• No results found

“Dus eigenlijk zouden al die feministen ook PVV moeten stemmen” : een kwalitatief onderzoek naar de rol van vrouwenkwesties en feminisme bij kiezers van de PVV en de VVD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "“Dus eigenlijk zouden al die feministen ook PVV moeten stemmen” : een kwalitatief onderzoek naar de rol van vrouwenkwesties en feminisme bij kiezers van de PVV en de VVD"

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“Dus eigenlijk zouden al die feministen ook PVV moeten stemmen”

Een kwalitatief onderzoek naar de rol van vrouwenkwesties en feminisme bij kiezers van de PVV

en de VVD

Venema, 2016 Weera Koopman Weera.koopman@student.uva.nl 10787550 22-06-‘17 Bachelorscriptie Sociologie Begeleidster: Carolien Bouw Tweede lezer: Marcel van den Haak

(2)

Voorwoord

In deze scriptie worden de resultaten gerepresenteerd van mijn onderzoek naar femonationalisme in Nederland.

Aangezien al mijn vriendinnen woke zijn en op dagelijkse basis bezig met feminisme en genderissues, had ik een verkeerd beeld van de rol van feminisme in de samenleving. Het was leerzaam om veel verschillende vrouwen te spreken met een heel ander politiek gedachtegoed, die een hele andere kijk hebben op vrouwenkwesties.

Ik wil graag ten eerste mijn respondenten bedanken voor de tijd en eerlijkheid die zij over hadden voor mijn onderzoek. Daarnaast bedank ik van harte mijn begeleidster Carolien Bouw en tweede lezer Marcel van den Haak voor de betrokkenheid. Het opstarten verliep moeizaam, maar dankzij de behulpzame feedback kon ik op eigen kracht vooruit.

Verder wil ik mijn tante bedanken en Jan van de PVV voor de hulp bij het verzamelen van respondenten. En mijn familie en vrienden voor het geven van advies en steun.

Ten slotte wil ik graag mijn moeder bedanken dat zij een voorbeeld is geweest door fulltime te blijven werken en carrière te maken tijdens het opvoeden van haar kinderen. Graag ga ik later net als zij de schoolpleinmaffia tegemoet. Helaas liep zij tegen een gebrek aan van begrip en

solidariteit van vrouwen onderling, niet-werkend en werkend. Met haar strijd ik voor respect voor eigen keuzes. Uit eigen ervaring weet ik dat kinderen niet minder van worden een werkende moeder, integendeel.

(3)

Persoonlijke Aanleiding

Ik werd opgevoed door twee liefdevolle ouders in Den Haag. We zijn een welgesteld gezin met twee fulltime werkende ouders. Mijn moeder zou ‘de kostwinner’ genoemd kunnen worden en mijn vader verdiende als zpp-er aanzienlijk minder. Mijn vader was degene die elke avond de avondmaaltijd verzorgde. Iedere doordeweekse avond kwam mijn moeder om half acht thuis van haar werk en zo aten we samen, met mijn zusje erbij. Mijn zusje en ik waren een aantal dagen per week bij de naschoolse opvang. Eens per week kwam een huishoudelijke hulp het huis poetsen. Bij haar coming out waren mijn ouders tegen mijn zusje zo tolerant als mogelijk. Deze

gezinsverhouding heb ik tijdens mijn opvoeding altijd als normaal gezien. Tot ik bij vriendinnen op bezoek kwam en hun moeder thuis na school de thee al voor ons had klaargezet.

Hoe progressief mijn ouders in het familieleven zijn staat in contrast met hun politieke

gedachtengoed. Zolang als ik me kan herinneren stemmen mijn ouders beide op de VVD. Mijn moeder ergert zich aan het feit dat vrouwen in een slachtofferrol worden geplaatst als zij minder fulltime werkzaam zijn dan mannen, terwijl zij vindt dat dit te wijten valt aan de mentaliteit van vrouwen zelf. Zowel mijn moeder als mijn vader zijn het zat dat zij over het inkomen waar zij hard voor werken veel belasting moeten betalen voor mensen die minder geld hebben. Mijn ouders hebben beide gevoelens van wat Damhuis (2017, p. 11) contributionisme noemt – het idee dat zijzelf relatief te veel aan de samenleving bijdragen en dat dit naar mensen gaat die dat in hun ogen minder verdienen.

Toen ik sociologie ging studeren werd ik woke –iemand die bewust is van wat er speelt in de samenleving, gerelateerd aan racisme, vrouwenrechten en sociale ongelijkheid. Ik realiseerde me bij de start van deze scriptie, dat ik tijdens mijn bachelor in mijn papers over emancipatie en sociale ongelijkheid zelden heb gerefereerd naar mijn eigen ervaringen met dit onderwerp. Het lijkt alsof ik vervreemd ben van mijn eigen gezinssituatie, door te spreken over emancipatie als iets out there. C. Wright Mills benadrukt juist dat eigen ervaring onmisbaar is in het werk van een sociale wetenschapper (Wright Mills, 1959, p. 195). Wright Mills definieert de relatie tussen persoonlijke ervaring en de hele samenleving als de sociological imagination – “Know that many personal troubles cannot be solved merely as troubles, but must be understood in terms of public

(4)

issues […]. Know that the human meaning of public issues must be revealed by relating them to personal troubles…” (Wright Mills, 1959, p. 226). Daarnaast viel mij op dat ik geregeld bij een traditioneel ‘rechts’ gedachtengoed een traditionele rolverdeling in het gezin verzin. Erg moeilijk vond ik het om een link te leggen tussen emancipatie en dit gedachtengoed, terwijl ik er zelf in ben opgegroeid. Dit besef heeft mij geïnspireerd om onderzoek te doen naar de combinatie tussen emancipatoire vrouwenkwesties en het aanhangen van een rechtse partij.

(5)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 2: Theorie 8

2.1. Femonationalisme en de culturalisering van burgerschap 8

2.2 De PVV en de VVD 11

2.2.1. ‘Rechts en Links’ 11

2.2.2. De PVV en de VVD in het kort 12

2.2.3. Stemmen op de PVV en VVD 14

2.3. (Liberaal) Feminisme 16

2.3.1. Economische zelfstandigheid en de loonkloof 16

2.3.2. (Liberaal) Feminisme 17

Hoofdstuk 3: Methode 3.1. Dataverzameling 20

3.2 Operationalisering 21

3.3. Betrouwbaarheid 23

3.4 Eigen rol als onderzoeker en reflectie 23

Hoofdstuk 4: Profielen respondenten 25

Hoofstuk 5: Geert, Mark en… vrouwenkwesties? 33

5.1. Vrouwenkwesties als issue? 33

5.2. Geert en Mark 34

5.3 PVV 35

5.4. VVD 37

5.5. Angst voor verlies vs. Behoud 37

Hoofdstuk 6: “De” Islam en de culturalisering van burgerschap 40

6.1. “De” islamitische cultuur 40

6.2. ‘Gezellige’ en ‘echte’ intimidatie 41

6.3. Vrouwenkwesties binnen islam 42

Hoofdstuk 7: Gewoon voor jezelf opkomen en de nieuwe taak voor feminisme 44

7.1. Kom voor jezelf op! 44

7.2. De nieuwe taak voor feministen 49

(6)

Hoofdstuk 1: Inleiding

“Als Geert het heeft over ‘grenzen dicht’, dat hangt allemaal samen

met de veiligheid van de vrouwen!”

Mevrouw Rikkerts, PVV

Na de ‘massa-aanrandingen’ op oudejaarsnacht in Keulen deelde lijsttrekker van de PVV Geert Wilders ‘verzetsspray’ uit aan Nederlandse vrouwen, om zich te kunnen verdedigen tegen

asielzoekers die een “moraal hebben over hoe je met vrouwen omgaat, die we niet willen hebben” (NOS, 2016). Lijsttrekker van de VVD Mark Rutte heeft tijdens zijn campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 ook het respecteren van gendergelijkheid en homorechten

onderdeel gemaakt van het Nederlands burgerschap. In een open brief schreef hij:

We voelen een groeiend ongemak wanneer mensen onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid. Mensen die zich niet willen aanpassen, afgeven op onze gewoontes en onze waarden afwijzen. Die homo’s lastigvallen, vrouwen in korte rokjes uitjouwen of gewone Nederlanders uitmaken voor racisten. […] Doe normaal of ga weg.

VVD, 2017

In Nederland is een steeds sterkere polarisatie te zien rond sociaal-culturele thema’s en

globaliseringskwesties, zoals open grenzen, immigratie en Europese eenwording (Bovens et al., 2014). Waarbij afgelopen eeuw de grenzen nog liepen langs de linkerkant en de rechterkant van het politieke spectrum, gaat het nu meer om opvattingen over levensbeschouwing en identiteit (Bovens et al., 2014). Er wordt vaak gesproken over een zogenaamde kloof tussen ‘de elite’ en ‘het volk’. De kloof waar het in deze scriptie om draait is, in de woorden van respondent mevrouw Ploegaert: “wij de moslims, zij de rest van de maatschappij”.

Sinds de opkomst van Pim Fortuyn, in navolging van secularisering en de seksuele revolutie van de jaren ’60, heeft de rechterkant van het Nederlandse politieke spectrum een retoriek

(7)

waarden, zoals de emancipatie van vrouwen en homoseksuelen, om zo hun argumentatie tegen immigratie en islam kracht bij te zetten. De sociologe Sara R. Farris deed onderzoek naar dit fenomeen in haar boek In the Name of Women’s Rights en omschrijft het begrip

femonationalisme als:

…the exploitation of feminist themes by nationalists and neoliberals in anti-islam (but, a I will show, also anti-immigration) campaigns and to the participation of certain feminists and femocrats in the stigmatization of Muslim men under the banner of gender inequality. Femonationalism thus describes, on the one hand, the attempts of western European right-wing parties and neoliberals to advance xenophobic and racist politics through the touting of gender equality, while, on the other hand, it captures the involvement of various well-known and quite visible feminists and femocrats in the current framings of islam as a quintessentially misogynistic religion and culture.

