• No results found

Sexual healing : hoe pornoverslaafden zichzelf en hun seksualiteit reguleren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Sexual healing : hoe pornoverslaafden zichzelf en hun seksualiteit reguleren"

Copied!
70
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

SEXUAL HEALING

Hoe pornoverslaafden zichzelf en hun seksualiteit reguleren

Peter Balm 6147925

psbalm@gmail.com

Masterthesis Algemene Sociologie 1e begeleider: Gert Hekma 2e begeleider: Marie-Louise Janssen 29 juni 2016

(2)
(3)

3

Samenvatting

Deze masterthesis voor de opleiding Algemene Sociologie behandelt de culturele constructie van pornoverslaving als ziekte. Ondanks wetenschappelijke discussie over de legitimiteit van pornoverslaving en het feit dat de ziekte tot op heden niet is opgenomen is de DSM

(Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), is de populariteit rondom het concept in de afgelopen decennia toegenomen. In dit onderzoek zal ik geen uitspraken doen over de medische kant van de ziekte, maar geef ik antwoord op de vraag hoe pornoverslaving wordt geconstrueerd als ziekte en hoe individuen dit ziektebeeld toepassen op zichzelf en hun seksualiteit. Ik heb een discourse-analyse uitgevoerd op de specifieke culturele context van zelfhulpwebsites. Op deze websites wordt kennis over pornoverslaving verspreid met als doel de bezoeker in staat te stellen zichzelf te diagnosticeren. Ook verschaft de website uitgebreide informatie over de behandeling van pornoverslaving. De drie websites die ik heb onderzocht zijn opgericht in de Verenigde Staten en hebben bezoekers van over de hele wereld. Op de websites staan artikelen over pornoverslaving en is er de mogelijkheid om vragen te stellen, ervaringen te delen, dagboeken bij te houden en op elkaars berichten te reageren. In het onderzoek heb ik mij gefocust op de culturele context van de websites, gebruikmakende van observatie van de websites en discourse-analyse van de content.

Ik beantwoord mijn onderzoeksvraag vanuit het perspectief van het individu in de postmoderne samenleving, waarin ervaringen van het individu worden geplaatst binnen maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot kennis en gezondheid. Ik maak een vergelijking tussen het pornoverslavingsconcept en 18de en 19de-eeuwse

anti-masturbatiecampagne die leidde tot morele paniek rondom onanie. De opvattingen over seksualiteit en mannelijkheid die zijn te vinden in de content van de websites zal ik beschrijven vanuit de hedendaagse heteroseksuele norm voor mannen.

De content op de websites verklaart pornoverslaving met een argumentatie gebaseerd op de neurologische wetenschap. Er wordt een wetenschappelijke objectiviteit gebruikt om morele uitspraken te doen over seksuele gedragingen. Uit het onderzoek blijkt dat de constructie van pornoverslaving sterke overeenkomsten heeft met de onaniegeschriften uit de 18de en 19de eeuw. Het versterkt en bevestigt de mannelijke heteroseksuele norm waarin coitus, de beheersing van seksualiteit en emotionele intimiteit centraal staan. Schaamte en wanhoop voortkomende uit zeer uiteenlopende klachten zoals depressie, erectiestoornissen, seksuele fetisjen en sociale angst leiden mannen tot de zelfdiagnose van pornoverslaving, die wordt

(4)

4

gebruikt als verklaring voor deze klachten. De mannen die samenkomen op de websites zijn op eigen initiatief op zoek gegaan naar een antwoord op hun problemen. Zelfdiagnose en zelfhulp wijst op een zelfregulerend individu dat zich laat leiden door een sterke sociale norm over seksualiteit en mannelijkheid. Door het eenzijdige beeld dat van pornoconsumptie wordt geschetst op de websites brengt de diagnose en behandeling van pornoverslaving de mannen, die bestaat uit een zeer diverse groep, vaak meer problemen op dan dat het oplost.

In mijn onderzoek heb ik mij gericht op de culturele context van de zelfhulpwebsites. Verder onderzoek naar specifieke groepen onder de pornoverslaafden, zoals vrouwen, partners van verslaafden en homoseksuelen, zou meer inzicht kunnen bieden op hoe het

pornoverslavingsconcept wordt toegepast op de identiteit van het individu. Vergelijkend onderzoek tussen verschillende landen en culturen zou meer inzicht kunnen geven op hoe sterk de mannelijk heteroseksuele norm in westerse culturen wordt nageleefd. In mijn onderzoek ben ik veel onwetendheid over seksualiteit tegengekomen, die een belangrijke rol speelt in de diagnose van pornoverslaving. Ik geloof dat hierin op het gebied van voorlichting over seksualiteit in het algemeen en pornografie in het bijzonder veel te winnen valt, met als doel dat mensen meer bewust worden van en kritisch kunnen kijken naar de maatschappelijke norm in plaats van zichzelf verkeerde ziektebeelden aan te praten.

(5)

5

Voorwoord

De totstandkoming van mijn masterthesis is een lang proces geweest. Vier jaar geleden kwam ik via persoonlijke omstandigheden in contact met pornoverslaving en het onderwerp heeft mij sindsdien gefascineerd. Ik wist toen al dat ik deze interesse wilde gebruiken bij mijn afstuderen, maar helaas was het niet eenvoudig de juiste persoon te vinden die mij daarin kon begeleiden. Daarom wil ik Gert Hekma bijzonder bedanken. Voor de nieuwe inzichten die hij mij heeft gegeven, de literatuur die ik op zijn aanraden heb gebruikt en alle kopjes thee die we hebben gedronken. Ik wil Marie-Louise Janssen bedanken voor haar bijdrage als tweede begeleider en de bruikbare feedback op mijn voorstel. Ik hoop dat ik als student van de master Algemene Sociologie een interessante masterthesis heb kunnen toevoegen aan de lichting Gender, Sexuality and Society van dit jaar.

(6)

6

INHOUDSOPGAVE

INTRODUCTIE... 8

THEORETISCH K ADER ... 11

Seksuele agency en structuur ... 11

Onanie en de geschiedenis van seksuele afwijkingen ... 13

De hedendaagse seksuele norm ... 16

PORNOVERSLAVIN G ... 18

Culturele zorgen ... 18

Medische voorschriften ... 20

Wetenschappelijke discussie ... 22

Individuele ervaringen en de vraag naar remedie ... 24

METHODO LOGIE... 26 De websites ... 27 Correspondentie ... 28 DE ZIEK TE EN DE SYMPTOMEN ... 31 De ziekte... 31 Erectiestoornissen... 32 Objectiveren ... 33 Fetisjen ... 34

Het delen van een partner ... 35

Homoseksuele en transseksuele pornografie ... 36

Sociale angst en eenzaamheid ... 37

DIAGNOSE ... 40

Het onderscheid tussen fantaseren en uitvoeren ... 40

Schaamte en schuldgevoelens ... 41

Dokters en Therapeuten ... 41

(7)

7

Reboot ... 44

Kennis en steun ... 45

Onthouding ... 46

Het gevecht... 47

Triggers & drang... 48

Terugval ... 49

Ontwenningsverschijnselen ... 50

CLEAN ZIJN ... 52

Afnemende symptomen... 53

Erecties ... 53

Emotie in plaats van lust ... 54

Coitus in plaats van fetisjen ... 55

Nooit meer porno en masturbatie ... 55

CONCLUSIE ... 59 DISCUSSIE ... 63 REFERENTIES ... 65 Bijlage 1 ... 68 Bijlage 2 ... 68 Bijlage 3 ... 69 Bijlage 4 ... 69

(8)

8

INTRODUCTIE

Begin jaren tachtig van de vorige eeuw trok een wereldberoemde Amerikaanse artiest zich voor anderhalf jaar terug in het Belgische kustplaatsje Oostende om te herstellen van zijn drugsverslaving. Het verhaal gaat dat de soulzanger in die periode een zodanige

pornoverzameling opbouwde dat zijn vrienden zich zorgen maakten of de drugsverslaving niet plaats had gemaakt voor een nieuwe verslaving, een pornoverslaving. Toen biograaf David Ritz bij hem over de vloer kwam en zijn collectie aantrof kon hij maar één conclusie trekken: ‘Man, you need some sexual healing’. Het zouden deze woorden zijn geweest die Marvin Gaye inspireerden tot het schrijven van zijn monsterhit Sexual Healing.

Voor mij was het vier jaar geleden dat ik in contact kwam met de term pornoverslaving. Het was in een periode waarin ik last had van vroegtijdige orgasmes, het onvermogen om voor een langere tijd geslachtsgemeenschap te hebben zonder het bereiken van een orgasme. In die conditie kreeg ik een relatie met iemand. Het gevoel niet in staat zijn haar seksueel te kunnen bevredigen had een enorme emotionele impact op mij. Ik voelde me zwak en was bang dat ze mij zou verlaten. Ik ben op zoek gegaan naar de oorzaak van mijn probleem en een korte zoektocht op het internet gaf een antwoord: mijn seksualiteit was aangedaan door de

hoeveelheid porno die ik keek. Door te stoppen met porno kijken zou ik weer de oude worden. Het leek een plausibel verhaal en omdat een periode zonder porno zou sowieso geen kwaad kon, besloot ik ermee te stoppen. Vijf weken lang hield ik een dagboek bij om mijn

ervaringen op te schrijven, tot ik geen last meer had van vroegtijdige orgasmes.

