INHOUDSOPGAVE Inleiding DEEL I Onderdeel DEEL II Onderdeel
Onderwijs - Onderwijssocio Voort jdige studi
l . Enkele ui
Wetens onderwijs - Histories vogelvlucht
tens i onderwijs anno 1977 4. Ekcmomi
Overheidsbeleid en subfakultair onderwijsbeleid: overeenkomsten.?
tuatie
Onderwijss:i.tuatie - Onderwij taties -· ntel i Q
o. Onderwij satie 8.1. Arbeidsdel
8.2. 1i Ilersoneel
8. ~i. Afdel studiekoördinati 8.4. Central satie
8.5. Beheersverwetens ij 9.
9.1.
Onderwij satie en i e onderwijsprakti an en "bemiddelaar"
9.2. Part Observatie en Interview 9.3. Onderzoek van Jansen en Dronkers
9.4. Onderzoek onder van Tessa Los 10. Ruimte voor onderwij
ese - Overzicht van nederlands onderzoek ~ Aantallen studiestakers
11. ese
12. Kort overzicht van recent nederlands onderzoek op het ed van de voortij studi en enkeJe
kri.t:iese daarb:ij
- vervolg inleiding
-DEEL III Verslag van gesprekken - Konklusies - Ander onderzoek
in de FSW-b - Aanbevelingen
Onderdeel 14. Vers van met 21 (tijdeli ) studie-stakers
15. Konklusies 91
16. Overzicht van onderzoek dat gedaan werd naar de
onderwijssituatie binnen de FSW-b 102
17. Aanbevel 108
DEEL IV Toekoms onderwijsbeleid en Voortij
Onderdeel 18. Enkele met tot toekomst
onderwijsbeleid en voortij
BIBLIOGRAFIE 1
wordt men zich E>tccdE> meer bewust van de n d ic aan de? 1 n" ..
\; van de studieduurverkorting verbonden. van de
daarvan zou kunnen zijn dat het aantal stud.enten dat voorti,j [)' t·)
moet de komende jaren aanzienlijk zal sti;j gen. ··an
stud.ie--achter' ,, .nd wordt :i.ets dat niet meer ongestraft kan
vind.en. Wie meer dan twee ;Jaar ::>tud.eert dan de totale cunmsduur
mag irmners geen meer maken op de svoorz:i. en zal
dc~rhal ve in
%
van de de r;t beÈ~ zonder het doktoraal··· examen behaald te hebben.De
van dit van de gramme ng werden :;,owel door dei teiü:;raa'd 'J"ls binnen onze EJUbfakulteit onderkend. Men extra
aandacht te schenken aan het van de studievertraging en vroeg
daarnaast meer aandacht voor het fenomeen 11
voortij studi
Enige d nadat de .:in bet
kader van de de, wan bij gerezen om een
onderzoek op te zetten naar binnen ]1'[)\rf-b.
Ik kwam hiertoe voorname1 k op van n werkzaamheden als assistent
van de 1
]1essa Los,
Ik kon konntateren dat door '11
essa Los de afgelopen jaren bi,jzonder veel materiaal was verzameld, op basis waarvan het onderwijsprogramma L:teerd kon en kan worden, Er werden
aan de orde werden geste1d: zak···, per studiefase, doorst
gra:mma--onderdelen, enz. In mj.jn eigen werk maakte ik
,waarin tal van zaken en deelnamepercentagen per onderdeel , jaaroverzichten, evaluaties van
pro--s met de problemen van pro--specifieke
;3t udcnten: eeré>te.j aan:; met een slechte studiestart en tweede- en aa.rf3
met ntudievertraging,
Binnen de nullfakulteit bestaat er op basin van dit materiaa1 een behoo:rli inzicht de problemen waarmee studenten, die aan onze subfakulteit komen studeren, gekonfronteerd worden,
Het viel :mij echter op dat er
we g beke.nd Ü;: de ntuèlenten d:ie de
examen behaald te hebben, Men kan hier rust
s, over welke bitter èligen z.onder het doktoraaJ
van een lakunc de kenniE; van de onde jssi nader onderzoek. waard :u.c;.
ont>r: l 1rn1~ri ,jk 1 .·; al:; men zich bE;dc:nkt dat rwt om tJc~hoorLi aantu.Lleri ~; L11dcnLf:n .OIJ de orrrvang van het aantal c3tu··· dier~tr_,,kers ga ik in onderdeel 1 j in.
Toen ik mij in het voorjaar van 1975 voor het eerst boog over voortij studiebeeindiging meende ik er van uit te moeten gaan dat studenten niet
1.1een de studie staken vanwege zaken waarop de .subfakul te:~ t zeJ f geen Ln·-vloed zou kunnen uitoefenen,maar ook dat de onderwijssituatie Tn een
aantal gevallen oorzaak iB van .Het moet er t onder1.oel<:
dan ook niet a:i - ;en om gaan om zak.en te beschrijven en te eren raar
ook om in het daarvan -beleids te doen welke er oe
zouden kunnen bij om en voort ij
diging zo veel te dringen.
Het. bestaat uit vc~r'> delen.Het zal de lezer op-ov<:.:rgang tus en deel I, dat
vallen dat er :n; van een
handelt over 'Onderwij ,idige Stud
en de daarop volgende delen.
Deel I probee~~ op een meer aan te geven wat de
van de s zou kunnen n aan het doen van onderzoek naar
voorti,jdige
In de onderdelen 1 tot en met
8
van _het onderwijs en de maatsc:h 9 ga ik in op de vra~1,g hoe zo door kunnen werken de om het onderwijs verlaten.Hl het wetens
een overzicht van de sat.1c
ke daarvan.In onderdeel
onderdelen van de onderwi;j sorganisatie onderwi ,j sprakt ijk dat B tudenten
daar·-Ik wijs er met nadruk op dat deel l met name bedoeld is om een analyties ka··' cier te venichaffen waarmee het fenomeen voortijdige studiebeeindiging lJena-·· derd kan worden en waarmee
de door hen meegemaakte
van de (tijdelijke)studieBtakers over van hw1 individuc:~le aspekten ont·-· daan kunnen worden en beter 'geplaatst' kunnen worden in een algemeen kader.
In deel Il wordt aangegeven waarom ik. koor1 voor r1et open interview aln wij ze van materiaalverzameling ,wel.ke reBultaten recente1i;jk. werden geboekt door nederJandse onderzoekers op .het d van de voortijd
diging.Men treft in dit deel t0;vcrn': el~n overz:icht aan van aantallen studie-·· stakers van de afgelopen jaren binnen de f;tudicrichting soc aan de universiteit van ru:rmterdarn.
In deel III wordt verslag van de met de 21 studenten.In
onderdeel 16 worden hieraan een aantal konklm3:i.es verbonden. wordt
soms teruggegrepen naar die ook al deel I werden gemaakt.In
d: i; onderdeel 16 wordt met name ook ngegaan op de
-3·-Voor een aantal lezer~:i komen de aanbevelingen ,gedaan in onderdeel 18
schicn wat uit de lucht vallen.De betreffen met narne de îJe···
lcidsterrcinen ,die min of meer binnen de invJo(:dé;éc;feer van de ~3ubfak.u1 t vallen.Op deze wijze wordt wellicht een overtrokken beeld geschapen van
cîc mogelijktv;den die de subfakulteit heeft om zelf de voortij studie-terug te dringen.Zoals uit deel I en onderdeel 16 hopelijk werd is het onmogelijk de situatie het wetenschappelijk
on-maatschappeli,jke ontwikkelingen. Dat ie-· tekent dat voor een beter onderwi,j sbeleid en, daarmee, terugdringen van
'OO:t'·-j dige studiebeeincliging meer nodig üi dan goede wil en goed d de subfakulteit of hd; wetenschappelijk onderwijs in zijn .Beter
on-El kan 01) den a11oen tot stand komen in het kader van
Binnc:n het 0:;:1der ::::; ze1f moet echter worden naar een zo goed mo-verzorging van het onderwijs en nteeds aangegeven worden waar wen·· selijke ornlerwijsverbete ringen botsen met bestaande maatschappeli,jke omstan·· digheden. Verbeteringsstreven binnen het onderwij n vereÜJt van onde:rwijsver·~ zorgen> en onderwij svolgenden dan ook ht..c;t leveren van bij aan
tieke ~progressieve koerJij meer algemeen maats
In
deelIV
tenslotte wordt ingegaan op enkele mogelijke hettoekomstige overheidsbeleid in verband met de voorti;jdige studiebeeindiging in het wetenschappelijk onderwijs.
Hef:>t nog de traditionele d.ank.En wel aan:de 21 (ti,jdeli;jke)
de heren van beeten en kleefsman,t bakker,ton korver, dur1acher,
alexandra timmer,jan holvast, tineke den ni,js ,rob hagen.dijk, tessa los ,ed wendrich , cyntha forger.
