• No results found

Het sanctiedilemma tussen Rusland en de EU : een spel-theoretische benadering : Een economisch rationele verklaring voor de huidige sancties tussen Rusland en de Europese Unie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het sanctiedilemma tussen Rusland en de EU : een spel-theoretische benadering : Een economisch rationele verklaring voor de huidige sancties tussen Rusland en de Europese Unie"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het sanctiedilemma tussen Rusland en de EU:

een spel-theoretische benadering.

Een economisch rationele verklaring voor de huidige sancties tussen Rusland en de Europese Unie.

Jessica Havlínová 10248412

Universiteit van Amsterdam Bachelor scriptie

Economie en Bedrijfskunde 5 november 2015

(2)

Abstract

De handelsoorlog tussen Rusland en de Europese Unie heeft geleid tot een verhoogde interesse in economische sancties. Door het zelfbeschadigende karakter van sancties lijkt deze keuze in eerste instantie irrationeel en is men geneigd te denken dat ze slechts ingevoerd zijn vanwege politieke ofwel ethische redenen. Dit onderzoek toont echter door middel van een spel-theoretisch model aan dat, wanneer reputatiekosten worden meegerekend, het invoeren van de sancties wel degelijk een economisch rationele keuze is geweest. Dit wordt gedaan met behulp van drie simultane spellen, waarbij de landen de keuze hebben om wel of geen sancties in te voeren. Het eerste spel toont aan wat er gebeurt als alleen het zelfbeschadigende aspect wordt

meegerekend. Het tweede spel rekent alleen de reputatiekosten mee. Deze worden vervolgens gecombineerd tot het derde spel, waarbij twee Nash-Evenwichten

ontstaan. Hieruit valt te concluderen dat zowel de huidige situatie, als de voormalige situatie rationeel te verklaren zijn. Tot slot wordt er aangetoond dat wanneer de verwachte opbrengsten per actie worden uitgerekend, het afhangt van de kans die een land toeschrijft aan de keuzes van de ander, voor welk Nash-Evenwicht de landen zullen kiezen.

(3)

 

Inhoudsopgave

1. Inleiding 4

2. Theoretisch Kader 7

2.1 Economische sancties in het algemeen 7

2.1.1 Wat houden economische sancties in? 7 2.1.2 De soorten sancties en de kosten die daaraan verbonden zijn 7

2.1.3 De morele opbrengsten van economische sancties 8

2.1.4 De effectiviteit van economische sancties 9 2.2 De huidige situatie tussen de EU en Rusland 10

2.2.1 De economische sancties van de EU tegen Rusland 10

2.2.2 De tegensancties van Rusland tegen de EU 12 2.3 De rationaliteit van economische sancties en de reputatiekosten 14

3. Spel theoretisch model 18 3.1 Model met het zelfbeschadigende karakter van sancties 21 3.2 Model met reputatiekosten van sancties 23 3.3 Model met zowel zelfbeschadigende karakter als reputatiekosten 25 4. Verschuiving van het Nash-Evenwicht 28

5. Conclusie 32 Bibliografie 35          

(4)

1. Inleiding

“Het begint er op te lijken dat er een 21e-eeuwse versie van de Koude Oorlog aan het ontstaan is”, merkt Dirksen op in zijn artikel over de handelsoorlog tussen Rusland en het Westen die al zeker anderhalf jaar bezig is (2015, p. 24). Op 22 juni 2015 besluit de Europese Unie namelijk de sancties tegen Rusland te verlengen met een half jaar, omdat Rusland haar beleid omtrent Oekraïne nog steeds niet heeft aangepast (Bonjer, 2015, juni). Het militair binnenvallen van de Krim door Rusland, hetgeen zich in het voorjaar van 2014 voordeed om –naar eigen zeggen- de etnische Russen en het personeel van de marinebasis in Sebastopol te beschermen, werd door het Westen niet getolereerd (Dool & Kampen, 2014). Het zou de vrede en veiligheid in Europa bedreigen en om die reden voerde de EU op 17 maart 2014 29 economische sancties in tegen Rusland, die vervolgens in de maanden daarop verder werden uitgebreid (Boon, 2014). Als reactie hierop besloot Rusland in de zomer van 2014 ook sancties tegen de EU in te voeren (Ukraine Crisis: Timeline, 2014). Deze opeenvolging van gebeurtenissen mondden uit in een handelsoorlog, welke momenteel nog steeds voortduurt.

Economische sancties kwamen al voor in de Griekse Oudheid. Het idee dat economische sancties als alternatieven voor militaire oorlog kunnen dienen is echter een ontwikkeling van de afgelopen eeuw (Hufbauer & Oegg, 2007, p. 509). De Koude Oorlog, waarin militaire actie vermoedelijk zelfs had kunnen leiden tot een nucleair conflict, is hier een duidelijk voorbeeld van (Hufbauer, Schott, Elliott & Oegg, 2007, p. 52). Zoals behandeld in mijn eerdere essay over dit onderwerp (Havlínová, 2015), worden economische sancties door landen of internationale organisaties gebruikt om politieke doelstellingen te realiseren en kunnen ze om die reden gebruikt worden in plaats van, maar ook als complement bij een oorlog (Hufbauer & Oegg, 2007, p. 509). Uit de bestaande literatuur over dit onderwerp wordt duidelijk dat men het niet eens wordt over welke van deze twee alternatieven effectiever en efficiënter is. In eerste instantie is men geneigd te denken dat het gebruik van economische sancties een humanere methode is dan militair ingrijpen, maar ook dit humane karakter van de sancties is door vele schrijvers in twijfel getrokken (Hufbauer et al., 2007; Kirshner, 2007; Torbat, 2005). Zo lijken economische sancties in de praktijk vaak de kwetsbare groepen in de samenleving te raken en is het daarom betwistbaar of ‘straffen’ met

(5)

economische sancties de gewenste en meest morele oplossing is voor een politiek conflict (Havlínová, 2015). Desalniettemin worden economische sancties in de laatste eeuw steeds vaker gebruikt om politieke doeleinden te behalen, waardoor het van belang is om de definitie, de werking en de implicaties van economische sancties nader te onderzoeken.

De huidige situatie tussen de EU en Rusland toont aan dat de sancties grote gevolgen hebben voor de economieën van beide landen (voor het gemak wordt in dit onderzoek gesproken over landen, ondanks dat de EU geen land is). De financiële sancties van de EU, waarmee het kapitaalverkeer naar Rusland wordt beperkt, en de handelssancties van Rusland, waarbij de Europese agrarische import wordt geband, brengen hoge kosten met zich mee voor beide partijen. De omvang van deze kosten worden nog duidelijker wanneer er gekeken wordt naar de onderlinge afhankelijkheid van de landen voorafgaand aan de handelsoorlog. Zo was de EU, met ongeveer 75 procent, de grootste directe buitenlandse investeerder in Rusland. Bovendien was de EU veruit de grootste handelspartner van Rusland. Andersom was Rusland de op twee na grootste handelspartner van de EU en daarnaast was de EU voor een groot gedeelte afhankelijk van gas uit Rusland (The European Commision, 2015).

Deze wederzijdse economische belangen die spelen in de relatie tussen de EU en Rusland wekken de indruk dat het invoeren van de sancties, vanuit economisch perspectief, niet rationeel te onderbouwen is en dat deze keuze slechts gebaseerd is op politieke overtuigingen. Deze scriptie zal onderzoeken of dit daadwerkelijk het geval is en gaat daarom in op de vraag of het mogelijk is om de huidige situatie, waarin de EU en Rusland verkeren, rationeel te verklaren.

Dit wordt onderzocht met behulp van een spel-theoretisch model dat aan de hand van verschillende voorkeuren van de landen voor bepaalde situaties, de effecten op het BBP weergeeft bij elke combinatie van acties in een resultatenmatrix. Uit dit onderzoek zal blijken dat wanneer slechts het zelfbeschadigende karakter van economische sancties wordt meegerekend het inderdaad niet mogelijk is om de huidige situatie rationeel te verklaren. Wanneer er echter rekening gehouden wordt met de reputatie van beide spelers en er sprake is van reputatiekosten wanneer een van de twee sancties opgelegd krijgt maar zelf niet uitvoert, wordt dit wel mogelijk. In een dergelijke situatie lijdt het land dat geen economische sancties invoert namelijk

(6)

land om wel sancties in te voeren. Om dit aan te tonen, komen er drie modellen aan bod met telkens andere voorkeuren en als gevolg daarvan verschillende Nash-Evenwichten. In het eerste model wordt de situatie voorafgaand aan de economische sancties rationeel verklaard, waarbij het zelfbeschadigende aspect van economische sancties centraal staat. Het tweede model toont het belang aan van reputatiekosten om de situatie, waarin beide landen sancties invoeren tegen elkaar, rationeel te kunnen verklaren. Beide modellen worden naderhand gecombineerd tot het derde model. Het zal dan duidelijk worden dat het met toevoeging van zowel de reputatiekosten als het zelfbeschadigende karakter, mogelijk is om het spel zodanig te definiëren dat er een model ontstaat waarbij er twee evenwichten zijn, namelijk één waarbij geen van de landen ervoor kiest om sancties in te voeren, maar ook één waarbij beide landen kiezen om wel sancties in te voeren. Daarna zal er met behulp van theorie gekeken worden naar de wijze waarop de verplaatsing van het ene evenwicht naar het andere heeft kunnen plaatsvinden. De opbouw van dit onderzoek wordt hieronder nader toegelicht.

