Jaarrekening 2009
van de
Koninklijke Nederlandse Akademie
van Wetenschappen
KNAW
te
Amsterdam
Inhoudsopgave Jaarrekening 2009
1. Algemene toelichting op de jaarrekening 2009 2. Balans per 31 december 2009
3. Exploitatierekening 2009 4. Kasstroomoverzicht 2009
5. Algemene toelichting – grondslagen
6. Toelichting op de balans per 31 december 2009 7. Niet uit de balans blijkende verplichtingen 8. Toelichting op de exploitatierekening 2009 9. Overzicht belangrijke samenwerkingsverbanden 10. Accountantsverklaring
11. Bijlagen bij de jaarrekening 2009 1. Organisatieonderdelen 2. Fondsen specificatie
3. Overzicht contractprojecten / orderportefeuille naar instituut 4. Specificatie projecten met specifieke OCW–subsidies
5. Specificatie projecten met subsidies van de Europese Unie 6. Specificatie projecten met subsidies van NWO
7. Specificatie overige projecten
8. Overzicht baten uit bedrijfsvoering voor het jaar 2009 per organisatieonderdeel 9. Specificatie bijdragen van het Ministerie van OCW 2009
1. Algemene toelichting op de jaarrekening 2009
1.1. Algemeen
De jaarrekening van de KNAW is samengesteld uit de financiële jaaroverzichten van de institu-ten van de KNAW inclusief die van het Bureau KNAW en de concernbudgetinstitu-ten; tevens zijn via consolidatie opgenomen de jaarrekeningen van onder andere de private wetenschappelijke fondsen en stichtingen waarvan de administraties separaat worden gevoerd (zie voor de specificatie bijlage 1).
Separaat verschijnt het jaarverslag 2009 van de KNAW waarin de ontwikkelingen in het kader van de uitoefening van de doelstelling worden geschetst; het betreft dan uiteraard het
Genootschap alsook de instituten van de KNAW.
In de algemene toelichting ligt het accent op de toelichting op het exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering. Koersen de hoofdstukken 6 en 8 op de specifieke onderdelen van resp. de balans en de exploitatierekening, in dit hoofdstuk gaat het er om hoe de organisatie KNAW financieel heeft gedraaid in 2009. Wij kiezen in de volgende paragraaf 1.2. daarbij voor drie verschillende manieren van analyseren van het exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering: • Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering als verschil tussen baten en lasten (1.2.1.) • Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering per onderdeel van de organisatie (1.2.2.)
• Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering verdeeld over de vermogensbestanddelen (1.2.3.)
1.2. Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering
In september 2009 heeft het Dagelijks Bestuur de Bijgestelde begroting 2009 vastgesteld; deze vervangt de in december 2008 in het kader van de Meerjarenbegroting 2009-2012 opgestelde begroting 2009. De analyses van het werkelijke exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 2009 zijn gebaseerd op de afwijkingen ten opzichte van de Bijgestelde begroting 2009. Vervolgens zal nog kort worden ingegaan op de aansluiting tussen de bijgestelde en de oorspronkelijke
begroting 2009 (zie hierna onder 1.2.4.).
1.2.1. Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering: verbijzondering naar baten en lasten Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 2009 bedragen in € x 1.000
begroot realisatie verschil
Baten 146.313 144.968 -1.345
Lasten -146.199 -141.967 4.232
Financiële baten en lasten 1.135 1.356 221
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 1.248 4.357 3.109
Het exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 2009 bedraagt k€ 4.357; gelet op het begrote resultaat van k€ 1.248 een verbetering van k€ 3.109. Hieronder worden de belangrijkste effecten samengevat.
Baten
Het totaal van de baten is k€ 1.345 lager dan begroot. Dit houdt met name verband met: • de opbrengst werk voor derden
• de
(contractprojecten) is circa k€ 2.000 lager dan begroot, wat vooral veroorzaakt is door lagere opbrengsten uit OCW-projecten.
overige bijdragen en subsidies zijn ruim k€ 1.200 lager uitgekomen, onder meer door lagere bijdragen vanuit NWO en overige instellingen.
• de overige baten zijn circa k€ 1.400 hoger uitgekomen, dit is verdeeld over diverse posten. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de eerste twee posten tevens leiden tot mindere lasten (zie hierna) en dat de post ‘overige baten’ als een netto resultaatbijdrage kan worden gezien.
Lasten
De lasten zijn k€ 4.232 lager dan begroot; de belangrijkste oorzaken hiervan zijn: • de toekenningen aan derden
• de
zijn ruim k€ 4.300 lager dan begroot, wat met name
betrekking heeft op subsidies (circa k€ 2.600) en bijdragen onderzoeken (ruim k€ 900). afschrijvingslasten
• de
zijn significant lager (circa k€ 1.000) dan begroot; dit is met name toe te schrijven aan de veranderde restwaardeberekeningsmethode.
overige materiële lasten zijn circa k€ 800 hoger dan begroot, wat een saldo is van verschillen op diverse posten.
Financiële baten en lasten
Ten slotte zijn de financiële baten (rente-inkomsten) en lasten k€ 221 positiever uitgevallen dan begroot, met name doordat de rentebaten hoger zijn uitgekomen dan in de bijgestelde begroting werd voorzien. Dit valt toe te schrijven aan een hogere liquiditeitspositie dan verwacht.
1.2.2. Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering per onderdeel van de organisatie
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 2009 bedragen in € x 1.000 Onderdeel van de organisatie begroot realisatie verschil
Instituten van de KNAW -1.304 -1.007 297
Concern/Holding KNAW 2.176 3.391 1.215
Bureau KNAW -2 879 881
Externe Programma's 379 1.094 715
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 1.248 4.357 3.109
Instituten van de KNAW
Op het geheel van de instituten is per saldo een resultaatverbetering van circa k€ 300 ten opzichte van de begroting gerealiseerd; bij individuele instituten zijn de verschillen soms groot. De belangrijkste afwijkingen zijn:
• een resultaatverslechtering bij het ICIN van circa k€ 1.800 als gevolg van door de KNAW doorgevoerde bezuinigingsmaatregelen bij het ICIN.
• een resultaatverbetering van circa k€ 800 bij het NIN,met name door een vrijval in eerder op de balans gereserveerde bedragen.
• de overige positieve exploitatieverschillen deden zich vooral voor bij het Rathenau Instituut (k€ 400), het Spinoza Centrum (ruim k€ 200) en het NIDI (circa k€ 200).
Concern/Holding KNAW
De realisatie op het onderdeel Concern/Holding KNAW (dat zijn in feite de centraal beheerde budgetten) is ruim k€ 1.200 positiever dan de begroting; dit heeft de volgende oorzaken: • huisvesting: met ingang van 2009 is de KNAW verplicht rekening te houden met een zekere
restwaarde op gebouwen aan het einde van de afschrijvingsperiode; dit leidt tot aanzienlijk lagere lasten. Verder is aan klein onderhoud circa k€ 200 minder besteed ten opzichte van de begroting.
Bureau KNAW
Door onderbestedingen op de materiële lasten en opbrengsten voorgaande boekjaren is een positief exploitatiesaldo ontstaan.
Externe Programma’s
Binnen de begroting van de Externe Programma’s werden diverse gereserveerde bedragen niet uitgegeven; zo bleef er op het Programma Akademie Hoogleraren k€ 370 over, op prijzen en subsidies k€ 145, op het project ‘study on global water sustainability’ van het IAC k€ 125 en lidmaatschappen organisaties k€ 111.
1.2.3. Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering: het resultaat verdeeld
In onderstaande tabel is het exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering verdeeld over de reserves binnen het eigen vermogen.
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 2009 bedragen in € x 1.000
Categorie reserve begroot realisatie verschil
Algemene reserve (balansmutatie) 0 -5.335 -5.335
Bestemmingsreserves (balansmutatie) 0 5.335 5.335
Algemene reserve (resultaat) -1.326 1.871 3.198
Bestemmingsreserves (resultaat) 2.575 2.485 -89
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 1.248 4.357 3.109
Algemene reserve / bestemmingsreserves (balansmutatie)
De balansmutatie van k€ 5.335 houdt vrijwel volledig verband met de volgende onderdelen: • Er is een bedrag van k€ 3.693 overgeheveld van de algemene reserve naar een nieuw
ingestelde bestemmingsreserve ten behoeve van nieuwe onderzoeksgroepen en investeringen bij het NIN.
• Bij het CBS heeft een mutatie van de algemene reserve naar een nieuw ingestelde bestemmingsreserve ten behoeve van nieuwe onderzoeksgroepen plaatsgevonden; de stand van deze bestemde reserve is ultimo 2009 k€ 1.150.
• Bij het Bureau KNAW is een bedrag van k€ 534 gemuteerd van de algemene reserve naar de bestemmingsreserves.
