• No results found

De financiële resultaten van populierenbeplantingen langs perceelsgrenzen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De financiële resultaten van populierenbeplantingen langs perceelsgrenzen"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

4

De

Íinanciële

resultaten

van

populierenbeplantingen

langs

perceelsgrenzen

(Rappon van de \íerkgroep ,,BedrijÍseconomie" van de Nationale Populieren Commissie)

I

INLEIDING

In een extra-nummer van

het tijdschrift

,,Populier", verschenen

in

januari

1969, heef.t

de

\íerkgroep

,,Bedrijfseconomie" van de Nationale Populieren Commissie een

rapport

gepubliceerd, dat tot onderwerp had de financiële resultaten van wijd geplante populierenopstanden, opgesteld aan de hand van modellen.

Dat

dit

onderzoek

de

belangstelling

heeft

getrokken,

blijkt

uit

de veie

vooral

mondelinge maar

ook

schriftelijke

reakties, welke

zijn

behandeld

in

,,Populier" van

februari

1970.

De N.P.C.

heeft de \Terkgroep

gevraagd

met zijn onderzoek

door te gaan en dit uit te strekken tot andere types van popu-Iierenbeplantingen.

Voor

een

tweede

projekt

van onderzoek

heeft de

\Terkgroep

zich toen bezig gehouden

met

enkelrijige beplantingen.

Bij het analyseren

van de mogelijkheden van een dergelijk onderzoek sruitte men echter

op

het probleem

dat

de groep ,,enkelrijige beplantingen"

in twee grote

groepen

uiteen-valt

welke

niet

onder één noemer

zijn

te

brengen,

nl. enerzijds

wegbeplantingen en anderzijds enkelrijige beplantingen die men langs perceelsgrenzen

vindt.

Nu

bleek het ondoenlijk

om

een onderzoek

in

te

stellen naar de financiële resultaten

van

weg-beplantingen

in

het

algemeen

omdat

daa$1j

met

een

te

grote

variatie

in

groeiomstandigheden

(grondsoort,

bermbreedte, bermbegroeiing, wegdek, e.a.) en aanlegmethoden

(wel of niet

mechanisch, aanwezigheid

van

leidingen,

etc.)

rekening moest worden gehouden.

Derhalve

werd

besloten

voorlopig

alleen berekeningen

op

te zetten voor beplantingen, ooorkomend,

langt d,e

grenzen aan graslandpercelen.

De \lerkgroep, wa raaí

ir.

J. J.

Mooij helaas

is

ontvallen, was tijdens dit onderzoek als

volgt

samengesteld:

A.

van der

Meiden, voorzitter, Bol,

P.

van

Goor,

E.

Meyerink,

J. van der

Poel,

P.

L. Hessels, sekretaris.

il

DEBEPLANTINGSMODELLEN

Aatgezien over kosten en houtopbrengst van

populierenbeplan-tingen

langs perceelsgrenzen

weinig bekend

was

(hoewel

ze

toch op grote schaal voorkomen) moest de \Terkgroep ,,Bedrijfs-economie"

van de

Nationale Populieren

Commissie trachten enig inzicht

in deze kwesties te verkrijgen

en heeft hij dus eerst tlagegaan op welke wijze aanleg en onderhoud dienen te geschie-den.

Voor

het opzetten van de berekeningen heeft

hij

zich

be-diend van

een model, zoals

ook

voor het onderzoek

naar

de-financiële resultaten van populierenopstanden is geschied.

Als

model voor

de berekeningen diende

een eenrijige

popu-lierenbeplanting met een lengte

van

100 meter,

waaÍbij

de

on-derlinge

afstand

der

populieren

in

de

rij

5

m

bedraagt; het aantal populieren

per

100

m

bedraagt dus 20.

De

bomen staan langs een perceel gtasland, op een afstand van

lrlz

m

van de perceelsgrens, eventueel de slootrand.

Op 11/z

m

van

de

bomenrij

aan de weilandzijde

is een afrasteting

aange-bracht om de bomen te beschermen tegen

het

vee. Het zal uit het voorgaande

duidelijk zíjn

dat de

rij

populieren aldus beslag

legt op een suook

van

3 meter, waar geen andere

exploitatie mogelijk is.

Onderscheid

is

gemaakt tussen

populieren op kleigronl' en

op zanàgronà,. Verder is een splitsing gemaakt tussen beplantingen, aangelegd met eenjaràge planten

enbeplantingenwa

woor

tuuee-.jarige

planten

zijn

gebruikt. Hoewel de

laatste

in

de

praktijk

voor

grens eplantingen verreweg

het meest

worden

gebruikt,

leek

het

de

ITerkgoep

toch

gewenst

ook

berekeningen voor

het

gebruik

van

eenjarige planten

uit

te

voeren.

Dit

plantsoen

is

niet alleen

goedkoper

in

aanschaf en

in planten, maar geeft

ook,

mits van

goede

kwaliteit,

veel

minder

kans

op

uiwal

dan ouder plantsoen, dat vooral van schorsbrand nogal eens te

lijden

heeft. De berekeningen zijn

voor

uercchillend.e omlopen uítge-voerd,

nameliik20,25 en30 jaar

Er

is rekening gehouden met aerschillend'e groeiklassen

aet-: c billend.e h o urp rijz e n.

Tensiotte moet nog worden opgemerkt dat is uitgegaan van de situatie dat de grond eigendom is van degene die de beplanting aanlegt.

NI

DE KOSTEN

A

Algemeen

De

in

hoofdstuk

II

beschreven

beplanting

is er een

van

een beperkte omvang, zoals men ze meestal

in ons

land tegenkomt. De \Terkgroep is er daarom van uitgegaan dat de meeste werk-zaamheden in handkracht en in eigen ,,beheer" moeten geschie-den. ltrer

lijkt

niet

reëel om voor dergelijke beplantingen kosten

voor

toezicht, beheer en administratie

in

rekening te

brengen, omdat dit

niet op

de siruatie in de praktijk aansluit. Het is de \Terkgroep trouwens ook onmogelijk gebleken om, als die

situa-tie al wel reëel

zou

zljn,

een

zinnig

bedrag voor dergelijke kos-ten vast te stellen.

In

tabel

1 is een overzicht

gegeven

van

de variabele en vaste kosten, waarop de verdere berekeningen zijn gebaseerd. Uitge-gaan

is van

loonkosten

van

f

7,00 per

produktief

manuur,

dit

om

vergelijking met

de berekeningen voor opstanden

(zie

,,Po-pulier" van

januai

1969)

mogelijk

te maken. In hoofdstuk VI.5

wordt

de konsekwentie van hogere loonkosten bekeken.

In de tabellen

2.I,

2.2 en 2.3 ztjn deze kosten met 27o (zie

punt

D van dit hoofdstuk)

geprolongeerd

tot resp. 20,25 en

30

jaar.

De variabele kosten

zijn geplaatst aan

het begin van

het

jaar

waarin ze zíjn

gemaakt, de vaste kosten aan

het eind van

het jaar waarcp ze betrekking hebben.

B

De

variabele

kosten

I

De kosren aan aanleg

Deze

zijn onderverdeeld

in

kosten voor het

uitzetten van

de plantgaten; het maken daawan; de aankoop

van

het plantsoen;

her

lossen, inkuilen

en

transport

van

de

planten; het

planten.

Alle

kosten hebben betrekking

op

20

bomen over een afstand van 100 m.

-

Het uitzetten

om hierover

exacte gegevens

van

de beplanting.

te krijgen; sommige beplan-

Het is moeilijk gebleken

tingenwordenzeerconscientieus op afstand en in een rechte

Iijn uitgezet,

bij

andere

wordt

de plaats

van

de bomen ,,op

het oog" bepaald. De I7erkgroep heeft

een

stelpost van

f

5,00 aangenomen.

-

Het

de beperkte omvang maken van de plantgaten.

van de beplanting

De

plantgaten worden

in

handkracht ge-i.v.m. graven.

Bij

gebruik

van I-jarig plantsoen moet

hff

plantgat afmetingen hebben van hoogstens

40

x

40

x

40 cm,

bij

2-jarig plantsoen van 60 x 60 x 60 cm.

De

tijd

nodig voor het graven der gaten

is afhankelijk van

de vereiste afmetingen en van de grondsoort.

-

Het plantsoen. De prijs van eenjarige bewortelde planten

is vastgesteld op

f

0,40 per stuk, die van tweejarige bomen op

f

2,60

per

stuk, inclusief ffansport naar het plantobjekt.

ir.

H.

ir.

M.

ir.

C.

ir.

ir.

A.

ir.

E.

(2)

Tabel

1

Ooerzicht aan de ho$en in grensbeplantingen, gebateerd, op

20

bomen met een plantafstaod uan 5 m, in guld'ens per

100 m. Loonkosten

f

7,-

per produÈtief ,/?dnt r4r.

Zand Klei

Tabel

2.L

Prolongatie to, 20 ia4r aan d'e kosten, aermeld.

in tabel I

Renteaoet 2 /6. Guldens per 100 m beplanting.

