• No results found

De ultieme vrijheid? De seksuele revolutie in West-Duitsland door de ogen van Der Spiegel in de jaren ’70

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De ultieme vrijheid? De seksuele revolutie in West-Duitsland door de ogen van Der Spiegel in de jaren ’70"

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De ultieme vrijheid?

De seksuele revolutie in West-Duitsland door de ogen van Der Spiegel in de jaren ’70

Masterscriptie Geschiedenis – Duitslandstudies Naam: Denise ter Horst Emailadres: denise.terhorst@student.uva.nl Studentnummer: 10727469 Docent: Dr. Moritz Föllmer Tweede lezer: Dr. Natalie Scholz Aantal woorden: 22078 Datum: 11 mei 2017

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 2

Inleiding 3

Hoofdstuk 1 – De Bondsrepubliek en de naoorlogse ontwikkelingen o Der Spiegel

o Politiek en economie in het naoorlogse Duitsland o De seksuele revolutie 5 5 6 7 Hoofdstuk 2 – De pil 13 Hoofdstuk 3 - Abortus 20

Hoofdstuk 4 – Der Spiegel en homoseksualiteit in de jaren zeventig 27

Hoofdstuk 5 – Heteroseksueel begeren o Naaktheid o Pornografie o Seksonderwijs o Seksueel gedrag 34 34 38 41 43 Conclusie 45 Literatuurlijst 48

(3)

Inleiding

In de decennia na de Tweede Wereldoorlog vonden er grote veranderingen plaats op sociaal, economisch en cultureel gebied die de wereld in 1979 totaal onherkenbaar maakten in vergelijking tot de jaren vijftig. Ook West-Duitsland maakte deze veranderingen door. In deze scriptie zal ik aan de hand van het nieuwsblad Der Spiegel een aantal thema’s behandelen die aansluiten bij de seksuele revolutie en dit zal ik doen binnen het tijdsraam 1970-1979. Omdat de veranderingen niet ineens in 1970 begonnen, zal ik in het eerste hoofdstuk met name de achtergronden behandelen van de verschillende thema’s zodat de lezer van de hoofdstukken waar Der Spiegel aan bod komt de historische achtergrond kent. Het onderzoek van deze scriptie heeft zich met name gericht op de manier waarop Der Spiegel de onderwerpen die met de seksuele revolutie te maken hebben

behandelt. Er is in de breedste zin van het woord gekeken naar het consumeren van seksualiteit en de houding van Der Spiegel ten opzichte van de seksuele revolutie in de jaren zeventig. Vragen als ‘’wat waren de standpunten van Der Spiegel ten opzichte van de seksuele revolutie?’’ en ‘’hoe werden aanverwante thema’s uitgebuit voor het bereiken van eigen doelen?’’ heb ik hierbij in mijn

achterhoofd gehouden. Ik heb kritisch gekeken naar de manier waarop Der Spiegel bepaalde thema’s van de seksuele revolutie behandelde en deze scriptie kan dan ook gezien worden als een analyse van Der Spiegel in de jaren zeventig op het gebied van een aantal thema’s rondom seksualiteit. Het viel hierbij op dat Der Spiegel zich met deze thema’s op een populair liberaal pad bevond waarbij de lezer meer dan eens in bepaalde richting geduwd werd. Het blad leek op sommige vlakken zijn tijd vooruit te zijn en was op de thema’s rondom de seksuele revolutie liberaler dan het overgrote deel van het lezerspubliek. Dit moet mijns inziens ook kritisch worden beschouwd. Er is nog niet eerder een kritische analyse gemaakt van Der Spiegel in relatie tot de seksuele revolutie in de jaren zeventig en daarom zal deze scriptie een bijdrage zijn aan de kennis en wetenschap op dat gebied. In het eerste hoofdstuk zal ik de achtergronden behandelen met betrekking tot Der Spiegel, de naoorlogse jaren en de te behandelen thema’s. Hierna volgen de zogenaamde onderzoekshoofdstukken met ieder hun eigen thema. Hierin zullen de onderwerpen de pil, abortus homoseksualiteit, seksualiteit en naaktheid aan bod komen. het laatste onderzoekshoofdstuk is onderverdeeld in een aantal subthema’s zoals pornografie en seksonderwijs. De onderzoekshoofdstukken zijn elk hetzelfde opgebouwd. Ik behandel een stukje achtergrond waarna ik overga tot de analyse van Der Spiegel. Dit doe ik met behulp van citaten uit het blad. De scriptie eindigt met een conclusie waarin ik mijn bevindingen samenvat.

Bij de bestudering van de literatuur zijn er drie werken die in het bijzonder mijn aandacht hadden bij het schrijven van deze scriptie, te weten ‘’Before Porn was Legal’’ van Elizabeth Heineman en ‘’Sex After Fascism’’ en ‘’Sexuality in Europe’’ die allebei geschreven zijn door Dagmar Herzog. Heineman en Herzog hebben beide een kritisch perspectief op seksuele vrijheid omdat ze zien dat er ook een ambiguïteit aan verbonden is. De seksuele liberalisering leidde ertoe dat veel zaken rondom seksualiteit genormaliseerd werden en de maatschappij vrijer werd op dat gebied. De keerzijde was echter dat seksuele vrijheid vaak samenging met de groei van de consumptie waardoor met name vrouwen zich vaker uitgebuit, gebruikt of niet serieus genomen voelden. In het bijzonder vrouwen die behoorden tot de tweede feministische golf maakten zich hard voor het uitbannen van deze keerzijde van de seksuele liberalisering. Heineman en Herzog laten beide in hun werken zien dat er naast de toename van seksuele vrijheden sprake was van een eenzijdige weergave van de vrouw in de media en pornografie en dat een gelijkwaardige positie van de vrouw ten opzichte van de man nog niet aan de orde was.

Der Spiegel droeg als blad, dat voornamelijk georiënteerd was op mannen en geschreven werd door mannen, zondermeer bij aan de bovengenoemde ambiguïteit van de seksuele revolutie en liberalisering. Der Spiegel leek te zijn blijven hangen in een jarenzestigmentaliteit waarbij alles altijd

(4)

liberaler moest worden. Oog voor de keerzijde had het blad dan ook niet. Daarnaast zal in deze scriptie aan bod komen dat Der Spiegel in veel gevallen geen begrip had voor diegenen die een gematigdere liberalisering voor zich zagen van bepaalde onderwerpen en eerder behoudend waren. Als voorbeeld is het gebruik van de pil te noemen. Zo bleek dat er in de jaren zeventig vrouwen om verschillende redenen vaker afzagen van het gebruik van de pil maar Der Spiegel kon hier geen begrip voor opbrengen omdat de pil als ultiem vrijheidsmiddel voor de vrouw gezien werd. In deze scriptie zal ik uitgebreid ingaan op de seksuele liberalisering en de manier waarop Der Spiegel zich plaatste in dit debat. Door middel van talloze voorbeelden wordt duidelijk hoe Der Spiegel zich positioneerde in de seksuele liberalisering en hoe het blad de lezer probeerde te beïnvloeden, al dan niet voor eigen doeleinden.

(5)

Hoofdstuk 1 – De Bondsrepubliek en de naoorlogse ontwikkelingen

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog en de stichting van de Bondsrepubliek kwam West-Duitsland in rustiger vaarwater terecht. Der Spiegel werd opgericht en nieuwe ontwikkelingen zorgden voor grote veranderingen in de jaren vijftig, zestig en zeventig. In dit hoofdstuk zal er verder ingegaan worden op de relatie tussen Der Spiegel en deze veranderingen.

Der Spiegel

Net na de Tweede Wereldoorlog besloten de toen 23-jarige Rudolf Augstein en zijn compagnon Harry Bohrer dat ze een krant wilden maken van dezelfde allure als Time Magazine of News Review. Hiermee werd in 1947 Der Spiegel geboren.1 Augstein had een burgerlijk katholieke maar ook intellectuele achtergrond. Hij hechtte grote waarde aan persvrijheid en vrijheid van meningsuiting, allemaal waarden die hij meenam bij de oprichting van zijn eigen nieuwsmedium. Der Spiegel werd al snel hét nieuwsmagazine van Duitsland en groeide onder leiding van Augstein uit tot een van de machtigste persorganen in het naoorlogse Duitsland. Tegenwoordig wordt het blad zelfs gezien als een belangrijk onderdeel van de Duitse cultuur. Der Spiegel werd vanaf het begin geroemd om zijn omstreden thema’s, kritische blik en mening, analytisch vermogen en intelligentie. Dit werd echter niet door iedereen zo gezien wat leidde tot de Spiegelaffaire in 1962. De affaire markeerde een belangrijk keerpunt in de politieke cultuur van de jonge Duitse democratie en Der Spiegel werd als martelaar van de persvrijheid bestempeld.2

Na de Spiegelaffaire groeide de al grote oplage nog harder en werd het blad volumineuzer.3 Der Spiegel kan beschouwd worden als een persorgaan links van het midden en niet extreem links zoals in het verleden wel eens beweerd werd.4 Het blad is niet per definitie neutraal maar neemt vrijwel altijd stelling.5 De stijl van Der Spiegel kenmerkt zich door een selectie te maken uit de nieuwsberichten van die week en deze rijk geïllustreerd en op een geheel eigen manier aan de lezer kenbaar te maken. De nadruk ligt hierbij op de menselijke en persoonlijke elementen in een verhaal die op kritische wijze neergezet worden.6 Toch was en is er niet alleen maar lof voor Der Spiegel. Critici stellen dat elke gebeurtenis voor Der Spiegel een ‘’story’’ moet worden, anders is het niet gebeurd. Het entertainmentgehalte van een gebeurtenis lijkt voor Der Spiegel soms belangrijker te zijn dan de gebeurtenis waarover geschreven wordt. Helmut Arntzen schreef in zijn analyse van Der Spiegel dat hij niet suggereert dat Der Spiegel leugens vertelt maar dat het blad soms (te) veel waarde hecht aan het entertainmentgehalte van een nieuwsbericht. Zo weet Der Spiegel feiten in sommige gevallen een stuk dramatischer neer te zetten dan ze daadwerkelijk zijn. Dit gaat volgens Arntzen ten koste van de journalistieke kwaliteit.7 Dit neemt niet weg dat Der Spiegel nog steeds een van de meest gelezen nieuwsmagazines is met elke week een oplage van bijna een miljoen

exemplaren en meer dan zes miljoen lezers. Politiek en economie in het naoorlogse Duitsland

1 Erich Kuby, Der Spiegel im Spiegel: das deutsche Nachrichten-Magazin (München 1987), p.159.

2 Erich Kuby, Der Spiegel im Spiegel, p.9.

3 Peter Merseburger, Rudolf Augstein: Biographie (München 2007), p.401.

4 Erich Kuby, Der Spiegel im Spiegel, p.107. 5 Ibidem, p.115.

6 Wolfgang Golisch, ‘Anfänge und Schlüsse der Stories’, in: Helmut Arntzen en Winfried Nolting (red.), Der

Spiegel 28 (1972): Analyse, Interpration, Kritik (München 1977), p.105-126, aldaar p.106.