Algemene reserve (resultaat)
De resultaatverbetering van k€ 3.198 is als volgt opgebouwd:
• Hoofdaandeel in de resultaatverbetering is geboekt bij KNAW Centraal (k€ 2.581); het betreft voornamelijk lagere huisvestingslasten.
• Een per saldo toevoeging aan de algemene reserve bij de instituten van k€ 616.
Bestemmingsreserves (resultaat)
Voor het tijdelijk opvangen van de (majeure) structurele bezuinigingen in 2010 en later is het netto exploitatieresultaat bij het Bureau KNAW van k€ 1.156 gereserveerd voor het instellen van een bestemmingsreserve transitiekosten; deze reservering is k€ 571 hoger uitgekomen dan in de bijgestelde begroting werd geraamd. De overige bestemmingsreserves daalden per saldo met k€ 660 ten opzichte van de bijgestelde begroting.
1.2.4. Aansluiting tussen bijgestelde en oorspronkelijke begroting 2009
Voor het jaar 2009 van de Meerjarenbegroting KNAW 2009-2012 (vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de KNAW op 23 december 2008) werd rekening gehouden met een exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering van -/- k€ 885. Op 21 september 2009 heeft het Dagelijks Bestuur van de KNAW de Bijgestelde begroting 2009 KNAW vastgesteld met een positief exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering van k€ 1.248. In het navolgende vindt een analyse plaats van de resultaatverbetering in de begroting 2009 van k€ 2.133.
Aansluiting begroting 2009 bedragen in € x 1.000
Onderdeel van de organisatie oorspronkelijk bijgesteld verschil
Instituten van de KNAW -875 -1.304 -429
Concern/Holding KNAW 664 2.176 1.511
Bureau KNAW -568 -2 566
Externe Programma's -106 379 485
Totaal resultaat -885 1.248 2.133
Instituten van de KNAW
Het negatieve verschil van k€ 429 is opgebouwd uit diverse voor- en nadelen bij de diverse instituten. Enkele grote afwijkingen betreffen:
• Het resultaat van het Hubrecht Instituut is verlaagd met k€ 1.019; dit is veroorzaakt door een aanzienlijke vermindering van de baten. Daarnaast was meer dan een halvering van de begrote rente-inkomsten voorzien vanwege de sterk gedaalde rentestand; dit heeft geleid tot een negatief effect van ruim k€ 150.
• Het sterk verbeterde exploitatieresultaat bij het NIAS van k€ 468 is met name veroorzaakt door de structurele toekenning van het Ministerie van OCW van k€ 375 voor
vervangingsvergoedingen voor de universiteiten van Nederlandse fellows, zulks met ingang van 2009. De toekenning kon zo snel nog niet tot uitgaven leiden. Verder zijn vooral de uitgaven voor stipendia, met name voor de extern gefinancierde fellowships, en de reis- en verblijfkosten achtergebleven op de begroting.
• Bij het NIN is het meevallende exploitatieresultaat van k€ 311 aan de batenkant onder meer te verklaren door hogere opbrengsten contractprojecten (circa k€ 800),
meeropbrengsten door personele doorbelastingen (ruim k€ 200) en opbrengsten
voorgaande boekjaren (circa k€ 100). Hiertegenover stonden hogere lasten als gevolg van de toename van het projectvolume bij personeel (ruim k€ 400) en overige materiële kosten (ruim k€ 300).
Concern/Holding KNAW
Het positieve verschil van k€ 1.511 bestaat vooral uit de volgende posten:
• De bijdrage uit de niet verdeelde centrale baten (allocatieoverschot) 2009 van k€ 740 voor de exploitatie van de dit jaar aangekochte panden Kloveniersburgwal 23 en 25 heeft in 2009 nog niet tot besteding geleid; de bijdrage is onder meer bedoeld ter dekking van een deel van de afschrijvingslasten in 2010 en verder. Het beschikbaar gestelde bedrag van k€ 740 is toegevoegd aan een nieuw ingestelde bestemmingsreserve.
• In de oorspronkelijke begroting 2009 is een bedrag van k€ 650 beschikbaar gesteld voor het ‘Stimuleringsfonds Geschiedenis, Taal en Cultuur’ waarmee wordt beoogd dynamiek en samenwerking in de sector van geesteswetenschappelijke instituten te bevorderen.
Aangezien er in 2009 geen toewijzingen uit dit fonds hebben plaatsgevonden is het bedrag van k€ 650 toegevoegd aan het exploitatieresultaat en daarmee ten goede gekomen aan de algemene reserve.
Bureau KNAW
Het meevallende exploitatieresultaat is met name ontstaan door lagere lasten voor vast personeel als gevolg van niet ingevulde vacature-uren.
Externe Programma’s
Het voordeel van k€ 485 is met name veroorzaakt door:
• Een uit het allocatieoverschot 2009 beschikbaar gesteld doch niet uitgegeven bedrag van circa k€ 250 ten behoeve van de ondersteuning van wetenschappelijke bijeenkomsten. • Het gedeeltelijk niet realiseren van het budget voor het Programma Akademie Hoogleraren
voor een bedrag van circa k€ 127.
1.3. Ontwikkeling vermogen en liquiditeit
De financiële positie van de KNAW is gezond. Wel is relatief het aandeel van het publieke eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal gedaald: van 34,6% (ultimo 2008) naar 32,7% (ultimo 2009). De relatieve daling is gekoppeld aan de forse stijging van het balanstotaal; dit is met name veroorzaakt door de stijging van de onder het beheer van de KNAW geplaatste fondsen in 2009 met k€ 7.794 en de verdere stijging van de kortlopende schulden en overlopende passiva: van k€ 135.265 (ultimo 2008) naar k€ 152.212 (ultimo 2009). De liquiditeitspositie is relatief gezien eveneens iets teruggelopen, wat blijkt uit de verhouding tussen ‘vorderingen + geldmiddelen’ en ‘kortlopende schulden’; deze verhouding is ultimo 2009 1,49 en was ultimo 2008 1,61.
Het kasstroomoverzicht (zie tabel hoofdstuk 4) geeft de bewegingen weer die de uiteindelijke stand van de liquiditeit hebben bepaald in 2009. Belangrijkste oorzaken van de
liquiditeitsverbetering van k€ 1.709 zijn:
• het positieve exploitatiesaldo 2009 van k€ 12.151; • toename van de vlottende activa k€ 9.794;
• afname door investeringsactiviteiten k€ 27.187; • saldo toename van alle overige effecten k€ 6.951.
1.4. Extern gefinancierde projecten
Binnen de rubriek ‘kortlopende schulden’ (stand ultimo 2009 k€ 152.212) wordt bijgehouden wat de stand is van de ‘nog uit te voeren werkzaamheden voor contractprojecten’. Ultimo 2009 was dit k€ 131.130; dit betekent een stijging van 11% ten opzichte van vorig jaar, ondanks de in 2009 gefinancierde lopende projecten. De stijging is ook een graadmeter voor de waardering van de kwaliteit van de onderzoeksprojecten van instituten van de KNAW. De bijgaande tabel laat het verloop in de tijd zien.
Nog uit te voeren projectwerkzaamheden bedragen in € x 1.000 ultimo bedrag 2003 68.025 2004 78.284 2005 95.083 2006 95.194 2007 97.744 2008 118.066 2009 131.130
1.5. Bestemmingsfondsen
De KNAW beheert een privaat vermogen dat is opgebouwd uit giften, legaten en erfstellingen. Dit vermogen is separaat zichtbaar in de balans onder ‘bestemmingsfondsen’. De doelstellingen van de verschillende wetenschappelijke fondsen worden bewaakt door stichtingsbesturen of commissies van advies, welke worden benoemd door het bestuur van de KNAW.
De uitgaven ten gunste van de doelstellingen van de verschillende fondsen bedroegen in 2009 k€ 254 (2008 k€ 1.202); dit heeft zijn oorzaak in een voor 2009 geldende bestedingsstop in verband met de kredietcrisis. Voor 2010 is de bestedingsstop weer opgeheven.
De resultaten van het vermogensbeheer kwamen netto positief uit op k€ 7.794, terwijl over 2008 nog een negatief resultaat van k€ 4.727 werd geboekt. Ook hier geldt weer de invloed van de kredietcrisis, zowel voor 2008 (negatief) als voor 2009 (het jaar van herstel).
Belangrijk is in 2009 de via de consolidatie ontstane toevoeging van k€ 3.734 met betrekking tot de Stichting tot Ondersteuning van de Hersenbank. Zie hiervoor ook de korte toelichting aan het einde van hoofdstuk 8.
Het saldo van de fondsen ultimo 2009 is vastgesteld op k€ 28.511 (ultimo 2008 k€ 20.717). Een specificatie van de fondsen is opgenomen in bijlage 2.
