6I
De populier
op
opgespoten
gronden
/
A.
M.
ten
Kate-HazevoetRiiksinstituut voor onderzoek in de bos- en landschapsbouw ,,De Dorschkamp
Het
proefveld
Doresultaten
Het
proefveldis aangelegd
]n
1967op
opgesporen,marig
fijn
Na
8 groeijaren is erin de
beplantingduidelijk
verschilin
ont-kalkrijk
zand.Het
grondwater flukrueertin het groeiseizoen
van
wikkeling
russen de behandelingen. BehandelingA
groeit slecht60
cm
tot
120
cm beneden
maaivelden komt
somstijdelijk en is nog
steeds niet in sluiting.Dit
vakgaf
de eerste jaren nahoger (zie
fig.
1).
aanleg veeluiwal
(meer dan 50/o).Behandeling
B,40
cmbe-Het doel
van deproef
is na te gaan hoe de bovenlaag vanop-
werkt
zonderverrijking
groeit slecht en vertoont plaatselijk veel gespoten zandterreinen verbeterd kan wordenten
behoevevan
uitval.
BehandelingC, 80 cm bewerkt
zonderverrijking
groeiteen goede groei van diverse houtsoorten.
De bovenlaag
isver-
goed en isin
sluiting.
In
vergelijking
met de behandelingenA,
beterd doorhet
uitvoerenvan
een bodembewerkingal of
niet
B
en C
gevende
verrijkingen over
het geheel
genomen eenbetere groei,
ze
waren snellerin
sluiting
enhad-Figuur
1
Gemeente
Amsterdom
den
meestalminder
uit-longs
Hornweg.
val.In
figuur
3
waar perInleiding
De
redaktievan Populier heeft
mij
verzochrom
in
de
serie: ,,Populierenin
stedelijke gebieden"in
te gaan op demogelijk-heden voor de aanplant van populier op opgespoten terreinen. Steeds vaker
komt
het voor dat
rerreinenworden
opgesporen.Dit
gebeurtàf
om
de grondbouwrijp
te maken (zand),àf om
materiaal te dumpen (veenof
slib/klei). Gezien de enorme
uit-breiding van
het
aantal opspuitingenen de daarmee gepaard
gaande gtoeiendevta
g
n^ar beplantingsadviesvoor
dergelijketerreinen
heeft ,,De
Dorschkamp"op initiatief
van de
Werk-groep Bosin
Stedelijke Gebieden een aantal proefvelden aan-gelegdop
zowel opgespoten zand als opgespoten veenof slib.
Bij de aanleg
van de eerste proefveldenin dit
kader verwachttemen
dat vooral
pionierhoutsoorten zoalspopulier en
wilg
ge-schikt zoudenzijn
voordit doel.
Dit
blijkt inderdaad
het gevalre
zijn.Door
de
ongunstige water- en luchthuishoudingin
de eerste jaren na droogvallen van hetterrein
en door debodem-vormende processen
die
plaatsvinden
(o.a.rijping)
zijn
deze terreinenminder
geschiktvoor
houtsoorten zoalseik
en beuk.In dit
artikel
zal slechts op één onderdeel, t.w. opgespoten zand-tetreinen, worden ingegaan enwel
aan de hand van debespre-king
van het proefveld ,,Hornhaven" nabij Amsterdam.mooi veld 0.20 m
-0.40 m -0.ó0 m -0.80 m -1.00 m -1.20 m -1.40 m -l.ó0 m -1.80 m -2.00 m-in
kombinatie
met
eenverrijking.
Dezeverrijking
bestaatuit
klei,
veen
of
rioolslib dat
in
verschillendediktes
(10, 20
en30 cm)
is opgebracht
en vervolgens doorgewerkt. BehandelingA
isniet
verrijkt
en ookniet
bewerkt.De
behandelingenB en
C zijn niet verrijkt
maarwel
bewerkt
n.l. tot
eendiepte
vanrespektievelijk
40
cm
en 80
cm.
De
behandelingenD
t,/m
I
zijn
verrijkt
entot een
diepte van40
cm bewerkt, debehande-lingen
J
t/m
Q verrijkt
entot een
dieptevan
80cm
bewerkt.De
gebruikte
houtsoortenzijn
zwarte elsen
populier.l) Deze
zijn
individueel
gemengdmet struiken
(egelantier,olijfwilg,
katwilg,
witte abeel,
weichselboom (prunus mahalet),vlier en
ligusrer)
en aangêlegd in eenwillekeurig
planwerband.Er zijn
geen herhalingen.In
figuur
2
is
de rangschikkingen de
aardder behandelingen aangegeven.
