook schelen’ effect ontstaat wat leidt tot overgave aan de eetlust (26).

Foutieve perceptie energiebehoefte

Lijngerichte eters beperken hun voedingsinname niet genoeg om daadwerkelijk af te vallen (23). Ze eten minder dan ze zouden willen eten, maar eten niet minder dan hun lichaam nodig heeft. Daarnaast zijn de momenten dat ze teveel eten, te hoog om op lange termijn tot gewichtsverlies te leiden (27).

Extern eten

Extern eten: “Overeten als gevolg van het niet kunnen weerstaan van buiten komende verleidelijke voedselprikkels als geur, zichtbaarheid en smakelijkheid van voedsel” (24). Geen honger

Volgens de externaliteitstheorie van Van Strien bestaat er voor externe eters een groter risico op gewichtstoename, doordat zij gevoeliger zijn voor verleidelijke voedselprikkels uit de omgeving. Zij hebben echter geen lichamelijke behoefte om te eten (28).

Evolutie: vetreserve

(13)

bouwen. Dit om in tijden van hongersnood te overleven. Dit is in het Westerse leven nadelig omgeslagen. Tegenwoordig wordt er geleefd in een obesogene omgeving, waarin altijd voedselprikkels aanwezig zijn. Externe eters kunnen deze prikkels moeilijk weerstaan, wat leidt tot overgewicht (29). Hetzelfde concept van Neel’s zorgt voor een vertraagde

stofwisseling tijdens het lijnen. Deze wordt als het ware op spaarstand gezet, waardoor afvallen lastiger wordt (24).

3.1.2 Overeenkomsten

In dit kopje worden de kenmerken beschreven die overeenkomsten vertonen bij de drie eetstijlen.

Overgewicht

Alle drie de eetstijlen zorgen voor een hoger risico op overgewicht (27)(29)(30). Ongezonde voeding

Overeenkomst tussen alle drie de eetstijlen. Emotie eters kiezen sneller ongezonde voeding als zij negatieve emoties ervaren (20). Lijngerichte eters hebben een lijst met verboden voedingsmiddelen, deze lijst bestaat uit voedingsmiddelen die ongezond zijn. Wanneer zij een eetbui hebben, zullen zij voedingsproducten van de lijst eten (27). Extern eten is ontstaan vanuit een genetisch en evolutionair oogpunt. Er wordt gesuggereerd dat externe eters sneller kiezen voor vetrijke producten, om zo een reserve op te slaan in hun lichaam. Deze vetreserve dient om hongersnood en voedselschaarste tegen te gaan (29).

Impulsiviteit

Overeenkomst tussen alle drie de eetstijlen. In de literatuur is gevonden dat emotioneel eten een positieve associatie heeft met impulsiviteit. Een hoge impulsiviteit niveau leidt tot

beperkingen in de controle om niet te overeten. Impulsieve personen kunnen in negatieve emotionele toestanden geen weerstand bieden aan hun drang om te eten (31). Bij

lijngerichte eters is dit ook het geval. Uit onderzoek tussen wel en niet lijngerichte eters is gebleken dat lijngerichte eters vaker overeten en een hogere calorie-inname hebben als zij in een impulsieve toestand belanden. Hierdoor wordt het lastig voor hen om zich aan hun gewichtsverlies doel te houden als zij geconfronteerd worden met lekker eten. Hierop kan worden geconcludeerd dat mensen die minder impulsief zijn eerder succes zullen boeken met afvallen dan mensen die een hoge impulsiviteit hebben (32). Extern eten wordt ook geassocieerd met een verhoogde impulsiviteit. De Barrat Impulsiveness Scale-11 meet de impulsiviteit met 3 schalen.

1. Motorisch impulsief: doen zonder te denken

2. Cognitieve impulsiviteit: snelle cognitieve beslissingen maken 3. Niet plannen impulsiviteit: waarbij het vooral gaat om het nu.

Uit een onderzoek met de Barrat Impulsiveness Scale is een significante relatie gezien dat mensen met een hoge schaal van motorische impulsief, het snelste kiezen voor ongezonde zoete snacks (33).

Negatieve emoties

Overeenkomst tussen emotie en lijngericht eten. Emotie eters eten om negatieve gevoelens, zoals stress, boosheid, verdriet en eenzaamheid, te dempen (30). Lijngerichte eters kunnen door negatieve emoties geen energie meer hebben om hun dieet vol te houden, waardoor ze overeten (20). Positieve emoties hebben echter geen invloed op het eetgedrag bij alle drie de eetstijlen (24).

Eetbuien

Overeenkomst tussen emotie en lijngericht eten. Emotie eten bestaat meestal uit eetbuien. In een korte tijd worden dan veel extra calorieën genuttigd (30). Bij lijngerichte eters wordt de cognitieve controle op het eetgedrag om een bepaalde reden doorbroken, waardoor lijners vaak toe geven aan hun eetlust en komt het voor dat ze enorme hoeveelheden

(14)

Verstoorde eetrelatie

Overeenkomst tussen emotie en lijngericht eten. Eten of juist niet-eten beïnvloed niet het hele leven van een emotie eter, maar heeft wel een dagelijkse invloed op gedachten en stemming (30). Lijngerichte eters hebben voor zichzelf een verboden voedingslijst opgesteld. Deze lijst beïnvloed de lijngerichte eter op een dagelijkse basis, zij zijn de hele tijd in conflict om die voeding te vermijden die op hun lijst staat (28)(27).

Schuldgevoel

Overeenkomst tussen emotie eten en lijngericht eten. Emotie eters hebben vaak na het overtollig innemen van voedsel meteen een schuldgevoel (30). Vrouwen die hoog scoren op lijngerichte eters, hebben een relatie met een hogere strafgevoeligheid. Nadat zij een eetbui hebben gehad en voeding die op hun verbodenlijst staan hebben genuttigd, voelen zij zich schuldig en straffen zij zichzelf. Dit resulteert in compensatiegedrag, zoals expres minder eten (34).

Ongerust over lichaamsgewicht/vorm

Overeenkomst tussen emotie eters en lijngerichte eters. De prevalentie van emotioneel eten is hoger bij individuen die ongerust zijn over hun lichaamsgewicht/vorm of die geloven dat zij overgewicht hebben (35). Lijngerichte eters kampen met hetzelfde probleem. Uit onderzoek is gebleken dat lijngerichte eters eerder gemotiveerd zijn om af te vallen uit angst om dik te zijn, dan het verlangen om dun te zijn of te worden (23).