1.6. Overige belangrijke ontwikkelingen (toekomstparagraaf)
Bij de Miljoenennota 2008 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een korting op de rijksbijdrage voor de KNAW ingezet die in de jaren tot en met 2010 oploopt tot een structureel jaarbedrag van k€ 5.400. De tweede tranche van k€ 1.355 is in 2009 gerealiseerd. Bij de Miljoenennota 2010 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opnieuw een korting op de rijksbijdrage voor de KNAW ingezet die in de jaren 2010 en 2011 oploopt tot een structureel jaarbedrag van k€ 700.
In eerste instantie is er de bestuurlijke afweging waar de bezuinigingen dienen te worden toegepast; deze afweging heeft in het kader van de Meerjarenbegroting KNAW 2010-2013 plaatsgevonden; in tweede instantie (en daar is in 2009 een begin mee gemaakt) gaat het om de realisatie van de bezuinigingen in de werkorganisatie. Bijzondere aandacht vergen het ICIN en het Bureau KNAW.
Op 21 december 2009 is door het Dagelijks Bestuur van de KNAW bij de vaststelling van de Meerjarenbegroting 2010-2013 het overgrote deel van de tot nu toe opgelegde bezuinigingen geaccommodeerd. Tevens zijn in de Meerjarenbegroting KNAW 2010-2013 reserveringen gedaan voor de financiering van plannen voor majeure uitbreidingsinvesteringen in gebouwen voor een totaalbedrag van k€ 32.500; het betreft hier plannen die vooruitlopen op definitieve besluitvorming. Het gaat dan om uitbreiding van het Hubrecht Instituut van k€ 27.000, om het Trippenhuis in combinatie met Kloveniersburgwal 25 van k€ 3.000 en om het IISG van k€2.500. Hieraan gerelateerd wordt in de periode 2010-2013 een stijging geraamd van de
afschrijvingslasten en is een scherpe daling in de liquiditeitspositie voorzien; de afname in de liquiditeiten is tevens een belangrijke reden voor de verwachte daling van de rentebaten. De druk op de organisatie van de KNAW komt met name uit de hoek van de bezuinigingen die de KNAW door OCW zijn opgelegd.
De vergelijking tussen de begrotingscijfers 2010 en de realisatiecijfers 2009 met betrekking tot de exploitatie uit bedrijfsvoering ziet er als volgt uit:
De dekking van het verwachte exploitatietekort uit bedrijfsvoering in 2010 van k€ 4.682 vindt voor een bedrag van k€ 2.202 plaats uit de algemene reserve; dit is volledig toe te schrijven aan de instituten op basis van door de directie KNAW goedgekeurde bestedingsplannen. De
onttrekking uit de bestemmingsreserves van k€ 2.481 vindt zowel plaats bij de instituten als bij KNAW Centraal.
Vergelijking begroting 2010 en realisatie 2009
bedragen x € 1.000 begroting 2010 realisatie 2009 verschil Baten Rijksbijdrage OCW 93.233 97.290 -4.057 Overige baten 45.973 47.678 -1.705 Totaal baten 139.206 144.968 -5.762 Lasten Personele lasten 83.391 82.841 550 Materiële lasten 51.194 51.252 -58 Afschrijvingslasten 9.776 7.873 1.903 Totaal lasten 144.361 141.967 2.394
Saldo baten en lasten -5.155 3.001 -8.156
Financiële baten en lasten 473 1.356 -883
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering -4.682 4.357 -9.039
Bestemming van het exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering
Algemene reserve -2.202 1.871 -4.073
Bestemmingsreserves -2.481 2.485 -4.966
2. Balans per 31 december 2009
Activa bedragen x € 1.000
31-12-2009 31-12-2008
Vaste activa
Materiële vaste activa 69.019 56.155
Financiële vaste activa 28.855 21.273
Collecties p.m. p.m.
Totaal vaste activa 97.874 77.428
Vlottende activa
Voorraden 545 436
Vorderingen en overlopende activa 109.352 102.308
Liquide middelen 117.546 115.836
Totaal vlottende activa 227.443 218.580
Totaal activa 325.317 296.008
Passiva
31-12-2009 31-12-2008
Eigen vermogen / groepsvermogen
Algemene reserve 88.298 91.761
Bestemmingsreserves 18.428 10.608
Subtotaal eigen vermogen / publiek 106.726 102.369
Bestemmingsfondsen 28.511 20.717
Subtotaal eigen vermogen / privaat 28.511 20.717
Totaal eigen vermogen 135.237 123.086
Egalisatierekening Hubrecht Instituut 27.155 25.909
Voorzieningen 10.714 11.748
Kortlopende schulden en overlopende passiva 152.212 135.265
3. Exploitatierekening 2009
bedragen x € 1.000 2009 begroting 2009 2008 Baten
Rijksbijdrage OCW 97.290 96.772 94.140
Overige bijdragen en -subsidies 2.951 4.193 4.263
Opbrengst werk voor derden 34.071 36.051 31.759
Overige baten 10.656 9.296 9.814 Baten bestemmingsfondsen 8.410 595 -3.173 Totaal baten 153.378 146.908 136.803 Lasten Personele lasten 82.841 82.390 74.380 Afschrijvingen 7.873 8.848 8.986 Huisvestingslasten 10.489 10.666 9.659
Overige materiële lasten 26.751 25.962 22.513
Toekenningen aan derden 14.013 18.334 15.661
Lasten bestemmingsfondsen 616 595 1.554
Totaal lasten 142.583 146.794 132.752
Saldo baten en lasten 10.795 113 4.051
Financiële baten en lasten 1.356 1.135 3.726
Exploitatiesaldo 12.151 1.248 7.777
Mutatie van de bestemmingsfondsen -7.794 0 4.727
Exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering 4.357 1.248 12.504
Bestemming van het exploitatieresultaat uit bedrijfsvoering
Algemene reserve 1.871 -1.326 12.262
Bestemde reserves 2.485 2.575 242
4. Kasstroomoverzicht 2009
bedragen x € 1.000
2009 2008
Kasstroom uit operationele activiteiten
Exploitatiesaldo 12.151 7.777
Aanpassingen voor:
- Afschrijvingen 7.873 8.986
- Overige mutaties zonder kasstroom 0 -215
- Mutaties voorzieningen -1.034 -3.772
6.839 4.999
Veranderingen in vlottende middelen
- Voorraden -109 78
- Vorderingen -7.044 6.977
- Schulden 16.947 16.631
9.794 23.686
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 28.784 36.462
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
- Investeringen in materiële vaste activa -20.797 -10.787
- Desinvesteringen in materiële vaste activa 58 1
- Aankoop en verkoop van effecten -7.794 4.727
- Investeringen in deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden 1.346 5.909
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -27.187 -150
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
- Aflossing langlopende schulden 112 50
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 112 50
5.
Algemene toelichting - grondslagen
5.1. Grondslagen van waarderingAlgemeen
De jaarrekening is met ingang van 2009 opgesteld met inachtneming van de inrichtingseisen van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en van de uitgangspunten van de Richtlijnen voor de jaarverslaglegging hoofdstuk 660 Onderwijsinstellingen. Voornoemde uitgangspunten hebben er toe geleid dat op een enkele plaats de historische cijfers anders zijn gerangschikt om deugdelijke vergelijking met het boekjaar 2009 mogelijk te maken.
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaat-bepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op de aanschaffingsprijs verminderd met lineai-re afschrijvingen op basis van de geschatte economische levensduur. Voor de onroelineai-rende goederen is met ingang van 2009 gekozen voor een verandering van restwaardebepaling; de restwaarde wordt nu vastgesteld op 50% van de waarde voor de onroerende zaak belasting (WOZ-waarde).
De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn:
- terreinen nihil
- activa in aanbouw nihil
- casco gebouwen (voorheen 1,67%) 3,33%
- afbouw gebouwen 3,33%
- inbouw gebouw 6,67%
- gebouweninstallaties 6,67%
- vaartuigen 5%
- bedrijfsinstallaties (laboratorium e.d.) 10% - inventaris (bureaus, kasten e.d.) 10% - ICT installaties (netwerk e.d.) 12,5% - inventaris (bureaustoelen e.d.) 20%
- vervoermiddelen 25%
- technische apparatuur 25%
- computerapparatuur 33,33%
Collecties van boeken, tijdschriften en andere informatiedragers alsook biologische collecties worden p.m. gewaardeerd.
Financiële vaste activa
De effecten (beleggingen van de fondsen) worden gewaardeerd tegen de marktwaarde ultimo van het boekjaar.
Leningen worden opgenomen tegen nominale waarde.
Deelnemingen worden opgenomen tegen het aandeel in de netto vermogenswaarde.
Voorraden
Voorraden worden op aanschaffingsprijzen gewaardeerd. Voor incourante voorraden wordt een voorziening getroffen.
Vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen wordt onderscheiden in publiek vermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) en privaat vermogen (bestemmingsfondsen).
Als algemene reserve wordt aangeduid het gedeelte van het eigen vermogen waarover zonder belemmering door wettelijke bepalingen kan worden beschikt voor het doel waarvoor de KNAW is opgericht.
De bestemmingsreserve is het gedeelte van het eigen vermogen waaraan het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid heeft gegeven.
Het bestemmingsfondsen is het gedeelte van het eigen vermogen waaraan door derden een beperkte bestedingsmogelijkheid is gegeven. De fondsen worden opgenomen overeenkomstig de marktwaarde van de onderliggende beleggingen ultimo van het boekjaar (zie financiële vaste
activa).
Egalisatierekening Hubrecht Instituut
Waardering vindt plaats tegen nominale waarde waarbij de rente over de toegekende bedragen rechtstreeks wordt toegerekend aan de egalisatierekening.
Voorzieningen
Een voorziening wordt gevormd voor verplichtingen waarvan het waarschijnlijk is dat zij zullen moeten worden afgewikkeld en waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen.
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, met uitzondering van: de voorziening voor de seniorenregeling die gewaardeerd wordt tegen de contante waarde.
Verantwoording projectgelden
Toegekende projectgelden worden verantwoord op het moment van de officiële toekenning en tegen nominale waarde (zie kortlopende schulden).
De nog te ontvangen projectbedragen worden verantwoord onder de post vorderingen.
De kosten van projecten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, onder gelijktijdige ‘vrijval’ vanuit de kortlopende schulden.
5.2. Grondslagen voor de bepaling van het exploitatiesaldo
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
De baten worden gevormd uit de Rijksbijdrage OCW, overige overheidsbijdragen, baten van fondsen, opbrengsten werk voor derden, financiële baten en overige baten.
Lasten en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht
genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Het exploitatiesaldo uit gewone bedrijfsvoering wordt gedefinieerd als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar met inachtneming van de hiervoor vermelde waarde-ringsgrondslagen.
5.3. Grondslagen voor consolidatie
In de geconsolideerde jaarrekening worden opgenomen de financiële gegevens van de KNAW en haar groepsmaatschappijen per 31 december van het boekjaar.
Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen waarin beslissende zeggen-schap wordt uitgeoefend door de KNAW. Hierbij worden mede in aanmerking genomen de financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uit-geoefend. De groepsmaatschappijen worden geconsolideerd vanaf de datum waarop
beslissende zeggenschap op de groepsmaatschappij is verkregen. De groepsmaatschappijen worden niet meer in de consolidatie opgenomen vanaf de datum waarop geen sprake meer is van beslissende zeggenschap. De posten in de geconsolideerde jaarrekening worden volgens uniforme grondslagen van waardering en resultaatbepaling vastgesteld. Het aandeel van derden in het eigen vermogen en in het resultaat is afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht.
Voorts beheert de KNAW private fondsen die zijn opgebouwd uit giften, legaten en erfstellingen. In de geconsolideerde jaarrekening van de KNAW zijn deze in beheer genomen fondsen sepa-raat opgenomen. De zeggenschap over dit vermogen berust bij de besturen van de afzonderlijke fondsen. De KNAW heeft hierin beslissende zeggenschap.
Voor een overzicht van de organisatieonderdelen, deeluitmakend van de jaarrekening 2009 wordt verwezen naar bijlage 1. Voor een overzicht van de in beheer genomen fondsen van de KNAW wordt verwezen naar bijlage 2.
6
. T
oelichting op de balans per 31 december 2009
Materiële vaste activa bedragen x € 1.000
Andere vaste In uitvoering Omschrijving Gebouwen Inventaris en bedrijfs- en
vooruit-en terreinvooruit-en Apparatuur middelen betaling Totaal
Stand per 1-1-2009 Aanschafwaarde 83.699 70.921 1.795 4.253 160.668 Cumulatieve afschrijvingen -45.201 -57.712 -1.600 0 -104.513 Boekwaarde 1-1-2009 38.498 13.209 195 4.253 56.155 Mutatie aanschafwaarde Investeringen 6.854 6.169 9 7.765 20.797 Desinvesteringen -11 -2.031 -1 0 -2.043 6.842 4.138 8 7.765 18.754 Mutatie afschrijvingen Afschrijvingen -1.925 -5.885 -63 0 -7.873 Desinvesteringen 0 1.983 1 0 1.983 -1.925 -3.903 -62 0 -5.890 Stand per 31-12-2009 Aanschafwaarde 90.541 77.042 1.804 12.018 181.406 Cumulatieve afschrijvingen -47.126 -63.597 -1.663 0 -112.386 Boekwaarde 31-12-2009 43.416 13.445 141 12.018 69.019
Materiële vaste activa
Op de balans wordt de boekwaarde van de materiële vaste activa geregistreerd, zijnde het saldo van aanschafwaarde (investeringen tegen historische prijzen) en de gerealiseerde afschrij-vingen.
De totale investeringen in 2009 bedroegen k€ 20.797; hiervan is k€ 6.854 in gebouwen en
ter-reinen geïnvesteerd, in hoofdzaak op de Kloveniersburgwal 23/25 en bij het instituut NIN. In inventaris, apparatuur en vaar- en voertuigen is k€ 6.178 geïnvesteerd. Verder is er aan diverse
apparatuur en inventaris een investeringswaarde van k€ 2.043 buiten gebruik gesteld of verkocht. Investering in uitvoering betreft voornamelijk nieuwbouw in Wageningen bij het NIOO en het atrium van het Hubrecht Instituut.
Financiële vaste activa bedragen x € 1.000 Boekwaarde Aankoop Verkoop Boekwaarde
1-1-2009 31-12-2009
Deelnemingen 231 0 100 131
Effecten 20.717 21.083 13.289 28.511
Leningen 325 0 112 213
Deelneming Agamyxis BV
De KNAW heeft een belang van 60% in Agamyxis BV; het belang is ontstaan via inbreng en waardering van patenten, ontwikkeld in het Hubrecht Instituut.
Effecten
Het betreft beleggingen in aandelen en vastrentende waarden waaronder ook de banksaldi en deposito’s van de fondsen. De tegenwaarde van de effectenportefeuille betreft de post ‘fondsen’ aan de passiefzijde van de balans; in de ‘fondsen’ zijn de private gelden ondergebracht die door de KNAW worden beheerd. De stijging van de waarde van de effectenportefeuille is veroorzaakt door de gedurende 2009 zich herstellende koersen en dankzij een andere samenstelling van de effectenportefeuille.
De forse stijging in de boekwaarde van de aandelen is, naast de zich herstellende beurskoersen in 2009, veroorzaakt door het omzetten van kasgeld in aandelen gedurende het verslagjaar. De hiermee gepaard gaande verlaging van de liquide middelen positie is een belangrijke verklaring voor de teruggang in de post ‘overige’. De verlaging van de post ‘overige’ is overigens flink gedempt in verband met het meeconsolideren in 2009 van de Stichting tot Ondersteuning van de Hersenbank.
Leningen bedragen x € 1.000
31-12-2009 31-12-2008
Fryske Akademy, Leeuwarden 113 225
International Academy Council, Amsterdam 100 100
Totaal 213 325
Effecten bedragen x € 1.000
Boekwaarde Aankoop Verkoop Boekwaarde
1-1-2009 31-12-2009
Aandelen 3.915 13.967 5.796 12.086
Obligaties 8.766 6.025 5.288 9.503
Overige 8.036 1.091 2.205 6.922
In de hierna volgende tabel worden de leningen nader gespecificeerd. Leningen
bedragen x € 1.000 Leninggegevens
aan vanaf hoofdsom einddatum rente % soort lening
FA 8-7-2005 225 p.m. variabel onderhandse lening
IAC 27-6-2005 250 p.m. variabel onderhandse lening
475
Verloopoverzicht
aan 1-1-2009 opname aflossing 31-12-2009 rente 2009
FA 225 0,0 113 113 1,3
IAC 100 0,0 0 100 0,7
325 0,0 113 213 2,0
Voorraden publicaties
De voorraden publicaties zijn aanwezig bij twee instituten: bij het CBS is de balanswaarde ultimo 2009 k€ 30 (ultimo 2008 k€ 37), bij het KITLV is de balanswaarde ultimo 2009 k€ 107 (ultimo 2008 k€ 73).