Farris, 2017, p. 4

Waar Farris zich focust op de partij zelf, zal ik mij in deze scriptie verplaatsen in het perspectief van vrouwelijke kiezers van de VVD en de PVV. Zijn zij beïnvloed door deze retoriek? Bij het kiezen van deze benadering ben ik geïnspireerd door de sociologe Arlie Russel Hochschild, die in haar boek Strangers in Their Own Land (2016) de wereld induikt van de conservatief rechtse bewoners van de staat Louisiana. In het hoofdstuk the Deep Story gebruikt Hochschild een metafoor van een lange rij naar de Amerikaanse droom om het gevoel van “her new Louisiana friends” te duiden. Terwijl zij hard werken en geduldig wachten in de rij, zien zij anderen, die daar volgens hen minder recht op hebben en met hulp van de overheid, voordringen. De socioloog Koen Damhuis heeft eveneens verschillende Nederlanders die op de PVV stemmen gesproken. In dit onderzoek heb ik een voorbeeld genomen aan Damhuis (2017, p. 6) door niet alleen te kijken naar waarom iemand op de VVD of PVV heeft gestemd, maar via welke interacties de kiezer is gekomen tot haar stem: “Als de sociologie ons namelijk iets leert, dan is het wel dat de vraag whydunnit?, net als in detectiveverhalen, niet los gezien kan worden van de vraag whodunnit?; dat onze plek in de samenleving het perspectief bepaalt van waaruit we de tegen diezelfde samenleving aankijken” (Damhuis, 2017, p. 6).

(8)

Voor dit onderzoek zijn 13 vrouwen geïnterviewd die op de PVV of de VVD hebben gestemd kort na de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Het doel van deze scriptie is om een antwoord te vinden op de hoofdvraag:

Hoe denken kiezers van de VVD en PVV over vrouwenkwesties en in hoeverre spelen vrouwenkwesties een rol bij de keuze voor de VVD of PVV?

Hoe gaan de respondenten om met de schijnbare tegenstelling tussen aan de ene kant niet-emanciperende krachten van islamofobie en racisme en aan de andere kant een emancipatiestrijd gericht tegen seksisme en het patriarchaat? Hoeveel waarde hechten zij aan vrouwenkwesties in het algemeen en spelen deze een rol bij de PVV en de VVD? Hoe denken de vrouwen over de taakverdeling en hiërarchie van vrouwen en mannen en wat betekent feminisme voor de geïnterviewden?

(9)

Hoofdstuk 2:

Theorie

2.1. Femonationalisme en de culturalisering van burgerschap

Sinds 2001 pronken Nederlandse rechtse politieke partijen met progressieve waarden, zoals gendergelijkheid en homorechten, om hun politieke agenda te versterken tegen immigratie en islam. De eerdergenoemde sociologe Sara Farris (2017, p. 4) omschrijft dit fenomeen als

femonationalisme. Met de opkomst van Lijst Pim Fortuyn (LPF) van de ‘openlijk’ homoseksuele, rechtse politicus Pim Fortuyn groeide dit verschijnsel sterk (Hekma & Duyvendak, 2011).

Fortuyn presenteerde zichzelf als een van christelijke waarden bevrijde homoseksuele man wiens levensstijl werd bedreigd door moslims en ‘multicultureel’ immigratiebeleid – “He successfully connected sexual liberation and secularization as markers of the modern, individualistic character of Dutch (national) culture and opposed them to a supposedly backward Muslim culture” (Mepschen et al., 2010, p. 968). Na de moord op Pim Fortuyn gingen andere rechtse politici zoals Geert Wilders en Rita Verdonk verder met deze retoriek. Het hele Nederlandse linkse én rechtse politieke spectrum is in dit opzicht zo progressieve waarden over gaan nemen in haar retoriek, ook al doen zij dat om verschillende redenen (Hekma & Duyvendak, 2011).

Duyvendak noemt dit de Nederlandse culturele consensus (2011, p. 88). Deze strategie brengt linkse partijen in een ongemakkelijke positie, omdat de verdediging van vrouwen en de Lesbian Gay Bisexual Transgender Queer or Questioning-community (LGBTQ) een islamofobische toon heeft gekregen (Duyvendak & Hekma, 2011; Mepschen et al., 2010).

Het veronderstelde contrast tussen ‘Nederlanders’ en ‘moslims’ moet gezien worden in de context van een nieuwe invulling van Nederlands burgerschap (Duyvendak, 2011). De

Nederlandse ‘tolerante’ en ‘progressieve’ cultuur wordt voorgesteld als “the outcome of timeless consensus” (Duyvendak, 2011). Ondanks het feit dat Nederland tot de seksuele revolutie van de jaren ‘60 nog een overwegend Christelijk-conservatief land was en het Nederlandse

homohuwelijk pas wettelijk is toegestaan sinds 2001, wordt Nederland omschreven als een al eeuwen progressief land (Duyvendak, 2011). ‘Het’ Nederlandse volk wordt hierbij

geconfronteerd met de ‘traditionele’ islamitische ‘cultuur’, terwijl het zich net heeft ontworsteld uit christelijke, conservatieve waarden: “Muslims […] remind the Dutch of ‘the calvinist ethos of frugality and moral strictness’ of their own past” (Van der Veer, 2006, 118-120). De

(10)

omdat wordt vereist dat mensen met een migratieachtergrond net zo ‘progressief’ gaan denken als Nederlanders (Ibid, 2011, p. 89). In wat Duyvendak de culturalisering van burgerschap noemt moeten vooral nieuwkomers met een islamitische achtergrond zich aanpassen aan “de”

Nederlandse normen, waarden en emoties. Ook moeten zij bewijzen dat zij bij Nederland willen horen: zij moeten zich niet alleen thuis voelen in Nederland, maar ook “deep feelings of

attachment and loyalty to the Netherlands” meemaken:

To guard against harmful external influences, this [Dutch] culture has to be restored and protected. Immigrants have to prove their loyalty to it, prove that they feel at home in their county of

settlement by subscribing to dominant ideas, convictions, habits and emotions. If they don’t, politicians claim, the native-born will no longer feel at home in their ‘own’ country.

Duyvendak, 2011, p. 87

Dit fenomeen komt niet alleen voor bij rechtse partijen, maar ook bij feministen en neoliberaal beleid (Farris, 2017). Een voorbeeld van dit beleid is dat onder leiding van de voormalig VVD-politica Rita Verdonk de Nederlandse kijk op gendergelijkheid en homoseksualiteit opgenomen werd in het immigratiebeleid (Farris, 2017; Duyvendak, 2011). Het respecteren van

vrouwenrechten werd hiermee een voorwaarde om burger te worden van Nederland. Rechtse partijen en feministen zijn bovendien niet alleen in de veronderstelling dat moslims achterlopen ten opzichte van Nederlanders, maar ook dat moslima’s “gered” moeten worden van hun patriarchale geloof. Deze vrouwen worden voorgesteld als individuen die niet bewust zijn van hun ‘onderdrukking’ (Farris, 2017).

Volgens bijzonder hoogleraar Gender Based Violence Renée Römkens genieten veel vrouwen en meisjes binnen veel islamitische gemeenschappen een tweederangs status, maar er zijn ook ‘emancipatoire’ ontwikkelingen te ontdekken binnen sommige gemeenschappen (Römkens, 2015, p. 566). Het islamitische geloof dient dus niet begrepen te worden als dé islam, aangezien er veel verschillende moslims met verschillende opvattingen bestaan: “Een statische,

onveranderlijke islam dan wel ‘moslimcultuur’ in relatie tot vrouwenrechten is een verregaande simplificatie van een gedifferentieerde en veranderende sociale realiteit […] Islamitische (asiel)migranten worden op een generaliserende manier over één kam geschoren, als een homogene groep mensen, die willoos en gedachteloos als daarin ‘gevangen’ hun ‘cultuur’

(11)

uitleven” (Römkens, 2015, p. 567).

Römkens (2015, p. 571) legt verder uit dat ‘cultuur’ en religie vaak op de voorgrond worden geplaatst bij mensen met een migratieachtergrond als verklaring voor gedrag. Geweld tegen vrouwen wordt hierbij bijvoorbeeld veranderd in een ‘cultureel probleem’ specifiek van moslims. Volgens Römkens leidt de overbelichting van de rol van cultuur onder moslims en de

onderbelichting daarvan in westerse cultures tot een selectieve verontwaardiging over de omvang van geweld tegen vrouwen in westerse culturen (Römkens, 2015, p. 571). Door de ongelijkheid van vrouwen te verbinden aan islam wordt het “Nederlandse straatje schoongeveegd” (Ibid., p. 571). De culturalisering van burgerschap gaat vaak gepaard met een genderneutralisering. Geweld van Nederlandse mannen tegen Nederlandse vrouwen wordt namelijk losgehaald van elke soort Nederlandse cultuur en context van ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen (Römkens, 2015, p. 570). Door vrouwenrechten te framen als een ‘cultureel’ probleem van moslims en migranten, wordt de aandacht weggeschoven van vormen van ongelijkheid die westerse vrouwen dagelijks onderdrukken (Ibid, p. 570; Farris, 2017).:

In die loskoppeling van geweld tegen Nederlandse vrouwen van zijn maatschappelijke context schuilt de genderneutralisering, en tegelijkertijd verdwijnt daarmee ook de aandacht voor culturele normeringen. Alleen ‘allochtone’ vrouwen moeten nog worden geëmancipeerd. De

migrantenvrouw die wordt geslagen, zeker als ze een moslima is, is zonder twijfel slachtoffer van haar onderdrukkende man én haar cultuur.

