• No results found

De kwetsbare zelfoverschatting van Europa : vijf stellingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De kwetsbare zelfoverschatting van Europa : vijf stellingen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

17

De kwetsbare

zelfoverschatting van Europa

Vijf stellingen

m a a r t e n b r a n d s

1. De eeuuis een ongrijpbare structuur in een

wereld waarin de machtsverhoudingen aan het schuiven zijn.

Achteraf bezien is het wonderlijk hoe velen tij-dens de onwezenlijke jaren negentig zijn blij-ven denken dat de internationale politiek onge-veer langs dezelfde lijnen als vóór 1990 kon worden voortgezet. Pas 11 september 2001 heeft ons duidelijk gemaakt dat Europa sinds de Koude Oorlog in strategisch-militair opzicht noch als object, noch als subject veel te bieden heeft, en dat daarom de relatie met de enig over-gebleven wereldmacht, de vs, drastisch van aard is veranderd.1

Zoals Nederland na de Koude Oorlog aan poli-tieke status binnen de eu verloor, zo heeft Eu-ropa na 1990 eveneens aan politieke betekenis in de wereld verloren. Pas na 9/11 kwam de grote herschikking van relaties in de wereldpolitiek duidelijk in zicht. Voor de Amerikanen is de Isla-mitische wereld nu de grote aandachtstrekker en ‘area of strategic concern’, een rol die tijdens de Koude Oorlog lange tijd voor Europa was wegge-legd. Volgens Michael Ignatieff leven veel Euro-peanen nog steeds in het pre-9/11 tijdperk.

‘Euro-peans seem insensitive to the threat of wmd’s , they sooner feel threatened by the American re-action to that threat.’ De Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten wordt in Europa ¬ mede door de gebrekkige motivering in Washington ¬ slecht begrepen.

Het overigens waardevolle eu-rapport over veiligheid in Europa (in juni 2003 aangenomen) begint met de krankzinnige zin: ‘Nog nooit tevo-ren is Europa zo welvatevo-rend, zo veilig en zo vrij geweest.’ De grootste prestatie van Europese in-tegratie blijft zonder meer een uitzonderlijk lange vredesperiode voor een deel van Europa. Maar die heilzame integratie is na de Koude Oor-log een totaal ander balspel geworden dan voor 1990. Een wereldwijde herverdeling van wel-vaart en veiligheid vindt nu plaats. De eu is qua structuur een buitengewoon ondoorzichtig bouwwerk ¬ allerminst een doorzonwoning. Het kent een duaal karakter ¬ enerzijds vindt integratie plaats, anderzijds blijven de nationale lidstaten voortbestaan; het is geen statenbond, maar ook geen bondsstaat. De Commissie mag ook geen echte regering worden.Ook in de toe-komst zal de vorm van de eu er niet duidelijker op worden.

De structuur zal er na de uitbreiding alleen nog maar ondoorzichtiger op worden en daarom is de op iedere eu-topconferentie her-haalde belofte van meer transparantie voor de

Over de auteur Maarten Brands is emeritus

hoog-leraar Geschiedenis aan de UvA en oud-directeur van het Duitsland Instituut

(2)

18

burgers een vorm van volksverlakkerij. De eu ¬ ‘an unidentified political object’ volgens Jacques Delors ¬ is een zaak van Politikerpolitik, niet be-doeld voor het volk.

2. De uitbreiding komt op een moment dat de eeuu

toch al geconfronteerd wordt met een agenda

boordevol problemen. Overbelasting van de eeuu

dreigt.

Timing is niet de sterkste kant van de eu-poli-tiek, terwijl dat volgens Bismarck juist essenti-eel is voor alle vormen van politieke besluitvor-ming. Nu dreigt in 2004 met de aansluiting van tien nieuwe lidstaten alles tegelijk te komen. Waarom is trouwens in Helsinki in december 1999 besloten tot deze zeer forse uitbreiding? Dat blijft onduidelijk. Was het een vlucht voor-uit? Een vlucht waarvoor dan? Intussen dreigt er wellicht door alle uitdagingen een overbelasting van de eu. Zal door ontrafeling de eu een lossere structuur krijgen? Wat blijft er over van de moeizaam opgebouwde cohesie? Geen misver-stand: beloofd is beloofd. Er is geen alternatief .2

