• No results found

Staatsfeminisme in Turkije : Van Atatürk tot Erdogan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Staatsfeminisme in Turkije : Van Atatürk tot Erdogan"

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Masterscriptie Master Midden-Oosten 2014/2015

Staatsfeminisme in Turkije

Van Atatürk tot Erdogan

Universiteit van Amsterdam

Scriptiebegeleider: Dr. Mariwan Kanie Tweede beoordelaar: Dr. Robbert Woltering Datum: 25-06-2015

Student: Indy van Zuiden Studentnummer: 10221166 Aantal woorden: 17.811

(2)
(3)

3 English Abstract

This thesis will give insight into the position of women in Turkey, looking at her role in the first years of the Turkish Republicduring the leadership of Atatürk and her role in the current politics of the APK and Erdogan. Both regimes will be discussed bylooking at their political ideology and their reforms on women’s rights during their period of ruling Turkey. The focus of this thesis will be the impact of the use of state feminism in both regimes.

State feminism is the use of reforms to enhance the position of women, organized with top down policy. This kind of feminism is usually used for the benefit of the state, regardless of the effect the policy will have on women. The policy is designed to enhance the position of women to the likings of the state. These policy reforms are commonly used to improve the state’s international reputation or to theoretically satisfy their population.

Since the Republic Turkey was established by Mustafa Kemal, or Atatürk, the position of Turkish women has changed enormously. The Ottoman Empire had a traditional outlook on the gender issue and the empire was built on an Islamic patriarchal base. With the growing influence of nationalism in the Ottoman Empire and the destroying effects of the First World War, Turkey eventually, from a sultanate, turned into a republican nation-state under the rule of Mustafa Kemal Atatürk, ‘father of the Turks’. The emancipation of women was one of the main pillars of Atatürk’s policy and his reforms were focused on creating a new, Turkish identity. Despite his best interest in women, the voice of the female community of the new Republic was never heard. The Republican government used sate feminism to shape their new founded Turkish society, regardless of the actual effects on the population.

During the rise of the popularity of political Islam in the Middle, Turkish politics were also influenced by this new trend. Islamist political parties tried to take the lead in Turkey but the core ingredient for the Turkish Republic, secularism, brought a stop to Islamism taking over Turkish politics. Former Islamist politicians, who wanted a more democratic and conservative approach for Turkey, eventually founded the Justice and Development Party (AKP). Since it’s coming to power in 2002, the AKP developed from a democratic

conservative view to a more traditionalist approach. Although the party initially wanted to create more equal rights for women in every aspect of common life, their leader Recep Tayyip Erdogan’s statements and the party’s actions from the last two years prove otherwise. The AKP used the emancipation of women to help their admission to the European Union, but in practice the position of Turkish women only declined.

(4)

4 regimes used it to their own benefits. The future of Turkish women and their position in the Turkish society will depend on the composition of the next Turkish government.

(5)

5 Inhoudsopgave

English Abstract p. 3

Dankwoord p. 7

Inleiding p. 8

Hoofdstuk 1 – De Turkse moderne staat en staatsfeminisme p. 10

1.1 Inleiding p. 10

1.2 De creatie van de moderne staat en de vrouwenkwestie p. 10 1.2.1 Creatie van de moderne staat in het Midden-Oosten p. 10 1.2.2 Het Ottomaanse Rijk en de positie van de vrouw p. 11 1.2.3 Nationalisme en de vorming van de Turkse moderne staat p. 14

1.3 Staatsfeminisme p. 15

1.3.1 Staatsfeminisme in het Midden-Oosten p. 15

1.3.2 Staatsfeminisme in Egypte p. 16

1.3.3 Staatsfeminisme in Tunesië p. 17

1.3.4 Staatsfeminisme in Turkije p. 18

1.4 Conclusie p. 19

Hoofdstuk 2 – De vrouw in Turkije van Atatürk p. 20

2.1 Inleiding p. 20

2.2 De Republiek Turkije en vrouwenrechten p. 20

2.2.1 De Republiek en Atatürk p. 20

2.2.2 Aanloop naar de onafhankelijke staat Turkije p. 21 2.2.3 Atatürk’s Republiek en modernisering p. 23

2.2.4 Hervorming en de vrouwenkwestie p. 23

2.3 De republikeinse vrouwenrechten in de Turkse praktijk p. 24 2.3.1 De republikeinse vrouw als symbool voor modernisering p. 24 2.3.2 De emancipatoire wetgeving in de Turkse praktijk p. 25 2.3.3 De rol van de vrouw in de Turkse politiek p. 26

2.4 Conclusie p. 27

(6)

6

3.1 Inleiding p. 29

3.2 Opkomst islamisme p. 29

3.3 Politieke islam in Turkije p. 30

3.3.1 De opkomst van islamisme in Turkije p. 30 3.3.2 Gevolgen islamisme voor de vrouw in Turkije p. 33

3.4 Conclusie p. 36

Hoofdstuk 4 – De AKP, Turkije en de positie van de vrouw p. 38

4.1 Inleiding p. 38

4.2 De realisatie van de AKP in de politiek van Turkije p. 39

4.2.1 Totstandkoming AKP p. 39

4.2.2 Machtsverschuivingen binnen de AKP p. 41

4.3 De vrouw en het politieke beleid van de AKP p. 42

4.3.1 De vrouw in de AKP p. 42

4.3.2 Vrouw en het beleid van de AKP p. 44

4.3.2.1 AKP’s eerste regeertermijn en politieke hervormingen p. 46 voor de vrouw (2002 – 2007)

4.3.2.2 AKP’s tweede regeertermijn en de Turkse vrouw p. 47 (2007 – 2011)

4.4 Turkije, AKP en de vrouw vanaf 2011 p. 48

4.4.1 Ontwikkeling van de AKP sinds 2011 p. 48

4.4.2 De Turkse verkiezingen van juni 2015 p. 49

4.5 Conclusie p. 51

Conclusie p. 53

(7)

7 Dankwoord

Mijn dank gaat uit naar mijn scriptiebegeleider Dhr. Dr. M. Kanie, voor de prettige

begeleiding en academische ondersteuning bij het schrijven van dit onderzoek. Tevens wil ik alle docenten en studenten van de Master Midden-Oosten bedanken voor een leerzaam en leuk jaar. Ik heb dit onderzoek mogen ervaren als een mooie afsluiting van mijn

studiecarrière.

Ten slotte dank ik mijn familie en vrienden voor hun geduld en steun de afgelopen maanden, in het bijzonder mijn zus, Coco van Zuiden.

Indy van Zuiden Amsterdam, juni 2015

(8)

8 Inleiding

Begin twintigste eeuw begon in Turkije het proces van modernisering. Onder leiding van president Mustafa Kemal Atatürk is Turkije in 1923 de moderne Republiek Turkije geworden. In diezelfde periode is de grootschalige sociale modernisering van Turkije gestart. Het

uiteindelijke doel was een Europees georiënteerde, seculiere Turkse staat. 1

Een onderdeel van het sociale modernisatieproject van Mustafa Kemal Atatürk was het zorgen voor gelijke rechten voor de vrouw ten opzichte van de man. De hervormingen

begonnen met de distantiering van islam en de scheiding van religie en staat. Vervolgens veranderde de positie van de vrouw door de implementatie van emancipatoire wetgeving. Atatürk heeft middels top down wetgeving geprobeerd de rol van de vrouw aan te laten sluiten zijn visie over de nieuwe moderne maatschappij. Deze vorm van implementatie van

wetgeving is aan te merken als staatsfeminisme. De hervormingen op het gebied van vrouwenrechten zijn tot op de dag van vandaag als baanbrekend te definiëren.2 Het

progressieve beleid van Atatürk ter verbetering van de positie van de vrouw had echter niet het gewenste effect. Er ontstond een nieuw ideaalbeeld voor de Turkse vrouw dat in de praktijk niet altijd haalbaar was.3

Nu, bijna een eeuw later, is de positie van de vrouw in Turkije opnieuw aan het veranderen onder de regering van premier Recep Tayyip Erdogan en zijn partij de Adalet ve Kalkinma Party (AKP). De uitspraak “De man en de vrouw zijn niet gelijk” die Erdogan eind 2014 deed op een congres over de positie van de vrouw in Turkije illustreert dit.4

In dit onderzoek zal de positie van de vrouw in Turkije ten tijde van Atatürk en ten tijde van Erdogan in kaart worden gebracht om ze met elkaar te kunnen vergelijken. De focus zal daarbij liggen op de invloed van staatsfeminisme. De hoofdvraag luidt dan ook, ‘Welke invloed heeft staatsfeminisme op de positie van de vrouw in de Turkse Republiek van 1923 in vergelijking met nu?’.

De focus van het onderzoek ligt binnen de ontwikkeling van nationalisme, islamisme en post-islamisme in het Midden-Oosten. Het ontstaan van moderne natiestaten en de rol van de vrouwenkwestie daarin zal worden bekeken met betrekking tot Turkije. Naast

nationalisme, zal het onderzoek ook kijken naar het ontstaan van islamisme in Turkije en de weerslag ervan op de positie van de vrouw in kaart brengen. De uitdaging van dit onderzoek 1 Kandiyoti (2003), p. 264. 2 White (2003), p. 145. 3 White (2003), p. 145. 4

The Guardian, http://www.theguardian.com/world/2014/nov/24/turkeys-president-recep-tayyip-erdogan-women-not-equal-men, geraadpleegd op 7-5-2015.

