• No results found

De botsing van Roemeens beleid met Europees grensbeleid ‘Roemenië en Moldavië: paspoortuitgifte’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De botsing van Roemeens beleid met Europees grensbeleid ‘Roemenië en Moldavië: paspoortuitgifte’"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De botsing van Roemeens beleid met Europees grensbeleid

‘Roemenië en Moldavië: paspoortuitgifte’

Universiteit van Amsterdam

Faculteit der Geesteswetenschappen

Masterscriptie Europese Studies

Institutionele Integratie

Roberta Appiah (5741246)

Januari 2015

Dhr. C. W. C. Reijnen

Scriptiebegeleider Universiteit van Amsterdam

Dhr. mr. Drs. J. J. C. M. Wirken

(2)

Inhoudsopgave

1. Inleiding

1

Roemeens paspoort als sleutel tot Europa

1

Doelstelling, vraagstelling en onderzoeksvragen

3

Beschrijving van de hoofdstukken

4

2. Theoretisch kader

5

Uitbreidings- en toetredingsbeleid van de EU

5

Schengen overeenkomst

8

European Neighbourhood Policy

9

Eastern Partnership

12

Europees Burgerschap

14

Conclusie

16

3. Historisch overzicht

17

Roemenië, een kort historisch overzicht

17

Moldavië, een kort historisch overzicht

22

Conclusie

24

4. Paspoortuitgifte

27

Historie

27

Roemeens burgerschapsbeleid

28

Politiek

31

Conclusie

33

(3)

5. Botsing EU beleid met Roemeens beleid

35

Schengen overeenkomst

35

European Neighbourhood Policy

38

Europees Burgerschap

41

Politiek

43

Conclusie

44

6. Conclusie

46

(4)

1. INLEIDING

In deze scriptie wordt getracht een antwoord te geven op de vraag waarom Roemeens beleid met Europees beleid botst door middel van het verstrekken van Roemeense paspoorten aan personen met de Moldavische nationaliteit. Het uitgeven van paspoorten is in principe een nationale aangelegenheid, maar doordat Roemenië in 2007 is toegetreden tot de Europese Unie (EU), is het verstrekken van paspoorten aan personen van een niet- EU lidstaat ook een Europese

aangelegenheid aangezien het nationaal burgerschap naast het Europees Burgerschap staat. Op deze manier vindt er zonder enige toestemming van Brussel een uitbreiding van het aantal Europese burgers van de Europese Unie plaats, waardoor het beleid van Roemenië met het grensbeleid van de Europese Unie botst. Dit hoofdstuk heeft een inleidende functie. In de eerste paragraaf wordt de aanleiding voor deze scriptie toegelicht. Daarna worden respectievelijk de doelstelling, de

vraagstelling en de onderzoeksvragen uiteengezet, waarna in de laatste paragraaf de inhoud van deze scriptie wordt beschreven.

Roemeens paspoort als sleutel tot Europa

Sinds Roemenië in 2007 officieel is toegetreden tot de Europese Unie staan er geregeld berichten in diverse Europese kranten over de uiting van de Roemeense burenliefde naar Moldavië. De

Nederlandse Volkskrant en het Franse Le Monde melden bijvoorbeeld dat er in Roemenië met het versoepelen van het naturalisatieproces middels het verstrekken van paspoorten aan personen met de Moldavische nationaliteit, een verkapte toetreding of illegale uitbreiding van personen tot de EU plaatsvindt. Op deze manier komt er in de EU zonder toestemming van Brussel op sluipende wijze toch een uitbreiding naar het oosten op gang.1 Daarnaast heeft de Europese Unie in haar externe grensbeleid twee samenwerkingsovereenkomsten met Moldavië, die op deze manier worden ondermijnt. De EU wil graag in samenwerking met Moldavië de omstandigheden in het land zelf aanpakken zodat de leefomstandigheden verbeteren. Deze aanpak werkt niet indien het beleid van Roemenië niet aansluit bij het beleid van de EU.

Uit een artikel van Benjamin Bidder in Der Spiegel blijkt zelfs dat er inmiddels al bijna één miljoen Moldaviërs het eigen land de rug toe hebben gekeerd en veelal illegaal als gastarbeiders in Europa werken. Van de ruim drie miljoen inwoners beschikken er al 120.000 over een Roemeens paspoort én

1 Benjamin Bidder, ‘Moldavië-Roemenië: Verkapte toetreding tot de EU’,

http://www.presseurop.eu/nl/content/article/295081-verkapte-toetreding-tot-de-eu, geraadpleegd op 27.02.2013.

(5)

zijn er volgens de Roemeense regering meer dan 800.000 personen in afwachting van de goedkeuring van hun aanvraag. De Roemeense regering heeft zelfs twee extra consulaten in Balti en Cahul

geopend om aan de vraag te kunnen voldoen.2 De stormloop op de paspoorten lijkt te zijn ontstaan nadat de Roemeense president Traian Basescu zich in het openbaar uitsprak dat de procedure om een Roemeens paspoort aan te vragen verder zou worden versimpeld. Alleen uit de reacties van de burgers uit Moldavië die het paspoort aanvragen is op te maken dat zij op deze een manier een kans zien de Europese Unie makkelijk binnen te komen. Het nationalistisch gevoerde beleid van Roemenië om paspoorten te verstrekken is daarentegen erop gebaseerd om alle Roemenen binnen het

Roemeens grondgebied te unificeren. Op deze manier kan de Roemeense regering het idee van Romania Mare oftewel het ‘Grote Roemenië’, welke tijdens de Tweede Wereldoorlog is ontstaan, vormgeven. Het Grote Roemenië wil zeggen alle personen met de Roemeense nationaliteit in één groot Roemenië. Volgens Basescu wonen Moldaviërs en Roemenen op dit moment wel in twee verschillende landen, maar “zij zijn één volk en dit volk heeft recht op eenheid en een

gemeenschappelijke toekomst”.3 Alleen hebben de personen uit Moldavië, die graag gebruik maken van deze kans op een Roemeens paspoort, vaak een andere gedachte. Roemenië geeft hen als lidstaat van de Europese Uniede mogelijkheid vrij te kunnen reizen naar West-Europa én daar nog bovendien als goedkope arbeidskracht aan het werk te gaan.4 De Moldaviërs maken op deze manier wel gebruik van het Roemeens burgerschapsbeleid, maar beschouwen zichzelf niet als Roemeens en zien het Roemeense paspoort vooral als toegangspoort tot de Europese Unie.

Doelstelling, vraagstelling en onderzoeksvragen

Het doel van deze scriptie is het beantwoorden van de vraagstelling ‘Waarom Roemenië met het verstrekken van paspoorten aan personen van een niet- EU lidstaat (Moldavië) botst met beleid van de Europese Unie’. Roemenië breidt op deze manier haar bevolking uit met burgers uit Moldavië, een

2 Benjamin Bidder, ‘Moldavië-Roemenië: Verkapte toetreding tot de EU’,

http://www.presseurop.eu/nl/content/article/295081-verkapte-toetreding-tot-de-eu, geraadpleegd op 27.02.2013.

3 Benjamin Bidder, ‘Romanian Passports for Moldovans: Entering the EU through the Backdoor’,

http://www.spiegel.de/international/europe/romanian-passports-for-moldovans-entering-the-eu-through-the-back-door-a-706338.html, geraadpleegd op 02.04.2013. (vertaald vanuit Engels)

4 Benjamin Bidder, ‘Moldavië-Roemenië: Verkapte Toetreding tot de EU’,

http://www.presseurop.eu/nl/content/article/295081-verkapte-toetreding-tot-de-eu, geraadpleegd op 27.03.2013.

(6)

niet-EU lidstaat, en opent ook niet alleen haar eigen landsgrens maar tevens de externe grens van de Europese Unie. Terwijl de Europese Unie, na de grote uitbreidingsronde van 2004 juist haar

buitengrenzen gesloten wil houden en een ‘ring van vrienden’ rondom de Unie wil creëren; zonder uitzicht op een eventueel lidmaatschap. Om een hechtere coöperatie te bewerkstelligen en de buitengrenzen veilig te houden zijn er diverse samenwerkingsverbanden met de omringende buurlanden gesloten. Zo heeft de EU samen met Moldavië individuele

samenwerkingsovereenkomsten gesloten; zoals de European Neighbourhood Policy en het daaruit voortgekomen Eastern Partnership waarbij plannen zijn gemaakt om de economie, het bestuur, onderwijs, vrijheid en veiligheid in ruil voor economische steun en handelte verbeteren. Aangezien de EU deze overeenkomsten gezamenlijk zijn aangegaan zijn er enkele landen, zoals Engeland en Duitsland niet te spreken over het besluit van de Roemeense regeringom Roemeense paspoorten toe te kennen aan Roemeenssprekende Moldaviërs.

Om antwoord te kunnen geven op de vraag wordt er door middel van deelvragen structuur aangebracht in deze scriptie. Ten eerste wordt het theoretisch kader weergegeven waarbinnen antwoord zal worden gegeven op de hoofdvraag. In dit hoofdstuk worden het uitbreidings- en toetredingsbeleid, de Schengenovereenkomst, de European Neighbourhood Policy, het Eastern Partnership en het Europees Burgerschap van de Europese Unie toegelicht. Daarna worden de historische achtergronden en ontwikkelingen op het gebied van nationalisme en cultuur van Roemenië en Moldavië weergegeven. Vervolgens wordt er gekeken naar de diverse motieven die eraan ten grondslag kunnen liggen waarom Roemeense paspoorten worden verstrekt aan burgers uit Moldavië. Deze kennis is noodzakelijk aangezien beide landen een gecompliceerde geschiedenis op het gebied van territorium, nationalisme en populatiemet elkaar hebben. Ten slotte wordt er getracht antwoord te geven op de vraag waarom Roemenië met het verstrekken van paspoorten aan personen met de Moldavische nationaliteit botst met beleid van de Europese Unie.