Z,and Klei

l-jarig

plantsoen 2-jarig plantsoen

l-jarig

2-jarig plantsoen plantsoen

l-jarig

2-jarig

plantsoen plantsoen

l-jarig

2-jarig plantsoen plantsoen Variabele h,osten Áanleg

Uitzetten

5 Plantgaten

(hand)

8

Plantsoen

8

Lossen, inkuilen,

transport

3

Planten

10 Onkruidbestrijding Bemesting

le

jaar 2e jaar 3e jaar

Bescherming tegen vee Snoei

f

wateÍlot weghalen

,

t6 7') 3,50 20

,

I'

8 4 LJ 4,10

t

45 t2 19 20 20 5 5

It

20 5 10 20 Variabele kosten Aanleg

Uitzetten

7,5 Plantgaten (hand) 12

Plantsoen

12

Lossen, inkuilen,

transport 4,,

Planten

I

t

Onkruidbestrijding Le jaat 2e jaar Bemesting 29,5 ?o 29,5?o 29,'29

7,'

7,5 7

7,'

7,'

7 7,t 7,5 7 7 6,, 18,5 )2 11 6,t 18,5 23 7 6,5 18,5 a2 6,, L2,' 23 6,5 t2,5 )7 6,,

t2,,

')7 7,5 24 17,5 5 29,' 7,t 22,5 t2 6 19,, 7,5 67 77,5

6,'

58 29,5 29 20 20 20 20 jaar jaar 1e 2e 20 20 5

,

5

t

5 5 5 5 5

,

5

t

0,06 0,90

le

jaar 2e jaar 3e jaat

7,'

7,5 7 Bescherming tegen

vee

190

I90

190

190 t28 5 5 15 20 128 8

,

15 20 5 10 20

L28

t28 8 5 I5 20

)at

jaar jaar L4e jaar Opruimen snoeihout

Verbranden takhout na

kap

65

Vane koaen peÍ iaat

Grondbelasting

0,06

lflaterschapslasten

0,90 4e 7e 10e jaar jaar iaar Snoei 4e 7e 10e I4e Opruimen snoeihout 7e jaat lOe jaar

I4e

jaar Va$e kostem Grondbelasting ITaterschapslasten TotaaI Totale kosten

f

waterlot weghalen jaar 11 6,, 18,5 2) 6,5 12,5

)^

7e 10e L4e ,aar

jur

jaat 5 10 20

,

10 20 65 649 576 65 0,06 0,90

6t

6,

Verbranden takhout na kap

65

65

,04

6,

Totaal 487,5 0,06 0,90 1,5

1,5

1,5 22 22

t,,

22 22

21,5 23,1

23,t

23,5 5 1

1

599,'

527

,5

67 2,t

Men kan

over deze

pijzen twisten, omdat

ze

vaÍ j^at tot

jaar sterk wisselen, afhankelijk van vtaag en

aanbd.

-

Lossen, rein.

De

inkuilen

kosten

zijn

en ffansporr van het geschat.

Afhankelijk

planrsoen van de organisatie

op

her

ter-van de

uiwoering

zal

inkuilen

al dan

niet

nodig zijn. Veelal zullen de bomen

direct

in de reeds gegraven

plantgaten ge-legd kunnen worden.

-

plantsoen

Het

planten. van een evenrueel aanwezige inkuilplaats.

In

de kosten

is

begrepen

het

ophalen van her

2

De

kosten oan onhrui.d,beorijd.ing

Er

is van uitgegaan dat in de eerste twee jaren na aanleg rwee-maal per

jaar

een

onkruidbestrijding

wordt

roegepasr,

en

wel

door

bespuiting

van de

plantspiegels

(-+

1

m2

rondom

de boom)

met

pa.;t^qttat

en/of.

dalapon.

De kosten bedragen

J

0,50 per boom per keer.

i

Berzesíingtkosten

Gedurende de eerste drie iaren

ra

aarieg

wordt per

plant 200

gram kalkammonsalpeter gegeven.

4

Kosren t)an bercbemtimg aan d.e bornenrij tegen aee Zoals al eerder is vermeld

is rekening

gehouden

met een

af-rastering, aangebracht aan de weilandzijde

van

de grensb€plan-dng,

op

11lz m van de bomenrij.

In de

prakdjk

is gebleken, dat door koeien weinig schade, door paarden, ponies en geiten

even-wel

veel schade

kan worden

a4ngebracht.

In

de

berekeningen

is een afrastering

van

tv/ee puntdraden, bevestigd aan

om

de 4 meter geplaatste palen (gewolmaniseerd, 1.80

m

lang), aÍdoende geachr.

Specifikatie per meter:

draad

J 0,18(2xl0,09)

palen

10,50

(tl+xÍ

1,95) zetten

J

0,60

Bescherming van de individuele bomen tegen

wild

wordt

in

de berekeningen

niet

betrokkefl,

^aigezlen

bij

voorkomen

van schade door wild de ter plaatse a nwezíge jachtkombinatie voor schadeloosstelling aangesproken kan woÍden.

5

Kosten aan snoeien en aan het ueruijderen uan

waíeilo,

Er is in de berekeningen uitgegaan van een sno€i ror een hoogre van maximaal 6 à 7 m. Bij snoei boven deze hoogte is gebleken

dat

de kosten

in

zeer sreÍke mate roenemen

door het

gebruik van ladders, en

niet

veranrwoord moeren worden geacht

zolarg

niet

kan

worden

aangeroond dat

een

evenÍedige opbrengsr-verhoging daartegenover staat.

Een

takvrij

stamstuk varL

6

à 7

m

zal in

vier

maal snoeien kun-nen worden verkregen.

De leeftijd

waarop gesnoeid zal moeten worden

is

sterk afhankelijk van de groei

dff

bomen, het

bij

de aanleg gebruikte plantsoen en evenrueel de

kloon.

Toch moest de \Terkgroep uiteraard een gemiddeld snoeischema aanhouden.

(3)

6

Tabel

2.2

Prolougatie tot Renteuoet 2 7o Variabele kosten Aanleg Uitzetten Plantgaten (hand; Plantsoen

Lossen, inkuilen, transport Planten Onkruidbestrijding

le

jaat 2e jaar Bemesting

\e

jaar 2e jaar

)e

iaar Opruimen snoeihout 7e iaar 70e jaar 74e jaar

Verbtanden takhout na kap

Totaal Vasíe kotten Gronrlbelasting STatetschapslasten Totaal Totale kosten

25 jaar uan d,e kosten, uermeld in tabel I Guldens per 100 m bcplanting.

Zand Klei

Tabel

2.j

Prolongatie tot 30 iaar uan tle kosten, aernzeld

in

tabel 1 Renrel,oet 2 o/o. Gilldens per 100 nz beplanting.

l-jang plantsoen 2-jarig plantsoen 7-jarig plantsoen 2-jatig plantsoen Zand

l-jatig

plantsoen 2-jarigplantsoen Klei

7-1arig

2-jatig plantsoen plantsoen

I

r)

r)

5 16,5 8 26

8t,t

))

24,5 1l o.) )1 S 8 /4 85,

t

7,5 64 9 14,5 14,5 55

i8

9 ?o 94 o,) 36 9 21 14,5 7 2),5 9 81,5 94 Variabele hosten Áanleg Uitzetten Plantgaten (hand) Plantsoen

Lossen, inkuilen, transport Planteo Onkruidbestrijding

le

jaar 2e jaar Eemesting 7e jaar 2e jaar

)e

jaar

Bescherming iegen vee Snoei

f

waterlot v'eghalen

4e jaar 7e jaar 70e jaar

l4e

jaar Opruimen snoeihout 7e jaar lOe jaar 74e jaat

Verbranden takhout na kap Totaal Vaste hosten Grondbelasting líaterschapslasten Totaa| )6 15,5 )6 )5,5 )6)5,5 36

i5,,

o o 8,5

)i

)2

))

)2

))

3i

)2 20,5 25,t 9 o 8,5

I

70,5 19 Bescherming tegen

vee

210

210

Snoei

1

waterlot weghalen 4e jaar 7e jaar

l1e

jaat I4e jaar 12,' 7,5 20,5 2r,5 7,t 7,t 20,5 2t,5 12,5 1,t 20,, 25,5 1),5 8

)) \

28 8,5 8 )) a 28 8,t à ))7 28 9 9 8,5 o 9 8,t

I

8 8

7,'

7,'

2,5 36,' )7

)6,,

2,t 36,5 2 29 2 29 2 )o 2 ,o

I

I

I

7 13 25 65

21.0

210

)4)

)z)

65

65 )4) )?.') 7,5 r),5 25,J 65 7,t r),5 25,5 o) 8 15 28 8 15 28

I

15 28

I

I5 28 ,5 ,5 ,5 7 1) 25 o) ,5 ,5 ,5

lj,5

8 22,5 fo 65 65

532 629,5

5

50

710,5

579,t

687

,5

t99

77 6

2,'

16,5

)T

3L

11

3r 19

i9

J9

56j

660,5

581

7 41,5 Totale kosten

678,5 726,t

6iB

81t

Dit

snoeischema ziet er als

volgt uit,

waarbij ook de kosten van snoeien zijn vermeld:

P op ulier enland s ch ap

bij

S cb ijnd.el (' Mariland.ica' ) .

Foto:

Ir. H.

A. van der Meiden

Leeftijd beplanting

Snoeihoogte

Snoeikosten per boom,

(m)

als de beplanting is aangelegd met

l-jarigplantsoen

2-jarigplantsoen 4 7 10

u

2 3 4,5 6 0,40 0,2, 0,7

t

1,00 0,25 0,25 0,7, 1,00

Aangenomen is, dat het Z-jarige plantso€n

bij aankoop gesnoeid

is, dit in tegenstelling

tot

l-jarige

planten.

De

kosten van snoei

op 4-jarige leeftijd

van

een beplanting, aangelegd

met l-jarig

plantsoen worden door de aanwezigheid

van

meer takken dan

ook

hoger geraamd

dan

die

bij

een

beplanting

opgezet met 2-jarig plantsoen.

6

Kosten aoor bet opruimen 1.)an rnocihour

Er

is van

uitgegaan

dat het

snoeihout

in

de

voor

de

grensbe-planting

geres€rveeÍde

strook

kan blijven

liggen,

zij

het dat

het daarin

wel

enigermate gespreid zal moeten worden.

Bij

de tweede, derde en vierde snoei zal het in toenemende mate nodig

zijn

het snoeihout te korten.

(4)

P er ceel s gren s b eP I ant in g en

in ZeeatuvVlaanderen ('Roba:ta').

Foto:

Ir. H.

A. van der Meiden

7

Kosten

loor

aerbrand,en

lan het takhout

na d'e kap

De \Terkgroep heeft

uitvoerig

informaties ingewonnen over de maatregelen die men

in

de

praktijk

reft

om het na de kap over-blijvende top- en takhout op te ruimen.

Het

bleek gebruikelijk te zijn dat

dit

ter plaatse

wordt

verzameld en verbrand, wat geen schade van betekenis aan de grasmat blijkt toe te brengen.