(9)

9 zal te vinden zijn in de categorisering van de huidige heerschappij in Turkije. De vraag is, of het Turkse regime van Erdogan langzaamaan aan het islamiseren is. Het is daarbij van belang om te kijken of de wetgeving hierbij ook blijvend zal veranderen betreffende de positie van de vrouw. Is emancipatoire wetgeving vanuit de staat, staatsfeminisme, bestendig tegen de eventuele islamisering van de samenleving, aangezien de positie van de vrouw sinds Atatürk gedicteerd is vanuit de overheid? Ook de parlementsverkiezingen van juni 2015 zullen bekeken worden en de invloed van de uitkomst op de toekomst van Turkije en de positie van de vrouw aldaar.

Voor het onderzoek zal gebruik worden gemaakt van secundaire literatuur over de positie van de vrouw in Turkije in beide periodes. In het kader van dit onderzoek zal voornamelijk worden gekeken naar academici die zich specialiseren in de genderkwestie in het Midden-Oosten, de politieke structuur van Turkije en het begrip staatsfeminisme. Zo worden de artikelen over de positie van de vrouw in de beginjaren van de Republiek Turkije van Deniz Kandiyoti, onderzoekster naar de genderkwestie in het Midden-Oosten, diverse keren aangehaald en komt het werk van de antropologe Jenny White over Turkije en de rol van staatsfeminisme veelvuldig aan bod. Verder zal er voornamelijk worden gekeken naar het werk van politicologen en sociologen uit Turkije en het Midden-Oosten. Voor de theorie met betrekking tot islamisme zal het werk over politieke islam van politicoloog Gilles Kepel, wiens specialisme bij politieke islam ligt. Met betrekking tot post-islamisme zal er in dit onderzoek gekeken worden naar het werk van socioloog Asef Bayat en politicoloog Ishen Dagi, beide gespecialiseerd in de politiek en maatschappij van het Midden-Oosten.

Hoofdstuk 1 richt zich op de creatie van de moderne staat in het Midden-Oosten en de rol van de positie van de vrouw daarin. Daarna zal dit hoofdstuk zich toespitsten op de situatie in Turkije. Ook zal in dit hoofdstuk de term staatsfeminisme worden geïntroduceerd, waarbij er in zal worden gegaan op de verschillende definities van deze term. In hoofdstuk 2 zal het Turkije ten tijde van het leiderschap van Atatürk centraal staan, evenals de positie van de vrouw in de Republiek en de constitutie. Hoofdstuk 3 zal de opkomst van islamisme in Turkije beschrijven, waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de invloed van islamisme op de positie van de vrouw. In hoofdstuk 4 staat Turkije, meer in het bijzonder de

veranderende positie van de vrouw, onder het leiderschap van Erdogan en de AKP centraal. In alle hoofstukken zal getracht worden de veranderingen en hervormingen voor de vrouw in Turkije gedurende 1923 tot nu te koppelen aan de mate van aanwezigheid van

staatsfeminisme.

(10)

10 Hoofdstuk 1 – De Turkse moderne staat en staatsfeminisme

1.1 Inleiding

In dit hoofdstuk zal de rol van nationalisme en de vrouwenkwestie in het ontstaan van

moderne staten in het Midden-Oosten centraal staan. Er zal hierbij specifiek in worden gegaan op het ontstaan van de Turkse moderne staat. Daarnaast zal het begrip ‘staatsfeminisme’ worden gedefinieerd onder andere aan de hand van voorbeelden uit de regio, met name Egypte en Tunesië.

In dit hoofdstuk zal verwezen worden naar de ‘de vrouwenkwestie’, ‘de

genderkwestie’ en ‘de positie van de vrouw’. Voornoemde begrippen zien op de ongelijkheid van de vrouw ten opzichte van de man, meer in het bijzonder om de ongelijke rechten en hun verschillende positie in de samenleving.

1.2 De creatie van de moderne staat en de vrouwenkwestie

1.2.1 Creatie van de moderne staat in het Midden-Oosten

Door de vrouwenkwestie in het licht van de creatie van moderne staten in het Midden-Oosten te bekijken, wordt de plek van de kwestie in het proces van modernisering in de regio

duidelijk. Het moderniseringsproces in het Midden-Oosten ging gepaard met de opkomst van nationalisme aldaar. De ontwikkeling van de civil society, het maatschappelijk middenveld in de gelaagde samenleving, heeft door het verschaffen van platform voor discussie bijgedragen aan het vormen van een nationalistisch discourse. De civil society ontwikkelde zich in de publieke sfeer door de aanwezigheid van het kolonialisme. Het kolonialisme en het bijkomende moderniseringsproject naar westerse maatstaven, wekte frustratie op onder de gekoloniseerde bevolking. De civil society werd de spreekbuis voor het nationalisme als reactie tegen de Europese invloed maar fungeerde tevens als spreekbuis voor de

modernisering van de nationale staat en het verkrijgen van een gelijke plek in de

internationale politiek.5 Vrouwenemancipatie was voor vrouwen in het Midden-Oosten een manier om het nieuwe nationalistische discourse eigen te maken.6

In de volgende paragrafen zal specifiek worden ingegaan op de ontwikkeling van de Turkse moderne staat, alsmede de rol van de vrouwenkwestie en nationalisme in deze ontwikkeling.

5

Pratt (2007), pp. 31 – 32.

(11)

11 1.2.2 Het Ottomaanse rijk en de positie van de vrouw

In het kader van de rol van nationalisme en de vrouwenemancipatie in de Turkse moderne staat, is het van belang om nader in te gaan op het ontstaan van de Turkse moderne staat vanuit het Ottomaanse Rijk. Het Ottomaanse Rijk regeerde sinds de veertiende eeuw over een groot deel van het Midden-Oosten. Haar macht nam eind achttiende eeuw af door de militaire en technologische opkomst van Europa en de nationalistische sentimenten in verschillende delen van het rijk.7

In de eerste helft van de negentiende eeuw ontstonden er al diverse initiatieven voor vrouwenemancipatie in het Ottomaanse Rijk vanuit verschillende groeperingen uit de

maatschappij. Sultan Mahmud II initieerde hervormingen voor het Ottomaanse Rijk, genaamd de Tanzimat periode. Voorstanders van de Tanzimat vroegen om enkele emancipatoire

maatregelen. Deze maatregelen hielden onder anderen het wettelijk vaststellen van de afschaffing van polygamie en de concubines van de Sultan in. Ook kwamen de vrije keuze voor de vrouw in haar dagelijkse kledij, vrije keuze van echtgenoot en de afschaffing van het arrangeren van huwelijken alsmede de mogelijkheden voor hoger onderwijs voor vrouwen ter sprake. In de tijd voor het ter sprake komen van deze hervormingen had de vrouwenkwestie in het Ottomaanse Rijk nog geen plek binnen de politiek, mede dankzij de islam en de

beperkingen voor de vrouw bij het leven als Moslim.8

De emancipatie van vrouwen werd aangemoedigd door intellectuelen, alsmede enkele vrouwelijke schrijvers en dichters. Tevens werden door deze vrouwen tijdschriften opgezet ter promotie van de rechten voor en vrijheden van de vrouw. Deze bewegingen waren

voornamelijk in de steden tot bloei gekomen waardoor het platteland weinig verandering ondervond naar aanleiding van de ontwikkelingen van de vrouw. Met de komst van deze ontwikkeling binnen de Turkse vrouwelijke gemeenschap, kwam ook de dringende vraag op naar onderwijs voor vrouwen.9 Sultan Abdul-Aziz opende in 1863 een lerarenopleiding voor vrouwen, welke zich van Koranleer tot meer seculier onderwijs ontwikkelde.10 Ondanks het opzetten van deze opleiding, was er een groot tekort aan vrouwelijke leraren in het rijk. Dit probleem kwam tevens naar voren bij het invoeren van de wet voor publiek onderwijs voor jongens en meisjes in 1969.11

De eerste belangenorganisaties voor vrouwen werden opgezet in 1867. Deze 7 Feroz (2003), p. 22. 8 Safarian (2007), p. 141. 9 Sumer (2013), p. 4. 10 Roshwald (2013), p. 221. 11 Safarian (2007), p. 142.

(12)

12 vrouwenorganisaties hielden zich voornamelijk bezig met de culturele ontwikkeling van de vrouw evenals onderwijs voor de vrouw . De verbetering van haar sociale status was bij deze organisaties nog niet aan de orde. Tijdens de Tanzimat periode waren er geen baanbrekende veranderingen in de status van de vrouw in het Ottomaanse Rijk aan te duiden omdat de hervormingen niet volledig tot de maatschappij doordrongen.12

In 1876 kwam er een einde aan de Tanzimat periode middels het aannemen van een constitutie door Sultan Abdulhamid II. De aanname van een constitutie was baanbrekend, maar helaas van korte duur. Twee jaar later, na onrust op de Krim en kritiek vanuit Europa, schafte de Sultan de constitutie weer af.13 Ondanks deze afschaffing steunde de Sultan in 1881 de verdergaande ontwikkeling van onderwijs voor de vrouw. Tevens verbood hij zelfs het dragen vaneen sluier voor vrouwen in openbare ruimten. Deze besluiten van de sultan riepen echter hevige oppositie op van de islamitische geestelijken in het rijk. De ontwikkelingen gingen daarom langzaam, waardoor slechts een kleine welgestelde groep, namelijk de elitaire toplaag van de Ottomaanse bevolking, hiervan kon profiteren. In beginsel was immers kapitaal nodig om dochters naar school te kunnen sturen. Kortom, de emancipatoire bewegingen werden door de klassenmaatschappij gelimiteerd tot de bovenlaag.14

Na de staatsgreep op Sultan Abdulhamid II door de Committee of Union and Progress (CUP), ook wel officieus de Jonge Turken genaamd, een nationalistische groepering actief sinds 1889, werden er in het kader van de emancipatie van de vrouw grote stappen gemaakt. Tijdens de zogenaamde Jonge Turken Revolutie in 1908, werd de constitutie uit 1876 opnieuw aangenomen.15 In datzelfde jaar werd de eerste vrouwenbeweging opgezet die zich inzette voor de status van de vrouw in de maatschappij. Deze vrouwenbeweging kreeg de naam ‘Rood-Wit’, naar de kleuren van de nationalistische beweging de CUP. Het

voornaamste streven van de ‘Rood-Wit’ beweging en soortgelijke bewegingen die na 1908 opkwamen, was het verzekeren van de sociale status van de vrouw door onderwijs en opleidingen af te dwingen. Vrouwelijke hoge ambtsbekleders in de emancipatoire

belangenverenigingen kregen steeds meer macht in de strijd voor meer onderwijs voor de vrouw. Vrouwenemancipatie kwam gedurende deze periode dus nog steeds voort uit de elite.16

De meest radicale verandering voor de vrouw in het Ottomaanse Rijk vond plaats in 12 Safarian (2007), p. 142. 13 Roshwald (2013), p. 221. 14 Abadan-Unet (1981), pp. 6 – 7. 15 Roshwald (2013), pp. 223 – 224. 16 Abadan-Unet (1981), p. 7.