Römkens, 2015, p. 571

De feministen die vrouwenrechten verbinden aan een islamofobe retoriek zijn, zoals hierboven al genoemd werd, in de strijd tegen het Nederlandse patriarchaat aan de verliezende hand: “Instead of helping it to gain more visibility, the widespread resort to the theme of women’s rights as a civilizational battle demotes it from the rubric of general societal problems and dislocates it as a non-western women problem only – or as a problem that affects western European women as potential victims of Muslim and non-western/nonwhite men” (Farris, 2017, p. 9). De rechtse partijen hebben met deze retoriek echter wel “everything to gain”: het schetsen van een witte, Europeaanse, westerse, Christelijke, geciviliseerde, vrouwvriendelijke Us aan de ene kant en een niet-witte, niet-Europeaanse, niet westers, islamitische, ongeciviliseerde, mysogynistisch Them

(12)

aan de ander kant is een effectieve manier om het immigratiestandpunt van de partij te versterken (Farris, 2017). Uit onderzoek van de politicoloog Tjitse Akkerman blijkt dat deze partijen echter geen daadwerkelijk beleid voeren om de positie van vrouwen en de LGBTQ-community te verbeteren (Akkerman, 2015, p. 58). Bij de PVV vond zij een van de grootste verschillen tussen, retorisch gezien, een grote hoeveelheid aandacht voor gender gelijkheid en de concrete

voorstellen om dit te bereiken. Op het gebied van vrouwenkwesties hebben rechtse partijen in zekere mate een Januskop1, omdat principes zoals gendergelijkheid alleen op gaan in het beleid rondom immigratie (Akkerman, 2015, p. 56).

2.2 De PVV en de VVD

2.2.1. ‘Rechts en Links’

In de loop van de vorige eeuw was de samenleving nog te reduceren tot een sociaaleconomische (inrichting economie, verdeling inkomen, de rol van de markt en de overheid) en een religieuze (huwelijk en gezin, seksualiteit, abortus en euthanasie) scheidslijn. Een combinatie van deze scheidslijnen gaf vorm aan ‘links’ (voor economische gelijkheid en secularisering) en ‘rechts’ (voor economische en religieuze vrijheid). Deze tegenstelling is in het huidige politieke spectrum volgens Bovens et al. door processen als secularisering, welvaartsgroei en globalisering

onhoudbaar geworden (2014, p. 11). Het laatste decennium was er sprake van een derde, sociaal-culturele tegenstelling tussen vrijzinnige en gezagsgetrouwe of kosmopolitisch en nationalistisch georiënteerde burgers die zich steeds meer heeft verdiept (Bovens, 2014, p. 11).

De VVD en de PVV kunnen niet meer gerekend worden tot ‘rechts’. Zo neemt bijvoorbeeld de PVV zowel traditionele ‘linkse’ als ‘rechtse’ standpunten in. Wat de twee partijen overeen komen zijn hun ‘populistische’ uitingen. ‘Populisme’ is een omstreden term, die vaak opgevat wordt als een ideologie die voorbehouden is voor een bepaalde groep. In dit onderzoek zal in navolging van Justus Uitermark et al. (2012, p. 3) populisme echter gezien worden als een set stijlfiguren die door verschillende groepen op verschillende manieren en plekken gebruikt kan worden (Uitermark et al., 2012, p. 11). Deze retoriek gaat vaak gepaard met radicaal nativisme, waarbij individuen in Nederland niet welkom zijn als zij niet dezelfde normen en waarden hanteren als

1 Een januskop komt uit de mythologie – ‘een man met twee gezichten’. Het wordt gebruikt om een tegenstelling aan te duiden.

(13)

“wij” (Duyvendak, 2017). Deze stijlfiguren omvatten:

…het zich distantiëren van de elite, het articuleren van volkse wijsheden en het onderscheiden van het pure heartland en de vervuilende anderen. Populistische sentimenten worden opgewekt

wanneer een aversie tegen de elite ontstaat, men zich identificeert met de ‘gewone mensen’ en vertrouwt op hun kennis en kunde, en wanneer er emotionele verbondenheid is met een – in essentie puur en mooi maar door buitenstaanders bedreigd – heartland. Zo bezien zijn er populistische stijlfiguren en sentimenten die zich op verschillende plekken en in verschillende combinaties manifesteren.

Uitermark et al., 2012, p. 11

2.2.2. De PVV en de VVD in het kort

In 2006 splitste Geert Wilders zich af van de VVD en richtte onder de naam Vereniging Groep Wilders de PVV op. Deze partij doet sinds 2006 mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. De PVV is zo georganiseerd dat Geert Wilders het enige lid is van de partij en als eenmansfractie onder de naam Groep Wilders opereert. Het is dus niet mogelijk om lid te worden van de PVV. Tot voor kort, toen Geert Wilders dit jaar aankondigde dat hij mee wil doen met 62

gemeenteraadsverkiezingen, had de PVV dus nog geen lokale organisaties (Parlement, 2017; Gemeente, 2017). Aanvankelijk kon de partij nog omschreven worden als ‘typisch rechts’ – conservatief in sociaal-cultureel opzicht en liberaal met betrekking tot sociaaleconomische

thema’s (Damhuis, 2017). Geert Wilders heeft, om zoveel mogelijk kiezers van ‘links’ en ‘rechts’ aan zich te binden, een draai naar ‘links’ gemaakt op sociaal-cultureel vlak (Damhuis, 2017). De socioloog Damhuis (2017) bespreekt in Wegen naar Wilders dat de retoriek van Wilders bestaat uit een structuur van drie lagen: de politieke elite, de gewone Nederlander en de buitenlandse ‘profiteurs’. In deze retoriek wordt het Nederlandse volk van boven (elite) én onder (profiteurs) ‘bestookt’. In het partijprogramma van de verkiezingen van 2017 verdedigt de partij traditioneel ‘linkse’ overtuigingen zoals de afschaffing van het eigen risico, terugdraaien bezuinigingen in de zorg en meer investeren in ouderenzorg, maar ook ‘rechtse’ overtuigingen, zoals lagere

inkomstenbelasting, het sluiten van de grenzen, extra geld voor defensie en geen geld meer naar ontwikkelingshulp. Maar er is een aanzienlijk verschil tussen de retoriek van de PVV en haar voorstellen in de Tweede kamer op het gebied van ‘linkse’ thema’s – de partij is zowel op sociaal-cultureel als sociaaleconomisch gebied altijd rechts gebleven (Damhuis, 2017). De

(14)

nadruk van de PVV ligt vooral op het anti-islam en anti-Europese Unie propaganda (Damhuis, 2017).

De VVD is opgericht in 1949 en is lange tijd op sociaaleconomisch en sociaal-cultureel vlak een middenpartij geweest. De VVD was van nature een partij die waarde hecht aan liberale waarden: individuele vrijheid, eigen verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en een laissez-faire

opstelling van de overheid (Parlement, 2017). Tijdens de campagne voor de Tweede

Kamerverkiezingen van 2017 vertoonde de partij eerst radicaal nativisme, waarbij het beeld werd gecreëerd dat “de gewone Nederlander” wordt bedreigd door mensen die “onze vrijheid

misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid” (VVD, 2017). Om Nederland te behouden zoals het is zouden alle Nederlanders “normaal moeten doen” (VVD, 2017).

VVD, 2017

In deze scriptie draait het om hoe de vrouwelijke kiezers van de PVV en de VVD denken over de vrouwenrechten binnen de partij, niet de partij zelf. Toch kan een kort overzicht relevant zijn, omdat de respondent beïnvloed kan zijn door het verkiezingsprogramma van de partij. Het verkiezingsprogramma van de VVD van 2017 telt 102 pagina’s en bevat een klein hoofdstuk

(15)

“Emancipatie en discriminatie”. In dit hoofdstuk komt naar voren dat de partij vindt dat de wet aangepast moet worden aan de moderne tijd: partneralimentatie moet worden verlaagd, om de ontvanger na een echtscheiding zelf aan het werk te laten gaan. Verder vindt de VVD dat

vrouwenkwesties niet via de wet moeten worden afgedwongen, door middel van bijvoorbeeld een quotum, maar opgelost moeten worden in de privésfeer. Op Vaderdag 2017 werd bovenstaande illustratie geplaatst op de Facebookpagina van de VVD, dat lijkt uit te gaan van een traditionele rolverdeling van mannen en vrouwen.

De PVV heeft in één pagina zijn verkiezingsprogramma beschreven, waarbij het enige standpunt dat over vrouwen gaat te maken heeft met islamitische kledingdracht. Zoals al eerder bleek komen vrouwenkwesties alleen voor in het kader van anti-immigratie, zoals blijkt uit dit fragment uit het verkiezingsprogramma van 2012:

De massa-immigratie is intens schadelijk voor Nederland. Buiten de problemen met de islam die we nu geïmporteerd hebben, zien we een oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen op het gebied van uitkeringsafhankelijkheid, antisemitisme, homohaat, vrouwendiscriminatie, criminaliteit, overlast, schooluitval en eerwraak. Niet-westerse allochtonen kosten Nederland 7,2 miljard euro per jaar.

PVV, 2012, p. 35

2.2.3. Stemmen op de PVV en VVD

Welke redenen komen in eerder onderzoek naar voren om op de VVD of PVV te stemmen? Het is in dit subhoofdstuk van belang om vast stellen dat er bepaalde eigenschappen zijn die veel mensen op de VVD of de PVV stemmen gemeen hebben, maar dat dé PVV-stemmer of VVD-stemmer niet bestaat; het is eerder een agglomeraat waarin meerdere patronen te ontdekken zijn (Damhuis, 2017, p. 6).

