• No results found

Rapport behorende bij de bodemkaart en de bodemgeschiktheidskaart voor de tuinbouw van de gemeente Heerhugowaard

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rapport behorende bij de bodemkaart en de bodemgeschiktheidskaart voor de tuinbouw van de gemeente Heerhugowaard"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zt£

s*'

' • '

.

d£<?/.

y-, Jk/j

S T > C T ;->Tî t ; c — '

% : . ' - - , \•- ••••

W A G S

h'

i r-i.O k w

Stichting voor Bodemkartering B-t&LiOÏH f£T.K

Wageningen

Directeurs Dr Ir P.W.G. Pijls.

No. 487.

BAPPORT BEHOBENDE BIJ DE BODEMAABT EN DE BODEM-GESCHIKTHEIDSKAABT VOOR DE TUINBOUW VAN DE

GEMEENTE HEERHUGOWAABDo

doors J.A. Hulshof.

(2)

I N H O U D

Voorwoord. Inleiding.

I. De legenda Tan de bodenkaart.

II. Beschrijving Tan de onderscheiden bodemtypen en hun geschiktheid voor tuinbouw.

III. De legenda Tan de bodemgeschiktheidskaart Toor tuinbouw.

IT Opmerkingen.

Bi,j lagen

1. Boderrikaart schaal ls50.000»

(3)

V O O R W O O R D

Het hier geboden rapport samengesteld door de Heer J.A. Hulshof op verzoek van de Gemeente Heerhugowaard is in hoofdzaak gebaseerd op de bodemkundigé verkenningskaart ls50.000 van het middengedeelte van Noord-Holland van de hand van Br Ir L.J. Pons en de daarop afgestemde tuinbouwge-schiktheidskaart van J.A. Hulshof (intern rapport van de Stichting voor Bodemkartering no,

468,

1957)»

In verband hiermede dient vermeld te worden, dat op de bij het onderhavige rapport gevoegde bijlagen een 2 tal soorten van tekens voorkomt dat in dit geval geen betekenis

heeft. Het zijn punten in bodemtype G7 en een verticale harcering in bodemtype El.

DE DIRECTEUR VAN DE

STICHTING VOOR BODEMKARTERING,

(4)

INLEIDING.

Met uitzondering van een zeer kleine oppervlakte veen- en bagger-gronden.bestaat de bodem van de gemeente Heerhugowaard uit oude zeeklei­ gronden. Naar zwaarte variëren deze zee-afzettingen van zeer lichte zavel

tot lichte klei. Een deel van deze gronden,voornamelijk in de polder Veenhuizen, is afgedekt door een min of meer moerige bovengrond. Over een kleine oppervlakte komt zelfs een veenpakket voor dat op zijn beurt is bedekt met een dun kleilaagje of een baggerdek*

I. DE LEGENDA VAN DE BODEMKAART.

G5. Kleiig zand tot zeer lichte aavel (tot 18

fo

slib) G6. Lichte zavel (18-25^ slib)

G7. Zware zavel en lichte klei (25-40$> slib)

El en E2. Zavel en lichte klei met een sterk humeuze soms venige boven­ grond

C5. Veen met bovengrond bestaande uit venige klei K2 en K3. Veen of klei met baggerdek.

II. BESCHRIJVING VAN DE ONDERSCHEIDEN BODEMTYPEN EN HUN GESCHIKTHEID VOOR TUINBOUW,

G5. Kl£iïg_zaïic[ tot ^eer_l^icht£ zavel _^t£"t_l8^_s_lib)

Tot op geringe diepte + 50 cm bestaat het bodemprofiel uit zeer lichte zavel en gaat dan over im slibhoudend fijn zand. De bovengrond is tot een diepte van 30 à 35 cïï1 licht humeus. Het zijn voedselrijke, gemak­ kelijk bewerkbare gronden met een groot vochthoudend en een groot vocht-opstijgend vermogen. Bij veel regenval is de bovengrond echter vatbaar voor dichtslempen, waardoor de luchtverversing van de bodem in gevaar k^n komen. Door de juiste manier van bewerking en drainage en door de grond zoveel mogelijk met een gewas bedekt te houden, kan het dichtslem­

pen voor een groot deel worden tegengegaan. Bij grasland is het dicht­ slempen niet of nauwelijks merkbaar. Ook fruitteelt ondervindt hiervan minder nadeel vooral als de boomgaarden in gras gelegd worden. Voor groen­ te- en bloementeelt kan het dichtslempen zeer bezwaarlijk zijn.

Onder voorwaarde dat veel aandacht wordt besteed aan de verzor­ ging van de bodem^zijn deze gronden geschikt voor meerdere vormen van fruit- , groente- en bloementeelt. Door het grote vochtopstijgend vermogen

laat het warm worden van de grond in het voorjaar wel iets te wensen over. De geschiktheid voor zeer vroege teelten,met name in de groentesector, is daardoor beperkt.

G6. Li£h^e_zavel_(_l8-2^_slib)_;_

Het profiel van dit bodemtype bestaat tot op een diepte van + 50 cm uit lichte zavel, waarna het geleidelijk overgaat in zeer lichte zavel en slibhoudend fijn zand. De bouwvoor is over het algemeen licht tot matig humeus. Deze gronden zijn in meerdere mate voedselrijker dan de gron­ den van type G5. Ze zijn tevens gemakkelijk bewerkbaar, terwijl een goede vochtvoorziening van de gewassen mogelijk is. Het gevaar voor dichtslem­ pen van de bovengrond is hier en vooral bij de meer humeuze typen gerin­ ger, doch wel aanwezig. Bij de bodembehandeling dient men hiermede reke­

(5)

2

-Overigens zijn het zeer geschikte gronden voor vele vormen van tuinbouw. Zowel de fruitteelt als de groente-^ en bloementeelt zjjn hier qua bodem uit­ stekend op hun plaats.

07. Zware_ £avel £&_lichte_ kl£i_(25-40^_sj:ib)_:_

Het profiel van dit bodemtype bestaat tot een diepte van 50 cm overwegend uit zware zavel of lichte klei» Naar beneden gaat het gelei­ delijk over in lichte zavel en slibhoudend zand. De bovengrond is over het algemeen matig humeus, doch plaatselijk zelfs vrij sterk humeus. Het zijn zeer voedselrijke gronden? die nog goed bewerkbaar zijn, terwijl het gevaar voor dichtslempen van de bovengrond hier van geen betekenis meer

is. Het zijn zeer geschikte gronden voor fruitteelt, terwijl meerdere vormen van groenteteelt ook hier uitstekend op hun plaats zijn*

El en E2. Zavel^ £n_li.cJï"fc£ z_avel. me_t een humeuze_,_soms_ venige_bov£ngrond De gronden van deze groep vertonen een minder uniform beeld dan de eerder beschreven bodemtypen. De ondergrond bestaat overwegend uit zware zavel. Deze ondergrond heeft een golvend bovenvlak , dat het aan­ zien geeft van kleine ruggen en dalen in het landschap. De bovengrond varieert van humeuze tot sterk venige zavel. Op meerdere plaatsen, doch vooral in de dalen, komt op de overgang van de sterk humeuee bovengrond naar d« zavelondergrond een veenlaagje of een kleiïg veenlaagje voor. Dit laagje kan de verticale waterbeweging in het profiel storen. Gronden met dit storende laagje zijn zonder betekenis voor de fruitteelt. De boven­ grond is over het algemeen zeer rul en gemakkelijk bewerkbaar. Bij een goede waterbeheersing zijn de meeste van deze gronden geschikt tot zeer geschikt voor meerdere vormen van groente- en bloementeelt. Voor fruit­

teelt zijn alleen geschikt de gronden zonder storende laag, die voldoen­ de hoog uit het grondwater liggen.

C5. Veen_met_bovengrond be_staand£ urt ven.ige_kl.ei_

Het profiel van deze gronden bestaat uit een veenlaag afgedekt door een dunne laag venige klei. Dit kleidek varieert in dikte van 20 tot 40 cm en is over het algemeen zwaar en moeilijk bewerkbaar. Het zijn vrij natte, late gronden die voor fruitteelt onbruikbaar zijn en ook voor groente- en bloementeelt weinig betekenis hebben.

K2 en K3. Veen_of kle_i_m£t_bag£erd£k_^

Deze gronden hebben een baggerdek van minstens 40 cm dikte, rustend op veen of klei. Het opgebaggerde materiaal bestaat uit humus-houdend, kalkrijk, slibhoudend zand of uit humeuze zavel. De dikte van het baggerdek varieert van 40 tot 80 cm. Het is een gemakkelijk bewerkbare rulle grond, die zich uitstekend leent voor sommige vormen van groente­ teelt. Plaatselijk komt onder het baggerdek een dunne doch dichte, zware kleilaag voor. Het voorkomen van deze laag, vooral bij de dunnere bagger-dekken, beperkt de bruikbaarheid van de grond voor groenteteelt aanzien­ lijk.

nl.DE LEGENDA VAN DE BODEMGESCHIKTHEIDSKAABT VOOR TUINBOUW.. G6 en G7. Overwegend zeer geschikt voor groente e.n fruit G5. Overwegend geschikt voor groente en fruit

El en E2. Overwegend geschikt voor groente, gedeeltelijk geschikt voor fruit

05« Weinig geschikt voor groente ongeschikt voor fruit

K2 en K3. Overwegend zeer geschikt voor sommige vormen van groenteteelt, ongeschikt voor fruitteelt.

(6)

3

-IV. OPMERKINGEN

Op bijgaande classificatiekaart zijn slechts drie geschiktheids-klassen aangegeven t.w. zeer geschikt, geschikt en weinig of niet ge­ schikt. Het gebruik van slechts drie klassen biedt het voordeel, dat de kaart een duidelijk en overzichtelijk beeld vertoont. Een nadeel is, dat er noodzakelijkerwijze een vrij grote spreiding bestaat in de mate van geschiktheid van de gronden, die tot dezelfde klasse zijn gerekend .Ook kun­ nen uiteraard bij het gebruik van slechts drie klassen, de grenzen tus­ sen deze klassen slechts globaal worden aangegeven.

"Verder heeft het gebruik van een kaart met een vrij kleine schaal ls50.000 tot gevolg dat kleine oppervlakten van een bepaalde klasse niet afzonderlijk kunnen worden aangegeven. Hierdoor komen in het areaal van iedere klasse kleine oppervlakten voor die niet tot die klasse behoren.

In verband met bovenstaande moet er op gewezen worden, dat overbrenging van de gegevens van de classificatiekaart op een kaart met een grotere schaal onvermijdelijk tot onjuistheden zal leiden. Bij het ontwerpen van plannen tot ingebruikname van bepaalde stukken grond voor tuinbouw is dus steeds nader onderzoek absoluut noodzakelijk.

Verder wordt er met nadruk op gewezen, dat deze classificatie naar geschiktheid voor tuinbouw uitsluitend berust op bodemkundige over­ wegingen.

Bij de beslissing of het gewenst is op de betreffende grond­ soorten tuinbouw te gaan uitoefenen spelen uiteraard andere factoren eveneens een grote rol. Deze factoren alss ontsluiting, ligging ten

opzichte van afzetgebieden, veilingwezen, aanbod van arbeidskrachten e.d. zijn buiten beschouwing gebleven.

0=0=0=0=0=0=0

(7)

LEGENDA

W.ii, „ „ d .0, zeerz.«, « o t „ M u f j ü T ] £ « £

lichte zavel (18 - 25°/o slib) | veen met bovengrond bestaande uit venige klei zware zavel en lichte klei (25-40% slib) K2 + 3 j veen'of klei met baggerdek

Gem. HEERHUGOWAARD

BODEMKAART

W A G Ë*ï

i-N-G-i

BtBLIOTH&ÈK Schaal 1: 50000 0 05 1 1.5 km

Stichting voor Bodemkartering Wageningen

(8)

RtRLIOTHEEK

Gem. HEERHUGOWAARD

BODEMGESCHIKTHEIDS-KAART VOOR

TUINBOUW

Schaal 1 50000 0 0.5 1 1.5 km LEGENDA

overwegend zeer geschikt voor groente en fruitf C5 overwegend geschikt voor groente en fruit

G6 + 7 weinig geschikt voor groente; onqeschikt voor fruit

G5 I over wagend zeer geschikt voor sommige vorme.n van groenteteelt, ongeschikt voor fruit E1 + 2 overwegend geschikt voor groente; gedeeltelijk voor fruit

Stichting voor Bodemkartering Wageningen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mishandeling en vernieling lenen zich minder goed voor afhandeling door middel van LOS, omdat in het eerste geval vaak niet duidelijk is wie de verdachte is en wie het slachtoffer

A priori is het natuurlijk ook erg onwaarschijnlijk dat de nu geponeerde steHingJuist zou zijn: waarom zou een markt geen geschIkt aHocatiemechänisme voor energie

Die citaten (Zaak 69 en Zaak 23) laten zien dat deze partijen diep in hun hart vonden dat de rechter niet veel meer kon doen en het blijkbaar oneens waren met de stelling dat

Onderzoekers van de Universiteit Leiden en de Hogeschool van Amsterdam keken in twee studies op lerarenopleidingen van hbo's en universiteiten of een uitgebreidere selectie

Er zijn enkele vierwielgestuurde constructies te vinden. Hierbij sturen de achterwielen net zoveel als, of gedeeltelijk met de voorwielen mee. De onafhankelijke besturing is

The planning theories which represent non-motorised transport planning as an alternative to motorised transportation include the Smart growth theory, New urbanism

Daarnaast hebben we in de tweede fase van het onderzoek per databron nagegaan of er op basis van de gegevens in deze databron onderscheid gemaakt kan worden tussen huiselijk geweld