• No results found

Voeding op het Marcanti College

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voeding op het Marcanti College"

Copied!
86
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voeding op het Marcanti College

Naar een gezond voedingsbeleid

Auteurs: Feline Jurgens & Marleen de Kroon

Afstudeerproject: 2015217

Opdrachtgever: Marcanti College

School: Hogeschool van Amsterdam

(2)

2

Titelpagina

Titel: Voeding op het Marcanti College

Auteurs en adresgegevens Gegevens student 1

Naam: Marleen de Kroon

Profiel: Voeding en diëtetiek, Health Promotion

(Post)adres: Frans Netscherlaan 35, 2071 AZ Santpoort-Noord

E-mail: Marleen.de.kroon@hva.nl

Telefoonnummer: 0634272866

Gegevens student 2

Naam: Feline Jurgens

Profiel: Voeding en diëtetiek, Dietetics

Adres: Laan van Rijckevorsel 37, 2161 KS Lisse

E-mail: feline.jurgens@hva.nl

Telefoonnummer: 0624776456

Afstudeerproject

Nummer: 2015217

Datum: Februari t/m juni 2015

Namen en contactgegevens opdrachtgever

Afstudeerbedrijf: Marcanti College

Naam opdrachtgever: Ruud Willemsen & Igor Vollebergh

Adres: Jan van Galenstraat 31, 1051 KM Amsterdam

Namen en contactgegevens Praktijkbegeleider

Naam: Ruud Willemsen

Telefoonnummer: 0613064152

E-mail: r.willemsen@marcanti.espritscholen.nl

Functie en afdeling: Docent Lichamelijke Opvoeding, Studieloopbaan begeleider 2B,Werkbegeleider ALO-studenten, Beweegcoach

Namen en contactgegevens docentbegeleider

Naam: Yvonne Booij

Telefoonnummer: 0621158192

E-mail: y.s.booij@hva.nl

Functie: Docent Hogeschool van Amsterdam

(3)

3

Voorwoord

Wij zijn Feline Jurgens en Marleen de Kroon, twee studenten Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Afgelopen half jaar hebben wij gewerkt aan ons afstudeerproject op het Marcanti College. Deze scriptie is, samen met het adviesrapport, het eindproduct.

Beiden wilden wij graag een afstudeerproject doen met jeugd als doelgroep. Deze doelgroep spreekt ons aan omdat wij denken dat de prevalentie van overgewicht en obesitas en veel bijkomende ziektes verminderd kunnen worden wanneer hier van jongs af aan voldoende aandacht aan wordt besteed. De leeftijdscategorie, jongeren van 12 tot 15 jaar, waarmee wij in aanraking kwamen tijdens ons onderzoek, is een lastige en tevens een enorme uitdaging. De jongeren beginnen een eigen identiteit te vormen en zijn niet meer volledig afhankelijk van hun ouders. Daarbij komt dat ze gemakkelijk te beïnvloeden zijn. Dit heeft ook invloed op het voedingspatroon van de jongeren.

Tijdens de eerste weken van de afstudeerperiode hebben wij ons zorgen gemaakt over de omschrijving en de afbakening van de afstudeeropdracht. Achteraf gezien had dit niet gehoeven. Na een gesprek met alle betrokkenen en gaandeweg de afstudeerperiode, werd de opdracht steeds duidelijker. Nadat wij vijf weken gestoeid hadden met het plan van aanpak, was deze af en was de opdracht duidelijk en goed afgebakend. Door onze positieve en gemotiveerde houding verliep het afnemen van interviews en vragenlijsten allemaal erg voorspoedig. De resultaten verwerken en het schrijven van de scriptie kostte meer tijd dan wij hadden gedacht, maar ook dit is verder prima verlopen.

Graag willen wij als eerst Janny Eijl bedanken. Zij heeft ons enorm op weg geholpen met het werven van klassen die voor ons de vragenlijst wilden invullen. Daarnaast heeft zij ons verteld hoe wij het best de ouders van de leerlingen konden bereiken en heeft onze vragenlijst kritisch bekeken. Ook willen wij onze docentbegeleider, Yvonne Booij, bedanken voor het verduidelijken van en het begeleiden tijdens de afstudeeropdracht. Zij heeft ons voorzien van veel waardevolle feedback. Onze dank gaat ook uit naar Ruud Willemsen en Igor Vollebergh die ons goed begeleid hebben en ons alle vrijheid hebben gegeven om ons onderzoek goed en zelfstandig uit te voeren. Evert Jan Priester (directielid) willen wij bedanken voor het uit mogen voeren en het enthousiast volgen van ons onderzoek. Tot slot willen wij alle leerlingen, ouders en docenten bedanken die (op welke manier dan ook) mee hebben gewerkt aan ons onderzoek.

Wij wensen u veel plezier met het lezen van onze scriptie Voeding op het Marcanti College. Feline Jurgens & Marleen de Kroon

(4)

4

Samenvatting

Probleemstelling en doel

Probleemstelling: Welke aspecten zijn belangrijk voor het stimuleren van een gezonder voedingspatroon bij de leerlingen van het Marcanti College tijdens schooltijd en welke adviezen kunnen gegeven worden om het voedingsbeleid van de school te verbeteren?

Doel: Het doel is het opstellen van een adviesrapport om het voedingsbeleid op het Marcanti College te verbeteren aan de hand van resultaten van verschillende onderzoeken.

Methoden

Om het adviesrapport op te kunnen stellen zijn vier onderzoeken uitgevoerd. Een literatuurstudie naar manieren waarop ouders kunnen bijdragen aan het stimuleren van een gezond voedingspatroon bij hun kindonder

schooltijd en bestaande voedingsinterventies. Een kantineonderzoek om het kantineaanbod en de verkoopcijfers in kaart te brengen. Een onderzoek onder ouders en leerlingen met behulp van vragenlijsten. De consumptie van de leerlingen en de beweegredenen hiervoor zijn in kaart te brengen evenals de manieren waarop ouders kunnen bijdragen tijdens schooltijd. De gegevens zijn verwerkt in SPSS.

Resultaten

Literatuuronderzoek: Ouders zijn een belangrijk voorbeeld voor hun kind op het gebied van voeding. Zij kunnen op verschillende manieren een gezond voedingspatroon onder schooltijd stimuleren. Ook zijn er verschillende binnenlandse en buitenlandse projecten gevonden. Onderdelen daarvan kunnen toegepast worden op het Marcanti College.

Kantineonderzoek: Uit het kantineonderzoek is gebleken dat het grootste deel van het kantineaanbod in de categorie “uitzondering” valt. De producten die gemiddeld het meest verkocht werden zijn een snackbroodje (30,3%) en met suiker gezoete dranken (23,9%).

Onderzoek ouders: De meeste ouders praten met hun kind over voeding (87,0%) en doen iets om hun kind gezonder te laten eten (94,0%). Veel ouders geven het kind geld mee naar school, waarvan 71,5% niet/soms op de hoogte is van wat het kind koopt. 64,0% Geeft aan dat zij een bijeenkomst over voeding op het Marcanti College zullen bezoeken. 79,0% Denkt dat hun kind gezonder gaat eten met behulp van voedingslessen.

Onderzoek leerlingen: De meeste leerlingen eten in de pauze brood en drinken in de pauze vooral suiker gezoete dranken. 39,6% bezoekt de FEBO minimaal één keer per week. 52,1% koopt bij de FEBO vaak een portie patat. 62,0% koopt minimaal één keer per week eten en/of drinken in de kantine. De leerlingen geven aan het meest een belegd broodje (71,6%) en met suiker gezoete drank (59,8%) te kopen in de kantine. 90,7% neemt wel eens eten en/of drinken mee van huis. 64,6% van de leerlingen gaat (ook) ergens anders heen om eten en/of drinken te kopen, zoals de supermarkt.

Conclusie

De leerlingen hebben een ongezond voedingspatroon onder schooltijd. Omgevingsfactoren spelen hierbij een grote rol. Het kantineaanbod is ongezond. Aspecten die belangrijk zijn om een gezond voedingspatroon te stimuleren:

 Het aanpassen van het kantineaanbod naar de criteria van De Gezonde Schoolkantine.

 Voedingslessen en kooklessen voor de leerlingen onder schooltijd aanbieden.

 Inzetten van verschillende (bestaande) projecten op het gebied van voeding.

 Voorlichting voor ouders over gezonde voeding.

 Afspraken maken met (ondernemers in) de omgeving van de school.

Trefwoorden: Gezonde School, De Gezonde Schoolkantine, Marcanti College, voedingsinterventies, voedingsbeleid.

