• No results found

Hitlers American Dream

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hitlers American Dream"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hitlers American Dream

Adolf Hitlers Amerikabeeld als sleutel tot zijn denken

Student : Dymphy Tromp

Studentnummer : 6002862

Master : Geschiedenis - Duitslandstudies Begeleider : Willem Melching

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding 3

1 Het Europese Amerikabeeld 6

Inleiding 1.1 Politiek

1.2 Welvaart en economie 1.3 Cultuur

Conclusie

2 Internationale politiek: het beleid van de Nieuwe Wereld 12 Inleiding

2.1 Het belang van Lebensraum

2.2 Immigratiebeleid: een waardevol Volk

2.3 Amerika in oorlog en Hitler over Woodrow Wilson Conclusie

3 Economie en welvaart: Luxeproducten voor het Volk 21

Inleiding

3.1 De Amerikaanse levensstandaard

3.2 Het belang van technologische ontwikkeling 3.3 Luxeproducten voor het Volk

Conclusie

4 Cultuur: Unkultur in een lege consumptiemaatschappij 31 Inleiding

4.1 De degeneratie van kunst en cultuur

4.2 Duitse Hochkultur en Amerikaanse Unkultur 4.3 Een Völkische consumptiemaatschappij

Conclusie

5 Totale Weltherrschaft: De onvermijdelijke eindstrijd tegen Amerika 44 Inleiding

5.1 Oorlog als essentie van de nationaalsocialistische ideologie 5.2 De strijd tegen Amerika: verleden in toekomst

5.3 De weg naar de oorlogsverklaring: een week van grote gebeurtenissen Conclusie

Conclusie 56

(3)

Inleiding

“Nordamerika wird in der Zukunft nur der Staat die Stirne zu bieten vermögen, der es verstanden hat, durch das Wesen seines inneren Lebens sowohl als durch den Sinn seiner äußeren Politik den Wert seines Volkstums rassisch zu heben und staatlich in die hierfür zweckmäßigste Form zu bringen. Indem aber eine solche Lösung als möglich hingestellt wird, werden sich an ihr eine ganze Anzahl von Nationen zu beteiligen vermögen, was zu einer erhöhten Ertüchtigung schon infolge der gegenseitigen Konkurrenz führen kann und führen wird. Es ist wieder die Aufgabe der nationalsozialistischen Bewegung das eigene Vaterland selbst für diese Aufgabe auf das äußerste zu stärken und vorzubereiten.” [Adolf Hitler 1928] 1

De twintigste eeuw wordt ook wel de eeuw van de opkomst van Amerika genoemd.2

Niemand kon meer om de nieuwe wereldmacht heen. Ook Adolf Hitler was zich bewust van het machtige rijk dat zich aan de andere kant van de oceaan bevond. Amerika nam in zijn wereldbeeld zelfs een bijzondere plaats in. Het land was anders dan alle andere landen ter wereld en machtiger dan andere reuzenstaten, zoals China en Rusland. Zoals bij veel Europeanen in die tijd het geval was, had Amerika bijna mythische proporties aangenomen. Hitler had Amerika nooit bezocht en moest zijn beeld dus vormen door boeken te lezen, films te bekijken en door ervaringen van anderen. Het was een soort droomwereld geworden en vormde een uitgangspunt voor Hitlers denken. Zijn opvattingen over Amerika werden in grote mate gevormd door zijn eigen denkbeelden en daarom kan Amerika dienen als vergrootglas voor Hitlers ideologie. Omdat hij Amerika vanuit een nationaalsocialistisch perspectief bekeek, werpt zijn Amerikabeeld een helder licht op de essenties van de nationaalsocialistische ideologie.

In dit onderzoek wordt de ideologie van Hitler toegelicht aan de hand van het voorbeeld: Amerika. Het land diende voor Hitler als toetsingsvoorbeeld en bood een toekomstvisioen van Europa. Door naar Amerika te kijken kon Hitler bepalen waar hij wel, of juist niet heen wilde met het Duitse Rijk en kon hij duidelijk in beeld krijgen wie

1 Adolf Hitler in Gerhard L. Weinberg ed., Hitlers zweites Buch : ein Dokument aus dem Jahr 1928

(Stuttgart 1961) 130.

2 Tenzij anders aangegeven wordt met “Amerika” telkens de Verenigde Staten van Amerika

(4)

uiteindelijk zijn vijand zou worden. Enkele historici schreven al over Hitler en Amerika, zoals Ian Kershaw, die Amerika wel benoemt, maar er geen hele hoofdstukken aan wijdt, en Phillip Gassert heeft een interessante bundel over Amerika in het Derde Rijk. Maar hoe Hitlers ideologie zijn beeld vormde en toepaste op Amerika, is onderbelicht gebleven.3 Veel historici hebben zich vooral gericht op het gehele nationaalsocialisme

ten opzichte van Amerika, maar in dit onderzoek staat juist Hitler zelf centraal. Wat hierbij duidelijk moet zijn, is dat Hitler een ideoloog was en geen waanzinnige. Hij was een ideologisch gedreven politicus en Amerika vervulde een sleutelrol in zijn denkbeelden. Zijn analyses en opvattingen over Amerika werpen een duidelijk beeld op de essenties van de nationaalsocialistische ideologie. Amerika was voor Hitler enerzijds navolgenswaardig, maar anderzijds een waarschuwend voorbeeld.

Om Hitlers opvattingen over Amerika goed in kaart te brengen, wordt voor dit onderzoek voornamelijk gebruik gemaakt van teksten van zijn eigen hand. Zijn eerste boek Mein Kampf vormt hierbij een belangrijke bron om zijn ideologie uiteen te zetten. Daarnaast is ook het tweede boek dat hij schreef in 1928, zijn Zweites Buch een sleutelwerk voor dit onderzoek. In dit boek, dat tijdens zijn leven niet is uitgegeven, ging Hitler uitgebreid in op de buitenlandse politiek en de kwestie Lebensraum.4 Het boek

behandelde in grote mate de Duitse aanspraak op Zuid-Tirol, wat volgens Hitler opgegeven moest worden in ruil voor een bondgenootschap met Italië. Naast deze Zuid-Tirol kwestie was ook Amerika een veel voorkomend onderwerp in het Zweites Buch en dat maakt dit boek een belangrijke bron voor dit onderzoek. Daarnaast is er gebruik gemaakt van primaire bronnen, zoals de dagboeken van Joseph Goebbels, toespraken van Hitler en aantekeningen van gesprekken met Hitler.

Het Amerikabeeld van Hitler wordt in dit onderzoek geanalyseerd aan de hand van verschillende thema’s. Bij elk thema wordt de impact op Hitlers ideologie toegelicht. De drie thema’s zijn als volgt: politiek en bevolking, economie en technologie en ten slotte cultuur. Er zullen ook enkele vergelijkingen met andere landen gemaakt worden om aan

3 Philip Gassert, Amerika im Dritten Reich. Ideologie, Propaganda und Volksmeinung 1933-1945

(Stuttgart 1997), Ian Kershaw, Keerpunten. Tien beslissingen die de loop van de Tweede

Wereldoorlog voorgoed veranderden (Houten 2007) en Ian Kershaw, Hitler. Hoogmoed en Vergelding (Houten 1999).

4Een aantal begrippen worden in dit onderzoek niet naar het Nederlands vertaald, omdat ze een belangrijk onderdeel vormen van Hitlers ideologie en hun kracht verliezen wanneer ze worden vertaald.

(5)

te tonen dat het beeld dat Hitler had van Amerika anders was. Rusland was bijvoorbeeld een spiegelvoorbeeld van Amerika. Waar Amerika voor een groot deel een bevolking van hoge raciale waarde had, was in Rusland juist het tegenovergestelde het geval.

In het eerste hoofdstuk wordt eerst het algemene Amerikabeeld bij de Europeanen geschetst. Dit toont aan dat Hitler een kind van zijn tijd was en zeker niet uniek, maar hij voegde wél iets toe: zijn ideologie. Vervolgens wordt in het tweede hoofdstuk over politiek en bevolking, uiteengezet wat Hitlers gedachten waren over de Amerikaanse Blut und Boden. Ook Hitlers theorieën over het buitenlandbeleid van Amerika komen hier aan bod. In het derde hoofdstuk over economie en technologie staat de hoge Amerikaanse levensstandaard centraal die door de film ook het ambitieniveau van de Europeanen verhoogde. Voor Hitler had ook het Duitse Volk5 recht

op een dergelijke levensstandaard en door de zichtbaarheid van de Amerikaanse welvaart, was het onontkoombaar om ook de Duitse levensstandaard te verhogen. In dit hoofdstuk wordt ook zijn ambivalente houding ten opzichte van moderne techniek besproken.

Het thema cultuur wordt in het vierde hoofdstuk geanalyseerd. Hitler zette de Duitse Kultur bovenaan in de hiërarchie, maar hoe dacht hij over de Amerikaanse cultuur? Een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse cultuur was ook de consumptiemaatschappij die een grote mate van individualisme met zich meebracht. Niemand kon er omheen dat deze maatschappijvorm zijn weg naar Europa had gevonden, maar deze stond haaks op Hitlers ideeën van een Volksgemeinschaft waarbij het Volk als één lichaam achter haar natie stond. Daarom moest er voor Duitsland een op maat gemaakte Völkische consumptiemaatschappij komen. Hoe Hitler deze maatschappij voor zich zag, wordt ook in het vierde hoofdstuk besproken.