DF~EL I
Door konomi ch rnn n n tho c:h
Vf:rt n t C' ki zen vo d bostudering van de ontwjkk 1 ng het
ond.c:rv15.j
duid:i.ng van de lrnidige <' de: t: vervJacht n ont e1 i ] d d. C' t"
1.-/i;Jr; ek_to dr1rt \·Jnrtnn r b v·oorbc:<-'):td n1n I_\ ViO 1 ·cl
t
'V ) de ...,, ngc;n in t hun t 13 ,, 1 .5 pc h
n ( abus Onder j o1o ,, 1o), 1J I;
'>)
"
Opril n ' de r_; 0
:J
Di>O C 0 Cl .) d<' cioJo •. 1.' )3t
tu
t 9vormt
.11<::' t b npUl! van e dec0]iL z;a1 DJ.Jng;even c:; basifs van \ff:
r ( .
0 en
wi;js j
b l·' bu
h ~;chouwi n
b" t iEi belnn
om
() f tort
chnnc:n iversit r 1 j n, t bb
t n
. I cht n boven no belan jk om unnen b n
in hoeverre de voortijdi tudiebe(;i (ii ng te dron worden oor de Subfakult it zelf of, de
kulteit tuit op oor n Vi'J.n voortij studiebe ndi ng,
op '.·:.ij () d, i d Yf tll1 1
rnet b trekki to he onderwijsprogrammR,
d. Wann r men in cht heeft in b 1°1ordt h.c: mi ''r; en ·1 li om aan te n wat on.c; het t rr in van de voortijdig1 tu c e-eincli ng t
cht
ch; uit 11 t
i g wekk at 6 or d Le:i éir; on rwi;j
.;J l;
rr:prod1;kti '· ('• J t !l o-ovor '' (J <J? 1: Ci 1' /. ) " (' k o 0 m :i c· van h c• t o 1 : de' .l :: }:ij ' "'.1 oc o:lo n: 1 rnink '110 t r;(l door ;-;nt i. '' b t • i~ 0 ekonorni jd ti . t i cb(::ra dc:ri J'( ti
ot
0 ti c·b r n b oo de Jt mie· in:/.icht L•· 1]0 t.:: TJllf•l ' , y · ) ·oor1 Ock (ln rbi j {'; cm rn .po o t(, :i r1 t tu opvoc· onderwijr:1l) t ( 'J. lî 'l ic(' l!'T:Ï t cvocgr· _5 0 gr:1···· tixu vn ;jvo b \I () :··ln 0 1.1. '(• ondc· 11 rco (' t bl voor' c1r:: ortt\r.I:Ï. l:Ln v f·r;oo (,'·id v :;vol
vri.n h.u stP uitgangspunten:
'
11()nd c,rvri j f3 r: r:. op·,ro c: ding /.i ;j l.t j(l rnorn<':1tc·n :: runkt l:i r• re:prod11kti r;ro duktieproc
in lî['; 1:konorniE1ch-~uti1i krnchtPn) 1 mn@ ll! d
dn cultuu c c.J. h(•t rcnroduktir·pr-o< cc: b
0 eiding (:n v dc:·cc o
vergroting vnu bet
on de jn.';;tel
ru
Tl k t :ï c {1 (; b '' r i' ti hr· ?.:in ( c· produkti Jijk 1. kei'
\'JOOr1Jn·: ~t 11 van b id , 1 (1 c ''Vt: rt nan h ;jk n1·iJc· vc1·i·mogcn" hn. f'unk tic· rn e c: h ;; t rn n cl r rn o l; en (' rJ UÎI (;'\f(,' (' V n r~ h t ; hi iet: i r i· Lo n hcr';t t1 e(:· (' rnr, on --t 1·0 duc r· d di_, \;
00 . c: c1
cht ( ' ( ) ( ; ' > (-:: ('J['.l ,;;":i otal rn t
t 00 e v1· 'br·r·- ') ;1
id:i ge produld:ic cht orodukt everhoud n~e t OYncn.1~ (.Si] 'i
r;tc11 in ~~ic h Y' \i \) ,J vnn
(' (1 h i
t rn<: bcdo,,lc.J 1. orn makc:r: ho L
te tot voor ·v \' fln VI• it nr.\ i. i.l ( ! n 1.: C? t= U (' ·,·1 l: )\ (: () i c·h 1 ro t· 1; ( () c li \:' c: ~" :~ c}t ]'! t
.i
t :·i t•· L (; 1Y1;· L ,. V · 1 11 , . orn:i I' n ! J '! {, h(·(' () r
th /. ~-· () i.' ( ';l nog u eb. n' t . (,' tpt
ut on ,, (Korlaar t f·• ;1 v den r "\{{' n OJJ 1. U '' i.v J. b(> jk (' ,•::i p; ; . f'ii)!' i i. c }t ( f ! ! ·) } J·t.\ ,_ 1 Y· 'j1,rnr l: orn gro ri ri:
· 'n tic· .1 n .,. ,, U•! r•r' drn d i-: r r' ,'; ) f ! f ' ( ' ri 1 ';" h '. [) (:' l l .L 1·: "i'' 1ij ;'').1J ()"~'101ni (: 1·1 ( C· r ;-; 1 1 '· f · (: J, r: o Kor1aa.r : . 0 i1\1 ( ' (> ·1 • i y
T1
0 c h b 1 c: t"-: (l r::, r c: g'(" i ei on VOO d t it ( r hli.·idige faku1t i t éic: ':o,; rd \tl('
1en"
1n vndr·
\IC '!J: chn]J oen in h t prod t pro c
/.'.ioV. or1 tstari..~y1.., î1 ( '1;
1i cho1in voo b ro<·TH:n nolit e ppc !.. ! :, "
r:rwe r1 g d bi;j d 1
r'n die in Arnr;t rc:L ,-,[;[; 1 n v SociaJ.c Fakultcit
t
n
eici hvrnu o orn (' d t;11vcx· gaan po:; t na vit t rn d soc r. on und v n !.! d rJrtrJ{J:·.
int lligent ai rha:I r: op zei fune
bezetter onhewuct steunende wij
k1uring van de faku1te:ï. t voor Politi \rJt':;t nn PP'"n 'I )
.
On de mi.r1i1:.d:cr Ca1 worden :i ll tJ o d e ·1
9 '
! ' ; · 'I :i.nv t'~J· n voory;j cnli u:î t re d nnda t zovrnl h t
;j
:.îc;;1,r; VT~1ag richt te zich voora1 op hoo cJiooJ. p rio
clingen van de univer it it t;
Korlaar vat al vol g(' Htl111C
0 dcrl:ccn ( '1 ei ook vooraJ. al die c: l;c j l)e unive l.1 \ )
.
,.
...
I; ch i de \red r"'i9
) en c.c, c:r~·:;tvan ekonomiesc groei ( '/ 9c; . ) op de Nederlan lfn i v rrd hd. t en hogescholen voltrokken:
111. De kern van dn trnd:Ltion vakken uit de lib rale un versit had met de 1<orn1ëd: v.crn d r;oc al wet n chappr::n z:[.;jn mcH1(;rne om vang b rc,ik •
r
ii:1.nkz:Lj de Vl:rbc l;e:cdc rloo trorni11g v:.in r;ekunda c ter [a:iror:·· derwij u, vc· rh t ri 11 gen ::. h1·, tudi f n11ncieI'in
eerste aanz tten voor é:u:ntul ntud t: tot (e;c:ringe) ufbrokke1 Oc n tudF:n t npopu chti ng vnr Fi nancir,:1 ;)chcrn d rnr:rnJ. g clc 1:1 Je .:::tud ntenvooc /' l.'. J\.1\ n vormen t XC ',cl n" ,. 1. (; .1. cl ( j [ ' v:c!' 1 de- (' Oii en
de :i. nvloedE;n VrF: ZWO' rr N. (). '
.v.o
on het onder~oe al 0itc lijk cloorbroker: vias, ook forrner,J tot .•eL ,,i_nde.11 (hor"1lo':Hl. 1960 vindt er een E:troomvcrr::;;·eJling jn de tendens tot vcr·wetc:ns e-lijking van het nroduktiepro t ng hierbij voorn] om 11.et lirocc·,c; vn.r. m~:chani.'3éi.tie v1:1J1 de handarbe.id n verwr;tenr;c
J.r;:;n_-r_: C:: Vr~-:tYl cJ.e n.rheidQ
ook .steE~ds rneec hoofdarb idcrs hun broo v c1ir:n?'n 'bij rk overheid: ni t ries1 sociale
". '
en. e11r> ·c en ., ti
De omvang van de grofr1 hoogger;choo1dc hoofrJnrb dnr:-; d:i.c groeit.