(5)

5

Inhoudsopgave

Titelpagina ... 2 Voorwoord ... 3 Samenvatting ... 4 Inhoudsopgave ... 5 1. Inleiding ... 6 2. Materialen en methoden ... 8 2.1 Literatuuronderzoek ... 8 2.2 Kantineonderzoek ... 8 2.3 Onderzoek ouders ... 9 2.4 Onderzoek leerlingen ... 9 3. Resultaten ... 10 3.1 Literatuuronderzoek ... 10 3.2 Kantineonderzoek ... 14 3.3 Onderzoek ouders ... 15 3.4 Onderzoek leerlingen ... 18 4. Discussie ... 25 5. Conclusie ... 30 6. Literatuurlijst ... 31 7. Bijlagen ... 37 I Resultaten kantineonderzoek ... 37 II Vragenlijst ouders... 40

III Resultaten vragenlijst ouders ... 44

IV Oriënterende interviews ... 52

V Resultaten oriënterende interviews ... 54

VI Vragenlijst leerlingen ... 63

VII Resultaten vragenlijst leerlingen ... 68

VIII Kennistest Leerlingen ... 79

IX Kennistest ouders ... 80

X Resultaten kennistest ... 81

(6)

6

1. Inleiding

Overgewicht en obesitas is een probleem dat steeds vaker voorkomt onder kinderen en jongeren. In 2013 had 12,0% van de jongeren in Nederland in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar overgewicht. Van deze jongeren had 10,2% een BMI1 tussen de 25 en de 30. 1,7% Van deze groep jongeren had een BMI hoger dan 30 (1)(2). Het ontstaan van overgewicht komt voort uit genetische aanleg en/of omgevingsfactoren waardoor de energiebalans wordt verstoord. Gedurende de kindertijd zijn er drie belangrijke periodes waarop kinderen een hogere kans hebben op het ontwikkelen van overgewicht. Deze periodes zijn: de fase van zuigeling, de fase in de leeftijd van vijf tot en met zeven jaar en gedurende de puberteit. De puberteit is de belangrijkste periode voor het

voorspellen van de kans op het hebben van overgewicht op volwassen leeftijd. Het hebben van overgewicht en obesitas als kind, heeft gevolgen op zowel korte als lange termijn. Gevolgen op korte termijn zijn bijvoorbeeld het ontwikkelen van luchtwegproblemen zoals astma en slaapapneu, verhoogd risico op het krijgen van galstenen, het ontstaan van leververvetting, het ontwikkelen van hyperlipidemie en het ontwikkelen van een hoge bloeddruk. Daarnaast is het ontwikkelen van insulineresistentie, met als gevolg het ontstaan van Diabetes Mellitus type II, ook één van de gevolgen (3). Op lange termijn kunnen deze gevolgen leiden tot het ontstaan van het metabool syndroom. Het metabool syndroom geeft een ernstig verhoogd risico op het ontstaan van hart- en vaatziekte (4)(5). Verder spelen ook een aantal sociale en economische factoren een rol bij het ontstaan van overgewicht en obesitas. Kinderen en jongeren die dikker zijn dan andere kinderen, worden vaker gepest. Dit kan een aanleiding zijn voor het ontwikkelen van stress en depressie (3). Een economische factor voor het ontstaan van overgewicht is de prijs van voeding. Voeding met een hoog suiker en/of vetgehalte is relatief goedkoper dan een gezonder product. Gezinnen met minder geld hebben de neiging om voor deze goedkopere producten te kiezen, wat vervolgens leidt tot een hoger risico op het ontstaan van overgewicht (6. Verder is uit onderzoek gebleken dat het consumeren van gezonde voeding niet alleen een positief effect kan hebben op het

lichaamsgewicht, maar ook op schoolresultaten. Het consumeren van gezonde voeding, kan ervoor zorgen dat kinderen beter presteren op school (7). In 2013 is door de World Health Organisation een groot internationaal onderzoek gedaan naar de gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren. In dit onderzoek genaamd Health Behavior in School-Aged children is ook de rol van ouders op de leefstijl van kinderen meegenomen. Er is gebleken dat ouders gezonde gedragingen van hun kind kunnen stimuleren (8). Steeds meer landelijke

organisaties, gemeentes en scholen worden bewust van dit groter wordende probleem en ondernemen actie. In 2009 heeft de overheid een doel opgesteld “In 2015 zijn alle schoolkantines gezond”. Deze voornemens zijn vastgelegd in een motie. Hieruit is het project De Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum ontstaan. Partner van dit project is Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) (9). Als gemeente is het mogelijk om aan te sluiten bij het JOGG. Ook de gemeente Amsterdam heeft zich hierbij aangesloten. De gemeente heeft met alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs afspraken gemaakt. Alle scholen moeten beschikken over een Gezonde Schoolkantine en minimaal twee keer per week gymles aanbieden (10)(11)(12). Het Marcanti College in

Amsterdam is een middelbare school die betrokken is bij het project de Vitale School. Zij staan geregistreerd als Sportactieve School. Dit houdt in dat de school zich meer bezig houdt met sport en bewegen ten opzichte van andere middelbare scholen (13). Op het Marcanti College zijn leerlingen verplicht minimaal vier uur per week gymlessen te volgen. Er is ook speciale begeleiding voor leerlingen die bewegen lastig vinden. Op dit moment loopt er een onderzoek op het Marcanti College over het onderwerp fitheid. Dit onderzoek is onderdeel van het SALVO project. Het doel van het SALVO project is nagaan of een interventie om leerlingen actiever en fitter te laten worden effectief is. Hierbij worden jaarlijks metingen verricht (14). Uit BMI-gegevens van dit onderzoek blijkt dat 41,7% van de leerlingen uit de tweede klas (ernstig) overgewicht heeft. In tabel 1 is een overzicht te vinden van de BMI-gegevens van dit lopende onderzoek.

1

(7)

7

Tabel 1: BMI gegevens uit lopend onderzoek op het Marcanti College over fitheid (SALVO-project)

N = 120 Jongens (N = 65) Meisjes (N = 55) Totaal

Aantal Percentage Aantal Percentage Aantal Percentage

Ernstig ondergewicht 1 1,5% 0 0,0% 1 0,8% Ondergewicht 2 3,1% 3 5,5% 5 4,2% Gezond gewicht 36 55,4% 28 50,9% 64 53,3% Overgewicht 19 29,2% 20 36,4% 39 32,5% Ernstig overgewicht 7 10,8% 4 7,3% 11 9,2% Totaal 65 100,0% 55 100,0% 120 100,0%

Naast extra aandacht voor beweging wil het Marcanti College zich verder ontwikkelen op het gebied van gezonde voeding bij de leerlingen onder schooltijd. Twee docenten van het Marcanti College hebben daarom dit

afstudeerproject neergelegd bij de Hogeschool van Amsterdam, opleiding Voeding en Diëtetiek. Dit

afstudeerproject zal een langer lopend traject worden met als einddoel een uitvoerbaar en geïmplementeerd gezond voedingsbeleid, waarbij de leerlingen van het Marcanti College bewust voor gezonde voeding kiezen. Deze scriptie bevat het eerste deel van dit langer lopend traject, namelijk het onderzoek naar welke aspecten belangrijk zijn voor het stimuleren van een gezonder voedingspatroon bij de leerlingen en welke adviezen het voedingsbeleid van de school kunnen verbeteren.

Probleemstelling

Welke aspecten zijn belangrijk voor het stimuleren van een gezonder voedingspatroon bij de leerlingen van het Marcanti College tijdens schooltijd en welke adviezen kunnen gegeven worden om het voedingsbeleid van de school te verbeteren?

Deelvragen

1. Wat consumeren de leerlingen van het Marcanti College tijdens schooltijd en waar halen ze deze voeding?

2. Welke redenen hebben de leerlingen om deze voeding te consumeren?

3. Op welke manier kunnen de ouders bijdragen aan het stimuleren van een gezond voedingspatroon tijdens schooltijd?

4. Wat is het huidige aanbod van de schoolkantine van het Marcanti College?

5. Welke (implementatie)adviezen kunnen er gegeven worden om het voedingsbeleid te verbeteren? Doel

Het einddoel van het project is een uitvoerbaar (meetbaar), geïmplementeerd gezond voedingsbeleid, waarbij de leerlingen van het Marcanti College bewust voor gezonde voeding kiezen. Het doel van deze scriptie is om aan de hand van een probleemanalyse een adviesrapport op te stellen, waarin adviezen worden gegeven om het

voedingsbeleid te verbeteren. Andere (voedings)studenten kunnen de adviezen implementeren en onderzoeken of het beleid het gewenste effect heeft.

Opbouw van het document

In dit rapport wordt verslag gedaan van het onderzoek dat is uitgevoerd tijdens dit afstudeerproject. Eerst worden de materialen en methoden van dit onderzoek besproken. Vervolgens wordt in het

literatuuronderzoek dieper ingegaan op de bijdrage van ouders bij het stimuleren van een gezond eetpatroon en worden verschillende binnenlandse en buitenlandse projecten toegelicht. Daarna worden de resultaten van het kantineonderzoek, het onderzoek onder de ouders en het onderzoek onder de leerlingen besproken. Aansluitend volgt de discussie, waarin de resultaten verder toegelicht en verklaard worden. Dit wordt gevolgd door de conclusie, waarin ook de adviezen worden gegeven. De adviezen worden nader toegelicht in het adviesrapport, dat in bijlage XI te vinden is. Na de conclusie volgt de literatuurlijst en verschillende bijlagen.

(8)

8

2. Materialen en methoden

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan om de probleemstelling te kunnen beantwoorden. Er is een literatuuronderzoek, een kantineonderzoek, een onderzoek onder de ouders en een onderzoek onder de leerlingen uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt de methode per onderzoek toegelicht.

2.1 Literatuuronderzoek

Er is gekozen om eerst beschrijvend kwalitatief deskresearch te doen, of wel een literatuuronderzoek. Bij het uitvoeren van een onderzoek wordt aangeraden om eerst na te gaan of de onderzoeksvraag niet (deels) beantwoord kan worden via deskresearch. Daarnaast komt deskresearch de kwaliteit van het fieldresearch ten goede. Er is gekozen voor een beschrijvend onderzoek om informatie te krijgen over bestaande

voedingsinterventies en manieren waarop ouders kunnen bijdragen aan het stimuleren van een gezond

voedingspatroon tijdens schooltijd (15). Er is gekozen voor een kwalitatief onderzoek omdat nog weinig bekend is over deze onderwerpen (16). Er is naar literatuur gezocht met behulp van Google Scholar en Science Direct. Daarnaast is ook de website van het voedingscentrum gebruikt. In Nederland zijn diverse onderzoeken naar het project De Gezonde Schoolkantine gedaan. De gegevens van deze onderzoeken zijn op de website van het Voedingscentrum beschikbaar. Verder is er gekeken naar Engelstalige onderzoeken over een Gezonde Schoolkantine. Er is gezocht op Healthy schoolcanteen, Schoolcanteen en Health interventions in school. Er is rekening gehouden met het feit dat het eetpatroon in het buitenland sterk kan afwijken van het eetpatroon in Nederland. In sommige landen wordt voor alle leerlingen een warme maaltijd verstrekt op school. Dit wordt op de meeste Nederlandse scholen niet gedaan. Toch zijn deze interventies bekeken om een beeld te krijgen van hoe men in andere landen werkt aan deze projecten en of die manier van werken geschikt is om te gebruiken op het Marcanti College. Ook is gezocht naar andere gezonde school projecten in binnen- en buitenland door te zoeken in de twee databanken op Healthy School Project, Healthprojects in schools en Health interventions in school. Daarnaast is in de interventiedatabase op de website Loket Gezond Leven gezocht op goed onderbouwde, universele projecten gericht op voeding voor jongeren tussen de twaalf en de zeventien jaar. Er is gebruik gemaakt van de database van het Nederlands Jeugd Instituut om verschillende programma’s en projecten te vinden. Ook is gezocht naar manieren waarop ouders kunnen bijdragen aan het stimuleren van een gezond voedingspatroon bij hun kind onder schooltijd. Er is gezocht op Influence of parents, Eating behaviour in school, Invloed van ouders op eetgewoonte en Kennis van ouders over voeding. Met de resultaten van dit

literatuuronderzoek kunnen deelvraag drie en deelvraag vijf worden beantwoord.