Beschrijving van de hoofdstukken

In het tweede hoofdstuk wordt er aandacht besteed aan het theoretisch kader waarbinnen de hoofdvraag wordt beantwoord. Hierin wordt er een analyse gegeven van de Europese Unie, haar interne en externe grensbeleid en het Europees burgerschapsbeleid. In hoofdstuk drie zal antwoord

(7)

worden gegeven op deelvraag 1, waarbij de historische achtergronden van respectievelijk Roemenië en Moldavië met betrekking tot het nationalisme, de natie en cultuur worden geanalyseerd. In het vierde hoofdstuk zal de beantwoording van deelvraag 2 centraal staan. De omvang van de situatie en de factoren die ten grondslag liggen aan het verstrekken van de Roemeens paspoorten zullen hierin naar voren komen. In hoofdstuk 5 wordt de hoofdvraag waarom Roemenië met het verstrekken van paspoorten aan personen met de Moldavische nationaliteit botst met beleid van de Europese Unie zo goed mogelijk beantwoord, om in de conclusie alles samen te voegen.

2. THEORETISCH KADER

Dit hoofdstuk heeft tot doel een beeld te schetsen van het theoretisch kader waarbinnen het antwoord geformuleerd wordt op de deelvragen en de hoofdvraag. In de eerste paragraaf zal een

(8)

korte beschrijving gegeven worden van de totstandkoming van de Europese Unie. Daarna zal in de tweede paragraaf het uitbreidingsproces en het toetredingsbeleid van de Europese Unie worden belicht. Vervolgens komen de Schengen overeenkomst, de European Neighbourhood Policy en het Eastern Partnership aan bod, welke allen deel uit maken van het interne en externe grensbeleid van de Europese Unie. Deze beleidsvormen worden algemeen besproken, maar ook wordt belicht in welke context zij tot stand zijn gekomen en hoe zij in relatie staan met Roemenië en Moldavië. Bij het uitgeven van het nationale paspoort verwerft een burger automatisch het Europees Burgerschap, daarom zal in de laatste paragraaf het Europees Burgerschap worden toegelicht. Deze vormen van Europees beleid vormen het theoretisch kader binnen dit onderzoek omdat de EU met het maken van deze overeenkomsten en beleidsvormen een raamwerk biedt waarin de deelnemers zich dienen te houden. Tot slot wordt het hoofdstuk afgesloten met een korte conclusie.

Uitbreiding en toetredingsbeleid van de EU

Sinds de oprichting van de EG in 1958 is de Europese Unie uitgebreid van zes naar maar liefst achtentwintig lidstaten in 2013. Uitbreiding is het meest succesvolle beleid van de Europese Unie volgens de Europese Commissie.5 Onder uitbreiding wordt het proces verstaan waarbij nieuwe landen lid worden van de Europese Unie. In principe kan ieder Europees land het EU-lidmaatschap

aanvragen indien het de geldende Europese democratische normen en waarden eerbiedigt en ermee instemt deze te zullen waarborgen, uitdragen en te promoten.6

Een land dat wil toetreden moet ten eerste voldoen aan de toetredingseisen. Deze

toetredingseisen zijn in 1993 uiteengezet door de Europese Raad in Kopenhagen en worden daarom de Kopenhagencriteria genoemd. Deze criteria zijn van politieke, economische en juridische aard. Ten eerste moet een land stabiele instellingen hebben die de democratie, de rechtsorde, de

mensenrechten en de rechten van minderheden beschermen. Een tweede criterium waaraan moet worden voldaan is het hebben van een functionerende markteconomie en kunnen omgaan met de concurrentie en marktwerking binnen de Europese markt. Tot slot moet het land het acquis

communautaire overnemen. Dit gemeenschapsrecht is het recht van de Europese Unie en omvat de

5 Sandra Lavenex en Frank Schimmelfennig,’EU Rules Beyond EU Borders: Theorizing External Governance in European Politics’, Journal of European Public Policy, nr. 6 (2009), p. 791.

6 European Commission, ‘Conditions for membership’,

(9)

bestaande EU-wetgeving zoals het EU-Verdrag, verordeningen en richtlijnen, maar ook alle andere rechtsregels zoals de grondrechten, de algemene rechtsbeginselen en jurisprudentie van het Hof. Bovendien moet de Europese Unie er ook klaar voor zijn om nieuwe leden te laten toetreden.

Indien een land aan de condities voor lidmaatschap en aan de Kopenhagencriteria voldoet, kan de procedure beginnen, welke bestaat uit drie stappen, die steeds door alle EU-leden moet worden goedgekeurd. De eerste stap is dat een land het EU-lidmaatschap in het vooruitzicht wordt gesteld, daarna wordt het land officieel kandidaat gesteld. Hierna start het land de formele

toetredingsonderhandelingen, wat bestaat uit een proces van hervormingen om zich aan te passen aan het acquis communautaire. Pas als alle onderhandelingen en hervormingen naar wens zijn afgerond voor zowel het toetredende land als voor de lidstaten van de Europese Unie, kan een land lid worden van de EU. Maar ook hier moeten alle EU-landen unaniem hun toestemming geven.7

Tijdens de onderhandelingen worden er diverse zaken besproken; hoe en wanneer de kandidaat zal toetreden en de inwerkingtreding van alle huidige regelgeving, het acquis. Deze EU-regels zijn verdeeld over vijfendertig verschillende beleidsterreinen of welke in dit geval hoofdstukken worden genoemd, zoals transport, milieu en cultuur, welke afzonderlijk worden geopend en gesloten. De onderhandelingstijd kan per hoofdstuk variëren en is niet tijdsgebonden. Daarbij wordt er geen hoofdstuk gesloten voordat iedere EU-regering ermee akkoord is, en kan deze tweede stap van het proces van formele toetredingsonderhandelingen pas worden afgesloten indien alle hoofdstukken zijn gesloten.8

Er zijn ook zaken waarover men niet onderhandelt. De EU behoudt het zeggenschap over de definitieve toetredingsdatum en of de kandidaat de EU-regels op een juiste en effectieve manier heeft geïmplementeerd. Over de financiële- en procedurele afspraken wordt wel gediscussieerd; zoals wanneer het nieuwe lid meebetaalt aan het EU budget en hoe sommige regels in fases zullen worden toegepast om de nieuwkomer tijd te geven om zich aan te passen.9

Gedurende het gehele onderhandelingsproces monitort de Europese Commissie de voortgang van de kandidaat-lidstaat als het gaat om de toepassing van Europese regelgeving en andere afspraken zoals te behalen benchmarks. Op deze manier wordt de aankomende lidstaat begeleid om de

verantwoordelijkheid van het EU-lidmaatschap op zich te nemen en kunnen de huidige lidstaten ervan op aan dat de kandidaat zich aan de toetredingseisen houdt. Daarnaast houdt de Europese

7European Commission, ‘Conditions for membership’,

http://ec.europa.eu/enlargement/policy/conditions-membership/index_en.htm, geraadpleegd op 16.09.2013.

8European Commission, ‘Step towards Joining’, http://ec.europa.eu/enlargement/policy/steps-towards-joining/index_en.htm, geraadpleegd op 16.09.2013.

9European Commission, ‘Conditions for membership’, http://ec.europa.eu/enlargement/policy/conditions-membership/index_en.htm, geraadpleegd op 16.09.2013.

(10)

Commissie de Europese Raad en het Europese Parlement op de hoogte door middel van rapporten, strategy papers en verklaringen over de voortgang.10

Als de kandidaat-lidstaat succesvol alle hoofdstukken heeft afgesloten, kan men naar stap drie: toetreden. Voor het toetreden moet de nieuwe lidstaat het toetredingsverdrag ondertekenen en ratificeren. Als het verdrag is getekend, krijgt de kandidaat-lidstaat de status van toetredend lidstaat; wat betekent dat verwacht wordt dat de lidstaat een volledig EU lid zal worden op de datum die in het verdrag genoemd wordt. In de tussentijd zal de toetredende lidstaat wel al kunnen genieten van ‘speciale afspraken’, op deze manier wordt de lidstaat al betrokken bij voorstellen en initiatieven, maar kan nog niet meestemmen.11

In deze scriptie staat de lidstaat Roemenië centraal. Roemenië heeft op 22 Juni 1995 EU-lidmaatschap aangevraagd. De aanvraag van Roemenië viel samen met de aanvraag van nog negen andere kandidaat-lidstaten. De toetreding van Roemenië kan gezien worden als onderdeel van een historisch proces. Met de toetreding konden de uit Centraal en Oost Europa eindelijk de scheiding tussen Oost en West Europa achter zich konden laten, een scheiding welke al meer dan veertig jaar voor verdeling zorgde.12 In 2007 werd Roemenië officieel lid van de Europese Unie, en daarmee werd de grens met buurland Moldavië officieel de buitengrens van de Europese Unie.