Overige voorraden
De overige voorraden betreffen chemicaliën en overige gebruiksgoederen en gebruiksmaterialen. Voorraden bedragen x € 1.000 31-12-2009 31-12-2008 Voorraden publicaties 137 110 Overige voorraden 408 326 Totaal 545 436 Vorderingen bedragen x € 1.000 31-12-2009 31-12-2008 Debiteuren 4.196 4.288 Overige overheden 396 168 Personeel 151 196 Overige 2.589 3.400 Debiteuren 7.332 8.052 Vooruitbetaalde kosten 1.469 1.134 Verstrekte voorschotten 27 17 Overige 100.591 93.134 Overige vorderingen 102.087 94.285 Overlopende activa 0 0
Debiteuren
Op de ‘Debiteuren’ is ultimo 2009 een voorziening van k€ 67 in mindering gebracht voor mogelijke oninbaarheid (ultimo 2008 k€ 29).
Overige
De post ‘overige’ bestaan geheel uit vorderingen inzake onderzoekscontracten. Het bedrag is gerelateerd aan de contractprojecten in portefeuille (zie ook onder kortlopende schulden). Ultimo 2009 was de vordering 76,6% van het bedrag aan contractprojecten in portefeuille; ultimo 2008 was dit nog 78,9% (ultimo 2007: 84,4%).
De nog te ontvangen bijdragen met betrekking tot onderzoekscontracten zijn gerelateerd aan de rubriek ‘contractprojecten’ binnen de ‘kortlopende schulden’ aan de creditzijde van de balans.
De rekening courant wordt sinds de invoering per 1 januari 2003 van het Geïntegreerd Mid-delenbeheer bij het ministerie van Financiën aangehouden. Deelname van de KNAW aan de regeling via het betreffende ministerie is een wettelijke verplichting.
In de liquide middelen zijn de betalingen onderweg opgenomen: ultimo 2009 k€ 4.007 (ultimo 2008 k€ 1.649).
Nog te ontvangen bedragen (onderzoekscontracten) bedragen x € 1.000 31-12-2009 31-12-2008 OCW 385 421 Overige ministeries 6.758 5.480 Europese Unie 8.379 7.919 NWO 11.495 13.273 Andere projectfinanciers 73.574 66.041 Totaal 100.591 93.134
Verloop voorziening wegens oninbaarheid bedragen x € 1.000
2009 2008
Stand per 1-1 -29 -139
Onttrekking 13 116
Dotatie -51 -6
Stand per 31-12 -67 -29
Liquide middelen bedragen x € 1.000
31-12-2009 31-12-2008
Kasmiddelen 31 24
Tegoeden op bank- en girorekening 49.515 68.169 Deposito's Ministerie van Financiën 68.000 47.643
De algemene reserve van de KNAW is met k€ 3.463 licht gedaald van k€ 91.761 naar k€ 88.298. Gezien het belang van de vermogenspositie in relatie tot de huisvestingsfinanciering (en met name dan de nieuwbouwplannen) is deze daling niet verontrustend. Daarbij telt ook het bestedingstempo van de bestemmingsreserves.
Van de bestemmingsreserves volgt hierna een specificatie.
Programma Strategie en Infrastructuur
Voor het Programma Strategie en Infrastructuur (PSI) zijn in de begrotingen 2007 en 2008 middelen gereserveerd van in totaal k€ 5.600 om een inhaalslag van de infrastructuur mogelijk te maken. Van de nu nog resterende reserve van k€ 2.624 is een bedrag van k€ 1.827 nog niet toegewezen.
Science System and Technology Assessment
Ultimo 2009 betreft het hier alleen nog Science System Assessment; het onderdeel Technology Assessment is overgeheveld naar de algemene reserve.
Strategiefondsprojecten
Sinds 2005 functioneert het Strategiefonds als beleidsfonds ten behoeve van de
onderzoeksinstituten. De reserve bedraagt ultimo 2009 k€ 3.326; hiervan is k€ 694 nog niet toegekend.
Externe Programma’s
Binnen de Externe Programma’s zijn diverse bestemmingsreserves gevormd; de totaalstand ultimo 2009 van k€ 1.684 bestaat onder meer uit Programma Akademie Hoogleraren (k€ 856), Adviezen en Verkenningen (k€ 254) en Ondersteuning Wetenschappelijke Bijeenkomsten (OWB) van k€ 200.
Bestemmingsreserves bedragen x € 1.000
31-12-2009 31-12-2008 Programma Strategie en Infrastructuur 2.624 4.505 Science System and Technology Assessment 1.408 2.364
Strategiefondsprojecten 3.326 2.055 Externe Programma's 1.684 1.044 Extra activiteiten CBS 1.150 0 Onderzoeksgroepen/investeringen NIN 3.693 0 Overige posten 4.543 640 Totaal 18.428 10.608
Eigen vermogen / publiek bedragen x € 1.000 Stand per Balans Resultaat Stand per 1-1-2009 mutatie 31-12-2009
Algemene reserve 91.761 -5.335 1.871 88.298
Bestemmingsreserves 10.608 5.335 2.485 18.428
Extra activiteiten CBS
Ten behoeve van nieuw beleid/extra activiteiten bij het CBS heeft een mutatie van de algemene reserve naar een nieuw ingestelde bestemmingsreserve plaatsgevonden; de stand ultimo 2009 is k€ 1.150.
Onderzoeksgroepen/investeringen NIN
Naar aanleiding van de besluitvorming begroting 2010 is een bedrag van k€ 3.693 overgeheveld van de algemene reserve naar een nieuw ingestelde bestemmingsreserve ten behoeve van nieuwe onderzoeksgroepen en investeringen bij het NIN.
Overige posten
Voor het tijdelijk opvangen van (majeure) structurele bezuinigingen in 2010 en later is het centrale allocatieoverschot 2009 en het netto exploitatieresultaat 2009 bij het Bureau gereserveerd door het instellen van een tweetal overeenkomstige bestemmingsreserves ter dekking van transitiekosten; ultimo 2009 bedragen deze k€ 1.692 respectievelijk k€ 1.156. Daarnaast zijn in de overige posten onder meer twee bestemmingsreserves van het NIAS opgenomen, te weten het vervangingsfonds (k€ 573) en het Lorentzfonds (k€ 312).
Eigen vermogen / privaat bedragen x € 1.000 31-12-2009 31-12-2008
Bestemmingsfondsen 28.511 20.717
Totaal 28.511 20.717
De post Bestemmingsfondsen op de balans vertegenwoordigt de geconsolideerde waarde van de private fondsen welke door de KNAW via fondsbesturen worden beheerd. De koerswinst over 2009 en het verwerken in de cijfers 2009 van de Stichting tot Ondersteuning van de Hersenbank heeft een aanzienlijke stijging veroorzaakt. In bijlage 2 is een specificatie opgenomen per fonds, met daarbij de mutaties in 2009. Verder wordt verwezen naar de algemene toelichting in hoofdstuk 1.
De egalisatierekening Hubrecht Instituut is bedoeld voor egalisatie van gelden van het UMC Utrecht voor onderzoeksactiviteiten bij het instituut over de looptijd van de samenwerking tot 2017. De bijdragen van UMC Utrecht en de rente over de egalisatierekening worden jaarlijks rechtstreeks toegevoegd. De jaarlijkse exploitatie van de onderzoeksactiviteiten wordt verrekend met de egalisatierekening. Voor verdere toelichting op de samenwerking wordt verwezen naar het overzicht van belangrijke samenwerkingsverbanden (hoofdstuk 9).
Verloopoverzicht egalisatierekening Hubrecht Instituut bedragen x € 1.000
Stand 1-1-2009 25.909
Bijdrage UMC Utrecht 2009 1.670
Exploitatielasten 2009 -639
Rente 215
27.155 Egalisatierekening Hubrecht Instituut bedragen x € 1.000
31-12-2009 31-12-2008
Stand van de egalisatierekening 27.155 25.909
Voorziening wachtgeld
De gelden dienen ter dekking van ingegane en overeengekomen uitkeringen aan medewerkers en ex-medewerkers conform de regelingen binnen de geldende CAO; het betreft in de meeste gevallen de verplichting van maximaal een jaar. Vaak betreft het personeel dat in tijdelijke dienst aan contractprojecten heeft gewerkt.
Voorziening reorganisaties
Het gaat hier om voorzieningen die noodzakelijkerwijs werden getroffen als gevolg van
reorganisaties. Het betreft hier veelal de geschatte wachtgeldverplichtingen alsmede bedragen voor dekking van herplaatsingkosten. In de hiernavolgende tabel is een specificatie opgenomen voor de betreffende KNAW-onderdelen waar reorganisaties zijn uitgevoerd.
De onttrekkingen hebben betrekking op de uitkering aan personen; bij vrijval / dotaties gaat het om mutaties in de reserveringen voor verplichtingen van de werkgever KNAW.