Deelvraag 3: Op welke manier kunnen de ouders bijdragen aan het stimuleren van een gezond voedingspatroon tijdens schooltijd?

Deelvraag 5: Welke (implementatie)adviezen kunnen er gegeven worden om het voedingsbeleid te verbeteren?

2.2 Kantineonderzoek

Om deelvraag één en vier te beantwoorden is gekozen voor het uitvoeren van fieldresearch in de vorm van een beschrijvend, kwantitatief, observationeel onderzoek. Er is gekozen voor het opzetten en uitvoeren van een eigen onderzoek om gegevens te verzamelen betreft het kantineaanbod en de verkoop van de producten in de kantine. Dit fieldresearch kost relatief veel tijd maar de deelvragen konden niet worden beantwoord aan de hand van deskresearch. Er is gekozen voor beschrijvend kwalitatief observationeel onderzoek om de situatie (het

kantineaanbod) in kaart te brengen en om het gedrag van een groep mensen (de leerlingen) in kaart te brengen. Literatuur geeft aan dat met observationeel onderzoek gedrag en voorkeuren het best onderzocht kunnen worden (15). Aan de hand van een inventarisatielijst is het kantineaanbod geïnventariseerd. Daarna zijn de producten gecodeerd in Microsoft Excel op voorkeur, middenweg en uitzondering en gecodeerd op basis- en niet-basisproducten volgens de Richtlijnen Voedselkeuze 2011 (17). Er is met behulp van Microsoft Excel berekend hoeveel procent van het kantineaanbod binnen een bepaalde categorie valt. De kantinescan van het project De Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum is ook uitgevoerd. Daarnaast is op twee dagen, aan de hand van de eerder opgestelde inventarisatielijst, bijgehouden wat verkocht werd in de kantine. Dit is gedaan op woensdag 22-04-2015 en maandag 11-05-2015. Vanwege schoolexamens van de vierde klas en de stageperiode van de derde klas, waren deze klassen niet aanwezig op 22-04-2015. Op 11-05-2015 was alleen de vierde klas afwezig in verband met schoolexamens. Op beide dagen was de kantine de eerste en tweede pauze geopend. Met deze

(9)

9

gegevens is berekend hoeveel procent van de verkochte producten in een bepaalde categorie valt (voorkeur, middenweg, uitzondering en basis, niet-basis). Met de resultaten van dit onderzoek is een deel van deelvraag één en deelvraag vier beantwoord.

Deelvraag 1: Wat consumeren de leerlingen van het Marcanti College tijdens schooltijd en waar halen ze deze voeding?

Deelvraag 4: Wat is het huidige aanbod van de schoolkantine van het Marcanti College? Gebruikte meetinstrumenten: Inventarisatielijst van de kantine en verkooplijst.

2.3 Onderzoek ouders

Om deelvraag drie te beantwoorden is gekozen voor een kwalitatieve methode van fieldresearch, namelijk een schriftelijke vragenlijst. Er is gekozen voor een fieldresearch om het literatuuronderzoek aan te vullen betreft deelvraag drie. Er is gekozen voor kwalitatief onderzoek om attitudes van ouders rondom het voedingspatroon van hun kind op school en de achterliggende oorzaken hiervan te doorgronden. Er is gekozen voor beschrijvend onderzoek om de situatie in kaart te brengen. Er is gebruik gemaakt van een schriftelijke vragenlijst zodat veel ouders in korte tijd bereikt konden worden. Daarnaast is er voor een schriftelijk vragenlijst gekozen op advies van de school omdat ouders de voorkeur hebben de Nederlandse taal te lezen in plaats van het te spreken. Uit literatuur blijkt dat de kans op sociaal wenselijke antwoorden bij een schriftelijke vragenlijst klein is (15). De vragenlijst is te vinden in bijlage II. Er zijn, tijdens de tienminutengesprekken op 02-04-2015, 44 vragenlijsten uitgedeeld onder ouders van de leerlingen uit leerjaar één tot en met drie. Tijdens de ouderavond, van 15.00 uur tot 20.00 uur, kwamen ouders in de aula voor een gesprek met een docent. Tussen 14.45 uur en 17.15 uur is aan wachtende ouders gevraagd de vragenlijst in te vullen. Dit is gebeurd is door middel van willekeurige steekproef. In de vragenlijst is gevraagd naar het voedingspatroon van hun kind op school, de producten die hun kind onder schooltijd eet en of de ouder op de hoogte is van het wat hun kind eet tijdens schooltijd. De vragenlijst en de antwoorden van de ouders zijn handmatig ingevoerd in de computer met behulp van het online programma Thesistools. Vervolgens zijn de resultaten van deze vragenlijst door het programma Thesistools in een Microsoft Excelbestand geplaatst. Daarna zijn deze uitkomsten gecodeerd en geanalyseerd met behulp van het programma SPSS. Per vraag is de frequentie en het percentage (valid percent) geanalyseerd. Bij sommige vragen is ook het gemiddelde, de mediaan en het minimum en maximum berekend. Met de resultaten van dit onderzoek kan deelvraag drie worden beantwoord.

Deelvraag 3: Op welke manier kunnen de ouders bijdragen aan het stimuleren van een gezond voedingspatroon tijdens schooltijd?

Gebruikte meetinstrumenten: Vragenlijst.

Gebruikte programma’s: Microsoft Excel, Thesistools, SPSS en Microsoft Word.

2.4 Onderzoek leerlingen

Om een vragenlijst voor de leerlingen op te kunnen stellen is gebruik gemaakt van oriënterende interviews. Dit is gedaan om motieven en achtergronden te inventariseren betreft de consumptie van voeding onder schooltijd (15). In week zeven en acht zijn deze oriënterende interviews steekproefsgewijs afgenomen onder vijftien leerlingen van het Marcanti College uit leerjaar één tot en met drie. De interviews zijn afgenomen tijdens lessen en tussenuren in een lokaal of in een studieruimte. De interviews zijn opgenomen met een videocamera zodat de gegevens op een later tijdstip verwerkt konden worden. Voor het opnemen van de interviews is aan elke leerling eerst toestemming gevraagd. De leerlingen zijn niet in beeld gebracht. De volgende onderwerpen zijn besproken tijdens de oriënterende interviews (bijlage IV):

 mogelijke gevolgen van het eten van ongezonde voeding;

 consumptie tijdens schooltijd;

 reden voor het consumeren van de voeding.

Aan de hand van de uitkomsten van de oriënterende interviews is de vragenlijst opgesteld (zie bijlage VI). De deelvragen konden niet geheel beantwoord worden aan de hand van deskresearch. Er is gekozen voor kwalitatief beschrijvend onderzoek om de situatie in kaart te brengen en attitudes van leerlingen rondom hun

voedingspatroon onder schooltijd te doorgronden. Evenals de achterliggende oorzaken. De vragenlijst, opgesteld met behulp van de uitkomsten van de oriënteren interviews, is ingevoerd in het online programma Thesistools. Het online afnemen van een vragenlijst is snel, goedkoop en gebruiksvriendelijk (15). Ook het bereik van een

(10)

10

online vragenlijst is groot. Uit leerjaar één tot en met drie zijn at random drie klassenmentoren aangesproken, waarvan per leerjaar één klassenmentor van een vmbo-t klas. Aan de mentoren is gevraagd om tijdens zijn of haar SLB-uur2 de vragenlijst door de leerlingen te laten invullen. Dit SLB-uur vond plaats in een computerlokaal, zodat alle leerlingen de vragenlijst online konden invullen. De vragenlijst is uiteindelijk door 129 leerlingen ingevuld. De vragenlijst is door drie klassen uit het eerste leerjaar en door drie klassen uit het tweede leerjaar ingevuld. De vragenlijst is door twee klassen van het derde leerjaar ingevuld. De resultaten van deze vragenlijst zijn door het programma Thesistools in een Microsoft Excelbestand geplaatst. Daarna zijn de gegevens uit Excel gecodeerd en geanalyseerd met behulp van het programma SPSS. Per vraag is de frequentie en het percentage (valid percent) daarvan geanalyseerd. Bij sommige vragen is ook het gemiddelde, de mediaan en het minimum en maximum berekend. Met de resultaten van dit kwalitatief onderzoek kunnen deelvraag één en twee worden beantwoord.

Deelvraag 1: Wat consumeren de leerlingen van het Marcanti College tijdens schooltijd en waar halen ze deze voeding?

Deelvraag 2: Welke redenen hebben de leerlingen om deze voeding te consumeren? Gebruikte meetinstrumenten: Oriënterende interviews en online vragenlijst.