Europees binnenlands- en buitenlands grensbeleid Schengen overeenkomst

In 1985 werd er een eerste stap gezet naar een gemeenschappelijke overeenkomst om de interne Europese grenzen op te heffen en de buitengrenzen te versterken. Deze Schengen overeenkomst, genaamd naar een klein dorpje in Luxemburg, werd gesloten door vijf staten, namelijk België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland. Door het sluiten van deze overeenkomst stemden zij ermee in om het concept van vrij verkeer van goederen, personen, kapitaal en financiële diensten in de aangesloten Schengenlanden te implementeren.13 Dit leidde tot het afschaffen van de

10 European Commission, ‘Step towards Joining’, http://ec.europa.eu/enlargement/policy/steps-towards-joining/index_en.htm, geraadpleegd op 16.09.2013.

11 European Commission, ‘Step towards joining’, http://ec.europa.eu/enlargement/policy/steps-towards-joining/index_en.htm, geraadpleegd op16.09.2013.

12 Europese Commissie, Agenda 2000- Commission Opinion on Romania’s Application for Membership of the European Union, http://ec.europa.eu/enlargement/archives/pdf/dwn/opinions/romania/ro-op_en.pdf, geraapleegd op 13.11.2013.

(11)

interne landgrenzen én de douanecontroles bij het passeren van deze landgrenzen. Vandaag de dag omvat de Schengen zone zesentwintig staten; tweeëntwintig EU-lidstaten en vier niet-EU leden.14

De Schengen overeenkomst geeft iedere EU-burger en burger van de Schengenzone het recht om te reizen, werken en te verblijven in iedere EU-lidstaat zonder formaliteiten, welke de burgers de vrijheid geeft om de interne grenzen te passeren zonder enige grenscontroles.15 Door het vrij verkeer van personen hebben de EU-burgers het EU burgerschap, welke zelfs de status van fundamenteel recht heeft, verkregen tijdens de implementatie van het Verdrag van Maastricht in 1992. Desondanks, zijn de Schengen regels niet alleen op EU-burgers van toepassing, maar ook op personen die de Europese buitengrenzen passeren, zoals het gebruik van de verschillende visums.

Daarnaast draagt de Schengen overeenkomst ook bij aan de verbetering en harmonisatie van de samenwerking op politioneel gebied van alle Schengen leden, dus een vorm van positieve

integratie. De Schengen overeenkomst is sinds 1999 opgenomen in de EU, en maakt deel uit van het acquis communautaire, de EU-regelgeving welke nieuwe EU-leden moeten accepteren,

implementeren en behouden voordat zij deel uit mogen maken van de Europese Unie. Echter, indien een land toetreedt tot de Europese Unie, en het acquis communautaire accepteert, betekent dit niet automatisch dat het land deel uitmaakt van de Schengenzone. Sinds 2007 is Roemenië lid van de EU, maar maakt tot op heden nog geen deel uit van de Schengenzone omdat alle Europese lidstaten het ermee eens moeten zijn dat een nieuwe lidstaat in de zone toetreedt. Dit betekent dat de overige lidstaten nog niet van mening zijn dat Roemenië aan alle voorwaarden voldoet om deel uit te mogen maken van de Schengenzone en hier nog aan moet werken om aan alle eisen en het vertrouwen van de lidstaten te voldoen. Dit zou een grote stap voorwaarts zijn voor Roemenië en haar inwoners, omdat zij dan vrij zijn van beperkingen met betrekking tot reizen en verblijven. Alleen het verstrekken van paspoorten aan Moldavisch burgers helpt niet mee aan een positieve beeldvorming en hechtere vertrouwensband met de overige EU-lidstaten.

13 Desmond Dinan, Ever Closer Union. An Introduction to European Integration, Palgrave MacMillan 2005, p. 393.

14 De tweeëntwintig EU-leden zijn: België, Denenmarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden. Niet EU-leden zijn IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.

http://ec.europa.eu/dgs/home-affairs/what-we-do/policies/borders-and-visas/schengen/index_en.html, ‘Schengen Area’, geraadpleegd op 24.03.2013.

15 European Commission, ‘Schengen Area’, http://ec.europa.eu/dgs/home-affairs/what-we-do/policies/borders-and-visas/schengen/index_en.html, geraadpleegd op 24.03.2013.

(12)

European Neighbourhood Policy (ENP)

De European Neighbourhood Policy is relevant in dit onderzoek omdat dit grensbeleid is ontstaan in 2004, ten tijde van de grootse uitbreiding van maar liefst tien Europese lidstaten, waarbij er nieuwe externe grenzen zouden ontstaan voor de EU. Voor Roemenië betekende dit dat haar externe landsgrenzen nu ook de externe grenzen zouden zijn van het territorium van de Europese Unie.

Voor het ontstaan van de European Neighbourhood Policy, bestonden er al asymmetrische relaties tussen de EU en haar omringende landen variërend van associatie overeenkomsten tot partnerschap en samenwerkingsovereenkomsten.16 Alleen veel van deze Partnership en Cooperation Agreements (PCA) waren uitgeput nadat de deelnemende PCA landen hadden voldaan aan de hervormingen op het gebied van democratie, politiek en economie en er geen vervolgovereenkomst was nadat alle landen aan de gestelde voorwaarden hadden voldaan. De overgrote meerderheid van PCA landen die bijna aan alle eisen hadden voldaan hadden aangegeven om de PCA opzet te

reviseren én om een nieuwe dialoog te starten welke een meer intensievere manier van

samenwerking tot stand zou brengen en tegelijkertijd een reële kans zou bieden op het verkrijgen van een EU-lidmaatschap.17 Tegelijkertijd stond de Europese Unie op het punt om de unie uit te breiden met maar liefst tien nieuwe lidstaten, waaronder Roemenië, en zou daarmee ook te maken krijgen met nieuwe buurlanden. Dus vroeg de EU zich ook af op welke manier zij haar naaste buren beter kon betrekken bij het Europese integratieproces zonder uitzicht op een lidmaatschap en nieuwe

scheidingslijnen te creëren18. Hierover werd al gesproken door de Europese Raad op 12 en 13 december 2002:

‘The enlargement will bring about new dynamics in the European integration. This presents can important opportunity to take forward relations with neighbouring countries based on shared political and economic values. The Union remains determined to avoid new dividing lines in Europe and to promote stability and prosperity within and beyond the new borders of the Union.19

16 Päivi Leino en Roman Petrov, ‘Between ‘Common Values’ and Competing Universals – The Promotion of the EU’s Common Values through the European Neighbourhood Policy’, European Law Journal, nr. 5 (2009), p. 659. (vertaald vanuit Engels).

17 Ibidem, p. 660.

18 Tom Casier, ‘The New Neighbours of the European Union: The Compelling Logic of Enlargement?’, in: Joan DeBardeleben ed., The Boundaries of EU Enlargement, Houndmills: Palgrave-Macmillan 2008, p. 19.

19 Council of the European Union, ‘Copenhagen European Council, 12-13 december, Presidency Conclusions’, http://ue.eu.int/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/ec/73842.pdf, geraadpleegd op 11.11.2013.

(13)

Om dit dilemma op te lossen, publiceerde de Europese Commissie het document ‘Wider Europe- Neighbourhood: A New Framework for Relations with our Eastern and Southern Neighbours’. 20 Naar aanleiding van dit document heeft de Commissie de European Neighbourhood Policy (ENP) ontwikkeld. De European Neighbourhood Policy werd in 2004 opgezet waarbij de deelnemers gezien werden als een ‘kring van vrienden’ en de beleidsdoelen worden gemeenschappelijk vastgesteld in plaats van door de EU opgelegd. De EU wil kansen creëren om landen deel te laten nemen aan het Europese samenwerkingsverband, maar zonder direct uitzicht op een daadwerkelijk lidmaatschap.

De ENP heeft twee nogal kunstmatige regio’s bijeengebracht welke zich kenmerken door een grote diversiteit aan landen met uiteenlopende economische en politieke achtergronden, landen die onderling met elkaar in conflict zijn, landen met grote Russische invloed, landen waarin conflicten spelen in interactie met buurlanden, landen met dictatoriale regimes en landen met een geschiedenis in de ‘Arabische Lente’. De EU is gebaat bij stabiliteit, welvaart en democratie van haar omringende buurlanden en regio’s, waarbij de nadruk met name ligt op handel, veiligheid, normen en waarden.

De ENP bevat diverse bilaterale overeenkomsten, deze bilaterale overeenkomsten zijn niet geheel nieuw, zij komen voor het merendeel voort uit de al bestaande contractuele relaties tussen de EU en PCA landen. De EU biedt dus een bilaterale overeenkomst met elk van de zestien buurlanden, waarbij wordt overeengekomen dat zij zich zullen toewijden aan de gemeenschappelijke waarden en normen zoals het hebben van een democratie, mensenrechten, een behoorlijk bestuur, een

rechtsgemeenschap, een markteconomie en duurzame ontwikkeling welke tegelijkertijd de

gelegenheid biedt om de economische integratie uit te diepen en de mobiliteit te vergroten.21 In dit onderzoek wordt de relatie met buurland Moldavië onder de loep genomen, omdat sinds de toetreding van Roemenië in 2004 Moldavië een nieuwe ‘buur’ is geworden.