In de hierop volgende paragraaf wordt eerst de nodige theoretische achtergrond van het onderzoek belicht. Hierbij wordt de bestaande literatuur over economische sancties in het algemeen geanalyseerd, gevolgd door een bestudering van de huidige situatie tussen Rusland en de EU. Ook worden de begrippen ‘reputatiekosten’ en ‘zelfbeschadigend karakter’ toegelicht, die in de paragraven daarna van groot belang zullen zijn bij het rationeel verklaren van de economische sancties. De derde paragraaf legt het model voor in de vorm van een simultaan spel. Zoals eerder genoemd zullen er drie modellen aan bod komen, waarbij de voorkeuren voor bepaalde situaties boven anderen per model verschillen, zodat de Nash-evenwichten telkens bij een andere combinatie van acties liggen. In de vierde paragraaf wordt gebruik gemaakt van een aantal theorieën over spellen met meerdere Nash-evenwichten, om aan te tonen hoe het mogelijk is dat de landen van het ene evenwicht in het andere terecht zijn gekomen. Ten slotte wordt er in de laatste paragraaf een conclusie getrokken uit de bevindingen en worden kort de beperkingen van het model bediscussieerd.

(7)

2. Theoretisch Kader

2.1 Economische sancties in het algemeen

Om te beginnen is het noodzakelijk om het concept van economische sancties tot op zekere hoogte te analyseren. Aan de hand van bestaande literatuur zal toegelicht worden wat economische sancties inhouden, welke soorten sancties er zijn en de kosten die daaraan verbonden zijn. Daarnaast zal er geanalyseerd worden met welke reden ze ingevoerd worden, oftewel wat men ermee hoopt te bereiken en of ze al dan niet effectief zijn.

2.1.1 Wat houden economische sancties in?

De overheid van een land kan besluiten om economische sancties in te stellen tegen een ander land, wanneer zij het niet eens is met diens beleid. Het land dat de sancties invoert of ermee dreigt, vanaf nu de ‘zender’ genoemd, hoopt hiermee zodanig de economische situatie in het ontvangende land, de ‘ontvanger’, te ontwrichten dat zij toegeven aan de vraag van de zender en besluiten hun beleid te veranderen. In het verleden werden economische sancties meestal als complement bij een militaire oorlog gebruikt, maar tegenwoordig worden ze steeds vaker zelfstandig ingevoerd (Hufbauer & Oegg, 2007, p. 509). Het gebruik van economische sancties als alternatief voor oorlog lijkt in eerste instantie een humanere methode om een bepaald doeleinde mee te bereiken. Er is echter veel discussie gaande of dit daadwerkelijk het geval is, aangezien vele onderzoekers beargumenteren dat de zwakste groeperingen uit de samenleving vaak het hardst geraakt worden (Hufbauer et al., 2007; Kirshner, 2007; Torbat, 2005). Kirshner wijst erop dat sancties vooral gericht moeten worden op het centrale beleid van de ontvanger en de machtige groeperingen, vaak grote bedrijven, die dit beleid in stand houden (2007, p. 42). Hij noemt dit de kerngroepen.

2.1.2 De soorten sancties en de kosten die daaraan verbonden zijn

Welke groepen in de samenleving geraakt worden en welke kosten zij dragen, hangt af van het soort sanctie dat ingevoerd wordt. Daarom is het essentieel om deze

(8)

waarvan er drie relevant zijn voor dit onderzoek: handelssancties, financiële sancties en het bevriezen van tegoeden (2007, p. 36). Deze laatste wordt vaak ook gecategoriseerd als financiële sanctie en dit onderzoek zal daarom, na een korte uitleg van beiden, hiervoor de verzamelnaam ‘financiële sancties’ aanhouden.

Handelssancties zijn onder te verdelen in importsancties, waarbij de zender weigert te importeren uit de ontvanger en exportsancties, waarbij de zender weigert te exporteren naar de ontvanger (Kirshner, 2007, p. 36). De kosten van deze sancties worden voornamelijk gedragen door kleine ondernemers en ze raken daarom vooral de kleinere groeperingen in de maatschappij van de ontvanger (Hufbauer et al., 2007, p. 60). Naast deze kosten voor de ontvanger, brengen de sancties ook kosten met zich mee voor de zender, aangezien zij bij dit type sanctie op zoek moet naar een vervangend land om naar te exporteren of uit te importeren.

Financiële sancties duiden op het weigeren te lenen aan of investeren in de ontvanger. Bij het bevriezen van tegoeden worden bepaalde personen en/of organisaties vanuit de ontvanger toegang geweigerd tot hun eigen kapitaal die zij in het zenderland ondergebracht hadden voorafgaand aan de sancties. Bij financiële sancties liggen de kosten voor de ontvanger voornamelijk bij grote organisaties en banken, oftewel Kirshners (2007) kerngroepen, die afhankelijk zijn van extern kapitaal. Zij moeten dan op zoek gaan naar vervangende financiële markten, hetgeen gepaard gaat met kosten (Rostra Economica, 2014). Bij financiële sancties zijn eveneens kosten verbonden voor de zender, welke, volgens Hufbauer et al., voornamelijk op de lange termijn zichtbaar zullen zijn, aangezien de zender zijn eigen financiële systeem als onbetrouwbaar afschildert voor de buitenwereld (2007, pp. 108-109). Hieruit wordt duidelijk dat economische sancties niet alleen maar gepaard gaan met kosten voor de ontvanger, maar ook voor de zender.

2.1.3 De morele opbrengsten van economische sancties

Ondanks het feit dat economische sancties aan twee kanten snijden, wordt er wel degelijk gebruik van gemaakt. De reden hiervoor blijkt in de meeste gevallen van morele ofwel psychologische aard te zijn, aldus Hufbauer et al (2007, p. 6). Ook bij de huidige sancties van de EU tegen Rusland blijkt dit het geval te zijn. Wanneer deze morele factor de reden is tot het invoeren van sancties, beschouwt de zender het beleid van de ontvanger als onethisch en hoopt door middel van sancties de

(9)

‘ontvanger’ te dwingen om dat beleid te veranderen. In een zodanige situatie betekent dit dat er geen directe financiële opbrengsten gerelateerd zijn aan het behalen van de doelstelling voor de zender, waardoor ook het eigen BBP er zeer waarschijnlijk op achteruit gaat. Dit is van groot belang voor dit onderzoek, aangezien dit het idee wekt dat sancties zelfbeschadigend zijn en daarom, economisch gezien, geen rationele keuze kunnen zijn. Later in dit hoofdstuk wordt dit nader toegelicht.

2.1.4 De effectiviteit van economische sancties

Tot slot is er een doorlopende discussie in de bestaande literatuur over de effectiviteit van sancties. Sommigen beweren dat het aan de interpretatie ligt van succes. Zo benoemen Hufbauer & Oegg (2007, p. 512) dat een uitkomst ook als succesvol ervaren kan worden wanneer de sancties een signaal hebben afgegeven naar andere landen om de acties van de ontvanger niet te volgen, alleen is dit nauwelijks meetbaar. Een andere interpretatie van succes komt van Torbat (2005), die in zijn onderzoek naar de economische sancties van de VS tegen Irak, benadrukt dat de sancties al als effectief beschouwd kunnen worden wanneer de sancties veel economische schade hebben aangericht bij de ontvanger. Terwijl het ook mogelijk is de sancties pas succesvol te beschouwen wanneer het politieke doeleinde daadwerkelijk bereikt is.

Naast de verschillen in interpretatie van succes, zijn er ook verschillende meningen over waar succes afhankelijk van is. Eaton & Engers (1990, pp. 29-30) beweren dat de effectiviteit van sancties afhankelijk is van de graad van inschikkelijkheid van de ontvanger en dat dit weer afhangt van de kosten die beide landen oplopen. Verder is het succes ook afhankelijk van welke groepering in de maatschappij van de ontvanger de kosten draagt. Zoals eerder benoemd zijn de sancties namelijk effectiever wanneer zij de kerngroepen raken (Kirshner, 2007, p. 42). Daarnaast is de effectiviteit natuurlijk afhankelijk van hoe gemakkelijk de ontvanger vervanging kan vinden voor de tekortkomingen die ontstaan zijn door de sancties. Hufbauer en Oegg stellen dat dit mede door de globalisering steeds gemakkelijker wordt (2007, p. 514). Ook benadrukken zij dat des te groter de wederzijdse afhankelijkheid, des te hoger de kosten zullen zijn voor de ontvanger. Deze afhankelijk heeft echter hetzelfde effect op de kosten van de zender, waardoor in deze gevallen de zender sneller afziet van het invoeren van sancties (2007, p. 515).

(10)

In het boek Economic Sanctions Reconsidered (2007), dat centraal staat in de bestaande discussie over economische sancties, tonen Hufbauer et al. door middel van empirisch onderzoek aan dat de succes-ratio van economische sancties tussen 1900-1990 slechts 34% was. Andere onderzoeken, zoals die van Pape (1997), komen zelfs met nog lagere cijfers. Deze onderzoeken worden echter door Drezner (2003) bekritiseerd. Hij beargumenteert dat ook de dreiging van economische sancties voldoende kan zijn en dat deze gevallen, waarbij er gedreigd werd maar de sancties niet daadwerkelijk ingevoerd zijn, niet of nauwelijks in de dataset voorkomen van bestaande onderzoeken en er daarom sprake is van selectie-bias. Er zal in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk dieper ingegaan worden op Drezners onderzoek.