Of Marvin Gaye en ik werkelijk verslaafd kònden raken aan porno is een vraag die veel wetenschappers bezighoudt. Uit verschillende onderzoeken komen tegenstrijdige conclusies naar voren en zowel methodes als resultaten worden sterk bekritiseerd. In de laatste versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-V) is seksverslaving, de bredere variant van pornoverslaving, niet opgenomen. ‘To include this as an addiction would

require published scientific research that does not exist at this time’ (2013), verklaart Charles

O’Brien, personal communicator van de American Psychiatric Association. Dit standpunt wordt gedeeld door vele andere wetenschappers, waaronder psycholoog David Ley (2014), de meest uitgesproken tegenstander van het pornoverslavingsconcept. ‘The tenacity and

popularity of the porn addiction concept to describe high rates of visual sexual stimuli use (watching porn) appears to be driven by non-empirical forces’ (2014: 100). Andere sociale

(9)

9

uitspraken te doen op wetenschappelijke basis, maar op morele basis vanuit een conservatieve en seksueel repressieve houding.

Ondanks de kritiek op het gebruik van pornoverslaving als een ziektebeeld en de twijfels over het bestaan ervan in zijn geheel, neemt de populariteit ervan niet af. Een groot aantal mensen vindt zichzelf in het ziektebeeld en ziet zichzelf in relatie tot hun seksualiteit als ‘ziek’. In februari 2016 plaatste acteur en voormalig American Football ster Terry Crews een vierdelige videoboodschap op internet genaamd Dirty Little Secret, waarin hij openlijk vertelt over zijn pornoverslaving en de therapie die hij heeft ondergaan. Rondom de pornoverslaving heeft zich een lucratieve therapie-industrie ontwikkeld, waarbinnen meerdere therapieën en consulten worden aangeboden om van de verslaving af te komen. Deze behandelingen

worden niet vergoed door zorgverzekeringen en de prijskaartjes die eraan zijn verbonden zijn fors. Een psychologenpraktijk in Amsterdam reageert als volgt op het debat rondom

pornoverslaving:

‘Pornoverslaving bestaat wel degelijk en heeft een grote invloed op het welbevinden van een flink aantal mensen. De behandeling hiervoor vergroot de kwaliteit van hun leven

aanmerkelijk en is daarom ook de moeite waarde. En dat alles kan zonder seks te demoniseren of Nederland nog bekrompener te maken.’

(http://www.ivpp-psycholoog-amsterdam.nl/verslaving/pornoverslaving-bestaat-niet/)

Naast de meer traditionele hulpverlening is er de afgelopen jaren ook een digitale vorm van therapie op het gebied van pornoverslaving ontstaan. Op zelf-therapie websites kunnen mensen terecht voor informatie over de gevolgen van het kijken naar porno, pornoverslaving en stoppen met porno kijken. Op de sites kan men zich inschrijven en in contact komen met de community¸ bestaande uit lotgenoten waarmee ervaringen worden gedeeld en om advies kan worden gevraagd.

Uiteindelijk maakt het niet uit of het pornoverslavingsconcept empirisch onderbouwd is of niet. Mensen zien zichzelf als pornoverslaafden en therapeuten geloven dat ze hen kunnen helpen. Zoals Terry Crews, nadat hij een enorm aantal reacties op zijn eerste filmpje had ontvangen, vaststelt : ‘This is a real problem, it’s a real issue’. Daarom moet pornoverslaving serieus worden genomen als een ziektebeeld in onze samenleving. In mijn onderzoek ga ik bekijken hoe deze ziekte wordt geconstrueerd op de zelf-therapie websites en hoe dit ziektebeeld de seksualiteit van individuen beïnvloed. Mijn onderzoeksvraag luidt:

(10)

10

‘Hoe wordt pornoverslaving als een ziekte geconstrueerd op zelf-hulpsites en hoe passen individuen het idee van pornoverslaving toe op zichzelf en hun seksualiteit?’

Ik zal geen antwoord geven op de vraag of pornoverslaving echt bestaat of niet. In plaats daarvan zal ik onderzoeken hoe de ziekte cultureel is geconstrueerd in de moderne samenleving en hoe individuen daarop reageren.

(11)

11

THEORETISCH KADER

Voor ik begin met de data-analyse om vervolgens de onderzoeksvraag te beantwoorden zal ik eerst in de komende hoofdstukken het theoretisch kader van mijn onderzoek, de historische context van seksuele afwijkingen en de culturele context van pornoverslaving uiteenzetten. Seksuele agency en structuur

Zoals de titel van deze thesis doet vermoeden gaat mijn scriptie over agency: Sexual Healing,

hoe pornoverslaafden zichzelf en hun seksualiteit redden, wijst op een actief individu dat

handelt vanuit eigen motivatie en naar eigen belang. Maar ik zal dit individuele proces beschrijven in relatie tot de structurele discourse van gezondheid en seksualiteit waarin pornoverslaving bestaat, hoe de aandoening een sociaal verschijnsel van de moderne samenleving is en hoe het individu hierop reageert. Het theoretisch vertrekpunt van mijn onderzoek is Anthony Giddens’ theorie die hij beschrijft in zijn boek Modernity and

Self-Identity (1991). In dit boek zet Giddens de relatie tussen agency en structuur uiteen door het

individu en zijn psyche te plaatsen binnen ontwikkelingen en omstandigheden van de laat-moderne samenleving. Hij focust zich daarbij op de psychologie en de identiteit van het zelf. Eenzelfde onderscheid wordt gemaakt met het ‘drie lichamen’ concept van de medische antropologen Scheper-Hughes en Lock, waarmee op drie verschillende niveaus het lichaam maatschappelijk geanalyseerd kan worden en waarvan ik er twee zal gebruiken (1987: 7). Op het eerste niveau is het individuele lichaam, de directe ervaring van het lichaam zelf door het individu. Het tweede niveau, dat ik verder buiten beschouwing zal laten, is het sociale

lichaam, waarin het lichaam wordt gebruikt als symboliek voor culturele en natuurlijke

fenomenen. Het derde niveau van analyse is het lichaam politiek, waarin van ‘regulatie, toezicht, en controle over lichamen (individueel en collectief) betreffende reproductie en seksualiteit, werk en vrije tijd, ziekte en andere afwijkingen’ (1987: 7) sprake is. Deze

benadering van agency-structuur zal ik toepassen op mijn onderzoek naar pornoverslaving en seksualiteit.

In het boek Modernity and Self-Identity (1991) beschrijft Anthony Giddens hoe in de

moderne samenleving een cultuur bestaat waarin het individu het verloop van zijn/haar leven zelf in de hand heeft. Ieder individu schrijft zijn of haar eigen levensverhaal. Hetzelfde geldt voor de seksualiteit van het individu (Giddens 1991). Seksuele ontwikkeling en voldoening is in de moderne samenleving gebonden aan dit ‘project van het zelf’. In de loop van de

(12)

12

geschiedenis is seks steeds meer achter de schermen verplaatst. In de middeleeuwen leefde het hele gezin vaak in dezelfde kamer, waardoor kinderen makkelijker getuige waren van de nachtelijke activiteiten van hun ouders. Tegenwoordig wassen we onszelf achter een gesloten badkamerdeur en worden er speciaal opgeleide personen seksuele voorlichting geven op scholen. Deze loskoppeling van de ervaringen van seksualiteit uit het dagelijkse beeld noemt Giddens de ‘privatizing of passion’. Seksualiteit werd de zaak van het individu, waardoor iedereen de taak kreeg zijn eigen seksuele identiteit te vormen (Giddens 1991, Irvine 1993). In Foucaults woorden werd seksualiteit ‘het stempel van individualisme’ (1998: 141). Seksualiteit maakt deel uit van de identiteit van een individu. Dus wanneer individuen problemen krijgen met hun seksualiteit, lijdt hun identiteit hieronder. Ze komen voor een keuze te staan: hoe gaan ze om met de klacht? Deze vraag wordt ingevuld afhankelijk van de kennis die het individu over de klacht heeft. Beschikbare informatie is bepalend voor de mogelijke manieren waarop mensen hun leven kunnen leiden. Wanneer individuen keuzes moeten maken over hun gezondheid en de behandeling van een medische klacht, zijn ze afhankelijk van de beschikbare informatie. In de moderne samenleving is er niet één autoritaire vorm van kennis die het individu kan vertellen wat de beste manier van diagnosticeren of behandelen is. Het individu kan kiezen uit verschillende bronnen voor informatie, elk met een ander verhaal. Giddens (1991) noemt dit expert systemen. Dit zijn vormen van kennis die worden geproduceerd door experts, het gewone individu heeft niet meer alle kennis in pacht over zijn of haar eigen gezondheid. Het ervaren van onze seksualiteit is beïnvloed vanuit de medische professie (Irvine 1993, Foucault, 1998). De medische wetenschap heeft een plaats opgeëist in het creëren van kennis over seksualiteit. Irvine (1993) beschrijft in haar artikel Regulated Passions: The invention of inhibited sexual

desire and sex addiction hoe bij kennis over een gezonde seksualiteit ook kennis over

ziektebeelden hoort. Deze ziektes zijn niet enkel organische entiteiten, ze dienen als ‘verlengde gedachtepatronen doordrongen met diverse betekenissen’ (1993: 203).