In 1961 publiceert Cals e Nota i z.a c· de tütb:·cidi.ng v n ten
de voorn pe o(·
moeten komen te liggen b j d b t b
drijf van technische kaderr; r3 Ce'di:c> bclct;1gri j l di''•
letterenfakulteiten enigszins a remd rno ter wor ( i ·vr;r·ba11d
;i
de<·lVGn dr.; bero cd.ding :/.oude overnemey1) ('n voor d Gocialc fakuJ." tcitcn geen stimulan en tod.l_ () 1 (: '
.
lIn de jare tot
1967
stij hr: t t cd;u d1.n formatie F3e :tl, ' léiborntoria er hnlpmiddr.'len bl:i jven r:chtc ac}1 b:r·" Dit geldt met na.me voor de :studierichtingr:r1 in de E;ocialc: ." en 1 1:
t;(, ren fakul tei t.
3.
Wetenschappelijlz ünde..5s .Jg!:,.129__.1971Dit overzicht in vogelv1ucht versch,:ift to h ir: kornbinatic· r:. t r:n le éindi:rc nog te no\;mcn feiten, wel een be 1d vnn omc;tand:i. clcn d:ir·: ec to hcbbe bijgedragen dat onze subfakulteit zo een relatief grot autonomie he f1 kunnen handhaven met alle n vnr1 dien voo1· rJ.et r::;terk 1:i bv:rale arald;c·
' '.
;:3·cuo.1 e ~ de vri id waari doccr1.tr::11 hu1: onderwijs konden geven en dP
i nvlo ''' d var; d c .student C' n bi nn c de cu b f élku 1 t .: ., Ik noem;
r;.i) opp~(~ "J.c}iL4
/,ij is een 1,jongei fDkulteii,"
van overheidswege was e
langsteJlingvoor de F.S.W. Dit manifeRt ;>.:L ch :! et
brcklci.gn vooro'.:i.ellingen maar 001·:. v
waarop de social f u telt hnnr onJ0
f P1 f3 c i [..) t i G c h l~ n r D k t f: r } t El d 'i (• t ;jd d:i
-9-met nnme in de
FSW
afspeelde hadden tot gevolg dat deze fakulteit al-tijd afkerig is geweest van het afstemmen van de inhoud van onderzoek op de behoeftes van het bedrijfsJ.even.het aantal sociologen in de produktiesektor is gering, 1r,an.s:l."'la,T' o.c1k ~.aar schijnlijk de gebrekkig;e be1a-:crgste1li.ng va::i het be·drij fslqven voor de opleiding tot socioloog~
-- reé3earch van sociologen ten bate van de ondernemers in d,;e produktiesektor wordt amper binnen de Universiteiten verricht en loopt meestal via in-stellingen als .w.o.
Onder druk van de ekonomiese krisis die Nede d nu al enkele jar be-~
leeft, wordt echter duidelijk op welke wijze het e onderwijs (dus ook de sociale wetenschappen) in haar ontwikkelingen bepaald wordt door sa-ciaal-ekonomiese omstandi den waarin ons land verkeert en de :i.t ek die ten opzichte daarvan door het kabinet den Uyl bedreven wordt.
Voordat ik dit aan de hand van konkrete maatre , die momenteel t.a.v. het W.O. getroffen worden~ zal illustreren, is het nodig om in het kort aa:n te geven op welke manier de overheid binnen de stiese produktiewij een bemiddelende rol speelt tussen sociaal-ekonomiese ontwikkelingen en onderwijs-sektor.
De ondernemer is binnen de huidig talistiese produktiewijze gefnteres-seerd in direkte winstrealisatie. Dit komt o.a. neer op het drukken van de loonkosten en het, ale onderdeel daarvan gebruik maken van arbeidskrachte11, die laagbetaald worden en Oeaw daarom zo
moeten z.ijn
maal mogelijk ficeerd
11E k . t i · ' ' . . h ' d . • ( d. 0 1 • ·1 . f"
•en ,a:pi a J.S"G zou, wanne r rn;:i . wr, on EH'WJ.~Js no 1g voor o.e J:\l,'1a •. :1 ::.t catie van de arbeidskracht - h.s) van zijn arbeidskrachten direkt zou beheren, kapitaal inzetten zonder de zekerheid te hebben van het ge-bruik van die arbeidskracht (die zich immers vrij kan bewegen) en
met
de zekerheid van periodes (krisis) waarin dat gébruik alleen maar on-gunstig i.s11
" (Si1o
1976: ?c5)
Tevens is het belangrijk om te konstateren dat er tegenstellingen bestaan tussen kapitaal belangen op korte termijn (bij een konjunkturele neergang) en de lange termijn-voorwaarden (voorwaarden voor een konjunkturele oplevin Immers:
"Wordt het onderwijL> 1 te snel ~1 afgebrolH:n bij een recessie, dan ont staan 'te korten' ten tijde van een hoogkonjunktuur11 (Silo 1976: 4.71) Dit alles maakt dat het eigen is aan de bestaande produktiewijze om het on-derwijs te maken tot een 'publiek systeem' wat qua financiering en organisa tie ressorteert onder de overheid. Op deze manier ~ordt de ondernemer niet gedwarsboomd in zij streven naar direkte winstrealisatie en is het tevens mogelijk om te zorgen voor een min of meer konstante onderwijsvoorziening. Arbeidsproces en onderwijs zi n cle van de ge chiedenis van het
-10--l;n U nmc: :in toenemenc1f) mate van 1krw r· e:c:1;cheiden. t als zodanig geen deel meer uit van het arb i cc zelf. Het onderwijs is hiermee in steeds sterkere mate tot onderwerp van staatsbemoe enis geworden
(8ilo
1976: 1.5).
Betekent dit dat het onderwijs steeds losser is komen te staan van de ontwik elingen in het produktieproces? Kan de overheid gezien worden als de
be-waaks~er van het algemeen maats
:.ik b
En: heeft de subfakulteit alle vrijheid en mogeli den om in autonomie het probleem van devoortij-dige studieb eindi ng te
~Jui:c1t in odeB ekonomicr:;e kr~uns v1ordt duideli dat het on 'rv.1ijs 11 sterke mate aan de sociaal-economiese situatie
overh(~i d in de k e bemiddel.ende rol bij de onderHchikking van
t
onderwijs aan de kwantitatieve en kwalitatieve afstemming van de kwalifika-tie op het produkt eproces.ontstaat er een kort ermijn druk nrn t:i. j den van ekonomi e kri Eli
op onderwijsuitgaven; bezuini (door overheid-h.s)
ten
indemiddelen vrij te maken of te houden voor uitgaven in ektoren ende werking of voor zelfs een re
heveling van d uit de ,c:;oci i nf:rar;truktuur
met name de grote Ten tweede i er e n termi :ïn
derwijs om de verhouding tuss kost n te wijzigen in de richt
tatiekosten en inves van proportioneel
echt
kosten en minder citatie kosten (waaronder lonen)11 (Si1o 1
sten hier te le als: kosten gericht op die tevens een vraag is naar nieuwe nvesteringsgoederen.
Een voorbeeld van hoe dit in de :i ui
t
onder· de huidig;o ngvindt men bij de werkloosheid onder de kleuterleidsters en erlt~iders
Terwijl in deze ond terwijl men overal
er een enorme werkloosheid bestaat + 8.000),
over d klassengrootte, wordt er momenteel geen
onderwijsbeleid gevoerd om de werkloosheid onder deze groep te verminderen Waar het gaat om werk1ooshcdfü;ber>tri;jding heeft men meer vertrouwen :in het overhevelen van overheidsgelden naa::·· de bc:dri zonder dat d:i t echter in
de praktijk leidt tot t n ng van de werkloosheid.