2.3.1.Gender gap

Uit kiezersonderzoek van Ipsos (2017) is gebleken dat bij de laatste verkiezingen van 2017 de belangrijkste thema’s voor een VVD-kiezer de economie (81%), normen en waarden (63%) en belastingen (59%) zijn. Voor de PVV is dat immigratie en asiel (88%), terrorisme (84%) en integratie (80%). Ook is deze verkiezingen weer gebleken dat er een zogenaamde gender gap

(16)

bestaat onder de kiezers van de VVD en de PVV. Van alle VVD-kiezers was 59% man is en 41% vrouw. Bij de PVV was dit 55% man en 45% vrouw. Hiermee staan deze partijen samen met de CDA en PvdA in de top vier van ‘mannelijkste’ partijen. Met deze percentages lijkt het verschil niet groot, maar Nationaal Kiezersonderzoek van het CBS (2015) bewijst dat de politieke achterban van de VVD de afgelopen 40 jaar altijd relatief uit meer mannen bestond. Ter vergelijking bestond deze verkiezing de politieke achterban van GroenLinks met name uit vrouwen (61%). Uit meerdere eerdere studies is ook gebleken dat er een grotere kans is dat een man op een ‘extreemrechtse’ partij stemt dan een vrouw (Givens, 2004; Norris, 2005,

Rippeyoung, 2007; Inglehart & Norris, 2002; Harteveld et al. 2015, p. 117)

Er zijn verschillende studies gedaan naar de verklaringen voor deze gap. Volgens Spieringen en Zaslove (2015, p. 152) en Harteveld et al. (2015) hangen zowel mannen als vrouwen de rechtse ideologie aan, maar is de vertaalstap naar het daadwerkelijk stemmen op een rechtse partij wel gendered. Vrouwen zouden minder snel geneigd zijn om op een rechtse partij te stemmen. Volgens Harteveld en Ivarsflaten (2016, p. 13) kan dit gegeven in heel West-Europa verklaard worden door het stigma dat is gekoppeld aan het stemmen op een rechtse partij. Mannen zijn eerder dan vrouwen bereid om te breken met de sterke sociale norm dat een individu bijvoorbeeld geen negatief oordeel over immigranten mag hebben.

2.3.2. Wegen naar Wilders en The Deep Story

Damhuis (2017, p. 10-13) interviewde voor zijn boek Wegen naar Wilders 64 Nederlanders die op de PVV hebben gestemd en leidde zo drie individuele hoofdwegen naar PVV-steun af: verongelijktheid, contributionisme en radicaal conservatisme. Niet alle kiezers zijn tot deze drie hoofdwegen terug te brengen, maar het zijn ideaaltypen (Damhuis, 2017, p. 13). Verongelijktheid en contributionisme betreffen een meer persoonlijke en egocentrische verhouding tot de politiek. Verongelijktheid gaat niet alleen om de subjectieve ervaring van het ongelijk behandeld worden (door bijvoorbeeld de overheid), maar heeft ook betrekking op de hieruit volgende wrok jegens hen die voorgetrokken worden en hen die voortrekken. Deze eerste weg komt vooral voort uit het gevoel dat zij relatief minder krijgen dan anderen, terwijl zij wel evenveel of meer verdienen. In het verleden stemden zij ofwel niet of op de PvdA. Kiezers die via contributionisme PVV zijn gaan stemmen klagen dat zij relatief veel geven (zoals belastinggeld), terwijl mensen die daar

(17)

minder recht op hebben dat ontvangen. Ook delen zij de overtuiging dat om bij de Nederlandse samenleving te mogen horen, iemand hieraan moet bijdragen. Hochschild (2016) omschrijft dit gevoel ook, waarbij vluchtelingen en immigranten voordringen in de rij naar de Amerikaanse droom: “But it's people like you who have made this country great. You feel uneasy. It has to be said: the line cutters irritate you. They are violating rules of fairness. You resent them, and you feel it's right that you do. So do your friends” (Hochschild, 2016, p. 139). Deze kiezers stemden volgens Damhuis in het verleden vaak VVD en hebben hun economisch succes bereikt door hard te werken Zij delen de overtuiging dat hun relatieve succes te danken is aan eigen verdiensten en die overtuiging is belangrijk om te begrijpen waarom deze kiezers menen dat de politiek niet goed om gaat met ‘hun’ belastinggeld. Door dit geld niet te besteden aan Nederlanders, maar aan bijvoorbeeld vluchtelingen “verspillen [zij] daarmee immers de vruchten van hún inspanningen” (Damhuis, 2017, p. 17). Radicaal conservatisme betreft kiezers die uit relatief hoogopgeleide, welgestelde milieus komen die eerst vaak VVD stemden. Deze kiezers staan voor typisch rechtse standpunten op sociaaleconomisch vlak, maar voor hen draait het stemmen met name om de bedreiging van de nationale democratie, en de toenemende invloed van ‘de’ islam, ook al ondervinden zij zelf geen negatieve gevolgen hiervan (Damhuis, 2017, p. 18).

2.3. (Liberaal) Feminisme

In dit onderzoek zal onderscheid worden gemaakt tussen ‘vrouwenrechten’ en

‘vrouwenkwesties’. Vrouwenkwesties zullen worden opgevat als algemene kwesties die specifiek vrouwen aangaan, zoals economische zelfstandigheid, abortus en het glazen plafond.

Vrouwenrechten zullen worden opgevat als politieke rechten van vrouwen. Later in dit onderzoek zal blijken dat het subjectief is wat een politiek issue is. Om in de analyse-hoofdstukken beter te kunnen duiden hoe de respondenten denken over de taakverdeling en hiërarchie van mannen en vrouwen en feminisme, is een klein overzicht van vrouwenkwesties van belang.

2.3.1. Economische zelfstandigheid en de loonkloof

Economische zelfstandigheid van vrouwen is nog steeds een heikel punt in Nederland - vrouwen werken in Nederland nog altijd 75% in deeltijd en ongeveer de helft van de vrouwen in

Nederland is financieel afhankelijk (Rijksoverheid, 2017). Ook de loonkloof tussen mannen en vrouwen met thuiswonende kinderen 14% (CBS, 2014). Ten grondslag aan de machtsverschillen tussen mannen en vrouwen ligt nog steeds het ‘moederschap’ dat leidt tot verschillen in

(18)

participatie in diverse sociale verbanden (Wilterdink & Heerikhuizen, 2012). De socialisatie van meisjes is nog steeds deels bewust, deels onbewust voor een deel gericht op toekomstig

moederschap. Deze socialisatie werkt door in de doelen, aspiraties en het zelfbeeld van vrouwen. Bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap Monique Kremer (2006) verklaart dit deels door een sterke Nederlandse ‘huiselijkheidstraditie’ met een moederschapsideaal waarbij vrouwen zelf voor hun kinderen zorgen, in plaats van een kinderopvang. De keuze van een vrouw om te gaan werken hangt voor een groot deel af of de zorg van de kinderen goed geregeld is, in plaats van een ‘economische’ afweging of werken een toegevoegde waarde heeft (Kremer, 2006, p. 242). Centraal in de feministische tweede golf stond bovendien Joke Smits initiatief tot de herverdeling van betaalde en onbetaalde arbeid over mannen en mannen vrouwen (Ribberink, 1987, p. 37). Hochschild (1989) noemt dit de gestagneerde revolutie: vrouwen zijn op grote schaal betaalde arbeid gaan verrichten, maar mannen zijn niet ‘meegegroeid’ in het oppakken van onbetaald zorgend en huishoudelijk werk. De verantwoordelijkheid voor de zorg komt vaak nog steeds neer bij vrouwen (Wilterdink & Van Heerikhuizen, 2012). Vrouwen hebben dus een dubbele

belasting, wat het voor veel vrouwen lastig maakt om een fulltimebaan te vervullen. 2.3.2. (Liberaal) Feminisme

Feminisme is een verzamelnaam voor verschillende politieke stromingen die zich verzetten tegen ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen in de maatschappij. De eerste

Nederlandse feministische golf kwam op gang vanaf 1870 (Ribberink, 1987). Nadat tijdens de eerste golf de eerste juridische- en arbeidsrechten verworven waren, ontstond er een kloof tussen de verworven rechten en de praktijk. De seksuele revolutie van de jaren ’60 brak met de dubbele seksuele moraal, waarbij vrouwen toen ook gezien werden als seksuele individuen (Ribberink, 1987). Vrouwen kregen echter een dubbele boodschap mee: aan de ene kant moesten zij betaald werk verrichten, maar aan de andere kant een ideaalbeeld omhooghouden van de perfecte huisvrouw en moeder zijn. Een grote taak voor het feminisme was de strijd tegen tegen het

vrouwbeeld en het huwelijksideaal dat vrouwen onderdrukte. De tweede golf pakte vanaf de jaren ’60 de strijd op (Ibid.). In de tweede golf zijn drie fasen te ontdekken. De Mannen Vrouwen Maatschappij (MVM) en de Dolle Mina’s wilden om gelijkheid tussen de twee seksen te

bevorderen de ‘mannelijke’ normen en waarden overnemen (Ibid.). De Dolle Mina’s staan vooral bekend om acties zoals baas in eigen buik, het nafluiten van mannen en het verbranden van een corset. Deze acties hebben bijgedragen aan de beeldvorming over feminisme in het algemeen

(19)

(van Bavel, 2015). In de jaren ’70 verbraken radicale feministen met alle mannen, omdat zij uitgingen van een mannenheerschappij over vrouwen op alle vlakken – het patriarchaat (Ibid.). Zij wilden een tegencultuur ontwikkelen op basis van eigen ‘vrouwelijke’ normen en waarden. Via praatgroepen werden vrouwen zich bewust dat hun persoonlijke problemen

gemeenschappelijk gedeeld werden en veroorzaakt werden door maatschappelijke opvattingen en structuren (Ibid.). In de jaren ’80 traden veel feministen ‘terug’ naar de maatschappij met een minder radicale opstelling. Het draaide hier meer issues die met het lichaam en seksualiteit te maken hadden: de abortuswet en seksueel geweld tegen vrouwen (Ibid.). Er kwam hier een herwaardering van het ‘vrouwelijke’ – het waardering van ‘vrouwelijke’ waarden werd niet langer gezien als een bijdrage aan het patriarchaat. Carrière maken ‘mocht’ weer; feministen gingen de strijd aan tegen het old boys network (Ibid.).