2.2 De huidige situatie tussen de EU en Rusland

Nu de economische sancties in het algemeen behandeld zijn, is het van belang de economische sancties tussen de EU en Rusland toe te lichten. Gegeven de actuele aard van dit onderwerp is er nog niet veel diepgaand onderzoek verricht. Desondanks wordt hieronder een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving gegeven van de huidige situatie. Daarbij worden eerst de economische sancties van de EU behandeld en daarna de tegensancties van Rusland.

2.2.1 De economische sancties van de EU tegen Rusland

In het voorjaar van 2014 begon Rusland zich steeds meer te bemoeien met het Krimgebied in Oekraïne, hetgeen door het Westen ten zeerste werd afgekeurd (The Council of the European Union, 2014, maart). Toen vervolgens in maart dat jaar deze bemoeienis van Rusland resulteerde in een illegale annexatie van het Krimgebied, besloot het Westen economische sancties in te voeren tegen Rusland. Obama benoemde in zijn speech waarin hij de economische sancties verkondigde, als reden dat ‘Rusland de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne niet respecteerde en dat de internationale gemeenschap dit niet zou tolereren’ (Obama, 2014). Het Westen, waaronder de EU, stelden dan ook op 17 maart 2014 de eerste ronde van economische sancties in en deze werden zowel in april als juli nog verder uitgebreid (Myers & Baker, 2014, maart). Dirksen benoemt dat er sindsdien een groeiend aantal personen en instanties uit Rusland is wiens tegoeden zijn bevroren en die een inreisverbod opgelegd hebben gekregen. Bovendien zijn de investeringen in Rusland

(11)

door de Europese Investeringsbank en de Oost-Europa Bank stop gezet, en zijn de Russische banken, welke voor meer dan vijftig procent in het bezit van Rusland zijn, de toegang tot de Europese en Amerikaanse kapitaalmarkt geweigerd. Naast deze financiële sancties is er ook een exportverbod op wapens en energietechnologie naar Rusland en het Krimgebied (Dirksen, 2015, p. 21).

Niet geheel onbelangrijk is het feit dat rond dezelfde tijd de olieprijs drastisch daalde. Hierdoor waren de effecten van de sancties en de effecten van de dalende olieprijs moeilijk van elkaar te onderscheiden (Dirksen, 2015, p. 22). Later in 2014 begon ook de koers van de Roebel sterk te dalen, hetgeen ook de nodige gevolgen had op de Russische economie (Dirksen, 2015, p. 22). Figuur 1 hieronder toont deze daling van de olieprijs en de koers van de Roebel. Deze externe effecten hebben wellicht bijgedragen bij de effectiviteit van de sancties. Volgens Dekker is de effectiviteit van economische sancties namelijk afhankelijk van een tijdselement, waarmee bedoeld wordt dat economische sancties op het juiste moment ingevoerd moeten worden, namelijk wanneer het regime van de ontvanger instabiel is. Dit wordt echter weer tegengesproken door een aantal actuele opiniepeilingen waar Dirksen naar refereert, die aantonen dat de populariteit van Poetin’s regime alleen maar lijkt te groeien (2015, p. 24).

Figuur 1. De daling van de olieprijzen (links) en de val van de Roebel (rechts) in 2014.

(12)

In april dit jaar benoemde Medvedev, de Russische premier, in een speech dat ‘de sancties in Rusland voor een aanzienlijke kapitaaluitstroom hebben gezorgd, waarvan de kosten rond de 25 miljard euro lagen voor 2014’ (Bonjer, 2015, april). Hij schatte nog hogere kosten voor het jaar 2015, namelijk rond de 80 miljard. Dit heeft grote gevolgen voor het BBP van Rusland, dat volgens de Centrale Bank gedaald was met twee procent en de daling van het daaropvolgende jaar geschat werd op het dubbele (Bonjer, 2015, april). Ook de inflatie was gestegen tot ongeveer zeventien procent (Kottasova, 2015).

Naast de kosten voor Rusland, brengen de sancties ook kosten met zich mee voor de EU zelf, aangezien het investeringsklimaat van de EU in gevaar komt (Dirksen, 2015, p. 24). De kapitaalrestrictie heeft tot gevolg dat de Europese financiële markten grote bedrijven kwijt raken en dit zal, volgens een artikel in de Rostra Economica (2014), vooral op de lange termijn voelbaar zijn. Bedrijven zijn namelijk altijd op zoek naar de goedkoopste vorm van financiering en met de sancties maakt de EU het eigen kapitaal risicovoller en daarmee duurder. Dit betekent dat niet alleen Russische bedrijven, maar ook andere buitenlandse bedrijven op zoek zullen gaan naar alternatieve manieren van financiering in de toekomst (Rostra Economica, 2014, pp. 13-14). Hieruit wordt duidelijk dat de sancties een zelfbeschadigend karakter hebben.

2.2.2 De tegensancties van Rusland tegen de EU

Als reactie op de financiële sancties, besloot Putin op 7 augustus 2014 handelssancties in te voeren tegen de EU. ‘Tot het laatste moment hoopten wij dat onze buitenlandse collega’s zouden inzien dat economische sancties tot niks positiefs zullen leiden. Aangezien zij zich dit niet hebben gerealiseerd, zijn wij gedwongen om op de sancties te reageren’, aldus Medvedev, de minister president van Rusland (Walker & Rankin, 2014, augustus). Zij boycotten sindsdien agrarische producten uit de EU. De invoerrestrictie geldt voor groente, fruit, zuivel, vlees en vis (MacFarquhar & Smale, 2014). Figuur 2 toont de verandering in handel tussen Rusland en de EU. Volgens Dirksen bestond de Europese agrarische export naar Rusland in 2013 uit tien procent van de gehele agrarische export. Het ging toen om een bedrag van 11,9 miljard euro (2015, p. 23). De importrestricties zorgden ervoor dat Europese boeren hun prijzen zagen dalen en de Europese Commissie maakte kort na de sancties duidelijk dat de

(13)

EU 125 miljoen aan financiële steun zou bieden (Euractiv,  2014). De WIFO, het Oostenrijkse instituut voor economisch onderzoek, kwam in juli dit jaar met een rapport dat het totaal aan kosten voor de EU, dankzij de importsancties, boven de honderd miljard euro begroot. Verder vrezen zij voor de lange termijn dat er ook nog twee miljoen banen verloren zullen gaan (WIFO, 2015).

Figuur 2. Jaarlijkse verandering in de handel van de EU met Rusland.

*Januari – April. Bron: Quartz. Data: Eurostat.

Daar staat tegenover dat Rusland een vervangende markt moet vinden om de nodige agrarische producten vandaan te halen en daarom hebben ook deze importsancties een zelfbeschadigend aspect. The Moscow Times stelt dat de prijs-kwaliteit verhouding van de producten sinds het invoeren van de sancties aanzienlijk achteruit is gegaan, hetgeen impliceert dat vooral de consumenten hier de kosten van dragen. De importrestricties hebben echter ook een beschermend effect, aangezien er minder concurrentie is voor de Russische bedrijven, waardoor vooral de kleinere Russische ondernemers meer kans maken op de markt, maar deze baten vallen in het niets vergeleken met de kosten voor de consumenten (Sonlin, 2015). Om de kosten van de sancties tegen te gaan, heeft Rusland in oktober 2014 een import-substitutie programma opgesteld. De Russische minister van handel en industrie, Manturov, benoemde in een toespraak dat de kosten van dit programma minstens vijftig miljard dollar zullen bedragen (The Moscow Times, 2015, mei). Samengevat kom het er op neer dat de bestudering van de artikelen over dit onderwerp, aantoont dat de

(14)

economische sancties, mede door hun zelfbeschadigende karakter, hoge kosten met zich meebrengen voor zowel Europa als Rusland.

2.3 De rationaliteit van economische sancties en de reputatiekosten

Eerder werd al genoemd dat sancties in de meeste gevallen geïmplementeerd worden vanwege een conflict tussen twee landen dat gebaseerd is op ethische normen en waarden. Dit heeft tot gevolg dat zelfs als de sancties effectief blijken te zijn, het resultaat geen financiële opbrengsten zal hebben voor de ‘zender’. In de huidige situatie tussen de EU en Rusland is dit ook het geval. De EU besloot tot het invoeren van sancties omdat zij het niet eens was met het militaire ingrijpen van Rusland in Oekraïne. Het buitenlands beleid van de EU is namelijk, naar eigen zeggen, “gericht op het wereldwijd bevorderen van democratie en mensenrechten... en het garanderen van vrede en veiligheid” (Europa Nu, 2015; Charter Fundamental Rights of EU, 2000). De militaire ingreep van Rusland gaat tegen deze kernwaarden in. Uiteindelijk betekent dit dat het doeleinde wat de EU hoopt te bereiken, namelijk dat Rusland zich terugtrekt uit Oekraïne, geen directe financiële baten zal opleveren. In de vorige paragraaf is het echter duidelijk geworden dat er wel degelijk kosten aan het invoeren van de sancties verbonden zijn voor de EU. Hieruit valt dan ook op te maken dat de economische sancties het BBP alleen maar zullen verslechteren, hetgeen betekent dat economische sancties een zelfbeschadigend karakter hebben. Daardoor lijkt het invoeren van economische sancties geen rationele handeling en aangezien rationaliteit één van de belangrijkste aannames is binnen de economie, suggereert het op economisch vlak een onverstandige keuze te zijn. Het volgende hoofdstuk zal echter duidelijk maken dat het ondanks deze redenatie, toch mogelijk is om de situatie waar de EU en Rusland op dit moment in verkeren, als een economisch verstandige, oftewel rationele keuze te zien. Om dit aan te tonen is het belangrijk om de reputatiekosten te analyseren, die bij de interactie tussen twee landen komt kijken.