7 Helmut Arntzen, ‘Sprachbeherrschung’ in: Helmut Arntzen en Winfried Nolting (red.), Der Spiegel 28 (1972):

(6)

Op het gebied van politiek was de Ostpolitik van Willy Brandt kenmerkend voor de jaren zeventig. Ondanks het feit dat Brandt maar tot 1974 bondskanselier was, zette zijn Ostpolitik de toon voor ontspanningspolitiek en rust in het Oost-Westconflict. De relaties tussen Oost en West werden onder leiding van Brandt verder genormaliseerd. Willy Brandt voerde een sociaalliberale coalitie aan, een verandering ten opzichte van de jaren zestig die getekend werden door de zogenaamde ‘’grote coalitie’’.8 Na zijn vertrek als bondskanselier zette zijn opvolger Schmidt de weg naar politieke stabiliteit voort. Toch was er op maatschappelijk vlak ook een boel onrust. De Rote Armee Fraktion maakte eind jaren zestig zijn opmars en zette zijn strijd in de jaren zeventig voort. De jaren zeventig waren politiek gezien een tijd van ambiguïteit. Aan de ene kant was er redelijke stabiliteit en rust maar aan de andere kant was er maatschappelijke onrust en zat Duitsland nog midden in de

verwerking van het oorlogsverleden. Daarnaast werd een aantal grote wetswijzigingen doorgevoerd in West-Duitsland, al dan niet geïnitieerd door sociale bewegingen9, die meer dan eens tot discussies leidden. Zo veranderde de wetgeving op het gebied van abortus, pornografie, homoseksualiteit en vrouwenrechten, allemaal onderwerpen die in mijn analyse terug zullen komen. De wetten rondom deze issues werden stuk voor stuk geliberaliseerd en abortus, pornografie en homoseksualiteit werden zelfs voor het eerst in de geschiedenis gelegaliseerd.

Economisch gezien waren de jaren zeventig minder voortvarend dan de jaren vijftig en zestig. Na meer dan twintig jaar economische groei kwam er een einde aan de enorme hoogconjunctuur en nam de werkloosheid toe. Zo steeg het percentage werklozen van 0,6 procent in 1970 naar 4,2 procent in 1975. Dit herstelde zich redelijk snel en in 1979 was de werkloosheid gedaald naar 3,4 procent. De oorzaak werd gezocht in de automatisering van processen waardoor er banen

verdwenen, de toenemende vraag naar geschoold personeel (dat er niet altijd voldoende was) en het verdwijnen van bepaalde beroepen door modernisering of verplaatsing van arbeid naar het

buitenland, waar de lonen lager waren en er dus bespaard kon worden op loonkosten. Handarbeid verdween steeds vaker en werd vervangen door geautomatiseerde machines. Wel kwamen er steeds meer kantoorbanen maar hier waren bepaalde vaardigheden voor vereist die niet iedereen in de vingers had. Mensen die hun baan in de ene sector verloren konden dus niet simpelweg in een andere sector een nieuwe baan vinden.10 In de jaren zestig was de vraag naar arbeidskrachten nog zo groot geweest dat er gastarbeiders uit Zuid-Europese landen gehaald werden om het tekort aan te vullen. Met name deze groep werd hard getroffen door de crisis en de veranderde vraag op de arbeidsmarkt. Toch keerden zij over het algemeen niet terug naar het land van herkomst maar probeerden in plaats daarvan in nabijgelegen landen weer aan het werk te komen.11

Ondanks de stagnatie van de economische groei in de jaren zeventig en de oliecrises bleef de vraag naar consumptiegoederen stijgen. Ontwikkelingen die in de jaren vijftig en zestig waren

ontstaan, breidden zich verder uit en auto’s, telefoons, televisies en stofzuigers werden meer dan ooit tevoren veelgevraagde producten. Het digitale tijdperk deed heel voorzichtig zijn intrede en de eerste computers werden ontwikkeld, al waren deze nog niet bij mensen thuis te vinden.12 Daarnaast kwam er steeds meer behoefte aan individualiteit. Mensen wilden zich kunnen onderscheiden van iemand anders en iets kunnen kiezen wat bij hen paste. Dit was onder andere in de kledingindustrie

8 Werner Faulstich, ‘Gesellschaft und Kultur der siebziger Jahre: Einführung und Überblick’, in: Werner Faulstich (red.), Die Kultur der 70er Jahre (München 2004), p.7-19, aldaar p.8.

9 Gabrielle Metzler, ‘Staatsversagen und Unregierbarkeit in den siebziger Jahren?’, In: Konrad H. Jarausch (red.),

Das Ende der Zuversicht? Die Siebziger Jahre als Geschichte (Göttingen 2008), p.243-260, aldaar p.249.

10 Faulstich, ‘Gesellschaft und Kultur der siebziger Jahre’, p.12.

11 Patrice G. Poutrus, ‘Migrationen. Wandel des Wanderungsgeschehens in Europa und die Illusionen staatlicher Regulierung in der Bundesrepublik’, in: Konrad H. Jarausch (red.), Das Ende der Zuversicht? Die

Siebziger Jahre als Geschichte, p.157-177, aldaar p.167.

(7)

zichtbaar.13 De zelfgebreide wollen trui maakte plaats voor allerlei modemerken die samen een breed assortiment aanboden waaruit mensen konden kiezen. Bijna geen enkele industrie in West-Duitsland groeide zo hard als de kledingindustrie maar ook in deze branche verloren veel mensen hun baan door verplaatsing van arbeid naar het buitenland. Duitse merken zoals Adidas deden het in de jaren zeventig erg goed doordat onder meer de veranderende levensstijl de vraag naar andere soorten kleding deed toenemen. Zo was er een toename in het aantal mensen dat sportte, kwamen er meer sportverenigingen en hadden mensen vanzelfsprekend behoefte aan andere soorten kleding

waaronder sportkleding.14 Deze ontwikkelingen zijn indirect verwant aan de seksuele revolutie omdat het aangeeft dat de samenleving aan het veranderen was. Er kwam meer behoefte aan verschillende keuzes, keuzevrijheid en individualiteit. Er was een nieuw tijdperk aangebroken en dat was op alle fronten zichtbaar.

De seksuele revolutie

Een van de meest significante veranderingen na de Tweede Wereldoorlog was de seksuele revolutie, een zeer kenmerkend onderdeel van onder andere de jaren zeventig. In deze scriptie behandel ik de jaren zeventig maar vanzelfsprekend kwamen de ontwikkelingen die gepaard gingen met de seksuele revolutie niet ineens in 1970 op gang. Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog vonden er veranderingen plaats in het hele Westen die uiteindelijke zouden leiden tot de seksuele revolutie in de jaren zestig en de jaren zeventig. Er is bij de seksuele revolutie geen sprake van een acute verandering maar eerder van een revolutie in meerdere stappen. De veranderingen van de jaren vijftig en zestig leggen hierbij de basis voor de jaren zeventig.

Er zijn meerdere theorieën over de herkomst van de seksuele revolutie die min of meer overeenkomen maar slechts verschillen over de volgorde van gebeurtenissen en ontwikkelingen die leidden tot de seksuele revolutie. De seksuele revolutie kon ontstaan door het geleidelijk aan verdwijnen van obstakels die seksuele vrijheid in de weg stonden en dit werd gezien als een logische volgende stap in de geschiedenis. De revolutie werd mede mogelijk gemaakt door sociale

bewegingen die streden voor zaken als legalisering van abortus, seksuele vrijheden, acceptatie van homoseksualiteit en gelijke rechten voor vrouwen. Discussies over deze thema’s waren niet per definitie nieuw maar het feit dat de discussie in de jaren zeventig niet beperkt bleef tot een elite van politici, juristen en geestelijken maar ook breed draagvlak vond onder de bevolking, was wel nieuw.15 Ook de groei van de consumptiemaatschappij en de uitvinding van de pil droegen bij aan het

ontstaan van de seksuele revolutie. Toch laat dit de vraag open wat precies de interactie was tussen ‘’de markt’’ en het activisme.16 Droeg het een bij aan het ander? Of veroorzaakte het een het ander? Of versterkte de ene ontwikkeling juist de andere? Het liberaliseringsproces van de jaren zeventig dat op vrijwel alle maatschappelijke gebieden plaatsvond, was geen vanzelfsprekendheid.

De economische voorspoed en de opkomst van de consumptiemaatschappij in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, wat tegelijkertijd de opkomst van de (massa)media en reclames betekende, droegen absoluut bij aan het creëren van de juiste omstandigheden voor de seksuele revolutie. Gewaagde afbeeldingen en beelden van vrouwen werden steeds vaker gebruikt in reclames voor moderne producten en waren te zien in tijdschriften, kranten en op televisie. Media namen op deze manier een steeds grotere rol in het dagelijks leven in.17 Deze foto’s en beelden bereikten almaar

13 Frank Bösch,’Boom zwischen Krise und Globalisierung: Konsum und kultureller Wandel in der Bundesrepublik der 1970er und 1980er Jahre’, Geschichte und Gesellschaft 42 (2016), p.359. 14 Bösch,’Boom zwischen Krise und Globalisierung, p.362-363.