Er wordt geprobeerd om de <rnktorcni welke bui ten het produl<:tieproce1:~ va11en te <';konomiseren De ekonom1eer:tng van het ond(:rwij13 ke t twee en:
a) het onderwi4s int rn zoveel
d met kostenbeperkingen nricht
b) het onderwijs materieel en ideolo es afstemmen op de produktieve
D. VI~;, welopvoering van de ~ogenoemd inte efficiency (Silo 1 maar y1 et ten kot:3t vnn hr::
tan onding v·c derc ont
tieprocen dat benodi de :produkti
i voor de in
di morn•-::n t l«omt men -; n de ov«:rhe d annen e n vr~rbe
npn i:3iYlf~ dn arbeidamHrk ) als ng \qJïJY1f'{J vl'èVOOI' het \rI.0" dnn vertalen ir1 b:r·nwn van: aantal .. binnen ec:11 vnnt t r-:l:f:Jl n male otud eduur,
~e·-en mikk~e·-en op koc;tr-:nbeper n ri t rkere
zowe1 de 1-:.tc:.rre .::1J..r:: dr.:~ cxtex1ne f'fic:ier1cy· wo dr;n zo mo rd
e xt ncy o al1:3: ho km1
E;t<èrnming e 11 worden
on rwijs r sul er nde d beho ft c: raan welke he gevo
jn v~n de ontwikkeling v senE;truktuur (
/,o worden
in
contortrtal mo
d nverbct rin van de elrnD~t oom • g Vé1Yl. ltlbU.B
1
g van 1 il . .L d él.11 rm'::n
ho 011derv1i j bovenc;choo1 voor a]. L> tud:i_ eri chti
r'voo 7.orgen dat
chtig
d · opern; t gcbouv1c n voo:r· doo (; :n
ng dde de kas en
- vermindering van van hoo (JD df:rvvi rac en i
n
t onderwijsprogrammavc r·beter:i ng van :tie bekos ngsn·y::.-:>t erfl; bi rbecld middels pro
li;s ri. van. het beutuu 1 t van nomi F3<>··adnn c1t:ea.ti e:ve rd:1:; 1 verbet ring van he' ko,~> nb f in het onderwi
herorgan1sat1 van scholen een c:kon en adrnini1::; ratie mum
In de contourennota wordt in het ve van de hierboven chet t ont"
kk ingen, voorgc teld: 1 )
'1verbreding van d bero ge iding, waardoor de J erl T/00
n (~:roter fu.nk t orbere:id t:n en ter wcndbaarhe d
dus weerbaarheid op de arbei ri
nvergroting van hcd; aantaJ nti t crno d n i d ond struktuur en binnen de c:idin l f1 wnardoor t ond j beter kan aansluiten op de toenemend versche d nheid i
b gaafdheid van de leerli nverkortinp; van e nit (::1c
r;n :i.n d fu.nkt:L op de arbei
vn dei vo be'
d (:\f:lll n c: E:1 vat1 n \;,Jaar do
ei
wor t voo d J'l 0bchoe en m r mo l k j
el telling en
-·
12-Veel van de be1eid.'woorc:;'te1lcn uit de contournoto hE~bben in het W.O. eecL3 hun be1:;lag gekregen in d vorm van konkre tf: voon;tellen en dE: uitvoering
Ik geef hier een aantal voorbeelden van de al genoemde opvoering van de i0terne en externe efficiency (of voorst~llen daartoe)
- verkorting van de universitaire onderwijskursusdw1r verkorting van de toegestane studieduur
- bezuiniging op de éalarissen van de medewerkers en kandidaatassistenten ... het achterb1ijven van de L>tudiebeuT:z.en bi;j de minirnumlon j
vli kkelingen
- besnoeifng op de universitaire formatie van wetensch ijk - het kree~ren van post voor professioneel l)estuur en beheer
- hrt ekonomiseren v&n het benoemi eleid.: scherpc·re beoordeling, moeiJ. j ;·1 overgang van aanstelling in tijdelijk dienst naar aanst li.ng i vaste e moeizame onde delingen over opvulling van vrij hoo en lek tor···Posten
'stroomlijnen' van de bestuurlijke sektor ( van de
WUB):
minima-liseren van inspraak van medewerkers in tijdeli dienst en studenten, groeperingen die vaak zeer aktief zi op het terrein van onderwijsverbe-teri ngr-;n- verscherping van de selektie en beoordeling (t.a.v studenten): nvo ri g vn1 propedeu~e, selektie die s zal vinden door de studieduurnormering,
invoering van Btudentenstops, strengfcr toezicht op studievorde systeem van rnaandelijk<:.o beursuitkeringen
door
ekonomiseren van medewerkers werkzaamheden door sterkere specialisering. Voorbeeld: kree~ren van sen voor (promotie) onderzoek
- afstemming van studie op arbeidsmarkt: invoering van post-doktoraal onder-wijs, vereiste raadple ng van studeerden i.v.m. herprogrammering van
1
studie, invoering van varianten (bi eeld: lerarenvariant). .. verandering van de fa.sering van het onderwijs: invo
noemde post-doktoraal onderwijs
van al eerder
ge-- beperking van onderzoeksmogelijkheden voor en door de creatie van een speciaal researchjaar na het doktoraal wat resulteert in een onderwijs-opzet waarin niet alle studenten in
konfronteerd
mate met onderzoek worden
ge-opvoering van de onderwijsresearch: o.a. opkomst onder naar voortijd::i.ge
etudiebe~indiging en studievertraging
t.b.v.
de verhoging van het rendement van het onderwijsprogramma
?~Ove:rhe Ï.:..Si_~el~"tr;t en_ subfakuJ:.~!.l_~I_.2nd~I:!!Ai sbe:;h,_E~-~-d: over.~e~~
Voor een aantal maatre en geldt dat zij gekenmerkt worden door een duidelij dubbelkarakter. Aan de erw kant word(~n zij erd in het kader van een ekonomisering van het W.O., een opvoering van de interne- en ext rne efficiency
·-13-D.D.n de an de re kant [;lui zij aan bij een behoefteontwikkel g binnen dat
Ik ge f hier een paar voorbeelden van de beho ftcnontwikkeJ.ing bi.nnen de .'>Ubfakul tei t zoa1.s e de open jaren zichtbaar is
tigc evaluatie van de studievorderingen van de student
om
\i(;ter te kunnen begi::leiclen en vanuit en :Lnventarit>at:Le van c;t;udi ernt c: 1:cun.n n naar verbete
in het
onderwijsbeleid.·· iJ.>n toenemende behoefte onder tudentcn om de é.>tud:L 2.0 in t
n tir;che kwnl tn i
b idsmogc ijkheden
tu.sEsen. de: st11c1ie 1ijkheid go(? de voorb r:;tudnn orn e de bui ten···i3Ub J. \, op de o chte dat t t ;j --- de be}tor: f't.f; tu om b e o:Pbouw
;:;ubfaku1 t rich ton n on
en funkties in kader di
te ov
o wr;?rkverband gro<-èpenbc,hoefte aan strenge e beoordeli doe t
n versterking van de fdeling studiekoor natie om
te
i divd('n n de di hi ;j
dnan om te ~ tten in b nb 1ingen
C(:n toc':nern(;nde b ti van h..::t v OO}J t ond j
programma"
Do overeenkomsten di er op het e rst 11,i eb. er n
tu
overheidr;bele d Fubfaku1toitnontwikke1ingcn moeton vrn b en io 1.tf't licht van de doeltot llingen er me 1rmr nc-1.g;cr5trc:
Binnen de subfaku1 tei t hebben vooral vrèrbet tuati
itiscl1e, rnn.atr:3 elijk betrokken studieon kk vooropges
niet de ng van de interne- en externe fficiency wat betreft kosten n afstemming op de arbeidsmarkt
We doen er goed aan ons niet slaap
t
laten susue door over nkomsten dionderwi;j jk nankomt ~ullen
moment de rug toe keren&
overheid (;n mibfakulteit op
Ik word versterkt in deze mening door duidelijk waarnee~bare kontradikties binn n de geformuleerde onderwijndoclstellingcn. Ik cit er uit de 1 dse
lat US!
11Ui(: doclct 1Jjngen (m. b t het in Cor1 ourennota f' cn·rnu de ondnrwi j~5beleid h.s) z j 1 het kort VO te ornr;ch:ri
( bidern )
·1 firlf:~: \rr:Jrr OYJ.goJ_ ij <I Ufn(; n 11 t
met name gci'.o op de: v Cl ]. (; 1 n doorst
voe ' ) " jongen en 'verb d n
'In
dua1i b t r>t 1 nu;• b 11" 1vergro inhoud v, 0Jl(lc:::cv1i ui tgang:o:pun C" 1Verrni'B
/,, 'V ,, band 1"i l~ van de i lJ ge re ri t d L antwoordt hierbove11 t id11 onde ch f ho E:'cji er5.r1 tour 0
telt 11De doe:l to een ver:fi;:Jnd
em
twikkeld, dat ch en de f:Lnanci mo 11Konkluderend :Li ver}1oud:Lngon de zijd:Lge o tw:Lkkeling• en r voor eron bc:·1 de lc:n v de c c:tvan ieder en be"VO rd moet zijn orn
l in vnn t ;j ;·; * ,1 rn r; n r::trn c: t n b n ll k 0 :cd 1-.'}I ) )''f'.l·'. d " i i bui 1 ,, b het onde d<.' gc:ve tre'\TC'n de l! n nn 11 ( ~îi o
~· 1
werd een overzicht gegeven van recente en bi ont·-Ln het
wikkel 1.n tiet Wet i,jk s.De 21 studenten met wie t dens
dit onderzoek ge Lem>chappel k
werd h~bben in een waarin het
We-s veel minder onder druk 1>tond van het beleid van het ministerie van 0 en W,de
van haar
het s
ke organen.
autonoom was cle subfakulteit,in het
e nen werd door de
de
hiervan, c :Je
be---De 21 studeenten hadden te maken met een ~3si.tuatic die voor een
deel werd door ijke en didakt t
van de kse onderwij kende hun tijd
C'JE:n vrij open,
ducentcn.De
wil zeggen :niet en er
dan ook mede een sterke nadruk op van de E;tudenten z.elf. Wat voor had en heeft in de vorm van'
~aatste onderdeel van dit deel van het
1 wordt het
bëschrevcm.
over t worden een aantal
sproces u1 deze van overgang naar sterke
van boven-"1:i,f kenmerkten,
Gewezen wordt op:de mate waarin docenten hoe de
van bet s zal z n, voorbeeld door de vast
literatuur die bestudeerd moet worden,de op basis waarvan de
die het
re-e
van de
prestaties moeten worden,de clidakt opvatt van de docenten
en de thematiec3e
De
liberale ,sgroepen door de docenten worden
van de wordt met name beschreven
op de pagina.as 2l+ en 25 (over de slechte afstemming van de onderwi,j
sprog:ramma·-onderdelen,de bij het onderwijsgebeuren van de kant van
de docenten en studenten,de isolering van in het onderwijs door
af-schuiving daarvan naar een aparte afdeling studiekoordinat en
) 9? programmar>turktuur) 9 3 e. v, (gang van zaken :u1 de
pen,toet van studi door docenten) 9~; (funktie van
clc:> afdel studi ie) 98 en 9~het Jjbcc~rale karakter van dE~ studie).