De eerste golf werd aan het begin gedragen door vrouwen (en enkele mannen) met een door de Verlichting geïnspireerde liberale politieke overtuiging (Ribberink, 1987, p. 9). Liberaal feminisme wordt ook wel ‘gelijke rechten’- feminisme genoemd, omdat het gegroeid is uit de liberale principes van gelijke rechten, individuele vrijheid en recht op ontplooiing van alle individuen (Ibid., p. 9; Willemsen & de Wind, 2015). Dit is in lijn met het meritocratische ideaal dat alleen iemands verdienste mag tellen voor zijn of haar maatschappelijke positie, maar dat het voor iedereen mogelijk moet zijn om zich door zijn verdiensten van anderen te onderscheiden (Swierstra & Tonkens, 2008). Onderwijs speelt hierin een cruciale rol. Dit maakt liberaal feminisme een moderne invalshoek, omdat het uitgaat van een samenleving met een breed geaccepteerde sociale mobiliteit, individualisme en competitie (Swierstra & Tonkens, 2009, p. 14). Waar eerst feminisme en liberalisme hand in hand gingen, is feminisme later een meer socialistische kant op gegaan (Ribberink, 1987). Waar liberalen gelijkheid zien als gelijke kansen, leggen socialisten van oudsher de nadruk op gelijkheid in de zin van gelijke uitkomsten (Swierstra & Tonkens, 2009, p. 9). In de tweede golf kwam er er kritiek op de liberaal

feministische uitgangspunten. Ten eerste wilden zij de status van vrouwen verbeteren binnen het systeem, zonder daarbij een kritische houding in te nemen ten opzichte van maatschappelijke structuren, zoals het patriarchaat (Willemsen & de Wind, 2015). Moderne kritiek op het liberaal feminisme is dat zij een zeer individuele benadering innemen; vrouwen hebben eigen

(20)

van het feit dat bepaalde privileges een bevooroordeelde positie kunnen opleveren Zij worden op de Matrix of Domination van Patricia Hill Collins (1990) vaak onderdrukt op basis van hun vrouw-zijn, maar niet op basis van bijvoorbeeld hun ras, seksualiteit of religie.

(21)

Hoofdstuk 3: Methode

3.1. Dataverzameling

Voor deze kwalitatieve studie zijn 13 vrouwen tussen de 21-87 geïnterviewd waarvan vijf respondenten de afgelopen verkiezingen van 2017 op de PVV hebben gestemd en acht op de VVD. Om respondenten te verzamelen had ik mij aangemeld als vrijwilliger bij de PVV. Ik heb uiteindelijk geen vrijwilligerswerk verricht, maar wel via de vrijwilligerscoördinator mijn respondenten verzameld die op de PVV hebben gestemd. De rest van de respondenten zijn deels verworven via mijn tante Jo en via-via in mijn eigen kenniskring. De respondenten kennen elkaar onderling niet, met uitzondering van een aantal die Jo kennen. Bij 11 vrouwen ben ik thuis uitgenodigd. De andere vier interviews vonden plaats in een café, omdat dit een handige

ontmoetingsplek was in Amsterdam. We werden hierbij niet gestoord door andere bezoekers van dat betreffende café. De interviews waren semigestructureerd en duurden ongeveer 60-90

minuten. In elk interviews zijn alle topics aan bod gekomen, maar vaak gingen we ook off-topic. Er was dus genoeg ruimte voor de respondent om haar perspectief op vrouwenkwesties te delen. Alle interviews zijn getranscribeerd en gecodeerd in Atlas.ti. Het coderen heeft geholpen om de interviews met elkaar te vergelijken. Het theoretisch kader is later aangepast om de data beter te kunnen duiden.

Tijdens de interviews heb ik vaak een tactiek gebruikt die lijkt op wat Gerben Moerman in zijn onderzoek naar open interviews (2010) de gereserveerde doorvraagtactiek noemt. Dit deed ik door zo min mogelijk te vertellen over mijn eigen politieke voorkeur. Deze techniek is bedoeld om de geïnterviewde zoveel mogelijk ruimte te bieden om haar verhaal te doen, door

bijvoorbeeld alleen ‘hoe bedoelt u dat dan?’ te vragen. Dit was een relatief makkelijke techniek, waarbij ik niet per se uit mijn comfort zone hoefde te komen. Verder heb ik vaak een meegaande doorvraagtactiek gebruikt. Ik ging dan mee in het verhaal van de geïnterviewde. Soms

pretendeerde ik hetzelfde gedachtengoed te hebben als de respondent. Deze tactiek gebruikte ik met name om de ‘echte’ mening naar voren te krijgen van de respondent, in plaats van een sociaal wenselijk antwoord. Dit was vaak ook uit nieuwsgierigheid. Deze doorvraagtactiek voelde soms niet geheel zuiver, omdat ik het eigenlijk niet met de respondent eens was. Wel merkte ik dat deze tactiek goed werkte om de geïnterviewde aan het praten te krijgen. Soms heb ik ook een prikkelende doorvraagtactiek gebruikt. Ik legde de geïnterviewde bijvoorbeeld voor

(22)

voor dat zij aan de ene kant vrouwenrechten belangrijk vindt in een politieke partij, maar ook heeft overwogen om op Thierry Baudet te stemmen. Bij deze techniek gaven de respondenten vaak toe dat ze zich eigenlijk niet verdiept hadden in vrouwenrechten. Uit het proefschrift van Moerman (2010) blijkt dat het gebruiken van verschillende doorvraagtactieken geen significante effecten heeft op de inhoud of kwaliteit van de gegevens.

3.2 Operationalisering

In dit onderzoek wordt gender opgevat als een sociaal construct, waarbij het uitoefenen van een genderrol, in Goffmaniaanse (2009) termen, een performance is (West & Zimmerman, 1987, p. 130). Als het gedrag van mannen en vrouwen in deze scriptie wordt beschreven, dan wordt dit gezien als het uitvoeren van een genderrol die vanaf de geboorte aan gesocialiseerd wordt. Deze gender display is een constante activiteit ingebed in alledaagse interactie (West & Zimmerman, 1987, p. 130).

Om de deelvragen te operationaliseren, zijn de volgende interviewtopics gekozen: Hoe kwamen de vrouwen tot een stem op de PVV of VVD?

Eventuele twijfel tussen andere partijen Rol politiek in het leven van de respondent Hoeveel ingelezen/verdiept in stem

Hoelang de respondent VVD of PVV stemt Redenen stem VVD en PVV

In hoeverre speelden vrouwenrechten een rol?

Kennis van stellinginname over vrouwenkwesties/rechten van VVD of PVV (in bijvoorbeeld verkiezingsprogramma)

Vindt u het belangrijk om op een politieke partij te stemmen die standpunten heeft voor vrouwenrechten of vrouwen belangrijk vindt?

Gedacht aan vrouwenrechten bij het kiezen van VVD of PVV? Stelling 1 t/m 6

In hoeverre speelde islam een rol? Opvatting islam algemeen

(23)

Stelling 1 en 4

Hoe denken de vrouwen die op de VVD of PVV hebben gestemd over mannen, vrouwen en hun taakverdeling en hiërarchie?

Hoe schat u de huidige situatie in van vrouwenrechten in Nederland? Vindt u mannen en vrouwen gelijk in Nederland?

Rolverdeling gezinstaken onder ouders tijdens de opvoeding en als van toepassing: verdeling van taken met partner bij het opvoeden van eigen kind

Als van toepassing: stoppen met werken of blijven werken bij het krijgen van een kind Stelling 1 t/m 6

Hoe beoordelen vrouwen die op de VVD of PVV hebben gestemd feminisme?

Als u denkt aan feminisme, wat is dan de gedachte die bij u naar boven komt? Zou u zichzelf een feminist noemen?

Vindt u feminisme nog noodzakelijk in Nederland? (Aan welke vrouwen denkt de respondent)

Stelling 1 en 4

Verder heb ik zes stellingen aan de vrouwen voorgelegd. Om de combinatie tussen rechts stemmen en ‘vrouwenkwesties’ te operationaliseren, leek het mij het handigst om de

respondenten aan de hand van stellingen over vrouwenkwesties aan het praten te krijgen. De eerste stelling is vooral gekozen om te kijken hoe de respondenten denken over (de daders van) seksueel geweld. Stelling 2, 5 en 6 zijn economische stellingen. Ik besef me dat achter de keuze van deze drie stellingen de vrij Westerse assumptie ligt dat emancipatie gelijk staat aan toetreding aan de arbeidsmarkt. Deze drie stellingen hebben ook betrekking op hoe de respondenten de taakverdeling tussen mannen en vrouwen inschatten. Stelling 3 wil kijken hoe ‘conservatief’ een respondent ingesteld is. Ten slotte is stelling 4 gekozen om de mening van de respondent te achterhalen over het islamitische geloof en met name de rol van vrouwen hierin.

Sommige zijn expres gesteld als ‘voor’, om zo een zo laag mogelijke drempel te creëren om een ‘sociaal ongewenste’ mening te geven. Als de respondent eerder in het interview al zelf begon over het thema, wat name het geval was bij de stelling over de hijab en de boerka, is die desbetreffende stelling soms overgeslagen.

(24)

1. Straatintimidatie van vrouwen zou strafbaar gesteld moeten worden door de politiek 2. Vrouwen zouden in een relatie of huwelijk altijd economisch zelfstandig moeten zijn 3. Abortus zou alleen toegestaan moeten zijn bij medische redenen

4. Het dragen van een hijab en een boerka in de publieke ruimte moet verboden worden 5. De loonkloof tussen mannen en vrouwen is te wijten aan de vrouwen zelf

6. Er moet een vrouwenquotum gehanteerd worden om meer vrouwen in topposities te krijgen

3.3. Betrouwbaarheid

Door van elke respondent een kort profiel te schetsen, heb ik geprobeerd om zoveel mogelijk recht te doen aan het perspectief van de respondenten. Het is soms moeilijk geweest om met zoveel data algemene patronen te schetsen, en tegelijk fair te zijn naar alle respondenten toe. Ook heb ik meerdere theoretische perspectieven gehanteerd, om een tunnelvisie te vermijden. Wel heb ik tijdens de interviews af en toe gestuurd in de richting wat ik wilde horen, door een bepaalde manier van vragen te stellen. Een belangrijk punt dat al bij het eerste interview naar voren kwam is dat mijn eigen vertrekpunt vrouwenrechten was, terwijl dit voor de respondenten een klein issue was bij hun stemgedrag (Bryman, 2012, p. 390). De interviews vonden vlak na de

verkiezingen van 2017 plaats. Dit was voor mij voordelig, omdat de respondenten op deze manier nog goed in hun hoofd hadden waarom zij op de VVD of de PVV hadden gestemd. Deze timing kan wel problematisch zijn voor de overdraagbaarheid, omdat de interviews ingebed zijn in een specifieke context. Dit uitgebreide methode hoofdstuk kan echter bijdragen aan de

toepasbaarheid op andere mensen, tijden en situaties (Bryman, 2012, p. 390).