8

Kotlenaoor

het ond'erhoud' oan tualetgamgen

Deze kosten zullen ook zonder grensbeplanting optreden, zodat ze in de berekeningen

niet zijn

opgenomen.

Of

meerkosten

of

wellicht

ook besparing van kosten als gevolg van de beplanting

zullen

ontstaan,

is

afhankelijk

van

de

plaatselijke omstandig-heden. De saldi zulien door een ieder, die dit noodzakelijk acht, overeenkomstig moeten worden herzien.

C

De vaste kosten

Voor het aanbrengen van een populierenbeplanting als

in

hoofd'

stuk

II

beschreven,

wordt

een strook

grond ter breedte

van maximaal

3

meter

(-

afstand tussen perceelsgrens

en

aÍraste-ring) en ter lengte van 100 meter aan beweiding onttrokken.

Voor elke

aanwezige grensbeplanting

van

100 meter

dient

dus 37o der grond- en waterschapslasten ten laste van de populieren-beplandng te worden gebracht.

Daarnaast

is

aangenomen

dat

in een strook

ter

breedte

van

10

meter

(gerekend

vanaf

de

afrastering)

de

Produktie

van het

gras t.g.v. schaduwwerking der populieren vermindert. Hoewel

in

de eerste

jaren van de omloop de populieren

een geringe randwerking vertonen,

zal deze echter

bij

toenemende

leeftijd

en hoogte

van de

bomen

grotet worden en over

een bredere strook optreden; de genoemde 10 meter moet dan

ook

als een rekenkundig gemiddelde voor de gehele

omloop worden

be-schouwd.

De

schade,

die

een gevolg is van de randwerking der populieren, dient ten laste van de populierenbeplanting

te.woï-den gebracht.

Hij

is overeenkomstig

in

het

rivierengebied ge-hanteerde normen

voor deze

strook

gesteld

op 40% van

de Pachrsom.

Een mogelijke verhoging

van

de

melk-

c.q. vleesproduktie van

het vee, die volgens buitenlandse onderzoekingen het gevolg is van de beschuttende

werking van

de beplanting,

wordt

niet

in

de beschouwingen opgenomen, gezien het ontbreken van exacte gegevens hierover voor Nederland.

I

Grondlatten

Deze

zijn

gesteld op

I 2,-

per ha per jaar

2

rlïaterscbapilasren

Deze

lopen

zeer sterk uiteen.

Als verantwoord geacht

gemid-delde

is

door de

\Terkgroep

f

30,-

per

't

^t

per

ha aangeno-men. Een ieder

dient

de kosten aan de plaatselijke omstandig-heden aan te passen.

3

Beheerskosten

Men zie hiervoor deel A van dit hoofdstuk.

4

De

grond,waard,e

Evenals

bij

het

onderzoek betreffende opstanden

is ook

nu

al-leen

bij

de berekeningen

van

het

renderingspercentage (zie hoofdstuk

V)

met een pachrwaarde

als

kostenfaktor rekening gehouden.

Bij

de berekening

van

de

winst, uitgedrukt

in

gul-dens

per hectare,

is

het

wel

of

niet

in

rekening brengen van een kostenbedrag i.v.m. de grondwaarde overgelaten aan de le-zer.

Men

stelle zich echter vooral

op

de hoogte

van

hetgeen de

I7erkgroep daarover

in

het rapport over

opstanden (extra-nummer van ,,Populier" van

januari

L969) en in een aanvullend cofilmentaar (,,Populier"

van februari

1970) heeft

opgemerkt.

D

Rentevoet

Er

is

uitgegaan

van

een rentevoet van 2/o, weer gemotiveerd door het feit dat de eigenaar de soort beplantingen, waarom het

hier

gaar., als belegging

(uit eigen middelen) ziet, in kombinatie

mer her

feit

dat de

opbrengsten

uit

zijn

beplantingen

(ook grensbeplantingen)

vrij

zijn

van inkomstenbelasting.

Meer hierover is vermeld in de twee hierboven genoemde num-mers van ,,Populier".

(5)

8

rV

DE

OPBN,ENGSTEN

I

De groei

De produktiegegevens

zijn

door

meting van ongeveer

60

1-rijige perceelsgrensbeplantingen

verkregen

(minimaal 20

bo-men

per

object).

De beplantingen

bestonden

uit

Populus 'Gelrica'

(11),

'Marilandica'

(11), 'Heidemij'

(22)

en'Robusta' (S),waarvan de bomen

op

onderlinge

afstanden

van

4

tot 6

meter

stonden.

De leeftijd van verreweg

de meeste gemeren

beplantingen varieerde

van

15 tot 27 iaar,

terwijl slechts enkele

ruim 30 jaar oud

waren. Extrapolatie der meergegevens tot 30 jaar is daarom noodzakelijk gebleken. De gegeuens

bij j)-jarige

leeftijd, nrceten

du

nzet enàge reterae tt,ordem bekeken.

Vcrwerking der

verkregen meetcijfers

in

ovedeg

met

de heer Faber

van het Bosbouwproefstation

1)

maakte opstelling

van

tabel

3

mogelijk.

In

deze

tabel

zijn rweemaal

drie

boniteiten ( groeiklassen) vermeld.

Dit

is veroorzaakt

door

het feit

dat 'Gelrica'

andere groeiver-houdingen

blijkt

te

hebben

dan de andere gemeren

rassen:

Bij dezelfde hoogte

heeft 'Gelrica' een

duidelijk

grotere

diame-ter. Het

werd

noodzakelijk geacht

dit

verschil

in

de

bereke-ningen

tot uiting

te brengen.

In de tabel is voor de verschillende

boniteiten

bij

omlopen van

20,25 en30

jaar per boom de diameteq de hoogte en de inhoud

tot 7

cm

topdiameter gegeven, evenals

de

houtmassa per km, gerekend

tot

7 cm topdiameter zowel als ror 25 cm topdiameter van de bomen. Gewerkt is met tabellen van Ràïzel voor Populus 'Robusta'.

De

inhoudsgegevens

zijn

per

kilometer

(200 bomen) vermeld,

om een

vergelijking

met

opbrengsten

in

opstanden

(ook

200 bomen

per

oppervlakte-eenheid)

mogelijk te

maken. Rekening is gehouden met

I07o

volkomenheidsverlies.

Zaid,-Linb*rgs p o p u. I i er en I a*d,s c h ap :

bet Ge*ld,al.

Foto: J. B.

\7. Iíeg

2

De houtpriis

De berekeningen

zijn

uitgevoerd voor drie prijzen van her hour, nl.

/

50,

f

55 en

I

60 per m3. Voorts is alleen

met

dar deel van de stam rekening gehouden dat

dikker is

dan

25 cm

diameter. Voor het dunnere hout is geen nefto opbrengst gerekend.

In

tabel

4

zíjn

de

geldelijke

opbrengsten

bij

de

verschillende boniteiten en verschillende houryrijzen vermeld.

In hoofdsruk

VI

wordt

de konsekwenrie van de

houtprijs

op de opbrengst nader bekeken.

V

BENTABILITEIT

De

NTerkgroep is

bij

haar berekeningen uitgegaan van

beplan-tingen

langs ueiland.en. De

in

d,e tabell,en

oermeàe

rentabili-teitscijfer zàjn aoor beplant,imgen

langs bouwland, te hag, gezien de besparing op rasterkosten.

Evenals

bij

opstanden

is

gebeurd,

heeft

de

\Terkgroep ook

in

het geval van de

hier

aan de orde zijnde grensbeplantingen het

financiële

resultaat van

de

populierenteelr

op rwee

manieren benaderd:

1

Door

opstelling van exploitatiebegrotingen,

met

incalculatie van een zekete rente als kostenfaktor, en

met

als resultaat een bepaalde uimt. Deze

kan

als totaalbedrag aan

het eind

van de omloop worden

uitgedrukt

of als (theoretische) jaarlijkse vrinst.

De

laatste

wordt

berekend door deling van de totale

winst

door een faktor waarin het aantal

jarenvan

de omloop én een zekere rentevoet

zijn

opgenomen. De theoretische jaadijkse

winst

is dus vergelijkbaar

met een

jaadijkse

opbrengst

uit

een andere vorrn van belegging.

Hiefuij nzoet ecbtar

uel bedacht uord,en

da,

zouel

de totale als

d,e àaaruit berekende jaarli.jkse

u/im, ai., houtbeplamtingen

rtrij-gesteld

zijn aan inkomsren-

en

aennootschdpsbelastingm, het-geen met inkomsten

uit

een andere

vorm van

belegging

niet

het geval is.

1)

Voor degenen die meer informatie wensen ove! de wijze van ver-werking van de meetresultaten alsmede over de opvallende resultaten

(6)

Tabel 3 Opbrengst oan popalier per kilometer grensbeplanting. im 1) (mt/km/ jaar) (m',) Gelrica Boniteit E (m) d (cm) 27 d o

i9

4> 47 L v1) (m'))

Stamhout tot 25 cm topdiameter Correctiefaktor r) (%) Gecorrig:erd V 1) (m$) Gecorrigeerd im t) (m3/km/ jaar) 20

2t

30 44,5

t0

53 26 28,t 30 1,665 2,310 ? 720 300 416 49i 11,0 16,6 t6,4 266 381 461 13,)

tt,2

rt,)

I 1,5 8,5 o,)

II

III

2c) 44 47 a d & 20

2'

)0 1,125 1,594 1,929 203 287 347 t0,2 1 1,5

tt,6

18 T2

9,'

54,>

i9

4l

20,5 l) 24 0,782

t,t2t

1,299 7,1 8,1 7,8 26,'

l7

t4,t

t04

168 200 20 25 )0 ,1

,7,'

6t 26 28,t 10 2,r59

),0r4

3,57 6 )6J 516 61s 4) t1 >4 t,480 2,1t2 2,513

rj,j

15,2 1 1,1 z)ó 352 4Z> 11,9 14,1 14,2 2t 21,5 27 25,5 166 253

)r4

8,4 10,1 10,

t

20

2'

30 20 25 30

t4r

20j 234 ,,2 6,7 6,7 389 t43 644 266 380

4j2

178 266 304 19,5 21,7 21,' 18,0 20,6 20,6 /.1 9,t 9,1

7,'

t

4 10, 7, 6

II

III

,

20 25 )0 20,, 23 z4 0,989 1,480 1,687 8,9 10,6 10,1 18 10, 5 10 t46 2)8 211t

r)

rc

% volkomenheidsverlies ingecaiculeerd. Stamhout tot 7 cm topdiameter.

e)

Reduktiefaktor voor berekening van de inhoud van het stamstuk met 25 cm topdiameter

Tabel 4 Geld.elijke opbrengst aan het eind. aan d.e omloop, gerekentl aoor bet sram.boilt nte,

25 cm topdianteter.

