• No results found

Juridica; Nieuwe Wet ruimtelijke ordening

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Juridica; Nieuwe Wet ruimtelijke ordening"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

30

praktijk raadsel

Zoals u weet vormen reeën een behoorlijke doelgroep als het gaat om verkeersslachtof-fers onder dieren. En je kan wildspiegels of andere glimmertjes plaatsen wat je wil: ze blijven op het verkeerde moment de weg oversteken. Tja, dan is een botsing niet te vermijden. Ook de bestuurder van deze auto kreeg hiermee te maken. Maar wellicht had (in dit geval) hij zijn snelheid niet helemaal aangepast. Het commentaar van de chauf-feur was: “Ik heb helemaal niets gemerkt!” De vraag is dus: hoe hard werd er gereden op het moment van dit ongeluk? Was dat: a] 60 km/uur b] 120 km/uur c] 180 km/uur d] 240 km/uur

Nieuwe Wet

ruimtelijke

ordening

Wanneer op 1 juli de nieuwe Wet

ruimtelijke ordening (Wro) in werking

treedt, dan hebben vooral provincies er

veel nieuwe instrumenten bij gekregen.

Onder de oude WRO (met drie

hoofdlet-ters) beperkte de rol van de provincie

zich nog tot goedkeuring van

gemeen-telijke bestemmingsplannen en het

maken van juridisch nogal vrijblijvende

streekplannen. Goedkeuring en

streek-plan worden echter geschrapt, maar de

nieuwe Wro introduceert wel allerlei

nieuwe juridische instrumenten voor

de provincie zoals het inpassingsplan,

het projectbesluit, de aanwijzing aan

gemeenten en de provinciale ruimtelijke

verordening (de PRV).

Het inpassingsplan is gewoon een provinciaal bestemmingsplan, maar dan wel één die een strijdig gemeentelijke bestemmingsplan over-stemt: handig om bijvoorbeeld eindelijk eens de provinciale EHS bindend te laten doorwer-ken of een robuuste verbindingszone in één klap te regelen.

Aanwijzingen aan de gemeente zouden voor Gedeputeerde Staten ook nog wel eens handig kunnen zijn. Zo is de reactieve aanwijzing een mogelijkheid om de inwerkingtreding van een gemeentelijk ontwerp-bestemmingsplan te blokkeren. Daarmee kun je deze aanwijzings-bevoegdheid volgens mij gewoon als de opvol-ger van de vervallen goedkeuringsbevoegdheid zien.

Het meest spectaculaire nieuwe instrument vind ik de PRV. Provincies kunnen in deze verordening iets zeggen over de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen, maar de PRV kan ook als toetsingsgrond gaan fungeren voor de verlening van aanleg- en

sloopvergun-ningen en bovenal ook van bouwvergunsloopvergun-ningen. De provincie bepaalt dus via een PRV mede de gemeentelijke bouwvergunningverlening. Dat is helemaal nieuw in de ruimtelijke orde-ning. Wat dacht u van een PRV met juridisch eindelijk eens afdwingbare regels voor ruimte-voor-ruimte, rood-voor-groen, windmolens, weidevogelgebieden (provincies als Fryslan en Noord-Holland kunnen nu echt hun kwetsbare weidevogellandschap gaan beschermen!), kernkwaliteiten in Nationale Landschappen, bedrijvenparken, stinzenbossen, ruilverkave-lingsbosjes, wildrasters, streekeigen bouwen, EHS-saldering of natuurcompensatie… De rol van de provincie verschuift van contro-leur naar deelnemer aan de ruimtelijke orde-ning. Of liever gezegd: de rol kán verschuiven. Provincies zijn niet verplicht al deze nieuwe instrumenten in te zetten. Ze kunnen het doen, maar moeten het niet. Dat is volgens mij de achilleshiel van deze Wro: mooie, interessante en juridisch dwingende instrumenten voor pro-vinciale regievoering, maar als de provincie ze niet in wil zetten dan blijven we toch hangen in het ancien regime van de oude WRO.

Het gaat dus om de politieke bereidheid ten provinciehuize. Op Alterra onderzochten wij voor LNV en MNP al die bereidheid en die lijkt voor wat betreft landschap en natuur voorals-nog een beetje tegen te vallen. Als dat zo blijft dan zakken we weer terug in het oude ver-trouwde kick and rush-voetbal over de provinci-ale middenlinie heen: niet-bindende rijksnota’s (‘rijksstructuurvisies’ in de Wro) en vooral weer het gemeentelijke bestemmingsplan en lokale artikel 19-vrijstellingen cq. projectbesluiten zonder veel regionale regie.

Fred Kistenkas

Leerstoelgroep Bos- en Natuurbeleid, Wageningen Universiteit

fred.kistenkas@wur.nl

Juridica

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

7 : Wanneer een lid niet aanwezig kan zijn op de vergadering van de eerstvolgende commissie, en dit wordt binnen de termijn aangegeven in artikel 6 gemeld aan

§ 8 VCRO waarin gesteld wordt dat de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening een huishoudelijk reglement opstelt en dat dit reglement en zijn wijzigingen ter goedkeuring

Indien provinciale staten met toepassing van artikel 3.26, eerste lid, een inpassingsplan vaststellen, of met toepassing van artikel 3.27 een projectbesluit nemen of een besluit

1 In het landelijk gebied kan de oprichting van een of meer opstellingen voor zonne-energie uitsluitend mogelijk worden gemaakt met behulp van een omgevingsvergunning waarbij

De Gecoro merkt op dat er veel aandacht is voor klimaatadaptatie zoals onder meer ontharden, maar dat er, in tegenstelling tot de wijkstructuurschets Zwijnaarde,

De Gecoro luistert naar de stand van zaken in de opmaak van het ontwerp voor het RUP Dampoort, gepresenteerd door Raf Mandervelt (DSRP), met ondersteuning van Hannelore

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de

(crisismanagementplan), met onder meer afschakelplan voor parkeerplaatsen, private groene ruimten die tijdelijk kunnen worden opengesteld, gebouwen die zodanig worden aangepast of