Voor Foucault maakt de regulering van seksualiteit, de invloed van medische professie op hoe we naar ons lichaam kijken, deel uit van biomacht. Biomacht is een vorm van

machtsuitoefening, ‘an explosion of numerous and diverse techniques for achieving the

subjugations of bodies and the control of populations’ (1998: 140). Volgens Foucault heeft

niemand deze macht in bezit, in plaats daarvan bevindt deze biomacht zich in de discourse van culturele contexten (Swidler 1995). Biomacht behoort niet tot individuele actoren, maar is een op zichzelf staande vorm van kennis dat zich door de tijd heen heeft ontwikkeld.

(13)

13

Individuen gebruiken en onderwerpen zichzelf aan die kennis (Swidler 1995). De ziektebeelden die de medische wereld creëert worden door individuen overgenomen en geïnternaliseerd, zoals dit gebeurde met masturbatie en perversies. Op deze manier wordt de ervaring van het lichaam, en in dit geval de seksualiteit, gereguleerd door instituties in plaats van het individu zelf. In Foucaults ogen diende de enorme hoeveelheid 19de-eeuwse

literatuur over seksualiteit in het leven van een individu als middel om individuen te kunnen controleren (1998: 142). Stephen-Hughes en Lock zien deze culturele constructies van en over het lichaam als ‘een instrument in het behouden van bepaalde meningen over en

houdingen tegenover de samenleving en sociale relaties’ (1987: 19).

Maar volgens Giddens zijn individuen niet volledig afhankelijk van de kennis van experts. Wanneer mensen gezondheidsklachten of problemen in hun seksleven krijgen kunnen ze ook de andere kant op: ze kunnen zich de kennis eigen maken en er hun eigen draai aan geven, hetgeen Giddens empowerment noemt (1991: 140). Dat wil zeggen: zelf op onderzoek uitgaan, leren over de klacht en daaruit zelf de conclusies trekken. De momenten waarop het individu voor deze keuzes komt te staan zijn cruciaal voor de identiteit van een persoon. ‘Al

deze keuzes zijn niet simpelweg opties tot handelen: ze rusten op, en ontwikkelen verder, de rode lijn van de zelf-identiteit’ (1991: 141). In het volgende hoofdstuk beschrijf ik de

geschiedenis van seksuele afwijkingen, waarin ik extra aandacht geef aan de anti-masturbatiecampagne van de 18de en 19de eeuw.

Onanie en de geschiedenis van seksuele afwijkingen

Het pathologiseren van seksuele handelingen is een fenomeen van alle tijden. Masturbatie is eeuwenlang, en wordt door sommigen nog steeds, gezien als een zonde: een verspilling van zaad als gevolg van een non-reproductieve seksuele handeling. Tot de 17e eeuw werd dit vanuit verschillende religieuze overtuigingen beargumenteerd, sinds de Verlichting wordt deze argumentatie bijgestaan door medische wetenschap. Dankzij het geloof in de

wetenschap en haar objectiviteit werd masturbatie als gevaarlijke seksuele handeling een populair denkbeeld onder de bevolking (Bullough 2003: 27). In 1760 beschreef de Zwitserse arts Tissot de gevolgen van masturbatie en andere vormen van non-reproductieve seks (geciteerd in Bullough 2003: 29): ‘verwarring van de mentale toestand, in sommige gevallen

gekte, acute pijn in het hoofd, blaren op de neus, pijnlijke jeuk, vermindering van energie, impotentie, voortijdig orgasme, tumoren in de blaas, constipatie, enz.’. Met het werk van

(14)

14

Tissot begon het ontstaan van een morele paniek rondom masturbatie gedurende de 18de en 19de eeuw (Hekma 1988, Garlick 2011).

In zijn artikel Masculinity, Pornography, and the History of Masturbation oppert Garlick (2011) dat de anti-masturbatiecampagne gekenmerkt werd door een heteronormatief

perspectief waarin masturbatie werd gezien als een gevaar voor de sociale en natuurlijk orde. Masturbatie tast de mannelijkheid van jongens en mannen aan, omdat de beoefenaar geen controle zou hebben over zijn natuurlijke aard, wat werd gezien als een zwakte. Daarnaast werd mannelijk zaad gezien als belangrijk aspect van de opbouw voor het mannelijk lichaam en het verlies ervan zou ten koste gaan van de groei (Hekma 1988). Een andere belangrijk thema van de onaniegeschriften uit de 18de en 19de eeuw is de schadelijke gevolgen van fantaseren; het gebruik van verbeeldingskracht zou onnatuurlijk zijn en een extra uitputtend effect hebben op het individu (Hekma 1988). ‘De ergste perversie die er is, “is het vervangen

van een echte partner voor een denkbeeldige partner”’ (2011: 314), een uitspraak die Garlick

uit het onaniegeschrift O.S. Fowler uit 1856 haalt. Een derde centrale thema van de anti-masturbatieliteratuur is het solisme dat gepaard gaat met de handeling (Hekma 1988, Garlick, 2011). Masturbatie vind plaats achter gesloten deuren, in het geheim. Deze omstandigheden zorgen voor gevoelens van schaamte bij de beoefenaar, die op hun beurt weer leiden tot psychologische aandoeningen. Daarnaast gaat de solopraktijk hand in hand met het ontbreken van liefde en zorgzaamheid, kenmerken die seksuele expressie de enige acceptabele vorm van seksuele expressie maken (Garlick 2011: 314).

Naast de gevaren die masturbatie voor de samenleving heeft geven de 18de en 19de eeuwse schrijvers ook de oorzaken, gevolgen, genezing en preventie van de handeling (Hekma 1988). Zo zouden verschillende omstandigheden het individu verleiden tot masturbatie: het aanraken van de penis, te strakke broeken dragen, het drinken van alcoholische dranken, te kort aan sport, verveling, het lezen van stimulerende literatuur, en het hebben van onreine gedachten. Eigenschappen waar een zondaar aan te herkennen was waren verwijfd gedrag, waanzin, impotentie, weinig energie en het verlies van wilskracht. Deze laatste zou er toe leiden dat de conditie van het masturberende individu steeds verder achteruit gaat. Door het gebrek aan wilskracht is hij niet in staat zichzelf tot de orde de roepen (1988: 241). Ondanks al deze doemscenario’s, schrijft Bullough, werd masturbatie ‘ongetwijfeld wijdverspreid beoefend in

(15)

15

In hun artikel Pathologizing Sexual Deviance: A History (2013) zetten Andreas De Block en Pieter R. Adriaens uiteen hoe seksuele afwijkingen door de eeuwen heen zijn gezien en behandeld. Tot 1850 werd seksueel afwijkend gedrag gedefinieerd op basis van morele en theologische overtuigingen. Deze afwijkingen werden daarna gezien als een functionele ziekte van het seksuele instinct, het ontbreken van een natuurlijke behoefte tot voortplanting. De toonaangevende 19de-eeuwse Duitse psychiater Krafft-Ebing schreef in 1886: ‘Waar zich

de mogelijkheid voor de natuurlijke bevrediging van het seksuele instinct voordoet, moet elke uiting ervan die niet overeenkomt met het doel van de natuur – i.e. voortplanting – gezien worden als pervers’ (geciteerd in De Block & Adriaens 2013: 281). De seksuele norm was

voortplanting en gedrag dat niet conform was aan deze norm, was ziekelijk en degeneratief gedrag dat kon leiden tot verdere aftakeling in combinatie met alcoholisme, pauperisme en morele gekte.

Eind negentiende eeuw veranderde de houding tegenover seksuele afwijkingen toen er een onderscheid werd gemaakt tussen de fantasie over een handeling en het uitvoeren van een handeling. Een persoon kan een bepaalde fantasie hebben, maar dat betekent niet dat de persoon deze ook in praktijk brengt. De oorzaak van de seksuele afwijkingen moest niet gezocht worden in het brein of de genitaliën, maar in de psychologische toestand van de persoon zelf. Hierdoor werd seksueel verlangen onderdeel van de identiteit van een persoon. Zo vat Davidson (1991) het werk van Krafft-Ebing in de zin ‘To know a person’s sexuality, is

to know that person’ (geciteerd in De Block en Adriaens 2013, 280). Voor Krafft-Ebing

waren verschillende seksuele afwijkingen, verschillende manieren om een persoon te zijn (2013: 280). Seksualiteit werd een zaak van het individu. Samen met Krafft-Ebing

beargumenteerden steeds meer psychiaters dat perverse individuen genezen moesten worden in plaats van gestraft. Er werd geëxperimenteerd werd met verschillende therapievormen. Een bekend voorbeeld dat nog steeds wordt gepraktiseerd is de conversie therapie, met als doel homoseksuelen tot heteroseksueel te keren (2013: 287).