Laten we enkele problemen die op de agenda van de eu staan opnoemen. Behalve de uitbrei-ding is daar het opzetten van een buitenlandse-en defbuitenlandse-ensiepolitiek. Verder zijn er ebuitenlandse-en grond-wet; de voorbereiding van een meerjarenbegro-ting ¬ wie betaalt wat en wie ontvangt wat?; een verarmde Duitse regering ¬ zieke man van Europa ¬ die geen fondsen meer heeft voor extra deals zoals onder kanselier Kohl nog het geval was; een verzuurde relatie tussen grote en kleine lidstaten; een te dure euro, kritiek op de Europese Centrale Bank met haar inflatie-obses-sie; een verzwakt draagvlak voor verdergaande integratie, of erger nog: sterkere oppositie daar-tegen; renationalisering; verslechterde relaties met de vs: al die zaken blijven de eu splijten. En er komen nog veel meer lastige kwesties, zoals die inzake terrorisme-bestrijding. En dat alles terwijl de recessie nog niet over is. In econo-misch betere tijden bestaat er meer politieke ruimte voor dure plannen en oplossingen.

Nog een belangrijk vraagstuk: de eu krijgt er door de uitbreiding ook nog talrijke grote

min-derheidsvraagstukken bij (tot nu toe had de eu geen eigen beleid op dat punt). Brussel kan nog hooghartig aan Boedapest vragen: hoe staat het met de integratie van de Roma in uw land? Straks is dat een hoofdprobleem voor de gehe-le eu.

Een cruciale vraag blijft onbeantwoord: zijn er eigenlijk grenzen aan Europa? De vraag of Turkije wel of geen lid kan worden is van groot strategisch belang voor de toekomst van de eu (bijvoorbeeld vanwege de relatie met al in de eu wonende Turken). En verdere uitbreiding met Wit-Rusland en de Oekraïne en daarmee ook Moldavië? Wat betreft deze twee geldt: zolang daar onaanvaardbare leiders aan het hoofd staan, is discussie net zo onwaarschijnlijk als die met Slowakije was toen daar nog de bokser Me-ciar huis hield.

Onderhandelingen met Turkije worden in-tussen ongetwijfeld een brandend vraagstuk. De eu-Turkse relaties blijven neurotisch. Het lijkt soms wel, of de Ottomanen weer op de poorten van Wenen hameren, net als in 1683, schreef on-langs een voorstander van toetreding.3

3. Een Europese vuist bestaat niet en het ziet er niet naar uit dat de Europese landen binnen-kort in staat zullen zijn tot zulk gecoördineerd handelen als het maken van een politieke vuist op het wereldtoneel.

Hoe sterk is de positie van Europa in deze wereld? Of: hoe kan een groep landen die elkaar geen duimbreed toegeven waar het de bescher-ming van eigen belangen betreft een gemeen-schappelijke (machts)politiek voeren?

De Amerikaanse waarnemer Joe Klein merkte na een lange reis door Europa op:

Here you have 15 tiny, inbred societies, suffering all the genetic calamities that inbreeding creates, facing the possibility of irrelevance in a world of massive num-bers: a billion Chinese, a billion Indians, 300 million Americans who live as if they were 3 billion. The Euro-pean project is not an easy one. The project will grow more difficult very soon, as eastern Europe is assimila-ted, and the social-service systems of the existing 15 come under fierce demographic strain.

(3)

19 Europa is rijk aan culturen, maar deze rijkdom

is politiek gezien een handicap. Het verhindert overeenstemming over wereldproblemen. Eco-nomisch stelt de eu als macht heel wat voor in de wereld; dat is ook de reden dat de vs de eu op dat punt als gelijke beschouwt. Maar als poli-tieke acteur met als maximale expressie soft power ¬ ontwikkelingssamenwerking, diplomatie en ‘peacekeeping’ ¬ stelt de eu op zichzelf in grote internationale crises niet zoveel voor. Wat heeft Europa naast goede raad te bieden in bijvoorbeeld een ernstig conflict als India-Pakistan, of ten op-zichte van China? En heeft de eu een eigen poli-tiek alternatief voor het Midden-Oosten? In het algemeen: ‘Has Europe a formative power (‘welt-politische Gestaltungswille)’? In ieder geval geen wereldstrategie, zoals Joschka Fischer onlangs opmerkte. Onder ‘global actor’, wereldmacht, ver-sta ik een ‘actor’ die in de wereldpolitiek op basis van eigen politieke, economische, militaire of morele macht richting weet te geven aan ontwik-kelingen en aan ¬ soms zeer bloedige ¬ groot-schalige conflicten een einde weet te maken. Maar Europa voldoet allesbehalve aan dit beeld.