In de onderdelen 2 en
3
van t deel 1 van het werdgegaan op de maat van de~ zo Dterk liberaal
Wil men tot een werkelijk begr komen van de voortij c;tudiebe() ing, dan is het o.a. noodzakeJ.ijk om een analyse te maken van de binnen-subfakul-taire onderwijssituatie en de invloeden jie daarvan uitgaan op de studie-vorderingen en de stnd belev • Hierb:i.;J speelt fü: wijze waarop lrnt onder
wijs~ tegen de acht rgrond van eerder gesc:hetnte ontwikkel , op het
basisniveau georganiseerd is een bijzonder be ke rol. Voordat ik
over-ga tot een beschrijv van de onderwijs ie zoals die zich de laatst
jaren ontwikkelde is het echter nodig een enkele opmerking te maken over het Qitgangspunt dat ik hanteer waar het
onderwijsprestaties/onderwijskansen. Soc
om de relatie onderwijssituatie
hebben zich regelmat beziggehouden met de ong~l
kategorie~n werden hierbij
onderwijskansen Verschillende verklar
eerd. Te noemen z n bijvoorbeeld
verschillen in aanleg, sociaal-kulturele determinanten van de schoolkeuze
en het schoolsukses en sociaal-kulturele determinanten van de ontwikkeling van de begaafdheid (Silo
1976: 5.4
+
5.5)~ De kern van het leem vanongelijke onderwijskansen wordt in deze benade n vooral gezocht b j
gezin respektievelijk inriividn.
"Het ontbreken van een voldoende uit maat l i
gefundeerde socialisatiotheorie • leidt er toe dat de aandacht
rond onderwijskansen zich sterk richt op individueel opgevatte en door het onderwijs te remedi~ren ge erde aspekten van die
ontwikkeling, zoals
'taa
k' en 'motivatie' " (8iJo976: :_:;.6)"
Deze opmerkingen zijn ook van bela~g voor diegenen, die onderzoek doennaar de voortijd E>tud:i.ebeei in het
W.O.
Regelmat k:an men :inuniversitaire wereld belaisteren dat onvoldoende studieprestaties geweten worden aan de stndent(en) zelf en dat men andere zaken (waaronder het unde:wijs zelf) niet vermeldt.
en i lottr:::t
l i d(m op niet al te be Wanneer ik doe alfonog het door geert deze
HAhe"""
deed! 11
Het ic> be1::;t mn
jk
n deindordaad ve be~toofde op en enkele manier een beloven en niets doen1 vindt in de
s n.g; t;1.1SEJeT1
teit onderwijsaa~bod r
het in ge gaa
levert dit vooronderzo deze situatie. Dat moe te
betere b en
Il :J
ter disk~ssie stellen van het
Ook
wanneer een student ge het feit dat binnen de substudent te t
die niet goed 'is' ri om niet alleen t
wijssituatie er wel of niet
OlTII:) den buiten de direkt
dent Rtudeert. Te noemen materi
eg zij met het wi faktoren welke men tot 'ei
ge intelligentie, motiva
In de dt dit -vaak
in de zin van het niet in
on :30ci ekonomi es<~ on
wijssituatie zel , het
individuele rofe in d.e vorm
eft d
n
.Naar aanle van faktoren als be id en1
persoonli kenmerken' het vo nde. Ik heb gewezen op een onderwij benader welke zich, m.b.t. studieprestaties beperkt tot faktoren in de
indi-viduele sfeer. Aan een dergelijke benade kleeft vaak een gebrek
aan visie op ongelijkheid aan onderwijskansen in 6n door het
onder-Bovendien gaat zij niet uit van den Kwa1i·"
fikaties als 1gelrek aan begaafdheid', 'geen motivatie' l E31echt
tudent1
1 11ui1 etc. vormen vaak de uit
tiese gegevenheden.
van een denken in sta
-Interessant in dit op icl1t een overzicht dat door een projektgroep tLeiden) wordt gegeven, van de theorieen van
ge-Je rClen alf; 1Konin
1 GaJ Perin en Sechter.
+ v og die leefde van 'I 896 tot 'I .ste1 t
dat de verstandeli ontwikkc; van het kJ.nel in de eerste
be d wordt door het leren het onderwijs.
llfl kan de begaafdheid of de rutande
wikke o:ntw:Lkkeld worden 1 evenal1:0 het kind ontwikkeld kan
worden. Het kind is opvoedbaar on de
1 1 }<on.in f 7'i ch b
1 rzo Het
El
1Konin
geri cl1t z,i om het ec
le
r::: onschool moet de voo v or l: kin om o
;jdig mo n nemen aan het kultur :Le en m:1atr::
i
:1
1evE!nmet
i b van h t wetc k 1) drijf"om mo het ki d zo l moge jk abstrakt leren en. KL 1 Koni
heeft enkele experimentel les-programmaas • Door de
grammaas bli
t
d ver t delitwi
elin te groeie11dan door progrHmmaa,''.i eurtn( jektgroep 1
Ho 1 deze opmerkingen geri t jn op de ·uni ver.si re onderwi.]
cit12;cJ.tie ;•,ij zij in mi;jn o l)clan VOO r.:r:~n v de
universjtaire studiepreatatie OnvoJ oende stu eprestati s moten et ori geweten worden aan nte11igentie aan de kant van de dc:nt"
IJ omdat vr.:rond
de tudenten die worden to ten tot t vo van Univr.crBitair ondez· wljc grosBo modo mo ten beschikken over e vo docndf' minimum aan
t pacit (' t rnmc n vc; t Or:l dele nchooJ t
lo:in n vo tooi<èn c
ontwik l.de Ci on l r n, samenwe rn L T i t r1i d l:t :;tr;l d uitge v dr: ko i t; E) van de hui ko VtJJJ u r: bestaat b : (), t 1l t n or.1., ge J.1 0 kk1~1 ( " b de frrnk ni t de a17,j ;j d:L 0 om t ond1•rzo k dé: t:udic t J.',5. jn 0 ndc· l; 1 rn.c l;1 d ., ' 1 ) -u (\ ·1 (; nitLlU d d<-'l'l t;'(j { ' ' I' l: [1; 1 0 n t ft ( h h:.i }! l) r { ~ ! il C. c l i ]l J ,. !': (' j l ( \ 1 (. 11 ,,. 1 , ; (; ('i ( · , ' <..'n" t
av rage fr shman had of obtaini t}1e de uithou b comi
out! •••• the dat for the cla2 o _p2Jr tic u~-~
r5tril<ing
85
percent o the drop out obtain bacGalaureated (:grec, nerc t of thes who go on for an advan 1 d degr
ucc ~~ful J_ obta:i.ning thir~ de grec i and eve perc t of
the ori noJ. out obtain a more advanced 11
( Pervi n 'I
i; l; + L1 ')) (Betreft ond<:::I?,oek gcda:.:i.n aan Princeton Univor:Ti
In dit opzicht is ook hot vol citaat belan jk. He bc,tr'' ft h:i. e de o~derzoeker had met r.J t11 dier; t.::0.l\. <; rc3 t t
VE1n Utr cht'"
nin de door mij ) bót
studentc:n hun staken van de ~3tudic(mede) rwt
van te kort schietende lc v2rmogcns.
Maar de 1:1c:c:3tc ar1derc studenten ga~ eer
del ~ te kennen da~ da~ hen geen enkele rol had gespeeld. Velen onder hen staafden dat door hun
sten te laten zicn,al vroc:1-r, ik daar niet E; ciet naar" (De 19 : 14)
van de cornmi c3 ::; ics ( Cornmi 0 s ie Voorbereid irw;
ijk Onderwijs en sJ.c Ont;.""