Bovendien is het van cruciaal belang dat de ENP geen nieuw institutioneel raamwerk biedt voor effectieve bilaterale samenwerking tussen de EU en haar buurlanden, maar dat de ENP in plaats daarvan steunt op de diverse institutionele overeenkomsten gecreëerd door al bestaande

overeenkomsten. De Europese Commissie houdt toezicht op deze individuele overeenkomsten en de rapporten die hieruit voorkomen illustreren de voortgang van het deelnemende land. Dit zijn de zogeheten ‘Action Plans’, die staan voor de economische en politieke hervormingen inclusief

aandacht voor de menselijke dimensie welke de basis vormt voor de ENP. Deze Action Plans bevatten voor ieder land dezelfde hoofdstukken, maar worden door ieder land naar zijn of haar behoefte 20 Commission of the European Communities, Wider Europe-Neighbourhood: A New Framework forRelations

with our Eastern and Southern Neighbours’, COM(2003) 104 final, Brussels, geraadpleegd op 11.11.2013. 21 De zestien ENP-leden zijn: Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Egypte, Georgië, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Moldavië, Oekraïne, bezet Palestijns gebied, Syrië en Tunesië. European Commission, ‘What is the European Neighbourhood Policy?’, http://ec.europa.eu/world/enp/policy_en.htm, geraadpleegd op 24.03.2013.

(14)

ingevuld. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van ‘Progress Reports’, dit instrument monitort de voortgang en veranderingen van ieder ENP-land. Daarbij komt nog dat er van de ENP landen wordt verwacht dat zij een gedeelte van het acquis communautaire implementeren en ambitieuze politieke, juridische en economische hervormingen uitvoeren onder het motto van een ‘pre-accession’ proces, maar in ruil hiervoor biedt de ENP uiteindelijk géén kans op het verkrijgen van een EU-lidmaatschap of kandidaat-lidmaatschap.22 Dit legt volgens professoren in de geopolitiek, van Houtum en Boedeltje een ongemakkelijke druk op de relatie tussen de EU en haar nieuwe buren, omdat de ENP een vervolg zou zijn op de eerder samenwerkingsverbanden waarbij de landen zich voorbereidde op een lidmaatschap. De European Neighbourhood Policy ligt met haar beleid tussen EU partnerschap en EU-lidmaatschap. Het suggereert dat de buurlanden niet buiten de EU worden gehouden, maar dat zij een tastbaar perspectief krijgen aangeboden om deel uit te maken van het beleid van de Europese Unie, alhoewel er voor hen geen echt lidmaatschap in het verschiet zal liggen (‘a better silver carrot’).23

Eastern Partnership (EaP)

Na de gebeurtenissen in Zuid-Ossetië in 2008 wilde de Europese Commissie haar relatie met de landen in Oost-Europa versterken. De reden hiertoe was dat Zuid-Ossetië, een regio in Georgië en voormalig republiek van de toenmalige Sovjet-Unie, onafhankelijk wilde worden. Alleen escaleerde deze situatie in 2008 omdat het leger van Georgië Zuid-Ossetië binnen viel. Waarop Rusland een grote legermacht naar Zuid-Ossetië stuurde en er zware gevechten uitbraken tussen het Russische leger en de Georgische troepen . Deze gebeurtenissen brachten een schok teweeg in de

internationale gemeenschap en de Europese Unie stuurde waarnemers heen om de situatie te analyseren.

Hierna wilde de Europese Unie haar relatie met haar buren in het Oosten één op één verder uitdiepen naast de bilaterale samenwerking ENP zodat men in de toekomst daadkrachteriger en effectiever kan handelen. Toen is het Eastern Partnership (EaP) ontstaan. Het EaP is een initiatief van de EU welke gericht is op het aangaan van overeenkomsten met zes landen gelegen in Oost-Europa en het zuiden van de Kaukasus, namelijk Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne. Het initiatief, gestart in 2009, heeft als doel het versterken van de relatie tussen de EU en haar Oosterse partners door middel van het uitdiepen van de politieke samenwerkingen en

22 Päivi Leino en Roman Petrov, ‘Between ‘Common Values’ and Competing Universals – The Promotion of the EU’s Common Values through the European Neighbourhood Policy’, European Law Journal, nr. 5 (2009), p. 660. (vertaald vanuit Engels)

23 Henk van Houtum en Freerk Boedeltje, ‘Questioning the EU’s Neighbourhood Geo-Politics: Introduction to a Special Section’, Geopolitics, nr. 16 (2011), p. 122. (vertaald vanuit Engels)

(15)

economische integratie.24 Met het aangaan van een overeenkomst binnen het Eastern Partnership stelt de EU nog steeds geen EU-lidmaatschap in het vooruitzicht, maar biedt nieuwe associatie overeenkomsten waarmee de deelnemende landen nog meer worden gestimuleerd en ondersteunt met politieke, institutionele en economische hervormingen gebaseerd op EU standaarden.25 Mede hierdoor zal er een diepere integratie ontstaan en worden de handelsbetrekkingen en mobiliteit tussen de EU en haar partners verder vergemakkelijkt. Bovendien maakt het EaP deel uit van de European Neighbourhood Policy, waarin zoals hierboven beschreven, met alle naast gelegen

buurlanden in het oosten en het zuiden een bilaterale overeenkomst is gesloten. Alleen verschilt het EaP van de ENP dat het de bilaterale samenwerking nog verder uitdiept, en de individuele relatie hechter maakt. Daarnaast richt het EaP zich vooral richt nieuwe regionale en sectorale coöperatie, zoals het versoepelen van de visa-criteria, het verbeteren van de publieke instituties en maatregelen tegen illegale immigratie.26 Het versoepelen en het uiteindelijk willen opheffen van de visa-criteria is één van de voornaamste doelen van het EaP. Versoepeling geldt al voor Georgië, Oekraïne en

Moldavië, maar zal pas worden opgeheven als de landen voldoen aan de ‘visa dialogue’, wat betekent dat zij aan de Schengencriteria moeten voldoen. 27 Deze nieuwe multilaterale dimensie is gebaseerd op een nieuw mechanisme welke gericht is op het koesteren van de samenwerking tussen de EU en al haar partners, maar ook tussen de staten onderling. Dit wordt bereikt door middel van

onderhandelingen en implementatie van Associatie Overeenkomsten én de oprichting van een vrijhandelszone tussen de EU en de EaP-leden. Het voornaamste doel van de overeenkomsten is om de staten dichterbij de manier van Europees manier van besturen komen, om dit te bereiken wordt er met ieder land een individuele regeling getroffen. Bovendien bestaat de Associatie Overeenkomst uit vier delen op de volgende terreinen; een politieke dialoog en buitenlands-en veiligheid beleid, rechtspraak, vrijheid en veiligheid én economische- en sectorale coöperatie. Het vierde deel wordt weer individueel gesloten en betreft de DCFTA, een handelsovereenkomst, waarbij de staat lid moet zijn van de World Trade Organisation, alvorens men naast de liberalisatie van de handel, zoals het opheffen van barrières en quotums deelneemt aan het harmoniseren van de handelswetgeving op

24 Eastern Partnership Community, ‘What is the EaP?’, http://www.easternpartnership.org/content/eastern-partnership-glance, geraadpleegd op 30.09.2013.

25 European Union External Action, ‘Regional policies’, http://eeas.europa.eu/eastern/index_en.htm, geraadpleegd op 30.09.2013.

26 European Union External Action, ‘Regional policies’, http://eeas.europa.eu/eastern/index_en.htm, geraadpleegd op 30.09.2013.

(16)

EU-niveau en de acquis communautaire.28 Verder, zet het EaP een netwerk op van ‘civil society’ organisaties en varieert de mate van deelneming van land tot land, afhankelijk van de interne situatie en aspiraties van de staat.

Europees Burgerschap

Door de uitgifte van Roemeense paspoorten aan burgers met de Moldavische nationaliteit raakt Roemenië niet alleen het grensbeleid van de EU maar ook het Europees Burgerschap. Bij uitgifte van een nationaal paspoort verwerft men ook het Europees Burgerschap en de hieraan verbonden rechten en plichten. Ten eerste de uitleg wat is burgerschap? In het algemeen wordt onder

burgerschap verstaan ‘lid of deelnemer van een politieke of een sociaal economische gemeenschap’, iedere lidstaat heeft zijn eigen burgerschapsidee en is vrij in het bepalen wat dit idee inhoudt. Hoe dit nationaal burgerschap wordt verworven heeft het Hof van Justitie bepaalt in het Micheletti-arrest van 1992.29 Maar hoe is nu het Europees burgerschap tot stand gekomen?

In aanloop naar het Verdrag van Maastricht omvatte een Spaans memorandum het Europees Burgerschap. Dit burgerschapsidee omvatte een derde set rechten welke voorkwamen uit nationale rechten en gemeenschapsrechten. Hierna legde de Europese Commissie een verklaring af over de rechten en plichten van mensenrechten, plus een verwijzing naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens én het recht om te reizen en te verblijven in de EU. Daarnaast verklaarde het Europees Parlement dat het Europees Burgerschap een ‘aanvulling’ zou zijn op het nationaal burgerschap. Maar pas met de ondertekening van het Verdrag van Maastricht werd het Europees Burgerschap een fundamenteel recht voor alle EU-burgers én oordeelde ook het Hof van Justitie dat het Europees burgerschap een fundamentele status heeft.30

Hierna maakte richtlijn 2004/38 de weg vrij voor een Europees burger en zijn familie om zich vrij te kunnen verplaatsen, deze was gebaseerd op een eerdere werknemersrichtlijn (1612/68). Ook kwam er het Handvest van de Grondrechten in 2000, welke alle rechten van personen bevatte; zoals burgerlijke, politieke, sociale en economische rechten. Vervolgens, met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009, veranderde er nog enkele aspecten met betrekking tot het Europees burgerschap. De Europese Unie beoogde dat Europa een unie van waarden moest zijn waarin

