• No results found

Een methode ter bepaling van de potentiele mogelijkheden voor diverse vormen van openluchtrecreatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een methode ter bepaling van de potentiele mogelijkheden voor diverse vormen van openluchtrecreatie"

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NOTA 594 april 1970 cultuurtechniek en Waterhuishouding, Wageningen

NN31545.0594

Een methode ter bepaling van de potentiële mogelijkheden voor diverse vormen van openluchtrecreatie

C. van Wijk, ing

BIBLIOTHEEK

mMmmmmmouw

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde> len, dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een conehiderende

d i s c u s s i e van onderzoeksresultaten. In de m e e s t e gevallen zullen de c o n c l u s i e s echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet i s afgesloten.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking CENTBALE lÂH0BOUHaaàlt>pin

(2)

E N H O U D b i s . Inleiding 1 Vormen van o p e n l u c h t r e c r e a t i e 1 F y s i s c h geografische k e n m e r k e n 2 I n v e n t a r i s a t i e d e r fysisch geografische k e n m e r k e n 11

Beoordeling van de potentiële mogelijkheden 12 T o e p a s s i n g van de methode in het gebied 'Volthe-De L u t t e ' 13

Samenvatting en c o n c l u s i e s 18 Slotopmerkingen en aanbevelingen 19 L i t e r a t u u r 20 Aanvulling Inleiding 1 Werkwijze 1 T o e p a s s i n g in 'Volthe-De Lutte' 3

(3)

INLEIDING

In verband met de toenemende behoefte aan mogelijkheden voor recreatie in de openlucht neemt de vraag naar een methode om deze mogelijkheden te onderzoeken steeds toe- Daarom i s getracht, voort-bouwende op de methoden zoals die door Edminster en vervolgens door Segers zijn ontwikkeld, een s y s t e e m te ontwerpen, volgens welke een quantitatieve beoordeling van een gebied in dit opzicht kan plaatshebben-Achtereenvolgens moeten de volgende uitgangspunten worden vastgesteld: a- welke vormen van openluchtrecreatie dienen in de beschouwing te

worden betrokken;

b welke fysisch-geografische elementen dienen te worden onderschei-den en welke invloed hebben zij op de onderscheionderschei-den vormen van openluchtrecreatie ;

c- in welke mate doen zich de fysisch-geografische kenmerken(keyelements) voor (inventarisatie alsmede een waardering van deze k e n m e r -ken);

d- beoordeling van de potentiële mogelijkheden

Naast een beschrijving van de voorgestelde methode wordt deze t o e -gelicht aan de hand van de ruilverkaveling 'Volthe-de Lutte'.

a V o r m e n v a n o p e n l u c h t r e c r e a t i e

Er wordt uitgegaan van een aantal recreatievormen in de openlucht gedurende het z o m e r s e i z o e n , daar de klimatologische omstandigheden in ons land anders een beperkende factor vormen- De vormen van recreatie zijn respectievelijk logeren, kamperen, sport en spel} wandelen, fietsen, bromfietsen, tour rijden met auto, picknicken, bezoeken van speciale attrac-t i e s , waattrac-tersporattrac-t exclusief z e i l e n , zeilen, zwemmen en v i s s e n

(4)

ri 93 U U V u ,C V 3 r—4 G «

a.

o

fi o > « s* > •1-4 Tl V XI a o •o 4) o e 3 (3 a 4) 9) » a> Q *> nt U a> u o 3 ö ft, o e > S u o > 9) co co

6

o •c 4) » - i 4> fc u —« U w - * *» « *> M * Kl v ta * ö ( i S) » "O i Ö 4> CO b *» C • e fi 4>

83

o S1 a » CD

* a

3 g.

a> u v oo o fi tu "co I 9) if) vD r o ^-i rO O » 4 r- co m o o vo r-m so r» r » ^ r o C ^ - o ^ t - P O i r i oo r - p o m O i « r < » ô t o i f t NO « c n ^ ^ ^ ^ o o c o 0 0 O ^ O O s O > r * r ~ 0 0 0 0 m f - t ^ r - ^ ^ ^ f o o c o r- r - t ^ - r - ^ f ^ ^ f o r o O O t ^ t ^ ^ ^ ^ r O f O ao r- r*. Tf r -i f -i -i f t c M -i n r v j f o a o o o t ^ i n i r i o o ^ H r - o ^ o f - i n f O o o T ^ r - p ' i f O 'A. ** (0 1 - M Ol «

- Si » g

M J i -° h w 00 fi •w (U •—I —H 4) U h O ft U 4) * » T—9 > U 4> fi ! o 3 a xi 0 , 0 <_i ÜC ,Q v *J ri

I

O Vi ft. fr S v x) 0 o o ON O 00 00 00 00 r- oo r»- oo sO 00 00 00 0>> 00 CT- 00 O O 00 00 m fil «. X J 4)1 «il 4)1 SI

5'

.Si

•si

D l

(5)

- 2

b- D e f y s i s c h g e o g r a f i s c h e k e n m e r k e n (key-elements) De key-element s betreffen het klimaat, het landschap, de afstand tot stedelijke centra en de urbanisatiegraad, waarbij elk key-element waar nodig i s onderverdeeld in een aantal samenstellende factoren of met elkaar worden

gecombineerd-Een overzicht van de k e y - e l e m e n t s en de invloed die zij op elk van de recreatievormen uitoefenen, i s gegeven in tabel 4.

Voor de beoordeling van de invloed i s een schaal gebruikt van 0 1 0 , daar een cijfermatige beoordeling in een dergelijke schaal g e -makkelijker i s dan in één welke van 0 - 5 loopt- De gegeven waardering in de schaal i s als volgt:

0 = van geen enkel belang 1 = nauwelijks van belang 2 = van z e e r weinig belang 3 = van weinig belang 4 = enigszins van belang 5 = van enig belang

6 = van middelmatig belang 7 = nogal van belang

8 = van veel belang 9 = van z e e r veel belang 10 = uiterst belangrijk

Teneinde de k e y - e l e m e n t s zoals boven aangegeven zo goed mogelijk te kunnen beoordelen zijn zij verdeeld in een aantal factoren, waarbij i s getracht te komen tot een cijfermatige

beoordeling-Het schema van k e y - e l e m e n t s (zie bijlage 1) geeft de onderverdelingElke in dit schema genoemde factor zal thans nader worden b e s p r o -k e n .

Klimaat

Uitgaande van een gemiddelde zomer kan aan de hand van gegevens van het KNMI een puntenwaardering worden gegeven voor:

bewolking 1 - 2 - 3 )(aantal uren zonneschijn) n e e r s l a g 1 - 2 - 3 ( i n mxn)

(6)

Het cijfer 2 geeft de gemiddelde toestand aan; de cijfers 1 en 3 geven respectievelijk slechter dan wei beter dan het gemiddelde aan- Voor elk van deze onderdelen wordt een cijfer bepaald- Deze cijfers worden vervolgens gesommeerd, wat een minimum van 3 en een maximum van 9 oplevert.

Voor de wind kan worden uitgegaan van de schaal van Beaufort (wind-kracht 0 t / m 12 verdeeld in 8 klassen, waarbij weinig wind het hoogste cijfer krijgt) in combinatie met de windrichting (richting van waaruit de wind waait) verdeeld in:

noord en noordwest — y koud (1) zuidwest en west — > fris (2) noordoost, oost, zuidoost

en zuid — > warm (3)

Door sommatie van windkracht en windrichting krijgt men een getal minimaal 1 en maximaal 11

Het cijfer voor bewolking, neerslag en temperatuur en het cijfer voor windkracht en windrichting worden getotaliseerd en dit totaal gedeeld door 2, hetgeen een minimum oplevert van 0, 5 en een maximum van 10-Landschap

Begjroeiing : deze wordt uitgedrukt in een begroeiingsgetal afhankelijk van de aard van de begroeiing, waarbij de cijfers als volgt luiden:

solitair (bomen, struwelen) groep, rij of wal

strook bos (1 of b <50 m; opp- ^.10 are) woeste grond, heide, etc-bos (1 en b> 50 m)

Het begroeiingsgetal wordt gevonden door weging met de oppervlakte respectievelijk lengte en aantal van de onderscheiden

groepen-0, 3, 6, 9, 1. 2 4, 5 7, 8 10

: Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:

macro-relief: helling —^ hellingpercentage <1 c i - < 2 2-<5 5-<8 8-<12 12-<46 16-<20 20-<25 >25 ijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 en 10

(7)

_ 4 -hellingrichting (hellend naar) N NE E SE S

sw

w

NW cijfer H H M H H i i H 1, 2, 4, 5 6, 7 8, 9 10 8. 9 6, 7 4. 5 3

Door weging met de bijbehorende oppervlaktes wordt een gemiddeld hellingspercentagecijfer (x) berekend, evenals een gemiddeld hellingrichtingcijfer (y). Het gemiddelde macro-reliSfcijfer wordt berekend door x + y te delen door

2-m i c r o - r e l i S f : hiervoor i s nog geen beoordeling ontworpen. Percelieringj

Strokenverkaveling;patroon van wegen en waterlopen, regelmatig cijfer 1 idem, onregelmatig " 2 Blokverkaveiing; idem, regelmatig " 3 Mozafekverkaveling;idem, onregelmatig " 4 Bovendien wordt hierbij het aantal dorpen per 1000 ha betrokken namelijk:

<1 dorp per 1000 ha 6

i-(2 dorp per 1000 ha 5

2 - < 4 dorp per 1000 ha 4 4 - (6 dorp per 1000 ha 3 6- (8 dorp per 1000 ha 2 ;>8 dorp per 1000 ha 1

Het totaalcijfer van deze factor wordt bepaald door sommatie van verkave lings cijfer en dorpscijfer; minimaal 2, maximaal 10.