0 ~l c )c·v~~ 11C)E,VC(>]
.::i~1.~~.)~ J c._L .L , - · · - - - E;tudenten :u1
"ge:::.chikt" z n, in de buurt van cle é30 13, 90
%
van cle . n ( I1nstroom )e
Dit zijn enke1e zaken die no[~ ecw:; extra aangeven hoe k bet is om van de studiestakers of st t:: te zeggen d.at zij' nou. een~ ....
maal wel niet e;eBchikt zu11en ZlJn geweec3t 1 •
schrijven van een aan
;3chappcn11
.E:venaü; de kognitieve en studeervaardigheid ont éie pcr-khcid zich b.,jdemi en onder invloed van het s. Emot
p~>ych1c~3e vormen g(c:en vaststaand iets dat alleen
tcl:rd wordt in de subfakultci t, maar ontwikkelen zich daar ook ter ekke. Niet in de laatste s door fuktoren die juist ook be1emnercnd wer-ken t.a.v. de s
are some educators who feel that our proces of select student,3 , d of educating them sets a premium on those who are neuro-genet ally submissive and therefore non crea--t i ve and non--produccrea--tive. We lose many of crea--the pocrea--tencrea--t:ially moscrea--t creative minds not through academie failures but
who drop out in spite of the fact that they are succ scholastically,or even excelling"(Pervin
1966:27),
El sa tie
those
De stap van maatschappelijke en de pos ie
en maatregelen :1n het Wetensch~rppel:Ljk Onderwijs naar de konkrete onder·-wi,j ssituatie op basisniveau moet nu gemaakt worden.
Een ·belangrijke schakel tm3Sen de po:ütie van het Wetenschappelijk On-derwijs
in
het algemeen en de onderwijss:Ltuat op basi:3niveau wordt ge-vormd door de wijze waarop het onderwijs op basisniveau georganiseerd is.Deze organisatie en huidige ontwikkelingen daaromtrent vormen ener"·-zijds de weerspiegeling van het streven naar opvoering van de interne en de externe efficiency,anderzijds zij een belangrijke rol in het alledaagse reilen en zeilen van het onderwij ;3 en de beleving daar-·
van door docenten en studenten.
Eén van de kritiekpunten die men kan hebben tav veel onderzoek dat momenteel 'binnen het W. 0. naar het funktioneren van het W. 0. wordt ge-daan ,if; dat men het funktioneren van de onderwijsorganisatie o:p het
lomnaakt van de maats jke Wat l:ietreft de analyse van de
volgende ,in merkt:
van de 1e1.d:3e
"Organisatiesocioloe;ie moet zich niet verbanden alr:: scho1cn. Er moetc-;n ook hele maatschappijsektorcn,zoals de
ten wc ' :>atic' op aJs een
van het ondcrwi,i '' kan het ssocioJogen,worden
opge-tot de analyse van
e~3 gemaakt worden voor j f>Sektor, Bovendien vat of'moment 'van de maat--k-hÜ;toricse real:it~:it ,dat wil zeggen dat wc hen niet
van hun maat ] u; 1 Jar3J.~; . lf ( C' • 0J ___ o 'l
19
'{!'.' o:G
1. 30.)
-22-op de schoolse onderwijssituatie.De -22-opmerkingen die daarover gemaakt worden zijn in grote lijnen door te trekken naar de universitaire on-derwijssituatie.Dit geldt in iets mindere mate voor de organisatie van het wetenschappelijk onderwijs en de rol van de overheid ten opzichte daarvan.Algemeen gesproken onderscheidt het wetenschappelijk onderwi,j s :ci.ch van andere onderwijssektoren door een relatieve autonomie aan de basis.Zeker waar het een studierichting als die van de sociologie be-treft.Zoals ik al eerder aangaf is dit geen toevalligheid.Toch ZlJn c;r veel aanwijzinr: .n dat de universitaire situatie zich dreigt te ontwi, -kelen in de richting van een situatie waarin de rest van het onderwijL zich al veel langer bevindt.
Aan de hand van de hierna volgende punten zal ik proberen aan te geven hoe het streven naar interne en externe efficiency zijn uitdrukking vindt in de onderwijsorganisatie aan de basis.Tevens zal ik een schets geven van deonderwijsorganisatie zoals die vorm kreeg in de afgelopen periode welke gekenmerkt werd door een veel grotere autonomie van de subfakulteit.
Een beschrijving hiervan is nodig om de opmerkingen die door de ( ti,j--delijke) stakers worden gemaakt te kunnen plaatsen.
8.1 Arbeidsdeling ---~
"De wijze waarop het overgrote deel van de taken binne,n scholen zijn verdeeld hangt sterk samen met het onderwijsprofiel,dwz dat de opsplitsing van onderwijsdoelen in deeldoelstellingen met be-trekking tot de verschillende vakken en de gelaagdheid van het onderwijsleerproces in curriculumfasen in hoge mate bepalend is voor de funktionele differentiatie en personele specialisatie" (Silo
1976 :6. 16. ).
Ook mbt de subfakulteit kunnen we konstateren dat het wetenschappelijk korps in vrij sterke mate gespecialiseerd is op een bepaald terrein van de sociologie.Te noemen vallen oa:specialisatie qua onderwijs en onderzoek op het gebied van de algemeen theoretiese sociologie,bepaal-de stromingen daarbinnen,een bepaalsociologie,bepaal-de maatschappelijke sektor,sociologie,bepaal-de me-thoden en technieken van onderzoek,etc.
Daarnaast kan nog het bestaan van aparte prekandidaatsstaf-en dokto-raalstafvergaderingen genoemd worden.
Het totaal aan funkties in en rond het onderwijs is vrij sterk gebonden aan specialisering.Ik noem:
-de afdeling studiekoordinatie.Voornaamste taken:studieadvisering,oproe-pen en begeleiding van studenten met
-23--een aparte onderwi;j sevaluatiegroep
-het aantrekken van een assü;tent ciie Elpeciaal ·belast is met de orga-nisatie van het 2ejaars leeronderzoek
-speciale funkties voor begeleiding van doktoraalskripties en stages -de onderwijskommissie voor het doen van voorstellen mbt het
onderwijs-nrogramma
-de onderzoekkommissie voor het doen van voorstellen mbt het onderzoek-programma
-het onderzoekP·:,ureau, belast met de begeleiding en beleidsadvisering op het gebied van sociologies onderzoek
-de funktie van insti tuuts--en sübfakulteitsbebeerder
~~~-~~~~~~~~~RR~~~J~-E~~~~~~~~
De docenten zijn in vrij grote mate autonoom wat betreft de inrichting van hun onderwijs.Dit verschilt echter wel per programmaonderdeel.Waar een programmaonderdeel door meerdere docenten moet worden aangeboden aan een groter aantal studenten is koördinatie vereist.We zien dit bijvoorbeeld in het 1e,2e en 3e ,jaar waar algemene theoretiese socio-logie wordt aangeboden.
Met name op het gebied van het thematies onderwi,j s is echter van dui-delijke koÖrdinatie amper sprake.Wel is een tendens in deze richting te zien in de vorm van de imTtelling van vakgroepen en sekties daarbinnen. Hierbij valt op dat deze instelling van vakgroepen vergeleken met de tot nu toe zeer algemene op:Leiding enerzi.jds gebaseerd wordt op te on-derscheiden maatschappeli.jke deelgebieden,anderzijds op te onon-derscheiden funkties op de arbeidsmarkt.
De docenten zijn in vrij sterke mate autonoom wat betreft de beoorde-ling van de studieresultaten,de vaststelbeoorde-ling van de te bestuderen lite-ratuur en het aanbod van thematies onderwijs.Wel valt er een streven waar te nemen om de onderwi.j sdoelste.llingen te expliciteren en de be·-oordelingskriteria 'transparant'te maken.Daarmee wordt ook doorzichtiger gemaakt wat de studenten van de docenten mogen verwachten.Dit leidt tot een inperking van de vrijheid van de docenten.
De genoemde explicitering van de onderwijsdoelstellingen komt mede onder druk van het regeringsbeleid tot stand.De in het kader van de herpro-grammering vereiste formulering van doelstellingen sluit aan bij een behoefte die al langer groeiende was binnen de subf'akulteit.Deze was met name een uitvloeisel van onvrede met misstanden op het gebied van de beoordeling en de wens om het onderwijs te kunnen evalueren.