Ondanks deze veranderingen in de wetenschappelijke discourse bleven seksuele afwijkingen gepathologiseerd worden. In de eerste helft van de 20ste eeuw omschreef de psycholoog Wilhelm Stekel zijn analyse over BDSM (bondage, dominantie en sadomasochisme) als een ‘wandeling door het koninkrijk van de hel’ en zette de handeling in het rijtje van

‘kannibalisme en necrofilie’ (geciteerd in Lindemann 2011: 151). Homoseksualiteit stond tot 1974 in de DSM als een mentale stoornis (De Block en Adriaens 2013: 289). In de laatste decennia heeft de APA, die de DSM opstelt, haar visie op seksuele afwijkingen bijgesteld

(16)

16

(De Block & Adriaens 2013). Er wordt tegenwoordig een onderscheid gemaakt tussen parafilie en mentale afwijkingen. Parafilie hoeft geen mentale stoornis of ziekte te zijn die behandeld moet worden. Alleen wanneer er sprake is van parafiel gedrag dat leidt tot slachtoffers dan wordt het gezien als een gevaarlijke seksuele afwijking (2013: 293). Dit betekent dat seksuele afwijkingen niet meer zo simpel worden gepathologiseerd als in de 19de en 20ste eeuw gebeurde. Ideeën over seksueel deviant gedrag zijn van belang in het begrijpen van de maatschappelijke norm over seks en seksualiteit. Seksuele afwijkingen onthullen de seksuele normativiteit van een samenleving.

De hedendaagse seksuele norm

Er is nog altijd een duidelijke culturele norm voor heteroseksuele mannen op het gebied van seks (Donaldson 1993, Connell 2005, Khan et al 2008). Seksuele handelingen zijn een manier om maatschappelijke genderrollen te reproduceren. Naast allerlei anderen soorten interactie, kan een man via seks zijn mannelijkheid ‘performen’ (Butler 1992). Deze set van normen en waarden maken deel uit van de hegemonie van mannelijkheid, waarin de man als leidende actor wordt gezien in de samenleving. '[Hegemonic masculinity] embodied the currently most

honored way of being a man, it required all other men to position themselves in relation to it’

(Connell 2005: 832). Binnen een hetero-normatieve samenleving construeren mannen een heteroseksuele oriëntatie en hun mannelijkheid. Wanneer mannen afwijken van deze normen en waarden van mannelijkheid, worden ze als vrouwelijk aangezien (Donaldson 1993). In het onderzoek van Khan et al (2008) naar de seksuele norm onder heteroseksuele mannen bleken macht en dominantie een sterke rol te spelen. Een ‘echte’ man behoud zijn erectie, bereikt penetratie en heeft langdurig geslachtsgemeenschap. Volgens Donaldson (1993) berust de hedendaagse seksuele norm van de heteroseksuele man zich op drie voorschriften: Coitus, orgasme en gelijkwaardigheid. Vaginale penetratie is het doel van seksuele interactie tussen een man en een vrouw. Andere seksuele handelingen worden niet aangezien als volwaardige seks (Fausto-Sterling 2004, Gavey et al 1999). Daarnaast dient er, via vaginale penetratie, een orgasme bereikt te worden, zowel door de man als de vrouw. Zonder een orgasme is de seks interactie niet geslaagd (Braun, 2001). Het vrouwelijk orgasme is voor de man een teken dat hij capabel, toegewijd en geen egoïstische minnaar is (Braun et al 2003). Het is de taak van de man zijn vrouw fysiek te kunnen bevredigen.

Naast fysieke voorschriften om te voldoen aan de seksuele norm voor heteroseksuele mannen zijn er ook mentale voorschriften. Eeuwenlang bestaat er een dichotomie tussen mannen en

(17)

17

vrouwen op seksueel gebied, waarin de man wordt gezien als rationeel en het onder controle hebben van zijn seksuele driften, terwijl de vrouw emotioneel en oncontroleerbaar was (Jackson en Scott 1997). Naarmate seksualiteit steeds meer een individuele aangelegenheid werd en feministische bewegingen de seksualiteit van de vrouw op de voorgrond plaatsten, zijn deze mentale voorschriften veranderd. Voortplanting werd een minder belangrijk aspect van de seksuele daad en plezier en genot kwamen centraal te staan. Dit zorgde ervoor de controlerende man niet meer zijn seksuele driften moest onderdrukken, maar moest reguleren om een goede, vaardige seksuele performance neer te zetten. Een andere verandering in de seksuele norm van de heteroseksuele man is het wel of niet uiten van zijn emoties (Seal en Ehrhardt 2003). Het onderdrukken van emoties blijft een voorschrift voor de alleenstaande man tijdens een onenightstand. Maar dit voorschrift is anders wanneer een man in een relatie is, daar wordt verwacht dat er een emotionele intimiteit is tussen de man en de vrouw (Seal en Ehrhardt 2003).

In mijn onderzoek zal ik kijken op welke manier mensen met een ‘pornoverslaving’, afwijken van de seksuele norm van heteroseksuele mannen. Een norm die gericht is op coitus, een wederzijds orgasme, zelfcontrole voor een goede seksuele performance, het onderdrukken van emoties buiten relaties en emotionele intimiteit binnen relaties.

(18)

18

PORNOVERSLAVING

In haar artikel Regulated Passions: The invention of inhibited sexual desire and sex addiction

(1993) geeft Janice Irvine de sociale en culturele verklaring voor het ontstaan van de toen

nieuwe seksuele afwijkingen seksverslaving. De term seksverslaving ontstond in de

Verenigde Staten in de jaren 80 als een reactie op de aidsepidemie. Door de uitbraak van het HIV-virus werd reflectie op seksueel gedrag noodzakelijk, hetgeen gebeurde binnen een maatschappelijke sfeer van een combinatie van christelijk conservatisme en radicaal feminisme (Irvine 1995). Irvine geeft bij het ontstaan van seksuele afwijkingen een rol aan drie verschillende invloeden: culturele zorgen, medische voorschriften en de vraag en ervaringen van individuen (1993: 204). Gebaseerd op deze driedeling zal ik het concept pornoverslaving uiteenzetten.

Culturele zorgen

Wat is verslaving? Het woord ‘verslaving’ heeft niet altijd bestaan. Harry Levine (1983) schrijft in zijn artikel ‘The Good Creature of God and the Demon Rum’ over de oorsprong van het woord en weet dat te herleiden tot een specifieke tijd en plaats: begin negentiende eeuw tijdens het oprichten van The American Temperance Society. Daarvoor bestond overmatig drankgebruik uiteraard wel al, maar werd het niet gezien als een ziekte. Drankgebruik was niet meer dan een karaktereigenschap van een individu. Door de Temperance Movement, een beweging die tegen zwaar drankgebruik was, werd

alcoholgebruik in verband gebracht met slecht gedrag van de gebruikers. Vaders die schade toebrengen aan hun gezondheid, hun werk niet meer goed uitvoeren en hun familie niet kunnen onderhouden. Alcohol werd ineens geframed als de oorzaak van slechte gedragingen. Een causaliteit die cultureel is geconstrueerd (Head 2003). Maar, beschrijft Head, de simpele oplossing, stoppen met drinken, bleek niet voor iedereen te werken. Ongeacht de schade die drankgebruik aanricht, blijft de persoon, zich bewust van het probleem, drinken. Het concept verslaving helpt om dit deze mislukking te verklaren (2003: 224). Een sterke culturele en sociale negatieve associatie moet aan een bepaald gebruik en gedrag verbonden zijn wil de term ‘verslaving’ toegepast kunnen worden.

In de laatste decennia heeft de term een vaste plek gekregen in ons dagelijks leven.

‘Verslaving’ is misschien zelfs onderhevig aan inflatie. Al snel wordt het woord gebruikt om bepaald gedrag te beschrijven. Naast de meer ernstige varianten, zoals shopverslaving,

(19)

19

gokverslaving, gameverslaving, eetverslaving, kan iemand een tweede Snickers

rechtvaardigen met een chocolade-verslaving, of de derde aflevering op rij van zijn favoriete fictieserie met een ‘Games of Thrones’-verslaving. Stanton Peele noemt de populariteit van verslaving in de Verenigde Staten de ‘‘ the diseasing of America’’(geciteerd in Head 2003: 228), of in de woorden van Head: ‘the expansion in recent years of addiction concepts

beyond alcohol and other drugs to cover a variety of behavioral and relational problems’

(2003: 228). De term verslaving in combinatie met het woord seks sloeg in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw ook aan bij het Amerikaanse volk (Irvine 1993, Reay et al 2010). In 2011 draaide wereldwijd Shame, een bejubelde film over een seksverslaafde man, in de bioscopen. ‘Shame is a real walk on the wild side, a scorching look at a case of sexual addiction that's as all-encompassing as a craving for drugs’. (The Hollywood Reporter 2011), aldus recensent Todd McCarthy.