15 Michael Schwartz, ‘Frauen und Reformen im doppelten Deutschsland. Zusammenhänge zwischen Frauenerwebsarbeit, Abtreibungsrecht und Bevölkerungspolitik um 1970’, in: Jarausch (red.), Das Ende der

Zuversicht?,p.196-215, aldaar p.204.

16 Dagmar Herzog, Sexuality in Europe: a Twentieth-Century History (Cambridge 2011), p.133. 17 Faulstich,’Gesellschaft und Kultur der siebziger Jahre’, p.16.

(8)

meer mensen doordat de gewone man door de toenemende welvaart vaker geld had voor luxeproducten zoals tijdschriften of een televisie. Doordat seksualiteit en naaktheid steeds zichtbaarder werden in het straatbeeld, werd dit normaler. Seksualiteit werd voortdurend verder genormaliseerd en bespreekbaar gemaakt en zaken die eerst als privé beschouwd werden, werden vaker publiekelijk besproken. Seks werd overal gepromoot en neergezet als the most desirable thing en werd overal gecommercialiseerd.18 Door deze ontwikkelingen in de media werd er ruimte

gecreëerd voor actiegroepen om ook op politiek gebied iets te kunnen veranderen. De druk op politici werd opgevoerd om bijvoorbeeld oude wetgeving op het gebied van abortus, pornografie en homoseksualiteit te veranderen.19

Toch zijn bovenstaande argumenten in mijn ogen niet geheel bevredigend als het gaat om het verklaren van het ontstaan van de toenemende vraag naar vrouwelijk naakt. Een verklaring hiervoor zou gezocht kunnen worden in de veranderende positie van de vrouw en het feit dat vrouwen zichzelf anders gingen zien. De feministische beweging die rond 1968 opkwam en in de jaren zeventig zijn piek had, heeft in zekere zin grote invloed gehad op de seksuele revolutie. De kern van de beweging bestond uit vrouwen die vlak na de Tweede Wereldoorlog volwassen waren geworden. Ze vielen bestaande structuren aan en wilden verandering in overheden, kerken, universiteiten, de economie en ga zo maar door. Overal zouden hun idealen door moeten klinken.20 Nieuwe ideeën en strategieën zouden idealiter moeten leiden tot meer gelijkheid voor vrouwen. Ze wilden zich losbreken van de traditionele rollen die vrouwen vervulden als huisvrouw en moeder. Vrouwen begonnen te zien dat er voor hen ook andere mogelijkheden waren. De jaren zestig had een jeugdcultuur waarbij de nadruk lag op zelfontplooiing, plezier en spontaniteit. Dit bleek de bakermat te zijn voor de ontwikkelingen in

de jaren zeventig.21 In de decennia na de Tweede

Wereldoorlog gingen steeds meer getrouwde vrouwen buitenshuis werken, ook al was het in principe niet nodig om rond te komen.22 Tijdens de oorlog hadden veel vrouwen noodgedwongen moeten werken en na de oorlog, in de jaren vijftig en zestig, werd het beeld van de vrouw als huisvrouw en moeder weer als ideaal gezien en keerden de traditionele normen en waarden terug.23 Maar niet voor lang. Steeds meer vrouwen wilden buiten de deur werken. De motieven hiervoor waren niet alleen financieel zodat een gezin zich meer kon veroorloven maar zelfontwikkeling werd ook als steeds belangrijker beschouwd. Vrouwen kregen minder kinderen dan voorheen en het huishouden vereiste minder tijd dan vroeger door de technologische ontwikkelingen. Tevens kostten nieuw soort producten als een stofzuiger of een wasmachine geld. Dit geld konden de vrouwen zelf verdienen. De komst van moderne apparatuur rechtvaardigde tegelijkertijd het werken buiten de deur. Het

huishouden leed immers niet onder de baan van de vrouw.24

Veel vrouwen gaven aan zich te vervelen als de kinderen na een paar jaar naar school gingen en zij thuis moesten blijven. Vooral middenklasse vrouwen gaven te kennen dat ze graag wilden gaan werken omdat ze het gevoel hadden dat hun talenten verloren gingen. Er kwam steeds meer protest tegen de gewoonte dat de vrouw moest stoppen met werken als ze trouwde. Vrouwen wilden ook het gevoel hebben iets bij te dragen en mee te doen in de maatschappij. Daarnaast gingen steeds meer vrouwen studeren en wilde deze groep hun verworven kennis en vaardigheden blijven inzetten.25 Het kwam steeds vaker voor dat een vrouw helemaal niet meer stopte met werken als ze moeder werd en het moederschap en het werk

18 Michael Schwartz, ‘Frauen und Reformen im doppelten Deutschsland’, p.203. 19 Dagmar Herzog, Sexuality in Europe, p.134.

20 Ann Taylor Allen, Women in twentieth-century Europe (New York 2008), p.115. 21 Taylor Allen, Women in twentieth-century Europe, p.116.

22 Ibidem, p.87.

23 Michael Schwartz, ‘Frauen und Reformen im doppelten Deutschsland’, p.197. 24 Taylor Allen, Women in twentieth-century Europe, p.85.

(9)

buitenshuis ging combineren. Dit leidde in sommige gevallen tot problemen en burn-outs.26 Toch bleef de integratie van de vrouw op de West-Duitse arbeidsmarkt beperkt in vergelijking met andere Europese landen en ging het langzamer dan in omringende landen.27 Echter, er kan wel degelijk van een sterke toename van het aantal vrouwen in het arbeidsproces gesproken worden en in 1989 was het aantal werkzame vrouwen in West-Duitsland vrijwel gelijk met andere Europese landen. De internationale trend was dat de positie van de vrouw in de jaren zestig en zeventig enorm veranderde ten opzichte van de decennia ervoor. Een vrouw was niet alleen meer moeder en huisvrouw maar ook carrièrevrouw met een opleiding en kennis van de wereld. Vrouwen werden steeds zichtbaarder in het openbare leven. Juist deze ontwikkelingen rondom de veranderende positie en beeld van vrouwen zou een verklaring kunnen zijn voor de toenemende vraag naar vrouwelijke modellen en vrouwelijk naakt. Bovenstaande geeft aan dat de positie van de vrouw in de jaren zeventig veranderd was ten opzichte van de jaren vijftig en zestig. Vrouwen eisten in

toenemende mate gelijke behandeling ten opzichte van mannen en wilden bijvoorbeeld evenveel betaald krijgen als een man die dezelfde functie uitoefende. Vrouwen wilden niet meer als sloof of mindere versie van de man behandeld worden, niet op professioneel gebied en niet in

privésituaties.28 Midden jaren zeventig leidde dit tot een wetswijzing die mannen en vrouwen binnen het huwelijk gelijkstelde en vrouwen dezelfde wettelijke rechten gaf, met name over de kinderen.29 Al hoewel de seksuele revolutie in eerste instantie een soort jubelstemming op gang bracht, sloeg dit gedurende de jaren zeventig om en vonden veel vrouwen het eigenlijk niet meer prettig dat er zoveel seksuele vrijheid was. Dagmar Herzog stelt dat veel vrouwen niet meer wisten waar ze aan toe waren en vroegen zich af of het huwelijk en seks nog wel wat waard waren. Volgens haar hadden steeds meer vrouwen het idee dat emotionele verbintenissen compleet verdwenen waren en monogamie niet meer vanzelfsprekend was. Dit maakte hen onzeker en ongelukkig. Veel vrouwen voelden zich meer dan eens in de steek gelaten en gebruikt voor seks door mannen. De druk dat seks aan bepaalde voorwaarden moest voldoen wat in de praktijk geen werkelijkheid bleek, maakte zowel mannen als vrouwen ongelukkiger dan voorheen. Genot bleek ook een last te kunnen zijn.30 Je kunt je daarnaast afvragen of alle seksuele vrijheden die door de media neergezet werden als ‘’de wens van het volk’’ wel degelijk door iedereen gewenst waren of dat de media ze aan de mensen opdrongen voor commerciële doeleinden.31 Zo bleek dat er nog steeds schaamte was over bepaalde

onderwerpen en er taboes rustten op andere maar dat er net gedaan werd alsof die niet meer bestonden.32 De wensen en belangen van mannen en vrouwen waren vaak verschillend maar media zoals Der Spiegel waren vaker op de man georiënteerd en werden door mannen geleid en

geschreven. Er kon hierdoor makkelijker een foutief beeld ontstaan van wat gangbaar was. De pil was een belangrijke factor bij de verandering van normen en waarden rondom seksualiteit. De pil werd begin jaren zestig uitgevonden en werd gedurende de jaren zestig voor steeds meer Westerse vrouwen beschikbaar. In eerste instantie werd de pil alleen als geneesmiddel voorgeschreven aan getrouwde vrouwen maar al snel veranderde dit en werd het middel massaal door artsen voorgeschreven aan iedere vrouw die daar behoefte aan had.33 De komst van de pil betekende een grote omslag voor de vrouwelijke seksualiteit. Voor het eerst in de geschiedenis hoefde de vrouw niet bang te zijn voor een zwangerschap en kreeg ze de vrijheid om net als mannen te experimenteren met seks. De kerk was vanaf het op de markt komen

26 Ibidem, p.90.

27 Michael Schwartz, ‘Frauen und Reformen im doppelten Deutschsland’, p.197. 28 Dagmar Herzog, Sexuality in Europe, p.161.

29 Taylor Allen, Women in twentieth-century Europe, p.123. 30 Dagmar Herzog, Sexuality in Europe, p.164 en 171-172. 31 Ibidem, p.145.