28 Ibidem.

29 Zaak C-369/90, Michelet, 1992.

(17)

mensenrechten, gelijkheid en sociale rechten beschermd worden. Daarom staan deze in de Preambule van het Verdrag en worden zij beschreven in artikel 2 van het EU-Verdrag. Dit artikel belichaamt waar de Unie voor staat ‘De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot de minderheden behoren. Ook wordt genoemd wat de Unie haar burgers wil bieden ‘de Unie biedt haar burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen, waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is in combinatie met passende maatregelen met betrekking tot controles aan de buitengrenzen, asiel, immigratie, en voorkoming en bestrijding van criminaliteit’(EU-Verdrag, ‘artikel 3 lid 2’). Daarnaast heeft het Europees burgerschap een eigen titel gekregen in het Werkingsverdrag, waarin het EU-burgerschap expliciet wordt genoemd in lid 1 ‘Er wordt een EU-burgerschap van de Unie ingesteld. Burger van de Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit. Het burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap doch komt niet in de plaats daarvan’. Bovendien kan men het EU burgerschap niet verliezen. Hierover is uitspraak gedaan door het Hof van Justitie, welke impliciet aangeeft in de zaak Rottman dat EU burgerschap boven nationaal burgerschap staat; men mag niet stateloos worden en zodoende het EU burgerschap verliezen.31

Verder geeft de Europese Unie met het EU burgerschap alle burgers van de lidstaten het recht om te reizen en te verblijven onder bepaalde voorwaarden en beperkingen (Werkingsverdrag van de Europese Unie, ‘artikel 21’). Volgens jurisprudentie van het Hof van Justitie en het EU-Verdrag moet men onderdaan zijn van een lidstaat, géén onredelijke belasting vormen voor de gastlidstaat, een dekkende ziektekostenverzekering hebben én geen gevaar vormen voor de openbare orde, nationale veiligheid en volksgezondheid. Behalve reizen en verblijven biedt het Europees burgerschap ook sociale rechten, politieke rechten en economische rechten (Werkingsverdrag van de Europese Unie, ‘artikel 20 lid 2, artikel 21 lid 1 en 22 lid 1’). Naast de ontwikkelingen in het Verdrag met betrekking tot het burgerschap kreeg ook het Handvest van de Grondrechten de status van zelfstandig verdrag waardoor EU-burgers rechtstreeks aanspraak kunnen maken op het Handvest.

Door de uitgifte van paspoorten aan burgers met de Moldavische nationaliteit, ‘geeft’ Roemenië deze burgers ook het Europees Burgerschap. Op deze manier kunnen zij de Europese Unie betreden en gebruik maken van de diverse rechten en plichten van de Unieburgers, terwijl de Europese Unie niet meer wilt uitbreiden en met haar buurlanden individuele afspraken maakt om de leef- en

werkomstandigheden in het land zelf wil verbeteren zodat het legaal of illegaal afreizen naar de EU minder aantrekkelijk wordt.

(18)

Conclusie

Binnen bovenstaand theoretisch kader zal de hoofvraag ‘Waarom botst Roemeens beleid met Europees beleid door middel van het verstrekken van Roemeense paspoorten aan personen met de Moldavische nationaliteit?’ worden beantwoord. Het uitbreidingsproces en toetredingsbeleid laten zien op welke manier een land kan toetreden tot de Europese Unie. Een land kan toetreden indien zij de geldende Europese normen en waarden eerbiedigt en ermee instemt om deze te zullen

waarborgen, uitdragen en te promoten. Het toetredingsbeleid bestaat uit een traject waarbij moet worden voldaan aan toetredingseisen, welke economisch, juridisch en politiek van aard zijn. De toetredingsonderhandelingen bestaan uit hervormingen waarbij het toetredende land moet voldoen aan het acquis communautaire. Indien hieraan is voldaan en alle EU lidstaten instemmen net de toetreding wordt het land officieel lid van de EU op de overeengekomen datum. In dit geval is Roemenië in 2007 officieel lid geworden van de EU. Lidmaatschap betekent niet automatisch dat een land lid is van de Schengenovereenkomst; het concept van vrij verkeer, personen, kapitaal en

goederen binnen de Schengenzone. Roemenië is op dit moment geen lid van de Schengenzone aangezien het land de regels moet accepteren en implementeren waarbij alle deelnemende landen het lidmaatschap moeten goedkeuren. Wel hebben de Roemeense burgers als lid van de Europese Unie door middel van het nationale paspoort het fundamentele recht op het Europees Burgerschap met de daarbij behorende rechten en plichten. Met het uitgeven van Roemeense paspoorten aan Moldaviërs geeft Roemenië dus ook het EU burgerschap weg. Daarnaast is ook het externe beleid van de Europese Unie belangrijk in dit vraagstuk. Met name de ENP en het EaP, omdat de EU met de toetreding van Roemenië er een nieuwe buitengrens bij kreeg: de grens met Moldavië. De EU wilde ook met haar nieuwe externe grenzen de veiligheid bewerkstelligen en nieuwe scheidingslijnen voorkomen. Plus daarbij stabiliteit in de buurlanden promoten door middel van intensieve

gemeenschappelijke en individuele samenwerkingsovereenkomsten; zo ook met Moldavië. De EU wil de gemeenschappelijke relatie met Moldavië intensiveren door gebruik te maken van Action Plans en Progress Reports en daarmee de voortgang in het land stimuleren. Bovendien wordt de individuele samenwerking gekoesterd en richt het EaP zich vooral op een verdere verdieping van de coöperatie en heeft als voornaamste doel om Moldavië dichter bij de Europese manier van besturen te komen.

(19)

3. HISTORISCH OVERZICHT

In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de eerste deelvraag ‘Wat zijn de historische achtergronden en ontwikkelingen op het gebied van nationalisme en cultuur van Roemenië en Moldavië?’. De historische achtergrond van respectievelijk Roemenië en Moldavië wordt besproken omdat de geschiedenis van Roemenië en Moldavië zeer nauw met elkaar verbonden is, waardoor er al een belangrijk punt naar voren komt in het toekennen van Roemeense paspoorten aan

Moldavische burgers. Daarnaast worden de ontwikkelingen op het gebied van nationalisme, cultuur en de totstandkoming van de natie beschreven. Deze beschrijvingen van beide landen zijn niet uitputtend, maar dienen als analyse van de meest representatieve periodes en ter beantwoording van de motieven in het toekennen van Roemeense paspoorten aan Moldavische burgers.

Roemenië, een kort historisch overzicht

De naam ‘Roemenië’ is erg oud en werd door de eeuwen heen steeds gebruikt voor verschillende gebieden. In de vroege Middelleeuwen gebruikten westerse schrijvers de term om te refereren aan het Oosterse Romeinse Rijk, maar na de val van Constantinopel in 1453 werd het vooral gebruikt om bepaalde gebieden van het Rijk te benoemen.32 Daarentegen werd de term 1816 voor het eerst door de Griekse geleerde Daniil Philippides gebruikt om te refereren naar alle landen die werden bewoond door Roemenen.33 Omdat Roemenië een vereniging is van meerdere vorstendommen, en is

32A. Drace-Francis, The Making of Modern Romanian Culture. Literacy and the Development of National Identity, London: Tauris Academic Studies 2006, p. 9. (vertaald vanuit Engels)

(20)

voornamelijk gevormd onder invloed van het nationalisme en het gevoel om alle Roemenen te herenigen in één land. Het is van belang om de historie van Roemenië te periodiseren.

Ten eerste zijn er verschillen merkbaar in het Roemeens nationalisme welke volgens professor John Breuilly, gespecialiseerd in nationalisme, geperiodiseerd kunnen worden vanaf de late

achttiende eeuw tot aan de val van het communisme in 1989; waarbij men verschillen opmerkt in het doel van het nationalisme en de relatie met betrekking tot de vorming van de staat.34 Naar aanleiding hiervan kan men drie periodes onderscheiden: nationalisme in de late achttiende en negentiende eeuw; nationalisme tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog; en communistisch nationalisme. Hieraan wordt nog een vierde periode toegevoegd, omdat deze ook zeer belangrijk is voor het huidige Roemenië, dit is de periode na de val van het communisme, welke een ‘vruchtbare grond’ opleverde voor politieke partijen.

Nationalisme in de achttiende en negentiende eeuw

De periode van de achttiende en negentiende eeuw wordt gezien als een fundamenteel keerpunt in de geschiedenis op het gebied van mentaliteit en culturele verandering en kenmerkt zich door de formatie van de staat Roemenië.35 Ten eerste bestond er geen Roemeense staat, maar alleen drie vorstendommen: Moldavië, Wallachije en Transsylvanië. De drie vorstendommen waren de bron van de geschillen tussen het Habsburgse, Ottomaanse en Russische Rijk, omdat deze alle drie grensden aan één van de regio’s én de competitie om de eigen invloedssfeer uit te breiden erg krachtig was.36 Uiteindelijk vielen Moldavië en Wallachije onder het Ottomaanse bewind en werd Transsylvanië gedomineerd door het Habsburgse Rijk. Tegelijkertijd kwamen er diverse nationalistische bewegingen op in de drie regio’s welke allen hetzelfde doel voor ogen hadden: het verwerven van de eigen politieke macht. Dit omdat er in Moldavië, Wallachije en Transylvanië verschillende nationaliteiten woonden. Daarnaast woonden in alle drie de vorstendommen ook Roemenen, soms zelfs een meerderheid van de populatie, maar werden zij als groep niet geaccepteerd maar slechts

‘getolereerd’ door de minderheid en buitengesloten van politieke en administratieve posities.37 De vestiging van Roemenië als een onafhankelijke staat vormden voor de Roemeense (elite)

nationalisten een reden temeer om te strijden unificatie en voor sociale en politieke rechten voor alle Roemenen.