Om het volledige plaatje waarin de term pornoverslaving is ontstaan te schetsen, is de ontwikkeling van pornografie onmisbaar. Het doel van pornografisch materiaal is dat het ‘seksueel opwindend’ is. Een afbeelding van een voet kan voor sommige mensen seksueel opwindend zijn, maar is geen pornografie. Pornografie onderscheidt zich van ander mogelijk seksueel opwindend materiaal omdat het de intentie heeft seksueel op te winden. In mijn onderzoek wordt met pornoconsumptie het kijken naar videomateriaal via internet bedoeld, tenzij anders staat vermeld. Voor historici is het moeilijk om de geschiedenis van pornografie te achterhalen. In streng religieuze samenlevingen was porno verboden en daarom zijn er weinig primaire bronnen te vinden. Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw is daar verandering in gekomen met de opkomst van de porno-industrie, met als beginpunt de uitgave van de eerste Playboy in 1953. Met de komst van nieuwe technologieën hebben de productie, distributie en consumptie van pornografie een enorme metamorfose ondergaan en is de rol en de plaats van pornografie in de samenleving veranderd. In de jaren 80 werd de Video Home System (VHS) algemeen goed onder de middenklasse in de westerse

samenleving. De porno-industrie groeide dankzij deze ontwikkeling. Het distribueren en consumeren van pornografie werd makkelijker en de kwaliteit hoger. Om een pornofilm te kijken hoefde men niet meer naar een speciale bioscoop te gaan, maar werd dit mogelijk in de eigen huiskamer.

De technologische ontwikkeling van het internet bracht een revolutionaire verandering voor de porno-industrie. Via het internet werd de toegang tot pornografie nog makkelijker en nam de productie ervan sterk toe. Omdat de videocamera inmiddels betaalbaar is voor de amateur,

(20)

20

kan iedereen pornografie maken en delen. De hoeveelheid pornografie op internet is

eindeloos en beter toegankelijk dan ooit. In het algemeen heeft de invloed van internet op de samenleving en individuen veel discussie gebracht, denk bijvoorbeeld aan videogamen, internetdaten en facebook. De alledaagse dingen zoals communicatie en ontspanning hebben nieuwe vormen gekregen door de opkomst van het internet. De nieuwe vorm van pornografie heeft ervoor gezorgd dat er een enorme hoeveelheid beschikbaar is voor iedereen met een internetverbinding en men niet meer uit huis hoeft om porno te consumeren. Zoals de

populaire pornoverslaafde Terry Crews zegt: ‘Nobody knows that you are watching, it’s your

dirty little secret’. Hoewel internetporno een relatief nieuwe ontwikkeling is, wordt over de

gevolgen hiervan al flink gespeculeerd. Medische voorschriften

Een zoekopdracht naar ‘pornoverslaving’ bij zoekmachine Google resulteert in 19.500 sites. Van de twaalf sites die op de eerste pagina worden weergegeven bieden er zeven een behandeling aan, geven drie sites oorzaken en tips en zijn er twee sites die de essentie van pornoverslaving in twijfel trekken. In de media en onder de bevolking is pornoverslaving geaccepteerd als ziektebeeld (Ley 2014, Reay 2012). Achter deze acceptatie ligt een reeks argumenten die wordt verspreidt door verschillende groepen. In de literatuur over gezondheid, seksualiteit en ziektebeelden worden meerdere partijen genoemd. Foucault (1998) schrijft in zijn werk over medici die op wetenschappelijke basis moralistische uitspraken doen. Giddens (1991) spreekt over expert systemen, zoals medici en therapeuten, en zet daarnaast het

individu dat middels eigen onderzoek zijn kennis vormt. Hekma (1988) maakt in zijn beschrijving van de onanie-literatuur uit de 18de en 19de eeuw een onderscheid tussen moralisten en kwakzalvers.

Deze diversiteit is ook te vinden onder de verdedigers van het pornoverslavingsconcept. Het populaire semi-wetenschappelijke platform TedX heeft verschillende video-opnames op het internet geplaatst waarin sprekers hun visie op pornoconsumptie geven. Zo beschrijft de Ran Gavrieli (2013), afgestudeerd in genderstudies aan de universiteit in Tel Aviv en verlener van seksuele voorlichting, twee negatieve aspecten van porno kijken, die hij baseert op morele overtuigingen. De eerste heeft betrekking op porno als industrie. Volgens Gavrieli

financieren kijkers van porno de gedwongen prostitutie achter de porno-industrie. Het tweede negatieve gevolg is de illusie die porno creëert. Het beeld van seks dat porno in het hoofd van de kijkers schept komt volgens Gavrieli niet overeen met ‘echte seks’. Gavrieli stopte met

(21)

21

porno kijken om zijn eigen ‘persoonlijke welzijn’ en om het ‘terugeisen van de verantwoordelijkheid over zijn leven’. Tegelijkertijd stopte hij daardoor ook met het financieren van de seksindustrie.

Een andere spreker, Gary Wilson (2012), een gepensioneerd anatomie en physiologie leraar (ik heb niet kunnen vinden waar en op welk academisch niveau), verklaart in zijn TedX presentatie (6,5 miljoen keer bekeken op Youtube.com) de negatieve gevolgen van porno-kijken, depressie en erectie stoornissen, vanuit de neurologie. Volgens Wilson is ons brein evolutionair onderontwikkeld voor de onbeperkte toegang tot pornografie die via internet beschikbaar is. De fysieke veranderingen in het brein, veroorzaakt door porno, zorgen

bijvoorbeeld dat er zwakkere signalen naar het geslachtsdeel worden gestuurd, met als gevolg een erectiestoornis. ‘Internetporno sloopt de seksuele prestaties van jonge mannen’.

Wilson’s conclusie: door stoppen met het kijken naar porno herstelt je brein, verdwijnen de erectiestoornissen en krijgt men meer concentratie en zelfvertrouwen in het dagelijks leven. Hij eindigt zijn spreekbeurt met een citaat van een afgekickte jongeman: ‘Ik voel me de

nieuwe Sir Isaac Newton of Leonardo da Vinci. Sinds ik een maand geleden ben gestopt, heb ik letterlijk: een bedrijf gestart, pianospelen opgepakt, elke dag Frans gestudeerd,

geprogrammeerd, getekend… en ik heb zoveel toffe ideeën dat ik niet weet wat ik er mee moet…’.

Gary Wilson is de initiator van de site yourbrainonporn.com. Op deze site kunnen mensen informatie vinden over de gevolgen van porno kijken, pornoverslaving en stoppen met porno kijken. In zijn presentatie voor TedX noemt Wilson de opkomst van zulk soort sites, waar vooral jonge mannen op terecht komen met problemen rondom hun seksualiteit. Op deze sites kunnen jongens zich gratis inschrijven om te reageren op verhalen of om zelf verhalen te plaatsen op de site. Voor tien dollar per maand krijgt men een ‘premium’ lidmaatschap, waarbij men een eigen adviseur krijgt toegewezen voor persoonlijk 1-op-1 contact (via

internet) . Op zijn site verkoopt Wilson boeken met de gelijknamige titel Your Brain O n Porn. Gabe Deem, oprichter van de website RebootNation, is recent geïnterviewd voor een

coverartikel in de Time, heeft een artikel geschreven voor Huffington Post en werd

uitgenodigd voor een televisieprogramma van de Amerikaanse jongerenzender MTV. Deem (28) is een zelfbenoemd afgekickte pornoverslaafde zonder medische achtergrond. Op zijn site is informatie over pornoverslaving te vinden en kan je lid worden van de

onlinegemeenschap. In zijn interview met Times vertelt hij dat de website niet te maken heeft moralistische overtuigingen, maar dat de website is begonnen omdat ‘jongemannen weer een

(22)

22

functionerende penis wilden hebben’ (Luscombe 2016: 43). Alexander Rhodes heeft

eenzelfde soort site opgericht, NoFap.com. Ook hij heeft geen medische titel, maar is een jongeman die zelf de negatieve effecten van pornoconsumptie heeft ervaren en op zoek is gegaan naar een remedie. De website-oprichters delen hun kennis via hun websites, of via conferenties waarvoor ze als publieke sprekers kunnen worden ingehuurd.

De stappen die het verslavingsconcept met betrekking tot alcohol heeft tijdens de

Temperance Movements heeft gemaakt zien we terug in het geval van porno. Eerst wordt

bepaald negatief gedrag of bepaalde negatieve omstandigheden in verband gebracht met het kijken naar porno. In dit geval zijn dat gedwongen prostitutie, een verdraaid beeld van seks, erectiestoornissen en depressie. Als gevolg hiervan willen mensen stoppen met hun bezigheid. Maar als blijkt dat deze mensen, tegen beter weten in, niet kunnen stoppen met kijken van porno, wordt het verslavingsconcept toegepast om dit irrationele gedrag te verklaren. Wetenschappelijke discussie

Er bestaat debat rondom de uitspraken van de medici en soortgelijke hierboven. Psycholoog David Ley is publiekelijk de meest uitgesproken tegenstander van het

pornoverslavingsconcept. In het artikel The Emperor Has No Clothes: A Review of the

‘Pornography Addiction’ model, dat hij samen met Prause & Finn (2014) schreef, stellen de

auteurs dat het veelvuldig kijken van porno onterecht wordt gelinkt aan het verslavingsmodel. Zo trekken ze de geclaimde causaliteit tussen depressie en erectie stoornissen en veelvuldig porno kijken in twijfel (2014: 97). De relatie tussen het stoppen met kijken naar porno en een beter seksleven noemt David Ley een schijnverband: ‘Deze jongens die aangeven dat ze

vrouwen kunnen ‘scoren’ wanneer ze stoppen met porno kijken heeft weinig met porno te maken, en heeft alles te maken met het feit dat ze bewuste keuzes maken over hun leven, hun seksualiteit, hun relaties en hun behoeftes’ (Ley 2015).

