Lessen voor de 21ste eeuw Leuven, 21 november 2016
Jan PAPY
Waar vond Thomas More zijn Utopia? Humanisme, boeken en eilanden
The idea of a perfect and immortal commonwealth will always be found as chimerical as that of a perfect and immortal man.
David Hume (1761)
EERSTE THESE:UTOPIA LIGT IN EEN BOEK
1. Het boek Utopia
- Libellus vere aureus nec minus salutaris quam festivus de optimo reipublicae statu, deque nova insula Utopia
Een gouden boekje, niet minder heilzaam dan vermakelijk, over de ideale republiek en over het nieuwe eiland Utopia
- In het Latijn – in Leuven – niet in het Engels - door een humanist, voor humanisten: nieuwe orde
- Erasmiaanse spirit, Luciaanse satire, platoonse dialoog: wedergift voor Erasmus’ Moriae encomium van 1509 (‘Lof der Zotheid’)
- Pieter Gillis en Erasmus
- een barrière: Griekse woorden – sleutelwoorden in het Grieks > Lucianus
- Nieuwe Wereld van Amerigo Vespucci’s Quattuor navigationes en eigen Engelse context 2. Twee – drie Utopia’s…
- Nusquama of “Oer-Utopia”: het “Eilandverhaal” > +/- Boek II Boek I (Engeland): politiek en sociale atmosfeer
Boek I – II met inleiding en uitleiding: utopisch verhaal met humanistisch “portaal” 3. Een reisverhaal, een plot, een eenheid?
- geen actie, geen plot
- dubbel gebruik van de “terugkerende protagonist”: More over zijn reis in Vlaanderen – Hythlodaeus over zijn reis in de Nieuwe Wereld
- “verhaal-vertellers” in het raamverhaal – reis is steeds de opstap naar beschrijving - Boek I: historische namen > getuigen/garantie
- Boek II: fictieve “vertellersnamen” : Hythlodaeus, koning Utopus, de Macariërs, de Polylerites - geen afgeronde “individuen”: enkel koning Utopus uit een mistig verleden
- karakters in de Utopia in het meervoud – als “functionarissen” => hun rol op de utopische scène
- een eenheid?: het ‘verhaal’ van het eiland Utopia – de politieke en sociale kritiek (in I en II) - Plato’s eerste wet: de gelijke verdeling van alle goederen over alle mensen
4. Utopia: bouw en organisatie
- Gebaseerd op rede: geometrie & mathematica > Plato en Pythagoras - “Splendid isolation”
- demografische omvang van Londen
- 30 syfogranten, elke 10 één proto-syfogrant, elke 200 kiezen één “vorst” - de families: werkritme – economisch stelsel en bezit – overvloed en luxe - een opvoedingsinstituut: publieke lessen – moraalfilosofie –tolerantie in religie
- een sociaal instituut: rechtvaardigheid en liefdadigheid – ziekenzorg – huwelijksmoraal en eugenetica
TWEEDE THESE:UTOPIA LIGT IN EEN CONTRASTEREND IDEE
1. Utopia als een maakbare wereld
- Humanisten Erasmus en More: opvoeders – sociale hervormers – kerkhervormers – politieke adviseurs
- Utopia, een Erasmiaans programma?: Moriae encomium – Institutio Principis Christiani 2. Utopia, een ideale wereld
- Utopia als societas perfecta: afkomst, geschiedenis, cultuur en solidariteit maken één natie - de mens als “zoôn politikon”: voltooiing in de maatschappij
- religie of metafysica => natuurlijke ethiek - rede (ratio)
- niet de instituties maken Utopiërs tot goede mensen
- het handelen op basis van morele integriteit: oorlog – kolonisatie 3. Humanistisch “ethos” van de Utopia: een Luciaanse dialoog - relatie tussen Boek I en II: feit en fictie
- alternatie tussen historische realiteit en tijdloos ideaal: Utopia bestaat niet, enkel “het verhaal over Utopia”
- alternatie tussen ernstige sociale kritiek en satirische ambiguïteit: Lucianus – Erasmus - geen model of politiek programma
- het contrastieve karakter van de utopische staat - een voorbeeld ter contemplatie van de waarheid 4. Realiseerbaar ideaal of contrasterende spiegel? - Hythlodaeus
“Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat niet de hele wereld al lang op deze wijze van Utopia is georganiseerd.”
- “Morus”
“dat er heel veel is in het gemenebest van deze Utopiërs wat ik voor de landen van onze beschavingskring wel zou wensen. Zou wénsen, als is het met weinig hoop.”