Volgens Hitlers ideologie was totale Weltherrschaft een einddoel en was een eindstrijd tussen grote rijken onvermijdelijk. De tegenstander in deze strijd zou uiteindelijk Amerika zijn. In het vijfde hoofdstuk worden daarom Hitlers opvattingen over oorlog uiteengezet en wordt duidelijk waarom en hoe Amerika uiteindelijk zou moeten worden overwonnen. Na het lezen van dit onderzoek, zal duidelijk zijn wat de implicaties waren van Hitlers Amerikabeeld voor zijn ideologie en politiek.

5 Het woord Volk, wordt enkel met een hoofdletter geschreven wanneer het Hitlers superieure

(6)

1 Het Europese Amerikabeeld

“The advent of the United States of America as the greatest of worldpowers is the greatest political, social, and commercial phenomenon of our times. For some years past we have all been more or less dimly conscious of its significance. It is only when we look at the manifold manifestations of the exuberant energy of the United States, and the worldwide influence which they are exerting upon the world in general and the British Empire in particular, that we realize how comparatively insignificant are all the other events of our time”. [William Thomas Stead 1902]6

Inleiding

Aan het eind van de negentiende eeuw en vooral in het begin van de twintigste eeuw werd het voor Europeanen steeds duidelijker zichtbaar dat er aan de andere kant van de oceaan een nieuwe wereldmacht opkwam. Deze Nieuwe Wereld was voor de Europeanen als het ware een blik in de toekomst. Amerika werd als spiegel van de Europese samenleving gebruikt, het land van de vrijheid en onbegrensde mogelijkheden.7 De inleiding van de Britse journalist William Thomas Stead in zijn

bestseller The Americanization of the World uit 1902, toont eenzelfde beeld. In Europa was men zich bewust van de opkomst en de grootsheid van Amerika. Stead voorspelde een American century en voorzag een wereld geleid door Amerika en het Britse Rijk.

In alle opzichten was Amerika dynamisch en interessant. De economie leek niet te stuiten, de politiek had geleerd van het Europese voorbeeld en werd nauwelijks gehinderd door sentimenten uit het verleden en het Amerikaanse theater en de Hollywoodfilm spraken tot de Europese verbeelding. In dit hoofdstuk zullen deze drie thema’s: politiek, welvaart en economie, en cultuur vanuit Europees perspectief worden beschreven. In de rest van het onderzoek zullen deze thema’s worden toegespitst op Hitler en vormen zo een leidraad voor het gehele onderzoek.

6 William Thomas Stead, The Americanization of the World, or, the Trend of the Twentieth Century

(Londen 1902) 5.

7 Frits Boterman, Duitse dichters en denkers. Het belang van cultuur in de moderne Duitse

(7)

1.1 Politiek

Al in de eerste helft van de negentiende eeuw groeide in Europa de belangstelling voor de Amerikaanse staatsinrichting en samenleving. Een grote en zeer bekende auteur was de Franse filosoof Alexis de Tocqueville. In 1831 vertrok hij samen met Gustave de Beaumont voor negen maanden naar Amerika om daar in eerste instantie het gevangenissysteem, de slavernij en de rassenscheiding te bestuderen. In zijn belangrijkste en meest bekende werk De la démocratie en Amérique uit 1835 zette hij echter de volledige Amerikaanse samenleving en democratie uiteen en vergeleek deze met het systeem in Europa en in het bijzonder in Frankrijk. Bij zijn onderzoek richtte hij zijn aandacht niet op de oorspronkelijke bewoners van Amerika, maar op de kolonisten vanuit Europa. Democratie was in die tijd voor Europa een nieuw fenomeen en door op praktische wijze de Amerikaanse democratie te beschrijven, maakte Tocqueville duidelijk of het ook in Europa toepasbaar was.8 Amerika was volgens hem verder op een

weg die Europa ook bewandelde.9 Hierbij wees hij wel op de gevaren die een democratie

met zich mee kon brengen. Volgens de Tocqueville had Amerika niets te vrezen van revoluties, maar een belangrijke uitzondering hierop vormde de rassenstrijd.

De la démocratie en Amérique was zeer succesvol in Europa en geldt nog steeds als een klassieker in verschillende wetenschappen. Hieruit bleek al duidelijk de interesse vanuit Europa voor Amerika. Ook in Nederland keek men naar Amerika. Hier publiceerde historicus Johan Huizinga in 1918 zijn vier essays Mensch en Menigte in Amerika. Zonder het land bezocht te hebben, dat zou hij in 1926 pas gaan doen, sprak uit zijn essays de bewondering voor het land. Huizinga beschreef vooral hoe anders alles in Amerika was in vergelijking tot Europa. Hij benoemde het gebrek aan geschiedenis, maar zag dit niet als iets negatiefs. In Amerika zou geen strijd zijn tussen het oude en het nieuwe. Dit gold ook voor het politieke bestel: “[…]in Amerika loopt de scheidingslijn niet zoo grif tusschen het oude en het nieuwe. In Amerika zijn alle machten nieuw en daardoor ontbreken in de Amerikaansche geschiedenis bijna al de factoren, die de Europeesche beheerschen.”.10

8 James Q. Wilson, ‘Tocqueville and America’, Claremont Review of Books, 2012 nr. 2, 14.

9 K. Van Berkel, ‘Amerika als spiegel van de Europese cultuurgeschiedenis’ in: K. van Berkel e.a.

ed., Amerika in Europese ogen. Facetten van de Europese beeldvorming van het moderne Amerika (’s-Gravenhage 1990) 12.

10 Johan Huizinga, Mensch en Menigte in Amerika. Vier essays over moderne

(8)

Direct na de Eerste Wereldoorlog kon niemand meer om Amerika heen. Niet alleen had Amerika met militair ingrijpen de oorlog een beslissende wending gegeven, ook de rol van de Amerikaanse president Woodrow Wilson en zijn veertien punten in het Verdrag van Versailles verstevigde de positie van Amerika in Europa. Hier was niet iedereen even gelukkig mee. Zo zag men in Duitsland, Amerika als een nieuw imperialistisch Groot-Brittannië en zou Duitsland het slachtoffer zijn geworden van Amerikaans imperialisme.11

Of mensen positief of negatief stonden tegenover Amerika hing veelal ook af van de politieke stroming waartoe men behoorde. Liberalen zagen Amerika doorgaans als het land van de toekomst. Zij stonden hiermee tegenover linkse stromingen en rechtse antidemocraten die veelal een kritische houding tegenover Amerika innamen. Zij zagen Amerika als een ‘lege samenleving’ waarin men enkel materialistisch was. Aan dit oordeel ontkwam Amerika zelfs niet bij Johan Huizinga, die na zijn bezoek aan Amerika in 1926 zijn ‘losse opmerkingen’ of eigenlijk reisverslag bundelde in Amerika. Levend en Denkend. Hierin was hij minder positief dan toen hij Mensch en Menigte schreef en het land nog nooit bezocht had. Amerika slingerde hem “[…]tusschen aanvaarding en verzet van het eene uur op het andere, en de volkomen oplossing van alle tegenstellingen wordt ook in het herdenken niet bereikt.”.12 Het feit dat Huizinga zijn eerste hoofdstuk

inleidde met de quote “Progress is a terrible thing” van de Amerikaanse filosoof William James zei eigenlijk al genoeg.

1.2 Welvaart en economie

De Amerikaanse economie werd vooral vanuit liberale hoek bewonderd, maar niemand kon haar explosieve economische en technologische groei ontkennen. Hiermee steeg ook de Amerikaanse levensstandaard wat de blik in de toekomst voor de Europeanen versterkte. Zo zorgde de uitvinding van de lopende band voor een hoge productie en waren luxeproducten als auto’s voor steeds meer mensen bereikbaar. Een belangrijke rol hierin speelde Henry Ford, de grondlegger van Ford Motor Company. Zijn auto’s waren de eerste die ook voor de arbeider betaalbaar waren. Dit was haalbaar door de ontwikkeling van de massaproductie, de introductie van de lopende band en het betalen van behoorlijke salarissen.

11 Boterman, Duitse dichters, 186.

(9)

Uit het succes van Ford en zijn aanpak vloeide de stroming Fordisme. Een variant op het Taylorisme waarin standaardisatie en efficiency centraal stonden. In het Fordisme was vooral de manier van bedrijfsorganisatie van belang, maar eigenlijk verwees het begrip naar de hele consumptiemaatschappij die in Amerika was ontstaan.13 Het

Fordisme was een voorbeeld voor velen in Europa en de theorie van Ford. Hogere lonen leiden tot grotere koopkracht, wat weer leidt tot meer consumptie, waardoor de vraag stijgt en daarmee de productie en uiteindelijk weer de lonen. Volgens historicus Frits Boterman beloofde Ford een nieuw soort kapitalisme, dat door technische innovaties en massakoopkracht de sociale tegenstellingen zou oplossen en door rationalisering de levensstandaard zou verhogen.14

Ook Huizinga sprak zijn bewondering uit voor de Amerikaanse welvaart en vooral voor de techniek. Hij noemde de uitvinding van de auto en vooral de radio van zo’n grote betekenis dat deze nauwelijks te overzien is.15 Echter liet hij een negatieve

kanttekening ook hier niet achterwege: “Met den bioscoop deelt voorts de radio de eigenschap, dat zij dwingt tot een sterke maar oppervlakkige spanning der aandacht, die het na-denken, of laat mij zeggen, het reflecteerend opnemen, volstrekt uitsluit.”.16

Hieruit bleek wederom dat veel Europeanen Amerika beschouwden als een technologisch hoogstaande, maar cultureel inhoudsloze maatschappij.