Zonder inzet van de vs lukt het de vn noch de euom bijvoorbeeld een genocide als in Rwanda in 1994 te stoppen. President Clinton keek bij deze ramp een andere kant op. Gevolg: ongeveer een miljoen doden. Kan Europa trouwens wel voor eigen veiligheid zorgen zoals nodig was en is in de Balkan of in de Kaukasus? Nog steeds kent de eu geen eigen effectief veiligheidspoten-tieel. Wel bestaan plannen daartoe die werden gesmeed in Helsinki in 1999 en in Thessaloniki in 2003. Wat zal daarvan terechtkomen?

De eu kent ook geen eigen beleid inzake mas-savernietigingswapens. Zelfs de dreiging daar-van wordt amper als zodanig erkend, laat staan dat er tegen dat gevaar enig beleid is. Na het ‘cry-ing wolf’ in Irak wordt elke waarschuw‘cry-ing dien-aangaande nu zelfs weggehoond.

De eu-topambtenaar belast met veiligheids-vraagstukken, Robert Cooper, schreef onlangs: De eu is een postmoderne constructie, in zich-zelf gekeerd, zwaar gepreoccupeerd met eigen interne problemen.4

Het is geen mooi voorbeeld voor grote delen van de wereld waar nog de wet van de jungle heerst. Is multipolariteit een optie?

Europa wordt regelmatig verwachtingsvol voor-gesteld als pool tegenover de vs. Hieruit spreekt alleen maar de arrogantie van de eigen onmacht en een onderschatting van het vermogen van de vs; niet alleen op militair gebied, maar vooral ook in de wetenschap en op het gebied van inno-vatie. Waar komen de nieuwe medicijnen

van-daan en waar woont het grootste aantal Nobel-prijswinnaars? Niet het talent ontbreekt hier, wel het elan er iets mee te doen.

Europa heeft zoals gezegd, geen eigen strate-gisch vermogen wat betreft de grote wereldpro-blemen, kan nog niet eens voor eigen veiligheid zorgen. De vs bieden nu met al hun blunders in Irak Europeanen alle gelegenheid om goedkoop voor open doel te scoren.

De paradox is dat, juist nu vele Europeanen Eu-ropa steeds meer als tegenwicht tegenover de vs plaatsen ¬ meestal op gelijke hoogte, of moreel nog hoger ¬, de interne verdeeldheid in Europa niet alleen groot en diep is, maar ook de steun on-der de bevolking voor veron-dergaande integratie aanzienlijk is verzwakt,vooral in landen die enige jaren terug nog Eurofiel waren, zoals Duitsland en Nederland. Hoe komt het dat de eu ondanks alle pretenties in de wereldpolitiek zo’n geringe rol speelt? Daarvoor zijn veel verklaringen te geven: a) Te lang is de eu verwend door de vs, zelfs nog

in 1995 toen de vs in Bosnië ingrepen. Maar waar vroeger de eu in nato-verband alge-meen goede transatlantische verhoudingen

Hoe kan een groep landen die

elkaar geen duimbreed toegeven

waar het de bescherming van

eigen belangen betreft, een

gemeenschappelijke

(4)

20

onderhield, blijken relaties met de vs Europa nu te splijten. Er is geen draagvlak in Europa voor het inzetten van een internationale mili-taire macht tegen terrorisme of nucleaire dreiging, al helemaal niet in Duitsland. b) De Commissie-structuur van de eu is niet

be-vorderlijk voor adequate besluitvorming. Mis-schien komt er ooit een echte minister van Buitenlandse Zaken, maar die zal dan wel een positie naast, niet boven de 15 of 25 nationale ministers van Buitenlandse Zaken krijgen. c) Europa moet nog beginnen met een

harmoni-sering van veiligheidsbelangen. Waarschijn-lijk is elke hoop daarop vergeefs, het ruikt tegenwoordig zelfs naar renationalisering. d) Er zijn relatief weinig middelen beschikbaar