Verleidelijke voedingsprikkels

Overeenkomst tussen externe eters en lijngerichte eters. Externe eters overeten zich omdat zij de prikkels van voeding zoals, geur, zichtbaarheid en smaak, niet kunnen weerstaan (24). Ze laten zich leiden door hun omgeving, ook als ze geen lichamelijke behoeftes van honger hebben (28). Lijngerichte eters zullen zich ook overeten na blootstelling aan dezelfde verleidelijke prikkels (32).

Overzicht

Figuur 1 geeft een compleet overzicht van de verschillen en overeenkomsten van de drie eetstijlen weer.

(15)

3.2 Resultaten deelvraag 2

De volgende resultaten horen bij deelvraag 2: “In welke mate spelen de drie eetstijlen een rol in het huidige coachplan?”

3.2.1 Checklist

Door middel van literatuur uit deelvraag 1 is er door de onderzoekers een checklist opgesteld. Deze checklist bestaat uit de drie eetstijlen: emotie, lijngerichte en externe eetstijl. Elke eetstijl heeft zijn eigen kenmerken. Van deze kenmerken zijn subcategorieën gemaakt die weergegeven zijn in onderstaande checklist.

Emotie eten ❏ Stress ❏ Ongerust ❏ Bezorgd ❏ Gespannen ❏ Verdrietig ❏ Eenzaam ❏ Geïrriteerd ❏ Boos ❏ Schuldgevoel ❏ Eetbuien

❏ Het ontwijken van emoties ❏ Emoties niet goed kunnen

verwoorden ❏ Overeten ❏ Negatieve emoties Lijngericht eten ❏ Eetbuien ❏ Impulsief gedrag ❏ Lijst ‘verboden’ voedsel ❏ Strikt dieet: ik mag dit niet

❏ Overeten ❏ Schuldgevoel

❏ ‘Wat kan het ook schelen’ effect ❏ Obsessief

Extern eten

❏ Omgeving

*Beïnvloed worden door mensen in de omgeving: familie, vrienden, kennissen, maar ook

kapper/bakker/slager/supermarkt etc. ❏ Geur ❏ Zien ❏ Smaak ❏ Locatie/aanbod

*Eten associëren met locatie: restaurant, strand, thuis etc. ❏ Gebeurtenissen

* Eten associëren met gebeurtenissen: verjaardag, borrelen, vakantie etc. ❏ Overeten

3.2.2 Mate van overeenkomst

De checklist is door twee onderzoekers afzonderlijk ingevuld (kolom: onderzoeker 1 en onderzoeker 2). In tabel 2 zijn deze resultaten weergegeven. Vervolgens hebben de twee onderzoekers de resultaten besproken en de overeenkomsten bekeken. De definitieve beoordeling is hieruit voortgekomen. De nummers in tabel 2 komen overeen met de lessen in het coachplan.

(16)

Tabel 2: Verschillen, overeenkomsten en definitieve beoordeling checklist. Kenmerk Onder- zoeker 1 Onder- zoeker 2 Overeen-komst voor bespreking Definitieve beoordeling lessen Emotie eten 1. Stress 9.04 2.09, 9.04 9.04 9.04 2. Ongerust 4.04, 8.02 1.03, 1.05, 2.08 - 3. Bezorgd 10.07 8.02, 8.04 - 8.02, 8.04 4. Gespannen 7.06 - - 5. Verdrietig 3.03 1.03, 2.08, 8.02, 8.04 - 8.02, 8.04 6. Eenzaam - - - 7. Geïrriteerd - - - 8. Boos - 1.03, 8.02, 8.04 - 8.02, 8.04 9. Schuldgevoel 2.04 - - 2.04 10. Eetbuien 6.09, 8.05 - - 8.05

11. Het ontwijken van

emoties 5.02, 8.01, 8.03 1.05, 8.01, 8.03, 10.7 8.01, 8.03 5.02, 8.01, 8.03

12. Emoties niet goed

kunnen verwoorden 5,01, 7.07, 8.04 - - 7.07 13. Overeten 2.07, 7.04, 7.05 1.05, 8.01, 8.05, 9.02 - 1.05, 2.07, 5.09, 6.09, 7.05, 9.02 14. Negatieve emoties 2.08, 6.03, 6.04 , 7.06, 7.07, 8.01, 10.07 2.08, 6.03, 6.04, 7.06, 7.07, 8.01, 10.07 2.08, 6.03, 6.04, 7.06, 7.07, 8.01, 10.07 2.08, 6.03, 6.04, 7.06, 7.07, 10.07 Lijngericht eten 15. Eetbuien - - - 8.05 16. Impulsief gedrag 5.09, 6.08 1.05 - 6.08 17. Lijst ‘verboden’ voedsel 1.04, 7.09 1.04, 1.05 1.04 1.04, 7.09

17. Strikt dieet: ik mag dit niet: 2.03, 2.05, 6.06, 7.08 1.04, 1.05, 6.01, 7.08, 7.09, 10.05 7.08 2.05, 7.08, 10.05 18. Overeten 2.07, 5.09, 7.05 1.05, 6.01, 8.05, 9.02 - 1.05, 2.07, 5.09, 7.05, 9.02 19. Schuldgevoel 2.04 - - 2.04

20. Wat kan het ook Schelen effect 6.01, 6.07, 6.10 3.01, 6.01 6.01 6.01, 6.10 21. Obsessief 2.02 2.02 2.02 2.02 Extern eten 22. Omgeving *Beïnvloed worden door mensen in de omgeving: familie, vrienden, kennissen, 2.06, 4.03, 9.03 1.05, 1.06, 2.08, 9.03, 10.07 9.03 1.06, 2.08, 4.03, 9.03

(17)

maar ook kapper/ bakker/slager/ supermarkt etc. 23. Geur - - - 24. Zien - - - 25. Smaak - - - 26. Locatie/aanbod * Eten associëren met locatie: restaurant, strand, thuis etc. 1.06, 2.03, 2.04 1.05, 1.06, 2.03, 2.08, 9.03, 10.07 1.06, 2.03 1.06, 2.03, 2.08, 9.03 27.Gebeurtenissen * Eten associëren met bepaalde gebeurtenissen: verjaardag, borrelen, vakantie etc. 7.02 1.03, 1.05, 1.06, 2.08, 6.03 - 1.06, 2.08, 6.03 28. Overeten 2.07, 7.04, 7.05, 9.07 1.05, 8.05, 9.02 - 1.05, 2.07, 5.09, 7.05, 9.02, 9.07

50 van de 75 lessen gaven onderzoeker 1 en 2 dezelfde beoordeling. Dit komt neer op een percentage van 66,67%. De 50 lessen die overeen kwamen bestaan uit lessen die door beide onderzoekers niet zijn beoordeeld als eetstijl en lessen die door beide onderzoekers wel zijn beoordeeld als eetstijl in dezelfde subcategorie.

