• No results found

De verdamping van een komkommerplant 1939

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De verdamping van een komkommerplant 1939"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 0 E 42

DE Vt^DAMPING VAN EEN KOkKOMMERPLANT

1939-door :

M . S . E V E R S L I J K

Naaldwijk, 1942

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- FRUITTEELT üNDER GLAS, TE NAALDWIJK.

(2)

C S"l v4 ; tro Bibliotheek 1.

Proefstation v. d.

De verdamping van een komkomnerplant en ^rulu®e^ °" s*cs

* E " ' Naaldwijk

De komkcmmerplant, waarvan de verdamping zou bepaald worden, werd gepoot in een groote nulpot. Dat het in deze potten mogelijk was normale planten te kweeken, was bij de bemestintsproeven reeds gebleken. In de groote nulpot werd een mengsel van arme tuingrond en turfmolm gedaan. De analyse van dit mengsel was als volgt:

Humus CaCC3 Vocht pil HaCl G.V. Dr.r. I* ^2^5

6.5 1.12 1.4 7.30 0.002 278 0.05 1.2 2.5 Stikstof en fosfcrzuur werden uitgedrukt in mg per 100 g grond, op­ losbaar in water.

Op 19 April werd de grond in de pot bemest met 50 g 12-10-18. Verder werd regelmatig bijgemest met ongeveer 5 g 12-10-18 per keer in de loop van het groeiseizoen. De plant werd op 25 April in de pot gepoot. Het was een flinke gezonde plant, variëteit Spotvrije. Het

zaad v/as afkomstig van den Heer C. van Spronsen te Loosduinen. Op 24 Maart v/as er gezaaid, op 27 Maart was er verspeend en op 7 April werd de plant voor dezeproef opgepot. Op 25 April werd ze verpot in een groote nulpot en in kas VII gebracht bij de komkommers voor de be-mestingsproef. Kas VII werd niet verwarmd.

Het geheel werd op een weegschaal gezet, nadat de nulpot in een groote bus was geplaatst, en de bus met een deksel v/as gesloten. Midden in het deksel was een gaatje, waardoor de plant buiten de bus kwam. Plant en deksel werden sluitend gemaakt door middel van watten. Op deze manier werd verkregen, dat geen water uit de pot verdampte en het dagelijksche gewichtsverlies geheel ontstond door verdamping van de bovengrcndsche deelen van de plant.

Vanaf 9'Mei werd iedere dag gegoten en zoowel vóór als nà het gieten werd de plant en pot en bus gewogen, zoodat elke morgen vastgesteld kon worden, hoeveel het geheel lichter was geworden dan bij de vorige weging.

(3)

2.

Hierdoor werd een indruk van de verdamping in de tusschengelegen tijden verkregen.

Het verschil tusschen twee opeenvolgende wegingen gaf natuurlijk niet precies de hoeveelheid water, die er verdampt was, aan, daar de plant ook groeide, hiervoor water opnam en zwaarder werd, maar deze fout was per dag relatief klein en kon aan het eind van de proef in rekening gebracht worden. Gedurende de proef werd er regelmatig bijgemest, gesnoeid en geoogst.

Op bijlage 1 zijn de gewichten van plant + pot + bus, zoowel vóór

als nà het gieten ('s morgens om acht uur) en de hoeveelheid water, die op elke dag verdampte, vermeld. Onder de opmerkingen werd opgegeven, wanneer werd bijgemest. De hoeveelheid was steeds klein en diende alleen om de plant regelmatig te doen groeien.

Tevens werd opgegeven wanneer er gesnoeid werd en hoe groot de hoe­ veelheid snoeisel was, wanneer er vruchten geoogst werden en hoe veel die wogen. De regendagen werden ook genoteerd. Vanaf 15 Juni werd de kas iets gelucht, daar steeds meer rankenrot begon op te treden. In totaal bleek het gewicht van het snoeisel 0.5615 kg te zijn; er werden 12 komkommers geoogst met een totaal gewicht van 4.55 kg en 1 stekkomkommer, die 0.15 kg woog.

De plant werd na afloop van de proef, dus op 21 Augustus, gewogen. Het gewicht hiervan was 4.89 kg.