voor moderne defensie. De dure welvaartstaat gaat voor. Begrijpelijk, want deze heeft mede politieke rust gebracht die in Europa als nooit tevoren heeft bestaan. Geen fascistisch re-gime heeft meer de kop opgestoken). e) Eenheid van beleid wordt in de weg gezeten

door het Franse bouwsel van buitenlandse po-litiek. Die roept sterke weerstand op, tot voor kort ook in Berlijn. Vooral het Franse optre-den in het Midoptre-den-Oosten,maar ook de rela-tie tot de vs zijn moeilijk te omzeilen klippen. Frans exceptionalisme concurreert met de grote Amerikaanse exceptie. Teamsport is echter wat wordt gevraagd.

f) Verschillen in taal en cultuur blijven integratie op alle terreinen belemmeren, vooral ook op defensiegebied.Hoever we ooit met de poli-tieke integratie zullen komen, is nu nog vol-strekt onduidelijk en zal dat voorlopig ook wel blijven. Zelfs grote rampen kunnen eerder di-vergerende reacties oproepen in Europa dan eenheid bevorderende. Handhaving van het huidige niveau van integratie zal na de uitbrei-ding al moeilijk genoeg zijn4. Primitief ge-scheld op de vs ¬ en dat ook nog onder Franse leiding ¬ helpt ons weinig verder in deze wereld vol nieuwe en nog lang niet allemaal onderkende gevaren. Macht en recht moeten in een nieuw evenwicht met elkaar worden ge-bracht: dát is de grote uitdaging voor vs en vn.

In Nederland wordt inzake internationale pro-blemen ¬ zie Pavlov ¬ bij voorkeur de hoop ge-richt op multilaterale instellingen, vooral op de vn. Het is een oude traditie in ons kleine land, vandaar ook die glijbaan richting volkenrecht. Maar de vn is vaak onmachtig en moet broodno-dig hervormd worden. Daarover wordt trouwens al jaren gesproken. De Veiligheidsraad is qua samenstelling nog zwaar Europees van aard. Het is een bejaardencentrum van drie vroegere machten die teren op hun oude glorie, één nog-niet-wereldmacht en slechts één echte. Wanneer krijgen India, Japan of Islamitische staten hun plaats? Moet dan Duitsland eerst ook nog perma-nent lid worden? Nog steeds is het Charter ge-bouwd op het principe van de nationale soeverei-niteit ¬ ook die van schurken-regimes die daar-mee interventie kunnen afweren. Er is nu geen adequate regeling voor preventieve defensie of voor humanitaire interventie.

Wat betreft het Midden-Oosten zijn de meeste Europese regeringen, ook de zogenaamd progressieve, enerzijds gefixeerd op het Israë-lisch-Palestijnse conflict, terwijl zij anderzijds de voorkeur schijnen te geven aan handhaving van de status quo in de Arabische wereld ¬ inclusief alle onderdrukking in die staten. Alsof die status quo nog stabiliteit zou kunnen brengen! De rela-tie vs ¬ vn is cruciaal: zonder steun van de vs kan de vn weinig en gebeurt er weinig tegen bij-voorbeeld genocide en andere massale schendin-gen van mensenrechten. De vn heeft nu een-maal geen eigen strijdmacht.

Maar wie in Europa wil dat erkennen? Boeken over de ‘komende ondergang’ van de vs als wereldmacht zijn in West-Europa krankzinnig populair, alsof onze wereld in dat geval veiliger zou zijn. De grote uitdaging is: ‘Die entfesselte amerikanische Macht muss normativ wieder eingefangen werden.’ Met andere woorden: de kernvraag is hoe de vs en de vn tot samenwer-king te bewegen op een manier dat de voortgang van het internationale recht niet wordt belem-merd, terwijl de Amerikaanse macht wordt inge-zet waar effectief ingegrepen moet worden in deze onrustige wereld. Macht en recht moeten in

(5)

21 een nieuw evenwicht met elkaar worden

ge-bracht: dát is de grote uitdaging voor de vn. Primitief gescheld op de vs ¬ en dat ook nog onder Franse leiding ¬ helpt ons weinig verder in deze wereld vol nieuwe en nog lang niet alle-maal onderkende gevaren. Maar schelden en tie-ren blijkt emotioneel wel zeer velen te bevredi-gen.5Helaas is het waarschijnlijk niet de beste manier om gehoor te vinden aan de overkant van de oceaan. Een Amerika dat zich inspant voor de vnis nog ver weg.