Hiervoor is het noodzakelijk om het onderzoek van Drezner (2003) nog eens nader toe te lichten. In figuur 3 is het sequentiële model te vinden dat hij gebruikt in zijn onderzoek om het belang van dreigen te benadrukken. Drezner toont namelijk aan dat het ‘dreig-stadium’ een onmisbare fase is bij het analyseren van economische sancties. Wanneer men uitgaat van rationele nutsmaximaliserende spelers, dan zou, aangezien het invoeren van sancties zowel kosten opbrengt voor de zender als de

(15)

ontvanger, het spel bij het dreig-stadium moeten eindigen. Het maken van een concessie voordat de sancties daadwerkelijk geïmplementeerd worden, zorgt dat de ‘deadweight loss’ vermeden wordt voor beide landen (2003, p. 645). Bij dit model zijn volgens Drezner twee evenwichten te vinden, namelijk de situatie waarin de ‘zender’ besluit niet te dreigen met sancties of de situatie waarin de ‘ontvanger’ zich terugtrekt na de dreiging van sancties. Dit zou echter betekenen dat sancties nooit daadwerkelijk geïmplementeerd worden, hetgeen natuurlijk niet het geval is (2003, p. 646).  

Figuur 3. Drezners model (2003, p. 646). Hier staat ‘sender’ gelijk aan zender en ‘target’ gelijk aan

ontvanger.

Volgens Drezner komt het invoeren van economische sancties vooral voor wanneer de spelers de kans op toekomstige conflicten groot achten (2003, p. 647). Dit komt doordat de spelers, met hun blik op de toekomst gericht, bang zijn om hun vermogen tot onderhandelen te verzwakken. Zij willen hun reputatie hooghouden. Drezner is niet de enige die het belang noemt van reputatie binnen het spel van economische sancties. Er zijn meerdere spel-theoretische modellen waarin deze reputatiekosten verwerkt worden te vinden in de bestaande literatuur; zie Krustev (2010) voor een voorbeeld, zij het alleen voor de zender. Volgens Drezner zijn er echter ook reputatiekosten voor de ontvanger. Wanneer de zender besluit om te dreigen met economische sancties, zal de ontvanger uit angst voor zijn reputatie zich niet terugtrekken, waarop de zender vanuit diezelfde angst de sancties ook

(16)

door Kirshner, die stelt dat grote mate van publiciteit kan zorgen dat landen niet snel tot een concessie komen uit angst voor gezichtsverlies (2007, pp. 38-40). Dit verklaart ten dele waarom Rusland en de EU toch in deze situatie verzeild zijn geraakt. Het wordt hieruit namelijk duidelijk dat het deels om een politiek machtsspel gaat, waarbij de EU uit angst om haar onderhandelingspositie te verzwakken in de toekomst, niet slechts gedreigd heeft met economische sancties, maar de sancties ook daadwerkelijk heeft ingevoerd.

Een gemeenschappelijk kenmerk van deze onderzoeken is dat ze allemaal slechts eenzijdige sancties bestuderen en niet dieper in gaan op een situatie waarbij de ontvanger tegensancties invoert. Nikiforakis (2008) doet daarentegen onderzoek naar het zogeheten ‘publieke goed–spel’: een vergelijkbaar spel-theoretisch model waarbij de spelers kunnen kiezen om al dan niet een bijdrage te leveren aan een publiek goed. Vervolgens hebben de spelers de mogelijkheid om de free-riders (de spelers die niet meebetalen aan het publieke goed, maar er wel van profiteren) te straffen. De vergelijking met de interactie van landen en het invoeren van sancties maakt hij zelf ook in zijn artikel. Hij onderzoekt wat het effect is op het spel, wanneer de free-rider wraak neemt door terug te straffen. Hierin wordt aangetoond dat wanneer een zender een tegenreactie verwacht, de kans kleiner wordt dat hij de free-rider zal straffen. Tevens wijst Nikiforakis erop dat wraak nemen een signaal kan afgeven aan de zender dat de ontvanger de represailles niet tolereert, waardoor ook in de toekomst de kans kleiner zal zijn dat de free-rider gestraft wordt (2008, pp. 105-106). Bovendien benoemt hij de mogelijkheid dat de ontvanger een bepaald nut kan behalen door de zender te revancheren.

Wanneer dit onderzoek toegepast wordt op de huidige sancties, dan is het mogelijk om dit nut te vergelijken met reputatie. Wanneer de tegensancties ingevoerd worden als signaal dat de sancties niet getolereerd worden, is er sprake van een vorm van machtsvertoon. Op deze manier houdt de speler zijn reputatie hoog. Wanneer de ontvanger geen tegensancties doorvoert kan dit reputatiekosten opleveren, naast de gebruikelijke kosten van economische sancties. Hufbauer et al. (2007, p. 5) stellen dat de zender van economische sancties in de meeste gevallen groot en machtig is, waarbij zij de VS -die vaak sancties heeft ingevoerd om zijn leiderschap te doen gelden op het wereldtoneel- als voorbeeld geven. Hiermee bevestigen zij dat economische sancties onderdeel kunnen zijn van een machtsspel, waarbij de landen inderdaad rekening moeten houden met hun reputatie.

(17)

In het volgende hoofdstuk wordt duidelijk dat wanneer deze reputatie meegerekend wordt in een statisch model, het wel degelijk mogelijk is om het invoeren van economische sancties rationeel te verklaren.

(18)

3. Spel theoretisch model

Een zeer belangrijk en onvermijdelijk aspect van economische sancties, dat duidelijk is geworden in het onderzoeken van de bestaande literatuur, is dat de sancties niet alleen gepaard gaan met kosten voor de ontvanger, maar ook voor de zender. In eerste instantie lijkt het invoeren van economische sancties daardoor geen rationeel besluit, maar een politieke besluit gebaseerd op normen en waarden. Desondanks zal in dit hoofdstuk getracht worden om de gemaakte beslissingen van de EU en Rusland rationeel te verklaren.

Om de huidige situatie rationeel te kunnen verklaren, komen er drie modellen aan bod, die elk van belang zijn om het geheel duidelijk te representeren. Er wordt gebruik gemaakt van een strategisch simultaan spel als model, omdat dit de interactie tussen de twee spelers overzichtelijk weergeeft. De spelers zijn in dit geval de EU en Rusland. Zij hebben beiden een set van mogelijke acties, namelijk ‘wel sancties invoeren’ of ‘geen sancties invoeren’, aangeduid met (Wel) of (Geen). Daarnaast hebben beide landen voorkeuren: de ene combinatie van acties wordt namelijk geprefereerd boven de andere en dit hangt samen met de opbrengsten in de resultatenmatrix. De opbrengsten hebben slechts een ordinale functie en geven de verandering in BBP aan. Zo geeft -1 dus een daling van het BBP aan en -2 een nog grotere daling, maar het is niet mogelijk om te spreken van een daling van 1 of 2 bepaalde eenheden. De situatie1 waarin beide landen ervoor kiezen om geen sancties in te voeren, wordt de ‘Status Quo' genoemd: de beginsituatie waar Rusland en de EU in verkeerden, voordat de keuze gemaakt moest worden tot het al dan niet implementeren van sancties. Er zal dan ook geen verandering van het BBP zijn en de uitkomst voor beiden is hier daarom 0. In deze situatie is er sprake van samenwerking en onderlinge handel tussen beide entiteiten.

      

(19)

Al deze informatie wordt als volgt in het model weergegeven en vervolgens in een resultatenmatrix gerepresenteerd:

Spelers De Europese Unie en Rusland.

Acties Elke spelers’ mogelijke acties zijn {Wel, Geen}. Voorkeuren ?

Figuur 4. Voorbeeldmodel toont de veranderingen in BBP voor de EU en Rusland in elke situatie.

Deze resultatenmatrix moet als volgt worden gelezen: de twee rijen corresponderen met de mogelijke acties van de EU en de twee kolommen corresponderen met de mogelijke acties van Rusland. In de vier cellen zijn de effecten, van de combinaties van acties, op het BBP te vinden, waarbij telkens het eerste getal bij de EU hoort en het tweede getal bij Rusland.

In dit model liggen de spelers en hun mogelijke acties vast, terwijl de voorkeuren vooralsnog onduidelijk zijn. De veranderingen van het BBP en deze voorkeuren houden onderling verband met elkaar. Wanneer deze voorkeuren bepaald zijn en aan de hand daarvan getallen zijn ingevuld in de matrix, wordt het mogelijk om het Nash-Evenwicht van het model te bepalen. Een Nash-Evenwicht is een combinatie van acties, waarbij geen van beide spelers zijn of haar opbrengsten kan verhogen door af te wijken, gegeven dat de andere speler bij zijn of haar huidige actie blijft (Osborne, 2000, p. 20). In de volgende paragraven worden drie modellen besproken, met elk verschillende voorkeuren. Het eerste model toont aan met welke voorkeuren het evenwicht bij (Geen, Geen) ligt. Het tweede model toont daarentegen aan met welke voorkeuren het mogelijk is om de situatie (Wel, Wel) als evenwicht te

(20)

tweede model juist het zelfbeschadigende karakter van sancties is weggelaten. Deze eerste twee modellen hebben daarom beperkingen. Desondanks zijn ze van groot belang, aangezien zij aantonen dat het zonder deze eigenschappen van economische sancties niet mogelijk is om zowel de huidige als de voormalige situatie tussen Rusland en de EU rationeel te verklaren. Bij het laatste model zijn de voorgaande modellen gecombineerd en zijn zowel de reputatiekosten als het zelfbeschadigende karakter meegerekend en zijn de voorkeuren daardoor zodanig gekozen dat er twee Nash-evenwichten te vinden zijn, namelijk zowel bij (Geen, Geen) als bij (Wel, Wel).