Het kleine percentage dat het land daadwerkelijk bezocht bevestigde het beeld van ‘de leegte van Amerika’ vaak, zoals ook was te zien bij Huizinga.17 Jeffrey Fear stelt

in zijn recensie van het boek Unbegrenzte Möglichkeiten: "Amerikanisierung" in Deutschland und Frankreich (1900-1933) van Egbert Klautke dat “The Europeans perceived American society as one in which everyone drove the same cars, dressed alike, and ate the same foods; where individualism was crushed, social hierarchies were levelled, and the dangerously independent "new women" dominated the arts.”18

13Deze maatschappijvorm wordt in dit onderzoek gezien als onderdeel van de Amerikaanse cultuur en wordt daarom in het thema cultuur behandeld.

14 Boterman, Duitse dichters, 191. 15 Huizinga, Amerika. Levend, 16. 16 Ibidem, 17.

17 Rob Kroes, De leegte van Amerika. Een massacultuur in de wereld (Amsterdam 1992).

18 Jeffrey Fear, ‘Review Unbegrenzte Möglichkeiten: "Amerikanisierung" in Deutschland und

(10)

1.3 Cultuur

Ook de uitingen van Amerikaanse cultuur vonden hun weg naar Europa. In de Weimarrepubliek was er een opleving van het culturele Amerikanismus, waarbij moderne Amerikaanse fenomenen razend populair waren, zoals jazzmuziek, boksen, mode, revues, radio en film. Vooral de Hollywoodfilm sprak tot de verbeelding en werden ook veel Duitse producties naar Amerikaans Hollywood voorbeeld gemaakt. Zoals Der Blaue Engel uit 1930, de doorbraak van Marlene Dietrich, die later zoals vele andere Europese acteurs naar Hollywood vertrok.19

De populariteit van de Hollywoodfilm kwam ook tot uiting in de populariteit van de persoon Charlie Chaplin. “Mr. Chaplin, kommen Sie nach Europa!”, schreef de filmrecensent Béla Balázs in zijn fictieve brief aan Charlie Chaplin in het link liberale tijdschrift Weltbühne.20 Volgens historicus Sabine Hake sloten vooral Links-liberale

intellectuelen Charlie Chaplin in het hart: “What they perceived in Charlot, as he was affectionately called, was the utopian vision of a cinema freed of the constraints of filmic realism and devoted solely to exploring the aesthetic qualities of the new medium.”.21

Chaplin werd gezien als de belichaming van de moderniteit die de strijd aanging met de normen en waarden van de elite. Hij was degene die kunst, technologie en massacultuur met elkaar verbond.22 Toen Chaplin dan eindelijk Berlijn bezocht in 1931 liep de hele

stad uit om deze beroemdheid in het echt te kunnen zien.

Huizinga besteedde in zijn Amerika. Levend en Denkend ruim aandacht aan de Amerikaanse cultuur en in het bijzonder aan de Amerikaanse pers. Hij beschrijft de cultuur als naar buiten gekeerd: “De cultuur ligt uitgestald in de krant, in de school, in het museum, toegankelijk voor iedereen.”.23 Vooral de Amerikaanse krant had een

verbazingwekkend effect op hem, het was een onhandelbaar ding en de Europese reiziger zou zich vooral afvragen wat er zich nu echt in de wereld afspeelt. Wat dat betreft zweefde Huizinga dus net als vele andere Europeanen tussen een positieve en een negatieve mening over Amerika.

19 Frits Boterman, Cultuur als Macht. Cultuurgeschiedenis van Duitsland 1800-heden (Amsterdam,

2013) 374-378.

20 Sabine Hake, ‘Chaplin Reception in Weimar Germany’, New German Critique (1990) 87-111,

aldaar 87.

21 Ibidem, 88-89. 22 Ibidem, 89.

(11)

Een onderdeel van de Amerikaanse cultuur was ook de, door de economische welvaart ingegeven, consumptiemaatschappij. Hierbij besteden mensen het grootste deel van hun vrije tijd aan consumeren. Het was een Amerikaanse levensstijl die ook zijn weg naar Europa gevonden had, maar vooral werd gezien als iets negatiefs, omdat het de vervlakking van de maatschappij in de hand zou werken. Volgens de Praagse schrijver Franz Kafka beroofde het de mens van zijn individualiteit en maakte het hem tot marionet zonder enig gevoel. Voor veel Europeanen werd Amerika gekenmerkt door een onpersoonlijke, vervreemdende levensstijl.24 Op welke manier zou ooit deze

consumptiemaatschappij vormgegeven kunnen worden in Europa? Conclusie

In de twintigste eeuw had Amerika haar weg gevonden naar Europa. Voor veel Europeanen was het een droomwereld en bood Amerika een blik in de toekomst van Europa. Europeanen die de mogelijkheid hadden Amerika daadwerkelijk te bezoeken, keerden vaak met gemengde gevoelens terug naar huis. Het land was prachtig modern en had een grote voorsprong op Europa, maar daarnaast was het vooral ook erg leeg. Op welke manier kon deze Amerikaanse maatschappij geschikt gemaakt worden voor Europa?

In de volgende hoofdstukken zal het Amerikabeeld van Hitler worden beschreven. In vooral zijn Zweites Buch zette Hitler zijn opvattingen over Amerika uiteen, net zoals veel van zijn tijdgenoten dit ook hadden gedaan. Hitler was een kind van zijn tijd en zijn Amerikabeeld verschilde daarom niet veel van dat van andere Europeanen in de twintigste eeuw.

24 H.O. Neuschäfer, ‘De vrijheid als schrikbeeld. Kafka’s perceptie van Amerika’ in: K. van Berkel

(12)

2 Internationale politiek: het beleid van de Nieuwe Wereld

Inleiding

In het vorige hoofdstuk zijn de contouren aangegeven van het Amerikabeeld van Europeanen. Vanaf nu zal dit onderzoek zich richten op Hitler en op zijn gedachten en theorieën over Amerika. Hierbij vormt vooral zijn Zweites Buch uit 1928 een belangrijke bron, omdat hij in dit boek zijn ideeën over buitenlandse politiek uiteenzette. Anders dan in Mein Kampf schreef hij in het Zweites Buch relatief veel over Amerika. Hitler had een duidelijke theorie over het succes van Amerika en hoe de toekomst zou verlopen met zo’n grote wereldmacht. In zijn optiek werd de wereld gedomineerd door grote landen. Amerika was daarom in potentie het machtigst.

In dit hoofdstuk wordt in de eerste paragraaf het belang van Lebensraum besproken, een essentieel onderdeel van Hitlers ideologie. Hoe keek Hitler naar de Amerikaanse landmassa en wat voor mogelijkheden bracht deze uitgestrektheid? Vervolgens wordt in de tweede paragraaf ingegaan op het Volk van dat Lebensraum. Hoe belangrijk was Lebensraum daadwerkelijk als er geen Volk van hoge raciale waarde op leefde? Ook komt hier aan bod hoe Hitler dacht over de Amerikaanse bevolking en wat zijn theorieën waren over het succes van de Amerikaanse immigratie. Uiteindelijk wordt in de derde paragraaf een van Hitlers belangrijkste elementen van politiek beschreven: oorlog. Een onvermijdelijk iets voor elke gezonde staat en dus ook voor zijn eigen Duitse Rijk. Hoe keek Hitler naar de Amerikaanse buitenlandse politiek met als belangrijkste factor, de inmenging van Amerika in de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende vredesregeling?

2.1 Het belang van Lebensraum

De begrippen Lebensraum en Volk waren de kern van het denken van Hitler. Het waren voor Hitler de voorwaarden voor vooruitgang en in deze begrippen kon een verklaring gevonden worden voor het bestaan van succesvolle- of juist niet succesvolle staten. Dit gold ook voor de spectaculaire opkomst van Amerika. Zoals zal blijken was de kwaliteit van het Volk het belangrijkste element voor een succesvolle staat, maar zonder een groot en vruchtbaar Lebensraum was deze ontwikkeling onmogelijk.

De Lebensraum van Amerika was niet alleen heel groot, hun grond was ook nog eens erg vruchtbaar en over verschillende zones verdeeld, waardoor het land

(13)

beschikking had over veel delfstoffen, zoals olie. Hierin zag Hitler het probleem voor Europa. De Europeaan zou de Amerikaanse levensstandaard vanzelfsprekend vinden en dit ook altijd blijven nastreven, maar hij vergat hierbij dat de verhouding tussen bevolking en grond niet hetzelfde is als in Amerika. In het Zweites Buch zei hij hier het volgende over:

“[…]das Verhältnis der Volkszahl zur Grundfläche des amerikanischen Kontinents ein unendlich günstigeres ist als die analogen Verhältnisse der europäischen Völker zu ihren Lebensräumen. […] Und wenn durch emsigsten Fleiß für Deutschland oder Italien eine weitere Steigerung der Volkszahl möglich wäre, dann würde sie in der amerikanischen Union oben bis zu einem Vielfachen dessen möglich sein. Und wenn endlich jede weitere Steigerung in diesen beiden europäischen Ländern endgültig unmöglich ist, dann kann die amerikanische Union noch jahrhundertelang weiterwachsen, bis endlich das Verhältnis erreicht sein wird, das wir heute schon haben.“25

“Die Aussichten des deutschen Volkes sind trostlose.”, aldus Hitler.26 Het Duitse

Volk was hopeloos verloren wanneer het aankwam op Lebensraum. In Europa zou het Duitse Rijk nooit aan genoeg Lebensraum kunnen komen om net zo te kunnen leven als de Amerikanen. Om een geduchte concurrent van Amerika te kunnen worden of het land zelfs voorbij te streven, moest de Duitse Lebensraum uitgebreid worden naar het Oosten. Vanwege deze gedachte was oorlog altijd een onmisbaar instrument van buitenlandse politiek.