32 Ibidem, p.146.

(10)

van de pil fel tegenstander, dat wil zeggen, de paus was fel tegenstander. Naarmate de tijd vorderde kwamen er steeds meer liberale geestelijken die vonden dat de pil in meerdere of mindere mate beschikbaar zou moeten zijn voor vrouwen. Vrouwen wilden zelf bepalen hoeveel kinderen zij wilden baren en wanneer ze dat wilden doen. In de jaren zestig waren er in West-Duitsland nog veel artsen die de pil niet zomaar voor wilden schrijven omdat ze ethische bezwaren hadden. Fel activisme leidde ertoe dat slechts een paar jaar later een grote groep vrouwen, maar liefst een derde van alle vrouwen in de vruchtbare leeftijd en zelfs tachtig procent van de vrouwen onder de twintig jaar, de pil

gebruikte.34 De toename van het gebruik van de pil paste bij de veranderende positie van de vrouw en de ontwikkeling dat vrouwen niet meer gedomineerd wilden worden door mannen en meer autonomie eisten. Juist hierom waren sommige mannen tegen de pil en wilden ze niet dat hun vrouw deze nam. Ze waren bang dat de vrouw te zelfstandig werd wat de macht van de man zou inperken.35

Ondanks de opkomst van de pil waren er in de jaren zeventig nog altijd veel ongewenste zwangerschappen. Dit leidde steeds vaker tot de vraag naar een legale abortus. De discussie rondom abortus en de wens voor een herziene wetgeving met betrekking tot abortus was een van de meest felle discussies uit de jaren zeventig. Niet alleen vanuit religieuze hoek kwam er veel weerstand maar ook conservatieve politici waren massaal tegen liberalisering van de

abortuswetgeving. In West-Duitsland werd met name de vergelijking gemaakt met de massamoorden in de Tweede Wereldoorlog en dit werd als tegenargument aangevoerd waarom abortus niet legaal zou moeten worden.36 Toch werd de wetgeving onder druk van met name actiegroepen in 1974 onder strenge voorwaarden legaal. In 1976 werd de abortuswetgeving verder herzien wat het voor vrouwen die de ingreep uit wilden laten voeren makkelijker zou moeten maken om dit te doen. De liberalisering van de abortuswet paste in de stroom van ontwikkelingen die er in de jaren zeventig in het hele Westen plaatsvonden. In de praktijk bleef abortus echter een heikel punt in West-Duitsland en was de ingreep niet altijd voor alle vrouwen even makkelijk beschikbaar.

In de stroom van nieuwe seksuele normen en waarden kwam ook een discussie over homoseksualiteit op gang. Vanaf 1969 was een relatie tussen twee mannen die beide ouder waren dan 21 jaar niet meer strafbaar in West-Duitsland en vanaf dat moment werd homoseksualiteit dan ook steeds zichtbaarder. De bredere seksuele revolutie zorgde er ook voor dat er een homorevolutie kon ontstaan en dat er bijvoorbeeld openbare uitgaansgelegenheden voor homoseksuelen geopend werden.37 Er was sprake van een opkomst van actiegroepen voor homorechten. Steeds meer

homoseksuelen kwamen uit voor hun seksualiteit en eisten een einde aan de discriminatie tegen hen. De veranderende kijk op heteroseksualiteit door de seksuele revolutie veranderde tegelijkertijd de kijk op homoseksualiteit. Mannelijke homoseksualiteit werd altijd compleet anders gezien dan een relatie tussen twee vrouwen. Een verhouding tussen twee mannen was dan ook lange tijd strafbaar en werd pas in 1973 geheel gelegaliseerd toen de wettelijke leeftijd bijgesteld werd van 21 naar 18 jaar. Lesbische vrouwen werden over het algemeen beschouwd als zielig omdat deze vrouwen de juiste man niet hadden kunnen vinden. Daarnaast werd het ook gezien als een uiting van feminisme.38

Zoals eerder in dit hoofdstuk beargumenteert, was er na de Tweede Wereldoorlog een toenemende vraag naar vrouwelijk naakt in de media. Dagmar Herzog beargumenteert in haar werk Sexuallity in Europe dat pornografie bijdroeg aan het in gang zetten van de seksuele revolutie. Echter, ik ben van mening dat de toenemende vraag naar pornografie niet geheel het gevolg was van de seksuele revolutie. Er was voor de seksuele revolutie al vraag naar pornografie maar het taboe was destijds nog te groot om

34 Ibidem, p.139. 35 Ibidem, p.145. 36 Ibidem, p.159. 37 Ibidem, p.168-169. 38 Ibidem, p.171.

(11)

dit openlijk te delen. Er was dus eerder sprake van een wisselwerking als het gaat om de toenemende vraag naar pornografisch materiaal. De seksuele revolutie maakte een groei en een meer open houding tegenover pornografie mogelijk. Begin jaren zeventig legaliseerde West-Duitsland pornografie. Meer dan in andere landen was er in West-Duitsland een grote behoefte aan

pornografisch materiaal en eind jaren zestig had West-Duitsland dan ook de grootste porno-industrie ter wereld, zowel in productie als in vraag.39 Ook praten over seks en seksuele problemen werd in de jaren zeventig normaler. Open communicatie in huwelijken en met andere mensen werd steeds gangbaarder. Daarnaast bleken, niet geheel verrassend met het oog op de porno-industrie, films over seks of met seks kaskrakers in West-Duitsland.

Duitsland heeft door het Naziverleden een andere recente geschiedenis op het gebied van seksualiteit dan de meeste andere Westerse landen. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de houding jegens seksualiteit vanaf 1945 tot en met de seksuele revolutie. Tevens schept het meer duidelijkheid over de opstelling van West-Duitsers tegenover pornografie. Anders dan vaak gedacht wordt, stonden de Nazi’s zeer liberaal tegenover seks voor het huwelijk en buiten het huwelijk. Dit vanuit de overtuiging dat ‘’plezier’’ moraal verantwoord was.40 Er moet hier echter wel een

kanttekening bij gemaakt worden, namelijk dat alleen heteroseksuele activiteiten binnen de gestelde rassenkaders toegestaan waren. Alle andere seksuele activiteiten werden afgekeurd en bestraft. Seks was voor de Nazi’s meer dan alleen functioneel. Het huwelijk was niet heilig en erotiek kende geen grenzen.41 Net na de Tweede Wereldoorlog was er een periode van totale seksuele vrijheid waarin alles mogelijk was. Het idee was dat mensen neurotisch werden als zij seksueel gezien niet tevreden waren en dit moest ten alle tijden voorkomen worden. Met de herinnering aan de Nazitijd nog vers in het geheugen sloeg de houding tegenover seksualiteit midden jaren vijftig compleet om. Om zich af te zetten tegen het Naziverleden en als manier om met het verleden om te gaan, kwam er eerder een soort vijandelijkheid tegenover het menselijk lichaam en alles wat er met seksualiteit te maken had.42 Homoseksualiteit, seks voor het huwelijk en alle andere vormen en uitingen van seksualiteit werden gedurende deze jaren afgekeurd.43

Elizabeth Heineman stelt in haar werk ‘’Before porn was legal’’ dat deze afkeer en

vijandelijkheid slechts betrekkelijk was. Volgens haar werd dit vooral opgelegd en uitgevoerd door overheden en religieuze instellingen maar bestond er onder de normale West-Duitse bevolking wel degelijk een behoefte aan seksualiteit. Dit wakkerde de opkomst van de zogenaamde

mailorderbedrijven aan. Zij voorzagen in de behoefte aan erotisch materiaal, voorbehoedsmiddelen en literatuur. Ze namen zelfs de functie van het seksonderwijs over omdat informatie hierover verder nergens verstrekt werd.44 Net als Herzog is Heineman van mening dat Duitsland een bijzondere geschiedenis heeft in relatie tot seksualiteit. Door het roerige verleden hadden vrijwel alle Duitsers die na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland leefden geen normaliteit gekend op het gebied van seksualiteit. Stabiliteit was er in het land sinds de Eerste Wereldoorlog nauwelijks meer geweest. In de jaren vijftig zat vrijwel alles wat met seksualiteit te maken had in de taboesfeer. Toch wisten veel mailorderbedrijven te overleven door mogelijkheden te zoeken aan de randen van wat legaal was. Het succes van deze bedrijven was niet alleen te verklaren door de onderwijsfunctie die zij innamen. Het grootste succes kwam door een groot aantal West-Duitsers dat behoefte had aan erotica en seksualiteit, mede om de oorlogstrauma’s te vergeten.45 De opkomst van het liberalisme en

39 Dagmar Herzog, Sexuality in Europe, p.140.

40 Dagmar Herzog, Sex after Fascism: Memory and Morality in Twentieth-Century Germany (Princeton 2007) p.60-61.

41 Dagmar Herzog, Sex after Fascism, p.63. 42 Ibidem, p.102.

43 Elizabeth Heineman, Before Porn Was Legal: The Erotica Empire of Beate Uhse (Chicago 2011), p.4. 44 Elizabeth Heineman, Before Porn Was Legal, p.7.