Gebruikte programma’s: Thesistools, Microsoft Excel, SPSS en Microsoft Word.

3. Resultaten

3.1 Literatuuronderzoek

Het literatuuronderzoek is tweeledig. Met behulp van literatuuronderzoek is onderzoek gedaan naar manieren waarop ouders kunnen bijdragen aan het stimuleren van een gezond voedingspatroon bij hun kind onder schooltijd. Ook is een literatuuronderzoek gedaan naar welke interventies er zijn op het gebied van gezonde voeding op school in zowel binnen- als buitenland. De resultaten van dit onderzoek worden in dit hoofdstuk omschreven.

De bijdrage van ouders

Er zijn verschillende factoren bekend waarop ouders kunnen bijdragen aan het stimuleren van een gezond voedingspatroon, ook onder schooltijd. Ouders spelen een belangrijke rol in het leven van een kind. Een eetpatroon wordt aangeleerd tijdens de opvoeding. De ouders leren het kind wat “normaal” is om te eten. Wanneer het kind jong is hebben ouders direct invloed op de voedingsgewoonte hun kind. Ouders kopen het eten en drinken en maken dit in de meeste gevallen ook voor hun kind klaar. Hiermee kunnen zij het risico op overgewicht bij kinderen verminderen of juist stimuleren (18). Het gedrag van de ouder fungeert als voorbeeld voor het kind. Door middel van het geven van een goed voorbeeld en het opstellen van regels, kunnen ouders bepaald gedrag stimuleren. Een voorbeeld hiervan is gebleken uit een onderzoek waarbij een relatie is gevonden tussen overgewicht en het aantal uur televisie kijken onder kinderen en jongeren. Ouders geven een voorbeeld in de hoeveelheid tijd die er voor de televisie wordt doorgebracht. Maar ook beschikken ouders over de

mogelijkheid om regels op te stellen hoeveel en/of hoe lang het kind dagelijks televisie mag kijken (19)(20). Zodra jongeren in de puberteit komen, worden ze steeds zelfstandiger. De jongeren vinden het omgaan met

leeftijdsgenoten aantrekkelijker, dan het omgaan met de ouders. Echter blijven ouders een rolmodel voor het kind (21). Daarom is het van belang dat ouders met hun kind blijven praten over (gezonde) voeding, ook over de voeding tijdens schooltijd. Veel middelbare scholen beschikken over een schoolkantine. Jongeren geven in de kantine relatief veel geld uit. In veel gevallen krijgen ze dit geld van de ouders. Het meegeven van geld onder schooltijd hoeft geen probleem te vormen om het kind onder schooltijd gezond te laten eten. Het is belangrijk dat ouders met hun kinderen praten over het aanbod van de kantine. En vervolgens met hun kind bespreken wat gezonde producten zijn en waarom. Hetzelfde geldt voor het aanbod in bijvoorbeeld de supermarkt. Het komt voor dat kinderen zelf tussendoortjes en een lunchpakket meenemen van huis, klaargemaakt door de ouders. Hierbij is het belangrijk dat ouders uitleggen waarom zij bepaalde producten aan hun kind meegeven. Als kinderen zelf een lunchpakket klaarmaken is het belangrijk dat ouders uitleggen welke gezonde producten het

2

(11)

11

kind mee kan nemen en waarom deze producten gezond zijn. Op deze manier kunnen ouders bijdragen aan een gezond voedingspatroon van hun kind onder schooltijd (22)(23). Ook is het belangrijk dat ouders zo veel mogelijk samen proberen te eten met hun kinderen, bijvoorbeeld de avondmaaltijd. Uit onderzoek blijkt dat hoe vaker ouders samen met hun kind eten, hoe gezonder hun eetgedrag is (24). Uit onderzoek blijkt dat het ervaren van steun van de familie door jongeren wordt gezien als stimulans om gezond te eten (25). Dit kan er voor zorgen dat de kinderen ook op school voor gezondere producten kiezen. Het is wel belangrijk dat ouders voldoende kennis hebben over (gezonde) voeding, om het kind van de juiste informatie te voorzien. Verder is er voldoende kennis nodig om een goed voorbeeld te kunnen vormen voor het kind (26). Vooral bij laaggeschoolde ouders blijkt dat de kennis niet altijd voldoende is om het kind een gezond eetpatroon aan te leren (18). Uit een onderzoek uit 2008 van de Jeugdgezondheidzorg, blijkt dat 50,6% van 561 onderzochte ouders onvoldoende kennis heeft over gezonde voeding (26).

Projecten in Nederland

In Nederland zijn er op het gebied van gezondheid van jongeren al verschillende projecten en organisaties opgezet. Hierbij kan worden gedacht aan De Gezonde Schoolkantine, Jongeren Op Gezond Gewicht, Vignet Gezonde School, EU-Schoolfruit, Project Schooldiëtist, Fitt met voeding op school en Het schoolmelk Programma. De projecten en organisaties die van belang kunnen zijn voor dit afstudeerproject zullen worden besproken (27)(28).

De Gezonde Schoolkantine

De Gezonde Schoolkantine is een project van het Voedingscentrum. De aanleiding van het opzetten van dit project is dat steeds meer kinderen en jongeren in Nederland kampen met overgewicht. Uit onderzoek is gebleken dat een gezond aanbod in de school ook kan zorgen voor een gezonder voedingspatroon van de leerlingen. Ook heeft de Tweede kamer een motie aangenomen waarin staat dat alle schoolkantines in 2015 gezond moeten zijn (29). De Gezonde Schoolkantine is opgezet aan de hand van de Schijf van Vijf. De Schijf van Vijf bestaat uit vijf vakken met ieder een andere productgroep:

 water;

 aardappelen, brood, rijst en pasta;

 groente en fruit;

 halvarine, margarine en oliën;

 zuivel, vlees, vis en vleesvervangers.

Het is de bedoeling dat er dagelijks producten uit alle vakken van de Schijf van Vijf worden geconsumeerd. De producten die in deze vakken als optie worden genoemd zijn basisproducten (30). Basisproducten zijn producten die de belangrijkste voedingsstoffen leveren en een gezond voedingspatroon bevorderen. De niet-basisproducten zijn producten die minder belangrijke voedingsstoffen bevatten, maar vaak veel energie leveren. Voorbeelden van niet-basisproducten zijn de groepen zoals soepen, snacks, sauzen, suiker, zoutjes en frisdranken (17). Om een Gezonde Schoolkantine te worden moet de schoolkantine voldoen aan een aantal criteria. Een Gezonde Schoolkantine moet uit minimaal 75% basisproducten bestaan en mag voor maximaal 25% uit niet-basisproducten bestaan. Er is voor 75% gekozen omdat de organisatie van de Gezonde Schoolkantine een realistisch en haalbaar doel wil stellen voor de Nederlandse Schoolkantines. Er is hierbij rekening gehouden met hoe het aanbod in de Nederlandse schoolkantines was. Ook mogen sommige producten die door het

voedingscentrum als niet-basis worden beschouwd, in een Gezonde Schoolkantine wel als basis worden gerekend (31). Producten die wel meegerekend mogen worden bij de basisproducten zijn: frisdranken met maximaal 30 kilocalorieën3 per 100 ml en soepen met maximaal 100 kilocalorieën per 100 gram (32). Het doel van het

Voedingscentrum en de regering is dat in 2015 alle schoolkantines gezond zijn. Op dit moment is het niet duidelijk of alle schoolkantines gezond zijn, maar in 2013 is er een grootschalig monitoronderzoek gedaan. Er zijn tijdens dit onderzoek 368 scholen (voorgezet onderwijs en MBO) getest of zij voldoen aan de criteria van Richtlijnen Gezonde Schoolkantine. In totaal voldeed 6,6% van de bezochte scholen aan de Richtlijnen Gezonde

Schoolkantine. De conclusie van dit onderzoek was dat de meeste scholen nog ver van het doel zijn verwijderd. De scholen gaven aan dat de omgeving een probleem blijft, bijvoorbeeld snackbars en supermarkten om de hoek. Of dat de kinderen het fruit dat wordt aangeboden in de kantine, niet kopen (29).

3

(12)

12

Jongeren Op Gezond Gewicht en de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht

Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) is een landelijk project, maar wordt binnen de gemeenten uitgevoerd. Gemeentes kunnen zich aansluiten bij het JOGG. Verschillende partijen zetten zich in om een gezonder gewicht onder de jongeren te realiseren (10). Ook de gemeente Amsterdam is aangesloten bij het JOGG, maar hebben dit project omgezet in De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht. In 2011 kampten 30.000 (20%) Amsterdamse jongeren met overgewicht of obesitas. Dit was aanleiding voor de gemeente Amsterdam om deel te nemen aan de JOGG aanpak. Het doel is om alle Amsterdamse kinderen en jongeren in 2033 op gezond gewicht te hebben. De gemeente Amsterdam heeft een top vijf van wijken opgesteld waar de meeste kinderen kampen met overgewicht en obesitas. Deze wijken zijn Slotermeer, Waterlandpleinbuurt, Bullewijk/Bijlmercentrum, Indische buurt en Kolkenkit. In deze wijken zijn de jongeren ruim 5% zwaarder dan het gemiddelde gewicht van de jongeren in Amsterdam. In deze wijk wordt extra aandacht besteed aan het voorkomen van overgewicht (33). Vignet Gezonde School

Het vignet Gezonde School is een initiatief van het project De Gezonde School. Het vignet is een erkenning voor scholen die veel aandacht besteden aan de gezondheid van de leerlingen. Het vignet Gezonde School bestaat uit een aantal themacertificaten die apart te behalen zijn. Voorbeelden van deze themacertificaten zijn Bewegen en Sport, Roken en Alcohol, Fysieke veiligheid en Voeding. Om in aanmerking te komen voor het certificaat Voeding moet de school voldoen aan een aantal criteria zoals:

 structureel werken met het lesprogramma Weet wat je eet;

 de schoolkantine moet aan de Richtlijnen Gezonde Schoolkantine voldoen;

 er zijn hygiënische watertap punten in de school;

 er is een actief beleid op het gebied van gezonde voeding;

 ouders worden op de hoogte gesteld van het voedingsbeleid in de school;

 de school heeft inzicht in voedingsgewoonten en het gewicht van de leerlingen;

 de school heeft een zorgstructuur rond vragen over voeding en gewicht, en kan leerlingen doorverwijzen naar professionals (34).

