• No results found

Nederland blijft achter bij schaalvergroting in de melkveehouderij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nederland blijft achter bij schaalvergroting in de melkveehouderij"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

NEDERLAND BLIJFT ACHTER BIJ SCHAALVERGROTING IN DE MELKVEEHOUDERIJ

Jakob Jager en Walter van Everdingen

Het aantal bedrijven met melkvee is in Nederland sinds de invoering van de quotering sterk teruggelopen. In 1983 waren er nog ruim 63.000 bedrijven met koeien, terwijl er in 2003 nog maar 25.000 waren (-61%). De gemiddelde veestapel nam met bijna 50% toe van 40 naar 59 koeien per bedrijf. Europees gezien stond Nederland met die veebezetting in 1983 op de tweede plaats, na het Verenigd Koninkrijk. In 2003 stond Nederland op de derde plaats: Denemarken heeft zich er tussen gedrongen. De afname van het aantal bedrijven met 78% bracht daar een zeer sterke schaalvergroting met zich mee (+165%). De schaalvergroting was behalve in Denemarken ook sterk in Italië, Ierland, Duitsland en Frankrijk. Daarbij moet gezegd worden dat de veebezetting in die landen in 1983 nog wel erg laag was. Ook in 2003 blijft die veelal nog onder de 40 koeien per bedrijf, behalve in Ierland (tabel 1). In het Verenigd Koninkrijk en Luxemburg is de ontwikkeling het aantal melkkoeien per bedrijf min of meer vergelijkbaar met die in Nederland. Het totale aantal melkkoeien in Nederland is in 2003 ruim 40% lager dan in 1983. Die ontwikkeling is een gevolg van de quotumkortingen in de jaren tachtig en de toename van de melkproductie per koe. Het totale aantal koeien is in de meeste landen met 40 tot 45% teruggelopen. Duitsland, Italië en Ierland zijn landen waar het totale aantal melkkoeien minder sterk is gedaald dan gemiddeld. Dit beïnvloedt de verhoudingen in aantal dieren per bedrijf. Voor Duitsland is dit mede beïnvloed door de hereniging, in Italië en Ierland geldt dat de totale melkproductie in 2003 nagenoeg gelijk is aan de productie in 1983, terwijl die voor de andere landen 10 tot 20% is teruggelopen.

Tabel 1 Aantal bedrijven met koeien en aantal koeien per bedrijf in 1983 en 2003

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 1983 2003 Index 2003 (1983=100) ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ bedrijven koeien/ bedrijven koeien/ bedrijven koeien koeien/

bedrijf bedrijf bedrijf

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ België 48.740 20 16.570 35 34 60 175 Denemarken 35.480 28 7.950 75 22 59 265 Duitsland 396.920 14 121.820 36 31 79 258 Frankrijk 420.430 17 113.930 36 27 56 207 Ierland 91.440 18 27.000 43 30 69 235 Italië 331.530 8 67.500 28 20 72 354 Luxemburg 2.510 27 1.040 39 41 59 143 Nederland 63.540 40 25.000 59 39 58 147 Verenigd Koninkrijjk 57.600 58 28.210 78 49 66 134 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Bron: Eurostat, bewerking LEI.

Spreiding in omvang

Achter de gemiddelde bedrijfsomvang gaat een grote spreiding schuil. In Denemarken en het Verenigd Koninkrijk komt ruim de helft van de koeien voor op bedrijven met meer dan 100 melkkoeien (figuur 1). Ook Italië en Duitsland hebben relatief meer koeien in die grootteklasse dan Nederland. Voor Italië staat daar echter een groot aantal bedrijven tegenover met maximaal 9 koeien per bedrijf, waardoor het gemiddelde op 28 blijft steken. In Duitsland zijn de koeien redelijk evenwichtig verdeeld over de onderscheiden grootteklassen, met ook een relatief groot deel bedrijven met minder dan 30 koeien. In Nederland lopen de meeste koeien op bedrijven met 50 tot 100 koeien. In Luxemburg, Frankrijk en België is het aandeel van de 100-plussers gering en ligt het zwaartepunt van de koeien in de klasse van 30 tot 50 koeien.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw 0 20 40 60 80 100 VK DK IT DE NL IER BE FR LU % > 100 50-99 30-49 10-29 1-9

Figuur 1 Procentuele verdeling van het aantal koeien naar aantal koeien per bedrijf in 2003

Bron: Eurostat, bewerking LEI.

Specialisatiegraad

De specialisatiegraad van de melkveehouderij is in Nederland de afgelopen 25 jaar steeds redelijk hoog geweest. In 1983 werd al meer dan 90% van de melkkoeien gehouden op gespecialiseerde bedrijven. Dat aandeel is inmiddels opgelopen tot ongeveer 95% (figuur 2). In de meeste andere EU-landen was de specialisatiegraad in 1983 beduidend kleiner, alleen Ierland en het Verenigd Koninkrijk kwamen in de buurt van de 80%. Maar samen met de toename van de veebezetting vond ook een toename van de specialisatiegraad plaats. De afname van bedrijven had vooral betrekking op de (meestal kleinere) niet gespecialiseerde bedrijven. In 2003 liep bij 5 van de 9 onderzochte landen meer dan 80% van de melkkoeien op gespecialiseerde bedrijven. Vooral in Italië, Luxemburg en Denemarken is die specialisatiegraad sterk toegenomen. Frankrijk en België zijn in 2003 met een specialisatiegraad van 63% hekkensluiter bij dit kengetal.

0 20 40 60 80 100 NL IER DK VK IT LU DE BE FR % 1983 2003

Figuur 2 Percentage koeien op gespecialiseerde bedrijven (type 41) in 1983 en 2003

Bron: Eurostat, bewerking LEI.

Conclusie

Nederland zit wat schaalgrootte en specialisatiegraad betreft nog steeds in de Europese kopgroep, maar andere landen winnen wel terrein. Denemarken is Nederland inmiddels voorbijgestreefd. En ook in Italië en Duitsland wordt ten opzichte van Nederland een groter deel van de koeien gehouden op zeer grote bedrijven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

inproces halen, opslaan, en koppelen aan de agenda, checken op juistheid, volledigheid, contact met ambtenaar - Advertentie maken. -

De twee voorbije jaren waren er 26 zogenaamde "wilsverklaringen", waarbij de patiënt een euthanasieverklaring opstelt waarin hij beschrijft wanneer hij voor euthanasie

Een opmerkelijk cijfer uit het rapport geeft aan dat vorig jaar voor het eerst meer euthanasie in de thuissitua- tie werd uitgevoerd dan in het ziekenhuis..

In 2% van de gevallen werd deel I van de aangifte enkel geopend om de arts te kunnen wijzen op onvolkomenheden in zijn aangifte, in 12% om de arts bijkomende informatie te vragen..

2p 13 Leg uit waarom model 1 op de lange duur zeker niet realistisch kan zijn, maar model 2 misschien wel.. Boer Poelen vraagt zich af of het voordelig is een melkrobot aan

In de damp boven de vloeistof zitten in verhouding meer moleculen van de vluchtige vloeistof (zwarte bolletjes).. De minder vluchtige component (witte

Perry Janssen Raadslid LST Voorzitter muzikantenvereniging Rewind Tilburg (circa 10 uur) Onbetaald. Babette Jongen Burgerraadslid GL Gastdocent ProDemos (12 uur)

8.1 Het schoonhouden van een grafsteen kan, op grond van eerdere verordeningen voor gemeentelijke begraafplaatsen door de rechthebbende worden overgedragen aan de gemeente. 8.2