Het huidige coachplan van Skinnyminds bevat: - 26,67% van de emotionele eetstijl (20 lessen) - 21,33% van de lijngerichte eetstijl (16 lessen) - 16% van de externe eetstijl (12 lessen)

De overige lessen (57.33%, n=43) in het coachplan bevat informatie over algemene kennis over voeding, bewegen, eetpatronen, verandering, motivatie en hoe je slank kunt blijven. Deze lessen bevatten geen specifieke kenmerken van de drie eetstijlen en voldoen om deze reden niet aan de checklist.

In bijlage 1 is een overzicht te vinden van alle lessen. In deze bijlage is aangegeven bij elke les of deze wel of niet een eetstijl bevat.

3.3 Resultaten deelvraag 3

De volgende resultaten geven antwoord op deelvraag 3: ‘Welke interventies over emotie, lijngericht en extern eten kunnen uit de literatuur in de toekomst worden toegepast in de lessen voor Skinnyminds?’

3.3.1 Ontwikkelde lessen

Na analyse van het coachplan, bleek dat een aantal lessen geoptimaliseerd konden worden. Deze lessen met de desbetreffende eetstijl staan hieronder beschreven. In bijlage 2 zijn de gehele nieuwe lessen te zien. Tevens is bij elke les door middel van een gele ster

aangegeven welke eetstijl de desbetreffende les bevat. Drie van de zes lessen bevatten de emotionele eetstijl, twee van de zes lessen bevatten de lijngerichte eetstijl en drie van de zes lessen bevatten de externe eetstijl.

(18)

Eetbuien: Complexe koolhydraten

Lijngericht eten gaat altijd gepaard met periodes van heel streng diëten gevolgd door eetbuien. Tijdens deze eetbuien kan het voor de persoon voelen alsof zij verslaafd zijn aan suiker. Dit kan komen doordat voedingsstoffen met een hoog suikergehalte eerder in het bloed worden opgenomen dan andere voedingsmiddelen. Hierdoor krijg je een piek in je suikerspiegel, echter daalt deze piek ook weer snel, waardoor een persoon het gevoel kan hebben deze weer te moeten aanvullen met meer suikers.

Interventie les 1 - Stop het snaaien: De opdracht is om in de supermarkt niet meer voor de snelle suikers te kiezen, zodat deze ook niet meer in huis worden gehaald. In plaats daarvan wordt er gestimuleerd om te kiezen voor voedingsmiddelen met complexe koolhydraten. Deze zitten vooral in volkorenproducten, zoals volkorenbrood, volkoren crackers, havermout etc. De complexe koolhydraten worden minder snel opgenomen in het bloed en geven langer energie. Hierdoor zal er minder last van eetbuien worden ervaren (36).

Deze interventie kan toegevoegd worden aan les 2.06: Gezonde keuzes. De desbetreffende eetstijl van de interventie is de lijngerichte eetstijl.

Cognitieve gedragstherapie: stimuluscontrole

Cognitieve gedragstherapie wordt sinds de jaren 60 gebruikt als therapie tegen obesitas. De therapie richt zich op de versterking van de zelfcontrole, gebaseerd op de operante

conditionering (37). Operante conditionering is een leerproces door middel van straffen en belonen.

Interventie les 2 - Eetdagboek: De opdracht is om een eetdagboek bij te houden en op te schrijven wat je eet, waar je eet (extern eten), in welke situaties (extern eten) en welke gevoelens je daarbij hebt (emotie eten) (38). Door op te schrijven welke prikkels, gevoelens en situaties tot ongewenst eetgedrag leiden, wordt het zelfinzicht vergroot. Vervolgens is de opdracht om op bepaalde tijden en plaatsen te eten en hierop te concentreren om zo de uitlokkende prikkels te beperken. Dit wordt ook wel stimuluscontrole genoemd (37). Deze interventie kan toegevoegd worden aan les 2.02: Eetdagboek.

De desbetreffende eetstijl van de interventie is de emotionele en externe eetstijl.

Bewust en met aandacht eten

Overeten kan voor komen als een persoon niet bewust aan het eten is. Dit is vaak het geval bij externe eters. Externe eters kunnen overeten voorkomen door op de juiste plekken te eten en plekken met verleidingen te vermijden. De juiste plek voor een externe eter is een rustige plek zonder verleidingen. Hiermee wordt ook bijvoorbeeld het niet eten voor de televisie bedoeld (39).

Interventie les 3 – Honger een cijfer geven: Om kennis te maken met het

verzadigingssysteem in het lichaam wordt er gebruikt gemaakt van de hongerschaal. Hierbij geeft de persoon voordat zij gaat eten zichzelf een cijfer van 1 tot 10. Het cijfer 1 staat voor uitgehongerd, het cijfer 10 staat voor te vol. Wanneer het cijfer oploopt naar een 6, is het tijd om te stoppen met eten.

Deze interventie kan toegevoegd worden aan les 2.03: Happen cijfer geven. De desbetreffende eetstijl van deze interventie is de externe eetstijl.

Verbeteren (negatief) zelfbeeld

Het hebben van een negatief zelfbeeld gaat gepaard met emotioneel eten. Uit onderzoek is gebleken dat door middel van copingstrategieën een positief zelfbeeld ontwikkeld kan worden. Oefeningen om stress te verminderen, het hebben van sociaal support en eetbuien

(19)

zelfbeeld. Zij koppelen het verliezen van gewicht aan het verdwijnen van hun negatieve zelfbeeld. Wanneer het afvallen niet lukt, wordt dit door hen gezien als persoonlijk falen. Hierdoor kunnen ze in een negatieve spiraal terecht komen. Vervolgens hebben zij telkens het gevoel dat zij gaan falen, waardoor de regie over hun eetgedrag vervaagd en zij gaan overeten (14).