(12)

de toenemende behoefte aan individualiteit op alle gebieden worden ook genoemd als oorzaken van de groei van de erotische industrie.46 Mailorderbedrijven droegen bij aan het normaliseren van seksualiteit en thema’s rondom seksualiteit.47 In 1957 stonden van de 54 miljoen West-Duitsers er 8 miljoen op de mailinglists van verschillende mailorderbedrijven. Midden jaren zestig bleek dat zeker de helft van alle West-Duitse huishoudens een of meerdere keren gebruik had gemaakt van een erotisch mailorderbedrijf.48

De erotische industrie onderging de grootste groei in het midden van de jaren zestig. Dit kwam door de toename van de welvaart en de toenemende behoefte aan individualiteit. Daarnaast vonden er grote veranderingen plaats die de Westerse maatschappijen liberaler maakten dan ooit tevoren. Hier paste ook meer seksuele vrijheid bij. In 1962 opende Beate Uhse de eerste fysieke sekswinkel in West-Duitsland. Ze verkocht boeken, anticonceptie en hulpmiddelen. Erotica was in Duitsland ook in de jaren vijftig al zeer populair maar toen was het discreet. Vanaf de jaren zestig werd erotiek zichtbaar. Heineman stelt dat de komst van de pil voor de media een teken was van het aanbreken van een nieuwe seksuele wereld en dat er vanaf dat moment veel dingen veranderden. Seksualiteit kwam steeds meer uit de taboesfeer en werd vaker zichtbaar.49 Met de legalisering van pornografie in 1973 kwam er een einde aan alle liberaliseringsgolven die Duitsland sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog had doorlopen.50

De jaren zeventig was een tijd waarin op allerlei gebieden grote veranderingen plaatsvonden en zichtbaar werden. Naast de economische en politieke ontwikkelingen brachten de jaren zeventig ook een nieuwe variatie aan levensstijlen. Er werden minder kinderen geboren (81.000 in 1970 naar 58.000 in 1979) en meer mensen bleven al dan niet bewust alleenstaand. De terugloop van het aantal geboortes was een natuurlijke ontwikkeling na twee wereldoorlogen, ook al konden conservatieve politici zich hier niet bij neerleggen. Vanzelfsprekend had ook de komst van de pil invloed op het teruglopende geboortecijfer. Het aantal scheidingen verdubbelde in de jaren zeventig, een trend die in heel Europa zichtbaar was.51 Deze ontwikkeling sloot aan op het zelfstandiger worden van

vrouwen, het feit dat de vrouw zelf onderwijs had genoten, een baan had en over het algemeen meer autonomie eiste en niet meer gedomineerd wilde worden door de man.52 Homoseksualiteit werd steeds zichtbaarder in het straatbeeld, net als pornografie. De jaren zeventig waren roerige jaren waarin Der Spiegel volop schreef over zaken die op een of andere manier met de seksuele revolutie te maken hadden. West-Duitsland leek na decennia van abnormaliteiten en onrust in de richting van normalisering te varen maar het bijzondere verleden bleef hierbij toch een rol spelen.

Hoofdstuk 2 - De pil

Nog nooit in de geschiedenis bestond er zoveel controversie en ontstond er zoveel discussie over de invoering van een geneesmiddel als bij de pil. De pil werd na de Tweede Wereldoorlog in de

Verenigde Staten ontwikkeld en kwam na een testperiode van veertien jaar waarbij vrouwen in Puerto Rico als testobject dienden op de markt. Vanaf 1961 was de pil ook in West-Duitsland

verkrijgbaar. In eerste instantie werd het voorgeschreven als middel tegen menstruatieklachten maar

46 Ibidem, p.58-59. 47 Ibidem, p.86. 48 Ibidem, p.66. 49 Ibidem, p.101. 50 Ibidem, p.157.

51 Michael Schwartz, ‘Frauen und Reformen im doppelten Deutschsland’, p.202.

52 Michael Schwartz, ‘Frauen und Reformen im doppelten Deutschsland’, p.211 en Taylor Allen, Women in

(13)

al snel daarna kwam het op de markt als voorbehoedsmiddel.53 Het middel was in de beginjaren niet vrij verkrijgbaar en lang niet alle artsen wilden de pil voorschijven. Het aantal vrouwen dat de pil gebruikte steeg in rap tempo en al snel werd de pil het meest gebruikte anticonceptiemiddel ooit. In 1968 slikten 1,4 miljoen West-Duitse vrouwen de pil, dertien procent van het totaal aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Dit was een verdubbeling ten opzichte van 1965.54 In 1970 was dit aantal al gestegen naar twintig procent van alle vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Tussen 1970 en 1977 bleef dit aantal stijgen, met een keerpunt in 1977, waar ik later verder op in zal gaan. In dat jaar was er nog slechts een kleine toename te bespeuren van het aantal pilgebruiksters in de leeftijden twaalf tot negentien jaar en vrouwen boven de veertig. In de leeftijdscategorie ertussen was een kleine daling te zien.55 Der Spiegel publiceerde reeds in 1971 een artikel met de strekking dat Duitsland geen ontwikkelingsland is en de pil vrij verkrijgbaar zou moeten zijn én vergoed zou moeten worden voor alle vrouwen die dat willen.56

Der Spiegel schreef sinds de invoering van de pil verscheidene artikelen over het onderwerp. Opvallend hierbij is dat het blad groot voorstander lijkt te zijn van de pil en campagne lijkt te voeren voor het gebruik ervan. Het blad geeft gedurende de jaren zestig en zeventig verschillende partijen een platform om over de pil en hun ervaring hiermee te spreken. Zo komen geestelijken meerdere keren aan het woord, zij het wel dat Der Spiegel het gesprek een bepaalde kant opstuurt.57 Daarnaast is er veel ruimte voor voorstanders van de pil. Bijzonder opvallend is het aantal artikelen dat er in de jaren zeventig over de pil in der Spiegel verscheen. Waar het blad in de jaren zestig zeker een of meerdere keren per jaar een artikel over de pil publiceerde, was het tussen 1973 en 1977 volledig stil. Je kunt je hierbij afvragen waarom dat was. Was het geen onderwerp van discussie meer? Was het zo ingeburgerd dat het controversiële verdwenen was? Was er geen behoefte meer aan een gesprek over de pil? Het meest waarschijnlijke lijkt dat na invoering in 1961 en het stijgende aantal

gebruiksters tot 1973 de pil een soort gewenningsfase meemaakte. In de jaren zestig, de jaren van de seksuele revolutie, was de pil baanbrekend en revolutionair. Nadat de nieuwigheid er begin jaren zeventig af was, kwam de pil in rustiger vaarwater. Vrouwen gebruikten voor het eerst de pil en het duurde even voordat zij vragen gingen stellen bij het gebruik ervan en de behoefte kregen hun ervaringen te delen. Tegelijkertijd maakte de pil een ontwikkeling door. Onderzoek leidde tot meer kennis over langdurig gebruik en de effecten van langdurig gebruik. Vrouwen ondervonden hoe hun leven veranderde met de pil, zowel in positieve als negatieve zin.

De komst van de pil ging in religieuze kringen niet zonder slag of stoot. In 1964 bleek bij het concilie dat jaar in Rome waarbij vele hooggeplaatste katholieken uit verschillende landen bijeen kwamen, dat een merendeel voor het toestaan van de pil was. De paus besloot in zijn encycliek ‘’Humanae Vitae’’ uit 1968 echter anders. Hierin verbood hij elke vorm van anticonceptie, wat tot een tweedeling binnen de katholieke kerk leidde. Bisschoppen en kardinalen uit de hele wereld

distantieerden zich openlijk van zijn standpunt en keurden het gebruik van de pil en andere

anticonceptie goed.58 Der Spiegel was zeer uitgesproken over het feit dat de kerk hopeloos ouderwets was en noemde het verbieden van de pil in het artikel ‘’Last und Lust’’ zelfs de fataalste fout die de kerk in de twintigste eeuw heeft gemaakt. Dit is geen mild oordeel en het laat duidelijk zien waar in de discussie over de pil Der Spiegel staat.

53 Bundeszentrale für politische Bildung, ’55 Jahre Pille’, (versie 18 augustus 2015),

http://www.bpb.de/politik/hintergrund-aktuell/210997/55-jahre-pille-54 Auteur onbekend, ‘Last und Lust‘, Der Spiegel 32 (1968) p.86. 55 Auteur onbekend, ‘Das Unbehagen an der Pille‘, Der Spiegel 6 (1977). 56 Auteur onbekend, ‘Jenseits von Gut’, Der Spiegel 41 (1971), p.36.

57 Dit blijkt onder andere uit: Auteur onbekend, ‘Zerreisprobe in der Kirche’, Der Spiegel (32) 1968, p.68. en auteur onbekend, ‘Ins rechte Maß, Der Spiegel 12 (1970) p.190

(14)

Für Papst Paul VI ist die Zeit im Jahre 1930 stehengeblieben.59

Doch in der vergangenen Woche fiel das bislang fatalste katholische Fehlurteil dieses Jahrhunderts.60

Tevens wordt de beslissing van de paus vergeleken met een ‘’nieuw geval van Galilei’’ en om dit standpunt kracht bij te zetten, wordt de Belgische Kardinaal Suenens meerdere keren geciteerd.

Vermeiden wir einen neuen Fall Galilei! Ein einziger genügt für die Kirche! – Suenens61

Der Spiegel is erg stellig in het ventileren van zijn mening over het feit dat de paus toch heeft besloten zijn wil wat betreft anticonceptie door te zetten.

Das war am 30. Oktober 1964. Fast vier Jahre lang durfte Suenens hoffen. Seit dem Montag

vergangener Woche aber hat die katholische Kirche jenen ‘’neuen Fall Galilei’’ den der Kardinal hatte verhindern wollen.62

Volgens Der Spiegel en katholieke geestelijken die in Der Spiegel hun mening geven over deze kwestie, leeft de paus in een illusie en in een kunstmatige wereld die niet bestaat. De pil verbieden zou uiteindelijk tot de dood van veel katholieken leiden, omdat er niet genoeg voedsel beschikbaar zou zijn voor zo veel mensen.