(13)

13 het begin van de twintigste eeuw. Het betrof haar sociale status in de maatschappij tijdens de Eerste Wereldoorlog. In het kader van de Eerste Wereldoorlog werden vrouwen voor het eerst uit hun traditionele isolement gehaald en tewerkgesteld in de productie van voedsel of

wapens. Het tekort aan mankracht werd op die manier gecompenseerd. Het Ministerie van Handel creëerde destijds een wet om vrouwelijke arbeidskracht te ontwikkelen, waarna ook ziekenhuizen, postkantoren, banken en dergelijke instituties hun deuren opende voor de hulp van vrouwen. Deze veranderingen waren in werking gezet door het tekort aan mankracht als gevolg van de grote inzet van mannen in de oorlog. Ondanks de noodzakelijke hulp van de vrouw bracht deze ontwikkeling geen algemene acceptatie voor werkende vrouwen met zich mee. Door de groeiende betrokkenheid van de vrouw in de gemeenschap, groeide echter ook de ondermijning van de Sharia wetgeving. Deze tegenstrijdigheid werd gebruikt door

toenmalig Turks socioloog Ziya Gökalp om de strijd voor gelijke rechten en plichten van de man en de vrouw voort te zetten en hiermee Turks nationalisme kracht bij te zetten. Ziya Gökalp werd aangemerkt als de ‘vader van het Turkse nationalisme’ en grondlegger van de ideologie van de Jonge Turken.17

In het Ottomaanse Rijk werd de vrouwenemancipatie in relatie gebracht met de opkomst van de modernisering. Eind negentiende, begin twintigste eeuw is de problematiek omtrent de vrouwenkwestie en de rol van deze kwestie bij het ontwikkelen van een moderne staat door Qasim Amin in kaart gebracht in de vorm van twee boeken. Qasim Amsin was een Egyptische jurist, oorspronkelijk afkomstig uit een Koerdische familie te Irak en werd

gedefinieerd als de eerste Arabische feminist. Hij zette zich in voor vrouwenemancipatie en de bevrijding van de vrouw uit de huiselijke afzondering in Egypte.18 Zijn feministische ideeën kwamen op in de tijd van islamitische hervormingen en de trage opkomst van nationalisme eind negentiende eeuw. Veel Egyptische vrouwengroeperingen hadden echter eenzelfde denkwijze ontwikkeld voordat Qasim Amin’s boeken werden gepubliceerd. Deze denkwijze is vastgelegd in de vorm van essays, die werden gepubliceerd in tijdschriften voor vrouwen. Daarnaast ontstond er binnen de vrouwengroeperingen debat over hun gebrek aan gelijkheid en vrijheid ten opzichte van de man.19 Het verschil tussen de feministische

ontwikkelingen bij de Egyptische vrouwen enerzijds en bij Amin anderzijds, was het feit dat Amin de vrouwenkwestie bij het mannelijke deel van de Egyptische bevolking probeerde kenbaar te maken en de vrouwengroeperingen dit niet voor elkaar kregen. Amin verwerkte

17 Abadan-Unet (1981), pp. 8 – 9. 18 Al-Ali (2000), p. 58. 19 Badran (2009), p. 56.

(14)

14 zijn ideeën over de ontwikkeling en bevrijding van de vrouw in een groter geheel, namelijk in de Egyptische nationale modernisering bij het creëren van moderne families in de nieuwe maatschappij.20 Qasim Amin was de eerste Arabische intellectueel die de vrouw als onderdeel zag van het moderniseringsproces.

In het Turkse nationalisme wordt de relatie tussen modernisering en de

vrouwenkwestie nog sterker benadrukt. In de volgende paragraaf zal de voortzetting van het Turkse nationalisme en de emancipatie van de Turkse vrouw aan bod komen. Het Turkse nationalisme faciliteerde de opkomst van de nationalistische Jonge Turken en het Kemalisme, afgeleid van Mustafa Kemal, beter bekend als Atatürk. Het Kemalisme was de leidende ideologie tijdens de vorming van de Republiek Turkije. In paragraaf 1.2.3 komt de rol van Atatürk bij de totstandkoming van de Republiek Turkije aan bod.

1.2.3 Nationalisme en de vorming van de Turkse moderne Staat

Het Turks nationalisme vindt haar oorsprong bij de Jonge Turken, ofwel de CUP. Zoals eerder aangegeven in paragraaf 1.2.2, nam de CUP in 1908 de macht over in het overgebleven deel van het Ottomaanse Rijk door middel van een staatsgreep op Sultan Abdulhamid II. De CUP was uit op de afschaffing van de absolute machthebber. Met het herinvoeren van de constitutie stegen de verwachtingen van de bevolking naar de voorgenomen hervormingen en de modernisering van het Rijk. Buitenlandse machten reageerden echter op de

machtsovername door middel van de annexatie van Ottomaans grondgebied. Bij het herstellen van de constitutie stelden de CUP de progressieve leider Mehmet VI aan als leider van het Rijk om op die manier een constitutionele monarchie te creëren.21

Onder leiding van Mehmet VI regeerde de CUP volgens de ideologie van Ottomansime. Het Ottomanisme ging uit van het vormen van een eenheid van de

verschillende religieuze en etnische gemeenschappen in het Ottomaanse Rijk. Deze ideologie was echter niet volledig bevredigend voor de Turkse gemeenschap in het Rijk. Een ander lid van de CUP, Ziya Gökalp, ontwikkelde daarom de ideologie van het Turkisme. Hij

ontwikkelde het concept van een nationale identiteit van de Turk en schreef het boek genaamd ‘The Origins of Turkism’. Dit boek is een uiteenzetting van zijn ideologie over de

grondslagen van de nationale Turkse identiteit. Hoewel de ideologie van Gökalp weinig voet in de aarde had gedurende de jaren voor de Eerste Wereldoorlog, gaf het wel de aanzet tot het

20

Badran (2009), p. 56.

(15)

15 Turks nationalisme.22

Ziya Gökalp ontwikkelde een Europees georiënteerde visie ten opzichte van de status van de Turkse vrouw binnen zijn ideologie van het Turkisme. Gökalp liet zich inspireren door sociologen als Emile Drukheim en Auguste Comte omtrent de gelijkheid van rechten voor de vrouw in het huwelijk, scheiden en erfenis. Voor Gökalp was ‘Turks feminisme’ een van de belangrijkste agendapunten voor de hervorming van het Turkse volk.23 Gökalp gaf prioriteit aan het moderniseren van het familieleven van de Turkse samenleving, alsmede het toekennen van gelijke rechten voor vrouwen en mannen binnen het kader van familierecht.24 In zijn werk over het Turkisme haalt Gökalp Turkse schrijfster Halide Edib aan als invloed op zijn

ideologie. Halide Edib was een van de leden van de kleine groep notabele vrouwelijke Turkse schrijfsters die naam begonnen te maken eind negentiende, begin twintigste eeuw. Het

noemen van Edib door Gökalp markeert een duidelijke verandering in de kijk op het intellect van vrouwen in de Turkse gemeenschap.25

Door de deelname aan de Eerste Wereldoorlog en het gebrek aan cohesie binnen de CUP, begon het Ottomaanse Rijk reeds verder verdeeld te raken. Nadat het Rijk veel verlies had geleden in de Eerste Wereldoorlog, groeide de macht van Europa aldaar. Frankrijk en Engeland begonnen grote stukken van het Arabische deel van het Ottomaanse Rijk in te nemen waardoor het Rijk nog verder uiteen viel. Atatürk had in die tijd ook zitting in de CUP. Atatürk speelde in op het uiteenvallen van het rijk en vormde zijn eigen strijdgroep waarmee hij begin 1920, tegen het Rijk en tegen de Europese invloed vocht voor de oprichting van een Turkse nationale staat.26

De visie van Atatürk over het Turkse volk was het volgende:

‘Turkish people forming the Turkish Republic are called the Turkish nation’ – Mustafa Kemal, Atatürk.27

Deze definitie van het Turkse volk en de Turkse natie, elimineert religieuze en regionale verschillen binnen het Turkse volk en reflecteert het Turkse nationalisme. Hij presenteert de turken hier als een natie met eigen onafhankelijke staat. Atatürk’s visie heeft tevens geen raciale connotatie, maar gaat uit van een gemeenschappelijke Turkse cultuur. Deze Turkse cultuur houdt in dat een Turk is opgegroeid op Turks grondgebied met Turks als moedertaal.

22

Cleveland and Bunton (2009), pp. 139 – 140.

23 Moghadam (2003), p. 91. 24 Sarafian (2007), p. 149. 25 Ibidem, p. 145. 26 Roshwald (2014), pp. 222 – 226. 27 Karal (1981), p. 19.