In
het proefveld
is
de eerstejaren
na aanleg een mechanische
onkruidbesuijding
toegepasttotdat de
beplanting
in
sluiting
was.Van populier
en els zijn regelmatig de hoogte en de dia-meter bepaald. Gezien de bijzonder slechte onrwikkeling van elszijn
alleenvan de populier blijvend
meetgegevens verzameld.Daarom
wordt
hierna alleenop
deontwikkeling
van depopu-lier ingegaan.
De ontwikkeling
van de struiksoortenwordt
niet apart behandeld.behandeling
de
hoogte-ontwikkeling van de
po-pulier
is
weergegeven(r/m
1974)
is
deze ten-dens te zien.De
ontwik-keling
van de
diametergeeft een zelfde beeld.
Gezien
de
goederesulta-ten van
behandeling
Czou meo
uit
deze proefkunnen konkluderen
datbij
het beplanten van op-gesPoten teffeinen dieuit
matig
fijn
kalkrijk
zand1)
Hiervoor is de kloon'Se-rotina' gebruikt welketegen-woordig weinig meer wordt aangeplant
in
verband met kansop
ziekten. Men mag aannemen dat deontwikke-ling
van andere,tegenwoor-dig
veel
gebruikte klonen zoals bilvoorbeeld'Robusta' gelijk is aan oï zelÍs beter isdan de ontwikkeling van de
'Serotina'
op deze
gronden.tt
osond
t969
if
mcmjiosond
1970
buis A buis I buis O Grondwoterstcnden in peilbuizen A, I en O._/,
a\
/
\
IiÍ
llt]
\
íIfi
/\
\
l
N. Z\\
ti
't
il
.1\
Í^
\
/
:r'
\
i
i62
bestaan
een diepe grondbewerking
in
principe
voldoende isvoor een suksesvolle
ontwikkeling
van de beplandng.De invloed van de diverse verrijkingen op de groei wordt hierna aan de hand van de volgende tabel besproken.
Voor
deduide-lijkheid
zijn
de groeicijfers weergegevenin
procentenen
welmet
behandelingC
als standaard.Tabel
I
Hornhaven. Hoogte van P. 'Serotina' eind 1974, uitgedruktin
%o van behandeling C. (C:
100% -
163 cm)Behandelingen
Verrijking Gekombineetd met40 cm
frezen
80 cm frezenFiguur 2
Rangschikking en aard van de behandelingen.
lt
PreÍopzcl A y'n Q boplontran met PoPolier A' t/n Q' boplontren ret rílond9 eit Gemente Amterdom 'rchool I longc Hormcg, : 1000,
gccn grond opgebrocht, n;at geÍíeard
iden , 40 cn " idem , 80 cn " cm rioolrlib cm klri ' 40 cm gèfrccld l0 cm vccn l0 cm riolrl
c
D'J2
EI K2_Le
Fl
M2 G1 N2_02
HI
P2 I1 Q2 rJ9r)7
101 106t4r
r40 100 138 142tr6
t2)
trc
113t2l
r4t
10 cm klei 20 cm kleil0
cm klei 10 cm veen 20 cm veen 30 cm veenl0
cm slib 30 cmklv{s
B c D I F G H cm klei cm Ilci{
l0 20 t0 20 t0 l0 J r0 K20 t30 Mt0 N20 o30 P t0 rt0 o< r0 Lro ibi ib 1-
40 cm frezen 2-
80 cm frezenUit
deze tabelblijkt
dat deverrijking met klei
over het geheelgenomen de beste resultaten geeft. Deze vakken waren snel
in
sluiting
en
hadden de eerstejaren
zeerweinig uiwal.
De
ver-rijking met
veenheeft
tot
nu
toe
weinig
invloed
gehad. De hoogte eind L974 verschilt slechtsweinig
van de hoogtein
be-handeling
C.
De
verrijking met
slib
en
deverrijking mer
een mengselvan 10 cm
slib
f
10cm
klei
f
10cm
veen geven een beter resultaar dan deverrijking
met veen maar een minder goed resultaat dan de vemiikingmet klei.
Slib gaf aanvankelijkveel
meeruitval
dan de
andere behandelingen maarde
over-gebleven planten hebben zich goed ontwikkeld.De
invloed van
dedikte van
de opgebrachreverrijking
op
degroei van
populier
is alleen voorklei duidelijk
aanwezig. Naar-mate her kleipakketdikker
is neemt de rorale hoogre toe. Vool veenis
de invloed wisselend.De
invloed van de
bewerkingsdiepreop
de ontwikkeling
vanpopulier
blijkt
erg wisselendte
ziin.In
het geval vanverrijking
Foto 1 zonàet cn klei cn klei cm klei cm rioLl cm klci cm rioolrl 80 cm gcfrccrd
_Lr_
lrrF
Proefaeld. ,,Honthaaen" eind. 1975.