Oppervlakte:, Het oppervlaktewater i s verdeeld in stromend en stilstaand oppervlaktewater Betreffende het stromend oppervlaktewater i s de v o l -gende indeling gemaakt met de daarbijbehorende cijferbeoordeling:

bron ( <1 m breed) 0, 1 beek ( 1-4 m breed) 2, 3 en 4 riviertje (4-20 m breed) 5, 6 rivier (20-500 m breed) 7, 8 riviermond (500 - 15 000 m breed) 9 zee (^ 15 000 m breed) 10

(8)

5

-Het stilstaand oppervlaktewater is als volgt verdeeld en beoordeeld: greppel ( i 1 m breed) 0, 1

sloot (i -4 m breed) 2, 3

wetering (4-20 rn breed) 4 kanaal (20 -500 m breed) 5 vijver (opp. <£ 0, 25 ha) 4 plas (ven) (opp 0,25 - 10 ha) 6, 7

meertje ( opp. 10 - 4 00 ha) 8 m e e r (opp. 100 - 2000 ha) 9 binnenzee (opp. ^ 2000 ha) 40 Bij enkele vormen van openluchtrecreatie speelt ook de kwaliteit van het

water een grote rol- Daarom kan, waar gewenst, een correctie op boven-vermelde puntenwaardering worden toegepast voor de waterkwaliteit. Deze waterkwaliteit wordt uitgedrukt in de mate van verontreiniging. De hoedanig-heid van de verontreiniging wordt hierbij geen invloed toegekend, het

tijd-stip van de verontreiniging wel- Indien deze verontreiniging optreedt in lente en/of zomer dan wordt een aftrek van maximaal 10 punten toegejJÜÉt-De schaal waarmee de verontreiniging wordt aangeduid is ais volgt:

niet verontreinigd enigszins verontreinigd verontreinigd

sterk verontreinigd zeer sterk verontreinigd

Het beoordeiingscijfer voor,het oppervlaktewater wordt gevonden door som-matie van eerste beoordeling minus cijfer voor waterkwaliteit, met dien verstande dat minimaal 0 kan ontstaan en maximaal 10.

Voor de recreatie: is de diepte alsmede het verloop van de bodem ten opzichte van de oever zeer belangrijk- Inzake de diepte kan worden gesteld, dat deze in elk geval zodanig moet zijn, dat normaal zwemmen mogelijk is (^ 2, 5

m)-Omtrent het bodemverloop zijn er diverse mogelijkheden. Wat voor zwemmen ideaal is kan namelijk voor andere vormen van watersport zeer nadelig zijn- Het verdient wellicht aanbeveling bij de beoordeling hiermede

rekening te

houden-Voor strandbaden (zwemmen en kleine watersport) is de norm dan: cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer 0 1. 2 3, 4, 5, 6 7, 8 9. 10

(9)

6

-b o d e m v e r l o o p

Voor zeilen geiden b o d e m v e r l o o p 1 : ( < 5) 1 : (5-10) 1 : (10-15) 1 : (15) 1 : (15-20) 1 : (20-25) 1 : ( > 25) cijfer 0, 1, 2, 3 " 4. 5, 6 " 7, 8, 9 " 10 7, 8, 9 " 4, 5, 6 " 0, 1, 2, 3 de volgende cijfers : 1 :(<5) cijfer 10 (5-10) " 7, 8, 9 (10-15) " 4, 5, 6 ( ^ 1 5 ) •• 0, 1, 2, 3

De b e o o r d e l i n g van deze beide factoren heeft a l l e e n zin voor de bepaling van de mogelijkheden voor r e c r e a t i e . Bij de b e s c h r i j v i n g van het l a n d -schap kunnen ze buiten beschouwing

blijven-V o r m

N a a s t de totale oppervlakte van het w a t e r i s de v o r m w a a r i n het voorkomt z e e r belangrijk voor de r e c r e a t i e . De w a a r d e r i n g van de v o r m in een cijfer zou op twee m a n i e r e n kunnen geschieden. In de e e r s t e p l a a t s door de verhouding t u s s e n de oppervlakte w a t e r en de totale o e v e r l e n g t e te bepalen w a a r d o o r een oppervlakte w a t e r p e r m e t e r oeverlengte wordt v e r k r e g e n - Indien bekend i s wat de m i n i m a l e oppervlakte w a t e r p e r m ' o e v e r l e n g t e dient te zijn kan een w a a r d e r i n g s s c h a a l worden gemaakt van 0 - 1 0 - Tot heden i s een dergelijke n o r m nog niet bekend.

Een tweede b e n a d e r i n g s w i j z e is de verhouding t u s s e n de aanwezige o e v e r l e n g t e en de m i n i m a l e oeverlengte (cirkel), de zogenaamde o e v e r -w a a r d e f a c t o r - Deze is m i n i m a a l 1, 0 èn m a x i m a a l n a d e r t hij tot v-.

Een combinatie van deze benaderingswijzen zou wellicht e e n z i n volle oplossing kunnen geven voor een goede b e o o r d e l i n g , d a a r de o e v e r

-lengte in beide voorkomt- Vooralsnog i s h i e r o p niet v e r d e r ingegaan w e g e n s g e b r e k a a n i n f o r m a t i e .

De totale p u n t e n w a a r d e r i n g voor h e t w a t e r wordt gevonden door s o m -m a t i e van de gegeven cijfers en deze so-m t e delen door d r i e . W a a r een of twee c i j f e r w a a r d e r i n g e n niet worden gemaakt wordt u i t e r a a r d a l l e e n gedeeld door het aantal b e o o r d e e l d e

(10)

factoren ? factoren

-T e m ç e r a t u u r van het w a t e r

De t e m p e r a t u u r van het w a t e r wordt voor N e d e r l a n d constant v e r -o n d e r s t e l d , z-odat h i e r a a n geen v e r d e r e aandacht w-ordt gesch-onken- geschonken-Bebouwing (bewoning)

De c i j f e r m a t i g e b e n a d e r i n g van de bewoning kan op twee m a n i e r e n p l a a t s v i n d e n , n a m e l i j k op grond van:

l e de potentiële behoefte aan r e c r e a t i e , dat wil zeggen dat de grote s t e -den het hoogste cijfer krijgen; zie h i e r v o o r u r b a n i s a t i e g r a a d ;

2e- d ^ g o J t e j ^ i j U ^ r a o & ^ y ^ dat wil zeggen het platteland krijgt het hoogste

cijferH i e r i s voor de b e n a d e r i n g z o a l s die onder 2 i s v e r m e l d gekozen De i n -deling m e t de cijferbeoor-deling i s a l s volgt:

bewoning in steden m e t ^ 500 000 200 000-500 000 100 000-200 000 50 000-100 000 30 000- 50 000 10 000- 30 000 < 10 000 i n w o n e r s 1 2 3 4 5 6 7 8 bewoning in k e r n d o r p e n -, . . , .. - , m e t t u s s e n r u i m t e n <100m 9(lintbeb- ) bewoning r e g e l m a t i g v e r s p r e i d ^ * ' langs dijken en/of wegen m e t t u s s e n r u i m t e n ^ 100m 10

bewoning o n r e g e l m a t i g v e r s p r e i d 10 c o m b i n a t i e s en/of o v e r g a n g s v o r m e n kunnen n a a r frequentie

van de s a m e n s t e l l e n d e onderdelen een cijfer k r ij

gen-Bij de woonvormen i s ook het type bebouwing van invloed- D a a r o m i s o n d e r s c h e i d gemaakt t u s s e n woningen en bedrijfsgebouwen ( i n d u s t r i e , haven«)-De woningen zijn v o o r t s o n d e r s c h e i d e n in v i e r g r o e p e n : in afhankelijkheid v a n v r i j s t a a n d e eengezinswoningen rijen etagewoningen ( < 5 verdiepingen) etagewfoningen (v 5 verdiepingen) 7 8 9 4 0 ^e ge r md d e l d e opper-' opper-' * vlakte grond w a a r o p de woning staat 5, 6 3, 4 0, 4, 2

(11)

Bij de bedrijven (industrie, havens) is naast de hoogte van de gebou-wen vooral de milieu -verontreiniging belangrijk. Deze verontreiniging kan water, lucht en bodem betreffen, terwijl lawaai en extra v e r k e e r s r i s i c o ' s hieronder ook kunnen worden gerekend- De puntenwaardering is evenals bij water:

niet verontreinigd 0 enigszins verontreinigd 1, 2

verontreinigd 3, 4, 5, 6 sterk verontreinigd 7, 8 zeer sterk verontreinigd 9, 10

Het totale puntenaantal wordt bepaald door optelling van de gegeven punten, waarna dit getal wordt gedeeld door 3, zodat minimaal 0 en maximaal 10 punten kunnen worden

gegeven-Flora en fauna

Bij een waardering van deze factoren spelen vaak tegengestelde b e langen een rol. Zo zal een gebied waarin zeldzame planten en/of d i e r -soorten voorkomen, recreatief zeer aantrekkelijk kunnen zijn, maar toch voor recreatie worden afgesloten in verband met het gevaar van het v e r -dwijnen van deze zeldzaamheden- Omdat dit meestal regel ig, worden deze factoren dan ook voor recreatiemogelijkheden negatief beoordeeld in een schaal van 0 - 1 0 .