(16)

16 Volgens Atatürk maken voornoemde elementen iemand Turks en doet etniciteit er niet toe. 28 Uiteindelijk werd op 29 oktober 1923 de Republiek Turkije gesticht, waarbij Atatürk als eerste president van Turkije werd verkozen. De notie van de Turkse natie is voor Atatürk voornamelijk seculier, republikeins en anti-imperialistisch. Atatürk deed meer afstand van islam in zijn visie voor de Turkse moderne staat dan bijvoorbeeld Ziya Gökalp. Zijn moderniseringsproject inspireerde hij op de Franse Verlichting en het antiklerikalisme.

Atatürk ging echter verder dan Frankrijk, in het bijzonder in zijn emancipatoire hervormingen voor Turkije. De Turkse vrouw kreeg bijvoorbeeld in 1930 actief stemrecht, waarna Frankrijk dit jaren later pas invoerde.29

In hoofdstuk 2 zal Atatürk aan bod komen, alsmede het Turkije onder zijn regime en de rol van de vrouw in zijn Turkije. Atatürk had grote modernistische dromen voor de Republiek Turkije. De manier waarop de vrouwenkwestie werd opgenomen in de constitutie van Atatürk, was een baanbrekend fenomeen. De vrouwen in de Republiek kregen nooit eerder toegewezen rechten en vrijheden, waardoor zij een centrale rol in het

modernisatieproces kreeg. Het bijzondere aan de ingevoerde vrouwenrechten door Atatürk, is gelegen in het feit dat ze niet vanuit de maatschappij waren afgedwongen, maar vanuit de staat geïnitieerd werden. Dit fenomeen heet ‘staatsfeminisme’ en zal in de volgende paragraaf uitgediept worden.30

1.3 Staatsfeminisme

1.3.1 Staatsfeminisme in het Midden-Oosten

Zoals in de laatste alinea van de vorige paragraaf is aangegeven, wordt het fenomeen staatsfeminisme gedefinieerd als ‘het doorvoeren van door de staat, top down, geïnitieerde emancipatoire rechten en vrijheden voor de vrouw’. Omdat deze rechten en vrijheden niet door vrouwen in de samenleving zelf zijn afgedwongen, hebben zij vaak ook geen inspraak gehad in de emancipatoire hervormingen. Staatsfeminisme wordt daarom vaak als negatief gezien, omdat staten het kunnen gebruiken als middel om een doel te bereiken binnen de nationale of internationale politiek. Daarnaast is de emancipatoire wetgeving volgens staatsfeminisme vaak niet bestendig tegen bijvoorbeeld een machtswisseling of bij

economische problematiek, waarbij de vrijheden en rechten voor de vrouw ineens kunnen

28 Karal (1981), pp. 16 – 18. 29 Moghadam (2003), p. 91. 30 White (2003), p. 145.

(17)

17 verdwijnen.31

Staatsfeminisme is in het Midden-Oosten opgekomen tijdens het ontstaan van

moderne staten. Bij het moderniseren van de samenleving en bij het stichten van een moderne staat is staatsfeminisme geïncorporeerd in de politiek van vele landen in het Midden-Oosten. Aangezien dit onderzoek zich toespitst op de rol van staatfeminisme in Turkije, zal het begrip in deze paragraaf verder worden gedefinieerd. Door het kort behandelen van staatsfeminisme in Egypte en Tunesië, zal er een bredere context voor dit fenomeen in het Midden-Oosten worden gecreëerd.

1.3.2 Staatsfeminisme in Egypte

Politicologe Mervat Hatem definieert staatsfeminisme in haar tekst over staatsfeminisme in Egypte als ‘de toewijding van een staat aan de rechten van de vrouw, in de wettelijke en ideologische vorm’. Deze hervormingen zijn ambitieuze projecten van staten om de productieve en reproductieve functie van de vrouw in de maatschappij te benadrukken. De opkomst van staatsfeminisme is volgens Hatem te wijten aan de welvaartsstaten die

ontstonden naar aanleiding van het nationalisme, omdat de arbeid van de vrouw uit de onder- en middenklasse in verschillende facetten van de maatschappij nodig was.32

Staatsfeminisme werd voornamelijk toegepast in het Egypte onder het regime van president Nasser in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Nadat Egypte

onafhankelijkheid verkreeg van de Britten, ontstond er in 1956 een constitutie. Pas in de later gewijzigde constitutie van 1963 kregen mannen en vrouwen echter gelijke kansen in de maatschappij. Er werd in de laatstgenoemde constitutie verklaard dat alle Egyptische burgers gelijk waren en dat discriminatie op het gebied van gender, ras, religie of taal verboden was. Daarnaast maakte de staat zich hard voor de plaats van de vrouw in de economie en stelde vrouwelijke participatie op de arbeidsmarkt als prioriteit. De paradox aan deze hervormingen is gelegen in het feit dat de status van de vrouw niet werd veranderd. Deze status was reeds vastgesteld in 1920 en 1930 en zag toe op de economische afhankelijkheid van de vrouw ten opzichte van de man en tevens op het ontbreken van het recht om te scheiden. De staat nam het monopolie op de vrouwenkwestie over van de feministische groeperingen in Egypte.

31

White (2003), p. 145.

(18)

18 Hierdoor was de vrouw afhankelijk van de staat voor werk en afhankelijk van haar familiale sfeer voor onafhankelijkheid.33

1.3.3 Staatsfeminisme in Tunesië

In 1955 werd Tunesië onafhankelijk van de Fransen, waarna er een periode aanbrak van instabiliteit en conflict op het bestuurlijke gebied, net als in Egypte na diens

onafhankelijkheid. Uiteindelijk regeerde het regime van Bourguiba met een

één-partijregime waarin hij op een dictatoriale wijze alle politieke macht naar zich toetrok. Hoewel anti-imperialisme een van de grootste pijlers in zijn partijprogramma was, was de rol van de vrouw in Tunesië ook uitzonderlijk.34

In het boek van politicologe Nicola Pratt over de rol van de democratisering van autoritarisme in de Arabische wereld wordt staatsfeminisme in Tunesië besproken. De staat wijdde zich net als Egypte aan het verbeteren van de positie van de vrouw door haar meer vrijheden en meer rechten te verschaffen, om de conditie van de vrouw in de samenleving en haar deelname daaraan te verbeteren. In Tunesië was de prioriteit die het land gaf aan de integratie van de vrouw in de economie dusdanig vooruitstrevend. De staat beschermde de emancipatie van de vrouw door eind jaren vijftig een unie op te richten die de vrouwenrechten zou gaan promoten.35

Ook in Tunesië heeft staatsfeminisme als een strategisch instrument geholpen bij het versterken van de macht van het regime. Door het creëren van een stabiliteit voor de vrouw kon het regime op steun rekenen van de vrouwelijke gemeenschap in Tunesië. De

modernisering van de maatschappij kon niet succesvol zijn zonder de modernisering van de rol van de vrouw.36

1.3.4 Staatsfeminisme in Turkije

De stichting van de Republiek van Turkije in 1923 door Mustafa Kemal, Atatürk, ging gepaard met toenmalige baanbrekende hervormingen wat betreft vrouwenrechten, zo schrijft Jenny White in haar tekst over staatsfeminisme in Turkije. De staat moedigde vrouwen aan geen hoofddoek meer te dragen en zich te ontwikkelen met behulp van onderwijs. De

emancipatoire hervormingen van de staat waren echter enkel toepasbaar op het gegoede deel van de bevolking, de vrouwen uit de midden- en bovenklasse. Dit had tot gevolg dat een groot 33 Hatem (1992), pp. 322 – 323. 34 Pratt (2007), pp. 53 – 54. 35 Ibidem, p. 55. 36 Ibidem, p. 56.

(19)

19 deel van de Turkse vrouwelijke bevolking zich niet verrijkt voelde met de nieuwe rol van de vrouw in de samenleving. De staat hield geen rekening met de uitvoering van haar wetgeving, enkel met de boodschap ervan. Dat is volgens White staatsfeminisme, namelijk vanuit de staat gereguleerde emancipatoire wetgeving ter verbetering van de maatschappelijke positie van de vrouw ten behoeve van de staat zelf in plaats van de vrouw. 37

Staatsfeminisme is een fenomeen dat is gebruikt als onderdeel in het proces van de modernisering van onafhankelijke staten in het Midden-Oosten. Om na de koloniale overheersing een onafhankelijke democratische staat te kunnen stichten in het Midden-Oosten, naar modern Westers voorbeeld, was het gebruik van staatsfeminisme van belang. Egypte, Tunesië en Turkije zijn hier voorbeelden van.

1.4 Conclusie

In dit hoofdstuk is de rol van de vrouwenkwestie tijdens het moderniseringsproces in Turkije en de creatie van de moderne staat besproken. Het moderniseringsproces begon in het

Ottomaanse Rijk, waar de emancipatie van de vrouw, door onder ander Qasim Amin, als onderdeel van de moderniteit werd gezien. Door het moderniseringsproces en het anti-imperialisme ontwikkelde zich nationalisme en de afsplitsing van het Ottomaanse Rijk in verschillende onafhankelijke staten. Bij de inrichting van moderne staten naar Westers voorbeeld werd de vrouwenemancipatie gebruikt ten behoeve van het moderniseringsproces. In het Ottomaanse Rijk was weinig sprake van staatsfeminisme. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er enkel sprake van staatsfeminisme, namelijk toen de vrouw inzetbaar was om de mankrachten in de economie te vervangen. Maar met het ontstaan van moderne staten werd staatsfeminisme een onderdeel van dat proces. Staatsfeminisme werd een

gemeenschappelijk fenomeen in de regio. Egypte, Tunesië en Turkije zijn hier voorbeelden van. In de Republiek Turkije werd staatsfeminisme direct gebruikt als middel om de

samenleving te moderniseren. Hoe staatsfeminisme en de rol van de vrouw in het Turkije van Atatürk na 1923 zich heeft ontwikkeld, zal in hoofdstuk 2 aan bod komen.