Linh
behandeling8,40
cm beuerát zondqwrijking.
Rechts behandelingC,80
cm beuerkt aerrijking. Ontuikkeling en sl*itingin
C d.aid.elijk beter.s d o P 0 N N' H
(
L ,(' xf
I H, H G, 6 F € D, o c' c a A I63
met
klei
enslib is er bij
een bewerkingsdiepte van80 cm sprake van minder
groei
danbij
eenbewer-kingsdiepte
van
40
cm,in
het
geval
van
verrij-king
met
veen
of
eenmengsel
van
kleif
slibf
veen sprakevan
meer groei.Samenvatting
Uit
deproef komt
in het
kort
de volgende tendens naar voren. Aanplant vanpopulier
op
opgespotenzand
is mogelijk
mits
degrond bewerkt
wordt
tot een diepte van meer dan40 cm beneden maaiveld.
Zoutel
tit
dezeals
ookuit
andere proevenblijkt
een bewerkingsdiepte van80 cm een goede
ontwik-keling van
de beplanting te geven.Verbetering van de
boven-grond door het toevoegen
van rijker
materiaal
isvoor het
betreffendeter-rein
in
Hornhaven
nietabsoluut noodzakelijk.
Bij
opspuitingen dieuit
grof-zandiger materiaal
bestaan
bchandc'ling-is heI wel
aan
te beve-
frecsdicptc (cm) oHoogtc pcr bchandcling van Populus'Serorina'
(;
20v .10k
k = klci
s = rirxrlslib .io
veel
uiwal
en veen geeft nauwelijks enige verbeteringten
op-zichte
van
diepe grondbewerking.Of
bij
verrijking
deverkre-gen meergroei van de beplanting
(inklusief
snelleresluiting
en betere weerstand) opweegt tegen de kosten van het verrijkings-materiaalen de evenmeel
uit
te
voerenonkruidbestrijding
isuit
de gegevens
van
het
proefveld
niet te
bepalenomdat de
groeicijfersdoor
het
ontbrekenvan
herhalingenniet absoluut
genomen mogen worden.Ze
geven alleen een tendens aan.Dit
laatste geldt ook voor een kostenvergelijking tussen de verschil-lendedikten
van de opgebrachte verrijkingen.Figuur 3 hoogrc (n) r,)7.i l<)1 3 t)12 ()7 t 1970 t969 8 6 2 yakA B C .í) lio DEF lok 20 k tov H s M l0 \' K 20k J rok
NOPQ
20v
ioY s
Tttk-irtii *l0s Ít0len
om de bovengrond teverrijken
met
nameom het
vochthoudend vermogenvan
degrond te verhogen. STel zal men daarbij bedacht moeten
zijn
op een sterke veronkruiding ten gevolge van deverrijking.
Indien de vegetatie eente
grote konkurrentdreigt te worden
dan zal deze selektief ofplaarelijk bestreden moeten worden.
Indiendit
niet
gebeurt dan zaI het positieveeffekt
van deverrijking
op de groeivan
de bomenteniet
gedaan worden door de konkurren-tiekracht van de vegetatie.Iíat
betreft
de aard van hec verrijkingsmateriaalblijkt klei
tot
nu
toe de beste resultaten te geven.Rioolslib gaf
aanvankelijkTUINBOUWARTIKELEN
Een kleine greep uit onze lijst:
Plaslic boommanchetten
-
Hang- en steeketiketten-
Labels Tonkinstokken - Boombanden- Acryl gaarlinnen
-
Schermdoek Tuingereedschap - Snoeigereedschap-
Grasmaalmachlnes Pulverisaleurs - JiíÍypots - JiíÍy-Seven - Plasticpottên- Plantacryl
Bindmateriaal-
Handschoenen en wanten - KÍuiwagens Kaskilten en verÍwaren-
Bestrijdingsmiddelen - enz. enz.Vraagt onze uitvoerige prijscourant
A.
MAURITZ
&
ZN.
B.V.
.
BUSSUM
POSTBUS 112 - TELEFOON 02ís9- 43914* De speciaalzaak uoor alle tuinbouuartikelen
b.Y. MAATSCHAPPIJ
voor
LANDSCI{APSBOUW
en
RECREATIE
F. G. Bevort:
direkteur
Heusdensebaan 125Tel.