Reorganisatievoorziening bedragen x € 1.000
stand per
1-1-2009 dotatie vrijval onttrekking stand per 31-12-2009
CBS 189 0 0 20 169 NIN 1.627 0 644 446 537 NIOO 795 307 0 180 922 NIWI 2.116 171 0 414 1.873 Bureau KNAW 30 0 0 12 18 Totaal 4.757 478 644 1.072 3.519
Voorziening WAO / WIA Eigen Risico
De voorziening WAO / WIA Eigen Risico betreft de contante waarde van de lopende verplichtingen aangevuld met de te verwachten kosten uit mogelijke uitbreiding van het bestand WAO-ers / WIA-ers.
Overige personeelsvoorzieningen
De post overige personeelsvoorzieningen heeft betrekking op verplichtingen uit hoofde van ambtsjubilea en de seniorenregeling. De belangrijkste uitgangspunten zijn als volgt:
- De voorziening ambtsjubilea is nominaal bepaald voor alle medewerkers, rekening houdend met vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
- Bij de voorziening seniorenregeling wordt rekening met de opgebouwde rechten van alle medewerkers; er wordt gerekend met indexatie (voor 2009 2,5%) en de voorziening is contant gemaakt tegen 5% rente.
Voorzieningen bedragen x € 1.000
stand per dotaties vrijval onttrek- stand per deel deel 1-1-2009 kingen 31-12-2009 'kort' 'lang'
Wachtgeld 1.513 1.333 294 1.009 1.543 750 793
Reorganisatie 4.757 478 644 1.072 3.519 1.204 2.315
WAO / WIA eigen risico 753 164 0 79 838 180 658
Overige personeelsvoorzieningen 4.725 711 74 547 4.815 470 4.345
Contractprojecten
De rubriek ‘contractprojecten’ binnen de ‘kortlopende schulden’ betreft de financiële waar-dering van de nog uit te voeren werkzaamheden. Voor inzicht in de verdeling over de verschil-lende instituten is een stand van zaken opgenomen in bijlage 3.
Voor de diverse groepen van projecten zijn bijlagen met specificaties samengesteld om zicht te bieden op de toegekende en nog te besteden gelden per project ultimo boekjaar. Zie de bijlagen 4, 5, 6 en 7 voor projecten met subsidies van respectievelijk OCW, Europese Unie, NWO en Overige.
Overlopende passiva
In de post overlopende passiva
Verloop orderportefeuille naar externe financier bedragen x € 1.000
1-1-2009 nieuw besteed 31-12-2009 OCW 9.395 7.885 1.890 15.390 Europese Unie 13.933 12.289 5.504 20.718 NWO 25.754 10.460 10.465 25.749 Overige 68.985 34.240 33.952 69.273 Totaal 118.066 64.874 51.811 131.130
zijn opgenomen o.a. de verplichtingen van de werkgever KNAW aan het personeel; dit betreft vakantiegeld (ultimo 2009 k€ 2.245, ultimo 2008 k€ 2.051) en verlofuren etc. (ultimo 2009 k€ 3.591, ultimo 2008 k€ 3.851).
Kortlopende schulden en overlopende passiva bedragen x € 1.000
31-12-2009 31-12-2008
Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen 131.130 118.066
Crediteuren 3.535 6.321
subtotaal 134.665 124.387
Loonheffing 3 0
Premies scociale verzekeringen 38 0
Belastingen en premies sociale verzekeringen 41 0
Vooruitontvangen termijnen 1.414 911
Vakantiegeld en vakantiedagen 5.818 5.902
Overige 10.274 4.065
Overlopende passiva 17.506 10.878
7. Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Huur- en erfpachtcontractenVoor een aantal KNAW instituten zijn huurcontracten e.d. afgesloten voor de bedrijfspanden; het betreft de volgende instituten (met vermelding van de jaarlijkse huur ultimo 2009, vermeld in € x 1.000):
Leasecontracten
Voor met name printers, copiers en personal computers zijn er leasecontracten afgesloten, totaal voor een jaarbedrag van k€ 391 (2008: k€ 448).
2009 2008
ICIN te Utrecht 178 181
NIN te Amsterdam 228 234
DANS te Den Haag 199 195
IISG te Amsterdam 19 24
NIAS te Wassenaar 125 120
Rathenau Instituut te Den Haag 311 301
KITLV te Leiden / Jakarta 48 47
KITLV te Leiden 177 172
Waddenacademie te Leeuwarden 22 11
Huygens Instituut te Den Haag 7 13
Bureau KNAW t.b.v. NCG te Delft 6 7
Meertens Instituut te Amsterdam (RGD) 425 432
Bureau KNAW te Amsterdam (RGD) 953 928
NIOD te Amsterdam (RGD) 657 673
NIOD te Amsterdam 35 0
NIOO 0 1
sub totaal huur 3.390 3.339
Erfpacht NIOO Yerseke 157 153
8. Toelichting op de exploitatierekening 2009
De baten zijn opgebouwd uit de baten bij de verschillende organisatieonderdelen van de KNAW. Onder andere op basis van de rijksbijdrage van OCW vindt een interne verdeling van de
middelen plaats via KNAW-centraal over de diverse organisatieonderdelen. Een specificatie van de baten uit bedrijfsvoering voor het jaar 2009 is in bijlage 8 opgenomen.
De rijksbijdrage OCW is verhoogd met een compensatie voor loonstijgingen 2009 van k€ 2.955 en voor prijsstijgingen 2009 van k€ 424; de compensaties zijn volledig in de begroting
opgenomen.
De hoger dan begrote overige subsidies OCW houdt met name verband met de OCW-bijdrage voor algemene beveiligingsmaatregelen bij de huisvesting van instituten; het gaat om een bedrag van k€ 575.
Zie voor verdere specificaties en subsidietoekenningen ook bijlage 9.
De overige bijdragen en –subsidies zijn ruim k€ 1.200 lager uitgekomen dan begroot. Hiervoor zijn de volgende oorzaken aan te wijzen:
• Door NWO is in 2009 het project Biblical Criticism toegekend, dat het Huygens Instituut samen met de Universiteit van Utrecht uitvoert. Hiervan drukt echter maar een klein deel op 2009; hierdoor zijn de baten circa k€ 200 lager uitgekomen.
• De bijdrage van de groep ‘overig’ is ruim k€ 1.200 lager dan begroot, dit houdt verband met interne verrekeningen binnen het Bureau KNAW; hierdoor zijn de lasten met eenzelfde bedrag verlaagd.
Overige bijdragen en -subsidies bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008 NWO 997 1.154 910 Overige ministeries 951 698 1.231 Overig 1.003 2.341 2.122 Totaal 2.951 4.193 4.263 Rijksbijdragen bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008 Rijksbijdrage OCW 96.239 96.343 94.140
Overige subsidies OCW 1.051 429 0
De post baten: werk in opdracht van derden betreft de jaarbijdrage uit de toegekende
projectgelden welke in de exploitatierekening worden verantwoord in het jaar waarin de daar-mee samenhangende kosten worden verwerkt.
De totale gerealiseerde baten voor de contractprojecten zijn circa k€ 2.000 lager dan de begroting. De grootste afwijkingen betreffen:
• De hogere baten bij internationale organisaties
• De lagere baten bij
van ruim k€ 1.000 heeft vooral te maken met hogere opbrengsten EU-projecten bij het NIOO (k€ 637), het NIDI (k€ 148) en het Rathenau Instituut (k€ 141).
nationale overheden
• De post
(in dit geval het ministerie van OCW) van circa k€ 1.500 houdt vrijwel volledig verband met het Programma Strategische Alliantie (PSA) Nederland-China en in mindere mate het Programma Indonesië binnen de Externe Programma’s. De gemaakte kosten bij deze programma’s worden gedekt door deze programmasubsidies gedekt; de start van de projecten heeft echter vertraging opgelopen. Zie ook de lagere lasten bij de ‘Toekenningen aan derden’ (onderdeel subsidies).
overige is circa k€ 1.800 lager; dit heeft vooral te maken met lagere
projectopbrengsten in 2009 bij het ICIN van circa k€ 1.300. Voorts heeft het Hubrecht Instituut de begroting voor circa k€ 500 niet gehaald doordat het aantrekken van nieuwe groepen langer op zich laat wachten dan verwacht.
Baten: werk in opdracht van derden bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008 Internationale organisaties 3.643 2.627 2.329 Nationale overheden 5.397 6.874 6.382 NWO 7.575 7.300 6.548 Overige 17.456 19.250 16.499 Totaal 34.071 36.051 31.759
Overige baten bedragen x € 1.000
2009 Begroting 2009 2008
Verhuur 686 273 247
Detachering personeel 815 768 846
Overige 9.155 8.255 8.721
In de volgende tabel worden de baten binnen de bestemmingsfondsen separaat verantwoord.