De beschrijving van de economische sancties tussen Rusland en de EU in het vorige hoofdstuk heeft duidelijk gemaakt dat de huidige situatie een opeenvolging van acties is geweest. De EU heeft namelijk in maart de keuze gemaakt om economische sancties in te voeren. Pas in augustus heeft Rusland hierop gereageerd door handelssancties in te voeren. Het is daarom van belang om te realiseren dat de huidige situatie tussen de EU en Rusland niet geheel naar werkelijkheid wordt weergegeven met een simultaan model. In de realiteit bevonden Rusland en de EU zich eerst in de situatie waarbij zij normaal handel dreven. Daarna maakte Rusland de keuze om Oekraïne binnen te vallen, waarop de EU reageerde met economische sancties. Vervolgens reageerde Rusland daar weer op door zelf ook sancties in te voeren. Dit onderzoek heeft er echter voor gekozen om het spel weer te geven als een simultaan model in plaats van een sequentieel model, hetgeen betekent dat de spelers tegelijkertijd beslissen om al dan niet sancties in te voeren. Deze keuze is gemaakt om het geheel te vereenvoudigen en daarmee de interactie overzichtelijker te maken.

(21)

3.1 Model met het zelfbeschadigende karakter van sancties

Spelers De Europese Unie en Rusland.

Acties Elke spelers’ mogelijke acties zijn {Wel, Geen}. Voorkeuren De EU prefereert de mogelijke situaties als volgt:

(Geen, Geen) > (Wel, Geen) = (Geen, Wel) > (Wel, Wel). Rusland prefereert de mogelijke situaties als volgt: (Geen, Geen) > (Wel, Geen) = (Geen, Wel) > (Wel, Wel).

De veranderingen in BBP moeten in dit geval aan de volgende voorwaarden voldoen:

(Geen, Geen) > (Wel, Geen) = (Geen, Wel) > (Wel, Wel). (Geen, Geen) > (Wel, Geen) = (Geen, Wel) > (Wel, Wel).

We weten al dat (Geen, Geen) = (Geen, Geen) = 0, aangezien dit de Status Quo is. Bij de onderstaande resultatenmatrix zijn getallen ingevuld, waarvoor de bovenstaande voorkeuren gelden.

Figuur 5. Model met zelfbeschadigend karakter van sancties, waarbij het Nash-Evenwicht (0, 0) is.

In dit model ligt het Nash Evenwicht bij (Geen, Geen): wanneer beide landen kiezen voor (Geen), is het niet mogelijk om beter af te zijn door af te wijken. Dit model verklaart daarom dat het rationeel is voor Rusland en de EU om samen te werken, normaal handel te drijven en geen sancties in te stellen. Aangezien handel drijven hier een evenwichtssituatie is, ondersteunt dit model de veronderstelling dat wanneer beide spelers rationele wezens zijn, zij geen sancties zullen invoeren. Met dit model is daarom de situatie voorafgaand aan de inval in Oekraïne rationeel te verklaren.

(22)

Aangezien sancties altijd kosten met zich mee brengen en daarmee een zelfbeschadigend karakter hebben, is het aannemelijk dat het BBP alleen maar kan verslechteren bij het invoeren van sancties. De resultatenmatrix geeft dit weer door de resultaten in de situatie (Geen, Geen) gelijk te stellen aan 0 en de resultaten behorende bij alle overige situaties negatief te maken. Daarnaast is het ook waarschijnlijk dat, aangezien sancties zowel kosten voor de zender als de ontvanger met zich meebrengen, de combinatie van acties (Wel, Wel), waarbij beide landen zowel de kosten dragen van het implementeren van sancties als de kosten dragen van opgelegde sancties, de slechtst mogelijke situatie is om in te verkeren. Er wordt in dit model aangenomen dat het invoeren van sancties het BBP even sterk doet dalen als het opgelegd krijgen van sancties. Dit wordt namelijk beiden aangegeven met -1, waardoor zowel sancties opgelegd krijgen als invoeren de som van die twee is, namelijk -2.

Kortom, ondanks dat dit model niet de huidige situatie tussen Rusland en de EU verklaart, is het van groot belang geweest om het sanctie-spel beter te begrijpen. Met dit model, dat het zelfbeschadigende karakter van sancties weergeeft, is het mogelijk om de voormalige situatie tussen Rusland en de EU, waarin zij beiden geen sancties tegen elkaar hadden ingevoerd, te verklaren. Het lijkt echter niet aannemelijk dat de resultaten voor beide landen gelijk zijn wanneer zij (Wel, Geen) of (Geen, Wel) spelen, hetgeen zou betekenen dat de kosten voor de ontvanger even groot zijn als de kosten voor de zender. Ondanks deze beperkingen, is dit model een goede aanvulling op het model uit de volgende paragraaf, doordat het aantoont wat er gebeurt wanneer het zelfbeschadigende karakter van sancties wordt meegerekend en de reputatiekosten worden weggelaten.

(23)

3.2 Model met reputatiekosten van sancties

Spelers De Europese Unie en Rusland.

Acties Elke spelers’ mogelijke acties zijn {Wel, Geen}.

Voorkeuren De EU prefereert de mogelijke combinaties van acties als volgt: (Wel, Geen) > (Geen, Geen) > (Wel, Wel) > (Geen, Wel).

Rusland prefereert de mogelijke combinaties van acties als volgt: (Geen, Wel) > (Geen, Geen) > (Wel, Wel) > (Wel, Geen).

Om dit als geheel in een resultatenmatrix weer te geven, moeten de veranderingen in BBP van elke mogelijke combinatie van acties voldoen aan de volgende

voorwaarden:

(Wel, Geen) > (Geen, Geen) > (Wel, Wel) > (Geen, Wel). (Geen, Wel) > (Geen, Geen) > (Wel, Wel) > (Wel, Geen). Aangezien we wederom vanuit de Status Quo beredeneren, waarvan de resultaten gelijk gesteld zijn aan 0, kunnen we de volgende resultatenmatrix opzetten:

Figuur 6. Model met reputatiekosten, waarbij het Nash-Evenwicht (-1, -1) is.

Met deze voorkeuren en resultaten heeft dit model dezelfde structuur als een van de bekendste simultane spellen, namelijk het zogeheten ‘Prisoners Dilemma’. Het Nash Evenwicht is hier (Wel, Wel): Wanneer Rusland kiest voor (Wel), is het strategisch gezien optimaal voor de EU om ook (Wel) te kiezen en andersom geldt dit ook. Bij dit model is het dus een evenwichtsuitkomst om beiden sancties in te stellen. Dit verklaart dan ook ten dele de situatie tussen Rusland en de EU. Hiermee is namelijk rationeel te verklaren dat de landen vandaag de dag in een handelsoorlog

(24)

onduidelijk is dat, wanneer het Nash-Evenwicht bij beiden sancties instellen ligt, de landen voorafgaand aan de inval in Oekraïne niet kozen voor het invoeren van sancties.

Het is nu van belang om met behulp van de bestaande literatuur, te beoordelen of deze voorkeuren denkbaar zijn in de huidige situatie. In de Status Quo spelen de EU en Rusland allebei (Geen), waarbij het BBP niet verandert en daarom zijn de opbrengsten 0 voor beide spelers. Aangezien de besproken literatuur in het vorige hoofdstuk duidelijk aangaf dat er kosten verbonden zitten aan het invoeren van economische sancties, is het inderdaad waarschijnlijk dat de situatie waarin (Wel, Wel) wordt gespeeld, het BBP doet dalen in vergelijking met de Status Quo. Deze daling is in de resultatenmatrix aangegeven met -1. Daarnaast is het ook aannemelijk dat de situatie waarin een speler zelf geen sancties invoert, maar wel opgelegd krijgt, meer kosten oplevert dan de situatie waarin zij beiden sancties invoeren. Dit is in de tabel vertaald met -2. Dat deze daling van het BBP groter is, komt namelijk door de eerder besproken reputatiekosten, die in deze situatie aanwezig zijn. Het is echter niet waarschijnlijk dat wanneer een land sancties invoert, het BBP van dat land zal stijgen vergeleken met de Status Quo, hetgeen in de tabel is aangegeven met +1. Het vorige hoofdstuk heeft namelijk aangetoond dat er geen directe financiële baten gerelateerd zijn aan het invoeren van economische sancties en dat ze zelfbeschadigend van aard zijn.