Een inventarisatie van de bestaande houtopstanden zal dienen plaats te vinden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

naaldbos (N) loofbos (L) gemengd bos(A^L}J

1, 2, 3, 4 »produktie en/of recreatiebos 4, 5, 6, 7

5, 6, 7, 8, 9. 10

De wildstand en de visrijkdom van het eventueel aanwezige oppervlak-tewater kunnen voor de recreatie (jacht en visserij) zeer belangrijk zijn-Ook hier kunnen echter beperkende factoren als beschermende maatregelen een voor de recreatie negatieve invloed hebben- Dit zal per gebied dienen te worden nagegaan Een waardering van deze factoren in een schaal van 0 - 1 0 wordt voorgesteld.

(12)

Het totale puntenaantal wordt gevonden door s o m m e r i n g van de a f z o n -derlijke p u n t e n w a a r d e r i n g e n en deze som te delen door 3, zodat ma:ri.maal 10 punten kunnen w o r d e n

gegevenN . B . Indien het onderhavige g e b i e d b e s c h e r m d t e r r e i n (absoluut niet t o e g a n -kelijk voor r e c r e a n t e n ) b e t r e f t , z a l de e e r s t e factor negatief uitvallen. De beoordeling van de a n d e r e factoren kan dan a c h t e r w e g e blijven in v e r b a n d m e t het absoluut b e p e r k e n d e k a r a k t e r van de e e r s t e factor. Bij een m i n d e r absolute ontoegankelijkheid van het t e r r e i n (beperkt r e c r e a n t e n b e z o e k t o e g e s t a a n ) kan de negatieve w a a r d e r i n g door de a n d e r e p u n t e n w a a r d e r i n g e n totaal positief worden- Deze dienen dan ook wel t e geschieden, w a a r n a het e e r d e r v e r m e l d e gemiddelde p u n -t e n a a n -t a l on-ts-taa-t.

Grondwater

Voor een p u n t e n w a a r d e r i n g van g r o n d w a t e r s t a n d e n kan gebruik w o r -den gemaakt van de grondwater t r a p p e n z o a l s deze door de Stichting

voor B o d e m k a r t e r i n g zijn o n d e r s c h e i d e n namelijk van hoog n a a r laag (nat n a a r droog):

3

z e e r nat 0 4 lila nat 2 Illb m i n d e r nat 3 IV n o r m a a l , droog 8 Va nat 2 Vb w i s s e l v a l l i g 4 Vla w i s s e l v a l l i g 5 VIb t a m e l i j k droog 6 en 7 VII z e e r droog 9 en 10 Het totale puntenaantal b e d r a a g t m i n i m a a l 6 en m a x i m a a l 10

Bodem

Voor de bodem z a l een indeling in bodemtypen worden aangehouden z o a l s de Stichting voor B o d e m k a r t e r i n g die heeft ontwikkeld- Gedacht wordt dit op subgroepniveau te doen- Een cijfermatige beoordeling i s e c h t e r voor elke subgroep niet goed mogelijk. Een d e r g e l i j k e b e n a d e r i n g zal dan waarschijnlijk ook op een m i n d e r v e r gedifferentieerd niveau dienen p l a a t s te

(13)

vinden-- 10

Voorgesteld wordt een schaal van 1 - 10, a l s volgt te v e r d e l e n : zeekle ig ronden cijfer 4, 5 r i v i e r k l e i g r o n d e n " 3, 4 veengronden " 1, 2

zandgronden " 6, 7, 8, 9, 10 l e e m g r o n d e n " 5, 6

Afstand tot de stedelijke c e n t r a

Voor de beoordeling van de afstand tot de stedelijke c e n t r a wordt de h e m e l s b r e d e afstand genomen- Hiertoe t r e k t m e n vanuit het c e n t r u m van de steden c o n c e n t r i s c h e c i r k e l s m e t een s t r a a l van 5 k m ,

10 k m , 15 k m , 20 k m , 30 km en 50 km- De c i j f e r m a t i g e beoordeling i s a i s volgt: < 5 k m 5 - 10 k m 10 - 15 km 15 - 20 k m 20 - 30 km 30 - 50 km S, 50 k m 10 8, 9 6, 7 5 4 3 1, 2,

Waarbij de b e o o r d e l i n g twee mogelijkheden zijn aangegeven wordt in afhan-kelijkheid van te overwinnen e x t r a moeilijkheden op de route (b. v. p a s s e r e n van r i v i e r , e. d. ) een keuze gemaakt.

Het t o t a a l puntenaantal wordt bepaald door weging m e t het a a n t a l inwoners dat in een bepaalde a f s t a n d s k l a s s e voorkomt, w a a r v a n kan w o r d e n v e r w a c h t dat zij van het r e c r e a t i e g e b i e d gebruik zullen m a k e n

Het totale puntenaantal b e d r a a g t m i n i m a a l 1 en m a x i m a a l 10-U r b a n i s a t i e g r a a d

In de p a r a g r a a f bebouwing i s uitgegaan van de potentiële mogelijkheden van het gebied voor r e c r e a t i e De ^otentiSle behoefte aan r e c r e a t i e kan w o r -den bepaald m e t behulp van de u r b a n i s a t i e g r a a d , w a a r v o o r door het CBS een indeling is g e m a a k t , namelijk:

(14)

1 1

-p l a t t e l a n d s g e m e e n t e n (A 1 t / m A 4) grootste woonkern <1000

inwoners en > 20% a g r a r i s c h e manlijke b e r o e p s b e v o l k i n g 5 v e r s t e d e l i j k t e p l a t t e l a n d s g e m e e n t e n : B I + B2+B4, g r o o t s t e woonkern

^3000 inwoners en {20% a g r a r - manlijke beroepsbevolking 6, 7, 8 specifieke f o r e n s e n g e m e e n t e n : B 3 , g r o o t s t e woonkern •( 50 000

inwoners en<20% a g r a r - manlijke beroepsbevolking 9 stedelijke g e m e e n t e n : C'l t / m C 5, > 2000 inwoners

(platte lands stadje s ^ grote steden) 10 N- B- afhankelijk van h e t a a n t a l i n w o n e r s zullen p l a t t e l a n d s s t a d j e s

een cijfer krijgen overeenkomend m e t die voor B i t / m B4 Het totaal puntenaantal wordt gevonden door te m i d d e l e n n a a r aantal inwoners dat in de d i v e r s e gemeenten voorkomt. Dit gemiddelde kan m i n i m a a l 1 en m a x i m a a l 10

zijn-Op grond van onderzoekingen van Van G e l d e r e n kan een b e o o r d e l i n g 2 plaatsvinden op b a s i s van het aantal te v e r w a c h t e n b e z o e k e r s p e r k m • In deze opzet zijn de factoren afstand tot stedelijke c e n t r a en het aantal i n -w o n e r s e r v a n ( u r b a n i s a t i e g r a a d ) beide betrokken- E e n beoordeling kan in de volgende s c h a a l plaatshebben-2 Aantal te v e r w a c h t e n b e z o e k e r s <30 30 - 45 45 - 60 60 - 75 75 - 90 90 - 105 105 - 120 > * 2 0 p e r km cijfer 1, 2 3 4 5 6 7 8 9. 10 c- I n v e n t a r i s a t i e d e r f y s i s c h - g e o g r a f i s c h e k e n m e r k e n Met behulp van v o r e n v e r m e l d s c h e m a d e r k e y e l e m e n t s i s het m o g e lijk deze te i n v e n t a r i s e r e n H i e r v o o r is het noodzakelijk te kunnen b e s c h i k -ken over duidelijk, u i t g e b r e i d en recent k a a r t m a t e r i a a l - H i e r v o o r w o r d e n genoemd:

(15)

12

-t e r r e i n k a a r -t , waarop alle -terreinkenmerken ui-tvoerig s-taan vermeld, zoals bos, verdeeld in naaldhout, loofhout, gemengd bos, struwelen, houtwallen, solitaire bomen, singels en rijen, etc.

heJUngenkaart_, waarop de hellingen in klassen zijn aangegeven- Van deze kaart zijn ook de hellingrichtingen te bepalen.

h^£Lî?®Lk^i^^°.t

e

lîÉ^^°^_tîL^E

t

^_^

ncl

' ^*

e v a n

^

e t aai

*

w

ezige

oppervlaktewater)

bodemkaart waarop tevens de grondwatertrappen zijn aangegeven Chrornj^^pogj-aüschejcaart^ stedelijke en andere bebouwing, wegen, e t c