Gald.ens per

OoÈ het ldnl.schap in de ÁchterhoeÈ kcnt d.eze intimiteit, zij bet dat hier' Gelrica' oaêrueegt,

Foto:

Ir. H. A. van der Meiden

100 m.

Omloop

Houtprils per m3

f

5r,-f

60,-Boniteit Robusta e.a.

I

II

III

II

III

20 25 30 1130 1905 2105

830

520

1265

840

1570

1000 1800 2180 j090 1 190 17 60 2121 710 1 190 1370

f

50,-20

2'

30 146) 2096 2516 913 r192 11 27 572 q)4 1 100 1 980 283 8 3199 1109

r9t6

2318 803 1)09 t507 20

2t

30 996 1t18 1884 624 1008 1 200 2160 3096 17 08 1428 2112 2510 876 7428 1644 r596 2286 z/oo

2

Door middel van berekening van de interne rentevoet, d.w.z. het percentage waarmee alle kosten

tot het eind van de omloop

geprolongeerd moeten worden

om

juist op

het

bedrag

van

de opbrengst

te

komen. De interne rentevoet

is voor

de belegger het percentage waarmee het in de beplanting gestoken kapitaal

heeft

gerendeerd. Deze benadering

zal

in

het vervolg

,,rende-ringspercentage"

worden

genoemd;

de gevonden

percentages kunnen worden vergeleken

met die van

andere beleggingsmo-geiijkheden (aandelen, grondverpachting, e.a.).

Voor de gevonden percentages geldt weer hetzelfde als hietboven

is opgemerkt, nl.

dat

bij

aergelijking met her

rend'emen, aan

a,?d,ere beleggingen bed'acbt nzoet xuord'en dat de aoor houtteelt

berekend.e pelcentager b

ela:tingurij zijn!

Door berekening

van

het

renderingspercentage

vermijdt men

diskussies

over

de hoogte

van de rentevoet,

die men

bij

de bovengenoemde exploitatiebegroting

gebruikt voor

prolongatie

van

kosten

en

voor berekening

van

de theoretische jaarlijkse

(7)

10

Ty|iscb aoor bepaald.e

ged.eelten in Mid.den-Brabant zijn de talrijke p er cee I s grens b ep lantin gen, d.ie het land.scbap een intiem harakter geaen. Hiet

' Marilandica' b eplantin gen bij Best.

Foto: Ir.

H.

A. van der Meiden

Ttree rijen pal op elkaar

it wel

iets teaeel aan het goede.

Foto:

Ir.

H.

A. van der Meiden

winst.

Voor

vergelijking

met het resultaat van

andere

beleg-gingsaktiviteiten

vormt

het renderingspercentage een zuiverder maatsraf.

De

\Terkgroep

prefereert

dan

ook het

werken

met

dit percentage

boven dat

met het

exploitatiesaldo.

In

vele ge-vallen

is echter

het

laatste veel sneller vast

te

stellen

en

vergr het eerste v€el meer berekeningen.

ad

1

De exploitatiebegrotingen

In de tabellen

5.I

t/m

5.4 is voor één

houtprijs

(l

55/mà)

een volledig oveÍzicht van kosten, opbrengsten, totale

winst

en the-oretische jaariijkse

winst

opgenomen.

AIle cijfers

zijn afgerond

op hele guldens.

In enkele gevallen

is sprake van een negadef saldo aan het eind van de omloop (dat wil dus zeggen een rendementbeneden 27o) . Dan is een berekening van het jaarlijkse verlies

moeilijk,

omdat

in dat geval de inschakeling

van

een rentevoet problemen

op-levert

waarop

hier niet

nader

zal worden

ingegaan; derhalve

zijn daarvoor bedragen vermeld,

verkregen

door

eenvoudig het

totale

verlies

te delen

door

het

aantal iaren

van de omloop;

deze bedragen

zijn tussen

haakjes gezet.

In

tabel 6.7 en 6.2 is, alleen

voor

zandgrond, aangegeven wat de winst is bij houtprijzen van

I

50,

I

55 en

f

60 per ma.

Men

krijgt

aldus een indruk

van de

verschillen

in

winst

bij

verschillende houtprijzen, verschillen

die

bij

beplantingen op kleigrond

in dezelfde orde van

grootte liggen.

Men

mo:t bij de beoordeling

van de cijfers bedenken dat geen

faktor

i.v.m.

de

grondwaarde

in

het eindresultaat is verwerkt.

ad

2

Rencleringtpercenlage

In bijlage

II

vindt

men

het uitgangsmateriaal

waarop

de

in

(8)

Tabel 5 Exploitatiebegrotïng belasting.

aoor 100 no grensbeplantiag (20 bomen). Hoatpiljs

f

55,-/ms.

Opbrengst

orij

azn inkom$en- en

oennootschaps-2

Zand.grond' 2-jarig Planxoen.

I

Zand.grond, L-jafig Planxoen.

Boniteit Omloop

Totale kosten, ge-prolongeerd

bij

2 lo (l/100 m) 20 25 )0

5lr

563 619 t46) 2096 2536 952

r13i

L9L7 20

2'

30 511 563 619 913 r392 1727 20 25 30 t11

56i

619 6r

36t

48r 600 661 727 600 66t 727 600 66r 727

4

Kleigrond, 2-jarig Plantsoen.

Boniteit Omloop

Totale kosten, ge-prolongeerd

bii

2 lo (l/100 m) Opbrengst (l/100 m) t72 924 1r 00 To ale winst eind omloop (l/100 m) Theoretische jaarlijkse winst, bere-kendbii 2 %o (l/100 m) Opbrengst 0/100 m) t463 2096 2536 1980 28j8 3i99 Totale wlnst omloop (f /

loo

Boniteit Omloop

Totale

kosten, ge-prolongeerd

bij z

7o (f/100 m) Theoretische jaariiikse winst, bere-kendbii 2 7o

m)

(f/t00m)

eind ,i

IIO

o &

ilI

i9

48 20 25 30 402 829 1 108 a3 43 42 20 25

)0

É o 92 46 88 t7 26 27 3 11

l2

600 661 727

t20

2'

30 ,i

ilÏzo

;-25

-e

30

III

20 25 30 600 661 727 600 66t '7)1

9r)

r392 1727

)r)

73r 1000 572 924 I 100 863 1435 1809

-28

261 373

(-1)

8 9 36 45

4,

r3

z)

25 ,7 68 66 29 40 40 8 20 r9 20 25 30 511 56) 619 r980 2838 3399 6t 7r 69 1469 2275 2780

120

2'

30

u.q

20

:25

ó30

III

20

2'

30 1 180 2r77 2672

u

III

511 563 619 130g 19)6

n)8

798 r373

t7t9

511

,6)

619 803 1309 r507 t2 )4 22 Totale winst eind omloop (Í/100 m) Theoretische iaarlijkse winst, bere-kend.bii 2 lo (f/100 m) Opbrengst (l/100 m) 709 127 5 161 1 Totale winst eind omloop (Í/100 m) Theoretische jaarlijkse winst, bere-kendbii 2 lo (f/100 m) Opbrengst (f/100 m) 1980 2838 3t99 1309 r936

2i38

803 r309

tr07

)

7

I

203 648 780

3

Kleigrond, l-ja'rig Plantsom.

Boniteit Omloop

Totale

kosten, ge-prolongeerd

bii

2 7o (l/100 m)

120

2'

10 ,{

rïzo

Ë25

€io

&

uI

20

2'

)0

120

2'

30

rr .g

20

:25

ó3ó

ru20

2'

30 ,28 581

$8

275 728 869 528 581 638 1463 2096

2ti6

935 15I

t

1898 39 47 47

t6

25 27 60

7l

68 32 42 42 11 23 2T

I

20 25 30 673 742 81t 790

ri54

t72L 20 25 30 67) 742 815 240

6t0

912 10 20 23 673 742 81t r463 2096 2536 913

ri92

1727 572 924 1 100 1309 r936 2338 803 1309 Lr07 33 42 42

_r)

6 7 54

6,

64

-101

L82 285 528 581

$8

913 r392 1727

38'

811 1089 44 343 462 .i

ili

a ! &

III

,28 581 618 572 924 I 100 2 11 11 528 t81 638 r412 22r7 276r 20

2'

30 673 742 815

67i

742 815 1980 2838 )399 1307 2096 2584 20

2t

30 67) 742 815

$6

rt94

rt23 26 37 38 528 t81

68

r309 r936

2i38

781 1.)r5 1700

u

Iil

d O

o

20

2'

30 20

2'

30 803

t)09

r507 130 567 692 5

l8

l7

(9)

T2

lVinst (belastingurij) per 100

n

beplanring

bij

aerscbil-lend.e ho*tprijzen. Zand.grond., 1-jarig planttoen.

lYinst

(belastingarij) per 100 m beplanting bij

aertcltil-lend,e b ourprijzen. Z and.gr ond., 2-j arig pla*x o en. Tabei 6.1

Boniteit Omloop Totale winst

bii

houtprijs

II

Theoretische jaarliikse winst, berekend

bij 2 %,

bii houtprijs

Í50/m3

ít5/m3

f60/m3

í)0/mB

íj5/m3

Í60/mt

Tabel 6.2

Boniteit Omloop Totale winst

bij

houtprijs Theoretische iaarliiksewinst, berekend

bij 2 %,

bij

houtprijs

ft0/m"

f5r/m8 f6o/ms

f50/mt

fr5/ms

f60/ms

2)0

)r3

604

7ir

843

1000 20 25 30 819 1342 1 686 952 rr33 1917 108t 1723 2147 20

2,

30 319 702 951 402 829 I 108 485 955 t265 20

2t

30 9 277 381 6r JOT 48t

rt3

44) 581

)