Gary Wilson gebruikt in zijn presentatie het promotieonderzoek van Simon Lajeunesse, die zijn onderzoekt deed naar de invloed van porno op de houding van mannen tegenover gender en seksualiteit. Hoewel Gary Wilson enkel uit het onderzoek het gegeven oppakt dat jongeren rond de leeftijd van 10 voor het eerst porno kijken en Wilson dat gebruikt voor zijn

neurologische standpunt, is de conclusie van het onderzoek van Lajeunesse interessant: ‘Als

pornografie de impact heeft die velen zeggen dat het heeft, dan zou je door heteroseksuele films aan homoseksuelen te laten zien hun seksuele oriëntatie veranderen.’ (Geciteerd in

(23)

23

zegt dat zijn seksuele smaak werd beïnvloed door pornografie. Naast argumenten gebaseerd op psychologie geven de critici ook sociaaleconomisch en sociaal-cultureel onderbouwde argumenten. Het concept van verslaving is zo vaak en zo algemeen gebruikt in de media om bepaald gedrag in relatie te stellen tot problemen van individuen of de samenleving, dat onvoldoende specificatie in het gebruik van de term het ‘vrijwel onmogelijk maakt om voor wetenschappers of clinici te gebruiken’ (2014: 100).

De lucratieve industrie van therapie maakt gebruik van de verslavingsterm om hun

‘noodzakelijke’ therapieën te rechtvaardigen (Ley et al 2014, Irvine 1993, Reay et al 2012). En volgens Ley zou ‘het verslavingsconcept wordt gebruikt als een mechanisme om sociale

controle te realiseren over seksualiteit dat wordt ervaren en geuit via moderne technologische middelen’ (2014: 101). Het zijn morele oordelen, in plaats van

wetenschappelijke. In de woorden van Foucault is het doel van de discours van medici over seksualiteit ‘niet om de waarheid naar boven te halen, maar om te voorkomen dat het oprijst’ (geciteerd in Ritzer 2011: 615). Kritiek op de wetenschappelijke onderbouwing van

voorstanders van het concept pornoverslaving zien we verder in een reactie van David Ley over de opkomst van de zelfhulp website Nofap.com. ‘Een interessante aantekening is dat

niemand in de NoFap beweging een wetenschapper is die onderzoek doet naar

neurofysiologie en functie. In plaats daarvan zijn het enthousiaste amateurs, die genoeg hebben geleerd over neurologie om gevaarlijk te zijn, aangezien ze zien wat ze verwachten te zien, en neurologie interpreteren zodat hun assumpties worden bekrachtigt’ (Ley 2015: 1).

Het bestaan van het concept pornoverslaving blaast in leven de vraag wanneer iemand dan verslaafd is. Met andere woorden: wat is normaal gedrag en wat niet? Wanneer is iemands seksuele gedrag problematisch? Wat is de seksuele afwijking en wat is de seksuele norm? Ley’s kritiek op het pornoverslavingsconcept is dat door het bestaan ervan een mogelijke discrepantie tussen persoonlijke voorkeur en sociale standaarden wordt gepathologiseerd (1014, 101). Wat voor de ene persoon hoort bij het verkennen van zijn of haar seksualiteit kan voor een ander uitgesloten abnormaal gedrag zijn. Sommige individuen kunnen denken dat ze compulsief seksueel gedrag vertonen, terwijl eigenlijk hun seksuele ontwikkeling niet overeenkomt met andere normen en waarden in het leven van het individu, zoals religieuze waarden tegenstrijdig kunnen zijn met homoseksuele verlangens (Ley, 2014, Reay, 2012). De grens die wordt gesteld tussen normaal en abnormaal wordt bepaald door normatieve,

(24)

24

De kritiek die op het concept pornoverslaving wordt geleverd is over het algemeen dat er gebruik gemaakt wordt van schijnverbanden tussen oorzaak en gevolg. De causaliteit wordt omgedraaid om conclusies te kunnen trekken die sociaaleconomisch en sociaal-cultureel wenselijk zijn voor bepaalde groepen. Dit haalt verder het belang van onderzoek naar pornoverslaving en de ‘verslaafden’ niet weg. In de woorden van Irvine: ‘Whatever the

concerns about the validity of the concept of sexual addiction, the diagnosis is well rooted in the public’s mind and has seeming clarity for individuals and institutions that provide treatment’ (2010: 263).

Individuele ervaringen en de vraag naar remedie

Het verslavingsconcept past in het plaatje van een individualistische samenleving. Giddens’

project van het zelf, de verantwoordelijkheid die het individu heeft om zijn eigen leven tot

een succes te maken, is verbonden met allerlei keuzes die gemaakt moeten worden met betrekking tot gezondheid en seksualiteit. Vooral op het moment dat er iets mis is, moet het individu actie ondernemen, om zichzelf weer op te lappen. ‘The ideas that good behavior is a

matter of individual self-control, and that the individual is responsible for control of his or her own life, are very much embedded in a particular cultural matrix’, schrijft Janus Head

(2003: 226). In zijn artikel zet hij de rol van het concept verslaving in Amerikaanse verhalen uiteen. De verslaving van een personage kan zijn slechte gedrag en het aan lager wal raken van die persoon verklaren. Maar verslaving is iets wat het personage overkomt, het personage is wel degelijk een sympathieke persoon, maar hij kampt met een verslavingsprobleem. Wanneer de verslaving aanwezig is, wordt het de strijd van het personage om deze vijand te verslaan, ‘een eenzame strijd met interne demonen’ (2003: 230). De afgekickte verslaafde krijgt een heldenstatus.

De hoofdpersonen uit de verhalen die Janus Head analyseert zijn vergelijkbaar met de individuen uit de autobiografische verhalen van het zelf van Giddens (1991) die problemen ervaren met betrekking tot hun seksualiteit. Ze vertonen slecht gedrag, vinden de oorzaak bij een medisch ziektebeeld en moeten verantwoordelijkheid nemen om hun leven op de rails te krijgen. Een mogelijkheid om af te kicken is via zelf-therapie. In de afgelopen jaren zijn er meerdere sites opgericht voor dit doel, zoals Gary Wilson, de TedX spreker, de site

yourbrainonporn.com heeft opgezet. Andere sites zijn Nofap.com en Rebootnation.org, die zich ook inzetten als forum waarop mensen hun ervaringen kunnen delen met elkaar. Zo ontstaat er een online community van pornoverslaafden die met steun van elkaar zichzelf

(25)

25

genezen van hun ziekte. Maar voordat deze mensen zichzelf kunnen behandelen, moeten ze zichzelf diagnosticeren. ‘The internet is now the first port of call for any form of

self-diagnosis’ (Reay et al 2012: 12). De slogan van Nofap is ‘Get a new grip on life’. Een spreuk

die perfect aansluit bij individuen in de moderne samenleving die kampen met problemen. Terugkomend op de driedeling van Irvine moet vanuit verschillende perspectieven het ontstaan van pornoverslaving worden behandeld. Het verslavingsconcept is in de afgelopen decennia op cultureel gebied een populaire verklaring geworden voor elk soort afwijkend gedrag. Tegelijkertijd heeft de porno-industrie met komst van internet een enorme metamorfose ondergaan. Tegenwoordig is voor iedereen met een internetverbinding een oneindige hoeveelheid porno beschikbaar en maakt dit het mogelijk dat de consumptie ervan plaatsvindt achter gesloten deuren. Omdat deze ontwikkeling nieuw is, is er ruimte voor speculatie over de gevolgen van de consumptie van internetporno. De negatieve en waarschuwende visie ervan wordt verspreidt door ervaringsdeskundige en experts, die op basis van wetenschappelijke en moralistische argumentatie pornoconsumptie afkeuren. Ze stellen bepaalde gezondheidsklachten in causaal verband met pornoconsumptie. Wanneer individuen met deze klachten vervolgens niet stoppen met pornoconsumptie wordt het verslavingsconcept toegepast. Het verslavingsconcept bevrijdt het individu van de morele verantwoordelijkheid die hij over zijn gedrag heeft, de boosdoener is de pornoverslaving. Pornoverslaving is de vijand die bevochten en verslagen dient te worden door het

(26)

26

METHODOLOGIE

In de methodologie van mijn onderzoek laat ik me leiden door het hoofdstuk Cultural Power

and Social Movements van Ann Swidler (1995) uit het boek Social Movement, Protest and Contention. Zoals ik al heb aangegeven onderzoek ik pornoverslaving niet als een medisch

concept, maar als een cultureel concept, namelijk vanuit het culturele perspectief van de Westerse medische geschiedenis met betrekking tot seksualiteit. Ann Swidler beschrijft hoe sociologen de relatie tussen cultuur en het handelen van individuen kunnen benaderen. Daarmee breekt ze met de Weberiaanse traditie om cultuur te zien als hetgeen dat individuele motivatie tot handelen vormt. Voor Swidler, die een Geertziaans perspectief kiest, is cultuur niet iets dat individuele ideeën en overtuigingen vormt, die op hun beurt weer het handelen van de desbetreffende individu beïnvloeden. In plaats daarvan creëert cultuur een context waarbinnen individuen handelen, waardoor individuen verschillend kunnen handelen binnen verschillende context terwijl ze dezelfde overtuigingen en ideeën hebben. Gedrag wordt bepaald door context, niet door individuele ideeën, en individueel handelen kan tegenstrijdig zijn met hun overtuigingen.