-De inventarisatie van de key-elements in een bepaald gebied zal op dezelfde wijze als bij de cultuurtechnische inventarisatie kunnen geschieden. Een goede nomenclatuur is hiervoor ook onmisbaar De basis hiervoor is gelegd in het eerder vermelde schema van

key-elements-Voorts dient te worden nagegaan hoe de geschetste methode is toe te passen Een eerste vraag die zich hierbij voordoet is de grootte van het te beschrijven gebied- De methode heeft tot doel de gebieden op gelijke wijze te inventariseren en de uitkomsten met elkaar te vergelijken Daar de USA, waar de principes van een dergelijke methode zijn ontwikkeld, veel groot-schaliger zijn dan in ons land, ligt het voor de hand in ons land kleinere een-heden te beschrijven- Er zal daarom in eerste instantie worden getracht per coördinaatvak een inventarisatie te doen- Dit heeft het voordeel, dat men naast een vergelijking van de coördinaatvakken tevens de mogelijkheid heeft de plaats waar de factoren voor een bepaalde vorm van openluchtrecreatie het gunstigst zijn, te

onderkennen-d- B e o o r d e l i n g v a n d e p o t e n t i ë l e m o g e l i j k h e d e n

Nadat «voor een gebied of onderdelen daarvan elk totaal puntenaantal per key-element door middel van de inventarisatie is vastgesteld kunnen per vorm van recreatie deze puntenwaarderingen worden vermenigvuldigd met de beoordelingssijfers voor de belangrijkheid van elk key-elemtsnt-Per key-element ontstaat op deze wijze een score. Het totaal van deze scores, gevonden door optelling van de afzonderlijke scores, wordt v e r -volgens uitgedrukt in een percentage van de maximaal mogelijke

(16)

score-- 13 Voorbeeld: V o r m van o p e n l u c h t r e c r e a t i e : K a m p e r e n Key -e lementen k l i m a a t b e g r o e i i n g reliëf p e r c e ü e r i n g oppe r vlaktewate r bebouwing flora en fauna grondwater bodemtype afstand steden u r b a n i s a t i e g r a a d T o t a a l s c o r e m a x i m a l e s c o r e 77 s c o r e in % = Belangrijkheid van k e y - e l e m e n t ( m u l t i p l i e r s ) 10 7 5 5 8 1 7 9 9 8 8 x 10 Cijferbeoordeling rating (0 - 10) 5 8 5 7 7 7 6 8 6 8 9 Score (0 - 10) 50 56 25 35 56 7 42 72 54 64 72 533 770 533 *jx* 100% = 70% = geschiktheidscijfer

De m a x i m a l e s c o r e van 100% z a l in de p r a k t i j k vrijwel nooit worden b e r e i k t . In het voorbeeld i s de s c o r e 70% z e e r hoog; e r blijkt h i e r een z e e r grote geschiktheid voor k a m p e r e n te bestaan- Deze geschiktheid zou nog g r o t e r kunnen worden gemaakt door bijvoorbeeld h e t o p p e r v l a k t e w a t e r uit te b r e i d e n uitgaande van de aanwezigheid van goed zand dat d a a r zou k u n nen worden gewonnen Mit dit zand zou dan de b o d e m b e t e r geschikt k u n -nen w o r d e n g e m a a k t , terwijl aan de begroeiing ook uitbreiding zou kun-nen w o r d e n gegeven- De totaal s c o r e zou in dit denkbeeldige geval zodoende op 77% w o r d e n gebracht Bij elke eventuele verhoging van het g e s c h i k t -heidscijfer zullen de kosten en baten van de d a a r t o e dienende m a a t r e g e l e n t e g e n e l k a a r dienen te worden afgewogen- Men w e e t e c h t e r p r e c i e s in welke richting eventuele v e r b e t e r i n g e n moeten

gaan-TOEPASSING VAN DE METHODE IN HET PROEFGEBIED 'VOLTHE-DE L U T T E '

Een e e r s t e poging de g e s c h e t s t e methode toe te p a s s e n i s gedaan in een proefgebied, w a a r v o o r het gebied 'Volthe-de Lutte in O v e r i j s s e l i s gekozen Deze keuze i s gemaakt in verband m e t de s t e e d s b e l a n g r i j k e r w o r -dende belangen van r e c r e a t i e , het unieke landschap van het gebied en de

(17)

14

belangstelling e r v o o r , welke m e d e onder invloed van het ontstaan van de 'bandstad T w e n t e ' s t e r k g r o e i t D a a r b i j komen nog de belangen van de landbouw in dit gebied, welke bij de uitwerking van plannen nog een g e -wichtige rol kunnen spelen- Een c u l t u u r t e c h n i s c h e i n v e n t a r i s a t i e z a l dan ook nog

plaatsvinden-Het gebied 'Volthe-de L u t t e ' i s gelegen in O v e r i j s s e l en m a a k t deel uit van Twente- De oppervlakte van het gebied b e d r a a g t ongeveer 7900 ha-De g r e n z e n van het gebied zijn z o a l s aangegeven öpTBijTager«.. ha-De o o s t g r e n s wordt g e v o r m d door de Duitse Bondsrepubliek en de r u i l v e r k a v e l i n g 'Dene-k a m p s e Veld'; de n o o r d g r e n s i s h e t 'Dene-kanaal van Almelo n a a r N o r d h o r n ; h e t noordelijk deel van de westelijke g r e n s is de r u i l v e r k a v e l i n g ' R o s s u m e r

Veld'; het o v e r i g e gedeelte van de westelijke g r e n s loopt vrijwel langs de g e m e e n t e g r e n z e n van Oldenzaal en E n s c h e d e , terwijl de z u i d g r e n s zich even ten noorden van de p l a a t s L o s s e r bevindt- Deze b e g r e n z i n g heeft een voorlopig k a r a k t e r - De definitieve g r e n s z a l m e d e aan de hand van de

u i t k o m s t e n van een c u l t u u r t e c h n i s c h e i n v e n t a r i s a t i e kunnen worden vastgesteld. Het gebied ligt volgens de voorlopige b l o k g r e n s in de gemeenten Denekamp (90 h a ) , W e e r s e i o (4610 h a ) , Oldenzaal (30 ha) en L o s s e r (6170 ha).

B e s c h n j . - ï n g en kwantificering van de k e y - e l e m e n t e n

De b e s c h r i j v i n g en kwantificering van de k e y e l e m e n t e n zijn u i t g e -v o e r d p e r coordinaat-vak- Dit i s gedaan om n a a s t een indruk o m t r e n t de potentiële mogelijkheden voor een bepaalde r e c r e a t i e v o r m ook de p l a a t s te kunnen v a s t s t e l l e n w a a r deze het b e s t e kan worden g e r e a l i s e e r d . H i e r -voor zijn de coördinaat vakken gebruikt, die op de topografische k a a r t e n van N e d e r l a n d voorkomen-Een en aneUr i^ a U voljt j t C n v t n ( a r i i « « r o < .

Voor het k l i m a a t i s een puntenwaardering 6 gegeven, welke voor elk coördinaatvak constant i s v e r o n d e r s t e l d . E v e n e e n s i s een constante a a n g e -houden voor de p e r c e l l e r i n g namelijk 10, s a m e n g e s t e l d uit 4 voor m o z a ï e k , v e r k a v e l i n g m e t een o n r e g e l m a t i g patroon van wegen en w a t e r l o p e n en een 6 voor het a a n t a l dorpen p e r 1000 ha ( < 1). Ook voor de bebouwing (bewo-ning) i s een constante f a c t o r g e h a n t e e r d van 10 ( v e r s p r e i d e laagbouw).

P e r coördinaatvak i s v e r v o l g e n s voor elk k e y e l e m e n t het w a a r d e r i n g s -cijfer b e r e k e n d . De b e g r o e i i n g i s a l s volgt g e ï n v e n t a r i s e e r d :

Oppervlakte bos g e s p l i t s t in n a a l d b o s , loofbos en gemengd b o s ; oppervlakte woeste grond exclusief w a t e r ; de lengte aan houtwallen, die i s uitgedrukt in een oppervlakte door een gemiddelde b r e e d t e a a n te houden van 5 m ; lengte van b o o m s i n g e l s , b o o m r i j e n en het a a n t a l s o l i t a i r e n . Met behulp van de oppervlakten zijn de cijfers gewogen gemiddeld, waarbij v e r v o l g e n s 1 punt p e r 1000 m b o o m s i n g e l , 1 punt p e r 2000 m b o m e n r i j en \ punt voor m e e r dan 10 s o l i t a i r e n i s

(18)

opgeteld 15 opgeteld

-Het r e l i ë f i s bepaald aan de hand van de hellingenkaart, die om w i l l e van de beschikbare tijd van hellingklassen is voorzien, die boven de 12% h e l