Complete objectiviteit is onmogelijk bij kwalitatief onderzoek, maar ik heb geprobeerd om zo open mogelijk te zijn over mijn eigen vertrekpunt als onderzoeker. Aangezien ik zelf een hele andere opvatting heb dan mijn respondenten, heb ik af en toe overlegd met een peer of ik te subjectief was.

3.4 Eigen rol als onderzoeker en reflectie

Ten eerste is het tijdens het benaderen van respondenten belangrijk geweest duidelijk te maken dat ik als onderzoeker de respondenten niet veroordeel vanwege hun standpunten. Bij het verzoek

(25)

om een interview af te nemen via de mail heb ik aangegeven dat ik geïnteresseerd was in een ander perspectief. Ik heb geprobeerd om mijn eigen vooroordelen aan de kant te zetten, om zoveel mogelijk the role of the other in te nemen. Uiteindelijk was dit vaak niet moeilijk. Ik zag in dat het vertrekpunt van de respondent anders was dan die van mij. In de aanleiding kwam al naar voren dat ik zelf links georiënteerd ben. Ook ben ik ervan overtuigd dat er nog steeds genderongelijkheid heerst in Nederland. De neiging om vrouwenrechten in te bedden in een islamofobe retoriek draagt er naar mijn mening aan bij dat genderongelijkheid gezien wordt als een issue van islamitische gemeenschappen, in plaats van een nog steeds relevant issue in Nederland. Desalniettemin ben ik erg geïnteresseerd in een ander perspectief en ging ik met een zo open mogelijke houding dit onderzoek ingaan. Vanuit het vertrekpunt van de respondent was het vaak logisch dat de respondent overtuigd was van een bepaalde opvatting en zij kon dit goed beredeneren. Ik heb zoveel mogelijk open vragen gesteld en het antwoord van de respondent vragend herhaald, om zo het vertrekpunt van de respondent naar voren te krijgen. Ik ben veel dingen waar ik voor deze scriptie heel overtuigd van was, in een ander licht gaan zien.

Bij methodologisch zelfbewustzijn reflecteert de onderzoeker op de manier waarop hij of zij in verhouding staat tot zijn of haar respondenten. Aangezien de vrijwilligerscoördinator van de PVV de respondenten die op de PVV hadden gestemd al had ‘voorbereid’ op dat ik hen zou benaderen voor een interview, wekte deze gemeenschappelijke kennis vertrouwen. Ook waren ze wellicht in de veronderstelling dat ik ook op de PVV stemde, omdat ik de coördinator kende, waardoor ze sneller geneigd waren om vrij te spreken. Het hebben van een gemeenschappelijke kennis pakte vaak voordelig uit, omdat dat een manier was om het ijs te breken aan het begin van het

interview. Verder kende ik mijn oma en tante vanzelfsprekend al. Ik wist echter nog niet hoe zij over vrouwenkwesties dachten. Mijn oma en drie geïnterviewden vriendinnen van mijn tante kenden ten slotte mijn moeder. Dit heeft het onderzoek beïnvloed. Zij refereerden soms naar mijn moeder als het voorbeeld van een vrouw die fulltime werkt tijdens het opvoeden van de kinderen. Zij spraken positief over deze rol als moeder, maar misschien hadden ze dat niet gedaan, als ze mijn moeder niet hadden gekend.

(26)

Hoofdstuk 4: Profielen respondenten

In deze profielen van de respondenten is zowel een portret van de respondent worden geschetst als de omstandigheden van het interview. Alle respondenten hebben een fictieve naam omwille van privacy.

Berdine, 25, VVD

Een vriendin van mij bracht mij met Berdine in contact. Ze stemt met name op de VVD, omdat ze later van plan is veel te verdienen en daar niet te veel belasting over wil betalen – “ik [sta] er wel een beetje in van, als je harder werkt dan verdien je ook meer geld”. Wel vindt ze dat de VVD meer aandacht aan het milieu zou moeten besteden. Haar ouders werkten allebei fulltime, ook tijdens het opvoeden van haarzelf en haar broer. Ze is zo opgevoed dat werk een onderdeel is van het leven en iets is dat leuk is. Ze is veel bezig met politiek en heeft een grote afkeer van de PVV, omdat deze partij vooroordelen heeft over met name ‘het’ islamitische geloof. Berdine vindt dat je pas een uitspraak over iets kan doen, zoals een boerka, als je met de drager of gebruiker ervan hebt gesproken. Ze doet een technische master aan de VU en heeft momenteel geen bijbaan. Ze heeft in een tussenjaar tussen haar bachelor en master twee banen gehad in de technische sector. Daar voelde ze juist dat ze extra welkom werd geheten, omdat ze een vrouw was. Vrouw en man acht Berdine gelijk. Ze vindt dat te snel wordt geroepen dat vrouwen niet verder komen door een glazen plafond, terwijl er te weinig wordt gekeken naar of vrouwen niet veel minder uren maken of minder productief zijn dan dan mannen. Bij hedendaags feminisme had ze vooral een beeld van feministen die zich bezighouden met onderwerpen “die niks meer met feminisme te maken hebben” en gericht is tegen mannen. De sfeer van het interview was eerst een beetje ongemakkelijk, maar het ijs was snel gebroken. Ze leek op het eerste opzicht wat onzeker, maar uit het gesprek bleek dat ze uitgesproken politieke opvattingen had.

Cato, 22, VVD

Ik ken Cato van mijn oude middelbare school. Ze heeft een marine-familie, dus ze stemt vooral op de VVD vanwege haar defensiebeleid. Ook vond ze Rutte’s brief “heerlijk, lekker normaal doen met zijn allen”. Cato is opgevoed in een gezin waar haar moeder “de broek aan had” en dit heeft veel invloed gehad op hoe Cato naar de rol van vrouwen kijkt. Ze schrok als ze bij andere vriendinnen thuis kwam, waar “vaders wil wet was”. Ze wist vrij veel van feminisme en zag dat als een van de enige respondenten veel om zich heen. Dit komt waarschijnlijk omdat veel

(27)

gemeenschappelijke vriendinnen actief bezig zijn met feminisme. Ze is Nederlands hervormd opgevoed en nu agnostisch. Ze studeert Geschiedenis in Leiden en heeft daarnaast een bijbaan als huiswerkbegeleidster. Ze wist via social media dat ik zelf kritisch ben op de VVD en dit kan van invloed zijn geweest op het interview. Maar, Cato komt over als iemand die zich eigenlijk niks aantrekt van anderen.

Mevrouw van Eysinga, 74, VVD

Tante Jo bracht mij met mevrouw Eysinga in contact. Mevrouw vindt Mark Rutte een heel leuke man en stemt met name daarom op de VVD. Ze heeft zich niet verdiept in een

verkiezingsprogramma. Feminisme hoefde van haar niet zo; mannen en vrouwen zijn al

gelijkwaardig. Ze wilde eigenlijk medicijnen studeren, maar haar omgeving overtuigde haar dat “meisjes dat toch niet zouden afmaken”. Uiteindelijk heeft ze haar propedeuse Sociologie gehaald in Leiden. Toen ze trouwde stopte ze met haar studie en drie kinderen later stond ze opeens in de huiskamer: ‘ik wilde nog zoveel doen!’. Toen is mevrouw taxateur geworden.

Mevrouw is katholiek opgevoed, maar verdiept zich nu in Spinoza als een soort spiritualiteit. Het gesprek vond plaats bij mevrouw thuis in een grote, alleenstaande woning te Den Haag. In de antieke woonkamer waar wij plaatsnamen stonden veel kunstboeken “niet-westerse” objecten. Mevrouw had een duidelijke mening en gaf aan graag in discussie te gaan met anderen.

Tante Jo, 68, VVD

Jo is de zus van mijn moeder, gehuwd met mijn oom en heeft geen kinderen. Ik wist al van haar dat ze al heel lang op de VVD stemt, omdat ze gelooft in het liberale gedachtengoed. Ik dacht altijd dat ze een beetje conservatief was, maar in werkelijkheid is ze erg actief bezig met vrouwenemancipatie. De vriendinnen van Jo die ik voor dit onderzoek heb gesproken gaven al aan dat Jo vroeger veel voor zichzelf opkwam. Wel vindt ze het vreselijk als mensen niet werken of lui zijn, met name vrouwen. Wat betreft de loonkloof, vindt ze dat vrouwen meer voor zichzelf moeten opkomen. Jo heeft hbo gedaan en verder cursussen gedaan om carrière te maken binnen de ING. Ze werkte eerst fulltime, maar richting haar pensioen aan parttime. Mijn oom en tante wonen in een herenhuis in de Archipel te Den Haag met veel antiek en kunst.

(28)

Mevrouw Luchtenborg, 71, VVD

Jo bracht mij met mevrouw in contact. Ze is geen fan van Rutte, maar wel van de liberale principes van de VVD: eigen verantwoordelijkheid en individuele keuze. Toch vindt ze op het gebied van feminisme het vooral belangrijk dat mensen gelijke kansen krijgen om zich te ontwikkelen en daarin worden gestimuleerd. Dat wordt op dit moment nog te weinig gedaan. Ze is recent weduwe geworden en heeft geen kinderen. Mevrouw is werkzaam als onderwijzeres. Mevrouw kwam soms twijfelachtig over en praatte op zo’n moment vrij zacht; ik denk dat ze niet van zichzelf vond dat ze kennis genoeg had over het onderwerp.