Interventie les 4 - Zelfbeeld en complimentjes: Om het zelfbeeld te verbeteren kan er worden gekeken naar het geven van complimenten. Een persoon geeft over het algemeen vaker complimentjes aan zijn/haar vrienden, dan aan zichzelf. Bij deze opdracht wordt er gevraagd om zichzelf elke dag een compliment te geven. Een hulpmiddel bij deze opdracht is het dragen van een elastiekje om de pols. Elke keer dat de persoon opmerkt dat ze het elastiekje om hebben, geven ze zichzelf een complimentje (41).

Deze interventie kan toegevoegd worden aan les 4.01: Herinner jezelf.

De desbetreffende eetstijl van deze interventie is de emotionele en lijngerichte eetstijl.

Goede nachtrust

Externe eters hebben baat bij een goede nachtrust. Dit komt omdat zij anders geneigd zijn om in de avond of ‘s nachts op pad te gaan naar eten. Dit heet ook wel Night Eating Syndrome (NES), hierbij heeft iemand een abnormaal verhoogde eetlust naar bepaalde voedingsmiddelen in de avond/nacht. Dit syndroom wordt geassocieerd met schade aan de hypothalamus. Mensen met NES gaan in de avond of nacht snacken. NES ontstaat als er voedingsprikkels aanwezig zijn bij een verslechterde slaapkwaliteit (19)(42).

Interventie les 5 - Slapen is ook belangrijk: Veel mensen slapen te weinig. Zij besteden veel tijd op hun telefoon of tv in de avond. Dit resulteert in een mogelijke slaaptekort. Focussen op het eetgedrag is moeizamer wanneer iemand geen goede nachtrust heeft gehad.

Hierdoor is de kans op overeten groter (42). De opdracht hierbij is het zetten van een wekker in de avond ter herinnering om op tijd naar bed te gaan.

Deze interventie kan toegevoegd worden aan les 9.04: Invloed hormonen: zon, slaap, stress.

De desbetreffende eetstijl van deze interventie is de externe eetstijl.

Mindfulness

De afgelopen jaren is de populariteit van mindfulness interventies gestegen (43). Uit onderzoek is gebleken dat het toepassen van mindfulness oefeningen een positief effect hebben op het verminderen van emotioneel eten, binge eating en emotionele eetbuien (24)(44). Mindfulness interventies leert vaardigheden om negatieve gevoelens te accepteren in plaats van deze gevoelens te onderdrukken. Als deze negatieve gevoelens niet

geaccepteerd worden, is een persoon sneller geneigd om een emotionele eetbui te krijgen (43).

Interventie 6 - Accepteren: Emotionele eetbuien kunnen worden voorkomen door bepaalde situaties waarin wordt getwijfeld te accepteren. Dit kan worden gedaan doormiddel van een vierstappenplan. In de eerste stap wordt er gekeken naar relaties/situaties waar iemand veel waarde aan hecht, maar twijfels over heeft. De tweede stap is om op een stuk papier of kaart op te schrijven wat er waardevol wordt gevonden aan de relatie/situatie. Bij stap 3 wordt er gevraagd op te schrijven welke moeilijke gedachtes of gevoelens de persoon ervaart in deze relatie/situatie. Tenslotte wordt in stap 4 het stuk papier in een tas,

portemonnee of broekzak gestopt. Daarbij wordt er elke dag naar beide kanten van de kaart gekeken en afgevraagd of beide kanten kunnen worden geaccepteerd (45).

Deze les kan als nieuwe les dienen in het coachplan bij stap 7: Patronen. De desbetreffende eetstijl van deze interventie is de emotionele eetstijl.

(20)

3.3.2 Beoordeling

Om de nieuw ontwikkelde lessen te onderzoeken, zijn ze getest door 5 oud deelnemers van Skinnyminds. Door middel van een vragenlijst (bijlage 3) hebben zij de lessen beoordeeld. Hieronder volgt een samenvatting van de resultaten en feedback van de oud deelnemers.

Les 1: Stop het snaaien

Rapportcijfer: 7 (=gemiddelde van 5, 9, 8, 5, 8)

Samenvatting beoordelingen: De algemene indruk van deze les was uiteenlopend van handig en leerzaam tot verwarrend. Verwarring ontstond onder andere doordat de uitleg over snelle en langzame suikers als onduidelijk werd aangeduid (n=2). De respondenten raakte niet gemotiveerd (n=3), gemotiveerd (n=1) en zeer gemotiveerd (n=1). De

respondenten vonden het een aantrekkelijke les doordat ze bewuster werd (n=1), er stil werd gestaan bij het type koolhydraten (n=1) en het bekijken van het eigen keukenkasje (n=2). Eén van de vijf respondenten vond de les te eenzijdig en daardoor niet aantrekkelijk (n=1). Een andere respondent (n=1) vond de opdracht te chaotisch en te belerend. Op de vraag of deze les als toegevoegde waarde kan dienen in het coachplan werd ja (n=3) en nee (n=2) geantwoord. De reden hiervoor was dat deze les nuttige informatie bevat (n=1), maar wel te simpel en niet vernieuwend werd gevonden (n=2).

Tips:

1. Een lijst bijvoegen wat er dan wel best in de keukenkastjes kunnen staan.

2. Niet alleen kijken naar producten waar geen volkoren op staat, maar ook naar de labels en de hoeveelheid gram suiker in het product.

3. Toevoegen hoe je op een verpakking complexe koolhydraten kunt herkennen. 4. Een grafiekje bij doen om de sugarrush te verbeelden en te verduidelijken 5. Spelling nakijken/tekst nakijken (bijv. shoppen met een lege maag is

levensgevaarlijk. Dit klinkt te overdreven) 6. Tussenkopjes aansprekender maken

7. Vervang de laatste zin door een aanmoedigende/positieve zin.

Les 2: Eetdagboek

Rapportcijfer: 7.8 (=gemiddelde van 7, 10, 8, 5, 9)

Samenvatting beoordelingen: De algemene indruk van de les was divers van niet vernieuwend tot leerrijk en goed voor de bewustwording. De respondenten waren matig gemotiveerd (n=2), gemotiveerd (n=1) en zeer gemotiveerd (n=2). De respondenten vonden de les zeer aantrekkelijk (n=3) en erg confronterend (n=2), doordat de les de respondenten stimuleert tot nadenken. Echter vond één respondent de les te belerend geformuleerd. De les werd door alle respondenten (n=5) als duidelijk ervaren. Op de vraag of deze les als toegevoegde waarde kan dienen in het coachplan werd ja (n=4) en nee (n=1) geantwoord. De respondent die het geen toegevoegde waarde vond, had het idee dat de opdracht al in het huidige coachplan zit.