De plant + het snoeisel + de vruchten wogen dus samen 10.1515 kg. Daar de komkommerplant zoowel als de vrucht een zeer hoog percentage

water bevat, kon gezegd worden, dat dit gewicht van + IC kg nog opge­ teld moest worden bij de hoeveelheid water, die door de plant werd verdampt.

Het resultaat van de wegingen per decade is in de volgende tabel te vinden:

(4)

3. Tijdvak Totale ver­

damping in grammen Verdamping per dag in grammen C-emiddelde temperatuur (droge bol) Gemiddelde rel voch­ tigheid 9/5-20/5 1920 174.5 27.8 79 20/5-30/5 5190 519.- . 33.3 79 30/5- 9/6 6250 625 33.3 79 9/6-19/6 5780 578 30.0 76 19/6-29/6 4900 490 28.5 78 29/6- 9/7 5930 , 593 29.6 77 9/7-19/7 5350 535 28.3 77 19/7-29/7 4950 495 26.2 78 29/7- 8/8 4490 449 22.7 74 8/8-18/8 5660 566 28.8 73 18/8-21/ 8 2400 800 30.- 65 Totaal 52820

De gemiddelde verdamping per dag liep dus van 174.5 g tot 625 g. Op sommige dagen was de verdamping nog minder b.v. op 16 Mei bedroeg ze 20 g en op 15 Llei 60 g. Boven het maximum kwam de verdamping op 18, 19 en 20 Augustus met een hoeveelheid van 800 g per dag. Dit laatste kwam doordat er juist op die drie dagen een zeer krachtige Noord-Oostenwind woei, terwijl de temperatuur in de kas hoog was.

Cp 15 en 16 I.!ei was de verdamping zoo klein, omdat dat regendagen waren, terwijl de zon op die dagen niet doorbrak. Ds temperatuur in de kom-kommerkas bij de proefplant werd zoowel afgelezen van een thermometer met een droge als van een thermometer met een natte bol, terwijl het verschil in temperatuur werd berekend. Tevens werd de relatieve lucht­ vochtigheid afgelezen, alles om 2 uur 's middags (zie bijlage 2). Hu bleek, dat de relatieve luchtvochtigheid van de kas van groote in­ vloed v/as op de verdamping. Koe larer de luchtvochtigheid, hoe propter de verdamping. Dit werd vooral duidelijk, als de gemiddelde waarden voor de verdamping berekend werden per groep van b.v. 69 t/m 72% rel. voch­ tigheid, 72 t/m 75%, 75 t/m 78% enz. aie hiervoor bijlage 3.

Door de aldus verkregen punten kon een rechte lijn getrokken worden (op grafiek I is hiervan nog een stukje geteekend).

(5)

4.

Cp -v/arme dagen, wanneer de lucht in de kas erg droog is, is het daarom noodzakelijk door broezen de luchtvochtigheid te verhoogen. Cp bijlage 2 werd ook opgegeven, wanneer werd gebroesd en in welke mate dit werd gedaan.

ITa 16 Juni werden de planten niet meer gebroesd, daar rankenrot optrad; de paden werden echter elke middag om 1 uur bij zonnig weer wel gebroesd.

Hierboven bleek, dat de verdamping in het groeiseizoen, van 9 Hei tot 21 Augustus, 52.820 kg bedroeg, en dat dit eigenlijk vermeerderd moest worden met 10.1515 kg, zoodat de totale verdamping 62.9715 kg bedroeg.

Sen plant, die niet eens een hoorde opbrpr.,^st ,'^af, verdampte dus reeds ongeveer 63 liter water met de bovem'rondsche deelen.

Cm 1 kg levend gewicht te produceeren moest dus ruim 6 liter water worden verdampt.

In normale cultuursomstandigheden komt hierbij nog de hoeveelheid water, die door oen grond verdampt wordt.

In een komkommerkas met 200 planten wordt dus in de loop van de teelt door de bovengrondsche deelen minstens 200 x 63 : 126C0 liter water verdampt.

(6)

De verdamping; van een komkomrnerplant 1940.

5.

Dit jaar werd de proef van 1939 nog eens herhaald, doch nu niet in een koude, doch in een verwarmde kas (kas VII). Tegelijkertijd werden in deze kas komkommers gekweekt op staal. De verdampingsproef liep thans ongeveer over denzelfden tijd als de kaskomkommerteelt en wel van 1 April tot en met 12 Juli. De variëteit was Spotvrije. Het zaad was half Februari gezaaid. Begin Maart werd het plantje opgepot. Eind Maart werd het overgepoot in een groote nulpot. De plant woog toen 0.07 kg. De opzet van de proef en de opstelling van de plant in een pot in een bus op een weegschaal was dezelfde als in 1939.

De plant voor de verdampingsproef stond op het middenpad, waardoor de proefplant later, toen de komkommers op staal begonnen uit te groeien en de bladeren hiervan veel licht wegnamen, in groei achter bleef. Het gevolg was, dat de plant kleiner bleef dan in 1939. De resultaten van 1933 en 1S40 konden daarom niet direct met elkaar worden vergeleken. In de verwarmde kas werd de temperatuur automatisch geregeld. Hierdoor v/as het mogelijk, deze binnen engere grenzen te houden, waardoor ook het luchtvochtgehalte regelmatiger was. De relatieve luchtvochtigheid schommelde nu tijdens de proef tusschen 70 en 90%. Zoo veel mogelijk werd er voor gezorgd, dat de relatieve luchtvochtigheid minstens 70% bleef, daar waargenomen v/erd, dat een lager vochtgehalte van de lucht meestal aanleiding gaf tot het slap hangen en afsterven van bladranden en het ontstaan van doode groeipunten.

Op 20 Maart en 25 April b.v. was de zonnestraling zeer sterk en de laagste relatieve luchtvochtigheid, in de kas gemeten, was resp. 56% en 74%. Bij vele planten trad toen sterke verbranding van de groei­ punten op, v/at de volgende dag zichtbaar was. Alleen die planten, welke in de schaduw stonden en waar dus de temperatuur lager en het relatieve vochtgehalte plaatselijk hooger was, vertoonden geen beschadigingen.

(7)

Uit de cijfers van de luchtvochtigheid en de verdamping bleek, dat er een duidelijke correlatie bestaat tusschen deze twee grootheden.

Bij een relatieve vochtigheid van 70, 75, 80, 85, 90% bleek de geraiddel de verdamping resp. te zijn 350, 285, 235, 195, 155 g per dag. Uit

grafiek I bleek, dat bij toenemende luchtvochtigheid de verdamping kleiner werd. De waarnemingen moesten voor de duidelijkheid echter per groep worden genomen b.v. 71 t/m 75%, 76 t/m 80% relatieve luchtvochtig heid enz. om een lijn te vinden. Zie bijlage 4. Uit de enkele waar­

neming en uit het gemiddelde van elke graad van relatieve vochtigheid (71, 72 enz.) was dit niet op te maken. Door vereffening ontstond echter een mooie lijn, die ongeveer parallel, doch op lager niveau liep dan een lijn, uit de waarnemingen in 1939 berekend.

Dit werd trouwens ook duidelijk uit de berekening van de gemiddelde verdamping per dag. Deze was in 1940 0.23 kg tegenover 0.53 kg in

1939. In de onderstaande tabel is de gemiddelde verdamping per dag, de gemiddelde temperatuur en de gemiddelde relatieve vochtigheid gedurende verschillende decaden weergegeven. (Voor de waarnemingen zie bijlage 5). Tijdvak Gemiddelde Gemiddelde Gem. relatieve

Tijdvak

verdamping temperatuur vochtigheid per dag(kg) 1/4-10/4 0.38 23.0 76.1 11/4-20/4 0.36 24.0 75.8 21/4-30/4 0.31 24.8 85.1 1/5-10/5 0.26 25.7 83.9 11/5-20/5 0.27 22.4 85.9 21/5-31/5 0.18 24.3 86.1 1/6-10/6 0.18 26.6 81.7 11/6-20/6 0.11 25.1 81.6 21/6-30/6 0.16 27.8 81. 1 1/7-12/7 0.10 25.8 83.3 gem.verdam i-ping per dag over het

hee-le seizoen 0.23 24.8 82.1

(8)

7.