Vanuit deze Geertziaanse benadering stelt Swidler voor om tijdens onderzoek naar cultuur en gedrag aandacht te besteden aan de publieke context in plaats van zich te richten op het

individu. Volgens Swidler moeten de sociale wetenschappen inzien ‘that culture should be

seen as socially organized practices rather than individual ideas or values, that culture can be located in public symbols and rituals rather than in ephemeral subjectivities, and that culture and power are fundamentally linked’ (1995: 31). In de discourse en symbolen van

deze publieke context kunnen de machtsstructuren worden blootgesteld, stelt Swidler, geïnspireerd door Foucault. Daarom zal ik mij niet richten op het individu, maar op de publieke ruimte waarbinnen pornoverslaafden opereren.

Om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden zal ik een kwalitatieve data-analyse uitvoeren. De door mij gehanteerde methodologie is gebaseerd op Qualitative Research Methods (2011) van Hennink, Hutter en Bailey. Ik houd gedurende het hele onderzoek de methode van de

grounded theorie aan. Ik ga op zoek naar de concepten die in de verhalen van de beheerders

en de gebruikers van de websites staan. De conclusie komt tot stand via het circulaire proces (Hennink, Hutter, Bailey 2011), waarbij ik continu heen en weer schakel tussen het

verzamelen en coderen van data. Via het coderen ontstaan er concepten. Deze concepten vormen het kader waarin de constructie van pornoverslaving kan worden beschreven en

(27)

27

uitgelegd. Idealiter is grounded theory een inductieve methode waarbij bronnen intensief gecodeerd en geanalyseerd worden om te kijken welke concepten en theorie uit de data naar boven komen, in plaats van een theorie deductief te testen. In mijn onderzoek maak ik wel gebruik van een leidend theoretisch kader, maar dit kader is ontstaan tijdens het verzamelen en analyseren van de data.

Om een zo volledig mogelijk antwoord op mijn onderzoeksvraag te formuleren zal ik twee soorten bronnen gebruiken, namelijk de content van de zelfhulp websites en de

correspondentie tussen mij en leden van de websites. Omdat ik mij focus op de culturele context waarbinnen pornoverslaving wordt geconstrueerd zal ik, naast de discourse-analyse van de content, ook een gedetailleerde omschrijving van de websites geven. Deze manier van observatie en beschrijving is afkomstig van de Geertz’ methode thick description, waarmee belang wordt gehecht aan het begrijpen van de context waarin gedrag en betekenis wordt gevormd (Henning, Hutter, Bailey 2011). Voor mijn onderzoek betekent dit dat ik de virtuele omgeving waarin de pornoverslaafden zich bevinden ga observeren: hoe de websites werken, hoe ze eruitzien, welke opties de websites hebben en wat voor diensten er worden

aangeboden. De websites

Om antwoord te geven op het eerste gedeelte van mijn onderzoeksvraag, hoe pornoverslaving als een ziekte geconstrueerd wordt op zelfhulp websites, zal ik de content van de websites analyseren. Ik zal me richten op de websites nofap.com, rebootnation.org en

yourbrainonporn.com. Alle drie geven aan dat ze niet anti-masturbatie of religieus zijn. Op de eerste twee sites kunnen mensen zich gratis inschrijven, waardoor ze niet alleen toegang hebben tot de content op de site, maar ook berichten kunnen plaatsen, reageren op andere berichten en in contact kunnen komen met andere leden (bijlage 3 en 4). De fora zijn op beide sites ingedeeld in verschillende groepen waar leden hun vragen kunnen stellen of ervaringen kunnen delen (bijlage 1). De groepen die ik onderzoek zijn: Pornoverslaving (over de oorzaken, symptomen en diagnose), Afkicken (berichten over het afkickproces), Terugval (over de tegenslagen tijden het afkicken) en Succesverhalen (over het clean zijn). Daarnaast zijn er dagboeken te volgen die ingedeeld zijn in verschillende leeftijdsgroepen: tieners, 20-29 jaar, 30-39 jaar, 40 jaar en ouder. Alle onderzochte websites zijn van Amerikaanse

oorsprong waarbij de voertaal Engels is. Op het moment van mijn onderzoek had NoFap.com 200.000 leden, en een maandelijkse bezoekaantal van een miljoen mensen (Times, 2016). De

(28)

28

site werd in 2011 opgericht. RebootNation.org is opgericht in 2014 en heeft 7500 leden. YourBrainO nPorn.com, opgericht in 2012, onderscheid zich van de andere twee sites omdat het geen fora faciliteert. De site richt zich enkel op het verschaffen van informatie over pornoconsumptie en pornoverslaving (bijlage 2). Daarvoor maakt het gebruik van wetenschappelijke artikelen, onderzoeken en persoonlijke anekdotes. Er zijn geen cijfers bekend over het bezoekersaantal.

Uit een ledenonderzoek in 2012 naar de samenstelling van de NoFap-community, gedaan door NoFap zelf, bleek 91% heteroseksuele man, 3% heteroseksuele vrouwen, 1%

homoseksuele man en 3% biseksueel. 51% van de leden zei uit de Verenigde Staten te komen, 9% uit Canada, 25% uit Europa , 5% uit Australië en 1% uit Azië. De drie verschillende sites zijn sterk met elkaar verbonden. Ze verwijzen naar elkaar en naar dezelfde externe artikelen. De reden dat ik deze drie sites heb gekozen voor mijn onderzoek is omdat ik er tijdens mijn vooronderzoek steeds weer terecht kwam. Ik heb geen grotere en oudere websites kunnen vinden met eenzelfde doel en functie als deze drie. In het onlangs uitgekomen artikel in Time (2016) stonden juist ook deze drie sites centraal om de actualiteit en relevantie van het pornoverslavingsconcept te illustreren.

Ik heb in totaal 60 documenten (artikelen, verhalen en dagboeken van leden) verzameld en geanalyseerd. Ik heb deze artikel uitgekozen op basis van het onderwerp, de hoeveelheid

views (lezers) en de hoeveelheid reacties. Hierin heb ik een gelijke verdeling gemaakt in de

onderwerpen: de ziekte, symptomen, afkicken, succesverhalen en dagboeken. De

onlinegemeenschap maakt gebruik van een specifiek jargon, waarvan termen en afkortingen voorkomen in de analyse. PMO is de afkorting van Porn, Masturbation, Orgasm en wordt gebruikt als zelfstandig naamwoord en werkwoord. De letters worden ook afzonderlijk gebruikt. Wanneer iemand doelt op porno kijken voldoet de letter P. Masturbatie/masturberen tot een orgasme wordt aangeduid met MO. Een synoniem voor masturbatie is fappen. ED is een afkorting van erectiestoornis (erectile dysfunction) en PIED staat voor een erectiestoornis veroorzaakt door pornoconsumptie (porn induced erectile dysfunctions).

Correspondentie

Het tweede gedeelte van de onderzoeksvraag, ‘hoe passen individuen het idee van

pornoverslaving toe op zichzelf en hun seksualiteit?’, zal ik, naast de verhalen en de reacties en op de websites, beantwoorden met behulp van interviews. De concepten die ontstaan uit het coderen van de data zal ik als richtlijn gebruiken in mijn correspondentie. Het totaal van

(29)

29

acht respondenten heb ik gevonden via de zelfhulp-sites. Deze mannen identificeerden zichzelf als hetero en woonden allemaal in de Verenigde Staten. Zes van de acht bevonden zich in de leeftijdscategorie 20-29, een persoon was 42 en een persoon was 54 jaar oud. Door mijzelf in te schrijven bij de websites onder de naam SexualHealing123, kon ik in contact komen met andere leden. De respondenten selecteerde ik op hun recente activiteit op de site en of ze een dagboek bij hebben gehouden. Eerst verdiepte ik mij in hun dagboeken zodat ik de persoonlijke situatie enigszins ken. In het privébericht vertelde ik over mijn eigen

ervaringen met porno, over mijn onderzoek naar pornoverslaving en dat ik hun dagboek had gelezen. Ik speelde open boek, van alle data die ik via persoonlijke correspondentie heb verkregen waren de respondenten op de hoogte dat het werd gebruikt in mijn onderzoek. Op mijn verzoek voor een Skype-afspraak werd geen enkele keer positief gereageerd. De angst om anonimiteit te verliezen of ontdekt te worden door familie/partner was te groot.

Correspondentie over de mail werd daarentegen intensief bijgehouden. Via deze vorm van interviewen heb ik aanvullende informatie voor mijn discourse-analyse verkregen met betrekking tot de context waarin de gezondheidsproblemen begonnen en welke ideeën ze hadden over ‘gezonde seksualiteit’. Over het algemeen ben ik niet veel nieuws tegengekomen tijdens deze correspondentie. De indruk die ik heb gekregen is dat de mannen, in al hun anonimiteit, zeer openhartig en intiem zijn op de fora.