34 R. Cinpoeş, Nationalism and Identity in Romania. A History of Extreme Politics from the Birth of the State to EU Accession, London: Tauris Academic Studies 2010, p. 2. (vertaald vanuit Engels)

35 A. Drace-Francis, The Making of Modern Romanian Culture. Literacy and the Development of National Identity, London: Tauris Academic Studies 2006, p. 10.

36Ibidem, p. 25.

(21)

Uiteindelijk werd dit doel in 1859 verwezenlijkt en ontstond de staat Roemenië door de unificatie van Moldavië en Wallachije, waarna de staat zich onafhankelijk verklaard in 1877 en in 1881 een koninkrijk werd. De formatie van Roemenië vond, volgens doctorandus Alex Drace-Francis, plaats volgens een systeem van relaties waarbij burgerschap en rechten werden verkregen door middel van de Roemeense identiteit, maar waarbij identiteit niet alleen gedefinieerd werd door etniciteit of woonplaats, maar ook door een aantal minder tastbare factoren.38 Daarnaast woonden aan het eind van de negentiende eeuw nog niet alle Roemenen in dit ‘Oude Koninkrijk’; er woonden er ongeveer drie miljoen in het Habsburgse Rijk en ongeveer één miljoen in het Tsaristische Bessarabië.

Uiteindelijk worden deze populaties en het land waarop zij woonden aan het Oude Koninkrijk toegevoegd na de Eerste Wereldoorlog, om deel uit te kunnen maken van het ‘Groter Roemenië’.

Kortom, in deze periode wordt het nationalisme gekenmerkt door staatsformatie omdat de nationalisten zich vooral concentreerden op het formeren van een onafhankelijke Roemeense staat, met inwoners met de Roemeense nationaliteit.

Nationalisme tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog

Deze periode wordt gekarakteriseerd door de term staatsconsolidatie omdat geprobeerd werd de staat te versterken langs nationale/nationalistische lijnen gezien de Roemeense natiestaat.

In het begin van de Eerste Wereldoorlog blijft Roemenië neutraal, maar besluit toch in september 1916 mee te vechten tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije aan de zijde van de geallieerden. Door mee te vechten aan de zijde van de geallieerden probeerde de toenmalige Roemeense koning Ferdinand met de hulp van Frankrijk en Engeland het Hongaarse Transsylvanië en Boekovina, waar Roemenen een grote minderheid vormden, toe te voegen aan het Roemeense grondgebied. In het jaar 1920 is het koninkrijk flink uitgebreid met Transsylvanië, Banat, Bessarabië en Boekovina, en is het Roemeense territorium en het inwonertal vermenigvuldigd.

Echter, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog in 1940, worden Bessarabië en Boekovina bezet door de Sovjet Unie, en moet Roemenië Transsylvanië afstaan aan Hongarije. Desalniettemin verandert de situatie weer in 1947 door het Verdrag van Parijs, waarbij Transsylvanië en delen van Boekovina weer bij het Roemeense grondgebied werden gevoegd.

Tussen de twee oorlogen veranderde de geografie van Roemenië dus regelmatig waardoor de nationalisten in deze periode zich voornamelijk te concentreerden op het intact houden en vooral het behouden van de geografische grenzen van Roemenië en daarnaast ook op het assimileren van de minderheden.39

38 Ibidem, p. 1.

39 A. Drace-Francis, The Making of Modern Romanian Culture. Literacy and the Development of National Identity, London: Tauris Academic Studies 2006, p. 24.

(22)

Communistisch nationalisme

Deze derde periode kenmerkt zich door de legitimatie van de staatsmacht. Deze periode begint aan het eind van de jaren vijftig, een periode waarbij Roemenië niet onder territoriale druk staat, maar wel onder de communistische invloedssfeer van de Sovjet Unie; Roemenië is dan een satellietstaat van de Sovjet Unie. Het grootste verschil tussen deze communistische periode en de voorafgaande periodes is dat het niet gaat om het verkrijgen van staatsmacht, maar het behouden en

monopoliseren van deze staatsmacht en deze om te zetten in nationalisme om de macht te legitimeren.40 Doordat de nationalisten in de voorgaande periode door mee te vechten met de geallieerden erkenning hebben gekregen als staat met staatsmacht. Waardoor zij deze macht nu graag diende te behouden. Onder het bewind van Gheorghe Gheorghiu-Dej werd er een complete transformatie van Roemenië geïntroduceerd. De communisten wilde een nieuwe maatschappij opzetten inclusief de Roemeense nationale waarden en geschiedenis. Echter nadat Stalin overleed en Roemenië zich moest specialiseren in agricultuur distantieerde Dej zich van de Sovjet Unie en koos ervoor om de Roemeense eigen belangen te bewerkstelligen.

In 1965 overleed Dej en wordt opgevolgd door Nicolae Ceauşescu als eerste secretaris van de grootste communistische partij van Roemenië. Waarna hij twee jaar later benoemd wordt tot

president van Roemenië. Hij hanteerde een nationalistisch beleid waarin hij graag de ‘nationale waarden en identiteit ’ wilde versterken. Daarnaast behield hij Dej’s beleid om Roemenië onafhankelijk te houden van de Sovjet Unie en wil daarom niets met het buitenland te maken hebben.41 Zijn binnenlandsbeleid wordt gekenmerkt als een dictatuur en is zeer onderdrukkend, en voornamelijk gebaseerd op angst en manipulatie. Op grond hiervan ontstond er tegen het einde van 1989 een volksopstand welke uiteindelijk leidde tot de beëindiging en zelfs executie van Ceauşescu in december 1989. Waarna er een einde komt aan de Roemeense communistische periode van meer dan veertig jaar.

Na de val van het communisme

40 R. Cinpoeş, Nationalism and Identity in Romania. A History of Extreme Politics from the Birth of the State to EU Accession, London: Tauris Academic Studies 2010, p. 24-25. (vertaald vanuit Engels)

41 D. Phinnemore (ed)., The EU & Romania. Accession and Beyond, London: Federal Trust for Education and Research 2006, p. 13. (vertaald vanuit Engels)

(23)

De val van het communisme in Centraal en Oost Europa heeft een fundamentele verandering teweeg gebracht in de politieke kaart van Europa. de transitie van de voormalig communistische landen naar het westerse model van democratie en kapitalisme verschilde van land tot land. Voor Roemenië verliep deze transitie van communisme naar democratie zeer stroef door een heropleving van nationalisme in de periode direct na 1989 en komt er naar voren dat de consolidatie van een zeer nationalistisch discours zijn weg vond in de nieuwe ‘vruchtbare’ bodem in de Roemeense politiek. 42 Diverse nationalistische partijen wilden graag weer re-integreren met de voormalig Roemeense gebieden, die op dat moment deel uitmaakten van Oekraïne en Moldavië. Dit omdat een deel van de Roemeense bevolking het essentieel vond om ‘het heilige land van Bessarabië’ bij Roemenië te voegen om de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog en de communistische periode te doen vergeten.43

Tegelijkertijd wilde Roemenië ook de relatie met het westen herstellen en zich graag bij de Europese Unie voegen. In 1995 vroeg Roemenië EU-lidmaatschap aan, en werd in 2007 officieel lid van de Europese Unie. Op het moment van toetreding is president Traian Băsescu aan de macht maar droomt hij nog steeds van het idee van een ‘Groter Roemenië’, waarbij alle Roemenen worden geünificeerd, en dus ook het huidige Moldavië deel van Roemenië dient uit te maken.

Hij is van mening dat de Roemenen en Moldaviërs nu verdeeld wonen in twee landen, maar dat zij één volk zijn en dat de inwoners recht hebben om zich te verenigen en om een gezamenlijke toekomst te hebben, ook al was Roemenië het eerste land dat de onafhankelijkheid van Moldavië in 1991 accepteerde. 44 Toch wil hij nu een Groter Roemenië bewerkstelligen en brengt hij zijn mening tot uiting als hij zich richt tot het Roemeense parlement om de Moldavische zaak te bepleiten ‘We mogen niet accepteren dat de nieuwe generatie Moldaviërs niet in Roemenië of andere Europese landen mag studeren’.45 Terwijl Roemenië door de toetreding bij de Europese Unie, Moldavië officieel een buurland van de EU is en buiten de Europese grens ligt.

42 R. Cinpoeş, Nationalism and Identity in Romania. A History of Extreme Politics from the Birth of the State to EU Accession, London: Tauris Academic Studies 2010, p. 2.

43 C. King, ‘Moldovan Identity and Pan-Romanianism’, Slavic Review, nr. 2 (1994), p.354. (vertaald vanuit Engels)

44 B. Bidder, ‘Romanian Passports for Moldovans: Entering the EU through the Back Door’,

http://www.spiegel.de/international/europe/romanian-passports-for-moldovans-entering-the-eu-through-the-back-door-a-706338.htm, geraadpleegd op 02.04.2013. (vertaald vanuit Engels)

45 AFP, ‘Moldavië: Roemeens paspoort is sleutel tot Europa’,

http://www.presseurop.eu/nl/content/article/73651-roemeens-paspoort-sleutel-tot-europa, geraadpleegd op 27.02.2013.