Tips:

1. Erbij vermelden hoelang het duurt voordat het eetpatroon veranderd.

2. Deze opdrachten in meerdere doelen opdelen, omdat het een grote opdracht is. 3. Haal zelfinzicht en het eetdagboek los van elkaar, het hele coachplan is namelijk

zelfinzicht.

4. Een grote opdracht, wat veel tijd kost. Mogelijk beter om dit te verdelen over meerdere opdrachten.

5. De term stimulus controle weghalen, de term voegt niets toe/maakt het minder toegankelijk voor iedereen.

(21)

Les 3: Honger een cijfer geven

Rapportcijfer: 7.2 (=gemiddelde van 5, 10, 9, 3, 9)

Samenvatting beoordelingen: De algemene indruk van de les was voornamelijk positief. De respondenten vonden het een leuke en haalbare opdracht (n=2), die helder en duidelijk is geformuleerd (n=3). Echter vond één respondent de les kort en ingewikkeld. De andere respondent (n=1) vond de les te veel lijken op een al bestaande opdracht uit het huidige coachplan van Skinnyminds en vond het daarom geen toegevoegde waarde hebben. Drie van de vijf respondenten raakten zeer gemotiveerd en twee van de vijf respondenten waren niet gemotiveerd. De respondenten vonden de les gemiddeld aantrekkelijk. Als reden werd omschreven dat het geven van cijfers als vervelend wordt ervaren (n=2), terwijl de andere respondent (n=2) het een nuttige les vond doordat zij heeft geleerd waar haar

verzadigingsgrenzen liggen. Vier van de vijf respondenten vonden de les een toegevoegde waarde hebben voor in het coachplan, één respondent niet maar gaf hier geen reden voor. Tips:

1. Verduidelijken en de les verkorten.

Les 4: Zelfbeeld en complimentjes

Rapportcijfer: 7.6 (=gemiddelde van 6, 10, 8, 6, 8)

Samenvatting beoordelingen: Over het algemeen vonden de respondenten (n=4) de les goed. Eén van de vijf respondenten vond de les te veel lijken op een al bestaande les uit het coachplan. De respondenten waren gemotiveerd (n=3) tot zeer gemotiveerd (n=2). De les werd als aantrekkelijk (n=2) tot zeer aantrekkelijk (n=3) ervaren. Op de vraag of de les een toegevoegde waarde heeft aan het coachplan werd door drie van de vijf respondenten ja geantwoord. Als reden hiertoe werd gegeven dat een goed zelfbeeld en niet te streng zijn voor jezelf erg belangrijk is (n=2). Daarnaast had één van de vijf respondenten niet het idee dat er zoiets als deze les in het huidige coachplan zit. De overige respondenten (n=2) vond de opdracht geen toevoeging, doordat zij dacht dat deze al een (gedeeltelijk) bestaande opdracht is in het coachplan.

Tips:

1. Zinnen nog een keer nalezen, sommige zinnen kunnen korter.

Les 5: Slapen is ook belangrijk

Rapportcijfer: 6.2 (=gemiddelde van 5, 7, 7, 5, 7)

Samenvatting beoordelingen: De algemene indruk van de respondenten was goed en helder (n=2), maar meerdere respondenten vonden het te betuttelend (n=2). De uitslag op motivatie voor deze les was uiteenlopend: niet (n=1), matig (n=1) en gemotiveerd (n=3). De

aantrekkelijkheid van deze les werd dan ook als aantrekkelijk (n=2), matig (n=2) en niet aantrekkelijk (n=1) beschreven. De reden hiervoor was dat de respondenten het een

verwarrende opdracht vonden (n=2) of wel duidelijk maar te simpel (n=1). Op de vraag of de respondenten de les een toegevoegde waarde vonden, werd er niet (n=1), matig (n=1) en ja (n=3) geantwoord. De reden hiervoor was dat slaap erg belangrijk is, echter kon deze les niet op elke dag of in elke situaties zoals met een baby in huis, kan worden toegepast (n=2). Daarnaast kwam de les één van vijf respondenten bekend voor.

Tips:

1. Leg meer nadruk op de telefoon en schermgebruik en wat dit voor invloed heeft op je slaapgedrag.

(22)

3. Deze les is niet voor iedereen haalbaar. Kan misschien haalbaar worden gemaakt de in combinatie met de les: Accepteren. Deze zou dan kunnen worden gebruikt is situaties wanneer op tijd slapen niet haalbaar is.

Les 6: Accepteren

Rapportcijfer: 7.4 (=gemiddelde van 8, 10, 8, 2, 9)

Samenvatting beoordelingen: De algemene indruk van deze les was voornamelijk positief. De respondenten omschreven het als goed (n=2), heel belangrijk (n=1), confronterend (n=1), leuk en concreet (n=1). De les werd als zeer motiverend (n=2) en wel motiverend (n=3) ervaren. Drie van de vijf respondenten vonden de les aantrekkelijk en één van de vijf respondenten vond de les zeer aantrekkelijk. Vier van de vijf respondenten vonden het een duidelijke opdracht en vonden het een toegevoegde waarde aan het coachplan. De les bestond uit duidelijke stappen (n=2), handig om dat het tastbaar is gemaakt en de les was goed omschreven (n=1). Echter vond één respondent de les onduidelijk, waardoor ze niet gemotiveerd is geraakt en het geen toevoeging waarde vindt voor het coachplan als de les in deze vorm blijft.

Tips:

(23)

4. Discussie

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten benoemd. Daarnaast worden de

resultaten vergeleken met vergelijkbaar onderzoek en de sterke en zwakke punten van het onderzoek worden benoemd. Het doel van dit onderzoek is om het huidige coachplan van Skinnyminds te optimaliseren door middel van de emotionele, lijngerichte en externe eetstijl. Dit onderzoek is een vervolgonderzoek op de scriptie van Naomi Hartog en Isa Teunis (Voeding en Diëtetiek afgestudeerden aan de HvA, 2018). De interventies die voor dit onderzoek zijn ontwikkeld kunnen door de literatuur worden onderbouwd.