(20)

20 Hoofdstuk 2 - De vrouw in het Turkije van Atatürk

2.1 Inleiding

In hoofdstuk 2 wordt de modernisering van Turkije na 1923 uiteengezet, evenals het stichten van de Republiek Turkije en de daar bijhorende progressieve emancipatoire hervormingen. In dat kader wordt eerst de aanloop naar de Republiek beschreven, daarna het ontstaan van de constitutie uit 1926 en ten slotte zal de praktijkervaring van de hervormingen voor de Turkse vrouw worden besproken.

2.2 De Republiek Turkije en vrouwenrechten

2.2.1 De Republiek en Atatürk

De grootste en meest dominante pijler in de beginjaren van het nieuwe regime in Turkije was de emancipatie van de vrouw. De emancipatie had een meer progressief dan feministisch karakter en dit uitte zich in de vorm van de modernisering van de achterhaalde traditionele rol van de vrouw in Turkije.38 Atatürk’s visie over de rol van de vrouw in de maatschappij was de drijvende kracht achter de emancipatoire maatregelen.

‘We have to believe, that everything in the world is the result, directly or indirectly, of the work of women… A country which seeks development and modernization must accept the need for change. The weakness in our society lies in our indifference toward the status of women… We must have Turkish women as partners in everything, to share our lives with them, and to value them as friends, helpers, and colleagues in our scientific, spiritual, social and economic life.’ - Mustafa Kemal, Atatürk.39

De ideologie achter de staatsinrichting van de Republiek na 1926 wordt aangeduid als

Kemalisme, de term gegeven aan de ideologie van Musatafa Kemal Atatürk. Hij was de leider in de strijd om onafhankelijkheid en eerste president van de Republiek Turkije. Zijn titel ‘Atatürk’, letterlijk vertaald ‘vader van de Turken’, ontving Mustafa Kemal in 1934, als teken van waardering van het Turkse volk.40

Het Kemalisme is het product van de Turkse Revolutie. De Turkse Revolutie begon met de onafhankelijkheidsoorlog gedurende de jaren twintig van de twintigste eeuw. Atatürk manifesteerde zich in deze oorlog als briljant militair brein, te danken aan zijn militaire en

38

Öztürkmen (2013), p. 255.

39

Abadan-Unat, Kandiyoti and Kiray (1981), p. V.

(21)

21 westerse opleiding. Kemalisme is de grondslag voor de moderne staat Turkije, maar is niet slechts aan te merken als een sociale of politieke ideologie. Het Kemalisme was volgens Atatürk een levensfilosofie die houvast en begrip biedt aan alle moderniseringen in de staat. De ideologie bezit verschillende elementen van nationalisme, populisme en secularisme en is revolutionair en republikeins. Elk facet van deze elementen is geënt op het moderniseren van de Turkse samenleving en wordt daarnaast gebruikt om een nationale, moderne en seculiere republiek te stichten.41 Atatürk is gedurende zijn hele leven beïnvloed door ideologieën als nationalisme en socialisme. Hij kwam hier voor het eerst mee in aanraking tijdens zijn tijd in het leger van het Ottomaanse Rijk en later tijdens zijn bijdrage aan de

onafhankelijkheidsstrijd.42

Atatürk was het gelukt een revolutionaire tegenregering op te zetten te Ankara in 1920, sloot daarna vrede met de Britse overheersing en stichtte vervolgens een Republiek in november 1923 met zichzelf als president en leider van de Republican People’s Party (CHP). Zijn hervormingen binnen het modernisatieproject van Turkije waren baanbrekend. Hij scheidde religie en staat, latiniseerde het Turkse alfabet, nam de Westerse jaartelling over en promootte verwestering van de maatschappij.43

2.2.2 Atatürk’s Republiek en modernisering

In het begin van zijn regeringsperiode ondervond Atatürk veel tegenstand vanuit de oppositie in de Volksvertegenwoordiging. Deze oppositie bestond uit conservatieve, traditionele overblijfselen van het oude regime. De tweedeling tussen Kemalisten en conservatieven was dan ook duidelijk merkbaar. Debatten over de wettelijke emancipatie van vrouwen werd door de conservatieven vermoeilijkt. Een voorbeeld hiervan is de afwijzing van het universele kiesrecht in 1924, waardoor duidelijk werd dat er binnen de politieke opinie enkel plek was voor kiesrecht voor de man. Door de uiteindelijke scheiding van religie en de staat werden de problemen met de oppositie opgelost. 44

Om het land te kunnen moderniseren en te vervormen tot een waardige deelnemer aan de wereldpolitiek, was voor Atatürk een seculiere samenleving prioriteit. In 1924 begon het grootschalige secularisatieproces van de staat. Atatürk zag het afschaffen van het Kalifaat als de belangrijkste eerste stap. Als het Kalifaat en alle bijkomende islamitische instituten zouden blijven bestaan, konden de voorstanders van de oude orde immers altijd via die weg invloed 41 Karal (1981), pp. 11 – 16. 42 Foss (2014), p. 826. 43 Moghadam (2003), p. 91. 44 Kandiyote (2003), p. 278.

(22)

22 blijven uitoefenen. Atatürk bracht zijn beslissing, namelijk de onontkoombaarheid van het afschaffen van het Kalifaat ten bate van de moderne staat, als volgt onder woorden.

‘to cleanse and elevate the Islamic faith, by rescuing it from the position of political instrument’ – Mustafa Kemal, Atatürk.45

Met deze woorden maskeert Atatürk zijn angst voor het misbruiken van het geloof door de oppositie, maar benadrukt hij tegelijk dat een seculiere staat niet tot gevolg zou hebben dat er helemaal geen geloof meer aangehangen mocht worden. Daaropvolgend besloot de

Volksvertegenwoordiging op 3 maart 1924 het Kalifaat af te schaffen en de kalief af te zetten. Deze stap zette aan tot verdere en radicale secularisering.46

Na het afschaffen van het kalifaat begon de secularisatie van het onderwijs. Medreses, islamitische Koranscholen, werden gesloten waardoor de hervorming van het onderwijs naar Europees voorbeeld werd ingezet. In april van datzelfde jaar werden religieuze rechtbanken op non-actief gesteld en kwamen andere religieuze instellingen onder toezicht te staan van de president en het parlement. Tegen deze achtergrond werd in 1926 de Civil Code aangenomen in Turkije en werd in 1928 definitief afstand gedaan van de wet die islam tot de Turkse staatsreligie maakte.47

Al eerder waren er door middel van een constitutie pogingen gedaan om de Sharia wetgeving te omzeilen, maar met de komst van de Civil Code in 1926 werd alle islamitische wetgeving geëlimineerd. De Civil Code in Turkije was geïnspireerd op de Zwitserse Civil Code, wat laat zien hoe sterk de Europese invloed was bij het moderniseringsproject van Atatürk. Ondanks dat, was Atatürk vastberaden te breken met de, in zijn ogen, decadentie van de invloed van de geallieerden in de laatste jaren van het Ottomaanse Rijk. Zijn

moderniseringsproject is dan ook geen opeenstapeling van alle eerdere pogingen om Turkije te moderniseren, maar een nieuwe manier om van een nationale staat met de toevoeging van de notie van burgerschap te creëren.48

Deze reeks van hervormingen aan het begin van het Republikeinse tijdperk van Turkije worden de ‘Kemalistische hervormingen’ genoemd. Dankzij het Kemalisme

veranderde de sociaal-politieke sfeer in Turkije drastisch, evenals de positie van de vrouw.49

45 Feroz (2003), p. 54. 46 Ibidem. 47 Kandiyoti (2003), pp. 263 – 264. 48 Ibidem, p. 277. 49 Anadolu-Okur (2005), p. 23.

(23)

23 2.2.3 Hervorming en de vrouwenkwestie

De secularisering van de Turkse samenleving naar aanleiding van het stichten van de Republiek en het aannemen van een constitutie zorgde tevens voor de emancipatie van de vrouw. Er werd afstand gedaan van traditionele islamitische wetten en de positie van de vrouw in de samenleving werd versterkt. De emancipatie van de vrouw in het Kemalisme had een functie bij de opbouw van de natie en bij het seculariseringsproces. De emancipatie van de vrouw moest ervoor zorgen dat de religieuze overblijfselen in de Turkse maatschappij werden geëlimineerd. Voornoemde eliminatie van religieuze overblijfselen was mede te danken aan de afschaffing van de islamitische wetgeving waarin de Sharia wetten betreffende vrouwen een centrale rol speelde. Bij het creëren van gelijke rechten voor de man en de vrouw ontstond een notie van burgerschap in Turkije, waarbij elke Turkse burger een gelijke positie in de maatschappij kreeg. Door het toepassen van het nationalisme en de scheiding van religie en staat kreeg de vrouw recht op Turks burgerschap.50

De eerste stappen naar de verbetering van de positie van de vrouw in de Turkse samenleving waren die uit 1925, waarbij de regering het dragen van een sluier of chador, islamitische bedekkende kleding voor vrouwen, verbood in publieke ruimtes. Na deze eerste stap elimineerde de Civil Code van 1926 vervolgens de islamitische familiewetten, waardoor de rechten van mannen en vrouwen in familiale praktijken zoals trouwen en scheiden voor de wet gelijk gesteld werden.51 Ondanks de maatregelen en hervormingen die de regering van Atatürk nam om het leven van de Republikeinse vrouw aan te passen aan zijn moderne ideaalbeeld, werden Turkse feministische organisaties verboden. Op deze manier moest de vrouw luisteren naar de overheid en was het voor de vrouw niet mogelijk om inbreng te hebben op de wijze waarop haar positie in de samenleving veranderd werd.52

De staat opende dus het discourse van feminisme in Turkije, maar dicteerde de voortgang hiervan. Het waren echter niet alleen de vrouwenorganisaties die werden gereguleerd door de staat, ook arbeidersverenigingen en culturele clubs hadden destijds weinig vrijheid.53 De beperking voor vrijheid van andere instituties dan de staat zelf, kwam door het proces van de implementatie van de nieuwe Civil Code in Turkije. De wetgeving was ontwikkeld voor de Zwitserse samenleving waardoor de Turkse samenleving zich naar dit voorbeeld moest ontwikkelen. Hoewel de Turkse bevolking in theorie veel vrijheid kreeg, 50 Kandiyoti (2003), p. 281. 51 Muftuler-Bac (1999), p. 307. 52 Oztürkmen (2013), p. 258. 53 Kandiyoti (2003), p. 282.