Ook al heeft het besproken model zijn beperkingen – zo verklaart het niet waarom landen normaliter geen sancties tegen elkaar invoeren, en is het daarnaast niet mogelijk om een verhoging van het BBP te onderbouwen met bestaande literatuur – is het desondanks essentieel geweest dit model hier te behandelen, aangezien het aantoont wat er gebeurt wanneer het zelfbeschadigend karakter van sancties niet wordt meegenomen. Bovendien demonstreert dit model op welke manier de reputatiekosten meegerekend dienen te worden. Het is zodoende nodig een combinatie van de twee modellen te vinden, waarin zowel het zelfbeschadigende aspect als de reputatiekosten van sancties worden meegerekend, zodat zowel de huidige situatie als de voormalige situatie rationeel te verklaren zijn. In de volgende paragraaf worden deze twee structuren gecombineerd en zal blijken dat het in dat geval inderdaad mogelijk is om beide situaties te verklaren.

(25)

3.3 Model met zowel zelfbeschadigende karakter als reputatiekosten

Spelers De Europese Unie en Rusland.

Acties Elke spelers’ mogelijke acties zijn {Wel, Geen}.

Voorkeuren De EU prefereert de mogelijke situaties als volgt: (Geen, Geen) > (Wel, Geen) > (Wel, Wel) > (Geen, Wel).

Rusland prefereert de mogelijke situaties als volgt: (Geen, Geen) > (Geen, Wel) > (Wel, Wel) > (Wel, Geen).

Om deze voorkeuren weer te geven in een tabel, moeten de veranderingen in BBP voldoen aan de volgende voorwaarden:

(Geen, Geen) > (Wel, Geen) > (Wel, Wel) > (Geen, Wel). (Geen, Geen) > (Geen, Wel) > (Wel, Wel) > (Wel, Geen).

Vervolgens is het mogelijk om de volgende resultatenmatrix op te zetten, er wederom van uitgaande dat er vanuit de Status Quo beredeneerd wordt:

Figuur 7. Model met zowel reputatiekosten als het zelfbeschadigende karakter van sancties, waarbij er

twee Nashevenwichten zijn, namelijk (0,0) en (-3,-3).

In bovenstaand model zijn reputatiekosten verwerkt om beter de werkelijkheid weer te geven. Door deze reputatiekosten staat de situatie waarbij een land zelf geen sancties invoert, maar wel opgelegd krijgt, onderaan de voorkeuren. Er wordt hierbij dus aangenomen dat een land gezichtsverlies lijdt, wanneer zij sancties opgelegd krijgt maar zelf niet uitvoert. Bovendien bouwt dit laatste model verder op de eerste twee modellen van dit hoofdstuk en bestaat uit een combinatie van deze twee structuren, waardoor de beperkingen van die twee modellen vervallen. Zodoende

(26)

zijn dan voor de zender, aangezien uit de bestaande literatuur naar voren komt dat dit waarschijnlijker is dan dat deze kosten even groot zijn. Daarnaast wordt hier verondersteld dat de sancties zelfbeschadigend zijn en het invoeren van sancties daarom in geen enkele situatie het BBP kan bevorderen.

Vanwege het belang van dit model, is het verstandig om hier enigszins dieper op in te gaan door per situatie te veranderingen in BBP te bespreken. Zoals eerder benoemd, beginnen de landen in de situatie waarin zij samenwerken, de Status Quo, die gelijk gesteld is aan 0 voor beide landen. Vervolgens toont dit model aan dat sancties invoeren tegen de ander kosten met zich meebrengt, waardoor het BBP daalt. Dit wordt in de tabel aangegeven met -1. Sancties opgelegd krijgen door de ander, zorgen voor hogere kosten, waardoor het BBP ook sterker daalt. Deze daling wordt in getallen vertaald met -2. Hierdoor is de uitkomst van de situatie waarin beiden sancties tegen elkaar invoeren -3, namelijk de som van zowel de kosten voor het invoeren (-1) als de kosten voor het opgelegd krijgen van sancties (-2). Tot slot houdt dit model, zoals hierboven benoemd, rekening met reputatiekosten. Deze zijn van toepassing wanneer een land sancties opgelegd krijgt, maar zelf niet invoert. Door deze kosten daalt het BBP verder naar beneden. In dit model is ervoor gekozen om dat effect gelijk te stellen aan de kosten voor de ontvanger, namelijk -2. Het zou ook mogelijk zijn om deze reputatiekosten gelijk te stellen aan de kosten voor de zender, namelijk -1, aangezien dit geen effect heeft op het Nash-Evenwicht. In de situatie waarbij een land alleen sancties opgelegd krijgt maar zelf niet invoert, daalt het BBP daarom zowel door de ontvangerskosten als door de reputatiekosten. Dit is samen opgeteld een resultaat van -4.

Bij dit model zijn er twee Nash-evenwichten, namelijk de situatie (Geen, Geen) en de situatie (Wel, Wel). Wanneer de landen verkeren in de evenwichtsuitkomst (Wel, Wel), is het niet mogelijk voor een van de spelers om beter af te zijn door een andere actie te kiezen, gegeven dat de ander niet afwijkt. Wanneer de landen zich in de evenwichtsuitkomst (Geen, Geen) bevinden, geldt dit ook. Hieruit blijkt dat in dit model zowel de situatie waarin de spelers samenwerken als de situatie waarin beide landen sancties invoeren tegen elkaar, rationeel te verklaren is. Het is nu mogelijk om als volgt te beredeneren: in eerste instantie zaten de EU en Rusland in de evenwichtssituatie, waarbij geen sprake was van sancties. Momenteel zitten Rusland en de EU echter in de evenwichtssituatie waarbij beiden wel sancties ingevoerd hebben. Beide situaties zijn rationeel. Deze verandering is blijkbaar teweeg

(27)

gebracht doordat Rusland Oekraïne is binnengevallen. In het volgende hoofdstuk wordt deze verschuiving van het ene evenwicht naar het andere, nader toegelicht aan de hand van een aantal theorieën omtrent meerde Nash-Evenwichten.

(28)

4. Verschuiving van het Nash-Evenwicht

Het vorige hoofdstuk heeft aangetoond dat het met behulp van een statisch model, dat rekening houdt met de reputatiekosten en het zelfbeschadigende karakter van sancties, mogelijk is om zowel de huidige situatie als de voormalige situatie tussen Rusland en de EU rationeel te verklaren. In dat model waren er namelijk twee Nash-Evenwichten te vinden: één bij de situatie waarbij beide landen wel sancties invoeren en één bij de situatie waarbij beide landen geen sancties invoeren. Met behulp van dit model is te veronderstellen dat de EU en Rusland voorafgaand aan de Russische inval in Oekraïne, in het evenwicht zaten waarbij ze beiden geen sancties hadden ingesteld. Momenteel zitten ze echter in het andere evenwicht, hetgeen betekent dat er een verschuiving van het ene evenwicht naar het andere heeft plaatsgevonden. In dit hoofdstuk wordt er gekeken hoe deze verschuiving heeft kunnen plaatsvinden en wat er voor heeft gezorgd dat deze landen beiden besloten om wel sancties in te gaan voeren.

Hiervoor is het noodzakelijk om enkele theorieën over meerdere Nash-Evenwichten toe te passen op het huidige model. Harsanyi en Selten komen in 1988 met een theorie waarin zij benoemen dat het van belang is om te kijken of de

evenwichten “opbrengsten-dominant” en “risico-dominant” zijn. Dit zou namelijk effect kunnen hebben op de keuze die de spelers maken. Een Nash-Evenwicht is opbrengsten-dominant als dit evenwicht Pareto-optimaal is en er geen ander

evenwicht te vinden is waarbij de spelers beter af zouden zijn. Een Nash-Evenwicht is risico-dominant als dit evenwicht het minst riskant is. Wanneer deze theorie wordt toegepast op het model in dit onderzoek, is het duidelijk dat het Nash-Evenwicht (Geen, Geen) voor beide spelers hogere resultaten brengt. Dit betekent dat dit evenwicht opbrengsten-dominant is. Om die reden zou men geneigd zijn te denken dat de landen voor dit evenwicht zullen kiezen. Daar staat echter tegenover dat (Geen) spelen riskanter is voor de landen. Als een van de landen (Geen) speelt, zonder te weten wat de ander kiest, loopt dit land het risico op een grotere daling van het BBP. Dit risico is er niet bij het Nash-Evenwicht (Wel, Wel), hetgeen betekent dat wanneer de landen niet op de hoogte zijn van de strategie van de ander, dit evenwicht risico-dominant kan zijn. Dit hangt af van de kans die een land toeschrijft aan de keuzes van de ander.

(29)

Daarom is het belangrijk de verwachte opbrengsten voor beide acties van de landen te berekenen (Möbius, 2007). Aangezien het model symmetrisch is, maakt het niet uit voor welk land dit gedaan wordt; de uitkomst zal voor beide landen exact hetzelfde zijn. Hieronder is er daarom willekeurig voor gekozen om de verwachte opbrengsten per mogelijke actie voor Rusland te berekenen. De verwachte

opbrengsten van Rusland hangen zoals eerder benoemd af van de kans dat de EU (Wel) speelt; hier geformuleerd als . Hieruit volgt dat de kans dat de EU (Geen) speelt is.

Als eerste worden de verwachte veranderingen van het BBP voor Rusland berekend wanneer zij (Wel) speelt:

.

Als tweede worden de verwachte veranderingen van het BBP voor Rusland berekend wanneer zij (Geen) speelt:

.

Door beide functies aan elkaar gelijk te stellen, wordt het duidelijk bij welke de landen een even grote verandering in BBP verwachten voor beide acties:

.