-ling niet nader zijn gespecificeerd. Zowel de hel-ling als de he Hing richting zijn afzonderlijk bepaald en uitgedrukt in een cijfer ontstaan door weging m e t de bijbehorende oppervlakten Tenslotte zijn de gevonden cijfers s a m e n g e -voegd tot één cijfer door rekenkundig te

middelen-Voor de f l o r a e n f a u n a ontbreken gegevens betreffende bijzondere soorten en dergelijke Er i s dan ook volstaan met een gewogen g e m i d -delde te bepalen met behulp van de oppervlakten aan soorten bos- Wanneer m e e r gegevens hierover ter beschikking staan kan dit aspect verder worden

uitgediept-Het voorkomen van water i s op de chromo-topografische kaart gecon-stateerd en genoteerd a l s vijver < 0 , 2 5 ha, plas etc- De lengte van het

riviertje De Dinkel i s gemeten- De waardering van 6 i s gehanteerd indien per coBrdinaatvak 1000 m 'riviertje' voorkomt. Indien m e e r of minder lengte i s geconstateerd dan i s dit cijfer hiernaar evenredig gecorrigeerd. Dit i s gebeurd daar het een goed uitgangspunt blijkt de lengte van het 'water' bij de berekening van de waarde ervan voor de recreatie te betrekken- Daarna i s voor de waterkwaliteit een aftrek toegepast van 8 punten, hetgeen inhoudt dat voor de specifiek aan water gebonden vormen van recreatie de w a t e r kwaliteit een limitingfactor i s , waardoor de potentiële mogelijkheden h i e r -van tot nul worden

gereduceerd-Het g r o n d w a t e r i s slechts heel globaal opgenomen, daar hiervoor alleen een COLN-kaart met de zomergrondwaterstanden aanwezig was op een z e e r grote schaal (1 : 200 000)- Deze i s vergroot tot 1 : 25 000 waardoor het mogelijk werd per coördinaat de klasse te bepalen Gezien de globale

gegevens van deze kaart dienen de uitkomsten hiervan dan ook z e e r kritisch te worden

beschouwd-Wat bij grondwater reeds i s opgemerkt geldt ook voor de b o d e m t y p e n . Geheel op dezelfde wijze i s voor de bodemtypen gebruik gemaakt van de

NeBo-kaart stadium D (1 : 200 000).

In de toekomst zal voor een goede bepaling van de cijfers voor grond-water en bodemtype dan ook een recente bodemkaart met grondgrond-watertrappen op de geëigende schaal nodig zijn om een goed resultaat te

verkrijgen-De a f s t a n d tot de stedelijke centra en de u r b a n i s a t i e g r a a d zijn gecombineerd tot het voorkomen van het aantal verwachte bezoekers en. c i j -fermatig beoordeeld volgens de eerder gegeven

(19)

schaal 16 schaal

Nadat op deze wijze per coördinaatvak de inventarisatie van de k e y -. e l e m t o t e n i s afgesloten en cijfermatig bekend zijn-. volgt voor elke vorm van recreatie in de openlucht de bepaling van de potentiële mogelijkheden hiervoox Dit geschiedt op de wijze zoals in het voorbeeld op pag. 13 i s

geschetst-P e r coördinaatvak ontstaan dan de s c o r e s en het uiteindelijke geschiktheids-„üf*- f /ooKgcore x v o o r e l k e v o r m v a n

openluchtrecreatie-cijxcr v m a x. gcore '

Er i s bij de presentatie van de gegevens in e e r s t e instantie gedacht aan een visuele weergave P e r vorm van openluchtrecreatie i s per c o ö r -dinaatvak de geschiktheid bekend- Deze geschiktheid i s in een aantal k l a s s e n onderverdeeld, namelijk: < 40 z e e r lage geschiktheid 40 - 50 lage geschiktheid 50 - 60 middelmatige geschiktheid 60 - 70 hoge geschiktheid ^ 7 0 z e e r hoge geschiktheid

Op deze wijze krijgt men naast de geschiktheid een indruk over de plaats waar deze geschiktheid zich bevindt In de kaartbijiagen i s een en ander duidelijk weergegeven- In tabel 2 i s de oppervlakteverdeling gegeven naar geschiktheid.

Tabel 2- Verdeling van de oppervlakte naar geschiktheid per vorm van openluchtrecreatie Recreatievorm logeren kamperen sport + spel wandelen fietsen bromfietsen toerrijden picknicken bezoeken attr-watersport excl zeilen zwemmen v i s s e n zeer opp-ha 170 41 1 21 -1 -laag 2 , 2 0,5 -0 , 3 -. zeilen s N laag opp. ha 3568 550 710 141 750 571 583 322 436 % 45,2 7,0 9 , 0 1,8 9,5 7,2 7 , 4 4,1 5,5 Geschiktheid middelm- opp-ha 3193 5498 5312 4042 5010 5070 4973 4925 5017 hier niet van toep

slecht % 4 0 , 4 6 9 , 6 6 7 , 3 5 1 , 2 6 3 , 5 6 4 , 3 6 3 . 0 6 2 , 3 6 3 , 5 hoog opp-ha 963 1805 1871 3603 2113 2213 2338 2578 2381 as sing in ve e waterkwaliteit % 1 2 . 2 2 2 , 9 23,7 45,6 2 6 , 7 2 8 , 0 2 9 , 6 32,7 3 0 , 2 z e e r opp. ha -108 -40 -68 60 rband met hoog % -1.4 0 , 5 -. 0 -. 9 0 , 8

(20)

17

-Uit deze tabel blijkt dat het gebied vooral geschikt i s voor wandelen: 47% van de oppervlakte heeft hiervoor een hoge tot zeer hoge geschiktheid-Picknicken volgt hierop met 33,6% en het bezoeken van attracties met 31%Toerrijden en bromfietsen hebben een vrijwel gelijke geschiktheid r e s p e c -tievelijk namelijk 29.6% en 28, 5%; fietsen blijkt een iets lagere geschiktheid te vertonen met 26,7%. Een hoge geschiktheid voor kamperen i s slechts voor 22,9% aanwezig, terwijl logeren de laagste geschiktheid vertoont. De oppervlaktepercentages in de klasse van middelmatige geschiktheid zijn voor vrijwel alle vormen van openluchtrecreatie hoog met uitzondering van l o g e -

ren-Uit de kaartbijlagen blijken de regio's waar de geschiktheden voorko-men- Opgemerkt wordt dat de grenzen van de geschiktheden uiteraard niet zo streng zijn a l s aangegeven. De berekeningen zijn per coördinaatvak uit-gevoerd zodat de kartografische weergave ook per coördinaatvak geschiedt. In het algemeen zullen de grenzen tussen de verschillende geschiktheden soepeler verlopen, doch dit i s met de gevolgde methode niet goed uitvoer-baar- Wel blijkt uit de ligging van de geschiktheden welke regio's binnen een bepaald gebied in aanmerking zouden kunnen komen voor het ontwikke-len van een of m e e r vormen van

openluchtrecreatie-In tegenstelling tot de andere vormen van openluchtrecreatie blijkt de geschiktheid voor logeren vrijwel nergens in 'complexen' voor te komen-De coördinaat vakken met hoge geschiktheid liggen los over het gehele gebied verspreid. Wel blijkt de lage geschiktheid vooral ten noorden van de spoor-lijn Oldenzaal-Benthuizen voor te komen, de matige geschiktheid vooral ten zuiden van genoemde spoorlijn- De andere vormen van openluchtrecreatie vertonen in de plaats waar hoge geschiktheden voorkomen nogal veel o v e r -eenkomst, voornamelijk ten zuiden van de spoorlijn en in de directe nabijheid van Oldenzaal Een van de oorzaken hiervan is de situatie van dit g e -deelte van het gebied ten opzichte van de steden Oldenzaal en Enschede, alsmede de aanwezigheid van een landschap, dat hoewel niet spectaculair, toch een bepaalde aantrekkelijkheid bezit door onder andere verschillende begroeiing en wat reliëf- De geschiktheid voor wandelen blijkt ook ten noor-den van de spoorlijn vrij groot, namelijk in de omgeving van de Paasberg, de Hakenberg, het Roode Veld en het Lutterzand Picknicken vertoont v r i j wel hetzelfde beeld als wandelen. F i e t s e n , bromfietsen en toerrijden v e r -tonen eveneens z e e r veel overeenkomst met

(21)

elkaar18

-Op grond van de kaartbeelden en van de oppervlaktecijfers in tabel kan worden gesteld dat de zuidwesthoek van het gebied 'Volthe-de Lutte' de grootste'mogelijkheden voor openluchtrecreatie Lijkt te. bte-olcn.

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Met behulp van principes, ontwikkeld door o. a. Edminster en Segers, is getracht een methode op te stellen, waarmede het mogelijk is de poten-tiële mogelijkheden voor openluchtrecreatie te1 onderzoeken- Hierbij is uit-gegaan van een aantal vormen van openluchtrecreatie welke gerelateerd zijn aan de invloed (gewichten) van diverse fysisch-geografische kenmer-ken, de zogenoemde elements (zie bijlage 1 en tabel 1). Deze

key-elements worden vervolgens geïnventariseerd, waarna aan elk daarvan een puntenwaardering wordt toegekend (vermenigvuldigers)- Gewichten zowel als de vermenigvuldigers worden uitgedrukt in een cijfer in een schaal van 0 - 10- Met behulp van gewichten en vermenigvuldigers wordt een totaal-score berekend, welke wordt uitgedrukt in procenten van de maximale totaal-score, hetgeen het geschiktheidscijfer oplevert

Voor de inventarisatie van de key-elements is het noodzakelijk te kun-nen beschikken over voldoende, uitgebreid en recent kaartmateriaal, name-lijk een terreinkaart, een reliefkaart (hellingen), een bodemkaart met de aanduiding van de grondwatertrappen en een chromo-topografische kaart; alle op de geëigende schaal.