DOiT

Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) is een programma voor de eerste en tweede klas van het vmbo. Het doel van dit programma is preventie van overgewicht bij VMBO-leerlingen door middel van

gedragsverandering. DOiT biedt een lespakket aan dat bestaat uit twaalf lessen biologie en verzorging en daarnaast vier gymlessen. De lessen zijn verdeeld over twee schooljaren. Uit onderzoek blijkt dat dit

lesprogramma effectief is. Er werd een afname gezien van de inname van suikerhoudende dranken en snacks, minder “zittend” gedrag en een kleinere middelomtrek (35)(36).

Krachtvoer

Krachtvoer is een programma voor leerjaar één en twee van het vmbo. Het doel van dit project is het voorkomen van het ontstaan van chronische ziekten door het verbeteren van het voedingsgedrag. Krachtvoer biedt een lespakket aan bestaande uit acht lessen die door docenten biologie of verzorging gegeven kunnen worden. Uit onderzoek is gebleken dat het programma effectief is. Na het uitvoeren van het programma gingen de leerlingen meer fruit eten, werden er minder vette tussendoortjes gegeten en kozen de leerlingen gezondere tussendoortjes (37).

Weet wat je eet

Weet wat je eet is een lesprogramma van het Voedingscentrum. Dit lesprogramma bestaat uit negen online lessen voor de onderbouw van het vmbo, de havo en het vwo. Het programma geeft de leerlingen inzicht in hun eetgedrag en leert de leerlingen waarom een gezond eetpatroon belangrijk is. Het lesprogramma sluit aan op de criteria het vignet Gezonde School (38).

Het Europees Schoolfruit Programma

Het Europees Schoolfruit Programma is een programma waarbij een beperkt aantal middelbare scholen drie keer per dag, achttien weken lang gratis groente en fruit mag uitdelen aan de leerlingen van klas één en twee. In het schooljaar 2014-2015 deden er zes Nederlandse middelbare scholen mee aan dit programma. In 2014 is er een evaluatieonderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat leerlingen, ouders en docenten zeer enthousiast zijn over dit programma. Het zorgt ervoor dat het consumeren van groente en fruit bij de leerlingen laagdrempelig wordt

(13)

13

gemaakt en dat dit programma de voedingskennis vergroot onder de leerlingen. Ook is uit dit onderzoek gebleken dat scholen het lastig vinden om na dit programma zelfstandig door te gaan met het verstrekken van gratis groente en fruit. Dit komt omdat veel scholen zeggen hier geen budget voor te hebben. Scholen kunnen het groente en fruit eventueel tegen betaling aanbieden, maar dan is de verwachting dat de leerlingen dit niet zullen kopen en dus niet eten (39).

Voor je het weet zijn ze groOt

Voor je het weet zijn ze groOt is een initiatief van GGD4 Amsterdam en is ontwikkeld in samenwerking met verschillende organisaties zoals DNL Theatercollectief en het Voedingscentrum. Voor je het weet zijn ze groOt is een ouderbijeenkomst over opvoeding, voeding en bewegen. Theater scènes worden afgewisseld met

groepsgesprekken. De doelgroep is groep één tot en met acht van de basisschool. Toch is dit programma meegenomen in het literatuuronderzoek omdat deze voorlichting mogelijk aangepast kan worden aan bepaalde situaties die ook op de middelbare school voorkomen (40).

Buitenlandse projecten

Ook in het buitenland zijn er verschillende projecten en programma’s op scholen ontwikkeld om de gezondheid van de leerlingen te stimuleren. Ondanks dat lesprogramma’s en schoolsystemen in het buitenland sterk af kunnen wijken van de Nederlandse, is toch gekeken naar buitenlandse projecten. Mogelijk kunnen hier nieuwe interventies voor Nederland uit ontstaan. Er zijn veel buitenlandse projecten gevonden die erg lijken op de projecten en programma’s die er ook in Nederland zijn voor middelbare scholen. Sommige van deze programma’s wijken af van de programma’s en projecten die er in Nederland zijn. Dit komt bijvoorbeeld doordat scholen in het buitenland warme maaltijden voor de leerlingen verstrekken. Voorbeelden van projecten in het buitenland zijn BC Fruit and Vegetable Nutritional Program (BCFVNP) in Canada en National School Lunch Program (NSLP) in de Verenigde Staten. Enkele buitenlandse programma’s worden nu nader toegelicht (41)(42).

Project Healthy Schools

Project Healthy Schools is een project van een Amerikaanse universiteit, The University of Michigans. Het doel van dit project is om de gezondheid van jongeren te verbeteren door middel van een lesprogramma op school en door het milieu van de school te verbeteren. Gedurende dit project staan er vijf doelen centraal. Eet meer groente en fruit, kies voor voeding met minder suiker, eet minder fastfood en vettig voedsel, beweeg iedere dag en zorg ervoor dat je minder tijd besteed achter de computer of televisie. De leerlingen van de eerste klas krijgen een lesprogramma aangeboden van Project Healthy Schools. Inmiddels doen ongeveer vijftig scholen mee aan dit programma. Project Healthy Schools is ook gekoppeld aan een onderzoek. Uit dit onderzoek onder 2800

leerlingen is gebleken dat 71% van de leerlingen zijn of haar leefstijl positief aan het veranderen is. In het schooljaar 2013-2014 gaven de leerlingen aan meer groente, fruit en melkproducten te consumeren en minder gefrituurde producten en chocolade dan voor het Project Healthy Schools. Ook gaven de leerlingen aan minder tijd te besteden achter de computer en televisie en meer te bewegen. Verder is er gebleken dat kinderen met de hoogste risico’s op gezondheidsproblemen, gebaseerd op risicofactoren zoals een hoge bloeddruk en verhoogd cholesterol, het meeste baat hebben bij dit programma (43).

Healthy School Campaign

Healthy School Campaign is een Amerikaanse organisatie. Deze organisatie zorgt voor een gezondere leefomgeving in de school en is zeer actief op het gebied van voeding. De organisatie heeft verschillende programma’s voor (middelbare) scholen ontwikkeld. De programma’s op het gebied van voeding en gewichtsbeheersing zullen nu nader worden toegelicht.

 Change for Good

In dit programma wordt er aandacht besteed aan gezonde maaltijden op school, genoeg mogelijkheden tot buitenactiviteiten om de school, veel aandacht voor gymlessen en andere sportactiviteiten en gezonde klaslokalen.

4

(14)

14

 Cooking up change

In Amerika worden er vaak schoollunches verstrekt. Tijdens dit programma werken de leerlingen zelf aan de samenstelling en het bereiden van maaltijden. Er wordt voor gezorgd dat de maaltijden veel voedingsstoffen bevatten, gezond zijn en ook lekker smaken. Het idee erachter is dat de leerlingen zelf nadenken over gezonde maaltijden en deze ook leren te bereiden. Scholen hebben ook de mogelijkheid om mee te doen met een landelijke wedstrijd tussen scholen voor de best bedachte, gezondste en lekkerste schoolmaaltijd.

 Fit to learn

Fit to learn is een programma waarbij docenten instructies krijgen om voeding en (sport)activiteiten mee te nemen in het dagelijkse lesprogramma. Dit programma moet ervoor zorgen dat leerlingen zich bewuster worden van een gezonde leefstijl en hun eigen leefstijl uiteindelijk positief veranderen (44).

Smarter Lunchsrooms Movement

Smarter Lunchsrooms Movement is een Amerikaans programma dat betrokken is bij het aanbod van Amerikaanse schoolkantines en de inrichting van de kantine. Dit programma zorgt ervoor dat een gezonde keuze gemakkelijker wordt gemaakt voor de leerlingen. Zo wordt fruit op een opvallende plek in de kantine gelegd, bijvoorbeeld naast de kassa. Ook worden de namen van verschillende soorten groentes aantrekkelijker gemaakt. Bijvoorbeeld “Broccoli Bites” in plaats van broccoli. Uit onderzoek is gebleken dat dit programma gezond eten op school stimuleert (45).

3.2 Kantineonderzoek

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van het kantineonderzoek besproken, namelijk de

categorieën van de producten die verkocht worden en welke producten de leerlingen kopen. In bijlage I zijn alle resultaten te vinden van het kantineonderzoek.

Inventarisatie

De producten die in de kantine verkocht worden, zijn in kaart gebracht. De producten zijn vervolgens

geanalyseerd en gecategoriseerd. Tabel 2 toont een overzicht van het aantal producten en daarbij de percentages gecategoriseerd in de categorieën: voorkeur, middenweg en uitzondering en basis- en niet-basisproducten en maaltijden volgens de Richtlijnen Voedselkeuze 2011 (17).

Tabel 2: Overzicht productindeling en volgens Richtlijnen Voedselkeuze 2011.

De crite ria van de Gezonde Schoolkantine is iets anders dan die van de Richtlijnen Voedselkeuze 2011. De Gezonde

Schoolkantine deelt bijvoorbeeld soep ook in onder basisproducten (31). De Gezonde Schoolkantine kent een tool genaamd “De Kantinescan”. Hiermee kan er berekend worden hoeveel basisproducten en niet-basisproducten de schoolkantine in zijn assortiment heeft (46). In figuur 1 is het resultaat te zien van de uitgevoerde kantinescan van de kantine van het Marcanti College. 21 producten (42%) vallen onder basisproducten en 29 (58,0%) producten vallen onder de niet-basisproducten.