Dit betekent dat de verwachte opbrengsten van wel of geen sancties invoeren gelijk zijn wanneer Rusland de kans 50% acht dat de EU sancties zal invoeren. In dit geval zal Rusland indifferent zijn tussen (Wel) en (Geen). Hieruit valt af te leiden dat wanneer de kans groter is dan 50%, het Nash-Evenwicht (Wel, Wel) risico-dominant is. Wanneer de kans kleiner is dan 50% is dit niet het geval. Beide gevallen worden hieronder besproken.

(30)

• . In dit geval is de kans relatief klein dat het andere land sancties invoert, waardoor het minder riskant is om zelf (Geen) te kiezen. Als beide landen op deze manier beredeneren, zullen ze in het Nash-Evenwicht (Geen, Geen) terechtkomen.

• . In dit geval is de kans relatief ‘groot’ dat het andere land sancties invoert, waardoor het riskant is om zelf (Geen) te kiezen en het voordeliger is om wel sancties in te voeren. De landen zullen nu in het evenwicht (Wel, Wel) terechtkomen.

Het is nu echter nog onduidelijk in hoeverre de landen deze kans kunnen inschatten. Wanneer de landen geen enkele kennis hebben van de strategie van de ander (in dit geval geldt: ), moet er volgens de theorie van Schelling (1960) naar de focale punten gekeken worden (Osborne, 2004, p. 30). Deze theorie, waarbij er wordt aangenomen dat spelers niet met elkaar kunnen communiceren en daardoor niet op de hoogte zijn van elkaars acties, gaat er van uit dat de spelers zullen kiezen voor het Nash-Evenwicht dat deel uitmaakt van een sociale norm, met andere woorden de ‘opvallende’ actie zal het vaakst gespeeld worden (Möbius, 2007). Aangezien internationale handel als de sociale norm gezien kan worden, is het volgens deze theorie waarschijnlijk dat de landen er in dit geval voor zullen kiezen om beiden geen sancties in te voeren en in het evenwicht (Geen, Geen) terecht zullen komen.

Het is daarentegen ook mogelijk dat de spelers wel tot op zekere hoogte met elkaar communiceren. Wanneer dit het geval is, vangen zij bepaalde signalen op van elkaar en maken hieruit op wat de ander haar intentie is. Op grond daarvan wordt er een schatting gemaakt of groter of kleiner is dan 50% en een besluit genomen. Het is bijvoorbeeld mogelijk voor twee spelers om van elkaar te leren, wanneer zij het spel herhaaldelijk spelen, waardoor zij met meer zekerheid kunnen inschatten wat de ander zal kiezen (Möbius, 2007). Als dit toegepast wordt op de situatie tussen Rusland en de EU, wordt er aangenomen dat de landen elke ‘periode’ opnieuw moeten kiezen om al dan niet sancties in te voeren tegen de ander. Doordat zich dit telkens herhaald heeft in de geschiedenis, hebben zij van elkaar geleerd. Zodoende hebben zij de ervaring opgedaan dat economische sancties meestal worden gebruikt wanneer er spanningen zijn tussen landen. Daarom is het mogelijk om te beargumenteren dat de landen de inval van Oekraïne als signaal hebben gezien; de spanningen tussen

(31)

Rusland en de EU liepen op. Dit heeft tot gevolg gehad dat beide landen de kans groter achtten dat de ander (Wel) zou kiezen. Daardoor kwam de bovengenoemde kans boven de 50 procent te liggen ( ) en werd het riskant om (Geen) te spelen. Het Nash-Evenwicht (Wel, Wel) werd daarom risico-dominant, hetgeen tot gevolg had dat de landen verschoven van het evenwicht (Geen, Geen) naar het evenwicht (Wel, Wel).

(32)

5. Conclusie

In deze scriptie is er met behulp van een spel-theoretisch model onderzocht of de economische sancties tussen Rusland en de Europese Unie, die al sinds het voorjaar van 2014 in werking zijn, een economisch rationele keuze zijn geweest. Als eerste is de bestaande literatuur over economische sancties in het algemeen bestudeerd. Hieruit is gebleken dat economische sancties zowel kosten met zich meebrengen voor de ontvanger als voor de zender, waarmee is aangetoond dat economische sancties een zelfbeschadigend karakter hebben. Dit aspect is, na een uitvoerige analyse, ook naar voren gekomen bij de economische sancties tussen Rusland en de EU. Dit suggereert dat, vanuit economisch perspectief, de keuze van beide landen om sancties in te voeren tegen de ander niet rationeel is geweest en de economische sancties slechts vanuit politieke en morele redenen ingevoerd zijn.

Dit onderzoek heeft echter aangetoond dat, wanneer de landen bang zijn om gezichtsverlies te lijden en daarom hun reputatie op het spel staat, de keuze om economische sancties in te voeren wel rationeel is geweest. In het geval dat een land sancties opgelegd krijgt, maar hier niet op reageert door zelf tegensancties in te voeren, kan dit door de rest van de wereld als ‘zwak’ worden gezien en daarom de reputatie van een land aantasten. Dit heeft wederom gevolgen op de internationale handelspositie van het land. Het is dan ook waarschijnlijk dat een land hier rekening mee houdt in haar kosten-batenanalyse. Kortom, wanneer beide landen vanaf het begin rekening houden met reputatiekosten, is het wel degelijk mogelijk de huidige situatie waar Rusland en de EU in verkeren rationeel te verklaren.

Dit is aangetoond met behulp van drie verschillende simultane spellen, waarbij beide landen de keuze hadden uit twee acties; hetzij wel sancties invoeren, hetzij geen sancties invoeren. Het eerste model heeft aangetoond dat zonder reputatiekosten de combinatie van acties (Geen, Geen) het Nash-Evenwicht is. In het tweede spel is aangetoond dat met behulp van de reputatiekosten het mogelijk is om een Nash-Evenwicht te vinden dat ligt bij de combinatie van acties (Wel, Wel). Het derde model, welke een combinatie van de twee voorgaande spellen is, toont aan dat

wanneer er sprake is van reputatiekosten, maar tevens het zelfbeschadigende karakter van de economische sancties is meegerekend, er twee Nash-Evenwichten ontstaan, waardoor beide situaties (Wel, Wel) en (Geen, Geen) rationele keuzes zijn.

(33)

Vervolgens is er gekeken naar hoe het mogelijk is dat Rusland en de EU zich verschoven hebben van het evenwicht (Geen, Geen) naar het evenwicht (Wel, Wel). Hiervoor zijn verschillende theorieën omtrent meerdere Nash-Evenwichten gebruikt. Er is gebleken dat dit te maken heeft met de kans die de landen aan elkaar

toeschreven dat ze economische sancties zouden invoeren. Er kan geconcludeerd worden dat het binnenvallen van Oekraïne door Rusland, als signaal gezien is voor beide landen. Dit signaal heeft de kans dat de ander sancties invoert verhoogt, waardoor de verwachte opbrengsten van de actie (Wel) groter waren dan die van de actie (Geen), hetgeen tot een verschuiving heeft geleid.

Ten slotte, is het van belang de beperkingen van dit onderzoek te behandelen. In dit model is er sprake van slechts een enkele periode, waardoor de reputatiekosten in dezelfde periode zijn verwerkt als de periode waarin de sancties worden ingevoerd. Het is echter waarschijnlijker dat de reputatiekosten pas op de langere termijn voelbaar zullen zijn. Het is daarom interessant om dit statische model uit te breiden tot een herhaald spel, dat de realiteit wellicht beter representeert. Bovendien kan er in dat geval gekeken worden naar de mogelijkheid om van het spel een trigger-strategie te maken. Bij een trigger-strategie maken de landen bijvoorbeeld de afspraak om beiden geen sancties uit te voeren, tot het moment dat een van de twee landen afwijkt. Wanneer een land afwijkt, kan het in de daaropvolgende periodes gestraft worden. Er zal bij een herhaald spel gekeken moeten worden naar hoe vaak het spel herhaald wordt; oneindig of eindig? Tevens is het in deze situatie noodzakelijk om te analyseren hoe geloofwaardig de afspraken tussen de landen zijn. Daarnaast is het ook mogelijk om het spel te laten beginnen bij de periode waarin Rusland kiest voor het wel of niet binnenvallen van Oekraïne. In dit geval is het mogelijk om Oekraïne ook in de kosten-batenanalyse te verwerken door een bepaalde waarde ofwel nut aan het ‘hebben van het Krimgebied’ toe te kennen.

Verder moet er rekening mee gehouden worden dat dit model slechts tot op zekere hoogte de werkelijkheid reflecteert, aangezien er gebruik gemaakt wordt van een simultaan spel. In de realiteit waren de strategische zetten van de spelers namelijk sequentieel: eerst maakte de EU de keuze tot het invoeren van sancties en daarna pas besloot Rusland om tegensancties in te voeren. Dit onderzoek heeft de eerste stappen gezet om aan te tonen dat het uitvoeren van sancties ook vanuit economisch

(34)

een sequentieel model toegepast is op de huidige situatie tussen Rusland en de Europese Unie. Het is waarschijnlijk dat een sequentieel model dat rekening houdt met reputatiekosten, zal aantonen dat de tweede speler, in dit geval Rusland, altijd de actie van de eerste speler, de EU, zal kopiëren. Het is vervolgens van belang te onderzoeken wat de EU er toe heeft gebracht om in eerste instantie voor economische sancties te kiezen. Vervolgonderzoek zal daarom moeten aantonen of ook bij een sequentieel model er met behulp van achterwaartse inductie een evenwichtsuitkomst mogelijk is bij (Wel, Wel) door rekening te houden met reputatiekosten voor beide landen. Om de situatie echter te versimpelen, is er hier van uit gegaan dat beide landen tegelijkertijd hun actie kozen. Op deze manier is het spel makkelijker weer te geven en te begrijpen. Voor vervolgonderzoek is het daarom interessant om te onderzoeken of het mogelijk is om van dit simultane model een sequentieel model te maken, welke dezelfde conclusies genereert.