Voor het proefgebied 'Volthe-de Lutte' is getracht met gebruikmaking van de ontwikkelde methode, 'voor diverse vormen van openluchtrecreatie de geschiktheidscijfers te bepalen- Het betreft logeren, sport en spel, kam-peren, wandelen, fietsen, bromfietsen, toerrijden, picknicken en het bezoe-ken van a t t r a c t i e s . De geschiktheidscijfers zijn per coördinaatvak berebezoe-kend- berekend-Tabel 2 geeft een overzicht van de verdeling van de oppervlakte (ha en %) over de geschiktheidsklassen- De kaartbijlagen geven een visuele indruk, waar de onderscheiden geschiktheden

voorkomen-Er kan worden gesteld, dat het gebied ten zuidoosten van Oldenzaal voor de meeste vormen van openluchtrecreatie een hoge geschiktheid

(22)

bezit 19 bezit

-SLOTOPMERKINGEN EN AANBEVELINGEN

1. Dé uitgangspunten moeten nog nader worden gedefinieerd teneinde een goede nomenclatuur te verkrijgen.

2- De kaarten, waarvan bij het bepalen van bodemtype en grondwaterstan-den moest worgrondwaterstan-den uitgegaan, waren voor'Volthe-de Lutte' niet op ge-eigende schaal aanwezig, zodat slechts een globale benadering mogelijk was. De uitkomsten mogen dan ook uitsluitend als richtingbepalend wor-den gezien en niet in absolute zin worwor-den

gehanteerd-3- Enkele key-elements als micro-klimaat en micro-reliëf zijn nog niet nader uitgewerkt en derhalve buiten beschouwing gebleven Betreffende flora en faune kon alleen de indeling in naaldbos, loofbos en gemengd

bos worden gemaakt, daar nadere gegevens over houtsoorten, het voor-komen van zeldzame planten en dieren, alsmede over de wildstand niet beschikbaar

waren-4. Bij de beoordeling van het terrein zal een geomorfologische kaart, zo-als deze door de Stichting voor Bodemkartering wordt gemaakt, wellicht enkele goede diensten kunnen bewijzen.

5- Specifieke terreinkenmerken als bijvoorbeeld mooie vergezichten, fraaie ruimtes, hoekjes en dergelijke zijn niet in beschouwing genomen- Het verdient aanbeveling deze op de terreinkaart te vermelden, daar zij voor verschillende recreatievormen van grote invloed kunnen zijn-6. Reeds aanwezige recreatieve voorzieningen zijn niet

ingecalculeerdDeze zouden eigenlijk ook op genoemde terreinkaart dienen te zijn v e r -

meld-7- De kwaliteit van het oppervlaktewater is als limitingfactor gezien- Be-paalde wettelijke regelingen of afspraken over verbetering hiervan zijn buiten beschouwing gebleven, zodat de potentiële mogelijkheden voor de kleine watersport, alsmede zwemmen en vissen niet zijn

bepaald-8- Bij het inventariseren van de afstand tot de stedelijke centra en de urba-nisatiegraad zijn deze gecombineerd en uitgedrukt in een aantal te ver- ,

2

wachten bezoekers per km • De hieruit volgende cijfers zijn voor alle vormen van openluchtrecreatie gebruikt, hetgeen een gelijke invloed van deze key-elements op alle recreatievormen veronderstelt- Beter is het uit te gaan van afstandscurven voor elke vorm van recreatie, waardoor een juister inzicht in de potentiële mogelijkheden ontstaat- Zo zal bij-voorbeeld toerrijden minder aan afstand zijn gebonden dan fietsen- Er zal dan ook worden getracht van gedifferentieerde af stand s curven uit te

(23)

gaan 20 gaan

-9- De nogal uitvoerige b e r e k e n i n g e n voor het bepalen van de geschiktheids-c i j f e r s zullen z e e r goed m e t behulp van de geschiktheids-computer kunnen ge sgeschiktheids-chieden- schieden-E r zou h i e r v o o r een p r o g r a m m a kunnen worden g e s c h r e v e n , w a a r a a n t e v e n s de k a r t o g r a f i s c h e weergave wordt gekoppeld m i d d e l s een e l e c -t r o n i s c h e -

tekenmachine-L i t e r a t u u r

EDMINSTER, F . C . , 1966. Finding the potential for r u r a l r e c r e a t i o n -Soil C o n s e r v a t i o n 3 2 . 3 : 51-54

SEGERS, A . J . A . M . , 1970. Bepaling van de f y s i s c h g e o g r a f i s c h e g e -schiktheid van plattelandsgebieden voor o p e n l u c h t r e c r e a t i e . Nota I . C . W . 574.

(24)

S, * J E rt O * J S • « ~* * i o « Ü « « 3 O « • * ï /-4 4> .-t u c c V « 98 S 3 ? ? « L. TJ t, # C = O j t s* c * « « C « > « M 2 ? E * * * . • c T3 t . R n b J 3 H * i J> U o t * u • n > • * • • t . -~. S o <*N 1 1 ( M > • H 1-O t l t f N I U \ e u •r* u r>. o o «A ^ W n * h 8 t m \" n K .* O « —. V •> u o 1 sr ri +> » — • n o 7 O J * -—. \f\ * \ t V o, a u ** > o |CV rst a a o « > » ffl M O . .*«. rt x: o o. « •-» k « V s « £ ••"i O « V o o a h w 6 O o o rvj AN a o c g E « H U « c o ? v 4 O o o o *> c c o o o o l O 1 «1 s 3 o o o rg •t c o > c o o o M c o c • H O o m n » e o o o o o " 1 * h « c » 4 O o O O O O O V /* o o o o o o o o o o O O 'f* i*> ••* * !» *J » u e -o « m n * c 4* *> • » o c « ** M • -O L. *» > •** « * t C <*•< • - < g> ?

(25)

•f tfl C —» i-I é V 6 —* u o u ** to S » o « C 4 f* c n 5 * • « O C f,1 « . ' • S V w n u T> O •O +> tt 4A « « * J - U ft J» M « A M M M > > > > > C o •;> eu 4J f\) S O * C « ift û a c « e * c e s < a SM s e <• <-> V -* - • M T \ tf\ tf\ 1 » 1 1 1 _ *f\ 3 IA O O A^ - * - « na * \ V ^ V +> ca C <-t « p. c • V *> 00 * « *• *• • V » *« »-t »M * Û, *>

(26)
(27)

A / r i <••">< V M * ï " " V * ' 1 ' v ^ I r

y • I k

(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)
(34)
(35)

INSTITUUT VOOR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING

Aanvulling op nota 594 v-m a p r i l 1970 inzake een methode t e r bepaling van de potentiële mogelijkheden voor d i v e r s e v o r m e n van o p e n l u c h t r e -c r e a t i e

Inleiding

Onder punt 8 van de slotopmerkingen en aanbevelingen van bovenvermelde d i s c u s s i e n o t a i s gesteld dat de invloed van do afstand op de d i v e r s e v o r m e n van o p e n l u c h t r e c r e a t i e voor elke v o r m afzonderlijk zou dienen te worden b e -paald. Dit teneinde een j u i s t e r beeld te krijgen van de potentiële mogelijk-heden h i e r v o o r . In h e t volgende i s dan ook getracht voor v i e r v e r s c h i l l e n d e v o r m e n van o p e n l u c h t r e c r e a t i e een werkwijze te ontwikkelen, w a a r d o o r het mogelijk wordt gegevens omtrent het aantal te verwachten b e z o e k e r s p e r v o r m van r e c r e a t i e t e b e r e k e n e n , geheel onafhankelijk van de potentiële m o -gelijkheden voor deze v o r m e n van andere t e r r e i n k e n r n e r k e n .

Werkwijze

Het aantal te v e r w a c h t e n b e z o e k e r s p e r v o r m van o p e n l u c h t r e c r e a t i e wordt bepaald aan de hand van gegevens die betrekking hebben op bevolkingsaantal-len p e r gemeente en de verwachte bevolkingsgroei. Voor de berekeningen i s uitgegaan van het j a a r 1980. Voorts is gebruik gemaakt van gegevens o m t r e n t de p e r c e n t a g e s u i t v l i e g e r s p e r gemeente en de v e r d e l i n g e r v a n over de v e r s c h i l -lende v o r m e n van r e c r e a t i e nl. wandelen, fietsen, b r o m f i e t s e n en t o e r r i j d e n m e t de auto. De desbetreffende gegevens zijn g r o t e n d e e l s afkomstig uit het r a p -port van het Raadgevend Bureau B e r e n s c h o t en Grontmij " R e c r e a t i e in T w e n t e " ten behoeve van het R e c r e a t i e s c h a p Twente, w a a r i n 19 gemeenten s a m e n w e r k e n . Uiteindelijk zijn de aantallen te verwachten b e z o e k e r s in 1980 p e r coördinaat Vdk berekend. De h i e r b i j gevolgde werkwijze is h i e r o n d e r beknopt w e e r g e g e v e n .