Uit het literatuuronderzoek komen de verschillen en overeenkomsten van de drie eetstijlen naar voren.

4.1 Verschillen eetstijlen

Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat emotie eters de volgende specifieke kenmerken hebben: binnenshuis wordt er meer gegeten, een lage dopamine gehalte hebben, een hoge alexithymie gehalte hebben, een slechte interoceptief bewustzijn hebben, stress en de aanwezigheid van zichtbaar voedsel (20)(21)(22)(23)(24).

Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat lijngericht eters de volgende specifieke kenmerken hebben: een betere gewichtscontrole hebben, gebrek aan zelfbeheersing hebben en een foutieve perceptie van hun energiebehoefte (11)(21)(23)(26)(27).

Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat extern eters de volgende specifieke kenmerken hebben: gevoeliger zijn voor verleidelijke voedselprikkels zonder lichamelijke behoefte naar voedsel en het een evolutionair adaptieve respons is(24)(28)(29).

4.2 Overeenkomsten eetstijlen

Uit het literatuuronderzoek hebben de onderzoekers gevonden dat de drie eetstijlen niet alleen van elkaar verschillen, maar ook specifieke kenmerken hebben die met elkaar overeenkomen: overgewicht, het eten van ongezonde voeding en impulsief zijn

(20)(27)(29)(30)(31)(32)(33). Daarnaast zijn er de volgende overeenkomsten tussen de emotie en lijngerichte eetstijl: het hebben van negatieve emoties, eetbuien, een verstoorde eetrelatie en schuldgevoelens (20)(24)(27)(28)(30)(34). Ook zijn emotie en lijngerichte eters beide ongerust over hun lichaamsgewicht/vorm (23)(35). Tenslotte hebben externe eters en lijngerichte eters ook een overeenkomend kenmerk: het vatbaar zijn voor verleidelijke voedingsprikkels (24)(28)(31).

4.3 Huidige coachplan

Om het huidige coachplan te analyseren is er gebruik gemaakt van een checklist die door middel van literatuur uit deelvraag 1 is opgesteld. Uit deze checklist is gebleken dat de lessen van het huidige coachplan van Skinnyminds voor 26,67% de emotionele eetstijl bevatten, 21.33% de lijngerichte eetstijl bevatten en 16% de externe eetstijl bevatten. De ontwikkelde checklist kan ter discussie staan. Het was voor de onderzoekers in het proces niet geheel duidelijk hoe deze checklist moest worden ingevuld, door gebrek aan vooropgestelde regels. Dit kan invloed hebben op de betrouwbaarheid (15). Het is belangrijk dat in het vervolg duidelijk regels worden opgesteld aan de checklist, zodat de onderzoekers de checklist op dezelfde manier invullen.

(24)

4.4 Nieuwe lessen

De nieuwe lessen zijn ontwikkeld door te onderzoeken welke specifieke kenmerken er missen in het huidige coachplan en waar nog dieper op in kan worden gegaan. Uiteindelijk zijn er zes nieuwe lessen ontwikkeld. Deze lessen zijn beoordeeld door vijf oud deelnemers van het huidige coachplan.

Uit de resultaten bleek dat les 6: Accepteren als één van de hoogste lessen is gewaardeerd. Deze les zorgt voor een grote motivatie bij de respondenten. De les kan worden

onderbouwd door Acceptance and Commitment Therapy (ACT). Deze therapie is een vorm van gedragstherapie waarin de cliënt wordt aangeleerd om zich te richten op zaken waar zij direct invloed op kunnen uitoefenen. Hiermee worden zaken als het eigen gedrag bedoeld. Dit in tegenstelling tot het proberen te controleren van zaken waar zij weinig directe invloed op hebben, zoals emoties en gedachten. Uit onderzoek met een interventiegroep en

controlegroep is gebleken dat ACT zorgt voor vermindering van eetbuien en dus kan leiden tot gewichtsverlies (46).

Uit de resultaten bleek dat les 5: Slapen is ook belangrijk, als zwakste les uit de beoordeling is gekomen. De les zorgde voor weinig motivatie en de respondenten vonden het

onduidelijk. Daarnaast waren de respondenten van mening dat de opdracht bij deze les niet voor elke dag uitvoerbaar was. Deze les zal in de toekomst moeten worden aangepast, omdat slapen een belangrijk aspect is bij gewichtsreductie. Wanneer er niet genoeg wordt geslapen (< 7 uur), is er een grotere kans op gewichtstoename (47)(48).

Een discussiepunt is dat het aantal respondenten (n=5) als te weinig kan worden

beschouwd. De beoordelingen zouden wellicht niet generaliseerbaar zijn naar de gehele doelgroep (15). De betrokkenheid van de deelnemers was laag, na aanvraag voor het testen van de nieuwe lessen. Dit zou als reden kunnen hebben dat zij het coachplan al hebben afgerond en niet meer tot weinig betrokken zijn bij Skinnyminds. Echter is deze methode wel geschikt om een beeld te krijgen van ervaren mensen. Daarnaast was de vragenlijst

verdiepend, doordat het open vragen bevatten. In het vervolg zouden er meer respondenten de nieuwe lessen kunnen beoordelen.

Daarnaast was het voor de respondenten niet duidelijk dat de nieuwe lessen een toevoeging waren voor de al bestaande lessen van het coachplan. Doordat de respondenten niet meer het gehele coachplan konden doorlezen werden sommige nieuwe lessen als verwarrend beoordeeld. In het vervolg zou het beter zijn als de oud deelnemers voor een bepaalde tijd weer toegang krijgen tot het coachplan, zodat de deelnemers de aangegeven lessen kunnen vergelijken met de nieuw ontwikkelde lessen. Op deze manier wordt verwarring uitgesloten.

4.5 Sterke en zwakke punten

Het onderzoek bevat een aantal sterke en zwakke punten. Voor dit onderzoek is er veel wetenschappelijke literatuur gebruikt, waardoor de aanpak van de eetstijlen door meerdere kanten wordt belicht. Veel literatuur kwam met elkaar overeen, waardoor dit onderzoek sterker wordt. Daarnaast bevat dit onderzoek een overzicht van de drie eetstijlen met al de verschillen en overeenkomsten. Dit zijn de onderzoekers nog niet eerder tegen gekomen. Dit overzicht zou door andere onderzoekers kunnen worden gebruikt om zelf duidelijke

correlaties te kunnen maken voor hun eigen onderzoek.