Baten bestemmingsfondsen bedragen x € 1.000
2009 Begroting 2009 2008
beleggingsopbrengsten 332 0 701
legaten en giften 3.640 0 0
koersresultaten 4.438 595 -3.874
Totaal 8.410 595 -3.173
Zowel de beleggingsopbrengsten alsook de koersresultaten zijn voor het jaar 2009 positief; hierdoor is het effect van de kredietcrisis in 2008 gedeeltelijk gecompenseerd. De begroting 2009 is achteraf uiteraard te conservatief geweest. In de baten is tevens opgenomen een legaatuitkering van k€ 3.615 met betrekking tot de Stichting tot Ondersteuning van de Hersenbank.
Voor een globale analyse van de verschillende fondsen wordt verwezen naar bijlage 2 en de algemene toelichting op de jaarrekening 2009.
De personeelsbezetting was ultimo boekjaar 2009 1.233 fte (ultimo 2008: 1.163 fte).
De werkelijke personeelslasten 2009 zijn ongeveer gelijk aan die van de begroting 2009; ten opzichte van de realisatie 2008 zijn de personeelslasten echter fors gestegen (circa k€ 8.500). De stijging van de brutolonen en salarissen van ruim k€ 5.600 hangt voor een bedrag van circa k€ 2.200 samen met de CAO-loonstijging (2,1%) en de verhoging van de eindejaarsuitkering (1,9%) in 2009. Daarnaast zijn de hogere brutolonen en salarissen in 2009 toe te schrijven aan personeelsuitbreidingen bij onder meer het Hubrecht Instituut (circa k€ 1.100), het Bureau KNAW (ruim k€ 400), het Rathenau Instituut (ruim k€ 400) en ICIN (circa k€ 300).
Personeelslasten bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008 Brutolonen en salarissen 60.555 60.027 54.926 Sociale lasten 4.860 5.185 3.619 Pensioenpremies 7.868 7.613 6.952 73.283 72.825 65.497
Dotaties personele voorzieningen 1.127 1.522 -267
Personeel niet in loondienst 7.808 7.308 8.139
Overige personele lasten 623 735 1.011
9.558 9.565 8.883
De rest van de stijging van de personeelslasten heeft vooral te maken met hogere sociale lasten (ruim k€ 1.200), pensioenpremies (ruim k€ 900) en overige salarisontwikkelingen zoals periodieken van individuele medewerkers.
Mutaties voorzieningen personeel bedragen x € 1.000
2009 Begroting 2009 2008
Wachtgelden 1.039 1.256 263
Reorganisaties -166 -65 -1.402
WAO / WIA Eigen Risicodragerschap 165 241 155
Overige personeelsvoorzieningen 89 90 717
Totaal 1.127 1.522 -267
De mutaties op de voorzieningen betreffen alleen de dotaties aan en de vrijval uit de betreffende voorzieningen. Opvallend is dat op de reorganisatievoorzieningen een fors bedrag is
vrijgevallen met name doordat wachtgelders alsnog elders een baan hebben gevonden; hierdoor ontstaat een navenant effect op het exploitatieresultaat.
In de toelichting op de balans in hoofdstuk 6 is onder Materiële vaste activa een specificatie opgenomen waarin ook de afschrijvingskosten voor de verschillende groepen zijn
gespecificeerd. De scherpe daling van de afschrijvingen op gebouwen is het effect van de wijziging in de bepaling van de restwaarde (zie ook de toelichting daaromtrent in hoofdstuk 5
Algemene toelichting – grondslagen).
Afschrijvingen op materiële vaste activa bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008 Afschrijvingen gebouwen 2.002 2.652 3.212 Afschrijvingen overige 5.871 6.196 5.774 Totaal 7.873 8.848 8.986 Huisvestingslasten bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008 Huur 3.791 3.918 3.707 Verzekering 30 25 23 Onderhoud 1.230 1.382 835 Energie en water 2.167 2.225 1.895 Schoonmaakkosten 1.117 1.091 1.076 Heffingen en belastingen 408 404 375 Overige huisvestingslasten 1.745 1.621 1.746 Totaal 10.489 10.666 9.659
Overige materiële lasten bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008 Administratie- en beheerskosten 7.701 7.409 6.601 Inventaris en apparatuur 2.597 2.438 2.651 Overige lasten 16.452 16.115 13.261 Totaal 26.751 25.962 22.513
De overige lasten van ruim k€ 16.400 bestaan met name uit chemicaliën (circa k€ 3.700), reis- en verblijfkosten (circa k€ 2.600), genomen verliezen op contractprojecten (ruim k€ 2.100), overheadkosten bij projecten (circa k€ 2.100) en overige projectkosten (ruim k€ 1.700).
Programma Akademie Hoogleraren
In het verslagjaar worden de werkelijke jaarkosten van de individuele programma’s geboekt. Oorzaak voor de begrotingsafwijking is de vertraging in de benoemingen, hetgeen een verschuiving in de tijd met zich meebrengt.
In de kosten van bedoeld programma zit voor 2009 verwerkt de besteding van een bijdrage van het ministerie van LNV ad k€ 531 (2008: k€ 515).
Vergoedingen
Het betreft hier in hoofdzaak bijdragen van KNAW-instituten aan projecten die in samen-werking met derden worden gerealiseerd. Daarnaast hebben vijf bestuursleden vacatiegelden ontvangen voor in totaal k€ 30 en is een bedrag van k€ 162 gegaan naar de universitaire werkgroepen waaruit zij afkomstig zijn als compensatie voor hun afwezigheid.
Subsidies
De subsidies betreffen doorgestorte bedragen vanuit veelal extern gefinancierde projecten; het verstrekken van subsidies is afhankelijk van beoordelingen van aanvragen en van bijbehorende afrekeningen. De fors lagere realisatie ten opzichte van de begroting van ruim k€ 2.500 houdt met name verband met vertragingen bij het starten van diverse projecten bij het Programma Strategische Alliantie (PSA) Nederland-China (ruim k€ 1.900) en bij het IISG (ruim k€ 900).
Toekenningen aan gelieerde instituten
In 2009 zijn subsidies verstrekt aan:
• Fryske Akademy (FA) te Leeuwarden k€ 1.664. De FA heeft met de KNAW een
liëringsovereenkomst gesloten d.d. 12 februari 1990, die geleid heeft tot aanpassing van de statuten van de Stichting Fryske Akademy (laatstelijk gewijzigd 24 juni 2005). De KNAW
Toekenningen aan derden bedragen x € 1.000
2009 Begroting 2009 2008
Programma Akademie Hoogleraren 4.550 4.916 4.596
Vergoedingen 1.891 2.016 1.229
Subsidies 4.987 7.553 3.035
Bijdrage onderzoeken 345 1.276 4.370
Toekenningen aan gelieerde insituten 2.001 1.963 2.002
Lidmaatschappen 240 610 429
bezet 50% van de zetels in de Raad van Toezicht. Op de organisatie van de FA zijn de richtlijnen van beheer van de KNAW van toepassing. Zie voor verdere informatie hoofdstuk 9.
• Roosevelt Study Center te Middelburg k€ 309. Met het RSC heeft de KNAW een subsidieovereenkomst, laatstelijk voor de periode van 5 jaar hernieuwd in juni 2006.
Lasten bestemmingsfondsen bedragen x € 1.000 2009 Begroting 2009 2008
beheer- en bankkosten 238 227 228
begeleidingskosten KNAW 124 124 124
uitkeringen doelstellingen fondsen 254 244 1.202
Totaal 616 595 1.554
Voor een globale analyse van de verschillende fondsen wordt verwezen naar bijlage 2 en de algemene toelichting op de jaarrekening 2009.
Financiële baten en lasten bedragen x € 1.000
2009 Begroting 2009 2008
Rentebaten 1.450 1.194 3.741
Rentelasten en overige -94 -59 -15
Financiële baten en lasten 1.356 1.135 3.726
De rentebaten zijn ruim k€ 200 positiever uitgevallen dan begroot door een hogere liquiditeitspositie in 2009 dan waarmee in de begroting werd gerekend.
9. Overzicht belangrijke samenwerkingsverbanden
Hieronder volgt een opsomming van belangrijke samenwerkingsverbanden met de belangrijk-ste contractuele bepalingen.
1. Samenwerkingsovereenkomst KNAW – UMC Utrecht inzake het Hubrecht Instituut
Het doel van de samenwerking is om het Hubrecht Instituut uit te bouwen tot een beeldbepa-lend, internationaal topinstituut met als missie het verrichten van fundamenteel onderzoek in het veld van de ontwikkelingsbiologie, met nadruk op embryonale en adulte stamcellen; het is de ambitie van het instituut om mee te spelen in de wereldtop in deze discipline. De samenwer-kingsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd en kan op het punt van de initiële subsidie-stromen na tien jaar worden herzien.