11 12

,

14 r4 t28g 2017 247 1 1469 227

t

2780 1649

2r))

)089 61 71 69 d o

o

679

tt97

7506 798 137) t7 t9 917

rt49

191r 28 37 )7 ?lo 627 75r ) o') 746 888

j64

86t 1025 20

2t

)0 730 1244 1578 861 145> 1809 996

t62t

20)9

4I

5l

50 20 25 30 396 857 tLrT 10 L9

2l

r3 2t

2'

T6 27 29 7Á 42 42

rj

22 ')7 ,1 6J 61 9 20 r9 19 48 4/ 77 26 )1

3i

43 42 t2 2) 22

4t

54 53 ')n 10 3T )0 )9 39 49 60

t8

203 648 780 130 529 643 20 25 an 20 30 20

2'

30 36 45 4> ,q IIO -oo Á

III

r9 IIO -oo

ilI

0+

9 9

-80

179 273

-28

263

)7)

24 347 47) 1 11

l2

(-4)

(-1)

68

79

I

III

20 2t 30 20

2'

30 68 79 76 38 48 48 1t 27 26 1200 1919 2363 1 380 2177 2672 r560 243' 298t 57 68 66 29 40 40 64 76 74 34 4> 4>

l1

24 23

II

III

6 o 20 25 30 ,90 1099 r398 709 t27 5 76t7 828 L45r

t82)

24 34 35 20 25 30 275 t67 9r7

,

T7 16 8 20 19 Een prachtige p er c e e I s gr en s b ep I ant in g net'Gelrica' bij Henselo (Gld..)

(10)

Deze komen ook tot

uitdrukking

in grafieken

I

en 2.

Zoals reeds is opgemerkt is

bij

deze rendementsberekening wéi een bepaalde faktor i.v.m. de grondwaarde als kosten ingebrachi

omdat

in

tegenstelling

tot

de hierboven

behandelde winstbe-rekeningen de lezer deze

moeilijk

zelf, als

hij dat al zou wensen

of logisch zou vinden, kan incalculeren.

Ook voor de vermelde

renderingspercenrages

geldt uiteraard

dat het een belastingvrije opbrengst is.

Ten aanzien

van

de grafieken

het

volgende:

Elk punt

van

de krommen geeft aan hoeveel

winst

theoretisch per jaar

overblijft

als een bepaalde rentevoer

in rekening

wordt

gebracht.

Het renderingspercenrage

i.c.

de

interne

renrevoer vindt men op het kruispunt van de betreffende kromme en de horizontale

lijn, behorend

bij een bepaalde pachrwaarde.l)

In tabel 8

zijn

de renderingspercenrages vermeld voor een

hour-prijs

van

I

50

per

ms

op stam,

waarbij

is volstaan

mer

een berekening voor 'Gelrica' op zandgrond.

Uit

het verschil russen de cijfers

in tabel 7.1 en

die

in

tabel

8

kan

de lezer

zelf

con-clusies

trekken

ten aanzien van

kleigrond

en

boniteiten

van 'Robusta' e.a.

VI

DE INVLOED

VAN BEFAALDE FAKTOR,EN

OP

DE N,ENTABILITEIT

Evenais

in

het vorige

rapporr

van

de Verkgroep

kan ook

nu weer worden opgemerkt

dat

er uiteraard

vele

variaties

in

de uitgangsgegevens

van de \Terkgroep mogelijk

zijn.

Dit

geldt zowel

voor

de kosten als

voor

de opbrengsten.

Een

aantal van de daarmee samenhangende problemen zaI hierna worden be-handeld.

1

De betekenis

van

de

verschillende kostenfaktoren

In

de tabelien

9.1 en

!.2

is nog eens

een

overzicht

van

de verschillende kosten gegeven, maar nu

uitgedrukt

in

een per-centage van de totale kosten.

Het is

in de

eerste plaats opvallend

dat één kostenfaktor

in

omvang ver boven alle andere uitsreekt, nI. de betcherming te-gen aee.

Het

verdienr daarom aanbeveling te onderzoeken welke goedkopere methoden ontwikkeld kunnen worden om de bomen tegen het vee te beschermen.

Het

spreekt vanzelf dat deze

kos-ten

vervallen, zodra

her

gaat

om een

rij

populieren

langs de grens

van

een bouwlandperceel.

Verder zal

het duidelijk

zijn

dat

de aanlegkosten

relarief veel

meer

van

het torale

kosten-pakket

in

beslag nemen, zodra

met

meerjarig planrsoen wordt gewerkt.

Hieraan

wordt later

in

dit

hoofdstuk

nog aandacht

besteed.

Tenslotte

kan

er

nog op

worden gewezen

dar de

benzestimgs-kosren rclatief. zo

geing

zrjn, dat deze geen enkel excuus kunnen vormen

voor het

achterwege laren

van

de

zo

belangrijke toe-voeging van stiksrof aan de planten.

2

De

invloed van

de

houfitroduktie

op de rentabiliteit

In

het vorige rapport van de

\lerkgroep

(,,Popuiier"

januari 1969) is

duidelijk

gebleken, hoe

groot

de invloed

van

een ver-hoging van de houtproduktie

in

opstanden op de

winst

is.

Ook

voor grensbeplantingen

is deze

invloed

fi

geg

^tr, hoewel uiteraard verwacht mochr worden dat

hier

de tendens

niet

an-ders is. In tabel 10 is dit in een bepaalde

vorm uitgedrukt

voor een

drietal

groeiklassen,

op

zandgrond,

bij

gebruik van 2-jaríg

Plantsoen.

Ter toelichting het volgende:

Áls

vergelijkings

ases

zijn

genomen de

IIe

boniteir

en een

om-loop

van

25

jaar. Voor de andere

omlopen

en

boniteiten

is

aangegeven

1)

Een vergelil'kbare grafische voorstellingswijze werd in de bosbouw

reeds toegepast door

ir.

G.

N.

Danhof in zijn artikel ,,Bedrijfsomloop van den djati". Tectona 14,1941: 779-809.

-

hoeveel ms hout meer resp.

bij

boniteit II

en een omloop minder wordr geproduceerd danvan

25

jaa4 en hoeveel

dir

in

Pfocenren bedraagt;

-

hoe

omloop

groot

25

de jaar.

winst

Dit

resp.

is

zowel

het

verlies

in

guldens als

is t.o.v.

boniteir

in

procenten

II

en uitgedrukt.

Vat

blijkt uit deze tabel?

a

BIj

dezelfde omloop heeft de verschuiving van de groei naar één groeiklasse hoger

of iager een zeer

groot

effekt op

de winst. Percentages als 50 à

L00%

verhoging resp. verlaging van de winst

zijn

in dit geval heel gewoon!

Men moet

in dit

verband

nog

eens

tabel

3 bekijken. Men

ziet

dan

om

welke betrekkelijk

kleine verandering

in

de diameter- en hoogtegroei het bij verschuiving van één

boni-teit

gaar., althans ,,klein" gezien de grore winstbeïnvloeding.

b

Bij

dezelfde boniteit

heeft

de

lengte

van de

omloop

een groot

effekt

op de winsr. Ook hier gaat het om

vrij

aanzien-lijke percentages,

en

ook

in

dit

geval raadplege

men

nog eens tabel 3.

Men dient

in dit

verband echter ook punt 6 van dit hoofd-stuk te lezen.

Het zal tegenu,oordig niet aaak mogelijk

zijn

om bet grond.ueilies bij een perceelsgrensbeplanting zo beperÈt te boad.en!

(11)

L4

Grafiek

I

Jaailijhse tuinst 1) per 100 m grensbeplanting

bij

boniteit

/

Grafiek

2

Als grafieh 1 maar bij boniteit

III

(excl. kosten aa* de grond).

) Vttj wt

t"komsten- en vennootschapsbelasting. 80 70 60 s0 10 30 20 10

ilI

il

20

2'

30 20 d

.9

?{ 'ó

(,

30 20 25 30

(.!cl, koí.n v.n d. arcd) 2rndcrond, ai.nc pl&troon

.rhrd.k4l.n /7,- F! !Íod!kri.Í m.n-!ur hourpraj. /55,- Por ir op !r!m

(.rcr- kdt.n vnn d. I'ond) :.ndg.ond, 1-jr.i! phnrso.n .rhidsko3r.n I 7,- r.r oÍodukrio, mrn.uur hourp.ijs / 55,- p.. nr op srah 7,9 6,8 30 20 10 ls,-10,_

1 2

3 t

5 6 7

I

9

10 1&,-

10,-Boniteit Omloop Plantsoen Opbrengst ff/100 m)

'123t,5678

Tabel

7.1

Rend'ering (belastingctrij) oan 100 rn populierebeplanting TabeI 7-2

op zandgrond bij uerschillend'e pacht'ttaarden uan de grond; hostqrijt Í

55'-

ber rn, oP síam.

Rend,ering (bela$insarij) oan 100

n

popalierebeplanting op kleigrond

bij

oerscbil'lende pacbrutaa.rden oan de grond; boaprijs

f

55,-

per rn8 op sNan.