Alhoewel het aantal respondenten laag was, is het goed dat de onderzoekers gebruik hebben gemaakt van beoordelingen van buitenaf. Hierdoor is in kaart gebracht of de nieuw ontwikkelde lessen ook in de praktijk een succes zullen zijn. Bovendien scoorden alle nieuwe lessen een voldoende, wat betekent dat het redelijk tot goed aansluit bij de wensen

(25)

en behoefte van de klant. Daarnaast kan Skinnyminds de nieuw ontwikkelde lessen direct verwerken in het coachplan. Als zij dit verwerken in het coachplan, kan er beter in worden gespeeld op het individu.

De zwakke punten van dit onderzoek zijn de onduidelijke checklist en een kleine groep van respondenten (lees: 4.3 & 4.4). Daarnaast zijn er enkele wetenschappelijke artikelen

gebruikt waarvan de publicatie ouder is dan de opgestelde grens van 10 jaar. Tevens zijn er wetenschappelijk tijdschriften gebruikt die een lagere impact factor hadden dan 1,5. Echter zijn het aantal artikelen die niet aan de vooropgestelde eisen voldeden beperkt gebleven (zie bijlage 5).

(26)

5. Conclusie

In dit hoofdstuk wordt de hoofdvraag van het onderzoek beantwoord. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt: “In hoeverre is het huidige coachplan van Skinnyminds afgestemd op emotionele, lijngerichte en externe eetstijlen en hoe kan het coachplan geoptimaliseerd worden op dit gebied?”.

Geconcludeerd kan worden dat het huidige coachplan van Skinnyminds voor 22.67% op de emotionele eetstijl gericht is, voor 21.33% op de lijngerichte eetstijl en voor 16% op de externe eetstijl (bijlage 1). De overige lessen (57.33%) in het coachplan bevatten informatie over algemene kennis over voeding, bewegen, eetpatronen, verandering, motivatie en hoe je slank kunt blijven. Deze lessen bevatten geen specifieke kenmerken van de drie eetstijlen. Het coachplan kan geoptimaliseerd worden op het gebied van de emotionele, lijngerichte en externe eetstijl. Het coachplan kan een hoger percentage behalen (huidig 42.67%) door meer lessen die gericht zijn op de drie eetstijlen toe te voegen aan het coachplan of de huidige lessen aan te passen. In dit onderzoek is het coachplan geoptimaliseerd door de nieuw ontwikkelde lessen toe te voegen aan het coachplan. Drie van de zes lessen bevatten de emotionele eetstijl, twee van de zes lessen bevatten de lijngerichte eetstijl en drie van de zes lessen bevatten de externe eetstijl. Alle lessen zijn met een voldoende beoordeeld door de respondenten. De lessen Eetdagboek, Zelfbeeld en complimentjes en Accepteren scoorde het hoogst (afgerond een rapportcijfer van 7.5 of hoger).

Om het huidige onderzoek te verbeteren en naar een hoger niveau te tillen, zijn er verschillende aanbevelingen opgesteld. Deze aanbevelingen voor eventueel vervolgonderzoeken worden in hoofdstuk 6 toegelicht.

(27)

6. Aanbevelingen

Na aanleiding van dit onderzoek kunnen er een aantal aanbevelingen worden gedaan voor de opdrachtgever, de beroepspraktijk en eventuele vervolgonderzoeken of onderzoeken met hetzelfde onderwerp.

Aanbevelingen voor de opdrachtgever

Om nog meer uit de nieuwe lessen en het huidige coachplan te halen wordt aanbevolen aan de opdrachtgever om iedere klant, voordat hij of zij begint met het coachplan, een

eetstijlentest te laten doen. Door deze eetstijlentest krijgen de klanten een beter beeld van de type eetstijl die zij hebben. Daarnaast kan Skinnyminds door middel van deze

eetstijlentest inzien welke klanten welk type eetstijl hebben. Hierdoor kan Skinnyminds de wensen en behoeftes van de klanten nog beter vervullen. Er moet echter wel opgelet worden dat de klanten niet te veel het gevoel krijgen dat zij in hokjes worden geplaatst. Uit het onderzoek van Naomi Hartog en Isa Teunis (Voeding en Diëtetiek afgestudeerden aan de HvA, 2018) is namelijk gebleken dat de deelnemers over meerdere eetstijlen beschikken. Een persoon heeft niet altijd één type eetstijl, maar kan ook combinaties van de drie

eetstijlen hebben. Daarom is er in dit onderzoek voor gekozen om de lessen voor iedereen open te houden, alle lessen moeten vrij toegankelijk blijven voor de klanten.

Daarnaast kan Skinnyminds in het coachplan aangeven welke les welk type eetstijl bevat, door een gele ster met daarin het type eetstijl weer te geven (zie bijlage 2). Doordat de klanten de eetstijltest hebben gedaan, weten zij welke eetstijl zij hebben. Door middel van de gele ster kan de klant in één oogopslag zien welke eetstijl de desbetreffende les bevat. Daarnaast kunnen zij gemakkelijk zien welke les extra voor hun van toepassing is.

Ook word er aanbevolen om een PDF bestand of een E-book te ontwikkelen met informatie uit deelvraag 1. Dit bestand kan dienen voor de deelnemers aan het coachplan als extra uitleg over de drie eetstijlen. De kennis van de deelnemers wordt hierbij vergroot, waardoor de lessen beter begrepen kunnen worden.

Tot slot zijn in bijlage 4 de beoordelingen met tips van de respondenten terug te lezen. Skinnyminds kan deze bekijken en eventueel de tips gebruiken om de nieuw ontwikkelde lessen aan te passen. Hierdoor zullen de nieuw ontwikkelde lessen nog meer aan sluiten op de behoefte en wensen van de klant.

Aanbevelingen voor de beroepspraktijk

Het overzicht dat is gemaakt van de verschillen en overeenkomsten van de drie eetstijlen kan door diëtisten en psychologen of andere geïnteresseerde onderzoekers worden

gebruikt. Zij kunnen dit gebruiken om snelle verbanden te leggen tussen het gedrag van een persoon en welke eetstijl daar aan verbonden is. Deze kennis kan worden meegenomen in de praktijk om zo beter in te spelen op de behoeften en wensen van een persoon.