Het feit dat Amerika over zoveel Lebensraum beschikte, was van grote invloed op het Amerikaans gedrag naar buiten toe. Voor Hitler was uitbreiding of de hang naar expansie een natuurlijk menselijk verschijnsel. Het was ook een kenmerk van jonge staten die zich automatisch naar buiten richten, wanneer de binnenlandse kolonisatie voltooid was.27 Omdat Amerika over zo’n groot gebied beschikte, was deze wens naar

uitbreiding niet aanwezig. Dit in combinatie met een ontbrekende politieke traditie, zorgde ervoor dat Amerika weinig oog had voor het buitenland. Bovendien was Amerika

25 Hitler, Zweites Buch, 58. 26 Ibidem, 121.

(14)

door zijn ligging vrijwel onaantastbaar. Verplichtingen op het gebied van buitenlands beleid schudde Amerika volgens Hitler van zich af om zich alleen te richten op het eigen binnenlandse beleid, voorlopig althans. Als Hitlers theorie klopte, kwam er een moment waarop een land zich zou richten op het buitenland.

2.2 Immigratiebeleid: een waardevol Volk

Volkeren en rassen namen in Hitlers ideologie een belangrijke positie in en zijn raciale denkbeelden waren hier onlosmakelijk mee verbonden. Een Volk was de drijvende kracht achter een succesvolle staat, dus dit moest in Hitlers ogen de verklaring zijn voor het succes van Amerika. De kern van zijn analyse was immigratie. Niet zomaar immigratie, maar de verhuizing van de meest waardevolle mensen in Europa naar Amerika. Hitler beschrijft Amerika als een Europese kolonie waar de sterkste Europese schakels vanuit Europa naar toe getrokken zijn. Juist dit zouden de mensen met het meeste initiatief zijn die, moe geworden van een vastgeroest Europa, erop uit trokken naar een nieuwe wereld. Wie waren dit? Uiteraard de nordische bevolking van Europa, de Germaanse, ook wel aangeduid als ‘Arische mens’.

Amerika was dus volgens Hitlers theorie een product van Europese emigratie.28

Hoewel Hitler zich in Mein Kampf bijna niet uitlaat over Amerika, in tegenstelling tot in zijn Zweites Buch, komt deze conclusie hier wel al aan bod: “Nord-Amerika, dessen Bevölkerung zum weitaus größten Teile aus germanischen Elementen besteht […]”.29

Om zijn bewering kracht bij te zetten, verwees hij naar het minder succesvolle Midden-Amerika waar de immigranten zich met de oorspronkelijke bevolking hadden vermengd. In Noord-Amerika zat de Germaanse mens, raszuiver en vrijwel zonder spoor van bloedvermenging. Precies het toekomstbeeld dat hij had van zijn Derde Rijk onder de nationaalsocialisten.

Een zuiver Volk moest je zuiver houden en daarom was het volgens Hitler belangrijk om toe te zien op de immigratie. Ongezonde elementen moest de toegang tot een gezonde staat geweigerd worden. Hitler bewonderde het immigratiebeleid van Amerika en stelde dat Duitsland en Amerika op dit vlak dezelfde opvattingen hadden.30

In Amerika werden mensen geselecteerd op een manier waar Hitler van droomde. Hij

28 Gerhard L. Weinberg, ‘Hitler’s Image of The United States’, The American Historical Review 69

(1964) 1006-1021, aldaar 1009.

29 Adolf Hitler, Mein Kampf (München 1934), versie uit 1943, 313. 30 Ibidem, 490.

(15)

stelde dat het Amerikaanse volk werd gefilterd door de immigratiewetten. Zoals de wetten die het aan het einde van de negentiende eeuw mogelijk maakten mentaal en chronisch zieke personen de toegang tot het land te weigeren. In 1925 werd in Amerika zelfs een immigratiewet aangenomen die de toestroom van Italianen en Oost-Europese Joden aan banden legde.

De Amerikaanse overheid creëerde op deze manier een jong en gezond volk. Een serieuze bedreiging voor Europa waar de geboorteregulering steeds zwakker zou worden en oorlog en emigratie, naar bijvoorbeeld Amerika, de bevolking uitdunde. Juist de mensen die door oorlog en emigratie verloren gingen, had Europa zo hard nodig, de mannen die strijden voor hun vaderland en de vindingrijke en avontuurlijke emigranten. Hitler vreesde ervoor dat het Duitse Volk Amerika op deze manier niet bij zou kunnen houden.

Een jonge en gezonde bevolking, zoals in Amerika, was Hitlers ideaalbeeld. Echter, in zijn ogen had de degeneratie in Duitsland al ingezet en werd het Volk mede door raciale vermenging steeds zwakker. Hitler beargumenteerde dit soort denkbeelden met de theorie van het sociaal darwinisme. Deze ideeën waren afkomstig van auteurs zoals Houston Steward Chamberlain die persoonlijk invloed uitoefende op Hitler. Tijdens de evolutie waren er superieure rassen ontstaan en ook rassen van mindere waarde. Net zoals in de dierenwereld, moest het meest ontwikkelde ras het mindere ras onderwerpen of zelfs uitroeien. Hitler beschouwde het Duitse of Arische ras als superieur, maar was bang voor degeneratie door rassenvermenging. Als de degeneratie nog enkele honderden jaren aanhield , zou het Duitse Volk in geen geval het jongere en gezondere Amerikaanse volk kunnen bijhouden:

“Unser Volk wird, wenn es mit gleicher politischer Gedankenlosigkeit wie bisher in die Zukunft hineinlebt, den Anspruch auf Weltbedeutung endgültig entsagen müssen. Es wird rassisch mehr und mehr verkümmern, bis es endlich zu degenerierten, animalischen Freßsäcken heruntersinkt, denen selbst die Erinnerung an die vergangene Größe fehlen wird.“31

(16)

De degeneratie van de Duitse bevolking zou er voor kunnen zorgen dat Duitsland eindigde met een status zoals die van Nederland en Zwitserland, tweederangs staten zonder inspraak in Europa. Een waar schrikbeeld voor Hitler! 32

Voor Hitler gold een bevolking van de hoogste raciale waarde als belangrijkste element van een staat en alleen dit was bepalend voor succes. Grote bevolkingsaantallen of oppervlakte alleen waren niet voldoende. Hitler stelde kwaliteit boven kwantiteit: “nicht Zahlen, sondern Werte”.33 Amerika had wat dat betreft alles mee, een groot

Lebensraum, vruchtbare grond en een volk van hoge raciale waarde. In Hitlers logica vormde Rusland daarom dan ook geen bedreiging voor Europa. Met meer inwoners en een grotere oppervlakte dan Amerika, had Rusland net zo gevaarlijk kunnen zijn. De raciale waarde van de Russische bevolking was echter veel lager dan dat van de Duitsers en Amerikanen, waardoor een Russische heerschappij nergens ter wereld gevreesd werd.

Hitlers uiteenzetting van de opkomst en het succes van Amerika grensde aan jaloezie. Alles wat Amerika had, begeerde hij voor de toekomst van het Duitse Rijk. Hoe zou dit ooit mogelijk zijn als niet alle benodigde factoren, een groot Lebensraum en boven alles een bevolking van hoge raciale waarde, aanwezig waren? Oplossingen hiervoor zette hij natuurlijk al uiteen in Mein Kampf en ook in zijn Zweites Buch gaat hij hiermee verder. Uit het Zweites Buch blijkt dat hij vooral bewondering had voor het vooroorlogse Amerika. Het door hem zo geprezen immigratiebeleid bood een mogelijkheid voor Europa om Amerika bij te benen.

Doordat het steeds makkelijker werd om naar Amerika te emigreren, trokken ook Europeanen van mindere raciale waarde naar de Nieuwe Wereld. Omdat deze mensen zich nieuw vestigden in Amerika en dit keer niet op basis van avontuur zoals eerdere immigranten, voelden zij zich meer verbonden met hun Europese vaderland. Hier was de assimilatie in Amerika volgens Hitler mislukt: “Blutfremde Menschen mit ausgeprägt eigenem Nationalgefühl oder Rasseinstinkt hat übrigens auch die amerikanische Union nicht einzuschmelzen vermocht.”.34 Ook in Amerika ging het in Hitlers ogen dus

bergafwaarts. Als Duitsland op tijd het tij kon keren en de degeneratie tegen kon gaan, zou er een mogelijkheid bestaan om Amerika bij te benen of zelfs op termijn voorbij te streven.

32 Hitler, Zweites Buch, 127. 33 Ibidem, 128.

(17)

Een gezonde staat had een sterk Volk van hoge raciale waarde nodig en voldoende Lebensraum. Uit de menselijke drang naar expansie vloeide volgens Hitler logischerwijs altijd oorlog. Hoezeer Hitler Amerika ook bewonderde, hij bleef over het land praten in een competitieve vorm. Het was de taak van de nationaalsocialisten Duitsland te versterken en zich zo klaar te maken voor de onvermijdelijke strijd tegen Amerika.

2.3 Woodrow Wilson en Amerika in oorlog

Strijd, met andere woorden oorlog, was voor Hitler onvermijdelijk.35 Vooral na het

verlies van de Eerste Wereldoorlog kon een oorlog voor het voortbestaan van het Arische ras niet uitblijven. Als het Arische ras daadwerkelijk van de hoogste raciale waarde was, zou het een volgende oorlog moeten winnen en zich daarmee verzekeren van voldoende Lebensraum voor uiteindelijke wereldheerschappij. In Hitlers denken, gebaseerd op het sociaal darwinisme, waren rijken altijd met elkaar in strijd. Hier was ook zijn analyse van Amerika op gebaseerd.

Zoals in het volgende hoofdstuk te lezen is, had Hitler veel bewondering voor de Amerikaanse economie, maar hij benadrukte ook dat het dom was om te denken dat de wedloop tussen Europa en Amerika alleen op economisch vlak zou zijn: “Es ist aber leichtsinnig zu glauben, daß die Auseinandersetzung zwischen Europa und Amerika nur immer wirtschaftsfriedlicher Natur sein würde, wenn wirtschaftliche Momente endlich zu bestimmenden Faktoren des Lebens anwachsen.”.36 Oorlog was een logisch gevolg

van de natuurlijke expansiedrang van de mens.

“Je mehr aber ein Volk sich zu dem Glauben bekennt, daß es durch wirtschaftsfriedliche Betätigung allein sein Leben erhalten könne, um so mehr wird gerade seine Wirtschaft selbst dem Zusammenbruch ausgeliefert. Denn endgültig ist die Wirtschaft als eine rein sekundäre Angelegenheit im Völkerleben gebunden an die primäre Existenz eines kraftvollen Staates. Vor dem Pflug hat das Schwert zu stehen und vor der Wirtschaft eine Armee.”37

35 Ian Kershaw, Keerpunten. 418. 36 Hitler, Zweites Buch, 131. 37 Ibidem, 124.

(18)

De inmenging van Amerika in de Eerste Wereldoorlog vormde niet alleen een keerpunt in de oorlog, maar ook in Hitlers denken over Amerika. Tegelijkertijd bevestigde het ook zijn theorie over staten, in een succesvolle staat was oorlog onvermijdelijk, dus dit was ook voor Amerika het geval. Dat Amerika zich op 6 april 1917 mengde in de oorlog was voor Hitler ook vanzelfsprekend, omdat je met neutraliteit niks bereikte. Wederom verwees Hitler hier naar Nederland en Zwitserland. Als Amerika zich net als deze landen niet had gemengd in de oorlog en neutraal was gebleven, was het nu ook een tweederangs land geweest. Wie de oorlog ook zou winnen, door deelname liet Amerika zien een belangrijk land te zijn.38

Vrij negatief was Hitler echter over de rol van de toenmalige Amerikaanse president Woodrow Wilson. In het Zweites Buch besteedde hij een aantal pagina’s aan de president en de reden voor inmenging in de oorlog: “Wie Amerika in den Krieg eintrat”.39 Hitler had geen goed woord over voor de Wilsonschen Kriegspolitik en stelde

dat de president al in 1915 van plan was een oorlog tegen Duitsland te voeren. Hij haalde hierbij de Amerikaanse geheime dienst aan die vanaf 1915 de Duitse ambassade in Amerika aftapte. Uit Hitlers verhaal wordt duidelijk dat hij vond dat er een vals spelletje gespeeld was:

“Man beachte die Zeit -- es war zu Beginn des Jahres 1915, als diese Einrichtung geschaffen wurde, also zu einer Zeit, wo die Vereinigten Staaten mit Deutschland und Österreich-Ungarn noch in Frieden lebten, und Wilson nicht müde wurde, zu versichern, daß er feindselige Absichten gegen Deutschland nicht hege. Auch die Zeit, wo der damalige deutsche Botschafter in Washington, Graf Bernstorff, keine Gelegenheit versäumte, der freundlichen Gesinnung und der freundschaftlichen Gefühle Wilsons für Deutschland und das deutsche Volk Anerkennung zu zollen.”40

In dezelfde tijd dat Wilson geen kans onbenut liet om Duitsland te complimenteren, gaf hij ook opdracht tot het mobiliseren van de oorlogsindustrie. Hitler ondersteunde zijn bewering dat Wilson al besloten had tot de oorlog met beweringen

38 Hitler, Zweites Buch, 140. 39 Ibidem, 213.

40 Ibidem. Niet alleen in Duitsland vonden afluisterpraktijken plaats, ook in het neutrale

(19)

van de Amerikaanse historicus Harry Elmer Barnes, die stelde dat Amerika tijdens de oorlog aan de verkeerde kant had gevochten. Volgens Barnes was de oorlog niet de schuld van Duitsland, maar was het veroorzaakt door het agressieve optreden van de geallieerden.41 Hitler wilde hiermee een einde maken aan de mythe dat Amerika, in het

bijzonder president Wilson, onbedoeld en tegen zijn wil de oorlog ingezogen werd door de aanslag van een Duitse onderzeeër op het Amerikaanse passagiersschip Lusitania. Het hoofd van de Amerikaanse geheime dienst ten tijde van de oorlog, William J. Flynn, publiceerde na de oorlog zijn memoires in het Amerikaanse tijdschrift Liberty. Deze memoires waren voor Hitler een bewijs dat Amerika al voor het begin van de oorlog bezig was met afluisteren van Duitse prominenten en dat de Amerikaanse beweringen over een vriendelijke opstelling jegens Duitsland niet correct waren.42 Vervolgens deed

Hitler een beroep op het Duitse Volk:

“Die Lektüre des Flynnschen Artikels muß bei jedem Menschen mit gesundem deutschen Blut in den Adern ein Gefühl heller Empörung zurücklassen, nicht bloß über die heimtückische Politik Wilsons, sondern auch, und besonders, über die unglaubliche Dummheit mit der man in der deutschen Botschaft dieser Politik in die Hände arbeitete.”43

Voor Hitler had Amerika in de oorlog een beslissende rol. De enige reden dat Duitsland verloor, had te maken met de Amerikaanse inmenging en het gebrek aan steun in eigen land, niet omdat Groot-Brittannië zo sterk was.44 Duitsland was na de

oorlog in Hitlers ogen niet langer de grootste bedreiging voor Groot-Brittannië. Het grootste gevaar voor Groot-Brittannië lag niet meer in Europa, maar in Amerika.

Hitler vervolgde zijn verhaal met een blik op de toekomst. Hij bepreekt mogelijke bondgenoten in Europa en ziet er eigenlijk maar twee van waarde: Italië en Groot-Brittannië. Als Duitsland in de toekomst zou deelnemen aan een nieuwe statencoalitie

41Deborah E. Lipstadt, Denying the Holocaust. The Growing Assault on Truth and Memory (New

York 1993) 74.

42 Hitler, Zweites Buch, 214. 43 Ibidem, 215.

44 De Dolkstootlegende: Theorie van Duitse legerleiding over het verlies van de oorlog. Duitsland

zou de oorlog hebben verloren, omdat het leger niet voldoende gesteund was door de Duitse bevolking, met name de arbeiders, aan het thuisfront. De linkse regering had, met hulp van stakende arbeiders, de soldaten aan het front een dolkstoot in de rug gegeven. De

verantwoordelijkheid van de Duitse nederlaag kon zo afgeschoven worden op de regering en het thuisfront.

(20)

met andere waardevolle en sterke staten, was het mogelijk om op te staan tegen een wereldheerschappij van Amerika. De allesbepalende oorlog richting het oosten moest dan al gevoerd zijn, waardoor het Duitse Rijk genoeg Lebensraum zou hebben veroverd. Pas dan, en met behulp van een bondgenootschap met het machtige Groot-Brittannië, kon er een vuist gemaakt worden richting Amerika. Hitlers vertrouwen in een bondgenootschap met Groot-Brittannië is opvallend. Zelfs na de Eerste Wereldoorlog zag hij dit als een serieuze optie.

Strijd was dus het kenmerk van een gezonde staat en was daarmee ook vanzelfsprekend in Hitlers plannen opgenomen. Het beïnvloedde volgens Hitler ook het buitenlandse beleid van Amerika. In hoofdstuk 5, Totale Weltherrschaft wordt Hitlers ideologie met betrekking tot oorlog verder geanalyseerd. Ook wordt hier beschreven in welk licht de uiteindelijke oorlogsverklaring in december 1941 gezien moet worden. Conclusie

Amerika had eigenlijk alles wat Hitler begeerde voor zijn Duitse Rijk. Een gezond, Germaans Volk van de hoogst raciale waarde en een Lebensraum, veilig omringd door oceanen. Een land dat groot genoeg was om zich nog honderden jaren te kunnen ontwikkelen.

De begrippen Lebensraum, Volk, strijd en oorlog komen op alle mogelijke manieren voor in Mein Kampf en Hitlers Zweites Buch. Ook in de passages over Amerika in vooral het Zweites Buch vormde competitie de rode draad. Het doel was oorlog en volgens het darwinistische principe survival of the fittest, zou het sterkste Volk hier als overwinnaar uit komen en totale wereldheerschappij hebben. Voor Hitler was dit het Arische Volk. Het Volk dat ook van Amerika zo’n sterke staat gemaakt had. Maar het Amerikaanse Volk werd, net als het Duitse slachtoffer van degeneratie. Als Hitler de regeneratie van zijn Volk voor elkaar kon krijgen, was er een kans om Amerika te verslaan in een oorlog die, volgens Hitlers theorie, onvermijdelijk was.

De Eerste Wereldoorlog vormde een omslagpunt in Hitlers denken over Amerika. Een oorlog tegen Amerika en andere grote staten was volgens zijn theorieën überhaupt noodzakelijk, maar de manier waarop Amerika zich in de oorlog mengde voelde voor Hitler bijna hetzelfde als het verraad in eigen land waarbij het Duitse leger met een dolk in de rug gestoken werd door het Duitse arbeidersfront. Een oorlog tegen Amerika werd op deze manier nog noodzakelijker en vanzelfsprekender.

(21)

3 Economie en welvaart: Luxeproducten voor het Volk

Inleiding

Economie was voor Hitler niet zo belangrijk als politieke en militaire macht, maar toch belangrijk genoeg om er in zijn Zweites Buch een aantal bladzijden aan te wijden. Dat het Duitse Volk er volgens Hitler heel slecht voor stond, is in het vorige hoofdstuk beschreven. De enige redding lag voor Hitler in een groter Lebensraum en herleving van de Duitse economie. Om te kunnen voorzien in de stijgende levensstandaard van het Duitse Volk, zou Duitsland afhankelijk kunnen worden van import en export.45 Dat was

niet Hitlers ideaal. Hij wilde een Lebensraum, groot genoeg om ook op economisch vlak volledig zelfvoorzienend te zijn.

Amerika had volgens Hitler een grote invloed op de verwachtingen van het Duitse Volk dat onder meer door de uitvinding van film kennis had kunnen maken met de Amerikaanse levensstandaard. Om dit te kunnen verklaren had hij wederom theorieën opgesteld. Deze worden samen met de Amerikaanse levensstandaard besproken in de eerste paragraaf. In de tweede paragraaf worden Hitlers opvattingen over techniek en het belang hiervan uiteengezet. Hoe keek hij aan tegen de technologische ontwikkelingen in Amerika en wat voor voordelen kon dit voor Duitsland hebben? Hitler had grote bewondering voor degene die mede verantwoordelijk was voor de hoge levensstandaard in Amerika, namelijk Henry Ford. Niet voor niets had hij een portret van de industrieel en oprichter van Ford Motor Company op zijn werkkamer in München hangen. Een inspiratiebron voor Hitler en uiteindelijk ook voor de Duitse Volkswagen. Dat Hitler in Ford een inspiratiebron zag, is opmerkelijk te noemen en onderstreept zijn ambivalente opvattingen over techniek. Dit komt in de laatste paragraaf aan bod.

3.1 De Amerikaanse levensstandaard

Ten tijde van het schrijven van zijn Zweites Buch in de tweede helft van de jaren twintig, was het Duitse Volk volgens Hitler minder dan ooit in staat om zichzelf te kunnen voorzien uitsluitend door middel van eigen territorium. Alle pogingen om zichzelf van eigen bodem te kunnen voeden, door bijvoorbeeld de grond vruchtbaarder te maken, waren niet toereikend. Het groeiende bevolkingsaantal tegenover een niet groeiende

(22)

Lebensraum maakten de vooruitzichten hopeloos. Nog problematischer was het volgens Hitler dat het Duitse Volk door de moderne media goed op de hoogte was van de hoge levensstandaard van de Amerikanen. Iets wat volgens Hitler niet verwonderlijk was:

“So wie die Lebensbedürfnisse des flachen Landes sich steigern durch langsame Kenntnisnahme und den Einfluß des Lebens der Großstädte, so steigert sich aber auch das Lebensbedürfnis ganzer Völker unter der Einwirkung des Lebens bessergestellter reicherer Nationen. Nicht selten wird von einem Volk ein Lebensstandard als ungenügend empfunden, der noch 30 Jahre vorher als Maximum erschienen wäre, einfach nur deshalb, weil man unterdes Kenntnis erhielt vom Lebensstandard eines anderen Volkes.”46

Met het Lebensraum dat Duitsland op dat moment bezat, was het behalen van deze hoge Amerikaanse levensstandaard voor het Duitse Volk onmogelijk. Duitsland zou afhankelijk moeten worden van andere landen om te kunnen voorzien in de wensen van het Volk. Nog meer problemen zag Hitler binnen Europa en voornamelijk in Brittannië. Een economisch machtig Duitsland vormde een bedreiging voor Groot-Brittannië. Met de Eerste Wereldoorlog nog vers in het geheugen, zou Groot-Brittannië dit niet accepteren en daarom zijn toevlucht zoeken in geweld om Duitsland te bestrijden. Zolang het Duitse leger niet opgebouwd was, was Duitsland verloren tegenover Groot-Brittannië. Het hebben van een omvangrijk en sterk leger was voor Hitler dus een voorwaarde voor economische groei.47 Maar zelfs als aan alle

voorwaarden was voldaan, kon Duitsland en eigenlijk heel Europa nog lang niet op tegen de grootste concurrent: Amerika.

De Amerikaanse auto-industrie met haar enorme exportmogelijkheden gold voor Hitler als belangrijkste waarschuwing voor de Duitse en Europese markt. Doordat de Amerikaanse afzetmarkt zo groot was, de koopkracht in het land zo hoog en de Amerikanen zichzelf konden voorzien met grondstoffen, waren er productiemethoden mogelijk die in Europa ondenkbaar zouden zijn. Door de hoge productiecijfers kwamen Amerikaanse auto’s ook naar Europa en zelfs in de Duitse straten zag Hitler ze al rijden. Amerika was de grootste speler geworden op het wereldwijde exporttoneel en het zou

46 Hitler, Zweites Buch, 121. 47 Ibidem, 123.

(23)

voor Europa bijna onmogelijk worden om daar nog tegenop te kunnen boksen. Europa beschikte volgens Hitler simpelweg niet over dezelfde productiemogelijkheden als Amerika.48

Op 4 april 1934 gaf Hitler een interview voor de Duitse pers dat werd gepubliceerd in partijkrant de Völkischer Beobachter. Hierin stelde hij dat de levensstandaard van het Duitse Volk moest worden verhoogd en dat Duitsland hier zelf in moest kunnen voorzien. Door middel van meer industrie en een optimale benutting van de Duitse grond, zou iedereen aan het werk gezet worden, de werkloosheid dalen, de koopkracht stijgen en daarmee de hoge levensstandaard waar de Duitse burger naar verlangde gerealiseerd kunnen worden. De vraag of de Rijkskanselier hiermee een soort proletariaat met gelijke inkomens in gedachten had, beantwoordde hij met een resoluut: “Ganz im Gegenteil”. Hitler had juist meer het Amerikaanse model in gedachten.49

Het Duitse Volk moest volgens Hitler geen primitief Volk worden, maar een Volk met de hoogst denkbare levensstandaard. De Amerikanen golden hierbij als voorbeeld. In Amerika was niet iedereen gelijk, maar was het mogelijk de sociale ladder te beklimmen. Dit wilde Hitler ook voor Duitsland. Ieder individu moest de mogelijkheid hebben de ladder te beklimmen en zichzelf te ontplooien.50 Het Amerikaanse ideaal van

de onbegrensde mogelijkheden was volgens Hitler ook voor het Duitse Volk weggelegd. De Duitse burger als individu was dus belangrijk voor Hitler, maar hij stelde hierbij wel dat elk individu, de samenleving als geheel in het achterhoofd moest houden:

“Die erste Fensterscheibe war ein Luxusartikel, aber heute fragt jedermann nach Glass. Es wurde zu einem allgemeinen Gebrauchsartikel. Die erste Glühbirne war ein Luxusartikel, aber der Erfinder bezweckte, sie einem jeden zugänglich zu machen. Der Zweck und das Ziel eines jeden Fortschrittes muss sein, ein ganzes Volk, ja die ganze Menschheit glücklicher zu machen.”51

48 Max Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen 1932-1945. Kommentiert von einem deutschen

Zeitgenossen (München 1965) Band I Triumph, Erster Halbband 1932-1934, 27. Januar 1932, 85.

49 Ibidem, 25. März 1934, Interview in Völkischer Beobachter 373. 50 Ibidem.

(24)

3.2 Het belang van technologische ontwikkeling

Hitler was gefascineerd door de technologische voorsprong van Amerika. Hij zag Duitsland in de toekomst als een geïndustrialiseerd land. Op deze manier zou het ook kunnen concurreren met Amerika. Uit zijn teksten in Mein Kampf en zijn Zweites Buch blijkt dat hij een groot voorstander was van technologische vooruitgang en rationalisering. Dit uitte zich onder andere in zijn interesse voor auto’s en wapentechniek.52 Hitlers neues Europa moest wat betreft natuurlijke bronnen, expansie

en technologische ontwikkelingen uiteindelijk Amerika kunnen bijbenen, of nog beter, voorbij streven.53 Alleen de verovering van Lebensraum, begeleid en mogelijk gemaakt

door technologie, kon dit in de toekomst mogelijk maken.

Technologie was voor Hitler een manier om het leven van het Duitse Volk te verbeteren en de positie van het Duitse Rijk in de wereld te verstevigen. Historici zijn het erover eens dat Hitler een bijzondere en ambivalente houding innam ten aanzien van modernisme en technologie. Enerzijds greep hij met zijn nationaalsocialistische ideologie terug op de Duitse geschiedenis en mythes die de boerenstand verheerlijkten en leek hij de komst van de moderne wereld te vervloeken, anderzijds omarmde hij technologische ontwikkelingen en was hij, zoals eerder duidelijk is geworden, een groot liefhebber van gemotoriseerde voertuigen. Maar ook hier moesten technologische ontwikkelingen in het teken staan ter verbetering van het Duitse Volk.

De Duitse historicus Philipp Gassert stelt in zijn boek Amerika im Dritten Reich, dat Hitler in zijn interesse in techniek en modernisme puur selectief was. Zo mocht technologische vooruitgang geen democratisering tot gevolg hebben: “Das nationalsozialistische Deutschland war nur an einer höchst selektiven “Modernisierung” interessiert und keineswegs an einer “Anglo-Amerikanisierung” in der klassischen Bedeutung dieses Begriffes, der technischen Fortschritt und Demokratisierung umfasst.”.54

Hitler was zich bewust van het feit dat de landen om hem heen niet stil stonden en dat de nieuwste voertuigen en wapens uitermate belangrijk zouden zijn in een volgende oorlog. Daarnaast zou het ontwikkelen van nieuwe technologieën de levensstandaard van het Duitse Volk verhogen, maar Hitler was er duidelijk in dat men

52 Philipp Gassert, Amerika im Dritten Reich, 26. 53 Ibidem, 27.

(25)

in geen geval alle vertrouwen in de economie alleen moest leggen. Dit zou een Volk namelijk alleen maar verzwakken:

“Sowie aber ein Volk überhaupt erst sein Leben mit dem Gedanken sättigt, durch wirtschaftsfriedliche Betätigung allein das tägliche Auskommen finden zu können, um so weniger wird es im Falle des Scheiterns dieses Versuches an eine gewaltsame Lösung denken, sondern im Gegenteil, es wird dann erst recht den leichtesten Weg einzuschlagen versuchen, der den Mißerfolg der Wirtschaft behebt, ohne das Blut dabei riskieren zu müssen. Tatsächlich befindet sich Deutschland schon heute mitten in diesem Zustand.”55

Dat Hitler technologische ontwikkeling belangrijk vond, bleek ook uit de kring van intimi die hij om hem heen verzamelde. Vooral mensen met een technologische achtergrond en veel kennis van het onderwerp schoten omhoog in de partijhiërarchie van de NSDAP. Hitlers vraagbaken op het gebied van techniek was Fritz Todt, NSDAP lid sinds 1923 en ingenieur. Door Todts kijk op techniek behoorde hij tot Hitlers favorieten. Ongeveer 3000 kilometer autoweg werd onder zijn leiding tijdens de tweede helft van de jaren dertig aangelegd.

Todts doel was het om de Duitse techniek zo ver te ontwikkelen dat het de Duitse samenleving tot een hoger plan kon tillen. Dit moest het gat tussen techniek en cultuur, veroorzaakt door moderniteit, dichter bij elkaar brengen.56 Dit onderscheidde Duitsland

volgens Todt van de zielloze Amerikaans/Joodse techniek. Door zijn denkbeelden was hij precies wat Hitler graag zag in een nationaalsocialist. Hitler was dus een groot liefhebber van techniek, wat eigenlijk een bijeffect was van moderniteit. Hij wist dat het belangrijk was en onmisbaar als Duitsland mee wilde komen met de rest van de wereld. Volgens historicus Roger Griffin had Hitler vooral iets tegen ‘Joodse moderniteit’. Ook hieruit blijkt hoe selectief Hitler was.57

55 Hitler, Zweites Buch, 64.

56Richard Overy, The Dictators. Hitler’s Germany, Stalin’s Russia (London 2004) 237.

57 Roger Griffin, Modernism and Fascism. The Sense of a beginning under Mussolini and Hitler

(26)

3.3 Luxeproducten voor het Volk

Een hogere levensstandaard betekende dat luxe producten toegankelijk moesten worden voor de gewone burger. Als autoliefhebber betekende dat voor Hitler dat auto’s beschikbaar moesten zijn voor zo veel mogelijk mensen. Hij droomde van het Amerikaanse straatbeeld waarin miljoenen auto’s rondreden. De motorisering van de wereld was volgens Hitler onvermijdelijk en er moest rekening mee worden gehouden in de toekomst. Hij noemde de Amerikaanse auto-industrie de voorloper van alle andere industrieën ter wereld, het zou bepalend zijn voor de toekomst.58 Het succes en de

culturele standaard van een land konden volgens Hitler bepaald worden aan de hand van het aantal auto’s dat er rond reed en het aantal kilometers autoweg dat er lag.59

Hitler was een bewonderaar van het zogenaamde Fordisme. Een uitvloeisel van het Taylorisme waarbij een optimaal productieproces en massaproductie centraal stonden. Productieprocessen werden gerationaliseerd om zo veel mogelijk uit een werknemer te halen en de productie te verhogen. Bij het Fordisme werden deze productietechnieken geperfectioneerd. Het Fordisme is genoemd naar de Amerikaanse industrieel Henry Ford. Hij verfijnde het gebruik van de lopende band en de specialisering van het productieproces en werd daarmee het symbool van de overgang van een landbouweconomie naar een industriële economie. Door Fords verfijning van

58 Griffin, Modernism and Fascism, 124.

59 Wolfgang König, ‘Adolf Hitler vs. Henry Ford. The Volkswagen, the role of America as a model,

and the failure of a Nazi consumer society’, German Studies Review (2004) 249-268, aldaar 251. Afbeelding 1 Hitler bekijkt het model van een Autobahn brug.

Rechts van hem Fritz Todt en uiterst rechts is huisarchitect Albert Speer te zien.

Afbeelding 2 Ook Hitler maakt zijn handen vuil bij de bouw van

(27)

het productieproces was hij in staat auto’s te produceren die ook door zijn eigen arbeiders gekocht konden worden.

De Amerikaanse auto-industrie diende voor Hitler als model voor zijn toekomstige Duitse rijk. Net zoals veel van zijn tijdgenoten was hij een groot bewonderaar van Henry Ford. Hitler las diens autobiografie in 1924 tijdens zijn verblijf in de gevangenis en zag zichzelf als de ‘Duitse Ford’.60 De manier waarop er in Amerika

auto’s geproduceerd werden en het een onderdeel van massaproductie geworden was, bood oplossingen voor de Duitse economie. Het zou een impuls voor de economie betekenen en een einde maken aan de hoge werkloosheid. Ook de zo gewenste hoge levensstandaard zou gerealiseerd kunnen worden wanneer de gewone burger de mogelijkheid had een auto aan te schaffen. Wat dit betreft waren Hitlers plannen voor de massaproductie van auto’s een mogelijkheid om aan populariteit onder de Duitse bevolking te winnen. Daarnaast zouden de productietechnieken ook erg goed van pas komen in het geval van oorlog.61 Een aspect dat Hitler nooit uit het oog verloor. Niet

alleen de samenleving zou te maken krijgen met een motorisering, ook voor oorlogsvoering was het onoverkomelijk en kon het een belangrijk verschil maken.

Hitlers bewondering voor Ford was groot, maar in tegenstelling tot andere bewonderaars zag hij in Fords filosofie geen oplossing voor sociale vraagstukken. Deze konden wederom alleen opgelost worden met een uitbreiding van het Lebensraum. Hitlers bewondering voor Ford had waarschijnlijk in grote mate te maken met diens politieke opvattingen. Naast het feit dat Ford een afkeer zou hebben gehad van het kapitalisme, had hij ook antisemitische denkbeelden. Fords ideeën over Joden en zijn manier van bedrijfsvoering, een autoritäres Führertum volgens Gassert, maakten hem voor veel rechts georiënteerde intellectuelen aantrekkelijk.62 Voor Hitler kwam hier zijn

liefde voor auto’s bij. Fords ideeën gaven hem de mogelijkheid om het Duitse Volk voor zich te winnen met de ontwikkeling van een auto voor het Volk: de Volkswagen.