Boniteit Omloop Plantsoen Opbrengst ff/100m)

Rendement

(/p)

bij

pachtprijs/ha/ iaar

Íto

Ítoo

ftSo

fr6o

flgo

Rendement

(/6)

bij

pachtprij

fto

lloo

4,t 2,7 t,2 4,1 s/ha/jaar

í

t)0

f t60 Í

r90

2'

30

il20

t20

l-jarig

2-jarig

l-jarig

2-jarig l-jaríg 2-iarig

l-jarig

2-iarig

l-iarig

2-jarig

l-iatig

2-jarig L-iarig 2-jarig

l-jarig

2-jarig

l-jarig

2-jarig

l-jarig

2-jarig L-jaris, 2-jatis,

l-jarig

2-jatig

l-iarig

2-jarig

l-iarig

2-jarig l-jarig, 2-jarig

7,t

6,7 20

2'

30 20 .i o

825

-o

&,

30 20 25 30 20 25 30 20 (É

!2t

o 30 20 25 30

l-jarig

2-jarig L-jarig 2-jarig

I-jarig

2-iatig

l-jarig

2'jang

I-jarig

Z-jarig

l-iarig

2-jarig

I-jarig

2-jalis

l-jarig

2-jarig

l-jarig

2-jarig 6,7 4,8 6,3 5,3 5,7 4,9

j,7 3,2

2,7

2,3 t,9

t,'

4,8 4,4

4,t

3,7 ),4

3,1

4,6 4,3

4,0

3,8 3,5

3,2 4,6 3,r 5,6 4,4 5,j

4,j

u

4,8 4,3 3,8 3,4

2,9

3,8 ),t 2,9 2,'

2;L

,,7

',3

4,9 4,5

4,2

4,9 4,6 4,2 3,9

3,'

5,4

',1.

4,7 4,4

4,1

4,8 4,' 4,2 3,9

3,6 d d

s2t

S30

8,2 6,8 8,0 6,9 7,0 6,2

7,0 6,6 6,2 t,8

5,4

5,4 5,1 4,7 4,4

4,t

7,2 6,9 6,5 6,2

',9

6,0 ,,7 5,4

',2

4,9

6,6 6,j 6,0 ,,6

5,j

t,6 5,3 5,r 4,8

4,6

il

7,2 6,8 6,3

',9

5,5

6,r t,8 t,4

5,0

4,7

7,4 7,t 6,7 6,4

6,0

6,6 6,3 6,0 t,6

,,3

6,7 6,4 6,t r,8

5,5

6,L t,8

',5 ',2

5,0

3,7 3,2 2,7 2,2

1,8

2,t r,9 r,4

1,0

0,5

,,3 4,9 4,' 4,t

a,7

4J 3,7 3,4 3,t

2,8

4,7 4,4 4,0 3,7

3,3

3,8 3,' 3,2 2,9

2,6

4,0 3,4 2,9 2,4

7,9

3,0 2,' 2,0 1,6

1,2

,,4

5,0

4,6 4,2

),8

4,6 4,i 3,9 3,5

3,2

4,9 4,, 4,1 3,8

),4

4,2 3,9 ),6 3,3

3,0

r-jafie

803

2-jarig

803

l-jatis

1309

2-jarig

1309

L-jarig,

lrOT

2-jarig

I5O7 t463 r46) 2096 2096 2r36 2536 7,8 7,0 7,L 6,4 6,3 5,3 6,, 5,8 5,8 t,3 L46t t463 2096 2096

2r)6

2r36 6,,

,,t

6,6 t,6 6,0 t,2

7,'

6,,

6,r

t,8

7,'

6,7

7,1

6,8

6,4

6,t

7

6,4

1

5,8 6,t t,5 6, 6,

7,7 7,j

6,9

6,1 t,8

',4

7,6 7,3

7,0

6,4 6,t

r,8

6,9 6,6

6,3

,,9

',6

5,4 913 9t1 t192 r392 1727 1727 913

9B

r392 r392 1727 1727 803 803

r)09

r309 r507 1507 5,0 4,t 20 25 30 572 572 924 924 1 100 I 100 I,6 0,7 3,6 2,8

3,'

219 572 572 924 924 1 100 1100

1,0

0,3

0,1 <0,1 0,1 <0,1 <0,1 <0,1

3,t 2,6 2,2

1,8

2,4 2,0 r,6

r,2

3,1 2,7 2,)

t,9

2,5 2,2 1,8

1,4 8,7 7,8 8A 7,6 7,4 6,8 NI 8,0 9,2 7,9 8,1 7,1 9,3 7,7 8,9 7,6 7,8 6,8

7,4

0,8

0,1 <0,1 <0,1 0,1

<0,1 <0,1 <0,1 <0,1

3,4 3,0 2,' 2,1

2,6

2,3 1,9 r,5

1,2

0,8

3,6 3,0 2,6 2,2

1,8

2,' 2,t 1,8 t,4

1,1

I

1980 1980 2838

2$8

i399 3199 9,1 8,1 8,7 7,9 7,7 7,r 8,4

7,'

8,1 7,4 7,r 6,6 1980 1980

2$8

2838 3399 3399 8,9 /,4 8,5 7,4

7,'

6,6 8,6 7,I 8,2 7,t 7,3 6,4

9,9

9,5

8,7

8,4

9,7

9,0

9,4

8,2

8,2

7,9

7,'

7,3 L-jatis 2-jarig

l-jarig

2-jarig

l-jarig

2-jarig

l-jarig

2-jarig L-jarig 2-iarig

l-jarig

2-jaris

l-jarig

2-iatig L-jarig 2-jatig

l-jarig

2-jaris 9,7 r)09 1109 r936 r936 23)8 2338 r309 r)09 1936

r9i6

2338 2338

ilI

ilI

(12)

Tabel 8

Boniteit Omloop Plantsoen Opbrengst (f

/too

m1

Reod,ering (belaaingarij) oan L00 n popttl.;erebeplanting (Gelrica) op zmdgronà

bij

oerschillende pacbtttaard.en aaÀ de grond,; boatprijs f 50,- per ms op starn, kosten

proàuh-tief

rnan-*ar

f

7,-.

20

2'

)0 20

:25

o rF1

j0

20 ?s 30

l-jatig

2-jarig L-jairg 2-jatig

l-jarig

2-jatig I-jarig 2-jaris

I-jatig

2-jads 7-jarig 2-jarig

l-jarig

2-jarig 1-jatig 2-jarig 1-jarig 2-jarig 1800 1800 2180 2580 3090 3090 8,9 7,8 8,5 7,7 8,5 7,t 8,2 7,4 8,1 7,2 7,9 7,1 7,0 6,4 Rendement (%)

bij

pachtprijs/ha/ iaar

Í70

f

too

f

Bo

f

160

f

190

7,5

7,1

6,9 6,6

9,3 8,1 8,9 8,0 7,9 7,2 6,6 5,t 6,9 6,r 6,3 5,6 7,8 6,9 7,6 6,9 6,7 6,2 4,9 4,0 t,5 4,8 t,0 4,>

II

1 190 1 190 1760 1760 2125 2125 6,1 5,1 6,6 t,8 6,0 5,) ,,7 4,7 6,2

5,'

5,6 5,1 5,j

4,j

5,8 1,2 5,) 4,8 730 7)0 1 190 I 190 L)70 1)7 0 1,7 0,9 3,7 3,0

),)

2,8 t,2 0,4 ),1 2,7 1,0 2,5

III

3,3 2,7

2,2

2,3 1,8 t,j

4,9 4,t

4,r

4,r 3,8 3,4

4,5 4,1

3,7

1,8 3,5

3,2

Nog een beeld. aan grensbeplantingen

uit

d.e Áchterboek. Men oind.t

hier beplantingen uan aelerlei leeftijà bij elhaar.

Foto:

Ir.

H. A. van der Meiden

c

De procentuele verandering

van de

winst

is steeds grorer

dan

die van de

produkde,

reden

om

exrra

aandacht aan produktieverhoging re geven.

Hoewel de

\íerkgroep

ook

in zijn

vodge rapporr dit reeds heeft gedaan,

wil

hij ook

nu

weer

de

nadruk

leggen

op het grote

belang

van her vinden en aanplanren

van

sneller

gro€iendc rassen.

Dit

zaI na het voorgaande geen verdere verduidelijking nodig hebben!

3

De

invloed van

de

houtprijs

op de rentabiliteit

In mbel 6.1

en 6.2 is vermeld welke

winst

verkregen

wordr bii

een houtprijs van resp.

f

50,

1 55 en

f

60 op stam.

De

conclusies,

uit deze

cijfers te rrekken,

zijn

te vinden in tabel 11,

waarin

is aangegeven de absolure

en procentuele

verande-ring

van de winst door een houtprijsverandering van

f

5 per m3.

Bij vergelijking van de tabellen 7.1 en

8

vindt men de invloed

van deze verandering in

houtprijs op

de renderingspercentages

van'Gelrica'

(zandgrond).

Er is sprake

van

een aanzienlijk

effekt,

maar

bij

vergelijking

van tabel

10

met tabei

11 zal duidelijk zljr. dat produktiever-hoging resp. -verlaging mer één

boniteit

de

rentabiliteit

in veel

sterkere mate beïnvloedr dan de verhoging resp. verlaging van de hourprijs

met

Í

5

per

m3. Hetzelfde

blijkt

ook

uit

de

ver-schillen

tussen

tabellen

7.I

('Gelrica') en

8

enerzijds

en

de verschillen russen de boniteiten

in tabel 7 anderzijds.

4

De

invloed van

de plantsoenkeuze op de rentabiliteit

Het is

in

de laatste

rijd in

ons

land

steeds meer

gebruikelijk

geworden

om

in populierenopstanden,

waar

mogelijk,

eenjarig plantsoen

te

gebruiken,

maar

in enkelrijige

beplantingen het meerjarige plantsoen te handhaven.

De \Terkgroep

wil

zich niet begeven

in een diskussie

over de mogelijkheid,

om ook

bij

de iaatstgenoemde beplanringen

een-jarig

plantsoen te gebruikeÍI, maar heeft

die mogelijkheid

toch wel

in

de berekeningen betrokken.

Uit

de

tabellen

1

en

2

zal duidelijk ztjn dat

het gebruik

van

I-jarige

planren aanzienlijk goedkoper is, vooral

op

zandgrond.

In

tabel

12 ís aangegeven

war

er mer de

winst

gebeuft als het

gebruik van

tweejarig plantsoen niet zou leiden

tot een betere

opbrengst; dat plantsoen

is

dan

duidelijk in

het

nadeel, vooral op kleigrond.