Figuur 1: Resultaten kantinescan. 42% 58% Basisproducten (volgens kantinescan) Niet-basisproducten (volgens kantinescan)

Aantal producten en percentage Voorkeur Middenweg Uitzondering Totaal

Basisproducten 2 (4,8%) 1 (2,4%) 7 (16,7%) 10 (23,8%)

Niet-basisproducten 2 (4,8%) 1 (2,4%) 29 (69,0%) 33 (76,2%)

(15)

15 Verkoopcijfers

Gedurende twee dagen is bijgehouden wat er in de kantine wordt gekocht door de leerlingen. Een overzicht hiervan staat in tabel 3. Woensdag 22-4-2015 maakte de leerlingen uit de eerste en tweede klas gebruik van de kantine. Maandag 11-5-2015 maakte de leerlingen uit de eerste, tweede en derde klas gebruik van de kantine. Alle producten die gekocht werden door de leerlingen vallen in de uitzonderingscategorie. Behalve noedels en de belegde broodjes, vallen alle verkochte producten in de niet-basiscategorie. Uit gedetailleerde verkoopcijfers, is duidelijk dat het broodje frikandel het meest verkochte product is. Er worden gemiddeld dertien á veertien broodjes frikandel per pauze verkocht, dit is gemiddeld 19,0% van de verkochte producten. Taksi wordt ook veel verkocht, gemiddeld bijna tien pakjes per pauze. Een broodje mexicano en Doritos bits worden ook vaak verkocht, hiervan worden er gemiddeld zeven á acht per pauze verkocht.

Tabel 3: Verkooplijst 2-4-2015 en 11-5-2015 Product:

Hoeveelheid verkocht op:

Gemiddeld Per pauze

22-4-2015 11-5-2014

1e pauze 2e pauze Totaal 1e pauze 2e pauze Totaal Suiker gezoete drank 15 (22,7%) 10 (20,0%) 25 (21,6%) 19 (23,2%) 24 (27,9%) 43 (25,6%) 17 (23,9%) Belegd broodje 14 (21,2%) 12 (24,0%) 26 (22,4%) 12 (12,6%) 7 (8,1%) 19 (11,3%) 11,3 (15,8%) Snackbroodje 27 (40,9%) 8 (16,0%) 35 (30,2%) 27 (32,9%) 24 (27,9%) 51 (30,4%) 21,5 (30,3%) Chips, chocolade, snoep 7 (10,6%) 17 (34,0%) 24 (20,7%) 18 (22,0% 22 (25,6%) 40 (23,8%) 16 (22,5%) Noedels 3 (4,5%) 3 (6,0%) 6 (5,2%) 6 (7,3%) 9 (10,5%) 15 (8,9%) 5,3 (7,4%) Totaal 66 (100%) 50 (100%) 116 (100%) 82 (100%) 86 (100%) 168 (100%) 71 (100%)

3.3 Onderzoek ouders

Op donderdag 2 april 2015 vonden er tienminutengesprekken, tussen docenten en ouders (in het bijzijn van de leerling), plaats op het Marcanti College. Tijdens dat deze tienminutengesprekken zijn 44 vragenlijsten onder de wachtende ouders verspreid. Van deze 44 vragenlijsten, zijn er 31 vragenlijsten (deels) ingevuld en ingeleverd. Dit betekend dat 70,5 % van de uitgedeelde vragenlijsten (deels) is ingevuld en ingeleverd. In bijlage II is de

vragenlijst te vinden. De vragenlijst bestond in totaal uit negentien vragen. In dit hoofdstuk worden de

belangrijkste resultaten van de vragenlijst besproken aan de hand van vraag 2-5, 8, 9, 11, 15-17 en 19. In bijlage III zijn alle resultaten van de vragenlijst weergegeven.

Praat u wel eens met uw kind over gezonde voeding?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in en tabel 4. Vier van de 31 ouders (12,9%) heeft het nooit met hun kind over voeding. 27 van de 31 ouders (87,1%) bespreken het onderwerp voeding wel met hun kind.

Gezonde voeding en gezond moeten eten wordt het meest besproken (30,4%). Vier personen praten wel met hun kind over gezonde voeding, maar hebben niet ingevuld over welk onderwerp zij praten.

Tabel 4: Als ik het met mijn kind over gezonde voeding heb, bespreken wij…

N = 23 Gezonde voeding en gezond (moeten) eten Groente en fruit Het belang van gezonde voeding Vettig eten Voeding en bewegen Vitamine Overig Frequentie 7 4 3 3 2 2 2 Percentage 30,4% 17,4% 13,1% 13,1% 8,7% 8,7% 8,7%

Als vervolg op dit onderwerp is er aan de ouders gevraagd of zij denken dat hun kind gezonder/bewuster gaat eten als zij met hun kind over gezonde voeding praten. De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in figuur 2. De meeste ouders (81,5%) denken dat hun kind gezonder/bewuster gaat eten als zij met hun kind over gezonde voeding praten.

(16)

16

Figuur 2: Als u met uw kind over gezonde voeding praat, denkt u dat uw kind dan gezonder/bewuster gaat eten? (N = 27)

Doet u iets om uw kind gezond(er) te laten eten?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 5. Twee ouders (6,5%) doen niets om hun kind gezond(er) te laten eten, tegenover 29 ouders (93,5%) die wel iets doen om hun kind gezond(er) te laten eten. In tabel 6 is te zien dat 44,4% van de ouders er voor zorgt dat zij gezond eten kopen en/of koken.

Tabel 5: Ik doe het volgende om mijn kind gezond(er) te laten eten… N = 27 Veel groente en fruit geven

(gevarieerd/bewust eten)

Ouder zorgt zelf voor gezond eten (bij het kopen en koken van eten)

Het stimuleren van en afspraken maken met het kind

Frequentie 9 12 6

Percentage 33,3% 44,4% 22,2%

Twee personen hebben de vraag niet ingevuld.

Als vervolg op dit onderwerp is er aan de ouders gevraagd of zij er meer aan willen doen om hun kind gezonder te laten eten. De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in figuur 3. Twintig ouders (64,6%) geven aan meer te willen doen om hun kind gezonder te laten eten, veertien van deze ouders weet alleen niet wat zij eraan kunnen doen om hun kind gezonder te laten eten (45,0%).

Figuur 3: Wilt u er meer aan doen om uw kind gezonder te laten eten? (N = 31)

Zes personen hebben “Ja, namelijk” geantwoord. Van deze zes personen heeft één persoon niets in het schrijfvlak ingevuld. De overige vijf personen hebben de volgende antwoorden gegeven:

ook op school gezond laten eten, regelmatig bespreken en afspraken maken, aansporen en motiveren om gezonder te eten en te sporten, stimuleren, gezond koken en groente eten.

Wat wilt u graag dat de school doet om leerlingen gezond(er) te laten eten?

De resultaten zijn opgenomen in tabel 6. 11 van de 29 ouders (37,9%) moesten deze vraag overslaan, zij vinden dat het niet de taak van de school is om hun kind gezonder te laten eten tijdens schooltijd. Meer dan de helft van de ouders geeft aan dat zij graag willen dat de school alleen nog maar gezonde producten in de schoolkantine aanbiedt en dat de kantine de gezonde producten goedkoper maakt om de leerlingen gezond(er) te laten eten. De andere maatregelen worden niet met een meerderheid van de ouders ondersteund.

22 81% 5 19% Ja Nee 14 45% 6 19% 11 36%

Ja, maar ik weet niet wat Ja, namelijk… Nee

(17)

17

Tabel 6: Wat wilt u graag dat de school doet om leerlingen gezond(er) te laten eten? N = 17 Ja Nee Frequentie (percentage) Frequentie (percentage) De school moet een voorlichting over gezonde voeding voor ouders aanbieden. 7 (41,2%) 10 (58,8%) (Regelmatig) Voedingslessen aanbieden aan leerlingen. 6 (35,3%) 11 (64,7%) (Regelmatig) Kooklessen organiseren voor de leerlingen. 3 (17,6%) 14 (82,4%) Alleen nog maar gezonde producten in de schoolkantine aanbieden. 11 (64,7%) 6 (35,3%)

Ongezonde producten in de kantine duurder maken. 2 (11,8%) 15 (88,2%)

Gezonde producten in de kantine goedkoper maken. 11 (64,7%) 6 (35,3%)

Het verbieden van FEBO-producten in en om de school. 4 (23,5%) 13 (76,5%)

Het verbieden van het verlaten van het schoolterrein. 0 (0%) 17 (100%)

Drie personen hebben de vraag niet beantwoord. Geeft u of uw partner uw kind geld mee naar school?

24 van de 27 ouders (88,9%) geeft hun kind geld mee naar school, tegenover drie ouders (11,1%) die dit niet doen. In tabel 7 zijn de bedragen opgenomen die de ouders aan hun kind meegeven. De meeste ouders (33,3%) geven hun kind 5-7 euro per maand mee naar school. 20,8% van de ouders zegt geen vast bedrag aan hun kind mee te geven over bepaalde periode. Vier personen hebben de vraag niet beantwoord.

Tabel 7: Het bedrag dat ouders aan mijn kind meegeven naar school.

N = 23 Bedrag per week Bedrag per maand Niet regelmatig en/of

het bedrag verschild. 1-2 euro 5-7 euro 10 euro 1-2 euro 5-7 euro 10 euro

Frequentie 4 2 0 4 8 1 5

Percentage 16,7% 8,3% 0,0% 16,7% 33,3% 4,2% 20,8%

Als vervolg op dit onderwerp is er aan de ouders gevraagd of wat zij vinden van de producten die hun kind koopt. De resultaten van de vraag zijn opgenomen in tabel 8. Acht ouders moesten de vraag overslaan, zij zijn niet op de hoogte van wat hun kind koopt. Twintig ouders zijn soms of altijd op de hoogte van wat hun kind onder schooltijd koopt. Hiervan geven dertien ouders (61,9%) aan dat zij de producten die hun kind koopt, ongezond te vinden. Eén ouder geeft aan niet te weten of het product dat zijn/haar kind koopt gezond of ongezond is.