(24)

Moldavië, een kort historisch overzicht

Nu volgt een kort historisch overzicht van Moldavië, om ook vanuit het perspectief van Moldavië te kunnen kijken naar de huidige situatie om als Moldavisch burger een Roemeens paspoort aan te vragen. Het is van belang om eerst een juist historisch overzicht te presenteren. De geschiedenis van Moldavië is erg gecompliceerd omdat Moldavië heel vaak is geannexeerd en daarom bestaat zij vandaag de dag uit een wirwar van verschillende etnische minderheden en verschillende taalgroepen. Vooral de Sovjet Unie heeft heel veel invloed gehad op de vorming van Moldavië. De Sovjet Unie heeft het fundament gelegd voor de Moldavische staat, haar ideologie en maakt daarnaast ook deel uit van de etnische samenstelling van de bevolking.46

Tijdens de late Middelleeuwen werd het Vorstendom Moldavië opgericht. Dit

vorstendom lag ten noordwesten van het huidige Moldavië, in het huidige Roemenië. Vanaf het begin van de zestiende eeuw kwam het vorstendom onder Ottomaanse bewind en maakte deel uit van het Ottomaanse Rijk.47 Hier kwam in het begin van de negentiende eeuw een einde aan

toen het Russische leger de Ottomanen overwonnen en zij deelden Moldavië door twee door het oostelijke deel te bezetten en gaven het vorstendom Moldavië de naam Bessarabië. Bessarabië, was het gebied tussen de rivier Prut en de Nistr. Bessarabië en Wallachije werden beide bevolkt door Roemeens sprekende inwoners. Het Russisch werd ingesteld als officiële taal en de

Moldavische taal werd alleen nog gesproken door de boeren.48 Doordat de inwoners van

Bessarabië nu deel uitmaakten van het Russische tsarenrijk werden zij niet beïnvloed door het opkomende Roemeens nationalisme. Roemenië breidde haar territorium, na de Eerste

Wereldoorlog, uit waarbij Roemenië ook veel andere nationaliteiten omarmde. Desalniettemin kan er nu al worden opgemerkt dat de vraag naar de Moldavische identiteit erg complex is, omdat er veel verschillende talen en populaties zijn.

46 C. King, ‘Marking Time in the Middle Ground: Contested Identities and Moldovan Foreign Policy’, Journal of Communist Studies and Transition Politics, nr.19 (2003), p.62. (vertaald vanuit Engels)

47 Michael Emerson en Marius Vahl, ‘Moldova en het Transnistrische conflict’, In: B. Coppieters ed., Europeanisering en conflictoplossing: case-studies uit de Europese periferie, Academia Press 2004, p. 149. (vertaald vanuit Engels)

48 A. Stent, ‘The lands in between: the new Eastern Europe in the twenty-first century’, in: D. Hamilton & G. Mangott ed., The new Eastern Europe: Ukraine, Belarus, Moldova, Washington: Centre for Transatlantic Relations 2007, p. 17. (vertaald vanuit Engels)

(25)

In 1818 werd Bessarabië een autonoom gebied binnen het Russische tsarenrijk.49 Hierna begon

er een beweging die erop gericht was om de Roemeense taal en cultuur uit het openbare leven te laten verdwijnen en Russische taal en cultuur te propageren. Ondanks dat er nauwelijks meer een band was tussen Bessarabië en Roemenië namen de inwoners van Bessarabië de Russische taal en cultuur niet over. Alleen de adel nam hier deel aan. In 1928 werd de autonomie van Bessarabië herroepen en vanaf dat moment kwamen er steeds meer maatregelen om de Russische cultuur te incorporeren; tweetaligheid werd afgeschaft en op scholen mocht er alleen nog maar in het Russisch lesgegeven worden. Zelfs het Moldavische bevolkingsaantal

verminderde van bijna 90% naar ongeveer 65% van het totale bevolkingsaantal.50

Na de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie riep het parlement van Bessarabië op 24 januari 1918 de onafhankelijkheid uit onder de naam Moldavië, en tegen het einde van het jaar besloten zij om zich te verenigen met Roemenië. Echter, het grootste gedeelte van de Roemeenssprekende Moldaviërs uit Bessarabië waren het niet eens om zich met Roemenië te verenigen. Dit omdat zij niet werden beïnvloed door de Roemeense nationalistische beweging in Roemenië. De voornaamste reden om zich te voegen bij buurland Roemenië was steun omdat er een periode van onrust heerste. De Sovjet Unie erkende Moldavië niet als deel van Roemenië en richtte samen met steun van de protesterende bevolking de Moldavische Autonome

Socialistische Sovjetrepubliek (MASSR) op, welke het (westelijke) gebied van het huidige Transnistrië en gebieden in het oosten van Oekraïne omvatte. De MASSR probeerde de

Moldaviërs te unificeren en een eigen natie te creëren door een beleid te introduceren genaamd

moldovinisatie. Dit beleid stimuleerden Moldaviërs om leidende posities in te nemen, een eigen

onderscheidende taal te creëren én om Moldavische grammatica, literatuur, scholen, theaters en kranten te introduceren.51

In 1939, door het Molotov-Ribbentrop Pact, oftewel het niet-aanvalsverdrag tussen de Sovjet Unie en Nazi Duitsland, kon Stalin Bessarabië opnieuw bezetten en samenvoegen met het westelijke deel tot de Moldavische Socialistische Sovjetrepubliek (MSSR). De

samenstellingstelling van de populatie veranderde drastisch. Dit omdat een deel van de etnische Roemenen naar Roemenië vluchtte, maar er tegelijkertijd veel andere nationaliteiten naar het

49 Michael Emerson en Marius Vahl, ‘Moldova en het Transnistrische conflict’, In: B. Coppieters ed., Europeanisering en conflictoplossing: case-studies uit de Europese periferie, Academia Press 2004, p. 151. 50 Ibidem, p. 151.

51 C. King, The Moldovans, Romania, Russia and the Politics of Culture, Stanford California: Hoover University Press 1999, p. 219.

(26)

land migreerden doordat er veel vraag naar arbeiders was.52 Hierdoor wist de Sovjet Unie het

verschil tussen de identiteit van de Roemenen en de Moldaviërs uit Bessarabië te gebruiken om een eigen Moldavische identiteit te bevorderen.

Toen in 1991 de Sovjet Unie uit elkaar viel, nam men automatisch aan dat het oostelijke en westelijke deel van Moldavië zich zouden aansluiten bij Roemenië, aangezien zij een

historische connectie hadden.53 Daarentegen, gebeurde dit niet omdat Moldavië graag

onafhankelijk zijn. Bovendien bleef Moldavië ondanks de unificatie van de Sovjet Unie toch nog verdeeld. Aan de ene kant waren de Moldaviërs gedurende de jaren negentig geïntegreerd in het Russische leven, en deelden zij een Moldavische identiteit, maar aan de andere kant had een deel van de bevolking pro-Roemeense gevoelens en identificeerden zij zich met de Roemeense taal, vlag en natie.54 De turbulente geschiedenis van Moldavië had de maatschappij verdeeld, en

de inwoners zagen alleen elkaars verschillen en geen vergelijkingen.55 Maar sinds de

onafhankelijkheid voerden Roemenië en Moldavië wel meteen een open grensbeleid in, welke leidde tot een flinke toename in grensoverschrijdende handel en contacten.56 Alleen door de

toetreding van Roemenië bij de EU in 2007, is Moldavië officieel een buitengrens van de unie geworden en is Roemenië gedwongen om paspoortcontroles in te voeren en lijkt een unificatie van Roemenië en Moldavië een illusie.

Conclusie

De vorming van Roemenië is te periodiseren aan de hand van drie verschillende fasen van haar nationalisme. Gedurende de achttiende en negentiende eeuw kenmerkt het Roemeens

nationalisme zich door het formeren van een eigen Roemeense staat. Roemenen woonden verdeeld in drie vorstendommen, Moldavië, Wallachije en Transsylvanië. In de vorstendommen was de Roemeense populatie veelal in de meerderheid, maar werden zij als inferieur beschouwd.

52 C. King, The Moldovans, Romania, Russia and the Politics of Culture, Stanford California: Hoover University Press 1999, p.220.

53 A. Lewis, The EU & Moldova: on a fault-line of Europe, London: Federal Trust 2004, p. 7. (Vertaald vanuit Engels)

54 C. King, The Moldovans, Romania, Russia and the Politics of Culture, Stanford California: Hoover University Press 1999, p. 220.

55 A. Lewis, The EU & Moldova: on a fault-line of Europe, London: Federal Trust 2004, p. 8.

56 Zonder auteur, ‘Prikkeldraad weggehaald aan de buitengrenzen van de EU’, http://www.doorbraak.eu/? p=3672, geraadpleegd op 12.03.2013.

(27)

Door unificatie van Moldavië en Wallachije werd in 1859 de Roemeense staat gesticht, welke zich in 1877 onafhankelijk verklaarde. In de periode van de Eerste en Tweede Wereldoorlog komt het nationalisme tot uiting door staatsconsolidatie. Gedurende de oorlog veranderde de geografie van Roemenië herhaaldelijk en werd er getracht om de Roemeens gestichte staat te versterken door middel van uitbreiding en behoudt van haar landgrenzen waarop Roemenen woonden. Nadat de grenzen van Roemenië na de Tweede Wereldoorlog gevormd waren komt de

legitimatie van de staatsmacht naar voren door middel van het communistisch nationalisme. In deze periode staat Roemenië onder de communistische invloedssfeer van de Sovjet Unie. Welke de staatsmacht wil monopoliseren door het gebruik van communisme, waarbij één macht centraal staat. Onder het leiderschap van Dej vindt er een drastische transformatie plaats, en na zijn dood propageert president Ceauşescu Roemenië als natie en sluit zich af van buitenlandse invloeden én met name de Sovjet Unie. Nationalisten wilden de communistische periode vergeten door zich weer te re-integreren met de Roemeense bevolking welke buiten de staat Roemenië verblijven.