(24)

24 moesten de Turkse rechters er in praktijk nog erg aan wennen. De verantwoordelijkheid voor volledige aanname van de nieuwe Civil Code werd voornamelijk bij Turkse rechtenstudenten gelegd. Hiervoor werden uitwisselingsprogramma’s opgezet met Zwitserse rechtenstudenten om het toekomstige proces van implementatie te vergemakkelijken.54

In de volgende paragraaf zal de ervaring van de vrouw in de praktijk van de

toenmalige Turkse samenleving onder Atatürk worden besproken, evenals de daadwerkelijke invloed de politieke veranderingen en emancipatoire wetgeving op het dagelijks leven van de Turkse vrouw.

2.3 De republikeinse vrouwenrechten in de Turkse praktijk

2.3.1 De republikeinse vrouw als symbool voor modernisering

Deniz Kandiyoti, onderzoekster naar de genderkwestie in het Midden-Oosten, schreef in het boek Women in Turkish Society dat er in veel literatuur de focus ligt op de hervormingen van vrouwenrechten in Turkije, maar dat er weinig aandacht wordt besteed aan van de

veranderingen voor de vrouw in de praktijk.55

Atatürk was uit op de creatie van de ‘nieuwe, republikeinse vrouw’. Dit beeld vormde het symbool voor de toekomst en de breuk met het verleden. De president zette zichzelf ook in voor de promotie van dit beeld, bijvoorbeeld door zijn vrouw Latife Hanim mee te nemen naar publieke aangelegenheden en haar imago neer te zetten als de ware republikeinse vrouw. Voorts probeerde Atatürk de sociale acceptatie van de veranderende rol van de vrouw te vergemakkelijken door middel van het adopteren van verschillende vrouwen en meisjes als zijn dochters. Een van zijn bekendste dochters, Afet Inan, werd een publiek figuur, doordat zij zich inzette voor de nieuwe socialisatie van de rol van de vrouw.56

De republikeinse vrouw moest de nieuwe moderne en seculiere staat representeren, waardoor de verwachtingen voor de Turkse vrouwen hoog lagen. Ze werd geacht zich westers te kleden, wat inhield dat religieuze uitingen in kleding niet toegestaan waren. Daarnaast moest de republikeinse vrouw onderwijs volgen en gaan werken, alsmede meedoen in publiek vertoon en publiciteit rondom de emancipatie. Het emanciperen van de vrouw ontwikkelde een bepaalde gelaagdheid onder vrouwelijke bevolking. Vrouwen uit de lagere segmenten van de samenleving wilden zich, vaak om religieuze of familiale redenen, bescheiden en bedekt kleden. Daartegenover stonden de vrouwen uit de hogere klassen, die zich konden

54 Oguz (2005), pp. 380 – 384. 55 Kandiyoti (1981), p. 233. 56 Eadem (2003), p. 281.

(25)

25 veroorloven zich westers te kleden en zich konden ontwikkelen door onderwijs te genieten. De minder ontwikkelde vrouwen waren door hun traditionele en vaak religieuze opvoeding gewoonweg gewend en ingeprent zich juist niet te scholen of de vertrouwde omgeving van de familie te verlaten om te studeren. Hierdoor veroorzaakte het republikeinse ideaalbeeld in eerste instantie grote differentiatie tussen Turkse vrouwen van verschillende klassen. 57 Het ideaalbeeld van de Turkse republikeinse vrouw, was een geciviliseerde, geschoolde stadsvrouw, maar tevens gehoorzaam en plichtmatig in het huishouden.58 Moderniteit hield voor de republikeinse overheid daarnaast ook in dat vrouwen de plicht hadden om zich in het huwelijk te verbinden en kinderen te krijgen. Dit werd gezien als de nationale plicht van de Turkse vrouw omwille van het uitbreiden van het Turkse volk. De Turkse kinderen die hieruit voortkwamen moesten worden opgevoed naar republikeinse en nationalistische maatstaven. De families die dit ideaalbeeld wisten te vertegenwoordigen, waren vaak al verwikkeld in het modernisatieproces voorafgaand aan de stichting van de Republiek. Het was een stadse elite, die zich voornamelijk manifesteerde in de politiek. De modernisering van deze elite had lage geboortecijfers in jaren 30 en 40 tot gevolg. Dit was te wijten aan de verbetering van het hogere onderwijs van de vrouw en zij daardoor pas trouwde op latere leeftijd. De lager geschoolde, plattelandsfamilies stichtten nog wel steeds gezinnen van zes tot acht kinderen.59

De republikeinse vrouw was aldus per definitie een bourgeoise, seculiere en stadse vrouw. Volgens Atatürk vormde ze het symbool voor het nieuwe Turkije. Aangezien slechts twintig procent van de gehele Turkse bevolking in steden woonde, was het ideaalbeeld van Atatürk slecht voor een klein deel toereikend. De emancipatie vanuit de regering was dus enkel bedacht op de publieke positie van de vrouw zonder haar privéleven in beschouwing te nemen.60

2.3.2 De emancipatoire wetgeving in de Turkse praktijk.

Na het stichten van de Republiek Turkije benadrukt Atatürk in zijn publieke redevoeringen het belang van gelijke rechten voor de Turkse vrouw. 61

Zoals eerder genoemd, werd de manier van kleden van de vrouw de hoeksteen van de vrouwenemancipatie in Turkije, aangezien er in het Ottomaanse Rijk een lange traditie 57 White (2003), p. 146. 58 Ibidem. 59 Ibidem. 60 Ibidem, pp. 147 – 148. 61 Sumer (2013), p. 6.

(26)

26 bestond van de betekenis van kleding. Hoofddeksels konden bijvoorbeeld duiden van welke rang of stand iemand afkomstig was. Na de afschaffing van de hoofddoek en sluier in 1925 reisde Atatürk het land door om de nieuwe manier van kleden te promoten. Ondanks dat het dragen van bedekkende kleding enkel bij publieke aangelegenheden, zoals

overheidsinstellingen en scholen, werd verboden, werd het dragen ervan ook in de privésfeer ontmoedigd. Vaak werd dit als plattelands afgeschilderd, omdat het grootste deel van de rurale bevolking deze kleding nog droeg. Dit zou pas afnemen bij de grote urbanisatie van de jaren vijftig, waarbij de het percentage van de Turkse bevolking die in de binnenlanden woonde, afnam.62

De vrouw werd door de Turkse overheid aangemoedigd om zich academisch te ontwikkelen. Het Turkse basisonderwijs werd verplicht gesteld. Tevens werd het

basisonderwijs gemengd, zodat jongens en meisjes hetzelfde onderwijs konden volgen.63 Daarnaast werd het mogelijk voor de vrouw om naar de universiteit te gaan en diploma’s te behalen. Op die manier zou zij bijdragen aan de ontwikkeling van de natie. Het werd voor de vrouw mogelijk om te studeren voor een carrière in bijvoorbeeld de politiek, op het gebied van rechten of in geneeskunde. In 1929 zat vijfenzeventig procent van alle meisjes tussen de zeven en elf op school in Istanbul, in geheel Turkije was dit echter slechts zesentwintig procent. Tussen 1920 en 1938 was tien procent van alle afgestudeerde studenten aan de Universiteit van Istanbul een vrouw.64

2.3.3 De rol voor de vrouw in de Turkse politiek

De vrouw werd naar aanleiding van het moderne ideaalbeeld van de Turkse vrouw dus gedwongen om, naast haar taken in het huishouden, deel te nemen aan de publieke sfeer door middel van onderwijs en werk. Toch wees de staat de oprichting van een politieke partij voor vrouwen en feministische groeperingen af. De staat gaf de vrouwen als alternatief wel de kans een vrouwenorganisatie op te richten. In dat kader werd de Turkse Vrouwen Unie opgericht, om de zichtbaarheid van de vrouw in de Turkse politiek toch te benadrukken. Door de actieve deelname van deze unie kreeg de Turkse vrouw in 1930 kiesrecht bij de

gemeenteraadsverkiezingen.65

In 1934 kreeg de vrouw in Turkije volledig kiesrecht, dat wil zeggen actief en passief, waardoor er in 1935 achttien vrouwen in het Parlement zetel hadden, ondanks het feit dat het 62 White (2003), p. 150. 63 Sumer (2013), p. 7. 64 White (2003), pp. 150 – 151.