(35)

Bibliografie

Bonjer, J. (2015, april 21). Russische economie krimpt met 2%. Het

Financieele Dagblad. Geraadpleegd op 19-10-2015 via http://fd.nl/beurs/1101114/ russische-economie-krimpt-met-2

Bonjer, J. (2015, juni 22). Europa verlengt sancties tegen Rusland. Het Financieele Dagblad. Geraadpleegd op 17-09-2015 via http://fd.nl/economie-politiek/1108574/europa-verlengt-sancties-tegen-rusland

Boon, L. (2014, maart 2). NAVO: Rusland bedreigt vrede en veiligheid Europa. NRC Handelsblad. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://www.nrc.nl/ nieuws/2014/03/02/navo-rusland-bedreigt-vrede-en-veiligheid-europa

Charter of fundamental rights of the European Union. (2000). Official Journal of European Communities. Geraadpleegd op 22-10-2015 via http://www.europarl. europa.eu/charter/pdf/text_en.pdf

Dirksen, E. (2015). Financieel-economische strijd tegen Poetin: Sancties, olie, en de Russische economie. Atlantisch Perspectief nr. 1, pp. 20-24.

Dool, P. & Kampen, A. (2014, maart 1). Russisch parlement unaniem akkoord met ingrijpen op Krim. NRC Handelsblad. Geraadpleegd op 17-09-2015 via

http://www.nrc.nl/nieuws/2014/03/01/poetin-vraagt-parlement-goedkeuring-voor-ingrijpen-in-oekraine/#rel_expand=1

Drezner, D. W. (2003). The hidden hand of economic coercion. International Organization, 57(03), pp. 643-659.

Eaton, J., & Engers, M. (1990). Sanctions (No. w3399). National Bureau of Economic Research.

Europees Beleid. (2015). Europa Nu, bron: Raad van de Europese Unie. Geraadpleegd op 18-10-2015 via http://www.europa-nu.nl/id/vg9piqcfmzzz/ buitenlands_beleid

Harsanyi, J. C. (1995). A new theory of equilibrium selection for games with complete information. Games and Economic Behavior, 8(1), pp. 91-122.

Harsanyi, J. C., & Selten, R. (1988). A general theory of equilibrium selection in games. MIT Press Books, 1.

Havlínová, J. (2015). Est prohibitum habere commercium cum inimico: Trade with the enemy is prohibited. Final Exam Paper of Course Philosophy, Economics and Politics. Charles University Prague, Czech Republic.

(36)

Hufbauer, G., & Oegg, B. (2007). 47 Economic sanctions for foreign policy purposes: a survey of the twentieth century. Handbook on International Trade Policy, pp. 509-519.

Hufbauer, G. C., Schott, J. J., Elliott, K. A., & Oegg, B. (2007). Economic Sanctions Reconsidered. Third Edition. Washington DC: United Book Press.

Import substitution to cost Russia $50 billion. (2015, mei 20). The Moscow Times. Geraadpleegd op 19-10-2015 via www.themoscowtimes.com/business/article/ import-substitution-to-cost-russia-50-billion/521892.html

Karaian, J. (2014, juli 16). Trade between Europe and Russia is dwindling, even without more sanctions. Quartz. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://qz.com/ 235724/trade-between-europe-and-russia-is-dwindling-even-without-more-sanctions/

Kirshner, J. (1997). The microfoundations of economic sanctions. Security Studies, 6(3), pp. 32-64.

Kottasova, I. (2015, april 21). Sanctions will cost Russia more than $100 billion. CNN Money. Geraadpleegd op 19-10-2015 via http://money.cnn.com /2015/04/21/news/economy/russia-ukraine-sanctions-price/

Krustev, V. L. (2010). Strategic demands, credible threats, and economic coercion outcomes. International Studies Quarterly, 54(1), pp. 147-174.

MacFarquhar, N. & Smale, A. (2014, augustus 7). Russia responds to Western sanctions with import bans of its own. The New York Times. Geraadpleegd op 19-10-2015 via http://www.nytimes.com/2014/08/08/world/europe/russia-sanctions.html

Möbius, M. M. (2007, februari 12). Lecture IV: Nash Equilibrium II - Multiple Equilibria. Harvard University. Geraadpleegd op 28-10-2015 via

http://isites.harvard.edu/fs/docs/icb.topic138342.files/lecture42.pdf

Myers, S. L. & Baker, P. (2014, maart 17). Putin Recognizes Crimea

Secession, Defying the West. The New York Times. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://www.nytimes.com/2014/03/18/world/europe/us-imposes-new-sanctions-on-russian-officials.html?hp&_r=0

Nikiforakis, N. (2008). Punishment and counter-punishment in public good games. Journal of Public Economics, 92(1), pp. 91-112.

Obama, B.H. (2014, maart 17). Speech: President Obama announced sanctions aimed at President Vladimir V. Putin’s inner circle. New York Times. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://www.nytimes.com/video/us/politics/100000002772540/us-imposes-new-sanctions-on-russia.html?action=click&contentCollection=us&module =embedded&region=caption&pgtype=article

Osborne, M. J. (2004). An introduction to game theory (Vol. 3, No. 3). New York: Oxford University Press.

(37)

Pape, R. (1997). Why Economic Sanctions Do Not Work. International Security 22(2): pp. 90-136.

Restricting capital markets for Russian companies: effective at the cost of credibility. (2014). Rostra Economica Issue 301: Trade Wars. Geraadpleegd op 30-5-2015 via http://issuu.com/sefa_uva/docs/_rostraeconomica_301_/1.

Russia’s sanctions threaten both EU farmers and policymakers. (2014, augustus 19). Euractiv.com, Reuters. Geraadpleegd op 22-10-2015 via

http://www.euractiv.com/sections/agriculture-food/russias-sanctions-threaten-both-eu-farmers-and-policymakers-307827

Schelling, T. C. (1960). The strategy of conflict. Cambridge, Mass.: Harvard University.

Sonlin, K. (2015, september 1). Russia’s ‘Import Substitution’ is a rip-off. The Moscow Times. Geraadpleegd op 22-10-2015 via http://www.themoscowtimes.com/ opinion/article/russias-import-substitution-is-a-rip-off/529228.html

The Council of the European Union. (2014, maart 17). Council Decisions: concerning restrictive measures in respect of actions undermining or threatening the territorial integrity, sovereignty and independence of Ukraine. Official Journal of the European Union. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://eur-lex.europa.eu

/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2014:078:0016:0021:EN:PDF

The European Commission. (2015, oktober 27). Countries and regions: Russia. The official website of the European Commission. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/countries/russia/

The Russian economy: the end of the line. (2014, november 22). The Economist. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://www.economist.com/news

/briefing/21633816-more-decade-oil-income-and-consumer-spending-have-delivered-growth-vladimir-putins.

Torbat, A. E. (2005). Impacts of the US trade and financial sanctions on Iran. The World Economy, 28(3), 407-434.

Ukraine Crisis: Timeline. (2014, november 13). BBC News. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://www.bbc.com/news/world-middle-east-26248275

Walker, S. & Rankin, J. (2014, augustus 7). Western food imports off the menu as Russia hits back over Ukraine sanctions. The Guardian. Geraadpleegd op 12-12-2015 via http://www.theguardian.com/world/2014/aug/07/russia-bans-western-food-imports-retaliation-ukraine-sanctions.

WIFO, Austrian Institute of Economic Research. (2015, juli 3). Disrupted Trade Relations Between the EU and Russia: The Potential Economic Consequences for the EU and Switzerland. Geraadpleegd op 22-10-2015 via http://www.wifo.ac.at

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat e(nddoel, is eenvoudig, wereldrevolutie. Want, evenals Amerika, is Sowjet-Rusland idealistisch. Doch, evenals het Amerikaanse, is zijn idealisme van slecht

Dat vraagstuk moet dus even opzij worden geschoven om tijd te maken voor andere vraagstukken die onder de oppervlakte aanwezig zijn en die zorgen voor de actuele eisen van Rusland.

Het boek is beslist niet voor de specialist geschreven, maar voor iedereen die is geïnteresseerd in de achtergronden van een land dat je kunt afschrijven als een rommelig restant

Daarnaast deden zich in meerdere steden van Rusland flatbombardementen voor, die door Poetin werden toegeschreven aan Tsjetsjeense rebellen, iets wat door veel verslaggevers

- De Russische standaarden op de internationale normen afstemmen, om de bedrijfsactiviteiten van de industriesector effectief en conform te maken. - De

- Sommige producenten overschatten hun financiële en organisatorische capaciteiten, alsmede de vraag naar hun producten op de markt. - Een tekort aan ervaring op het

Voor de relatie tussen het bondgenootschap en Rusland kan het gevolg zijn dat de NAVO de Russische intenties weliswaar als defensief interpreteert, maar dat ze Rusland fundamen-

Men koos daarop voor een oude identiteit van het land, die niet ver- bonden was met Rusland en de Russische overheersing, maar met de periode ervóór, toen Wit-Rusland een