• No results found

ICT vraagt inhoudelijke kennis : schoolse kennis bepaalt de zin en betekenis van nieuwe informatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ICT vraagt inhoudelijke kennis : schoolse kennis bepaalt de zin en betekenis van nieuwe informatie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ICT vraagt inhoudelijke kennis

Schoolse kennis bepaalt de zin en betekenis van nieuwe informatie

J.M. Praamsma Utrecht 2000

Vroeger was de school voor grote groepen mensen niet aan de orde. De samenleving was betrekkelijk eenvoudig en overzichtelijk. Wat nodig was om te leven, kon geleerd worden door deel te nemen aan het leven van volwassenen.

Tegenwoordig ligt dat anders. De leefruimte van de huidige mens omvat in principe de hele wereld. Hij reist overal naar toe, importeert spullen van over de hele wereld en ontvangt nieuws uit alle landen. Om in die wereld te kunnen functioneren, is kennis nodig van veel meer gebeurtenissen, situaties, volkeren en culturen dan wij ooit uit eigen ervaring kunnen leren.

Met de explosieve ontwikkeling van ICT wordt ons doen en laten nog veel 'kennisintensiever' dan het al was. De moderne mens wordt werkelijk overspoeld met informatie over een wereld die hij uit eigen ervaring niet kent. De vaardigheid om met deze informatie om te kunnen gaan, neemt in het onderwijs dan ook een steeds belangrijkere plaats in. Maar wil een leerling zich in die wereld oriënteren, dan zal hij die informatie ook moeten kunnen begrijpen, daarin onderscheiden tussen wat belangrijk is en wat niet, tussen wat de aandacht verdient en wat niet. Essentieel voor ordening en beoordeling is achtergrond- of contextinformatie, die iemand in staat stelt de nieuwe informatie te plaatsen en op waarde te schatten. Om over smog of de aantasting van de ozonlaag te kunnen oordelen, is kennis nodig van de

klimatologische achtergronden van deze processen. En om over de komst van asielzoekers iets zinnigs te zeggen is kennis nodig van de situatie in hun land van herkomst en de reden van hun vlucht.

Inhoudelijk leerplan

Het verwerven van dergelijke algemene achtergrondkennis is nu bij uitstek de taak van de school. Het gaat in het onderwijs immers om inzichten en begrippen van algemeen karakter, om inzicht dat bruikbaar is in uiteenlopende situaties. Juist daarin ligt de kracht van de school. Op school is de ruimte om aandacht te besteden aan centrale inzichten uit aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde scheikunde, economie, de talen enzovoorts. En er is tijd om, op basis van een leerplan dat zich

(2)

J.M. Praamsma

2

uitstrekt over de jaren, zich in die vakken te verdiepen, zodat werkelijk inzicht ontstaat in de fundamentele structuren waarlangs onze ingewikkelde wereld is georganiseerd.

Belangrijk daarbij is dat het verwerven van zulke achtergrondkennis geen

vrijblijvende aangelegenheid is. Want in die achtergrondkennis klinkt onze kijk op de wereld door. Deze kennis is niet alleen een beschrijving van de werkelijkheid, maar tot op zekere hoogte ook een beoordeling. Het laat zien hoe wij denken dat de wereld in elkaar zit, wat wij belangrijk vinden en verraadt iets van onze waarden en normen. Hiermee komt de pedagogische opdracht van de school in beeld. Wat ik weet over de situatie in Afrika is bepalend voor hoe ik aankijk tegen informatie over een nieuwe hongersnood of een Aids-epidemie. De kennis die ik heb over de

politieke situatie in het Midden-Oosten bepaalt mijn oordeel over de uitbreiding van joodse nederzettingen op de westelijke Jordaanoever. Met andere woorden: alle nieuwe informatie wordt geordend en beoordeeld op grond van de

achtergrondkennis die al aanwezig is. De schoolse kennis bepaalt de wijze waarop leerlingen zin en betekenis geven aan nieuwe actuele informatie.

In de kou

In de school die is voorbereid op de informatiemaatschappij van vandaag en morgen ligt het accent op kennisverwerving. Terecht wordt er met de opkomst van de ICT nadruk gelegd op de vaardigheid van het omgaan met informatie. Maar daarbij wordt vaak vergeten dat algemene kennis (achtergrondinformatie) een fundamentele voorwaarde is voor de interpretatie en beoordeling van die nieuwe informatie. De school die daaraan voorbij gaat, stelt haar leerlingen niet in staat om nieuwe informatie inhoudelijk te beoordelen en gaat zo voorbij aan de pedagogische

opdracht van de school. Feitelijk laat ze daarmee haar leerlingen in de kou staan. En zo komen we dan tot slot tot die merkwaardige conclusie: de voortgaande

modernisering van de samenleving zou niet moeten leiden tot steeds verdergaande dominantie van ICT en informatieverwerkende vaardigheden in het onderwijs. Integendeel, ze zou in toenemende mate het belang moeten benadrukken van een school waarin juist het inhoudelijk leerplan centraal staat. De opgaven van de moderne tijd blijken te vragen om een traditionele school. Op zijn minst een conclusie om over na te denken.

Jan Marten Praamsma is werkzaam bij de Vakgroep Pedagogiek van de Universiteit Utrecht. Dit artikel werd eerder gepubliceerd in:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De warmtetransitie (de overgang naar aardgasvrije wijken) is een grote opgave voor gemeenten.. Welke rol heeft u hier als

Mijn promotieonderzoek zal namelijk niet alleen gericht zijn op het helpen van GIST patiënten, maar ik ga proberen mijn methode zo te ontwerpen dat het in principe werkt op

En terwijl een schoolleider veel aandacht wil hebben voor de kinderen, moet hij vooral niet vergeten dat leerkrachten ook extra ondersteuning nodig kunnen hebben bij het werken met

Met deze vragen wordt getoetst of het belangrijk is voor de medewerker om kennis te ontwikkelen.. Het gaat hierbij niet om de mening van de medewerker maar of op grond van

Het blijkt dat maar weinig medewerkers nieuwe ideeën opdoen in de kennisteams en dat vooral de mensen die veel nieuwe kennis kunnen inbrengen (mensen met veel expertise op

1-15 Deze eeuwige en onverdiende genade van onze Verkiezing wijst en prijst ons de Heilige Schrift allermeest daarmede aan, dat zij wijders getuigt dat niet alle mensen zijn

Dat veel werkloze hoger opgelei- den zichzelf nu nog niet als suc- cesvol starter kunnen zien, wil nog niet zeggen dat ze het niet zouden kunnen worden. We heb- ben

De patiënt met wie ik twee jaar lang een afscheid aan het vorm geven was: hij kwam soms wel, vaak een paar dagen achter elkaar, dan ook weer niet: het aantrekken en loslaten is zo’n