De productie en verkoop van auto’s in Duitsland werd volgens Hitler door ‘marxisten’, een term die Hitler gebruikte voor alle linkse partijen inclusief de sociaal-democratische SPD, tegengehouden. Die aanpak was verkeerd en men realiseerde zich niet hoe belangrijk de auto zou worden in de toekomst. Door de auto te blijven zien als luxeproduct en er hoge belastingen op te heffen, zou de ontwikkeling ervan stagneren en

60 Overy, The Dictators 237.

61 Konig, ‘Adolf Hitler vs. Henry Ford’, 251. 62 Gassert, Amerika, 53.

(28)

nooit hetzelfde niveau als in Amerika kunnen halen. Op producten die in ontwikkeling zijn moest de staat volgens Hitler überhaupt geen belasting heffen, omdat dit zorgde voor stagnatie. Bij Hitlers jaarlijkse toespraak op de opening van de Internationale Automobil- und Motorradausstellung in Berlijn voor vertegenwoordigers van de Duitse auto-industrie, zette hij op 15 februari 1936 zijn ideeën uiteen over de gevolgen van belasting op luxegoederen:

“Ein kapitaler Denkfehler übrigens, aus dem zu ersehen war, wie sehr auch unsere bürgerliche wirtschaftliche Einsicht bereits versagte. Denn die sogenannte Luxusartikel-Besteuerungs-Theorie ist überall dort ein Unsinn, wo nach aller menschlichen Voraussicht der Luxus ein Allgemeingut zu werden verspricht. Mann soll vor allem nicht jene Produktionen besteuern, die noch in der Entwicklung begriffen sind, sondern solche, deren Entwicklung ersichtlich schon als abgeschlossen gelten kann. Dass man dann aus einem so falschen Denken heraus alle jene besonderen Maßnahmen vernachlässigte oder überhaupt unterließ, die geeignet sein konnten, die Entwicklung dieser so unerhört erfolgversprechenden und aussichtsreichen Industrie zu fördern, braucht kaum noch erwähnt zu werden. Finanzamt und Polizeidirektionen arbeiteten gemeinsam an der möglichst gründlichen Erdrosselung und Ausrottung der deutschen Kraftverkehrsentwicklung und damit der Kraftverkehrswirtschaft, und es ist ihnen – dieses Kompliment kann den marxistisch-zentrümlichen Regierungen nicht vorenthalten werden – der gemeinsame Angriff wunderbar gelungen.”63

Het Duitse Volk had volgens Hitler dezelfde behoefte aan auto’s als het Amerikaanse volk. In dezelfde toespraak noemde hij het Amerikaanse voorbeeld, waar men in staat was betaalbare auto’s te produceren, briljant.64 Als Duitsland ook maar

enigszins mee wilde komen met economieën zoals die van Amerika, moesten deze Amerikaanse technieken overgenomen worden. In 1929 reden er zo’n 26 miljoen auto’s in Amerika, dat was ongeveer een auto per vijf personen. Dit niveau had Duitsland nog lang niet bereikt en dat was Hitler een doorn in het oog. Het feit dat het Duitse Volk

63 Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen, Band I Triumph, Zweiter Halbband 1935-1938,

15. Februar 1936, Speech Internationale Automobil- und Motorradausstellung Berlin, 577.

(29)

jarenlang verstoken was van auto’s maakte dat zij juist nu, misschien meer dan enig ander volk ter wereld, zo naar auto’s verlangde.

De Duitse auto-industrie kreeg van Hitler het advies rekening te houden met het inkomen van haar toekomstige klanten. Hitler vond 1000 Mark een goede prijs voor een auto. Dit nam niet weg dat er ook auto’s van 20.000 Mark verkocht konden worden. De ene auto sloot de andere niet uit. Dit deed de Ford auto in Amerika namelijk ook niet. Integendeel, de lage prijs van de Ford had ervoor gezorgd dat meer mensen mobiel werden en uiteindelijk de mogelijkheid kregen om duurdere auto’s te kunnen aanschaffen. Ook hier was het dus volgens Hitler mogelijk de ladder te beklimmen. Het Duitse Volk mocht niet langer weggehouden worden van grote economische ontwikkelingen.65

Henry Ford was voor Hitler dus een voorbeeldfiguur en de Amerikaanse auto-industrie wilde hij op een zelfde manier in Duitsland realiseren. Tegelijkertijd vormden de Ford-auto en de Amerikaanse auto-industrie concurrentie voor zijn plannen met Duitsland. In 1936 kwam hij daarom met het verbod op het kopen van Ford-auto’s door partijleden en Goebbels’ ministerie van Propaganda und Volksaufklärung zorgde ervoor dat er geen nieuwsberichten meer werden gepubliceerd over nieuwe goedkope Ford auto’s die in Amerika in ontwikkeling waren.66 Van eerlijke concurrentie, onmisbaar

voor een gezonde economie, was Hitler dus duidelijk niet gediend, maar het sloot wel goed aan bij Hitlers wens dat Duitsland zelf in alles moest kunnen voorzien.

Conclusie

Hitler bewonderde de Amerikaanse vooruitgang op het gebied van techniek. Hij wilde een Duitse versie van de Amerikaanse consumptiemaatschappij creëren en een begin maken met een auto voor de gewone man, de Volkswagen. Het is duidelijk dat Hitler het belang van een sterke economie zag. Het was volgens hem een voorwaarde voor een succesvolle staat. Toch benadrukte Hitler dat economie het niet zo belangrijk was als politieke en militaire macht:

Je mehr aber ein Volk sich zu dem Glauben bekennt, daß es durch wirtschaftsfriedliche Betätigung allein sein Leben erhalten könne, um so

65 Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen, 15. Februar 1936, Speech Internationale

Automobil- und Motorradausstellung Berlin, 577.

(30)

mehr wird gerade seine Wirtschaft selbst dem Zusammenbruch ausgeliefert. Denn endgültig ist die Wirtschaft als eine rein sekundäre Angelegenheit im Völkerleben gebunden an die primäre Existenz eines kraftvollen Staates. Vor dem Pflug hat das Schwert zu stehen und vor der Wirtschaft eine Armee.67

In het volgende hoofdstuk worden Hitlers opvattingen over cultuur geanalyseerd. In hoeverre verschilde de Duitse Kultur van de Amerikaanse cultuur? Een onderdeel dat al in enige mate in dit hoofdstuk is besproken, de massaconsumptie, komt terug in het hoofdstuk over cultuur. Een consumptiemaatschappij zoals in Amerika was volgens Hitler ook voor het Duitse Volk weggelegd, maar dan wel op zijn voorwaarden en volgens zijn ideologie vormgegeven.

(31)

4 Cultuur: Unkultur in een lege consumptiemaatschappij

Inleiding

Cultuur was net als macht en economie een onmisbaar onderdeel van de nationaalsocialistische samenleving. Volgens Hitler leed de volledige Duitse samenleving aan degeneratie en deze ontwikkeling was ook op het gebied van kunst en cultuur werkzaam. In dit hoofdstuk wordt geanalyseerd waarom cultuur voor Hitler zo belangrijk was en hoe hij stond tegenover de Amerikaanse cultuur die volgens veel Europeanen werd gekenmerkt door de hoog ontwikkelde consumptiemaatschappij. Dat deze maatschappijvorm ook naar Europa zou komen, was onontkoombaar, maar dan wel graag in een aangepaste vorm. Ten opzichte van de Amerikaanse cultuur zag Hitler namelijk zowel positieve als negatieve invloeden die niet allemaal toepasbaar waren op de Duitse samenleving.

Hitler rangschikte zelfs cultuur op een hiërarchische manier. Het Duitse Volk kenmerkte zich door Kultur en stond in de hiërarchie bovenaan. Veel volken waren volgens Hitler wel geciviliseerd, maar dit betekende tegenover Kultur weinig positiefs. Een voorbeeld waren de Fransen, die zouden wel beleefd zijn, maar niet beschaafd. Hitler gaf de tegenstelling tussen Kultur en Zivilisation als volgt aan:

“Denn man kann nicht Kultur, die ein allgemeiner Lebensausdruck eines bestimmten Volkes ist, irgendeinem anderen Volk mit ganz anderen seelischen Voraussetzungen vermitteln. Dies ginge höchstens mit einer sogenannten internationalen Zivilisation, die, sich aber zur Kultur verhält wie eine Jazzmusik zu einer Beethovenschen Symphonie.”68

In dit hoofdstuk zal als eerste de houding van Hitler ten opzichte van kunst en cultuur geanalyseerd worden. Er wordt uitgelegd waarom ook cultuur aan degeneratie onderhevig was en wat voor maatregelen Hitler hiertegen wilde nemen. Vervolgens worden specifieke onderdelen van de Amerikaanse cultuur besproken en hoe Hitler hier tegenover stond. Wat zag hij als nuttige invloeden op het Duitse rijk en wat beschouwde hij als Unkultur? Uiteindelijk komt de Amerikaanse consumptiemaatschappij aan bod,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

4 † Uit de uitleg moet blijken dat als gevolg van de overgang van een communistisch naar een kapitalistisch systeem veel (verouderde) industriële vestigingen zijn

Zuid-Amerikaanse landen waaruit blijkt dat de mogelijkheden om tot verdere ontwikkeling te komen gunstig zijn;.  vanuit nog een andere dimensie een belemmering voor deze verdere

Daar moet de pers zich mee bezighouden, en niet alleen maar de emotionele kant van de zaak belichten. We hebben het hier verdorie toch niet

We moeten geïnformeerd zijn zodat we mensen kunnen helpen waarvan we weten dat zij door deze dingen in verwarring zijn gebracht. God kan ons praktische dingen tonen die we

Negentig jaar na da- tum boeit de Eerste Wereldoorlog nog steeds het grote publiek.. Het lijkt wel of het verdwijnen van de laatste ooggetuigen de overtui- ging opzweept dat

Het meeste beeldmateriaal zou van het Gouvernements Filmbedrijf komen, maar voor deze functioneerde waren er al beelden van onder meer het Rode Kruis.. Deze waren half

Als belangrijkste argument werd door de Hoover Commissie aangevoerd dat het Congres dan in staat zou zijn jaarlijks de uitgaven te beoordelen en te autoriseren,

Zo wordt door haar de verklaring van een onafhankelijke accountant gedefiniëerd als een document, waarin hij in het kort aard en omvang van zijn onderzoek