(27)

27 Turkse Parlement toen uit vierhonderd leden bestond. Deze vrouwen representeerden de vooruitgang die de Turkse maatschappij doormaakte. Een ander voorbeeld was Sabiha Gokcen, een geadopteerde dochter van Atatürk die de eerste Turkse vrouwelijke militaire piloot werd. Verder won een Turkse vrouw in 1932 een internationale schoonheidswedstrijd in Brussel. Al deze voorbeelden werden door de regering gebruikt om de Turkse vrouw te motiveren tot modernisering.66

De minder positieve kant van de politieke hervormingen voor de vrouw was het feit dat zij gedwongen werd de ‘mythe’ van gelijkheid te accepteren. Deze mythe hield in dat de Turkse vrouw voor de wet gelijke rechten had behaald ten opzichte van de man, hetgeen volgens de Turkse regering de vrouwenorganisaties overbodig maakte. De Turkse Vrouwen Unie werd door de regering als bedreigend gezien door haar grote aandeel in de publieke opinie, omdat de controle van de regering over het nationale belang daardoor in gevaar kwam. Zodoende werd de Turkse Vrouwen Unie na de ratificatie van de wetgeving omtrent het kiesrecht van de vrouw in 1935 opgeheven. Deze opgelegde stilte rondom de actieve rol van de vrouw in de Turkse politiek zou duren tot het einde van de twintigste eeuw.67

Ondanks alle hervormingen en vrouwelijke rolmodellen, was de praktijk van de Kemalistische hervormingen voor de Turkse vrouw niet ideaal. Zoals Jenny White in haar artikel over staatsfeminisme in Turkije stelt, was de werkelijke veranderingen die

plaatsvonden bij de transformatie van de Turkse natie tot een Republikeins ideaalbeeld voornamelijk geënt op de verwestering en secularisering van de maatschappij. Hierbij lag de focus minder op de modernisering en democratisering van de status van de vrouw. Volgens White werkt dit aspect door in de huidige identiteitsdebatten in Turkije.68

2.4 Conclusie

In de aanloop naar de Republiek van Turkije werd de positie van de vrouw onder leiding van Atatürk als een wapen ingezet om Turkije te moderniseren. Vanaf het moment dat de Civil Code in 1926 werd aangenomen, kreeg de vrouw recht op onderwijs, kiesrecht en de mogelijkheid tot politieke participatie. De politiek die de Turkse regering hierbij hanteerde, kan getypeerd worden als staatsfeminisme. Tijdens Atatürk was immers sprake van door de staat gereguleerde hervormingen en wetgeving ten bate van de vrouw, zonder dat de vrouw actieve inspraak had in dit hervormingsproces. In de praktijk bleek het gestelde ideaalbeeld

66

White (2003), p. 151.

67

Diner and Toktas (2010), p. 44.

(28)

28 voor de vrouw slechts haalbaar voor de elite en zou het tot aan de grote urbanisatiegolven uit de jaren vijftig duren voordat het verder doordrong in de Turkse maatschappij.

In het volgende hoofdstuk zal de transformatie van Turkije na Atatürk worden besproken. In die tijd vergrootte de populariteit van islamitisch georiënteerde politieke partijen de invloed van politieke islam in Turkije. Het volgende hoofdstuk zal een

uiteenzetting bieden van de politieke ontwikkeling van Turkije tot aan de AKP, waarna in hoofdstuk vier de positie van de vrouw in het huidige Turkije onder de leiding van de AKP en Erdogan zal worden behandeld.

(29)

29 Hoofdstuk 3 – Islamisme en de rol van de vrouw in Turkije

3.1 Inleiding

In Turkije heerst sinds de oprichting van de republiek een seculiere sfeer in de politiek, waarbij religie werd verplaatst naar de privésfeer. Een reeks van seculiere regeringen met de steun van het Kemalistische leger, zorgde voor de waarborging van het nalatenschap van Atatürk, alsmede de positie van de vrouw daarin.69 Maar, evenals in vele andere

Moslimlanden, kwam er ook in Turkije islamisme op. Door de opkomst van islamisme, de politisering van islam, kwamen de seculiere emancipatoire hervormingen in gevaar. De positie die de islam toekent aan de vrouw verschilt met die binnen het Kemalisme. Dit hoofdstuk zal de invloed van de opkomst van islamisme in Turkije bekijken en de gevolgen daarvan voor de Turkse vrouw.

Allereerst komt in dit hoofdstuk de opkomst van islamisme in het Midden-Oosten aan bod, waar er gekeken wordt naar de inhoud van de ideologie en de aanleiding van het ontstaan van islamisme. Daarna wordt er gekeken naar de politisering van islam in Turkije, naar de politieke transformatie van Turkije en naar de ideologische voorgeschiedenis van de AKP. Ten slotte wordt er gekeken in hoeverre deze verandering in politieke sfeer invloed heeft gehad op de positie van de vrouw in Turkije en welke rol islamisme vervult bij de vrouwenkwestie.

3.2 Opkomst islamisme

Politieke islam, ofwel islamisme, is de politisering van islam ter creatie van een islamitische staat. De term houdt de infiltratie in van de islamitische religie in het toenmalige seculiere domein van de politiek en maatschappij. Bij de creatie van moderne staten werden politieke instituties zoals onderwijs en welvaart binnen een seculier domein geplaatst en werd de staat hiervoor verantwoordelijk. Religie werd naar de privésfeer verschoven.70 Niet langer dan één generatie na de verkregen onafhankelijkheid van vele Moslimlanden in het Midden-Oosten, verloor het nationalisme haar macht aan religie. De moderne staten kampten met economische neergang, corruptie en het overtreden van mensenrechten, waardoor de bevolking haar

vertrouwen verloor.71

Islamisme werd in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw theoretisch

69 White (2011), pp. 446 – 447. 70 Hirschkind (2011), pp. 13 – 14. 71 Kepel (2014), p. 5.

(30)

30 ontwikkeld door intellectuelen als Mawdudi uit Pakistan, Sayyid Qutb uit Egypte en

Khomeini uit Iran. De denkwijze van deze drie intellectuelen nam verschillende vormen aan binnen de politiek van vele Moslimlanden.72 De werkelijke politieke praktijk van het

islamisme kwam pas op in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. In die periode vond ook de nederlaag van landen in het Midden-Oosten ten opzicht van Israël plaats tijdens de

zesdaagse oorlog, de dood van Egyptisch president Nasser, de oprichting van de Islamitische Staat door Ayatolah Khomeini, alsmede de Palestijnse Black September afslachting in Amman. Naar aanleiding van, onder andere, deze gebeurtenissen ontstond het besef in het Midden-Oosten dat de nationalistische ideologie aan haar neergang was begonnen, en islamisme haar opmars maakte.73

Islamisme manifesteerde islam als de enige culturele, sociale en politieke standaard voor het dagelijks leven van moslims. Andere classificaties als klasse, geslacht of nationaliteit waren secundair aan religie. Islam werd gezien als het positieve alternatief voor onvrede onder de bevolking in de Moslimlanden ten opzichte van hun overheden.74 De islamistische ideeën inspireerden voornamelijk de jonge, nieuwe generatie, geboren te midden van de onafhankelijke natiestaten na de koloniale overheersing. De onafhankelijke welvaartsstaten kregen in de jaren zeventig economische moeilijke tijden, waardoor de arme onderlaag van de bevolking groeide. De vaak hoog opgeleide, westers geschoolde jongeren waren het niet eens met de gevestigde orde en zagen religie als enige vorm van werkelijke identiteit en

zelfbeschikking. Islamistische bewegingen kregen door het falen van de welvaartstaten veel aanhang bij deze nieuwe generatie. Politieke islam werd gepresenteerd als het antwoord op de interne problematiek van de Moslimlanden eind twintigste eeuw.75

3.3 Politieke islam in Turkije

3.3.1 De opkomst van islamisme in Turkije

Tot 1970 was islam een orthodoxe traditie in Turkije en had geen plaats in het publieke of politieke debat. De regering stuurde aan op een seculiere, westers georiënteerde republiek. Toen echter het werk van Qutb en Mawdudi vertaald werd in het Turks en vrij verkrijgbaar was in Turkije, ontstond er een gevoel van vervreemding van het Westen. Hierdoor kwamen ook de grondslagen van het Kemalisme in diskrediet. In 1978 ontstond de Koerdische 72 Kepel (2014), p. 60. 73 Ibidem, p. 343. 74 Ismail (2011), p. 17. 75 Denoeux, (2011), p. 60.

(31)

31 nationalistische partij de PKK, die wilde strijden voor de etnische rechten van Koerden in Turkije. Met de komst van deze partij ontketende een bloederig intern conflict, dat tot op de dag van vandaag continueert. Ten tijde van deze opkomst, was de Kemalistische CHP nog altijd voorstander van één homogene Turkse identiteit. De Koerdische minderheid kreeg geen plek in deze Turkse identiteit. Daarnaast tolereerde het islamitische deel van de Turkse bevolking de harde onderdrukking van religie door de Kemalisten in de publieke sfeer steeds minder. Deze onrust faciliteerde de opkomst van islamistische bewegingen.76 Het opzetten van een politieke partij ter realisering van een Islamitische regering in Turkije werd meer waarschijnlijk.77

De gespannen politieke sfeer in Turkije leidde tot de militaire staatsgreep van 1980. Alle politieke partijen werden afgezet, behalve de militair gecontroleerde recentelijk opgerichte partijen. Vele politieke leiders, leiders van vakbonden en andere politieke instituties werden uitgesloten van politieke participatie. De zijtakken van deze organisaties voor vrouwen- en jeugdbelangen werden tevens illegaal verklaard. In 1982 werd er een nieuwe constitutie aangenomen waarin weinig ruimte was voor individuele rechten of vrijheden. In deze politieke context kwam het islamisme in Turkije op.78

Necmettin Erbakan, Turkse politicus en ingenieur, zette in 1970 de eerste islamistische politieke partij van Turkije op, genaamd de Refah partij. ‘Refah’ betekent in het Turks

‘welvaart’ of ‘voorspoed’. Medio jaren zeventig werd Erbakan vicepremier, wat hem een van de eerste islamisten maakte die politieke verantwoordelijkheid verkreeg. De Refah partij had groeiende aanhang bij de middenklasse van Turkije. De aanwezigheid van de middenklasse was toegenomen in de grote steden door de urbanisatiegolven van de jaren vijftig en de jaren tachtig. Samen met de groei van de partij, ontwikkelde zich ook een groter wordende

islamistische groep intellectuelen in Turkije.79

In 1996 won de Refah partij meer dan één op de vijf stemmen bij de

parlementsverkiezingen, waardoor de partij het grootste blok vormde in het Turkse parlement. In het volgende citaat is het gevolg hiervan op de Turkse politieke opinie zichtbaar.