0treven van overheid en subfakulteit vallen welliswaar op dit punt samen maar de doelen waarop men mikt zullen verschillen.Ik wees daar eerder op.
ln king m~t de posiLi van de leerkrachten het
;J wordt de autonomi van de c1oc E::n r:tan
cJcn 1.nvloed van 11cientc:r1 ,Deze inv1oecl ceft ( " .l< . .,.v" 1 '
de van de elen het tc1n van
n aanbod aan themat van he
omtre:nt de
van van onderz.ocl:u; voorc;t 1.1
Onder druk van de externe ency
_:.:.: van streven naa1"
d
den vermJ np; VfLn de autonomie van de
11! jr::l b.ier op ··het ont~rtaan van en thcrnat e werkverban
oa:ko11ckt op
voort---gang van werk, vooraf over
docerrben en studenten.
~het ontr::taan van de funkt van de docent---koc)rd ï -~
OJ.C
per Jaarfasc spec khedc:ri rnlrl;
de e van het
~het aanwez n van t U~3 s c~r1 doe ent en
d verzorgen ut een zelfde
den de sst de doktoraaJ
staf
Deze hcbl:Jen direkt voor de arbeidssituatie van
de docent.De ·wordt echter niet alleen door
t koordinatie van
kontrolc: op nen worden --de
door een gang tot het
Ik som hier een paar zoals die tot nu toe vorm a. "de
de
zen valt op:de
saktiviteiten maar ook door vcr;3terkt r>··-en onderzoek-werkzaamheder1. Genocèmd h.un··
kontrole o:p at
van .De t.OC··
vaste diern:;t word.t moe ker,
kontrole op het van en
en
op van de arbeidsdel en de sUbfakultcit: n)slccht op elkaar
a.:f'brc:uk kan doem" ( 19
J. ic van thcorctieD en thernati k ~;van hoofdvak vakkr.:n , v-an de
h." ... 1~;aan de t van docenten een
c '~
r b; rol dr; van de inhoud van de
r~r.>en tot allerlei inkonsekwentie:; Hl de opzet en inhoud van de vor··· en daardoor tot aansluiting tmrnen de vc~rf,~chillende kti;j onderdelen in de opleiding(en tussen de
fasen"(Silo 19'76:6.22.)Voorbeeld:de verschillen in ·he
1üJe'J leièJt binmm de ::rnlJfakult t tot het elkaar ontw· kelen van dr Lder:;;l< .. und
(overlaten)om deze een kohercnt ,c;c:rn te
en .•.. bet en ( c• , ] uL.O
kbaar aan de· of andere manier tot
d .• de van de ln vele
deelverantwoor-kheden iE>~frekwentie 1 in het werk ontw~Ïk··· kcl t zich auwel 1<.:s een kol lekt ieve
., li (
•)CUren 19 · E' ') ·3 ) ) ,,, C,. " ·o· . . ·~ L ··t zowel. voor de docenten als de udenten.
Dit wordt beide ven~y;rkt door de aard van de lieoordel ll[:';
van de ies.Deze 1s veelal cht op individuele beoordcl
Dit U3 van de zaken voorkomt dat ies op het vlBk van
de ont,itaan die de betrokkenheid het subfaku.LLtirc
en.
Cewezen kan ook worden op het rei L dat het doen van voor~;tc:l rnbL L hierover
ie van het uprogramma voor rJe docent veelal \iez.i
heden z n ,Het komt ze1dc::n voor dat docenten zowel betrokken :;, n bij de
llJ. alE ook de cvaluaCic van het programma, wordt dit
aan c evaluat of de tudenten. t verster~t
natuurl k niet een tav hc:~t
onderwijsproces en het aandeel daarin •
De l: .ie kunnen ook zichtbaar
worden aan de hand van de pouiLic van de arde! Ine; ;itudiekoè;rchnaL De
lei huid
van de 'otudenten met f;tudi vaak toe~ dat
emen. llit lf;iclt er onder ck ngen van de
L
ls alleen worden in de indiv e f:lfeer ,dat doce.n1;t:n /', i.ch onbewu,;t, of bewust waa:nichi,jnLîjk voornarrw k zullen eren op de
voldoende/goede studenten en da~ t van
t naar van geen zaak is van de
doccnt"Dit wordt naar de afdcLi ng at e d ic echt qu.a fei l;c.1.icikc voor een groot
il, !1 Centralir;atie
Voor de r:uhf'akulteit :d_[; ] kunnen wc kcmfitateren clat er
nernendc mate een aL':i Lcmm.1.ng :Jvindt op d1' Lr::n en doelen
van het heleidscentrum,daL wil zeggen de icke)
ment 11
( i:lilo
19'!6: 6, l.fo.)
We moeten clan zowel ken naar de direkte nen van c:'ment naar de subfakulteit als naar de nen die v1a het rnecm rnveau .Lopen ,Het rr~so nivern1 wordt, de s1J.b'fah:ult L gezien door orp;ancm aJ.s de Univers , ~itsraad de dienst van de ver~:; t d Fakult. i cn,in zchcr 01iz l:ht,de Ak.adcmi::oche Ilaad,
ondcrdr~k van averheidsmaaL no,o; extra de autonomie van nubfak.ulteit.
Vc
van (\(' hicrarc J ncn van naarop de ·waar:
ernc~nt --i>ubfakuJ. t L
de var:tste11 van de kurmrnduur van het ,1 c;programma
de vast van de maximale :3t
ng van d
de van a:f r:tudeerk.wal ifikat ie;3~~dE,;
de van het va}~ken
van de le
de J':1.r1a11ci van de ntudJ.e van de studenten
het en de nu; van
de vast van de be:.::;tuurntrul<.tuur en van de
WUB
de toelat van ;_citudenten tot de univerE:it b .Akademische Haad-[3ubfakult
uniformering van colloquium doctum sen k.e specialisatie
van de studie(vast wordt)
c.Universiteit-Subf'ak.ulteit
van moment dat
lekt oren van
D.EL t f3 ll J_
toez van de kant van de centrale
toezicht o_p ter van :'Jt
formatiebele ooh fakulteit der noc weten ) :
c;n toezicht. op vervulling van formati
kontrole :t g v aanvrngen en van examen:":> van
lecrntoelenbeleic1 komende; en en aan vraag van n c:uwc
b rn:L n '· B
c·n 1
toezicrrL op de v ten van de'
fl:ij al deze en e(;moaar dat het n1Vedu een in de pap heeft bi~j de va~1tstell ng van het subfakultaire
How(;l een van de riierarcbic-:::;e lijnen overal waarneembaar is,
valt zij bet meest op en:
VêUlt van de bestem ruk.tuur de toelat van de studenten tot d
. i . . ..
ver;JJ. ;c:i.t, unJ • co1
en toezicht op rnaa ter ng van é3\ 1di
ijl: d onder de
1.e van de Ook voor het wet k
ma.ebt de ondcrwijssektor valt te als centraliéot:iucli
autoritair,
.i
de van het deel van hetstaats-c:ndcc;lfi de macbtr.>pos tie u:i.tmaak t n (
Ik wee<; eerder al op de
d t verband de leidDe
van
6.
l13) . Dit r3tctat voor de toene-··mende 1nE> TYl alle en fa~oen van de
be1e
Hoewel deze voor een deel het :rn van behoeften die en
het sveld zelf leven c ik
de leifü3c
cerd dat wil
zicb rekens te geven van maat 11 ( C' ' kd .. ·1 ,0 1 ;JtUé>t door hun
en maats
er enkele tiese van
moeten als eklektisch worden
chc
f ) ·: ) o. I j , '
van bet ondcrw:i j '' zonder ::iclw l~ontext waarin
H:: van ~3 chc 1. ng van weten
ZTJn J.n het hJ.erarc es ar
bcj.cJ~:;dc;]~·ï ge ~-:;taa·L ~Ï gen ondcrwi ,j
funkt:ie, dat wil :;,eggen e , waarvan de
rec;u1tatcn aan de tLi t.voo:rcndc bacol rrnn of meer worden opgc , r'. q. als
van 'I n ten d:Î enste van cic ~;taat"
( C' • .. >.)J ,.0 . l J
Deze harLrè v1ordcn cr,enomcn,
die onderzoek doen ij ]ç
op bttS
van indikator·cn ent i st en
zouden kunnen worclc:n
i~cn 11
r-;chitterend11
voorbeeld hiervan vinden wc -in de lmndc'l van Hurrelmann
,Uozi e der lotudenten b:i 0 1 km r:enz '.<onder dat s ! nn tot beJe ! ,!