Oma Rut, 87, VVD

Mijn oma is weduwe en heeft een zoon en twee dochters, waaronder Jo en mijn moeder. Ze is katholiek christelijk opgevoed en nu agnostisch. Vroeger stemde ze CDA, omdat haar hele omgeving dat deed. Daar dacht niemand verder over na. Tien jaar geleden is ze gewisseld naar de VVD, omdat ze Rutte zo betrouwbaar vond. Ze heeft slecht zicht, waardoor ze niet meer in staat is om tv te kijken of een verkiezingsprogramma te lezen. Ze kan zich vaak vinden in de kritiek die ik weleens – maar niet in dit gesprek - met haar deel op de VVD. De feministische kant van mijn oma kende ik nog niet. Mevrouw legde de verantwoordelijkheid van emancipatie met name bij de mannen. Mannen moeten plaats maken voor de vele krachtige vrouwen die er zijn in Nederland, die nu geen kans krijgen. Over de loonkloof kon ze zich erg opwinden. Aan de andere kant heeft Rut wel een grote afkeer van vrouwen die niet werken en afhankelijk zijn van hun man. Ze benadrukte vaak dat ze dacht dat ik niets aan haar antwoorden zou hebben, omdat ze dacht dat ze “onzin uitkraamde”. Ze is gepensioneerd en haalt trots uit dat ze “altijd heeft gewerkt”. Ze is van Nederlands-Duitse afkomst. Ze heeft vanwege WOII de middelbare school helaas niet kunnen afmaken, omdat haar school gebombardeerd was.

Mevrouw Severeijnse, 71, VVD

Mevrouw Severeijnse is een vriendin van Jo. Mevrouw heeft vooral strategisch op de VVD gestemd om zo te zorgen dat de PVV niet te groot wordt. Verder heeft Rutte het vooral goed gedaan de afgelopen vier jaar en ze vertrouwt hem dat hij dat zal blijven doen. Ze is tevreden met “hoe het nu gaat” en ziet de VVD als verantwoordelijk daarvoor. Ze is niet veel bezig met de politiek, maar de VVD staat haar tot op heden wel aan. Mevrouw houdt zich niet bezig met

(29)

vrouwenrechten, maar stemt wel altijd op een vrouw bij de verkiezingen, omdat ze het belangrijk vindt dat er vrouwen in de kamer werkzaam zijn. Er wordt op dit moment “voldoende aandacht aan vrouwen besteed” in Nederland en feminisme is voor haar iets van vroeger. Vrouwen zijn over het algemeen minder fanatiek dan mannen en komen daarom niet verder in het bedrijfsleven. Mevrouw is parttime werkzaam als secretaresse en heeft de middelbare meisjesschool (MMS) afgemaakt – vergelijkbaar met havo.

Mevrouw Heemskerck, 70, VVD

Mevrouw Heemskerck is een vriendin van Jo. Mevrouw heeft niet altijd VVD gestemd, maar kiest nu specifiek voor Rutte. Ze heeft Rechten gestudeerd in Leiden. Tijdens haar opleiding besefte ze dat vrouwelijke studentes een pad hadden vrijgemaakt, zodat vrouwen zoals zij ook konden studeren. Ze vond dat het toch nog steeds een mannenheerschappij was, maar dat er door feminisme al veel volbracht was. Ze houdt zich er niet echt mee bezig. Ze is gehuwd en heeft twee kinderen. Mevrouw wilde eigenlijk benoemd worden als notaris, maar was ontmoedigd omdat zij daarnaast fulltime een kantoor zou moeten runnen. Ze had toen ook al kinderen, uiteindelijk heeft ze haar opleiding niet in de praktijk gebracht.

Mevrouw Ceelen, 50, PVV

Mevrouw Ceelen verspreidde de afgelopen jaren af en toe flyers van de PVV in haar buurt in Julianadorp, onder Den Helder. Mevrouw was een jaar geleden (ook) geïnterviewd door Damhuis van Wegen naar Wilders. Ze vertelde dat Damhuis heel verbaasd was over dat zij de Volkskrant las, maar dat is de krant die het beste bij haar paste. Dit is waarschijnlijk omdat mevrouw voor een deel op de PVV stemt vanwege de de linkse standpunten, zoals het opnemen voor ‘de sociaal zwakkeren’ en meer geld naar de zorg. Verder kan ze zich vooral vinden in het immigratiebeleid. Voor het interview vertelde ze me dat ze ook ‘iets met feminisme’ had, omdat ze familie was van Aletta Jacobs. Ze vond het vooral belachelijk dat mannen van vrouwen verwachten dat zij er altijd perfect uit zien. Mevrouw is weduwe en heeft een zoon en een dochter. Ze is gestopt met werken toen ze kinderen kreeg en is sinds een paar jaar pianolerares. Toen de kinderen volwassen waren stimuleerde haar man, toen hij nog leefde, haar eerder al aan om weer te beginnen met werken, maar:

(30)

Toen dacht ik ook van, 'ja, maar ga jij dan overdag naar de supermarkt om boodschappen te doen?'. Nee, nee, volgens mij niet! Volgens mij ging hij er dan van uit dat ik verder alles ging regelen. En de kinderen moesten naar de orthodontist, dat was niet dichtbij hoor!

In Julianadorp wonen volgens mevrouw geen mensen met een islamitische achtergrond, maar toch leek ze veel angst te hebben voor moslims. Omdat mevrouw zoveel praatte, kon ik soms amper tussen haar komen om het gesprek een andere richting op te sturen.

Mevrouw Eriksen, 61, PVV

Mevrouw flyert soms voor de PVV. Ze zit er aan te denken om mee te helpen als de PVV aan de gemeenteraad gaat meedoen. Ze stemt voor een groot deel PVV, omdat ze vrijheid van

meningsuiting heel belangrijk vindt. Ze vindt het belachelijk dat ze zich niet kan uitspreken als PVV-kiezer. Het maakt haar weinig uit als mannen seksistische uitspraken doen. Ze heeft liever dat ze eerlijk zijn, zodat mevrouw weet hoe ze erover denken en de discussie aan kan gaan. Vrouwen en mannen zijn bovendien al gelijk, dus “als iemand zegt ‘ik ben feminist’, dan denk ik, waar heb je het over?”. Ze is gestopt met werken toen haar zoon werd geboren, maar acht jaar later is ze een Hbo-opleiding gaan volgen en fulltime gaan werken. Dit was een bewuste keuze: ze wil graag zelf haar kind opvoeden. We hadden afgesproken in het restaurant van de Bijenkorf in Amstelveen. Mevrouw was huiverig om, terwijl het gesprek opgenomen werd, over

onderwerpen te praten die haar identiteit zouden kunnen achterhalen.

Mevrouw Ploegaert, 61, PVV

Ze had zich aangemeld als vrijwilliger, maar er waren tot haar grote spijt geen taken meer over om te vervullen. Dat was voor mevrouw net zo teleurstellend als dat Geert Wilders niet mee deed aan verkiezingsdebatten. Mevrouw heeft Geschiedenis gestudeerd met specialisatie islam. Naar eigen zeggen ziet ze door deze kennis in dat ‘de’ islam en de Nederlandse samenleving

onverenigbaar zijn. Met name daarom stemt zij op de PVV. Mevrouw is gehuwd en heeft een dochter en een zoon. Na nog een tijdje parttime bij een bank te hebben gewerkt, heeft ze toch ervoor gekozen om te stoppen met werken om voor de kinderen te zorgen. Zelf kan ze veel beter haar kinderen opvoeden dan een nanny met een lage opleiding. Haar zus is wel fulltime blijven werken tijdens het krijgen van kinderen, maar mevrouw heeft het gevoel dat zij aan haar eigen

(31)

kinderen een fijnere basis heeft kunnen geven. Toen haar man werk vond in Zwitserland, is het gezin geëmigreerd. In die tijd mocht ze als “vrouw-van” geen werkvergunning krijgen, maar dit leek mevrouw niet echt een probleem te vinden. Na tien jaar verhuisden ze terug naar Laren in het Gooi. In diezelfde periode zag ze op tv “stromen migranten uit Syrië” Nederland

binnenkomen en werd op politiek gebied feller. Zo stemt ze sindsdien op de PVV. Mevrouw Ploegaert beschouwt man en vrouw volledig gelijk in Nederland en ziet dat ‘de’ emancipatie volledig is doorgeslagen. De samenleving is soft geworden en de maatschappelijke rol die vrouwen volgens haar hebben in de maatschappij verzwakt:

Ik ben bang voor [dat], als wij evenveel gaan werken als mannen; wij de tijd dat we dat doen dat wij anders in de maatschappij staan, dat we de zorgende rol ook voor ouderen in de maatschappij, ook de ouders [verliezen]. Als alle vrouwen net zoals mijn zusje blijven werken tot ze vijfenzestig zijn, of zelfs door gaan tot haar zeventigste, ben ik bang dat ze aan het einde van haar leven eenzamer zou zijn [terwijl] ik een heel netwerk kon opbouwen […]. Ik ben bang dat door een te ver doorgeslagen feminisme dat we ook dat verliezen. Een maatschappelijke rol.

We hadden afgesproken in haar tweede huis in Amsterdam. Het appartement lag vol boeken en kunst. Mevrouw bewoog zich en sprak zeer statig. Toen ik de trap van het appartement opkwam keek ze nog even de kat uit de boom. Ik voelde dat ik me misschien wat formeler had moeten kleden. Later, tijdens het interview, sprak ze wel vrij.