De geschiedenis van Moldavië ligt een stuk gecompliceerder. Het vorstendom Moldavië stond aanvankelijk onder Ottomaans bewind, maar aan het begin van de negentiende eeuw werd het oostelijke deel bezet door de Sovjet Unie en noemde het vorstendom Bessarabië. Bessarabië werd bevolkt door een meerderheid van Roemeens sprekende inwoners, maar het Russisch werd ingesteld als officiële taal en het Moldavisch werd alleen gesproken door de bevolking op het platteland. Daarna werd de Roemeense taal en cultuur uit het publieke leven geweerd en in plaats daarvan werd de Russische taal en cultuur gepropageerd. Totdat in 1918 het parlement van Bessarabië, de onafhankelijkheid uitriep onder de naam Moldavië en verenigde zich met Roemenië omdat er een periode van onrust heerste. Echter de Sovjet Unie erkende de onafhankelijkheid niet en richtte in het westelijke deel van Moldavië de MASSR op om de Moldavische bevolking te unificeren en een eigen natie te creëren. Zij stimuleerden de

Moldaviërs om een eigen cultuur en taal uit te dragen. Na 1939 kon Stalin Bessarabië opnieuw bezetten en samenvoegen met het westelijk deel en richtte de MSSR op. Op het moment dat de Sovjet Unie uit elkaar viel en in 1991 Moldavië de onafhankelijkheid uitriep bleef de bevolking van Moldavië toch nog verdeeld. Aan de ene kant inwoners geïntegreerd in het Russische leven met de Moldavische nationaliteit en aan de andere kant inwoners die zich identificeerden met de Roemeense identiteit. Wel werd er sinds de onafhankelijkheid een open grensbeleid ingevoerd welke het onderlinge contact tussen beide naties na eeuwen weer vergrootte. Alleen door de

(28)

toetreding van Roemenië bij de Europese Unie, is het grensbeleid veranderd, nu Moldavië buiten de grens van de Europese Unie valt.

(29)

Als men door de eeuwen heen naar de geschiedenis kijkt, zijn er diverse Europese landen met verwanten voorbij de eigen landsgrenzen. Soms kan het bestaan van deze verwanten controversieel zijn zoals Oekraïners in Rusland en Russen in Oekraïne. Vaak gaat het in dit soort situaties om één belangrijk punt: het paspoort. Daarnaast gaat het ook om de vraag in welke omstandigheden en voorwaarden een persoon een paspoort kan, zal of mag aanvragen.57 Personen die een paspoort van een andere nationaliteit willen aanvragen kunnen hiervoor diverse redenen hebben, bijvoorbeeld het hebben van de nationale identiteit of een economische dimensie. Alleen als een regering het

aanvragen van een paspoort promoot aan burgers buiten zijn landsgrenzen, welke redenen kunnen zich hier dan achter verschuilen? Is het puur economisch of misschien sociaal-cultureel, ideologisch of politiek? In dit hoofdstuk wordt deelvraag 2 beantwoord. Welke redenen lijken ten grondslag te liggen aan het verstrekken van Roemeense paspoorten aan Moldavische burgers?

Historie

Ten eerste lijkt de geschiedenis van Roemenië en Moldavië één van voornaamste redenen om een paspoort te verstrekken aan Moldaviërs, zoals het vorige hoofdstuk aangeeft. De relatie van Roemenië en Moldavië is erg gecompliceerd en er leefden al Roemenen verdeeld over drie vorstendommen voor het ontstaan van de onafhankelijke staat Roemenië. Deze Roemeense staat opgericht door nationalisten is in 1877 ontstaan uit de vorstendommen Wallachije en Moldavië. In deze vorstendommen bestond de populatie uit een meerderheid van personen met de Roemeense nationaliteit, maar werd deze meerderheid vaak ondergeschikt gesteld aan de minderheid en buitengesloten. Daardoor streden nationalistische bewegingen voor meer sociale en politieke plichten voor de Roemenen én om één Groot Roemenië te stichtten voor alle Roemenen. Dit lukte gedeeltelijk in 1877 door de unificatie, alleen woonden aan het begin van de negentiende eeuw nog niet alle Roemenen in het ‘Oude Koninkrijk’ zoals Roemenië sinds 1881 ook wel werd genoemd. Alhoewel dit later wel lijkt te lukken tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog. In 1918 worden er decreten uitgevaardigd waarbij Bessarabië en Transylvanië geünificeerd worden met Roemenië. Daarna volgt in januari 1920 ook Boekovina. In deze decreten wordt gedetailleerd weergegeven dat buitenlandse zaken, het leger, de spoorwegen, postkantoren, krant en telefoon, de munteenheid, douane en staatveiligheid onder de exclusieve competentie van de centrale Roemeense regering vallen.58 Bovendien functioneerden de lokale administratieve departementen onder de Roemeense regering en Boekarest en diende zij ervoor om de integratie binnen het Roemeense stelsel te

57 E.L., ‘Ex-Communist Europe. Romania and Citizenship’,

http://www.economist.com/blogs/easternapproaches/2011/08/romania-and-citizenshi, geraadpleegd op 02.04.2013. (vertaald vanuit Engels)

(30)

vergemakkelijken, aangezien Roemenië ook werd bevolkt door grote groepen minderheden van niet-Roemeense afkomst zoals Joden, Hongaren, Russen en Bulgaren. Deze uitbreiding van het territorium en het inwonersaantal, wordt ook wel ‘România Mare’ ofwel ‘Groter Roemenië’ genoemd.

Al snel werd er in 1923 een nieuwe constitutie aangenomen. Deze fundamentele wet verklaarde dat Roemenië een geünificeerd en onverdeelde nationale staat was en erkende de democratische rechten en vrijheden waarbij alle burgers ‘onafhankelijk van zijn of haar etnische origine, taal of geloofsovertuiging zal genieten van vrijheid van kennis, vereniging en andere rechten zoals genoemd door de wet’.59 Hierdoor werden ook de etnische minderheden beschermd en gelijk behandeld door de Roemeense wet. Over het algemeen werd er door middel van deze constitutie een solide basis gecreëerd, om de integratie met de nieuwe territoria soepel te laten verlopen binnen de Roemeense staat. Alleen heeft het ‘Groter Roemenië’ niet lang kunnen bestaan. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog worden Bessarabië en Boekovina bezet door het Russische leger, en moet Roemenië Noord- Transsylvanië afstaan aan Hongarije. Roemenië verloor één derde van haar territorium en meer dan zes miljoen van haar populatie, en was de ineenstorting van het România Mare. Echter, vergroot het grondgebied van Roemenië nog wel enigszins in 1947 met het Verdrag van Parijs en krijgt delen van Boekovina en Transsylvanië terug. Bessarabië, welke bevolkt werd door een grote populatie Roemenen, staat dan onder leiding van de Sovjet Unie en is vanaf dat moment Sovjet Republiek Moldavië. Uiteindelijk verklaarde Moldavië zich onafhankelijk in 1991, wat Roemenië ook accepteerde, maar versoepelde wel haar beleid met betrekking tot het verkrijgen van het Roemeens burgerschap. Dat deze turbulente geschiedenis de Roemen en de Roemeenssprekende

bevolkingsgroep in Moldavië nog steeds aan elkaar verbindt komt nog steeds naar voren in de openbare uitspraken van de huidige president. Volgens Basescu wonen Moldaviërs en Roemenen op dit moment wel in twee verschillende landen, maar “zij zijn één volk en dit volk heeft recht op eenheid en een gemeenschappelijke toekomst”.60

Roemeens Burgerschapsbeleid

Het Roemeens burgerschapsbeleid speelt de belangrijkste rol in het verwerven van de Roemeense nationaliteit. In 1989, na de val van het communisme en de opleving van het nationalisme in

58 Kurt W. Treptow, A History of Romania, New York: Columbia University Press 1996, p.401. (vertaald vanuit Engels)

59 Ibidem, p.403.

60 Benjamin Bidder, ‘Romanian Passports for Moldovans: Entering the EU through the Backdoor’,

http://www.spiegel.de/international/europe/romanian-passports-for-moldovans-entering-the-eu-through-the-back-door-a-706338.html, geraadpleegd op 02.04.2013. (vertaald vanuit Engels)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het kabinet geeft aan dat de toegenomen aandacht van het parlement voor de BNC-fiches er mede toe heeft geleid dat in de fiches de juridische, administratieve en financiële gevolgen

more studies on the validation of these three ver- sions of the short-form WHOQOL-OLD module will be necessary with new data sets in order to allow im- plementation in

responsible for ethics management in the company. 17 This dissertation is applicable to companies and organisations that are required to have such committees. One of the

The stud y examined personal and job characteristics and the socio-economic status of farm workers in the Mafikeng area, North West province, South Africa..

Deze beslisboom bestaat uit verschillende vragen, waarbij ervan uitgaan wordt dat grenseffecten kunnen ontstaan in het Europese, nationale en regionale beleidsproces

Veel belangrijker echter voor de vraag naar de manier waarop door de museumcommissie over kunst werd gedacht, is het feit dat veel schilderijen niet meer in de aparte

Die kan je als leraar creëren door motiverende, uitdagende en realistische taken op te leggen, de cursisten te vragen om de uitvoering ervan zelf te organiseren, hun de

Door landen te selecteren waarvan bekend is dat zij op het gebied van sociale zekerheid voor de troepen uitlopen, zoals Zweden, Denemarken en Nederland, kan de conclusie dat