• No results found

Immunotolerance during bacterial pneumonia and sepsis - Dankwoord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Immunotolerance during bacterial pneumonia and sepsis - Dankwoord"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Immunotolerance during bacterial pneumonia and sepsis

Hoogerwerf, J.J.

Publication date

2010

Link to publication

Citation for published version (APA):

Hoogerwerf, J. J. (2010). Immunotolerance during bacterial pneumonia and sepsis.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

169

9

Dankwoord

(3)
(4)

Dankwoord

171

Dankwoord

Opgeleid als basisarts begeef je je als startende promovendus in het laboratorium op onbekend terrein. Ineens word je geacht een pipet vast te houden, cytospins te draaien, bacteriën op te groeien, buffers te maken, RNA te isoleren, elisa’s te coaten, muizen in te spuiten, te FACSen en dan moet je natuurlijk ook nog de rode draad van je onderzoek weten vast te houden. Om te doorgronden of de startende promovendus wel voldoende capaciteit in huis heeft om zich deze vaardigheden eigen te maken, wordt er in het sollicitatiegesprek gevraagd naar de kunst van het koken. Met de kennis van nu lijkt dat toch een wat lichtzinnige kijk op de werkelijkheid. Hoewel het koken me redelijk afgaat, kon dat niet voorkomen dat ik mijzelf diverse malen terugvond met mijn ziel onder de arm. Promotor Tom van der Poll vist je op die momenten uit het water. Tom compenseert, met zijn onnavolgbare efficiëntie, geheugen en helikopterview, voor alle gebrek aan ervaring, kennis en zelfvertrouwen die je tijdens het promotietrajekt parten kunnen spelen. Kopje bijna onder, laat hij je onder een voortdurende stroom van enthousiasme en vertrouwen, vol optimisme weer het lab op gaan om nóg meer experimenten uit te voeren. Aldaar waarborgen co-promoteres Kees van ‘t Veer en Alex de Vos de kwaliteit van het experimentele werk door het permanent geven van advies en hulp tijdens de voorbereiding en uitvoering van de experimenten.

Het doen van een promotie lijkt in veel opzichten een vrij individualistisch proces. Niets is minder waar. Opeengepakt in een daglichtloze kamer met een tiental “Tommies” word je als vanzelf meegenomen in een collectief onderzoeksavontuur. Ze leren je de kneepjes van het vak en begeleiden je naar verre congressen over de wereld. De “Tommies” waren voor mij bijzonder stimulerend, maar bovenal heb ik ontzettend veel plezier met hen beleefd. Tom creëert dit klimaat en ik beschouw het als een onmisbaar ingrediënt van een geslaagd promotietraject.

Het labwerk bestaat of uit repetitieve handelingen die soms duizenden keren moeten worden herhaald of uit unieke handelingen waarbij complexiteit of gebrek aan routine je parten speelt. In beide gevallen zijn hulptroepen essentieel. Talloze (oud)medewerkers van het CEMM hebben mij met raad en daad bijgestaan, of het nu ging om longen prakken, longcoupes snijden of het zoveelste FACS proefje. In het bijzonder noem ik de onmisbare hulp van Marieke ten Brink en Joost Daalhuisen bij het uitvoeren van de muisexperimenten, wat heeft geleid tot gezellige uren in het muizenhuis en mooie data. Het CEMM lab is een bijzondere werkplek doordat iedereen voor zich bezig is, maar tegelijk toch ook samen werkt aan één doel.

(5)

172

Het thuisfront heeft al die jaren meegeschreven. Mijn vader’s RNA profiel staat in dit proefschrift beschreven. Het sterretje in figuur 8.2A is vast het gevolg van een moederlijke chaperone tijdens een van de nachtelijke muisuurtjes. Mijn Tom, vanaf nu slechts het pure vloeibare goud, geen water meer bij de wijn.

Het geheel leidt uiteindelijk tot de ultieme beproeving, de promotie. Tijdens de ceremonie heb ik de eer om te worden bijgestaan door mijn fantastische vriendin Marjolein van Maanen en mijn lieve schoonzus Rebecca Vicente-Steijn. Dat is niet helemaal voor niets. Beiden kennen de pieken en dalen van het experimentele onderzoek. Het dagelijkse koffiemomentje met Marjolein waarin wij alles -en zo min mogelijk over het onderzoek- bespraken, zijn een ongekend belangrijk rotspunt in deze vier jaren geweest. Hoewel afkomstig uit verschillende windstreken, hebben mijn schoonzusje Rebecca en ik veel gemeen: de wetenschap, El Canigo, en niet onbelangrijk: een Van Nouhuys.

Graag wil ik Prof. Dr. Speelman, Prof. Dr. De Jonge, Prof. Dr. Sterk, Prof. Dr. Netea, dr. Knapp en dr. Nolte tenslotte danken voor het kritisch bestuderen van het manuscript en het zitting nemen in de promotiecommissie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voortgang in autonomie : een studie naar de organisatorische gevolgen van financiële en personele beleidsbenutting in het basisonderwijs..

Middelen worden gebundeld en goedkopere con- tractenn worden afgesloten, maar de effectiviteit van scholen is niet toegeno- men,, aangezien autonomievergroting nauwelijks tot

Een aantal andere mogelijkheden die het FBS biedt enn die redeÜjk veel worden gebruikt zijn het voeren van een eigen taakverde- lingsbeleidd (30%), het voeren van een

De termm 'losse koppeling' wordt ook gebruikt om de professionele bureaucratie te typeren,, waar het onderwijskundige en beheersmatige terrein (twee subsyste- menn die

Binnen het onderwijs kunnen diverse functione- lee doelen worden onderscheiden, zoals de innovatiefunctie, de opvangfunctie, dee werkgelegenheidsfunctie en

Uitt het nonrespons onderzoek blijkt dat de resultaten van het survey die te makenn hebben met de beleidsbenutting voor wat betreft de taak- en functieverbreding,, het reserveren

Dit biedt uiteinde- lijkk de mogelijkheid om scholen te onderscheiden die redelijk tot veel beleids- ruimtee benutten (categorie 3 en 4) en scholen die in enige mate tot weinig

Doordat de schoolleider van schooll F in het bovenschools management zit en dus minder tijd heeft voor dee eigen school worden binnen school F meer schooltaken gedelegeerd naar