Mevrouw Rikkerts, 57, PVV

Ze stemt op de PVV, omdat de grenzen dicht moeten om de terrorisering van Nederland tegen te houden. Zolang de grenzen open staan, zal het steeds slechter gaan met vrouwenrechten in Nederland. Ze zou “Geert” nooit in de steek laten: “ik vind het niet eerlijk om dan de PVV te laten liggen. Geert zit al 12 jaar in gevangenschap om ons land te verdedigen en dan zou ik opeens op Thierry Baudet gaan stemmen”. Mevrouw gaat liever om met mannen dan met

vrouwen, omdat vrouwen veel ruzie maken en jaloers zijn. Ze kende het woord ‘feminisme’ wel, maar was even vergeten wat het ook al weer inhield. Zij dacht wel aan vrouwenrechten, omdat moslims deze rechten in gevaar brengen. Mevrouw plakt rond de verkiezingstijd posters en verspreid af en toe flyers van de PVV. Ook heeft mevrouw een tijd geleden een aantal Pegida demonstraties bijgewoond. Daar is zij nu mee gestopt, omdat ze teleurgesteld is in hoeveel andere

(32)

mensen klagen over problemen in de samenleving, maar te lui zijn om er iets aan te doen. Mevrouw is ervan overtuigd dat er gefraudeerd is bij de afgelopen verkiezingen, waarbij veel PVV-stembiljetten zijn verdwenen. Mevrouw houdt zich veel bezig met de politiek en is lid van verschillende Facebookgroepen met andere mensen die PVV stemmen waar nieuws wordt gedeeld dat de “linkse zenders Nederland 1 en 2” weigeren weer te geven. Ook kijkt mevrouw veel Opsporing Gezocht. Mevrouw heeft een latrelatie en heeft geen kinderen. Ze heeft de mavo afgemaakt en werkt bij een verkeersschool. Het interview vond plaats bij mevrouw thuis in de Bijlmer. Toen ik haar als eerste vroeg hoe lang ze in de woning woonde zei ze dat ze zich maakte over haar buurt en hoe lang ze nog kon blijven wonen in haar appartement. Een stukje verderop in de Bijlmer zou ze nog niet gratis zou willen wonen, vanwege de mensen die daar wonen. Deze mensen waren in haar ogen asociaal, “schorremorrie” en islamitisch. Ze is sindsdien niet meer gestopt met praten en ik moest haar soms onderbreken om het gesprek een andere richting op te sturen. Ze leek zeker van haar zaak, erg opgewonden en boos. Ze heeft een hekel aan de

linkerkant van het Nederlandse politieke spectrum, omdat zij leven van uitkeringen en te beroerd zijn om te werken. Haar appartement had paarse muren en gordijnen met een grote, witte leren bank met een flat screen-tv aan de muur. Naast de deur lagen flyers van de PVV.

Tirza, 30, PVV

Ze is niet actief bij de PVV, maar was een keer aanwezig bij een rondleiding in het fractiehuis. Tirza stemde vroeger links, maar is op de PVV gaan stemmen omdat deze partij volgens haar als enige aanwijst welke groepering linkse waarden in gevaar brengt: moslims. Tirza merkt op dat zij als masterstudente Geschiedenis op de UvA, waar iedereen links is, als enige ervoor uit komt dat zij PVV stemt. Ze is vrij veel vrienden kwijtgeraakt die ze al jaren kende, omdat zij zich uitsprak. Tirza vindt dat de emancipatie is doorgeslagen, omdat mannen zwak worden en vrouwen een voorkeurspositie genieten. Ze denkt dat Nederlandse vrouwen verliefd zullen worden op

vluchtelingen, omdat zij nog wel zich ‘mannelijk’ en ‘dominant’ opstellen. Een loonkloof bestaat volgens haar niet, omdat als vrouwen echt minder zouden verdienen, bedrijven alleen nog maar vrouwen zouden aannemen. Vrouwen zijn volgens Tirza biologisch veel beter in kinderen verzorgen, dus het is logisch dat zij meer parttime werken: “… dan moet je je kind de hele dag naar de crèche gooien. Dat is toch ook stom? Stel je voor, je hebt kinderen zelf, zou je dan zelf of je kerel op de kinderen willen laten passen? Ik denk dat de meeste vrouwen het zelf willen doen.

(33)

Nou, daar krijg je hem”. Ze is ongehuwd en heeft geen kinderen. Tirza is van Irakese afkomst. We hadden in de UB op de Singel afgesproken in de kantine. Ze had een stoere, I don’t care-houding, waar ik aan het begin aan moest wennen.

(34)

Hoofstuk 5: Geert, Mark en… vrouwenkwesties?

5.1. Vrouwenkwesties als issue?

“Ik denk dat het voor rechtse kiezers niet het belangrijkste issue is. Volgens mij omdat juist omdat wij ervan uit gaan dat het... bevochten is, verkregen”

Mevrouw Ploegaert, PVV

Dit onderzoek gaat met name over de vraag of vrouwen nadenken over vrouwenkwesties bij het kiezen van de PVV of de VVD. Voor mij als onderzoeker is dit een belangrijk issue, maar voor mijn respondenten bleek dit niet zo te zijn. Met uitzondering van Rut en Cato beschouwen de respondenten mannen en vrouwen gelijkwaardig in Nederland. Zij denken weinig over vrouwenkwesties na en het is al helemaal geen politiek issue (meer). Bij het kiezen van een politieke partij moeten de geïnterviewden kiezen tussen bepaalde onderwerpen die belangrijk voor hen zijn. Voor de kiezers van de PVV bleek dit momenteel immigratiestop te zijn en bij de VVD is dit de economie.

Als ik de respondenten vroeg of zij nagedacht hadden over vrouwenkwesties bij het kiezen van een politieke partij, antwoordden sommigen dat zij daar wel een beetje over hadden nagedacht. Toen ik doorvroeg wisten ze echter ofwel geen standpunt te noemen of zeiden ze dat ze altijd op een vrouw zouden stemmen. Voor Cato waren vrouwenrechten als enige wel belangrijk. Rut gaf aan dat als zij van een partij wist dat zij standpunten had in het voordeel van specifiek vrouwen, zij daar op zou stemmen.

W: Heeft u gedacht aan vrouwenrechten bij het kiezen van een partij om te stemmen?

Ehm, nee, totaal niet, want ik vind dat in Nederland erg overtrokken […] ik heb nog nooit het verschil gemerkt dat vrouwen worden achtergesteld bij mannen, dat zit gewoon in de vrouw zelf. Ik denk dat die vrouw op een of andere manier een minderwaardigheidscomplex heeft.

Mevrouw Eriksen, PVV Ja, wel heel belangrijk. Ik vind sowieso dat het gênant is dat er partijen zijn die tegen vrouwen zijn. Nouja, niet genoeg voor vrouwen zijn. Ik had een oom, die had altijd CDA gestemd, die had opeens SGP gestemd, een of andere economische shit of zo. Toen werd ik echt, toen dacht ik echt, echt [kotsend geluid] “bleh” gewoon. Ja dat vind ik zo ongelofelijk walgelijk, hoezo ben je familie

(35)

van mij.

Cato, VVD

Tirza, mevrouw Rikkerts en mevrouw Ploegaert zagen vrouwenrechten eerder als een belangrijk issue voor de linkerkant van het politieke spectrum – “ik hoef niet een Jesse Klaver, of zo”:

Ik denk dat het voor rechtse kiezers niet het belangrijkste issue is. Volgens mij juist omdat wij ervan uit gaan dat het... bevochten is, verkregen is, dat het zo is… misschien liggen de prioriteiten bij vrouwen zoals ik, die rechts stemmen, even ergens anders. Via een omweg komen wij ook terug bij het belang van de vrouwenrechten. Maar de prioriteit ligt nu even bij mij op het gebied van de Islam. Immigratiestop. Dat is gewoon een keus

Mevrouw Ploegaert, PVV

Op de vraag of de PVV en VVD standpunten hebben specifiek voor vrouwen wisten de meesten geen antwoord te geven. Soms gaven de vrouwen aan dat zij niet het gevoel hadden dat de PVV of VVD tégen vrouwenrechten gericht was. Zij leken een beetje overvallen door de vraag, omdat zij er nooit of lang geleden voor het laatst over na hadden gedacht. De meesten gaven toe dat ze zich er niet in hadden verdiept en vertrouwden erop dat de VVD en de PVV zich waarschijnlijk wel inzetten voor vrouwen. ‘Vrouwenrechten’ werden vaak geïnterpreteerd als representatie van vrouwen binnen de partij. Soms werd de benoeming van Edith Schippers2 als informateur in de formatie als bewijs aangehaald dat de VVD vrouwen hoog in het vaandel heeft staan.

W: Weet u of de VVD of PVV aandacht besteedt aan vrouwenrechten?

Nee, nee, nee, daar kijk ik niet zo naar, dat vind ik… nou?... bij de VVD… dat klopt toch allemaal wel geloof ik, gelijke rechten en kansen als mannen, heb ik het idee... hè?

Mevrouw Luchtenborg, VVD

5.2. Geert en Mark

De respondenten hebben dus bijna niet aan vrouwenkwesties gedacht bij het stemmen op de PVV en de VVD. Wat ten eerste opviel als de vrouwen over de twee partijen praatten, is dat de meeste geïnterviewden niet in de eerste plaats op de PVV of de VVD stemmen, maar op ‘Geert’ en ‘Mark’. Voor de geïnterviewden is de lijsttrekker gelijk aan de partij of overstijgt hij de partij

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ontvangen van de Gemeente Maastricht 2 kaarten voor een concert met een totale waarde van €186,80 en een walking diner voor twee personen in de hal van het stadhuis met een

Nevenactiviteiten en belangen van de leden - Jaargang: 2020-2021 - Publicatiedatum: 30 maart 2021 1 / 37... Omschrijving

Omschrijving Vanaf T/m Soort (Te verwachten) inkomsten Beproefd Recept: eenmanszaak met inschrijving bij de KvK waarin geen activiteiten meer plaatsvinden sinds het

Ontvangen van ForumC als dank voor deelname aan een debat een boekenbon ter waarde van €50,-, een flesje wijn van 25 cl (waarde onbekend) en een boek en nootjes (waarde

Ook deze keer is er weer een ver- scheidenheid aan mediums, pa- ragnosten in IJmuiden bij elkaar te vinden en zal er wederom voor iedereen een persoonlijk advies of spiritueel

Maar om nou te zeg- gen dat in Duitsland hetzelfde gebeurt als in Nederland, maar dan 15 jaar later, dat gaat Duitslandkenner Hanco Jürgens veel te ver.. “Het lijkt wel alsof er

Het is verleidelijk om de Duitse protestbeweging Pegida te zien als een echo van de onvrede die in Nederland al vijftien jaar geleden werd gemobiliseerd door Pim Fortuyn en later

Het kan niet zo zijn dat u een beroep doet op de privacy waardoor u geen naam zou kunnen noemen, zeker niet nu het een organisatie betreft?. Op deze manier kunnen wij onze taak