De huidige bevolking (1969) wordt v e r m e e r d e r d m e t 11% w a a r d o o r het v e r w a c h t e bevolkingsaantal in 1980 ontstaat. De gemeenten zijn v o o r t s v e r d e e l d in A, B en C gemeenten in v e r b a n d met het percentage u i t v l i e g e r s dat wordt v e r w a c h t .

Deze p e r c e n t a g e s zijn voor genoemde soorten van gemeenten respectievelijk 25, 35 en 45%. De p e r c e n t a g e s uitgedrukt in aantallen l e v e r e n een t o t a a l aantal u i t -v l i e g e r s .

Op grond van onderzoek i s bekend hoe de verdeling van deze u i t v l i e g e r s is over de d i v e r s e v o r m e n van r e c r e a t i e . Het blijkt namelijk dat 9% wandelt, 3% fietst,

(36)

c o

s

h O > 4> u 4) o G a > u 4) 0 0 G •r* r-t 4) T ) U <a > o> • O c; <o c 4> G ei 4) Vi O 4) h C! «9 00 o > O) J3 S R! > *-l flj o Ci 4> <u

S

4) bo U 4) S • Xi u • M N U 4) 4) H 0)

5Tï

m u S «o O v. «» » Vi 5 m S 4) » m ri * - 4 4> •o c ni I 4) M » 4 1-4 (4 nt o rt (U 4> O 00 co c c* 4) o ffl *» e* >o

s

(0 ei G 4) 4) O PO co L n i n T I m i^ >Û n \ o »I l f t ' n o ^ Q 0 ^ • ^ 0 ^ J c o,< J,' M N (O O» NO O* 11 ?" 0 0 T f PO PO PO O T f «f vO PJ PJ O O CO lf> O» r f CO 0 0 PO PJ 0 0 i n f » ro oo Tt m • * >o o 4 " I "C * i * •«o m M -H (M PO o» (M * m * û ^ * 2 ^ S m (y. P- o o Os ï ) N T< fO PJ sO i n sO p -•n o o vO sO a* 00 «*• p -o o p p -o i n Th ro o en PJ r-00 sO o p-P- c* m o v O T< o co m co T i m o o •* P O <r> P J O ' t o \ û >0 N co p - m p» c * P J e*) r p -m -m o 4> G 4) u 0 B ß 4> •0 t « - l 4) Q T3 nt 02 Ö 4> Tl j—i 4> Q 4-> X> C <! Oi

6

nt 4)

e

4) Q

8

D C 4> CU 4)

S

4> XI O m G W 0 0 Ü Ci 4) 00 (U ca

•s

m ffi

è

0 < — 1 4> 00 Ci 4) ffi U 4) CO (0 o J 0 < — 1 4) Vi rt

2

i—i d nt N

c

r—1 0

H

0) Vi rt

s

4-> 0 O 4> m ca H

2

u Vi 4} ^ > X I S H 4) (1)

5

a 0) Vi > CQ V i 0) 4) « > m o > 0 ( N j v o r o o o o o » o c N v O o r - O f N i o > O N r 4 s O O o o o o o o \ O T t « \ 0 \ O c o p a o r * rt •** r ~ T i r s i m p j •* c s j T ^ r o i - i r g M i-i o o ' * t > p j i « . T | « T i m T < O Ti CM o PJ PJ "H ^f CO m C\J m o o p j M m T l T l f -T l i n p -• ^ o PJ T l T l PJ o m T t r - s O ' H T p r o v o o i n p j ' ^ ' p j m T i r i » r o o i r > i n o i n o o T i p 4 T " p j t i * N O T i N O T i O T i i n ' ^ ' i n p j > o N D m T i p - m v O O P O v O T i N O o ^ r o m o o o o o r T « r « v o i n > 4 0 ^ p -T l -T l -T t O ' i ' i n p j N O

o m u < < < u u t o u n < u o m < m < m

G V Vi O p o r o r f i n v O P - o o o p v j p o ^ f i n v O P - o o o p-i T < vO PO PO 00 o >J0 co 00 PO o p-o PO ^ PO vO PO T < "* f) PO o m •^ PO i n T l n 0 0 0 0 >o tn T l O p -co o T « • * o p -o 0 0 p -P0 o P4 0 0 oo o 0 0 T l PO 0 0 vO vO P -^ 0 0 o o vO •* xO O PO T l • ^ •* 0 0 T l 00 PO CO o T l o o vO p~ sO r~ • * • PJ PJ o o PJ PO co m 0 0 P0 T l p -T l PO i n PJ o o T l O p -o v O T l PJ T l O 0 0 T l vO >o o >o T l i n • t PJ N O T i o o •<*• "* T l PO >o o o p -0 -0 oo 0 0 0 0 T l t a-T l T l PO ro r-T " vO PO sO O T l i n ro o PJ m i n «* X) 4) • I-I 4) 00 CO a, <c Xi o co 1 — 4 rt ei •M O H

(37)

4% b r o m f i e t s t en 13% t o e r r i j d t m e t auto, welke p e r c e n t a g e s eveneens fr-eer aantallen opleveren. Tabel 1 geeft een overzicht van de betrokken gemeenten van de bevolking in 4969 en 4980, de c a t e g o r i e van de s e m e e n t e , het totaal

aantal in 1980 v e r w a c h t e u i t v l i e g e r s en de verdeling hiervan over de v i e r in het onderzoek betrokken v o r m e n van o p e n l u c h t r e c r e a t i e (totaal 29% van het

aantal r e c r e a n t e n ) . V e r d e r blijkt de totale r e i s d u u r bepalend voor de animo een bepaalde afstand af te leggen. Figuur 1 geeft de r e l a t i e t u s s e n de r e i s d u u r en het p e r c e n t a g e r e c r e a n t e n dat b e r e i d i s tot een bepaalde r e i s d u u r . In s a m e n -hang m e t de snelheid i s p e r v o r m van r e c r e a t i e het p e r c e n t a g e r e c r e a n t e n te b e r e k e n e n . De o n d e r s t a a n d e tabel geeft een overzicht van deze c i j f e r s voor wandelen, fietsen, b r o m f i e t s e n en t o e r r i j d e n p e r auto.

Tabel 2. P e r c e n t a g e s r e c r e a n t e n p e r v o r m van r e c r e a t i e p e r a f s t a n d s k l a s s e Afstand af te P e r c e n t a g e leggen over *" de weg (km) w a n d e l a a r s f i e t s e r s b r o m f i e t s e r s t o e r r i j d e r s auto < 5 5-<40 10-<15 45-<20 20-<25 25-<30 30-<35 35-<40 40-<45 4 5 - m a x . 80 96, 2, i, -• -0 7 3 7 2 , 0 2 0 , 0 4 , 5 1,2 1,0 0,6 0 , 4 0 , 2 0 , 1 -4 5 , 0 3 3 , 5 11,5 4 , 3 1,8 1,4 0 , 7 0 , 5 0 , 4 0 , 9 -15,0 4 5 , 0 15,0 6 , 5 5,5 3,7 1,6 1,4 , 6 , 3

Vanuit het c e n t r u m van elke g e m e e n t e worden op de k a a r t c o n c e n t r i s c h e c i r -k e l s getro-k-ken m e t een s t r a a l , die overeen-komt m e t de in tabel 2 v e r m e l d e

a f s t a n d s k l a s s e n . Daar in Twente de verhouding h e m e l s b r e d e afstand : afgelegde afstand i s a l s 1:1, 11 worden de r e s p e c t i e v e l i j k e c i r k e l s t r a l e n 4, 5 k m , 9 k m ,

13, 5 km e t c . Op deze wijze ontstaan zones waarvan de oppervlakte in tabel 3 i s v e r m e l d .

Met behulp van de gegevens uit de tabellen 2 en 3 en de e e r d e r berekende cijfers van de aantallen u i t v l i e g e r s wordt het aantal te verwachten r e c r e a n t e n p e r afstandszone b e r e k e n d en uitgedrukt in een aantal per 100 ha, w a a r b i j wórdt v e r o n d e r s t e l d dat deze r e c r e a n t e n gelijkmatig over de zones zijn v e r s p r e i d .

(38)

Tabel 3. Oppervlakte van de c o n c e n t r i s c h e c i r k e l s en de door hen g e v o r m d e zones per a f s t a n d s k l a s s e

Afstand af te R (km) Oppervlakte in ha leggen over

de weg (km) binnen cirkel in zone

i" 5-/-10 10-<15 15-<20 20-«: 25 25-,30 30-C35 35-;40 40-C45 4,5 9,0 13,5 18,0 22,5 27,0 31,5 36,0 40,0 45- m a x . 80 mac 72,0 636 2545 5726 10179 15906 22902 31173 40715 51534 162860 636 1909 3181 4453 5727 6996 8271 9542 10819 111326

in een bepaalde afstandszone v o o r k o m t . Het e e r d e r b e r e k e n d e aantal te v e r wachten r e c r e a n t e n p e r 100 ha wordt tenslotte met dit p e r c e n t a g e v e r m e n i g -vuldigd, wat een g e t a l oplevert dat het totaal aantal t e verwachten b e z o e k e r s in 1980 v o o r s t e l t .