Tabel 8: Wat vindt u van de producten die uw kind koopt?

N = 20 Gezond Ongezond, maar ik

vind het prima dat mijn kind dit koopt.

Ongezond, ik wil liever dat mijn kind gezondere

producten koopt.

Ik heb geen idee of dit gezond is of niet.

Frequentie 6 4 9 1

Percentage 30,0% 20,0% 45,0% 5,0%

Drie personen hebben de vraag niet ingevuld. Drie ja-neevragen

Aan het eind van de vragenlijst zijn drie ja-neevragen aan de ouders gesteld. De vragen en antwoorden zijn opgenomen in tabel 9. De meerderheid van de ouders (78,6%) denkt dat hun kind gezonder gaat eten door het volgen van voedingslessen op school. 64,3% van de ouders zou naar een bijeenkomst over voeding gaan als deze door het Marcanti College georganiseerd zou worden. Tien van de 29 ouders (34,5%) geven aan meer te willen weten over voeding. Uit gedetailleerde cijfers blijkt dat zeven van deze tien ouders meer willen weten over gezond koken.

(18)

18

Tabel 9: Overzicht van drie ja-neevragen met daarbij de gegeven antwoorden. Vraag: Ja Nee Frequentie (percentage) Frequentie (percentage) Denkt u dat met behulp van voedingslessen op school, uw kind gezonder

gaat eten? (N = 28)

22 (78,6%)

6 (21,4%) Stel er worden een aantal bijeenkomsten over voeding georganiseerd op

het Marcanti College voor ouders, zou u hier dan heen gaan? (N = 28)

18 (64,3%)

10 (35,7%)

Zou u meer willen weten over voeding? (N = 29) 10

(34,5%)

19 (65,5%)

Drie ouders hebben de eerste en tweede vraag niet ingevuld. Twee ouders hebben de derde vraag niet ingevuld. Heeft u nog een idee of een tip om leerlingen/kinderen gezond te laten eten?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 10. Het was de laatste vraag van de vragenlijst en tevens een open vraag. Twintig ouders hebben de vraag niet ingevuld. Twee ouders hebben nogmaals aangeven dat er in de kantine gezonde(re) producten verkocht moeten worden.

Tabel 10: Heeft u nog een idee of een tip om leerlingen/kinderen gezond te laten eten?

N = 11 Frequentie Percentage

In de kantine gezonde(re) producten verkopen 2 6,5%

Geen zakgeld geven 1 3,2%

Het kind moet het uiteindelijk zelf doen 1 3,2%

Meer bewegen & gezonder eten 1 3,2%

Mensen zijn de draad kwijt, de economie stuurt de mensen/massa. 1 3,2%

Gezonde producten meenemen naar school 1 3,2%

Ik heb verder geen tips of ideeën 4 12,9%

3.4 Onderzoek leerlingen

Aan de hand van de informatie, verkregen uit de oriënterende interviews, is de vragenlijst voor de leerlingen ontwikkeld. De vragenlijst is te vinden in bijlage VI. De vragenlijst is online verspreid met behulp van het

programma Thesistools en door 129 leerlingen van de eerste tot en met de derde klas ingevuld. De vragenlijst is door 64 jongens en door 65 meisjes ingevuld. Figuur 4 geeft een overzicht van het aantal en het percentage respondenten per klas. Het minst aantal leerlingen komt uit de derde klas. In de acht benaderde klassen zitten in totaal 173 leerlingen (gemiddeld 22 leerlingen in per klas) waarvan 129 leerlingen (74,6%) de vragenlijst hebben ingevuld.

Figuur 4: Aantal respondenten per klas.

De vragenlijst bestaat in totaal uit zeventien vragen. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van de vragenlijst besproken, vraag 1 tot en met 11, 16 en 17. Alle resultaten zijn te vinden in bijlage VII.

1A 14 1K 16 1S 16 2B 17 2L 18 2S 17 3K 15 3T 16 0 10 20 30 40 50 60

Eerste klas Tweede klas Derde klas

A an tal le e rl in ge n Klassen Totaal 46 (35,7%) Totaal 52 (40,4%) Totaal 31 (24,0%)

(19)

19

Wat heb jij gisteren gegeten en gedronken op school in de eerste/tweede/derde pauze en buiten de pauzes om?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 11 en 12. In de eerste en tweede pauze eten de leerlingen voornamelijk brood (59,5% en 38,5%). In de derde pauze en buiten de pauzes om eten de leerlingen vaak niet (64,7% en 90,3%). In de eerste en tweede pauze drinken de leerlingen het meest suiker gezoete dranken (29,3% en 22,4%). In de derde pauze en buiten de pauzes om drinken de leerlingen vaak niet (75,3% en 81,6%).

Tabel 11: Wat heb jij gisteren gegeten op school?

Product: Eerste pauze (N = 121) Tweede pauze (N = 117) Derde pauze (N = 116) Buiten de pauze (N = 113) Frequentie (percentage) Frequentie (percentage) Frequentie (percentage) Frequentie (percentage) Brood 72 (59,5%) 45 (38,5%) 12 (10,3%) 3 (2,7%)

Gefrituurde snack (met brood) 7 (6,6%) 27 (23,1%) 4 (3,4%) 0 (0,0%)

Koek, snoep en chocolade 5 (4,1%) 7 (6,0%) 10 (8,6%) 6 (5,3%)

Cracker 5 (4,1%) 5 (4,3%) 2 (1,7%) 0 (0,0%)

Fruit (en brood) 2 (1,6%) 7 (6,0%) 8 (6,9%) 1 (0,9%)

Croissant 2 (1,6%) 1 (0,8%) 0 (0,0%) 1 (0,9%)

Patat 1 (0,8%) 6 (5,1%) 1 (0,9%) 0 (0,0%)

Noedels 0 (0,0%) 2 (1,7%) 2 (1,7%) 0 (0,0%)

Soep 0 (0,0%) 0 (0,0%) 1 (0,9%) 0 (0,0%)

Ei 0 (0,0%) 0 (0,0%) 1 (0,9%) 0 (0,0%)

Ik heb niets gegeten 26 (21,5%) 17 (14,5%) 75 (64,7%) 102 (90,3%)

Acht leerlingen hebben de vraag betreffende de eerste pauze niet ingevuld. Twaalf leerlingen hebben de vraag betreft de tweede pauze niet ingevuld. Dertien leerlingen hebben de vraag betreft de derde pauze niet ingevuld. Zestien leerlingen hebben de vraag betreft buiten de pauze niet ingevuld.

Tabel 12: Wat heb jij gisteren gedronken op school?

Product: Eerste pauze (N = 92) Tweede pauze (N = 85) Derde pauze (N = 93) Buiten de pauze (N = 114) Frequentie (percentage) Frequentie (percentage) Frequentie (percentage) Frequentie (percentage)

Suiker gezoete drank 27 (29,3%) 19 (22,4%) 5 (5,4%) 2 (1,8%)

Water 13 (14,1%) 13 (15,3%) 13 (14,0%) 14 (12,3%) Sap 11 (12,0%) 6 (7,1%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) Melk 1 (1,1%) 3 (3,5%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) Light frisdrank 1 (1,1%) 3 (3,5%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) Energydrank 1 (1,1%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) Fristi of chocolademelk 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) 2 (1,8%) Milkshake 0 (0,0%) 1 (1,2%) 0 (0,0%) 1 (0,9%) Vitaminewater 0 (0,0%) 1 (1,2%) 0 (0,0%) 0 (0,0%)

Drinkt, maar onbekend wat 8 (8,7 %) 19 (22,4%) 5 (5,4%) 2 (1,8%)

Niets 30 (32,6%) 20 (23,5%) 70 (75,3%) 93 (81,6%)

37 leerlingen hebben de vraag betreft de eerste pauze niet ingevuld. 44 leerlingen hebben de vraag betreft de tweede pauze niet ingevuld. 36 leerlingen hebben de vraag betreft de derde pauze niet ingevuld. Vijftien leerlingen hebben de vraag betreft buiten de pauzes om niet ingevuld.

(20)

20

Hoe vaak koop jij iets bij de FEBO of in de kantine van het Marcanti College tijdens schooltijd?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in figuur 5. 39,6% Van de leerlingen gaat minimaal één tot twee keer per week naar de FEBO om eten en/of drinken te kopen. 62,0% Van de leerlingen koopt minimaal één tot twee keer per week eten/drinken in de kantine. De leerlingen die geen specifieke frequentie aangegeven hebben zijn gegroepeerd onder “anders”.

Figuur 5: Hoe vaak koop jij iets bij de FEBO of in de kantine van het Marcanti College tijdens schooltijd? (N = 129)

Als vervolg op dit onderwerp is aan de leerlingen gevraagd wat zij vaak kopen bij de FEBO en wat zij vaak kopen in de kantine. De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 13, 14, 15 en 16. 40,0% van de leerlingen geeft aan vaak een Vitaaltje5 te kopen bij de FEBO. Patat wordt ook veel gekocht, 31,4% van de leerlingen geeft aan vaak patat te kopen. 62,2% van de leerlingen koopt geen drinken bij de FEBO. 13,7% van de leerlingen koopt vaak een milkshake bij de FEBO. 48,0% van de leerlingen geeft aan vaak een broodje mexicano te kopen in de kantine. Wat drinken betreft, koopt de meerderheid van de leerlingen vaak Taksi in de kantine (51,0%). Bij deze vragen waren meerdere antwoorden mogelijk.

Tabel 13: Welk eten koop jij vaak bij de FEBO?

N = 98 Frequentie Percentage

Vitaaltje 56 40,0%

Patat met saus 29 20,7%

Patat zonder saus 44 31,4%

IJs 6 4,3%

Broodje met een snack 3 2,1%

Snack 2 1,4%

Tabel 14: Welk drinken koop jij vaak bij de FEBO?

N = 95 Frequentie Percentage

Milkshake 13 13,7%

Suiker gezoete drank 12 12,6%

Energydrank 4 4,2%

Water 3 3,2

Sap 2 2,1

Ik koop geen drinken bij de FEBO 61 64,2

Drie leerlingen hebben deze vaag niet beantwoord.

5

Vegetarische kroket, te koop bij de FEBO.

5 5 41 26 31 11 15 24 41 18 27 4 0 10 20 30 40 50

Elke schooldag 3-4 keer per week 1-2 keer per week 1-2 keer per maand Nooit Anders A an ral lee rl in ge n Ferquentie Febo Kantine 3,9% 3,9% 31,8% 27,9% 24,0% 8,5% 11,6% 18,6% 31,8% 14,0% 20,9% 3,1%

(21)

21 Tabel 15: Welk eten koop jij vaak in de kantine?

N = 102 Frequentie Percentage

Belegd broodje 61 59,8%

Snackbroodje 60 58,8%

Noedels 25 24,5%

Fruit 6 5,9%

Ik koop geen eten 2 2,0%

Tabel 16: Welk drinken koop jij vaak in de kantine?

N = 102 Frequentie Percentage

Suiker gezoete drank 73 71,6%

Overig 23 22,5%

Sap 5 4,9%

Water 5 4,9%

Light frisdrank 1 1,0%

Fristi 1 1,0%

Hoe vaak neem jij eten/drinken mee van huis?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in figuur 6. Het grootste gedeelte van de leerlingen geeft aan elke schooldag eten mee van huis te nemen (57,0%). De meerderheid van de leerlingen neemt ook elke dag drinken van huis mee naar school (54,7%). Eén leerling heeft de vraag niet beantwoord.

Figuur 6: Hoe vaak neem jij eten/drinken mee van huis? (N = 128)

Als vervolg op dit onderwerp is aan de leerlingen gevraagd wat zij vaak van huis meenemen. De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 17 en 18. Het grootste gedeelte neemt bruin brood mee van huis (68,4%). Uit gedetailleerde cijfers blijkt dat 51,3% van de leerlingen hun bruin brood beleggen met hartig beleg. De meeste leerlingen nemen vaak suiker gezoete drank mee van huis (58,0%). Uit gedetailleerde cijfers blijkt dat 62 van de 112 leerlingen vaak limonade meeneemt van huis. Bij deze vragen waren meerdere antwoorden mogelijk.

73 25 13 5 12 70 20 19 4 15 0 10 20 30 40 50 60 70 80

Elke schooldag 3-4 keer per week 1-2 keer per week 1-2 keer per maand Nooit A an tal le e rl in ge n Frequentie Eten Drinken 57,0% 54,7% 19,5% 15,6% 10,2% 14,8% 3,9% 3,1% 9,4% 11,7%

(22)

22 Tabel 17: Welk eten neem jij mee van huis?

N = 117 Frequentie Percentage Bruin Brood 80 68,4% Wit Brood 47 40,2% Fruit 32 27,4% Crackers 31 26,5% Koek 27 23,1% Chips 5 4,3% Overig brood 1 0,9%

Tabel 18: Welk drinken neem jij mee van huis?

N = 112 Frequentie Percentage

Suiker gezoete drank 65 58,0%

Sap 50 44,6%

Water 32 28,6%

Energydrank 3 2,3%

Light frisdrank 1 0,9%

Twee leerlingen hebben deze vraag niet beantwoord.

De meeste leerlingen geven aan dat zij het eten, dat zij van huis meenemen, bijna altijd opeten (86,3%). 13,7% van de leerlingen eet vaak niet al het eten/drinken op wat hij/zij van huis meeneemt.

Koop je onder schooltijd wel eens ergens anders eten en/of drinken?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 19. 81 van de 129 leerlingen (64,6%) geeft aan wel eens ergens anders eten en/of drinken te kopen, tegenover 45 leerlingen die dit niet doen (35,4%). De meeste leerlingen gaan naar De Dirk van den Broek (supermarkt) om eten en/of drinken te kopen (76,8%). Bij deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk.

Tabel 19: Gegeven antwoorden bij “Ja, namelijk..”.

N = 81 Frequentie Percentage

Dirk van den Broek 63 76,8%

Albert Heijn 54 65,9%

Een andere snackbar 9 11,0%

Een andere supermarkt 2 2,4%

Restaurant 1 1,2%

Sigarenboer 1 1,2%

Bakker 1 1,2%

Drie leerlingen hebben de vraag niet beantwoord.

Als vervolg op dit onderwerp is er aan de leerlingen gevraagd wat zij kopen bij deze andere winkel. De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 20. De vier meest gekochte producten vallen in de uitzonderingscategorie volgens de Richtlijnen Voedselkeuze 2011 (17). Een croissant wordt door de leerlingen het meest gekocht

(23)

23 Tabel 20: Wat koop jij bij de ander winkel?

N = 79 Frequentie Percentage

Croissant 64 78,0%

Chocoladereep, snoep, zoutjes 44 53,7%

Suiker gezoete drank 40 48,8%

Snack (met een broodje) of patat 14 17,1%

Water 9 11,0% Fruit 5 6,1% Hard broodje 3 3,7% Maaltijdsalade 2 2,4% Melk 2 2,4% Light frisdrank 2 2,4%

Vijf leerlingen hebben de vraag niet ingevuld.

Hoe denk jij dat leerlingen van het Marcanti College gezonder gaan eten?

De resultaten van deze vraag zijn opgenomen in tabel 21. Een groot aantal leerlingen is het er (helemaal) mee eens dat de leerlingen gezonder gaan eten door gezonde producten in de kantine goedkoper te maken (61,0%). Daarnaast is 72,9% het er (helemaal) mee eens dat het een goed idee is om leerlingen regelmatig op school gezonde kooklessen te geven. Een groot aantal leerlingen is het er (helemaal) niet mee eens dat zij gezonder gaan eten door het instellen van een verbod om onder schooltijd de school te verlaten (72,3%) of door ongezonde producten in de kantine duurder te maken (59,3%). Daarnaast is 54,0% het er (helemaal) niet mee eens dat het een goed idee is dat de school strenger gaat letten op ongezonde voeding in de school.

Tabel 21: Hoe denk jij dat leerlingen van het Marcanti College gezonder gaan eten? Stellingen: Helemaal niet mee eens Niet mee eens Geen mening Mee eens Helemaal mee eens 1. Het is beter als de kantine

alleen nog maar gezonde producten verkoopt. (N=123)

Frequentie 34 19 34 24 12

Percentage 27,6% 15,4% 27,6% 19,5% 9,8%

2. Het is beter als ik geen eten meer bij de FEBO kan/mag kopen. (N = 124)

Frequentie 32 26 33 18 15

Percentage 25,8% 21,0% 26,6% 14,5% 12,1%

3. Het moet mij verboden worden om de school onder schooltijd te verlaten. (N = 123)

Frequentie 72 17 23 5 6

Percentage 58,5% 13,8% 18,7% 4,1% 4,9%

4. Het is beter als de gezonde producten in de kantine goedkoper worden. (N = 123)

Frequentie 11 9 28 22 53

Percentage 8,9% 7,3% 22,8% 17,9% 43,1%

5. Het is beter om ongezonde producten in de kantine duurder worden. (N = 123)

Frequentie 54 19 25 8 17

Percentage 43,9% 15,4% 20,3% 6,5% 13,8%

6. Het is een goed idee als ik op school regelmatig lessen over gezonde voeding krijgt. (N = 124)

Frequentie 35 13 38 21 17

Percentage 28,2% 10,5% 30,6% 16,9% 13,7%

7. Het is een goed idee als de school strenger gaat letten op ongezonde voeding in de school. (N = 124)

Frequentie 41 26 35 12 10

Percentage 33,1% 21% 28,2% 9,7% 0,8%

8. Het is een goed idee als ik regelmatig op school gezonde kooklessen krijgt. (N = 122)

Frequentie 7 6 20 41 48

Percentage 5,7% 4,9% 16,4% 33,6% 39,3%

Op stelling twee, zes en zeven hebben vijf leerlingen geen antwoord gegeven. Op stelling één, drie, vier en vijf hebben zes leerlingen geen antwoord gegeven. Op stelling acht hebben zeven leerlingen geen antwoord gegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kumxholo wombongo othi: 'Kuyasetyezelwana'; kwiphepha 40, nalapha umbhali uvelisa udano olungazenzisiyo kuba izinto ebelindele ukuba zenzeke azenzeki.. Amathuba emisebenzi

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

Wanneer wordt uitgegaan van de patiënten voor wie Zorginstituut Nederland een therapeutische meerwaarde heeft vastgesteld komen de kosten in 2020 uit op ongeveer €29,7 miljoen

De gesprekstechniek is natuurlijk enkel een leidraad. De vrijwilliger mag hieraan zijn eigen draai geven. Wanneer de vrijwilliger bijvoorbeeld verschillende huisbezoeken wil

Wat zijn succesfactoren in en randvoorwaarden voor de bijdrage van de samenwerking tussen The Mall de Baarsjes en het Marcanti College aan het versterken van de schoolcarrières

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

Under the first level of redress, a data subject would submit a formal complaint to the PCAOB Office of the Hearing Officer describing with specificity the data subject’s claims

Figuur 1 geeft aan welke factoren buiten de leerling mogelijk samenhangen met de productieve werktijd in het studiecentrum: de organisatie en inrichting van het studiecentrum,