Dit

betekent echter nog

niet

zonder meer, dat daarom eenjarig plantsoen te prefereren is; wel betekent het d,at het gebruik aan meer,jarig planrsoen bij eenzelfde omloop

to,

een ltogere produk-ti'e moet leiden,

uil

men d,ezelfde uinst bereiken.

Men kan zich

nu

afvngen

hoeveel hout er na een bepaalde omloop dan

wel

meer geproduceerd

moet

worden,

wil

het

ge-bruik

van het duurdere 2-jarigplaotsoen financieel verantwoórd

zijn.

Dit

is

uitgedrukt

in

ondersraand overzicht (houtprijs

155/mB):

Omloop

20 jaar: Op zand

1,6 m3, op klei 2,6 m3 per 100

m

Omloop

25

jaar:

Op

zand 1,8 m3, op klei 2,9 ma per 100 m

Omloop

30 jaar Op zand 2,A m3,

op

klei 3,2

ms

per 100

m

d.i. 0,08 à 0,10 m8 per boom op zand,

0,I3

à 0,16

mi per

boom op klei.

Men

kan het ook nog anders uitdrukken:

V/il

bet 2-jarige

planrsoen ,,zich

betaalà'

makem dan

zal

een-zelfd.e boominho*d, eed,er rtoerem ttord.en bereikt, du,s een kor-rere omloop

mogelijk

nloeten zi.jn d,an bij

gebruik

oan

l-jarig

planítoen.

(13)

Tabel 9.1

L6

Een aantal Èosten, aitged.r*kt

in

7o

ldn

d'e totdle

kosten,

Ïabel

9.2

alle geprolongeerd' rot he, eind oan d'e omloop. Zandgrond'

Relatieve kostenverdeling

1-jarig plantsoen

omloop omloop

Een aantal hosren, titSed'rttkt

in

.qo

tan

de totale hosten,

alle geprolongeerd to, het eind' 1)do de omloop. Kleigrond',

omloop 25 iddt. 2-jarig plantsoen Relatieve kostenverdeling

1-jarigplantsoen

2-jarigplantsoen Variabele kosten Aanleg

-

ui12g11s1

-

plantgatenplantsoen inkuilen etc

-

planten Onkruidbestrilding Bemesting

Bescherming tegen vee

Snoeikosten totaal 1) 4e jaar 7e iaar

-

l}e

jaat

-

l4e

jaar Verbranden takhout na kap Totaal Vailabele kosten Aanleg

-

11i12s11sÍr

-

plantgaten

-

plantsoen

-

inkuilen etc.

-

planten Onkruidbestrijding Bemesting

Bescherming tegen vee

Snoeikosten totaal 1)

Verbranden takhout na kap

Totaal L4 4,2

)^

1,1 3,7 1,1 10,0 1 1,t 1,0 8,6 1,t )4 2,) 0,9 3,0 t,4

)^

2,3 0,9 3,0 1.,5 2,3 2,j 0,9 2,9 20

2t

30 2) 10,0

n,4

4,j

37,2 19,8 9,9 1 1,t 4,3 )t'l 20,0 9,9

tt,6

4,3

i7,t

19,9 2j,9 9,9 3,6 3 1,8 16,j 12,7 11,2 4,1

)6,t

19,4

tl,2

4)) 8,8 3,2 28,j 14,t 1,2 3,9 2,9 0,9 5,0 94,7 8,8 91,8

))

9,0

))

LrD 6,t 9,0 2,5 6,r )1 6,0 9,1 ,1 ,j ,2 ,7 1 2 5 7 0,J 4,4

6,j

0,j 4,J 4,6 Vasle kosten Grondlasten 'Waterschapslasten Totaal o,t t,0 0,33,9

72,7

lL,'

10,1

91,4 94,5 9i,7

95,)

1)

Inclusief opruimen snoeihout.

Tabel 11 4,2 9,8

,,t

Vaste kosten Gtondlasten 'Watetschapslasten 0,4

,,t

0,45,9 Totaal 5,t 4,7

1)

Inclusief opruimen snoeihout.

Tabel

10

De inaloetl ltdn een tterandering aafi de plodttktie op de

totdle

uinlt.

Vergelijkingsbasis boniteit

Il'

omloop 25 iaar'

(Zandgrond, 2-jarig plantsoen, bo*prijs | 55/n3)

Verandering oan tairtst aatt' het eind ttan de omloop bij

aer-and.ering uan de houtprijs

(f

55/nt'3) met f

5,-

per m3.

Boniteit Omloop

Verandering totale winst

guldens

/6

t.a.v. winst

bij f

5i/m3

1-iarig plantsoen 2-iarig plantsoen

II

Boniteit

Omloop

Meer of minder produktie t.o.v. 11 25 i.

m3 %

Iv{eer of minder

winst III

t.o.v.

II

21 j. 20

2t

30 133 19r 23r

Á,0

12,5 12,7 15,4

rj,j

72,8 20 25 30 83 I27

rt7

20,6 15,) t4,2 26,1 17,4 t5,1

jr,9

26,8 q U d -oo & 52 84 100 20

2'

30 8 2 2 5,2 0,8

Í

%

r

I

+

+

18 96 L47 20 2t 30 d

III ó

87

+31

-r04

-64

_49

+r3

+

128

+

208

+)

+51

+82

+

r)2

+

704

+

1078

-

4t80

a

269

-

759

-

468

-

358

II

20 25 30 180 258 )09 12,3

tt,3

1 1,1 20

2t

30 r19 r76 213 t4,9 12,8 12,4 13,0

tr,g

tr,6

r6,8 13,8

rt,2

j6,9 18,4 t7,6

II

ilI

(q o d

)

-oo & 20 25 30 0

-34

0

+24

-59

-j4

-2r

-t7

0

+

6I 20

2'

j0

2,,4 6,0 >,4 20 25 30 t49 8t 51 73 L19 r37

(14)

jaarlijkse houtaanwas, variëren

van

1

tot

21/z jaar

op

zand en

van

2

tot

4

jaat op klei, uiteraard meer

bij

slechtere groei.

Men moet

in

zijn overwegingen,

of

men

I- oÍ

2-jarig plantsoen

wil

gebruiken,

wel

betrekken

dat

het

oudere plantsoen onder bepaalde omstandigheden veel

uiwal

door Dothichiza kan gaan

vertonen.

Dit risico kan

echter

in

aanzienlijke

mate

worden

verminderd

door

geplombeerd plantsoen

van de juiste

afme-tingen

(niet

te

langl

)

bij

gespecialiseerde populierekwekers te kopen.

5

De invloecl van de loonkosten op

ile

rentabiliteit

Om

een vergelijking met het eerste rapport van de \Terkgroep mogelijk te maken, is ook

in

de berekeningen voor

grensbeplan-tingen uitgega

Ír

van

/

7

loonkosten

per

produktief

manuur.

Daar dit cijfer in vele gevallen als te laag zal worden beschouwd,

zijn

voor een aantal situaties de berekeningen

ook

uitgevoerd

met

.f

10 loonkosten per

produktief

manuur.

In

tabel 13 is

tot uiting

gebracht

in

hoeverre

bij

grensbeplan-tingen de winst door deze loonkostenverhogingwordtbeïnvloed. Ook voor de andere

vorm van rentabiliteitsberekening,.het

ren-deringspercentage,

is

n

gega

n

wat de invloed van de

loonkos-tenstijging

op

het bedrijfsresultaat

is.

Dit is

voor de

'Gelrica' boniteiten weergegeven

in

tabel 14, die men moet vergelijken

met

tabel 7.1.

6

De invloed van de omloop op de

rentabiliteit

In

hoofdstuk

Y

ad

2

is verwezen naar grafieken 1 en

2

waarin

de

jaadijkse

winst per

100

m

grensbeplanting

van

'Gelrica'

voor

resp. boniceit

I

en

III is

weergegeven.

In

deze grafieken kunnen renderingspercentages worden aÍgelezen, evenals

uit

de

daarbij horende tabellen

7.I

en7.2.

Voor 'Gelrica' op zandgrond wordt

bij

gebruik van

l-jarig

plant-soen en

bij

boniteit

I

de relatief hoogste rendering

bereikt bij

de korte omloop

van20

jaar; dez-e

is

dan9,I%o als men uitgaat van een pachtprijs

f

110,-

per

jaar per ha. Omloopverlenging

leidt onder deze omstandigheden

tot

een lagere rendering, 8,7

/o

bij 25

jaar en 7 ,7 7o

bij

10 jaar.

Bij

minder goede groei (boniteit

III)

geeft de

korte omloop

van

20 jaar

juist

de kleinste

rende-ring

nl.

2,)/6,

oplopend

tot 4,6%

bij

25-jarige omloop

en vervolgens afnemend tat 4,T/o

bij

3}-jarige omloop.

Samenvattend kan worden gezegd dat

bij

de beste groei

('Gelri-ca',

boniteit

I)

de hoogste rendering optreedt

bij

de korte

om-loop van

20

jaa1

terwijl

die

hoogste rendering opschuift naar

een

langere

omloop

naarmate

de

groei

minder wordt. Bij

'Gelrica'is

de

renderingblj

30 jaar steeds lager dan

bij 25

jaar;

bij

'Robusta'

is dit

alleen

bij boniteit

I

het

geval,

terwijl bij

boniteit

II

de

renderingbij

25 en 30 jaar vergelijkbaar is.

Het

bovenstaande

lijkt in

tegenspraak

met de resultaten,

ver-kregen als de

renmbiliteit wordt uitgedrukt

in

theoretische

jaar-lijkse winst,

zoals

in

tabel

5

waar

duidelijk óók bij

'Gelrica' omlopen

van

25 en 30

jaar gunstiger naar voren komen dan

een

omloop

van

20

jaar;

ditzelfde

vindt men

echter

ook

in

grafiek

1, als men

kijkt

naar de siruatie

bij

een rentevoer van

2%.