Er is een raad van toezicht die belast is met het toezicht op de algemene gang van zaken bin-nen het instituut, de door het instituut bereikte resultaten, alsook met op het toezicht op het door de KNAW gevoerde beheer en beleid terzake van het instituut; voorts ziet de raad toe op de wijze waarop de samenwerking tussen het Hubrecht Insituut en het UMC Utrecht wordt vormgegeven. Voorgenomen besluiten van de KNAW inzake onder andere de volgende aangelegenheden behoeven de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht:
- het vaststellen van (wijzigingen in) de missie van het Hubrecht Instituut - het goedkeuren van plannings- en beleidsstukken
- benoeming en ontslag van leden van de directie alsmede de taakverdeling tussen leden van de directie van het instituut.
Vanuit UMC Utrecht worden de volgende drie componenten onderscheiden in de subsidie-stromen (peildatum 1-1-2008):
- bijdrage 2007 van k€ 20.000, inclusief tussentijdse renteopbrengsten, te verdelen over de periode tot en met 2018
- lumpsum bijdrage 2008 van k€ 5.000 - lumpsum bijdrage 2009 e.v. k€ 1.667
Verrekening van de bijdragen (en de op te lopen rente) vindt plaats via een egalisatierekening op de balans.
2. Spinozacentrum voor Neuroimaging
Ultimo 2007 is er een samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen tussen KNAW (mede ten behoeve van het KNAW-instituut NIN), Academisch Medisch Centrum Amsterdam, Univer-siteit van Amsterdam (ten behoeve van de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen en de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica), de Vrije Universiteit te Amsterdam (mede ten behoeve van het VUMC). Het doel is het ontwikkelen en in stand houden van een regionale infrastructuur van geavanceerde fMRI apparatuur en het ter beschikking stellen van deze apparatuur aan onderzoeksgroepen van partijen en aan derden. De
overeenkomst is effectief op 1 januari 2008 en heeft een looptijd van twaalf jaar. Partijen stellen jaarlijks vanaf 2009 gezamenlijk k€ 1.000 ter beschikking voor de exploitatie van het centrum. Overigens opereert het centrum als een volwaardig KNAW-insituut.
Er is een raad van toezicht die belast is met het toezicht op de algemene gang van zaken bin-nen het Spinozacentrum, de door het Centrum bereikte resultaten, alsook met op het toezicht op het door de KNAW gevoerde beheer en beleid terzake van het Centrum. Voorafgaande
goedkeuring van de raad van toezicht is vereist als het gaat om:
- het jaarlijks vast te stellen beleid van de directeur van het Centrum; - overeenkomsten tot aanschaf of upgrade van de fMRI-machines - overeenkomst met het AMC inzake de huisvesting van het Centrum.
3. Fryske Akademy, Leeuwarden
De Fryske Akademy stelt zich ten doel het instandhouden van een werkgemeenschap, die zich toelegt op het beoefenen van de wetenschap die met Fryslân, het Friese volk en zijn cultuur in al haar uitingen, en zulks in de ruimste zin, verbonden is. Zij kan ook taken aangaan op het terrein van onderwijs en vorming.
De KNAW bezet 50% van de zetels in de vijf leden tellende raad van toezicht; twee leden wor-den direct benoemd door de KNAW; de voorzitter worwor-den benoemd door KNAW en provincie Fryslân samen. De rol van de KNAW is vastgelegd in overeenkomsten en in de statuten van de stichting. Enkele belangrijke punten daaruit zijn:
- KNAW en provincie Fryslân keuren samen het (strategisch) beleidsplan, weten-schappelijk programma en de daarbij behorende begroting en meerjarenraming goed.
- Administratie en boekhouding dienen te worden gevoerd volgens de regels en richtlijnen zoals de KNAW die uitvaardigt voor instituten van de KNAW. - Eens per zes jaar stelt de KNAW een externe evaluatiecommissie samen die de
10. Accountantsverklaring
OpdrachtWij hebben de jaarrekening 2009 die onderdeel is van het jaarverslag van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam gecontroleerd.
De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountants-verklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en in overeenstemming met het controleprotocol KNAW en KB 2001. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat.
Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van infor-matie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat de controle een beoordeling van de grondslagen voor de financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samen-stelling van het vermogen op 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in
overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507). Voorts verklaren wij dat voldaan is aan de geldende wet- en regelgeving voor zover deze betrekking heeft op de toewijzing en de besteding van de rijksgelden.
Amsterdam, 27 april 2010
Ernst & Young Accountants LLP
1. Organisatieonderdelen
KNAW organisatieonderdelen 2009
Data Archives and Networked Services (DANS)
Instituten Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen Huygens Instituut (HI)
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV)
Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS) Meertens Instituut (MI)
Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Virtual Knowledge Studio (VKS)
Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland (ICIN) Instituten Levenswetenschappen
Hubrecht Instituut, Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie en stamcelonderzoek Centraalbureau voor Schimmelcultures (CBS)
Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO)
Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen (NIN) Spinozacentrum voor Neuroimaging
Rathenau Instituut (RI)
Overige organisatieonderdelen Waddenacademie (WA)
Bureau KNAW. Dienstverlening ten behoeve van de gehele organisatie
Overige mee te consolideren juridische entiteiten
Stichting Centrum voor Holocaust- en Genocide Studies (CHGS) (100%) Willem F. Duisenberg Fellowship Stichting (100%)
Agamyxis BV (meerderheidsbelang 60%) Fondsen zoals opgenomen in bijlage 2
2. Fondsen specificatie
Financieel bedragen x € 1.000
Stand van Bestedingen Verdeeld Stand van het Fonds doelstelling beleggings- het Fonds 01-01-2009 Fonds resultaat 31-12-2009
Ter Meulen Fonds 4.640 -11 1.040 5.669
Stichting tot Ondersteuning van de Hersenbank 589 0 3.734 4.322
St. J. Gonda Fonds 3.586 -99 795 4.282
Schure Beyerinck Popping Fonds 1.910 -47 424 2.287
Van den Houten Fonds 1.604 -50 316 1.871
Beyerinck Virologie Fonds 1.455 -27 323 1.751
Carolina MacGillavry Fonds 1.081 -5 242 1.318
Dr. J.L. Dobberke Stichting 1.069 -4 240 1.305
Van Walree Fonds 1.048 -60 229 1.217
Evert Willem Beth Stichting 717 -29 157 845
Van der Gaag Stichting 589 -31 128 686
Van Leersum Fonds 438 -16 97 519
Geschiedschrijving KNAW 345 0 77 422
Fonds Staatsman Thorbecke 314 -1 71 384
Hubrecht Fonds 276 26 65 367
Stichting Akademieleerstoelen Geesteswetenschappen 214 -2 48 260
Van 't Hoff Fonds 180 -13 39 206
Maartje Draak Fonds Keltische Talen 154 0 34 188
De la Court Prijzen 142 -3 32 171
Erasmi Opera Omnia 136 0 30 166
Arend Heyting Stichting 102 -1 23 124
Overige Fondsen : vermogen < € 100.000 128 -5 28 151
Totaal 20.717 -378 8.172 28.511
Het beleggingsresultaat is het saldo van de volgende kosten en opbrengsten: bankkosten, beheerskosten van de vermogensbeheerder, koersresultaat op de effectenportefeuille, rente, couponrente en dividend. In de kolom ‘bestedingen doelstelling fonds’ zijn tevens de
verrekende begeleidingskosten KNAW meegenomen.
In de hierna volgende tabel worden de doelstellingen van de verschillende fondsen kort
weergegeven.
Doelstellingen
bevorderen van onderzoek en overige activiteiten gekoppeld
aan bepaalde wetenschapsgebieden
Ter Meulen Fonds kindergeneeskunde
Stichting tot Ondersteuning van de Hersenbank hersenonderzoek
St. J. Gonda Fonds Sanskriet en eventueel andere
Indische talen
Schure Beyerinck Popping Fonds ecologie
Van den Houten Fonds hersenonderzoek in Nederland
Beyerinck Virologie Fonds virologie in de ruimste zin Carolina MacGillavry Fonds natuur- en levenswetenschappen Dr. J.L. Dobberke Stichting vergelijkende psychologie
Van Walree Fonds medisch onderzoek
Evert Willem Beth Stichting moderne logica, wijbegeerte der exacte wetenschappen etc.
Van der Gaag Stichting biologische, psychologische en
sociale determinanten van menselijk gedrag
Van Leersum Fonds farmacie / neurologie
Geschiedschrijving KNAW geschiedschrijving
Fonds Staatsman Thorbecke geschiedschrijving
Hubrecht Fonds ontwikkelingsbiologie
Stichting Akademieleerstoelen Geesteswetenschappen het vestigen van bijzondere leerstoelen op het gebied van de geesteswetenschappen
Van 't Hoff Fonds chemie / biochemie
Maartje Draak Fonds Keltische Talen keltische talen
De la Court Prijzen alfa- en gammawetenschappen
Erasmi Opera Omnia verzamelde werken van Erasmus
onder auspiciën van de KNAW
Arend Heyting Stichting grondslagen van de wiskunde, in