Het gebruik van internet-data, zoals fora, als kwalitatieve onderzoeksmethode is relatief nieuw binnen de sociologie. Het winnen en gebruiken van data, die gaan over persoonlijke ervaringen en gedragingen, op een non-reactieve manier, ook wel ‘gevonden’-data, vraagt om een nadere uitleg. In haar artikel ‘Internet Research and Unobtrusive Methods’ zet Christine Hine (2011) de voordelen en aandachtspunten van deze manier van dataverzameling uiteen. Hine beschrijft verschillende onderzoeken, waaronder een research naar gezondheid. Omdat directe observatie bij sommige kwesties vrijwel onmogelijk is (zoals ook het geval is bij pornoverslaving), werden voorheen altijd interviews gebruikt. Door het gebruik van internet-data, waar mensen anoniem en direct hun ervaringen delen op fora, is het mogelijk

observerend data te verzamelen zonder last te hebben van de kunstmatige situatie waarin interviews vaak plaatsvinden. Recente discussies over de methodologie binnen sociale wetenschappen en de tekortkomingen van interviewen wijzen op de onbetrouwbaarheid van interviews, wanneer respondenten in een vreemde context vertellen over hun ervaringen en handelen in de andere context (Jerolmack & Khan, 2014; Lamont & Swidler, 2014).

(30)

30

waar ideeën en gedragingen ontstaan en worden uitgevoerd, zou betrouwbaarder zijn. Voor mijn onderzoek betekent dat dat de uitingen op computer in alle anonimiteit een vergelijkbare context is als degene waar de heren hun porno consumeren en dezelfde als waar ze zichzelf diagnosticeren en behandelen. De anonimiteit die het internet respondenten geeft zorgt voor eerlijkheid en openheid, daarbij doet zich de mogelijkheid voor meer data te onderzoeken in relatief minder tijd. Een kanttekening die geplaatst moet worden is het feit dat je door het anonieme karakter niet weer welke bedoelingen degene die de berichten plaatst heeft. Oprechtheid kan verward worden met valsheid, waarin de respondent bewust onzinnige berichten plaatst. Los van eigen inschatting is dit een minpunt waar rekening mee moet worden gehouden. Dit gezegd hebbende denk ik dat mijn observatie en discourse-analyse van de internet-community een betrouwbaar beeld geeft van de constructie van pornoverslaving en hoe deze wordt gebruikt door individuen.

(31)

31

DE ZIEKTE EN DE SYMPTOMEN

Voordat ik uiteenzet hoe het diagnosticeren, behandelen en de genezing van pornoverslaving wordt gezien door mijn onderzoeksgroep zal ik eerst een omschrijving geven van wat pornoverslaving precies is volgens de onderzochten. Hoewel zowel mannen als vrouwen zichzelf identificeren als pornoverslaafde, focust de discourse van de websites in hun omschrijving van de aandoening zich op de man. In mijn analyse zal ik dat ook doen. De ziekte

Volgens de informatie van de websites is pornoverslaving een conditie in het brein en heeft daardoor een neurologische oorsprong. Het is het gevolg van seksuele conditionering, waarbij het brein een link heeft gelegd tussen seksuele opwinding en het kijken naar pornografie. Hierdoor kan het individu minder makkelijk seksueel opgewonden raken van seksuele intimiteit met een partner. Dat heeft te maken met de volgende factoren. Door de

ontwikkeling van internetporno kunnen mensen op hoge snelheid pornografisch materiaal bekijken. Door het kijken naar seksueel expliciet materiaal maken de hersenen de stof dopamine aan. Deze ‘dopaminekick’ zorgt voor seksuele opwinding waardoor de geslachtsdelen geactiveerd worden. Volgens de websites zijn de mensen die problemen hebben met porno niet verslaafd aan porno zelf, maar aan de dopamine. De hoeveelheid expliciete beelden en de snelheid waarmee een man verschillende vrouwen kan bekijken zorgt voor een dopaminekick die niet overeenkomt met de ervaring van het zijn met één partner. Dit noemt Gary Wilson, oprichter van de site Your Brain On Porn, de novelty factor. Mannen zijn evolutionair geprogrammeerd om op zoek te gaan naar verschillende vrouwen. Het grote aantal vrouwen dat op het internet te vinden is zorgt dat een man in een korte tijd door veel verschillende vrouwen opgewonden kan raken. Dit aantal komt niet overeen met de werkelijkheid en volgens Wilson is het menselijk brein evolutionair niet bestand tegen deze

novelty factor van pornografie. De extreme stimulans die pornografie geeft en de hoeveelheid

dopamine die vrijkomt in het brein komt ook niet overeen met de werkelijkheid. Het gevolg is dat het brein niet genoeg dopamine aanmaakt om voldoende opgewonden te worden wanneer er sprake is van echte intimiteit met een partner. Hierdoor wordt seksuele gemeenschap belemmerd of ook onmogelijk.

De mannen zijn dus verslaafd aan de dopaminekick, een rush die ze een bepaalde roes geeft. De logica achter de pornoverslaving is het neurologisch principe, ‘when neurons fire

(32)

32

toghether, they wire toghether’. Dit is simpel uit te leggen met het ‘pavlov effect’, de

conditionering van het brein. Voor de pornoverslaafde wordt seksuele opwinding

geassocieerd met pornografie. Dit betekent wanneer de pornoverslaafde masturbeert zonder te kijken naar porno, maar wel denkt aan porno, het neurologisch dezelfde gevolgen heeft. Masturbatie zonder de consumptie van porno valt ook onder de afhankelijkheid van de verslaafde aan pornografie.

De uitleg van Wilson richt zich enkel op heteroseksuele mannen. Hij laat alle groepen die daar buiten vallen, zoals vrouwen of homoseksuele mannen, buiten beschouwing. In het volgende hoofdstuk zullen we zien dat in het discourse van de websites sprake is van een versterking van de mannelijke heteronormativiteit. Het bestaan van het

pornoverslavingsconcept wordt gelegitimeerd door een beroep te doen op de objectiviteit van de wetenschap. Wat betreft de pornoverslaving is dit dus de wetenschappelijke redenatie van de neurologie.

Erectiestoornissen

Onder de verschillende klachten die mensen richting diagnose pornoverslaving leiden wordt de erectiestoornis als eerst genoemd op de websites. Het moment dat een man geen erectie kan krijgen of kan behouden tijdens seks met een partner is voor hem een teken dat er iets mis is met hem. Een erectiestoornis zorgt er voor dat de man zelf geen seksuele ontlading bij een partner kan ervaren en niet in staat is zijn partner seksueel te bevredigen. De boodschap van de oprichters van de websites is duidelijk: ga naar de dokter om fysieke aandoeningen die een mogelijke oorzaak van de erectiestoornis zijn uit te sluiten. Pas dan is het mogelijk om te kijken of pornografie de oorzaak van het probleem is, een PIED (Porn Induced Erectile Dysfunction) en niet een erectiestoornis als gevolg van prestatie angst. Gabe Deem, oprichter van RebootNation.org, vertelt in een filmpje op de startpagina van de website hoe je dat kan testen. Een fysiek gezond ogende man met een grote baard, zittend voor een fitnessapparaat, legt uit: Masturbeer eerst terwijl je naar je favoriete porno kijkt, of terwijl je eraan denkt. Probeer vervolgens te masturberen zonder gebruik van pornografie, of zonder eraan te

denken. Mocht je in de eerste situatie wel een erectie krijgen en in de tweede situatie niet, dan heb je waarschijnlijk een PIED. Op deze manier sluit je volgens Deem meteen uit of de erectiestoornis een gevolg van prestatie angst is, omdat ‘niemand nerveus wordt van het seksueel bevredigen van zijn eigen hand’. Op YBOP staat een artikel waarin, gebaseerd op verscheidene onderzoeken, wordt gesproken over historische hoog aantal jongeren dat lijdt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veelal is en wordt daarbij gebruik gemaakt van het Gemeenschappelijk leesrooster, zoals dat te vinden is in het Dienstboek – een proeve 1 dat in gebruik is bij de

In praktijk zijn de kosten en de vraag echter niet volledig bekend voor netbeheerder en toezichthouder: (i) toezichthouder heeft een informatieachterstand ten opzichte van

Hierbij stelt K de cumulatieve kosten in euro voor om de verschillende afkeuringsoorzaken te verhelpen, en B de cumulatieve besparing in euro door de bijbehorende vermindering van

In punt 1.2.5 wordt ook gesproken over het stimuleren van inwoners bij het beheer van openbare ruimte en het meer betrekken van de jeugdgemeenteraad bij de inrichting van

Hoewel seksualiteit al deze dimensies kan omvatten, worden deze niet altijd ervaren of vormgegeven.. Seksualiteit wordt beïnvloed door de interactie van biologische,

Dat vraagt om een vertrouwdheid met het leven en met de dood die lang niet alle mensen (en dus ook lang niet alle artsen) hebben. Toch vind ik het soms echt te weinig – zoals in

Leah Thys hoopt dat onze koningin weldra hetzelfde doet en nomineerde koningin Mathilde.. Marleen Merckx koosophaarbeurtvoorNataliaenLepèredaagtTom

Annelies Raes koos voor een flexibel tijdstip voor de initiatie van de gesprek- ken: toch liefst relatief vroeg na de opname, met een inter- disciplinair overleg ten laatste