Eine Welt, in der gelebt und geliebt würde, wie der Papst es will, wäre binnen kurzem eine Welt des Schreckens und des Todes. Denn eine Welt ohne jede Geburtenkontrolle, die Paul VI ‘’künstlich’’ nennt und ablehnt, würde so übervölkert, daß an Hunger in jedem Jahr mehr Menschen sterben müßten als in allen Kriegen der Menschheit zusammen.63

Veel geestelijken vreesden dat een afwijzende houding tegenover anticonceptie ertoe zou leiden dat jonge mensen afstand zouden nemen van de kerk en de katholieke kerk dus veel leden zou gaan verliezen.64 Veel gelovigen vonden de standpunten van de paus wereldvreemd en trokken hun eigen plan.65 Volgens onderzoek van Der Spiegel trekt 81 procent van de Duitse katholieken zich niets aan van het standpunt van de paus omdat ze van mening zijn dat het gebruik van voorbehoedsmiddelen een privéaangelegenheid is. Tijdens de katholiekendag in 1968 in Essen bleek hoeveel katholieken het niet eens waren met de beslissing van de paus, toen duizenden gelovigen met spandoeken de straten opgingen.66 De afkeer van het conservatieve standpunt van de paus was duidelijk te merken. Ook in meer traditioneel katholieke landen in Zuid-Amerika en -Europa leggen veel vrouwen het standpunt van de paus naast zich neer. Dit blijkt uit cijfers waarin eveneens in deze landen een toename van het aantal pilgebruiksters te zien is.67Uit de woorden van Der Spiegel komt vooral onbegrip naar voren ten aanzien van de opvattingen van de paus. Er wordt duidelijk gesteld dat het in de ogen van Der Spiegel vechten tegen de bierkaai is. Bepaalde ontwikkelingen kun je niet tegenhouden en er niet in mee willen gaan lijkt struisvogelpolitiek. Daarnaast zijn de meesten binnen de geloofsgemeenschap voorstander van voorbehoedsmiddelen.

59 Ibidem p.82. 60 Ibidem, p.82. 61 Ibidem, p.82. 62 Ibidem, p.82. 63 Ibidem, p.82. 64 Ibidem, p.89. 65 Ibidem, p.82-84.

66 Inge Cyrus en Werner Harenberg, ‘ Im Beichtstuhl nach der Pille fragen?‘ Der Spiegel 39(1968) p.169.

(15)

Damals waren die meisten Menschen mindestens so unwissend wie der Papst. Heute wissen die meisten katholischen Paare aus eigener Erfahrung, wie weltfremd die Vorschriften sind, die ihnen der Papst für ihr Liebesleben macht.68

Wo immer in den letzten Jahren Katholiken mit dem Problem der Geburtenkontrolle befaßt waren -stets waren die meisten für und nicht gegen die Empfängnisverhütung.69

Bei allen Umfragen, wo immer sie stattfanden, ergaben sich große katholische Mehrheiten für die Pille.70

Der Spiegel houdt in ‘’Last und Lust’’ een duidelijk pleidooi voor het gebruik van anticonceptie. Gelovigen komen wel aan het woord, maar alleen diegenen die voor voorbehoedsmiddelen zijn. Ook komt het blad met cijfers hoeveel katholieken daadwerkelijk voor liberalisering van anticonceptie zijn en laat het niet onbenoemd dat dit absoluut een meerderheid is. In een ander artikel ‘’Im Beichtstuhl nach der Pille fragen?’’ gaat Der Spiegel in gesprek met pater Rahner. De interviewer van Der Spiegel zet de pater al snel voor het blok:

Welcher Ansicht sind Sie? Denken Sie wie der Papst oder wie wohl die Mehrheit der Katholiken?71

Uit de woordkeuze blijkt een oordeel van de kant van Der Spiegel en proberen ze de lezer nog bewuster te maken van de polarisatie binnen de katholieke kerk. De nadruk ligt erg op het feit dat de paus een andere mening heeft dan het grootste deel van de gelovigen waarmee Der Spiegel lijkt te doelen op het idee dat de paus het bij het verkeerde eind heeft. Er wordt in Der Spiegel een platform gecreëerd voor de pil en tegen het standpunt van de paus. Gedurende de jaren zestig en zeventig verschijnen er meerdere artikelen over dit onderwerp in het blad, waaronder in de vorm van

interviews met geestelijken die voor anticonceptie zijn. Wanneer pater Rahner in ‘’Im Beichstuhl nach der Pille fragen?’’ probeert uit te leggen dat hij het standpunt van de paus niet zomaar kan negeren, probeert Der Spiegel toch een antwoord te ontlokken dat hem tegen de paus laat keren. Gedurende het interview tracht Der Spiegel pater Rahner constant uitspraken te laten doen die tegen de mening van de paus gekeerd zijn, waarvan deze dialoog slechts een voorbeeld is.

Rahner: …Wissen Sie so genau, wer recht hat? Spiegel: Wissen es nicht sehr viele?72

……

Spiegel: Wenn Sie selber die Argumente noch heute so abwägen, darf man vermüten, daß Sie nicht wie der Papst entschieden hätten?73

De revolutie van de pil ging snel. Waar veel artsen een paar jaar eerder nog moeite hadden met het voorschrijven van de pil, gaven negen van de tien artsen al in 1973 zonder problemen een recept af, ook aan meisjes zo jong als veertien jaar. West-Duitsland stond in dat jaar in de top drie van de wereld van vrouwen die de pil gebruikten. Een derde van alle vrouwen in de vruchtbare leeftijd in West-Duitsland gebruikte het middel.74 Onder achttienjarigen en studentes was het gebruikersaantal in de jaren zeventig het hoogst, maar liefst de helft van alle vrouwen in deze categorieën gebruikte het hormoonpreparaat. Na de jubelende eerste berichten ontstonden er al snel vraagtekens bij de veiligheid van de pil. De bijwerkingen zouden er niet om liegen. De pil zou kanker veroorzaken en

68 Ibidem, p.83. 69 Ibidem, p.83 70 Ibidem, p.83.

71 Inge Cyrus en Werner Harenberg, ‘ Im Beichtstuhl nach der Pille fragen?‘, p.166. 72 Ibidem, p.166.

73 Ibidem, p.166-167.

(16)

leiden tot haaruitval, gewichtstoename, diabetes, hoge bloedruk, trombose, misselijkheid, hoofdpijn en depressie. Der Spiegel stelt dat het risico op al deze klachten terugloopt als de arts nauwkeuriger kijkt welke pil voor welke vrouw geschikt is en gerichter een recept voorschrijft. 75

In eerste instantie leidden de geruchten over de gevaren van de pil niet tot een afname van het aantal gebruiksters. Het aantal bleef juist stijgen. Ook al logen de vermeende bijwerkingen er niet om, veel vrouwen voelden zich gerustgesteld door hun arts en invloedrijke media zoals der Spiegel die de bijeffecten van het gebruik van de pil afdeden als geruchten of niet relevant.

Alle diese Leiden (und mehr) sind seither mit den Ovulationshemmern in Verbindung gebracht worden. Und doch zeigte sich immer wieder, daß die Sorge um organische Schädigungen durch die Pille fast stets auf Selbsttäuschung und Fehleinschätzungen beruhte.76

(...) angstmachende Berichte enpuppten sich ohne Ausnahme als ‘’einseitig, unkorrekt und unrealistisch.’’77

(...) die echten Schäden durch Ovulationshemmer ‘’von den Medien ganz unverhältsmäßig übertrieben worden sind.’’78

De onzekerheden over langdurig gebruik bleven echter veelbesproken, wat vanaf 1977 tot een afname en nieuwe discussie leidde over het gebruik van de pil. Toch waren de vermeende

bijwerkingen niet de enige reden voor veel vrouwen in de leeftijdscategorie van twintig tot 39 jaar om de pil in te ruilen voor ouderwetse contraceptiemethoden, tot groot onbegrip van der Spiegel.

Der Spiegel schreef in 1977 een artikel over de onvrede over de pil. In ‘’Das Unbehagen an der Pille’’ focust Der Spiegel op de afname van het aantal pilgebruiksters en de beweegredenen van vrouwen om de pil niet meer te slikken. De vermeende bijwerkingen en de onbekende effecten van het gebruik van de pil op lange termijn wogen voor veel vrouwen zwaar bij de beslissing om de pil niet meer te nemen maar er bleken ook nog andere redenen te zijn waarom vrouwen in grote getalen stopten met het hormoon. Veel vrouwen waren simpelweg pilmoe. Tot 1977 was er een toename van het aantal vrouwen dat de pil nam in alle leeftijdsgroepen maar vanaf het jaar 1977 veranderde dit. Alleen in de categorieën twaalf tot negentien jaar en bij vrouwen boven de veertig was er nog een lichte toename van gebruiksters. In ronduit de grootste groep, de categorie twintig tot 39 jaar, was een afname te bespeuren. Ondanks deze omslag was het aantal gebruiksters in 1977 in

West-Duitsland nog steeds ontzettend hoog. Een op de drie vrouwen in de vruchtbare leeftijd nam dat jaar de pil. Bij vrouwen onder de twintig was dit aantal zelfs tachtig procent. Mede door de introductie van de pil verdubbelde het aantal echtscheidingen tussen 1961 en 1977 en was er sprake van een gigantische afname van het aantal abortussen, van 400.000 per jaar naar 50.000 per jaar.79

De euforie om de komst van de pil verdween langzaam. Waar vrouwen begin jaren zestig nog razend enthousiast waren, werden de reacties op de pil steeds gematigder en nam twijfel over het gebruik toe, ondanks het feit dat de meeste vermeende bijwerkingen onzin zijn gebleken. Volgens der Spiegel schreven veel vrouwen elke lichamelijke klacht die ze hadden ten onrechte toe aan het gebruik van de pil.

75 Auteur onbekend, ‘’Glaube erschüttert’’, Der Spiegel 21 (1968), p.???? 76 Auteur onbekend, ‘Das Unbehagen an der Pille‘, p.41.

77 Ibidem, p.42. 78 Ibidem, p.42.

(17)

Jede Art von Krankheit, Beschwerden und ungewöhnlichen Symptomen, die bei den Frauen auftritt, muß auch bei den Frauen erwartet werden, die orale Kontrazeptiva benutzen.80

Gezondheidsrisico’s zijn volgens der Spiegel verwaarloosbaar in vergelijking met vrouwen die de pil niet gebruiken en dit wordt geïllustreerd aan de hand van talloze voorbeelden. Eventuele risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van de pil worden gebagatelliseerd.