Deze cijfers worden e e r s t p e r gemeente én p e r v o r m van r e c r e a t i e berekend. Sommatie van deze c i j f e r s geeft uiteindelijk de c i j f e r s voor een bepaald te on-derzoeken gebied. Opgemerkt wordt dat de h i e r gebruikte cijfers uitsluitend betrekking hebben op het gebied Twente.

Toepassing in V o l t h e - P e Lutte

De bovenstaande werkwijze i s toegepast op h e t gebied Volthe-De Lutte. De b e r e k e n d e aantallen te v e r w a c h t e n b e z o e k e r s in 1980 zijn p e r v o r m van r e c r e -atie en totaal per c o ö r d i n a a t op k a a r t w e e r g e g e v e n (zie k a a r t e n 1 t m 5). Deze cijfers hebben b e t r e k k i n g op alle negentien bij het ' ' R e c r e a t i e s c h a p T w e n t e " a a n gesloten g e m e e n t e n . Het blijkt dat in de s t r e e k ten n. o., o. en z. o. van Ol -denzaal de m e e s t e b e z o e k e r s zijn te v e r w a c h t e n . Dit beeld vertonen alle v o r m e n van r e c r e a t i e . Er i s een duidelijke invloed van de t o e k o m s t i g e bandstad Twente aanwezig, die r e s u l t e e r t in een v r i j hoog aantal b e z o e k e r s p e r 100 ha ( *300). Daar deze aantallen zijn b e r e k e n d op grond van de v e r o n d e r s t e l l i n g , dat e r een gelijkmatige spreiding van het aantal te verwachten b e z o e k e r s p l a a t s heeft, k u n nen deze getallen in absolute zin nog v a r i ë r e n tengevolge van plaatselijke f a c t o r e n , die bij de berekeningen buiten beschouwing zijn gelaten. Daar de o m g e ving in de genoemde r e g i o ook in andere opzichten dan de afstand tot de s t e d e

(39)

-lijkc c e n t r a , z e e r aantrekkelijk is door een fraai landschap met afwisselende b e g r o e i i n g , refiè'f en enkele attractiepunten ( a r b o r e t u m ) ï g t tiet in de lijn d e r verwachtingen dat de b e r e k e n d e cijfers een stijgende tendens zullen v e r t o n e n .

Dit wordt nog o n d e r s t r e e p t , doordat er bij deze berekeningen ook geen r e k e ning i s gehouden m e t c o m b i n a t i e s van r e c r e a t i e v o r m e n a l s bijvoorbeeld t o e r rijden m e t auto en v e r v o l g e n s wandelen. Ook i s v e r b l i j f s r e c r e a t i e buiten b e -schouwing gelaten. In het gebied bevinden zich wel enkele h o t e l s , pensions en c a m p i n g s . Het aantal van deze r e c r e a n t e n zal e c h t e r in geen verhouding staan tot het aantal d a g r e c r e a n t e n , zoals dat i s b e r e k e n d . Voorts i s bij de b e r e k e -ningen geen rekening gehouden m e t de toegankelijkheid van b o s s e n , e s s e n e . a . in j u r i d i s c h e zin, noch m e t het wegennet (o.a. fietspaden) e . d . Wel wordt opge-m e r k t , d a t in het qua afstand z e e r gunstig gelegen gebied z e e r weinig v e r h a r d e wegen v o o r k o m e n , terwijl de aanwezige s e m i v e r h a r d e wegen m e e s t a l een z o -danige b r e e d t e hebben dat a u t o - v e r k e e r p r o b l e m a t i s c h i s . Wandelen en fietsen zijn in dit opzicht r e c r e a t i e v o r m e n , die ten opzichte van het huidige wegenpa-troon het m e e s t e te bieden hebben.

Wageningen, augustus 1970

(40)

ff<\.i filiatie JU.SS& On**« fc/*n*Udt«< ^ V4~ / fib***. r=i2k*,/u4i£

(41)

'T*"~*7' f \ kjj\

K-Ij-I f t / / ^ - / p^^t^-A^-'^fc^â^r^

0 i V j '

#-^V-JH

s :

'-3}.^ •£i.m£mâ>::t?1m\ N/fox:

l&M t v- • ••• .Sr -~^f >^ * • • • = # . ! = •' i .7 ï S • : • ;•!•»... i %Z r 7 -t—V** • îîA • • ' • ' H 4 . V v 3 u o o o o o •• l # = ^ T T r r ^ ^ ^ i ^ H - i / i •2 >Q ^ o o o o M^ïi^^#^;:ï-.:::TSL:rh*c?:.:^ ï!f_ . . ... _ _ „ . _ . . y « •l • . ^ - Al - ^ - •- .J r^ - - . " - - . - ~ ^

mmm

mmmimßz * •-•i4% ; ^ f v . s i ••»••• •• ïSl*T >:;<5ii>*r^ 8 3 ^ ^ - ^ - ^ i ^ g t ;:•;': f: r^jjr^y,:.

:f-f;^A\ v';-?, > .,;^:' ' •'-'• ^^^O" |

f

r M , - f t : ^ ^ K ' X \ f '--'ü

'M:...

l ' e Mi

(42)

-.' «

(43)

' •-"' V '

W\,'

£.,;••• -V * * ' V J C * / ^ j

&S£

^ / ^ V• (/ / • \ ' 1 ^

^XJ- i li

ƒ I g • c ^ Vrt"""rt'*" '** ^V W I * "" "•"ïtâr *y^<\ Cr J V ^1^ : ""V*'1 IjT'

n-imm

i - - . l V -JJSSJL. .•/>^n i;

. y\ w

^ . i j 7 '• i T j ' J ^ i j s ^ / - i ^_ j / ^ ^^^-Js^L^ M ^^Af^^-^JL i / • P l i s * "

•n-

Y^

v ^

i-g _ O O o -• dj 0 in co N o • c_ ^ i i . r*. ! « ^ o o o „ i 2! ~ ^r m <o •* i f » S ^ ^ ^ ^ I t j ffl <fl —, _ 2 « 5 en £ g1 ai 2 > u) o t o : a y i4t ) - <u m I O j • • £ L. o) g g> u 5 Û OS N ° b £ N > > w O)

%K

'.'SI*

BW»

É l l l l l l

^ ^ ^ É ^ ^ â

IllIBI

few

ü

iM§ib

E 3 Ä

IBBBi^Ba^i^BMBl^BO-'^l^

::::?K::;:3JvS

't/&

r*^-m

*"*;'?»

^Z

1

*

ï?î c 'Pi'ff tri Af f iv'vr"'7/ ^ '^

(44)
(45)
(46)
(47)

, , \ i . V l 1 - , , r s v, PdJMi / &

,«J^.

rr

;K-V»*I % c e o CT" '•

Mr

ß

#*=J

r^'iuZ

- 1 ^ ^ 3 t : — ST»* o i- VJ^

-P*f

,4Je

;MI

o o o o 0 0 0 0 S-c i - C 0) t. O I I I I > <u o ro •* 10 1 O L*-" «?«.„ 0 o o o ' o o „ o 10 o o o V *- T- cvi r o TT in Al *o*r

si

y

r v O <l> o 0 * O D O

b

5^3 S f r -4 -A»«„ i-

'4.

y$i" * • > ? » « e y ïfïH-• * M

K;

2s§

y,

ft&sâï sfvsi*1

BC

txM<

W

Mï^A K&* K*S

mm

l i t e - : *** i +s* 4 ^ ^ A f !*V, ^ r-ïA* *• \v/ %

--c

^ . ï

N-X

- ^ J * 4 ijk-*?

r^ r***.

ra -*

r l

J

f ^ W

t

J .

^-\*-rC

* f -yfcv

<%r

rr

r

s

s*

À W

-K

7/ K $ N3 ^ \

fcfl

11 \ ^ o » M Y \*-* \ -r»

V

,r~

k

^ t » 13- ^ i

jjr t*

t

r\J*'Kf

(v f *\

; -ft ^

j».

s.

^

' L ' A /

£3T iH / * *\

v

•JNaj.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het doel van dit onderzoek is gericht op het uitbrengen van een advies over de wijze waarop AutoCAD ingezet moet worden en hoe de kosten hiervan toegerekend moeten worden binnen

Voor de tarieven van aanleg en exploitatie van glasvezel en diensten kunt u contact opnemen met uw business partner.

 De uitwerking van het alternatief van toevoeging van invoeding aan de samengestelde output werkt voor situaties waarbij tussen netbeheerders vergelijkbare (efficiënte)

Hoe kan de huidige informatievoorziening zo worden ingericht dat deze geschikt is voor zowel kwalitatieve als kwantitatieve databeheersing en kan het datatransformatieproces binnen

The variation in the 5’UTR sequences presented here correlated with the characteristic SSCP profiles generated from amplicons of ORF5 of the three variants (621, 623 and

In het project Mensen Met Mogelijkheden (MMM) hebben tientallen professionals uit 20 beroepsgroepen die betrokken zijn bij de begeleiding, ondersteuning en behandeling van mensen

risico dat we meer geld uitgeven dan strikt noodzakelijk als de klimaatverandering minder sterk doorzet dan we nu denken. Dit overinvesteren kan worden verkleind door

Uit de gesprekken met de verschillende experts is naar voren gekomen welke aspecten van belang zijn bij de ontwikkeling van eerstelijnszorgconcepten en op welke wijze de