“On June 28, 1996, in Ankara, Necmettin Erbakan, the leader of the Refah Islamic party, was named prime minister of the republic. The event horrified the heirs of Kemal Ataturk, for

76 Keerthi Kumar (2014), pp. 209 – 210. 77 White (2011), p. 449. 78

Diner and Toktas (2010), p. 45.

(32)

32 whom the arrival in power of Islamist politician represented a monstrous heresy against Kemal dogma.” – Gilles Kepel.80

Toen Erbakan premier werd, was zijn partij de eerste islamistische partij die op democratische wijze aan de macht was gekomen. Dit was echter van korte duur door, zoals in het citaat beschreven, de afkeer van het Kemalistische leger tegen het infiltreren van islam binnen de politiek. Het leger dwong enkele afgevaardigden in het parlement hun steun voor de Refah partij in te trekken om op die manier het kabinet in juni 1997 te doen vallen. De partij werd een paar maanden later gedwongen opgeheven door de Turkse Constitutionele Raad wegens beschuldiging van anti-seculiere activiteiten.81

De gefaalde islamistische regering van Erbakan gaf de islamistische beweging in Turkije een grote tegenslag. De partij had niet eens de kans gehad het partijprogramma te implementeren. Ondanks dat, leken de islamisten in Turkije zich in 1999 te herpakken met de oprichting van de Fazilet partij, ofwel de partij voor ‘deugdelijkheid’.82 Aan het einde van de twintigste eeuw heerste er democratisering in heel de Moslimwereld. Dit feit werkte de islamisten tegen bij de verkiezingen in 1999. Na het grote verlies van de Fazilet partij bij deze verkiezingen kreeg ook deze partij beschuldigingen van anti-seculiere activiteiten en werd in 2001 verbannen door de Constitutionele Raad.83

Ondertussen ontwikkelde zich een dialoog tussen de islamisten en de secularisten in de vorm van Abant-bijeenkomsten, georganiseerd door de volgers van Fetthullah Güllen, een islamitische beweging geënt op religieus onderwijs. Deze Abant-bijeenkomsten, vernoemd naar de plaats waar de eerste bijeenkomst plaatsvond, werden jaarlijks gehouden vanaf 1998 en brachten de verschillende politieke en religieuze groeperingen in gesprek. 84 Met elke opkomst van een nieuwe partij in de Turkse politiek, veranderde de bijeenkomsten met betrekking tot deelnemers en onderwerpen. Met opkomst van de Justice and Development Party (AKP), ontstond de meest succesvolle islam-georiënteerde Turks partij sinds de

oprichting van de Refah en Fazilet partijen. De AKP trok in de beginjaren een breed spectrum van aanhangers, van boeren tot intellectuelen, van arm tot rijk. Het verschil dat de AKP bracht ten opzicht van de Refah en Fazilet partijen, was de incorporatie van de islam in het

partijprogramma zonder de Turkse bevolking er direct mee te confronteren. De subtiele aanpak van de AKP, het charismatische leiderschap van Recep Tayyip Erdogan en de 80 Kepel (2014), p. 342. 81 Ibidem, p. 344. 82 Ibidem, p. 358. 83 Ibidem, pp. 359 – 360. 84 White(2011), p. 449 .

(33)

33 krimpende populariteit van andere Turkse politieke partijen zorgde voor het succes van de partij begin eenentwintigste eeuw.85

Met de opkomst van de AKP lijkt voor Jenny White, beschreven in haar tekst uit 2011 over politieke islam in Turkije, het Turks islamisme tot een einde te komen. Daarvoor is de ideologie van de AKP in de plaats gekomen als een manier om religie op een gematigde manier in de maatschappij te verwerken, zonder radicalisering. In het boek van William Hale en Ergun Ozbundun, over islamisme en democratie in de AKP, stellen zij echter de volgende tegensteling met betrekking tot de toekomst van de AKP en Turkije.

“For some, this story has been a beacon of hope for the Muslim world, a clear sign that democratic government is perfectly possible in a Muslim society, even when the ruling party has faith-based roots. By other the AKP is seen as no more than a facade, behind which radical Islamists hope to impose an authoritarian Islamic state. ” – William Hale and Ergun Ozbundun.86

Deze tegenstelling zal verder onderzocht worden in hoofdstuk 4, waar de AKP aan bod komt en haar politieke ontwikkeling en de rol van de vrouw daarin sinds het aan de macht komen van de partij in Turkije. In de volgende paragraaf zal gekeken worden naar de verandering van de positie van de vrouw naar aanleiding van het opkomen van Turks islamisme en de islamistische politieke partijen.

3.3.2 Gevolgen van islamisme voor de vrouw in Turkije

Door de kortstondige politieke carrière van de islamistische partijen waren de gevolgen op het gebied van wetgeving voor de vrouw minimaal. Wel ontstonden er feministische bewegingen in Turkije, die zich voor het eerst konden ontwikkelen zonder inmenging van de regering. Tijdens de regering van Atatürk hadden deze bewegingen geen onafhankelijk bestaansrecht kunnen verkrijgen. In het begin van de jaren tachtig van de twintigste eeuw, had de Turkse vrouw uit de middenklasse zich vanaf het ontstaan van de Republiek tot dan toe ontwikkeld in het republikeinse format. De Turkse vrouw uit de middenklasse was goed geschoold in een seculier onderwijssysteem, werkte, zorgde voor het huishouden en participeerde in de publieke sfeer. Vanuit deze groep Turkse vrouwen ontstonden er feministische bewegingen, parallel aan de ontwikkeling van actief deelnemende vrouwen aan islamisitische partijen.87

85

White (2011), pp. 452 – 453.

86

Hale and Ozbundun (2010), pp. xi – xii.

(34)

34 In de jaren negentig van de twintigste eeuw ontwikkelde zich ook het discourse van identiteitspolitiek. Identiteitspolitiek houdt in dat er belangengroepen ontstaan waarin mensen, vaak minderheden, verzamelen die zich identificeren met dezelfde identiteit. Door het vormen van één front met dezelfde identiteit ontwikkelde deze minderheden politieke aandacht voor hun belangen. De context waarin het Turks islamisme macht kreeg, bevatte ook de opkomst van georganiseerde bewegingen van minderheden. Naast feministische bewegingen kwamen ook het Koerdisch nationalisme en de homo-lesbische-biseksuele-transgender beweging op. Al deze bewegingen hadden verschillende wereldbeelden en gaven een andere invulling aan hun identiteit. De opkomst van identiteitspolitiek in de internationale politiek gaf de Turkse politieke arena andere spelers en trok meer aandacht van de wereldpolitiek. De zorg voor minderheden werd een belangrijk politiek beladen punt, waardoor er openingen kwamen voor feministische bewegingen in Turkije door de druk van de internationale gemeenschap.88 De internationalisering van vrouwenbelangen zorgde voor de mogelijkheid van het ontstaan van feminisme in Turkije. Op dat moment heerste er in Turkije paradoxaal genoeg weinig politieke vrijheid door de militaire staatsgreep uit 1980. De druk vanuit de

internationale gemeenschap op het toelaten van vrouwenorganisaties kon de Turkse regering in haar voordeel gebruiken. Het toelaten van de feministische belangengroepen gaf Turkije bijvoorbeeld meer kans bij het proces van de aanvraag voor toetreding tot de EU.89

De feministische bewegingen hadden geweld tegen vrouwen en het sluieren van de vrouw als voornaamste punten op hun politieke agenda. Ze organiseerde demonstraties en andere activiteiten om aandacht te krijgen voor misstanden in het dagelijks leven van de Turkse vrouw.90 Door de activiteiten van deze vrouwenbewegingen initieerde het proces tot institutionalisering van het Turkse feminisme. Vanaf 1990 stichtte verscheidene

vrouwenbelangenorganisaties zich, bijvoorbeeld Women’s Library Movement, The Purple Roof en KA-DER. De Women’s Library Movement verzamelde literatuur over de

vrouwenkwestie en spoorde aan tot het opzetten van tijdschriften door en voor de vrouw. The Purple Roof werd opgezet als hulporganisatie voor vrouwen die te maken kregen met

mishandeling. De organisatie ontwikkelde meldpunt voor geweldpleging en in 1995 werd het eerste opvanghuis voor mishandelde vrouwen geopend. De KA-DER was het beste voorbeeld van de institutionalisering van vrouwenbewegingen. De organisatie promoot en ondersteund de politieke ontwikkeling en toetreding van vrouwen in Turkije en lobbyt voor gelijke rechten

88

Diner and Toktas (2010), p. 42.

89

Ibidem.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo behandelt Vincent Sagaert uitvoerig wat het lot is van de zakelijke en persoon- lijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening, meer bepaald of, en zo ja wanneer,

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

ZICHTBAARHEID AANSPREEKBAARHEID LOKALE DEMOCRATIE IN BEWEGING RAADSLEDEN BURGEMEESTERS DEMOCRATIELAB SAMENWERKING BESTUURDERS AMBTENAREN VOLKSVERTEGEN- WOORDIGER VERSTERKEN

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

[r]

Als hij/zij een ernstige fout heeft gemaakt Als hij/zij niet integer is geweest Als inwoners gemeente geen vertrouwen meer hebben Als gemeenteraad geen vertrouwen meer heeft

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan