MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015
VAK: GESCHIEDENIS DATUM: 29 juli 2015 TIJD: 07.45-09.45u Aantal vragen: 30 Aantal pagina’s: 3
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde aanwezig zijn. Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met de surveillant.
Suriname
1. Tijdens het bewind van gouverneur Kielstra (1933-1944) kwam het nationalistisch gevoel
sterk naar boven. Dit gevoel kwam in de beweging Unie Suriname tot uiting.
Welke rol vervulde deze beweging kort na de Tweede Wereldoorlog? 3p. 2. In 1949 kregen wij de eerste algemene, vrije en geheime verkiezingen waarbij de politieke
partij NPS een grote overwinning behaalde.
Leg uit hoe het komt dat de NPS zo’n grote overwinning kon behalen. 3p. 3. Nederland vond dat het na de Tweede Wereldoorlog de economie van ons land moest
stimuleren door middel van planning.
a. Hoe heette het eerste plan dat Nederland in ons land introduceerde? 2p.
b. Waaruit bestond dit plan? 3p.
c. Beargumenteer of de doelen van dit plan zijn gerealiseerd. 3p.
4. Na de Tweede Wereldoorlog (1945) kreeg Suriname ontwikkelingshulp van Nederland. De verschillende ontwikkelingsprojecten en strategieën moesten leiden tot volledige economische zelfstandigheid.
Noem twee (2) ontwikkelingsstrategieën op die na de Tweede Wereldoorlog in ons land werden
toegepast. 4p.
5. Eind 1977 won de NPK-blok wederom de verkiezingen.
Op welke wijze uitte de bevolking haar ontevredenheid over het beleid van deze regering? 3p. 6. Na de staatsgreep van 1980 zou er op economisch gebied een ombuiging plaatsvinden van het ontwikkelingsbeleid.
Leg uit hoe het gewijzigde economisch beleid vanaf 1980 uitgevoerd zou worden. 3p.
7. Vanaf 1986 tot 1991 woedde er een oorlog in ons binnenland. Welke invloed heeft deze binnenlandse oorlog gehad op de betrekkingen tussen Nederland en
Suriname? 3p.
8. Met de “Kerstcoup” van 1990 was weer eens duidelijk geworden dat na de verkiezingen van 1987 het leger nog grote macht en invloed had in ons land.
Leg uit hoe deze “Kerstcoup” zo gemakkelijk gepleegd kon worden. 3p.
9. Na de verkiezingen van 1991 zien we de opkomst van partijen als de NDP en DA 91.
Noem twee (2) punten op hoe deze partijen zich onderscheidden van de “oude partijen”. 4p. 10. In 1991 trad de Nieuw-Front regering onder leiding van president Venetiaan aan. Het
ontwikkelingsbeleid van deze regering ging uit van een ontwikkelingsproblematiek die twee aspecten had.
a. Uit welke twee (2) aspecten bestond de ontwikkelingsproblematiek volgens deze regering? 4p.
b. Leg uit hoe de regering Venetiaan dit probleem wilde oplossen. 3p.
11. De media maakte in februari 2015 bekend dat Alcoa ( moedermaatschappij van Suralco)
plannen heeft zich uit ons land terug te trekken. Welke mogelijke voordelen (1) zijn er voor de economie indien ons land Suralco volledig
overneemt? 3p.
12. Ondanks inspanningen van diverse regeringen om de economie te diversifiëren, is ons land anno 2015 sterk afhankelijk van de mijnbouwsector.
a. Geef aan welke drie (3) grondstoffen uit de mijnbouwsector het meest bijdragen aan de
Surinaamse economie. 3p.
b. Beschrijf een actueel probleem waarmee onze goudindustrie te kampen heeft. 3p.
Latijns -Amerika
1. Aan het begin van de 19e eeuw werd Latijns -Amerika onafhankelijk en viel uiteen in een
twintigtal onafhankelijke staten.
a. Noem twee (2) vrijheidstrijders van Latijns -Amerika aan het begin van de 19e eeuw. 2p. b. Na 1850 braken er oorlogen uit tussen deze onafhankelijke staten.
Geef twee (2) redenen aan waarom deze landen oorlog voerden. 2p.
2. De militairen namen in de eerste helft van de 20ste eeuw steeds meer controle over het politiek proces binnen Latijns- Amerika.
Waarom vonden militairen dat ze beter dan politici het algemeen belang konden dienen? 3p. 3. Tijdens de economische wereldcrisis van 1929 kwam het populisme op in Latijns -Amerika. Wat was de oorzaak voor spanningen tussen populistische regeringsleiders en de Verenigde
Staten van Amerika (VSA)? 3p.
4. Na de Tweede Wereldoorlog (1945) werd de industrialisatie in Latijns -Amerika aangepakt en als onderdeel hiervan werden buitenlandse bedrijven genationaliseerd.
Waarom heeft deze nationalisatie niet geleid tot economische onafhankelijkheid? 3p.
5. Latijns -Amerika raakte evenals andere delen van de wereld betrokken bij de Koude Oorlog. Op welke wijze probeerde de VSA het communisme in Latijns -Amerika tegen te gaan? 3p. 6. “Onder de militaire dictatuur in Brazilië was de kerk gedurende enige tijd de belangrijkste oppositie beweging in het land. Zij vormde het enige instituut in de Braziliaanse maatschappij dat nog kritiek kon leveren. Zij werd de stem van hen, die geen stem hadden.”
a. Hoe werden de priesters die opriepen tot geweldloos verzet tegen de militaire dictaturen in
Latijns- Amerika ook wel genoemd? 2p.
b. Waarom bleven de kerkelijke leiders over het algemeen trouw aan de
militaire machthebbers? 3p.
7. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw kregen Latijns - Amerikaanse landen te kampen met
hyperinflatie. Het bleek dat de militairen niet in staat waren dit probleem op te lossen.
Toon aan of anno 2015 dit probleem nog actueel is. 3p.
8. Een steeds terugkerend probleem in Latijns -Amerika is dat de grondenrechten van inheemsen niet of nauwelijks worden gerespecteerd door de overheid. Zo trad de overheid in Guatemala in de jaren ’80 van de vorige eeuw hard op tegen inheemse gemeenschappen in het Quiche-gebied.
Verklaar het optreden van de overheid in deze inheemse gemeenschappen. 3p.
9. De militairen zijn uit het politiek gezichtsveld verdwenen in de jaren 90 van de vorige eeuw. Geef twee (2) oorzaken aan waarom de militairen uit het politiek gezichtsveld verdwenen. 4p. 10. De industrialisatie in Latijns -Amerika neemt een belangrijke plaats in de groei van de
economie, maar brengt ook milieuvervuiling met zich mee.
a. Hoe proberen Latijns -Amerikaanse landen deze vervuiling tegen te gaan? 3p.
b. Ons land heeft ook te kampen met een enorme vervuiling vooral in de goudsector. Ook wij proberen dit probleem aan te pakken.
Toon aan of deze aanpak succesvol is. 3p.
11. Evenals de toenmalige Boliviaanse president Jaime Paz Zamora stelt de huidige president Evo Morales dat “de oorlog tegen drugs gezien moet worden in verhouding tot de oorlog tegen armoede, omdat de Boliviaanse boeren door armoede overgaan tot het planten van coca.”
Leg uit wat hiermee bedoeld wordt. 3p.
Cijfer: Score + 10 10