…Ein Arzt, dem eine Patientin mit 44 Jahren am Herzinfarkt stirbt, hat einen Seltenen Fall, der schwer zu erklären ist, wenn die Patientin die Pille nie genommen hat. Hat sie dagegen die Pille benutzt … dann ist allein die Pille schuld, und alle anderen möglichen Ursachen (Rauchen zum Beispiel) fallen unter den Tisch.81

Doch die einzige lebensgefährliche Erkrankung, die bei den Pillenbenutzerinnen wirklich zahlreicher (5,2mal häufiger) auftrat, war der Herzinfarkt. Das klingt erschreckend, ist aber weit weniger dramatisch, wenn man die absoluten Zahlen ansieht.82

Verschillende ontwikkelingen en verbeteringen van de pil hebben er voor gezorgd dat de risico’s sinds de komst van het middel nog verder zijn gereduceerd en eigenlijk tot een minimum beperkt zijn. Aan de hand van een voorbeeld over het placebo-effect illustreerde der Spiegel hoe bijwerkingen

ontstonden, en stuurde het blad erop aan dat lichamelijke klachten tussen de oren zaten. Juist omdat der Spiegel het bewezen achtte dat lichamelijke klachten naar aanleiding van het gebruik van de pil onzin waren, kon het blad weinig tot geen begrip opbrengen voor vrouwen die hierom wilden stoppen met de pil. Vrouwen veroorzaakten veel klachten onbewust zelf, omdat ze dachten dat de pil de problemen veroorzaakte. Het geestelijke aspect had in deze gevallen dan zoveel invloed op het lichamelijke dat de vrouwen daadwerkelijk klachten kregen, aldus Der Spiegel.83 Der Spiegel nam het grote aantal vrouwen dat klachten had, ongeacht of deze al dan niet door de pil veroorzaakt werden,

niet serieus. Naast de lichamelijke

bijwerkingen en angst voor de gevolgen op lange termijn waren veel vrouwen eind jaren zeventig pilmoe. Dit hield verschillende dingen in. Veel vrouwen gingen het als tegennatuurlijk ervaren om het eigen lichaam te manipuleren en kregen het idee dat dit niet ongestraft kon gaan. De pil gaf de vrouw in eerste instantie vrijheid. Vrijheid over haar eigen lichaam, vrijheid om zelf te beslissen hoeveel kinderen ze wilde, vrijheid om een carrière te verkiezen boven een gezin maar bovenal seksuele vrijheid. Eind jaren zeventig leek die laatste vrijheid voor een gedeelte van de pilslikkende vrouwen omgeslagen te zijn in een zekere gevangenschap. In plaats van het hebben van autonomie kregen meer en meer vrouwen het idee dat ze altijd beschikbaar moesten zijn voor de man, dat ze juist omdat ze de pil slikten niet konden weigeren. Tegelijkertijd leken mannen te vinden dat er door de pil geen reden meer was voor een vrouw om seks te weigeren en zetten mannen vrouwen zelfs onder druk om de pil te slikken. Dit gegeven ging veel vrouwen tegenstaan en werd een reden om de pil niet meer te nemen. Vrouwen gingen eind jaren zeventig vaker terug naar ouderwetse

anticonceptiemethoden zoals condooms of gebruikten helemaal geen anticonceptie meer, ook wel de ‘’terug naar de natuur methode’’. De cyclus bepaalde in die gevallen of een vrouw al dan niet

instemde en het woord ‘’nee’’ werd een vorm van anticonceptie. Het leek voor sommige vrouwen wel alsof de liefde niet meer belangrijk was en hun relatie alleen nog maar om seks draaide.

Mit jeder Pille (und dem dazu getrunkenen Schluck Wasser) spüle ich die Liebe fort.84

80 Ibidem, p.41. 81 Ibidem, p.42. 82 Ibidem, p.42. 83 Ibidem, p.44.

(18)

Het verbannen van de pil uit de slaapkamer en de terugkomst van het condoom en spiraaltje zouden daar volgens de stoppende vrouwen weer verandering in kunnen brengen. Religieuze redenen speelden vrijwel geen rol voor vrouwen bij de beslissing om te stoppen met de pil gezien het feit dat ze het standpunt van de kerk niet of nauwelijks in acht namen.

De pil maakte in de jaren zestig en zeventig een interessante ontwikkeling door, van

vrijheidssymbool tot symbool van de onderdrukking van de vrouw. Der Spiegel was in de loop van de jaren zestig en zeventig consequent voorstander van het gebruik van de pil. Het blad bleef de nadelen van de pil bagatelliseren en de voordelen benadrukken. Hierbij leek het medium zich bijna tot een wetenschappelijk instituut te verheffen, zeker ook omdat het meer dan eens op de proppen kwam met medische onderzoeksresultaten.

Auch bei den Frauen von Puerto Rico die vor zwanzig Jahren als Versuchskaninchen für die ersten starken Präparaten dienten, hat sich keine erhöhte Krebs-Anfälligkeit gezeigt.85

Vaak terugkomende argumenten voor het gebruik van de pil waren onder andere de vrijheden die het de vrouw verschafte tot het maken van eigen keuzes op alle gebieden, het niet meer gedoemd zijn tot een slecht huwelijk en het tegengaan van overbevolking. De ontwikkelingen van eind jaren zeventig werden door Der Spiegel dan ook vol onbegrip ontvangen. Het feit dat vrouwen de pil in toenemende mate zag als symbool voor de rol van de vrouw als seksobject, alsmede de vermeende

gezondheidsrisico’s werden afgedaan als onzin.86 Der Spiegel vond het vreemd dat er juist bij een generatie die groot was geworden met de pil zo veel afkeer en weerstand was ontstaan.

Warum die Problematisierung gerade bei Jungbürgerinnen, die mit der Pille großgeworden sind…?87

Der Spiegel stelt dat de boulevardpers een grote invloed had op de terugloop van het gebruik van de pil door in te spelen op de afkeer die vrouwen al hadden. Wat hun eigen rol was bij juist het

aanmoedigen van het gebruik en het bagatelliseren van de eventuele bijwerkingen, werd met geen woord gesproken.

In dit hoofdstuk hebben we kunnen zien dat de komst van de pil een bijzondere ontwikkeling in de geschiedenis was. In eerste instantie bracht het bij velen een jubelstemming op gang en werd de pil het symbool voor de ultieme vrijheid voor zowel mannen als vrouwen. Het was dan ook niet voor niets dat binnen een paar jaar tijd het grootste gedeelte van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd de pil slikte. Naast de voordelen van het voorkomen en het reguleren van zwangerschappen, gaf het vrouwen dezelfde seksuele vrijheden als mannen. De pil kende ook felle tegenstanders, met name in de conservatieve en religieuze hoek maar hun tegenstand bleek niet genoeg om het middel niet alom beschikbaar te stellen. In de tweede helft van de jaren zeventig kwam er een omslag en steeds meer vrouwen werden ‘’pilmoe’’. De nadelen van de pil wogen voor hen niet meer op tegen de voordelen. Niet alleen ondervonden vrouwen lichamelijke nadelen, ook hadden ze het idee dat hun seksuele vrijheid was omgeslagen naar een verplichting omdat er geen reden meer was om seks te weigeren. Der Spiegel, zo is duidelijk geworden in dit hoofdstuk, had weinig begrip voor vrouwen die wilden stoppen met de pil. Voor het blad was en bleef de pil het teken van vrijheid en bevrijding en dat grote aantallen vrouwen hier anders over dachten was voor Der Spiegel moeilijk te

verkroppen.

85 Ibidem, p.42. 86 Ibidem,p.44. 87 Ibidem, p.43.

(19)

Hoofdstuk 3 - Abortus

In de jaren zeventig riepen vrouwenbewegingen overal in Europa op tot legalisering van abortus, in ieder geval tot de twaalfde week. De discussie voor legale abortus ging vooral om het

zelfbeschikkingsrecht van de vrouw en het feit dat zij zelf zou mogen beslissen of zij al dan niet een kind op de wereld wilde zetten. Ook in West-Duitsland gingen vrouwen in de jaren zeventig de straat op om een wetswijziging voor een legale abortus af te dwingen. Vanuit de Duitse samenleving ontstond onder bepaalde groepen in toenemende mate de wens tot hervorming van de oude wet die abortus verbood. Paragraaf 218 uit de Duitse grondwet, die gaat over abortus, was in de jaren zeventig van de twintigste eeuw al ruim honderd jaar niet aangepast. De straffen die stonden op het uitvoeren van een abortus liepen uiteen van gevangenisstraffen tot een verblijf in een zogenaamd tuchthuis. In 1927 werd de wet enigszins aangepast en werden abortussen in zeer uitzonderlijke medische situaties oogluikend toegestaan. Toch moet hier wel aan toegevoegd worden dat het daadwerkelijk vervolgen van vrouwen die een abortus hadden ondergaan na de Tweede

Wereldoorlog vrijwel niet voorkwam.88 Na veel politieke discussie, waar ik later verder op in zal gaan, werd abortus in 1974 onder strikte voorwaarden gelegaliseerd en werd deze regeling in 1976 nog verder hervormd.89

De herziening van de abortuswet ging niet zonder slag of stoot en er was hierover dan ook veel strijd in de politiek. Vooral voor de Christelijke partijen was de herziening van paragraaf 218 in de jaren 1973-74 moeilijk te verkroppen. Het CDU/CSU wilde eigenlijk alleen instemmen met een legale abortus als er medische redenen voor waren. In alle andere gevallen zouden tenminste twee artsen en een beambte hun schriftelijke toestemming moeten geven.90 Niet alleen vanuit de politiek kwam er veel weerstand op de wetswijzing, ook artsen waren massaal tegen het legaliseren van abortus. Uit onderzoek van het Wickert-Insitut bleek dat maar liefst 63 procent van de gynaecologen in West-Duitsland in 1973 tegen de liberalisering van de abortuswet was.91 Het meest gehoorde argument

tegen de hervorming was het ethische en morele aspect. Gedurende

1973 gingen tienduizenden mensen de straat op om zowel voor als tegen de hervorming van de abortuswet te demonsteren. Religieus-conservatieve groepen waren massaal tegen een wetswijziging en riepen op ‘’doch mit dem Feuerhaken abzutreiben’’.92 Tegelijkertijd waren het vooral feministische groepen die voor waren. Der Spiegel trok de vergelijking met de Verenigde Staten, waar The Supreme

Court begin 1973 het recht op abortus in de grondwet opnam. Vanuit de katholieke kerk in de

Verenigde Staten kwam er minder weerstand dan van de Duitse katholieke kerk. Der Spiegel noemt de argumenten van Duitse geestelijken primitief. Hooggeplaatsten binnen de katholieke kerk in Duitsland spraken namelijk van ‘’Kindesmord an den Ungeborenen’’ en van ‘’Freibrief zum Töten’’.93 Der Spiegel vond deze uitspraken overduidelijk overdreven en achterhaald, zo blijkt uit de keuze voor het woord ‘’primitief’’. Het geeft echter wel duidelijk de tweedeling in de maatschappij op dat moment weer. Der Spiegel haalt zelfs de klassieke oudheid erbij om de lezer te overtuigen dat liberalisering van de abortuswet het juiste is.

88 Auteur onbekend, ‘Abtreibung: Massenmord oder Privatsache?’, Der Spiegel 21 (1973), p.38. 89 Bundeszentrale für politische Bildung, ‘1975: Streit um straffreie Abtreibung vor dem

Verfassungsgericht’(versie25 februari 2015), https://www.bpb.de/politik/hintergrund-aktuell/201776/1975-streit-um-straffreie-abtreibung

90 Auteur onbekend, ‘Abtreibung: Massenmord oder Privatsache?’, p.44. 91 Ibidem, p.44.

92 Ibidem, p.44-45. 93 Ibidem, p.46.

(20)

Die Philosophen Piaton und Aristoteles dagegen ermunterten aus bevölkerungspolitischen Erwägungen, die Frauen zur Abtreibung.94

In Rom, dem ‘’Pfuhl der Welt’’ (Tacitus), war solche Zurede nicht einmal vonnöten. Jeder

Familienvater bestimmte ob, wann und wie abgetrieben wurde. Föten galten als Privateigentum.95

Na het argument dat abortus in de oudheid als iets heel normaals gold, beschrijft der Spiegel wanneer dit veranderde, namelijk nadat het Christendom zijn intrede deed in de wereld en de oudheid verdween. Ook doen ze het Christendom en daarmee het standpunt van zijn aanhangers bijna af als belachelijk.

Keine andere Weltreligion verbietet ihren Anhängern die Empfängnisverhütung: nirgendwoanders sind die Priester so rabiat wie im vatikanischen Männerstaat (…)96

Vervolgens schroomt der Spiegel niet om in ‘’Abtreibung: Massenmord oder Privatsache?’’ verder in te gaan op de nadelen van illegale abortussen. Zo worden onnodige sterfgevallen genoemd, het feit dat illegale abortussen niet volgens de laatste medische ontwikkelingen en mogelijkheden worden uitgevoerd, alsmede het feit dat iedereen, arts of geen arts, voor veel geld een abortus uit kan voeren.97 Der Spiegel vond het overduidelijk een slechte zaak dat ondanks legalisering van abortus onder bepaalde voorwaarden in 1976 de ingreep alsnog niet breed toegankelijk was voor iedereen die dat wilde. In het artikel vervolgt der Spiegel zijn betoog voor abortus door te stellen dat de procedure zeker aan het begin van een zwangerschap niet veel voorstelt, de risico’s van de ingreep zeer beperkt zijn en de foetus er niets van meekrijgt. Ook ontkracht Der Spiegel het argument dat het legaliseren van abortus ervoor zou zorgen dat de bevolkingsgroei af zou nemen. Dit is volgens het blad niet bewezen. Uit alles blijkt dat Der Spiegel voorstander is van abortus en de liberalisering hiervan.

Bei den 26000 überwachten Amerikanerinnen kam es nur in 1,5 Prozent der Fälle zu einer Infektion (..). Für deutsche Verhältnisse wäre der Risiko-Faktor 1,5 Prozent beneidenswert niedrig. Den nach illegalen Eingriffen herkömmlicher Methode wird noch immer mit entzündlichen Komplikationen in zehn Prozent der Fälle gerechnet.98

Innerhalb der Dreimonatsfrist ist der Eingriff für die Schwangere relativ ungefährlich; in den ersten drei Monaten sind beim Embryo keine Hirnströme festzustellen (ein Merkmal, das in der modernen Medizin auch am anderen Ende des Lebensfadens, zur Bestimmung des Todeszeitpunktes, als entscheidend gewertet wird.99

94 Auteur onbekend, ‘Abtreibung: Massenmord oder Privatsache?’, p.49. 95 Ibidem, p.49.

96 Ibidem, p.49. 97 Ibidem, p.50. 98 Ibidem, p.52.

(21)

In 1974 liepen de gemoederen in West-Duitsland hoog op toen een anonieme vrouw voor het oog van de camera een abortus liet uitvoeren. Der Spiegel sprak met haar en publiceerde het artikel ‘’Ich fürchte mich nicht’’ in maart 1974. Met de publicatie van dit artikel gaf Der Spiegel het

pro-abortuskamp duidelijk een platform om zijn mening te ventileren. Het blad zette ook duidelijker dan voorheen de toon pro-abortus te zijn. De vrouw kreeg de gelegenheid te vertellen hoe makkelijk en ongecompliceerd haar abortus was. Ze greep tegelijkertijd de mogelijkheid aan om de lezer te informeren over de procedure.

Das Absaugverfahren, das ist die Methode überhaupt! Aber ich glaube, man sollte sagen, daß es wirklich nur bis maximal zur zehnten Woche möglich ist.100

Kritiek was er ook op sterilisatie voor vrouwen en de houding van katholieke gezondheidsinstellingen. Deze laatste stelden zich meer dan eens conservatief op volgens Der Spiegel. Een ongewenste zwangerschap in combinatie met het ontbreken van een mogelijkheid tot legale abortus leidden bij de geïnterviewde vrouw tot een diepe depressie. De keuze voor een abortus was snel gemaakt en de vrouw had hierbij gelukkig de steun van haar familie. De vrouw had tien jaar eerder een kind ter adoptie afgestaan en stelt dat deze ervaring voor haar veel meer belastend geweest is dan de abortus. Al met al is het hele artikel een groot uithangbord voor abortus. Der Spiegel is hierbij toch wat doorzichtig door juist deze vrouw als voorbeeld te nemen. Ze is katholiek en toch pro-abortus, haar familie is op de hoogte van de abortus en heeft geen bezwaren en ze heeft eerder een kind ter adoptie afgestaan. Deze feiten maken haar niet representatief voor de andere West-Duitse vrouwen die een abortus overwegen of al hebben laten uitvoeren. Over het algemeen waren de meningen over het laten uitvoeren van een abortus een stuk conservatiever dan Der Spiegel in dit artikel wil

doen voorkomen. Het feit dat legale

abortus in West-Duitsland lange tijd niet toegestaan was, betekende niet dat abortus niet voorkwam. In tegendeel zelfs. Volgens een onderzoek van Der Spiegel uit 1973 vond er elke twee tot drie

minuten een abortus plaats in West-Duitsland, wat neerkwam op zo’n 200.000 illegale abortussen per jaar.101 Om een abortus uit te laten voeren, moesten vrouwen vaak diep in de buidel tasten. De vrouwen die het zich konden veroorloven, konden naar een gediplomeerde arts die het uitvoeren van abortussen vaak als zeer lucratieve bijverdienste had. Omdat de ingreep vaak illegaal was, lieten artsen zich zwart betalen om de abortus uit te voeren en vroegen hoge bedragen. Voor die vrouwen die financieel minder bedeeld waren, was de keuze beperkter.102 Zij moesten zich dan ook meer dan eens richten tot niet-gekwalificeerde mensen die de ingreep thuis, onder slechte hygiënische omstandigheden, zonder de benodigde medische kennis en materiaal, uitvoerden. In deze gevallen was het risico op complicaties of zelfs de dood vanzelfsprekend een stuk groter dan wanneer een vrouw naar een gediplomeerde arts ging. Omdat het niet altijd even makkelijk was om een arts of persoon te vinden die de abortus wilde uitvoeren, voelden sommige vrouwen zich gedwongen om het heft in eigen hand te nemen en zich tot ‘’barbaarse’’ methoden te wenden.103 Voor de legalisering van abortus voerden sommige vrouwen de ingreep zelf uit met bijvoorbeeld een breinaald of door brandbaar materiaal in hun lichaam in te brengen en dit aan te steken, met alle gevolgen van dien.

100 Auteur onbekend, ‘Ich fürchte mich nicht’, Der Spiegel 12 (1974) p.24. 101 Auteur onbekend, ‘Abtreibung: Massenmord oder Privatsache?’, p.38. 102 Auteur onbekend, ‘Weg zur Engelmacherin’, Der Spiegel 36 (1978), p.46. 103 Auteur onbekend, ‘Weg zur Engelmacherin’, p.50.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Wij willen ons alzo op streng-Zuidnederlands standpunt plaatsen. De beeldende kunst moet ons nu het middel aan de hand doen om het specifiek-barokke in de literatuur te onderkennen.

• de pil werkt alleen als anticonceptiemiddel en niet tegen SOA / de pil is geen. geneesmiddel / zij bevat alleen hormonen

a sterke groei van de wereldeconomie b grotere vraag naar Canadese dollars. c exportwaarde van olie van Canada neemt toe d grotere vraag op

Onder de bedenkers van de pil worden de Amerikaan Gregrory Pincus, de Belg Ferdinand Peeters en de Organon medewerkers Max de Winter en Johannes van der Vies met name

Van den Biggelaar lijkt geen structurele verklaring te willen geven voor de verdwijning van ge- bouwen die vaak nog geen kwarteeuw oud waren, en noemt een complexe samenloop

Het is de taak van de samenleving om alles in het werk te stellen om te voor- komen dat mensen door hun beperking geen deel kunnen nemen aan een normaal leven, niet gewoon