Het :u:; ,J armne:r
different waarop men sat geweid (uit konfJLktJoos t
ook zen worden op hot u11 11an nci v
Le: : : tandem ter
een autc:ur z ch 1., om r;t11denten onvoldoende k e voc dE ln t~E::·vc1a:r 1. J ( '~t:L L clmiJt in een
worden gc:c.>tcld E:n voorntcl
ven van
ng. Ik doc~1 h) Wl ,J u ;;en
hoof'dutuk n te
ekonomic · ( f)ilo 1 :
6. '). ) .
we al ui het s dit hoofdst~k verder in die
ZJ.n eenzi ,j d op int .1.r:; van ~icholc'n
en bet tot de i t, i (~]5: ()
De d" Dit komt nie i,
voort de alf> zou t minder relevant z1 ,J n, maar uit kennir; van de s t, hoofdstu1\" van die
~;atievormen, werd overigcrrn ui "(c•'] · '1.)1.CJ 197(:. 1 ) : (.).)r-7), • 1 '
/\an de orde gc:oteld" een wal. woord. [1~en :.1.antal nval~:hcx:kcn van
waaruit men de invloed van de ondc·rwi,j ':orc;an at ie op de r:uc iaLÏf;at c zou
kunnen ken werd aangcst L. De vraag hoc (ij proce z ch in de k
zou kunnc~n wordt echter n et
Nu is bet de t ekonornic, élc :wc ia:t
C'
'·' et al.leen een moe kc zaa}ç vanwege: hc;L
eli i. 7.c] ,, maar ook omdat het h c::r .1.n om ec~.t1
1:1cuwe aanzcL i.i1 (J ;:.oci.ol c. Men rnoc t voor
land bekijkt, van de feite hcw, mede
af aan Het
van de tot nu toe
ste probleem is in on cl erw:i ,j :; socio·-·
ue s, de eenheid tussen de benaderingen gesmeed kan worden.
De 1eidse onderwij ssociologen noemc~n
nMen versc:haft (in recente theo:rie-aanzetten met tot de
tieke ekonomie van het onderwijs -- hs) hoofdzakelijk een äh::.otrakt marxl.s" ..
ties begrippenapparaat, systematiese analyse van aktuclc J.n
processen in de wetens en onderwi,j ssektor niet 11 d. orden
·1, p, 4t11). In dit verband ZJ.Jn de c::n
hoofdzakelijk ckonornisch van aard, Deze leidt er toe du 1, de
1;rukturen en processen tus;wn :LO
pro-schoo1cw r:oe·[ a1:i~rn.t:i.eproce:~ hebben we te .maken met inadekwa:te :u1 de zu1 van
De ekonomi en de organisati
de nog wel zichtbaar. 'I1och v:::i,1t op dat het van deze verb:i n-·
J.n grote mate aan de lezer wordt zijn
jn:c3 inziens: de van de externe en c1ency" wil
ik
we1 opmerken dat de relatie tussen ontwikkel. ingcnd "' ·~ t op het niveau van door de over-"
heid WlJ ngen in de anderzijds
waarneem-baar in de vorm van
gevenclen en onderwi,j svolgenden zelf l.n gang worden gezet als reakt op de sod.aal-ekonorniese
'för verduideli,jking een voor1Jeeld: toenemende spec~:i f3atic onderwi;j r; wordt niet alleen bevorderd door
instE;llen van varianten, maar wordt onder soc
ook aangemoedigd door de van
arbeidsmarkt,
Hoe moeiLLjk het J.s om de
ook wanneer we ken naar onderwi j fJ ~' oc
SOC1 atie in het ~Ï ::.; tot
aanzetten ekt maken. het en do(~enten op de te maken
bJi
,J de' lCHet belang van het vax1 de relatie tussen onderwij c::n ond< t'
wijssociali ]_8
zich (waarschijnlijk) voor een k deel laat verk1ar:·en
ving van de alledaagse onfü:rwi~j 'rnituatie door de stu.denten en cle deze zich verhoudt ten
fakultaire onderw:îj:;
cJe be11, ze wan,rr
--30-Tot nu toe heb ik geprobeerd om een vrij gedetailleerde beschrijving te maken van de organisatie van het· onderwijs binnen en buiten de subfakultej_t. lV!et name prolJeerde ik om die (zich verder ontwikkelende) organisatie te plaatsen tegen de achtergrond van algemeen maatschappeli,jke ontw:il\kel Dit maakte het mogelijk. om reeds ernge gevolgen van deze onderwijs
en situatie voo· te schetnen.
'I.1
och kan men niet zo ver gaan dat nu uit de beschrijving van de onder ,, ___ satie een va~;tomlijnd aantal vermoedens wordt d ten aanzien van mogelijke faktoren die een rol kunnen spelen in het geval van voortij
c3t u,J.iebe(,;j
s :moet worden dat ook niet wordt met
deze onderwij ese van de onderwijs ie J.n de
suhfakuJ.-teit sociologie.
Het is mi,jn bedoeling om met deze inlei een inzicht te geven in de WlJze waa.rop ik het prollleem van de voort digc studi lic•nadcr en om de lezer een analyt kader te verschaffen~ waarmee de opmerkingen van de t
de~-ke studiestade~-kers over de door hen beleefde studiebe~indiging of ng
van hun individuele ontdaan kunnen worden en "beter st n kunnen
worden in een algemeen kader.
In de tweede plaats moet worden dat zich tussen de l)eschreven
onderwijsorganisat en de feitelijke onderwijssituatie en voort dige
studie-beëindiging een aantal momenten bevinden. Zonder deze te kennen
is het niet goed mogelijk om te begrijpen, hoe bepaalde onderdelen van de onderwijssituatie zo door kunnen werken in de dagelijkse onderwi,j sprak.tijk, dat studenten daarom het onderwijs verlaten. Ik zou kunnen wi,j zen op nl1ernid--delaars" als docenten en studenten, gedrag, kommunümt:i.e tus[;en docenten en 1-Jtudenten en studenten onderling.
In de derde plaats kent de dagelijkse onderwijspraktijk een bepaalde relatieve zelfutand:i id ten opzichte van de formele, officiële onderw:i.j sorgani[mtie. Gewezen kan o.a. worden op de van maatschappeli,jke ervaringen door docenten en studenten en de kommunikatie-inhoud en --vorm die daarvan het gevolg kunnen zi,Jn.
Dit alh~'' kan betekenen dat zich in de~ onderwij ~;praktijk een aantal Jatente J _eerprocessen a .. f . spe_en. In de bundel "Andere wij ] é> over Onderw:l.j ~> 11
wordt onder meer ~1i11rnann
, die er op wijst, dat schoolonderwijs de
-31--noemt ui d.:it verband o,:L de hierarcb:ies kommunikatie en de op
cessen in de school. BijlBma en Van der Kley gaan in een sociologische benadering van de onderwi,j sleen:;ituatie11
zelfs zo ver dat zij zeggen:
"Dit alle~> leidt tot de veronderstell:Ïng dat minder het ciete leer-· en opvoedingsprograJrrma van ouders en leerkrachten de ontwikkE:~ling van vaardigheden bevordert, maar eerder de kwaliteit van de soc r'
waaraan het ' nel de<::lneemt. Als deze veronderstelling ,juü>t u; ." recent onderzoek maakt dat waa.rschijnLi,ik - dan Ü; het zaak de scholen mee1 op
hun Ünp urs ng door de schrijvers -· hs) leerprogramma te onder··
zoeken, nameli,j de z1.n van de aard van hun sociale re1atie;3ysteem ( vgJ
skussie "verborgen leerplan n, Krappmann, 197l+) tv
(Bijlsma en Van der 5' p" ) '
Naar mijn menin men, met het terecht benadrukken van de invloed van de
sociale relaties op d.e or1t·v.ril<~.k~elir1g van de • toch te ver wanneer
deze in zekere zin verzelfstandigd wordt ten opzichte van de onderwij en maatschappelijke omstandigheden l1uiten het onde:rwijB zelf,
blijft zaak de vraag te stellen wat pree de samenhang .L tusi:>en de ie)processen die zich op school
en de objektieve maa-tschappeli,ik vorm van het onderwijs en de
van het onderwi~js. De organisati ingen over leren en school bij betrokk.e11 partijen (leraren, , ouders) spelen daa:r'bij een belangrijke "be-··
"dd J d tl ·111 (B d 19'('{" p. r21'1),
m1. e .. en e ro. . ran s e.a.: , . 1
Ik heb al gesteld dat zich tussen iêle onderwijsorganisat trekking of uitstoting uit bet onderwijs ook weer nbemiddelaars 11
l:ievinden, Ik noem nogmaals: docenten- en f3tudentengedrag, de komrnunikatie tusr:3en docenten en studenten en Btudenten onderling, de opvattingen van de deelnemer~; aan het onderwijsproces over hcot onderwijs en de beleving van de onderwij ~rnituatie door dezelfde deelnemers.
Om het proces van voort dige r3tudiebeëindiging goed te kurmen u1 feite van twee methoden van materiaalverzameling gebruik worden Zoals in de methodoJogi_eéJe verantwoording nog na.der zal worden
moeL
heb ik voor dit vooronderzoek zen voor het open interview. Het is du:ideJ.i
dat we daarmee geen haarscherp beeld kunnen krijgen van de en
terugtrekkingrwerschi , zoals die z
in
de dagelijkHevoordoen, Met name enkele van de ddelaare>11 v.J.a het