Het is van groot belang dat diëtisten in opleiding de achterliggende oorzaken kunnen ontdekken van overgewicht en ongezond eetgedrag van een persoon. De drie eetstijlen zijn hier onderdeel van. In het huidige curriculum van de opleiding Voeding en Diëtetiek komen de drie eetstijlen niet aanbod. Daarom wordt er aanbevolen om kennis over de drie eetstijlen toe te voegen. De opleiding kan gebruik maken van het overzicht over de verschillen en overeenkomsten van de drie eetstijlen die in dit onderzoek staan weergeven.

(28)

Aanbevelingen voor vervolgonderzoeken

Bij eventuele vervolgonderzoeken wordt er aanbevolen om een grotere groep respondenten de nieuw ontwikkelde lessen te laten testen. Hierdoor worden de resultaten betrouwbaarder en geven zij een beter inzicht of de nieuwe lessen representatief kunnen zijn voor het coachplan.

Daarnaast wordt er aanbevolen dat de respondenten voor een bepaalde tijd weer toegang krijgen tot het coachplan. Tijdens dit onderzoek was er verwarring ontstaan bij de

respondenten, doordat zij vermoedden dat de nieuw ontwikkelde lessen al bestonden. Als de respondenten toegang krijgen, kunnen ze de aangegeven lessen vergelijken met de nieuw ontwikkelde lessen. Op deze manier wordt verwarring uitgesloten.

Als Skinnyminds de nieuw ontwikkelde lessen in hun huidige coachplan implementeert, kan er opnieuw onderzoek worden gedaan naar de effectiviteit van het coachplan. Er moet worden gekeken of het geoptimaliseerde coachplan daadwerkelijk tot meer gewichtsverlies leid. Resultaten kunnen worden vergeleken met de resultaten uit het voorgaande onderzoek van Naomi Hartog en Isa Teunis.

(29)

7. Literatuurlijst

(1) Obesity and Overweight. WHO. 2018. https://www.who.int/health-topics/news-room/fact-sheets/detail/obesity-and-overweight.

(2) Gezondheidsenquete/Leefstijlmonitor. CBS, RIVM. 2017. https://www.rivm.nl/leefstijlmonitor/cijfers/gezond-gewicht.

(3) Hruby A, Manson JE, Qi L, et al. Determinants and consequences of obesity. AJPH. 2016;106:1656-1662.

(4) Kyle TK, Dhurandhar EJ, Allison DB. Regarding Obesity as a Disease: Evolving Policies and Their Implications. 2016;45(3):511-520.

(5) Swencionis C, Litman Rendell S. The psychology of obesity. Abdom Imaging. 2012;37:733–7.

(6) Mann T, Tomiyama AJ, Westling E, Lew AM, Samuels B, Chatman J. Medicare’ssearch for effective obesity treatments: diets are not the answer. American Psychologist. 2007;62:220-233.

(7) Deiman MA. Negatief Affect en Emotioneel Eten: De Modererende Invloed van Alexithymie en Coping. Maastricht: september 2013. p.3.

https://www.researchgate.net/profile/Michel_Deiman/publication/259693778_INDIVIDUEL E_KENMERKEN_EN_EMOTIONEEL_ETEN/links/0c96052d5ad9199562000000/INDIVID UELE-KENMERKEN-EN-EMOTIONEEL-ETEN.pdf.

(8) Daansen PJ. Cognitieve gedragstherapie voor gewichtsreductie bij primaire obesitas. 2003;46:669-73.

(9) Teixeira JT et al. Mediators of weight loss and weight loss maintenance in middle-aged women. Obesity. 2010;18(4):725-35

(10) Rommel D, et al. Impact of emotional awareness and parental bonding on emotional eating in obese women. Appetite. 2012;59(1):21-6.

(11) Konttinen H, et al. Eating styles, self-control and obesity indicators. The moderating role of obesity status and dieting history on restrained eating. Appetite. 2009;53(1):131-4. (12) Rutten GM et al. The contribution of lifestyle coaching of overweight patients in primary

care to more autonomous motivation for physical activity and healthy dietary behaviour: results of a longitudinal study. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity. 2014;11:86-95.

(13) Kosters M. Skinnyminds en het geheim van slanke mensen. Amsterdam. Carrera Culinair; 2017. p. 9 en 16.

(14) Hartog N, Teunis I. Het geheim van een gezonde eetstijl (scriptie van Hogeschool van Amsterdam). 2018:1-37.

(15) Verhoeven, N. Wat is onderzoek: Praktijkboek voor methoden en technieken. vijfde druk. Soest: Boom Onderwijs; 2014.

(16) Michael W, Rich MD. Impact factor revisited. Journal of Cardiac Failure. 2017;23(8):580-589.

(17) Chevalier, P. Niveaus van bewijskracht en van aanbeveling. Minerva. 2011;10(5):64.

(18) Nederlands tijdschrift voor geneeskunde. 2007;151:2372-6

(19) Strien T van, Ouwens MA. Effects of distress, alexithymia and impulsivity on eating. Eating Behaviors. 2007;8:106.

(20) Canetti L,Bachar E,Berry EM.Food and emotion. Behavioural Processes.

2002;60(2):156-64.

(21) Strien T van. De Psycholoog. Emotioneel eten: meer sociale cohesie helpt tegen obesitas. 2013;48(8):51-9.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bovendien kan een toevertrouwd belang volgens de memorie van toelichting niet alleen zijn gelegen in rechtstreeks uit de wet verkregen taken, maar even- eens in

„Onze introductie in de molen- wereld en onze interesse voor in- dustriële archeologie in het al- gemeen, voor oude machines en motoren, waren echter wel ge- wekt”, zegt

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

In this paper, we propose the wear score function to compare and evalu- ate the relative impact of usage (charge and discharge) profiles on cycle life.. The wear score function can

As shown in Figure 10, a rising amount of curatives in the compounds has an influence on the glass transition temperature (as is well known), but only a minor one on the height

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Als hij/zij een ernstige fout heeft gemaakt Als hij/zij niet integer is geweest Als inwoners gemeente geen vertrouwen meer hebben Als gemeenteraad geen vertrouwen meer heeft