4. Europa heeft een defensietekort. Het zou goed zijn, wanneer we ook in ons land eindelijk eens echt begonnen na te denken over veiligheid als een hoge prioriteit

Er wordt veel gesproken over het democratisch tekort van de eu, merkwaardigerwijs zelden over het defensietekort. Het zou goed zijn, wanneer we ook in ons land eindelijk eens echt begonnen na te denken over veiligheid als een hoge prio-riteit. Zou de Defensiebegroting dan nog steeds jaar na jaar worden verlaagd?

Tot nu toe was veiligheid voor velen als lucht: altijd aanwezig. Maar de navo is de navo niet meer, omdat de relatie vs–Europa totaal van aard veranderd is sinds het einde van de Koude Oor-log. Op een of andere manier lijkt dat niet door te dringen. De kwestie-Oudkerk versloeg hier in de mediapubliciteit met gemak een paar weken lang alles wat er in die tijd in de grote wereld aan rampen gebeurde. Dat zegt iets over de afmetin-gen van ons denkraam, over ons bijziend paro-chialisme. Maar er is een buitenwereld en die is soms heel boos.

5. De rijke welvaartstaat was een product van de Koude Oorlog. Wil Europa het verfoeide Ameri-kaanse maatschappijmodel voorkomen, dan dient zij economie en welvaartsstaat met spoed te hervormen.

De komende grootscheepse uitbreiding van de euzal bijna alle onderdelen van het huidige Euro-pese beleid onder zware druk zetten: de land-bouw, de arbeidsmarkt, sociale voorzieningen. Een grote herverdeling zal worden afgedwongen.

Jacques Delors zei vaak dat zonder het Rijn-lands model de eu onhoudbaar is. Maar is dat Rijnlands model een statisch begrip? Te veel van onze sociale stelsels zijn nog steeds ingesteld op de nationale staat, terwijl de staatsgrenzen veel diffuser zijn geworden, voorzover ze nog bestaan. Die stelsels staan een immigratiebeleid in de weg. Drastische verschuivingen in de relatie staat-markt zijn inmiddels ook opgetreden. Andere opvattingen over wat de staat wel en niet kan

doen zijn ontstaan. De rijke welvaartstaat was een product van de Koude Oorlog. Een weinig flexibele ¬ niet Europese - arbeidsmarkt, lang-durige structurele werkloosheid, export van ar-beidsplaatsen op grote schaal, dat helpt ons niet verder in de toekomst. Pensioenen zijn of wor-den in vele lidstaten onbetaalbaar.

Een gecoördineerd Eeropees sociaal beleid zou de eu doen exploderen, zoals de grote Duitse expert ¬ en geenszins onsociale ¬ Fritz Scharpf opmerkte. ‘The eu dogma of uniformity may lead to the end of the European welfare state, be-cause the system will be reduced to a minimum, to a mini-system , with all the tensions and con-flicts that may arise from that.’

Is het immigratie- en integratie-beleid in Eu-ropa werkelijk een succes te noemen vergeleken bij de vs? Maar één ding menen de meeste Euro-peanen zeker te weten: ‘Amerikaanse toestanden’ moeten hier tegen elke prijs worden vermeden. De superioriteit van de Europese welvaartstaat, hoe omstreden deze ook moge zijn, staat nog steeds buiten kijf.

Met zijn veel te late en te trage hervormingen levert Duitsland een treurig voorbeeld: ooit was het de motor van de Europese economie, nu is het de hekkensluiter. Met discussies over die hervormingen zal de Bondsrepubliek nog jaren bezig zijn, al dan niet met schending van het

sta-Europa is rijk aan culturen,

maar deze rijkdom is politiek

gezien een handicap

(6)

22

biliteitspact. Duitsland is belast door veel ge-schiedenis en lijdt aan een gebrek aan economi-sche innovatie. Berlijn zal nog jaren zo’n 70 mil-jard jaarlijks voor de opbouw van Oost-Duits-land moeten overmaken, die hoofdzakelijk wor-den besteed aan consumptie. En zoals in de meeste Europese landen gaat de economische achteruitgang gepaard met een verwaarlozing van de universiteiten, ondanks alle pretenties van een kenniseconomie. Het onderzoeksbudget van Harvard is hoger dan dat van alle Europese universiteiten bij elkaar (George Steiner).

Met een Duitse vredespolitiek ¬ kanselier Schröder sprak korte tijd zelfs over een van de vs ‘onafhankelijk Europa’ ¬ probeerde de Duitse regering de bittere pil van de noodzakelijke soci-aal-economische hervormingen te vergulden. Al-leen zo kon de kanselier ook de verkiezingen van

september 2002 winnen. Anti-Amerikaanse re-flexen zijn sterk bij links en rechts in Duitsland, in het bijzonder in Oost-Duitsland (het is op dat punt de uitzondering in het vroegere Sovjet-blok). In meer of mindere mate is die houding overal in Europa te vinden, maar maakt dat ons sterker?

De grote vragen voor ons Europeanen in deze sterk veranderende wereld blijven: hoe kunnen we de vastgeschroefde economische en sociale structuren flexibel maken, hoe door innovatie de economie weer sterk maken in de scherpe inter-nationale concurrentie, hoe daarnaast een soci-aal vangnet ontwerpen dat houdbaar is. Hoe zou ‘sustainable’ solidariteit in een wereld zonder grenzen eruit kunnen zien? Hoe een Amerikaans maatschappij-model te vermijden dat zo breed in Europa wordt verfoeid?

Noten

1 Dominique Moïsi: ‘Das bedeu-tet wenig Platz für Europa auf der strategischen Tagesordnung der usa. Heute ist Europa in den Augen vieler Amerikaner weder Subjekt noch Objekt der Ge-schichte, sondern es ähnelt ei-nem “Vergnügungspark” (in het Engels: theme park)… ein kom-plexes, manchmal unerhebli-ches Experimentierfeld wo ver-sucht wird eine neue Art von Souveranität herauszubilden.’

Internationale Politik, November 2003.

2 Jacques Rupnik, in: U. Acker-mann (Hrsg.), Versuchung Europa, Berlin 2003, p.21. 3 Commissaris Verheugen op de

top van Kopenhagen: ‘Der Islam ist auch Teil der europäischen Kultur’. Interview faz, 14 nov.2002.

4 Robert Cooper, ‘Civilise them or perish’. GW, 30 okt. 2003. ‘Ro-bert Cooper, bureauchef van Mr Solana, is a pro-American, pro un, pro-European who is for

multilateral diplomacy if possi-ble and war when necessary.’ Economist, 8 nov. 2003. 5 Wat is anti-amerikanisme? In

L’ Express, April 10, 2003 is een goede aanduiding ervan te vin-den: ‘L’anti-américanisme se définit non par l’hostilité aux Etats-Unis, mais par la manière déraisonnable, irrationnelle, de l’exprimer: mépris des faits, de mesure, mauvaise foi, men-songe historique, injures.’ ‘Un discours polémique débridé’. Ph.Roger, L’ennemi américain.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en duurzaam effect zou geen sprake zijn en de scho- len zouden alleen maar hinder ondervinden van de door de overheid opgelegde verbeteringsprogram- ma's. Zij zouden moeten

De Nederlandse opinie werd onderzocht door Eurobarometer 63.4 en heeft zich met betrekking tot vertrouwen in de verschillende instellingen EU, regering en partijen niet erg

Op de vraag of ze er iets voor voelde om aan de andere kant van de groene tafel terecht te komen, was haar antwoord ontwijkend: 'Het is niet aan de orde', het is niet mijn streven.'

De huidige Europese energie-bronnen zullen daarin voor niet meer dan kunnen voorzien, zodat door import van olie en steenkool zou moeten worden gedekt.. De drie wijzen zijn dan

Deze uitleg van artikel 16 wordt bestreden met het argument dat, indien de bedoeling zou zijn geweest om de lidstaten meer bevoegdheden te geven op het terrein van diensten van

De Nederlandse regering, bij monde van de minister van Binnenlandse Zaken Ollongren, was het afgelopen najaar nog zeer te spreken over de oprichting van East StratCom Task For-

Op grond van economische efficiëntie is een politiek van onmiddellijke permanente budgettaire aanpassing, waarbij nu het beleid zodanig wordt bijgesteld

Neerwaartse nominale loonrigiditeit voor Europa als geheel niet groot…In figuur 3 is het percentage waargenomen loondalingen en het geschatte percentage