Uit

deze

grafiek

blijkt

dar pas

bij

een rentevoer van 47o

een

2}-jange

omloop gunstiger

wordt dan

een 30-jarige

en

btj

63la% ook beter dan een 25-jarige.

Hoe

een en ander te verklaren?

Het

is een kwestie van hoogte van de gebruikte rentevoer.

Door

berekening

van het

renderingspercentage

heeft men in

feite een exploitatiebegroting gemaakt

met

saldo

:

0, en

daarbij gewerkt

met

een rentevoet die

gelijk

is

aan

het

renderingsper-centage.

In

de exploitatiebegrotingen

in

dit

rapporr, waarbij een saldo

is

berekend,

is

echter uitgegaan van een vasre rentevoet

van 2%o.In de meeste gevallen

(zie

tabel

7)

is

echter

het

ren-deringspercentage

méér

dan 27o.

Nu wordt

bij

een

hogere rentevoet de faktor, waarmee de totale winst gedeeld moer

wor-den om de jaadijkse

winst te

berekenen onevenredig veel groter

bij

langere omlopen.

M.a.w.:

De

theoretische jaarlijkse winst

Tabel

12

Vencbil in tainst bij gebraiA aan l-iarig resp. 2-jarig

plant-soen, indien het laatstgenoemde plantsoen niet tot produktie-verhoging zou leiden.

Omloop

Meerwinst

bij

gebruik van l-1arig plantsoen

t.o.v. 2-jarig plantsoen (f / 100 m)

Totale meerwinst Theor. laarliikse meerwinst

zand klei zand klei

Tabel

14

Renàering (belastingarij) uan. 100

m

popalierebeplanting op zand.grond.

bij

rcrschillend.e pachttuaarden aan d.e grond.;

hoatprijs

f 55,-

per m3 op sÍam, kooen prod.uktief

man-nrr

f

10,-.

Boniteit Omloop Plantsoen Opbrengst

(f/t00

m)

Rendement

(/p)

bij

pachtpriis / ha / jaar

fto

Ít00 Í1)o

ft60 Ír90

6,00 1,00 4,jo 89 98 108 20

2t

)0 ,20 ,90 ,10 t45

t6r

177 j,70 3,10 2,70 1980 1980 2838 28J8 3)99 3399 8,5 7,4 8,1 7,4 7,4 6,7 8,1 7,I 8,0 7,2 7,r 6,, 7,8 6,8 7,7 6,9 6,9 6,3 7,5 6,5 7,4 6,1 20 2t

j0

20 (d

i25

o

o

30 20

2'

30

l-jarig

2-jarig

l-jaris

2-jarig

l-jarig

2-jatig

l-jarig

2-jatig

l-jatig

2-jarig

l-jarig

2-jaris L-jarig 2-jarig

l-jatig

2-jarig 1-jarig 2-jatig 6,6 6,1 4,6 ),7 1,4 4,7

5,3

t,0

4,7

4,4 7,2 6,) 7,2 6,5 6,4 t,9 4,) 3,4 t,1 4,4 4,/ 4,2 0,4 >,4 4,4 6,0 t,2 5,t t,0 1,9 1,0 3,9 1')

j,6

J,I

II

r309 1309

r9i6

r9i6

23i8

2338 t,7 4,7 6,) 5,t t,8 t,2 5,0 4,r 5,7 5,0

Tabel

13

Verschil

in

uinst

bij f

l,-

en

f

10,-

loonkosten per

pro-d*Atief man-*ar (zandgrond.).

Omloop

Minder winst

bii

Í

10,-

t.o.v.

f

7,-

loonkosten (f

/f00

m) Totale winswermindeting Theor. jaarl. winswermindering

I-jarig

plantsoen

2-jarig

plantsoen

l-jarig

plantsoen plantsoen2-jarig o,90,1 <0,1

3,2

2,9

2,6

2,3

3,0

2,7

2,5

2,3 20 25 30 7 5 5 r62 '1,7t 191 174 189 205 6,70 5,50 4,70 803 803

r)09

1309

rt07

rt07

2,4 1,4

4,j

3,1 4,0 3,4 1,4 0,t 3,6 2,9

),)

2,8 I

r

(15)

18

Tabel 15 Veryelijhing tan kosten bij 200 bomen in opstand.en zond.er

els (zie exrtd-nnmmei tan. ,,Popalie/', jan.

'69)

en

gteu-b eplantingen. Eenjari g plant s o en.

Kosten

(f/ha)

zonder rente

zandgrond kleigrond

bos grensbeplant. bos grensbeplant. Variabele hosten Aanleg

-

ui12s11s1

t0

-

plantgaten

I40

-

plantsoen

80

-

inkuilen

etc.

)5

-

planten

85 Bescherming tegen

wild resp. vee

Snoei Stapelen snoeihout Opruimen takhout na kap Totaal t0 t40 80

i5

240

t0

150 80 40 110 50 80 80

i0

100 Onkruidbestriiding

Ie

iaat

200 2e

jaar

200

le

jaar 2e jaar 3e iaat 4e 7e

-

10e

-

14e 390 340 t45 450 400 400 200 200 200 200 45 45 4> 200 200 Bemesting 400 400 13t 1t0 100 600 480

i50

1875 16t0 13t 150 100 1280 600 480

3t0

2030

)760 4> 45 4> 75 150 150 225 50

t0

50 80 50 150 200 50 100 200 50 100 200 80

t0

150 200 50 50 50 1280 jaat jaar jaar jaar jaar jaar jarr 7e 0e 4e 75 1t0 150 221

fotaal

per jaat

t0

9,6

wordt

bij langere omlopen onevenredig veel

kleiner

naarmate

de rentevoet

stijgt.

Zodn dus

ha

renderingspercentage hoge!

is dan de

bij

de exploitatiebegrotingen gebruikte rentevoet,

leidt

berekening

van

dit

percentage

tot

een

verkorting

van de

opti-male omloop.

De

conclusies

t.a.v.

de

meest gewenste

orrÍoop

worden

dus

geheel bepaald

door

de hoogte

van

de aangehouden rentevoet.

Dit

is

één

van de

redenen waarom

de \íerkgroep

voorkeru heeft

voor

het renderingspercentage

(:

interne rentevoet) als

maatstaf

voor

de

rentabiliteit,

omdat

dir

percentage

niet

wille-keurig

is maar bepaald

wordt

door het

punt

waarop het

exploi-tatie-saldo

:

0 is.

P o p *licren I and s c b ap b

ij

S

l*h

io

Z ee*u s -V I aan d. er en.

Foto:

Ir.

H. A. van der Meiden

VII

VERGELIJKING

VAN

KOSTEN

BIJ

BOS EN PERCEELSGBENSBEPLANTINGEN

In tabel

15

zijn

ter

v€rgeliiking

naast elkaar gezet de kosten,

waarvan de

Iíerkgroep

in

zijn

eerste

publikatie

voor

wijd

ge-plante opstanden

is

uitgegaao, en

die

waarmee

nu

voor

grens-beplantingen rekening

is

gehouden.

Uit

de vergelijking

blijkt

een aantal opvallende verschillen. Ten

eerste

ziin

zeer opvallend de hoge kosten

die

bij

perceelsgren-zen moeten worden gemaakt

voor

bescherming van de bomen.

Ten

rweede

moet

worden gewezen

op

de

veel hogere kosten

voor

hff

opruimen

van

takhout en

van

snoeihour

bij

perceels-grensbeplantiogen.

In de

derde plaats

is

opmerkelijk

het

grote

verschil in de jaadijkse beheers-

en

groodkosten,

ten

voordele

van de

grensbeplantingen

(dit

zal in

het

algemeen

ook

voor wegbeplantingen en

niet

alleen voor perceelsgrensbeplantingen gelden).

Een

en

ander

komt er op

neer

dat de

geprolongeerde totale

kosten aan

het

eind van

een Z5-jarige

omloop

zich

voor

200

bomen als

volgt

verhouden (zandgrond,

l-jarig

plantsoen)

Bos

_+

f

4350

Grensbeplantingen

! f

5630

Dit betekent dat

bij

gelijke houtprijzen

50 à

/

60

per ms)

per boom

in

grensbeplantiogen na

25

jaar 0,11 à 0,13 m3 meer

geproduceerd moet worden dan

in

bos, om

tot

een vergelijkbaar

exploitatie-resultaat te komen. 6t0 2)0 610 250 Vaste kosten Gtondlasten incl. heffing Bosschap I7aterschapslasten Beheetskosten

t

30

I'

0,6 9 0,6 9 9,6 5 30 15 50

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar aanleiding van de circulaire verwachten wij concreter aan te kunnen geven hoe groot de uiteindelijke financiële opgave voor de gemeente Albrandswaard zal zijn;. wij verwerken

Gat in Zeylen, komende van benoorden soo myd de Noord-Wal, en Seylt by het Zuyd Eylant in en daar digt by langs, soo laat gy de Blinde aan Bak-Boort en hout soo u Koerts tot dight

De Partij voor de Dieren wil graag weten hoeveel letsel het afsteken van vuurwerk dit jaar bij mensen heeft aangericht in de gemeente Groningen.. Hoeveel mensen hebben zich bij

De Partij voor de Dieren wil graag weten hoeveel letsel het afsteken van vuurwerk dit jaar bij mensen heeft aangericht in de gemeente Groningen.. Hoeveel mensen hebben zich bij

Ook kunnen werkgevers het LKV banenafspraak vanaf 2024 toepassen voor alle werknemers die ze in dienst hebben en niet alleen voor de werknemers die onlangs in dienst zijn

Herman Van de Velde: “Wij danken Erwin Van Laethem voor zijn bijdrage in het digitaliseren van de business en het verbeteren van de processen.. We wensen hem het allerbeste voor

BVB schatte in dat de treures door de essentaksterfte nog zo’n vijftien jaar te gaan heeft en was bereid om bomengrond te doneren, om de groeiplaats van de boom te verbeteren

Waarom geeft u eigenlijk geen bezettings- en omzetcijfers voor de gemeente Tynaarlo.. En wat gaat u nog doen om recreatie in en om de andere kernen dan Zuidlaren aan te