Bij het beeindigen va£ de proef was het gewicht van de plant 0.780 kg. Aan snoeisel was er af gehaald 0.340 kg. In totaal bedroeg het plant­ gewicht dus 1.120 kg. Aan komkommers en stek was geoogst 0.740 kg

(1 komkommer en 4 stekkomkommers).

Dit bedrag opgeteld bij 1.120 kg geeft een gewicht van 1.860 kg aan plant + vruchten.

In to-taal bedroeg de verdamping in 102 dagen 23.1 kg.

De gemiddelde verdamping per dag per kg levende plant was dus

23.100 r 0.21 kg en per dag per kg (plant + vrucht) 23.100 = 0.12

1.12x1.02 1.86x1.02 kg

In 1939 waren deze cijfers resp: 52.820 = 0.93 kg en 6.4616x104

52.820 r 0.50 kg. 10.1615x102

Daar in 1S4C de gemiddelde temperatuur lager was dan in 1239 (24.8 tegen 27° C) en de gemiddelde relatieve luchtvochtigheid hooger

(82.1% tegen 77%) kon in 1940 een kleinere verdamping per kg levende plant worden verwacht.

Inderdaad was de absolute hoeveelheid per plant (zonder vruchten) minder (0.21 kg in 1940 tegen 0.53 kg in 1939).

Het tegenovergestelde resultaat werd echter verkregen als de verdampte hoeveelheid per kg plant met vruchten werd berekend. Misschien was ook geen van deze grondslagen juist en had de totale oppervlakte der

bladeren gemeten moeten worden. Dit werd echter niet gedaan. Het verloor) van de verdamping gedurende het groeiseizoen werd op grafiek II weergegeven.

De temperatuur bleek vrij gelijkmatig te zijn geweest, dank zij de automatische regelaar. Zoodra de luchttemperatuur beneden een bepaald vastgesteld punt kwam, werd een aanblazer, die op de ketel werkte, inperking gebracht.

(9)

8.

Tijdens het heele productieproces liep de verdamping, zooals theoretisch ook te ver,achten was, tegen de relatieve vochtigheid in.

Alleen in het begin wan de groei was dat minder duidelijk. De proefplant in 1932 woog (inclusief het snoeisel) + 5.45 kg, die in 1940 slechts 1.12 kg. Een gemiddelde kaskomkommerplant woog dit jaar + 2.5 kg bij het einde van de cultuur en er was 1.85 kg snoeisel afgehaald. Samen dus 4.35. De verdamping door het gewas zal dus wel gelegen hebben tusschen die van de beide proefplanten, dus tusschen 0.21 en 0.53 kg, en ongeveer 0.400 g per plant per dag bedragen hebben. Voor'de duur van de vegetatie periode van 100 dagen in een kas met 200 planten kon dan de totale verdamping op ongeveer 200 x 100 x 0.4 = 8000 kg water

worden berekend.

Dit cijfer was lager dan in 1939, maar dat kon komen door de meer

gelijkmatige temperatuur en door de hoogere relatieve luchtvochtigheid die gehandhaafd kon worden, omdat de temperatuur-schommelingen geringer waren dan in de ongestookte kas van 1939.

Sen hooge vochtigheid werkt de verdamping dus sterk tegen.

Plet is dus het beste, bij het kweeken van kaskomkomners niet alleen de temperatuur, doch ook de relatieve luchtvochtigheid regelmatig op te nemen.

In het voorjaar, als de temperatuur van de buitenlucht la&g is, is het totale vochtgehalte ook laag; oppassen is dan geboden voor het binnenkonei van de z.g. schrale wind. Dan moet de kas zoo veel mogelijk gesloten

gehouden worden.

Uaaldwijk, 16 November 1942. Ir. Eversdijk.

(10)

Bijlage 1. Blad 1. Hoeveel water verdarrrot een komkommerolant? __

Datum üew. na Gew. vóór Verdampt Snoei­ Oogst Opmerkingen

1939 het gie­ het gie­ op dien sel in kg ten 8 u. ten 8 u. dag in g

v.m. v.m. in kg kn-in kg 9/5 13.74 13.36 0.13 10/5 13.61 13.61 0.15 11/5 13.92 13.46 o.lO regendag 12/5 13.82 13.82 0.07 regendag 13/5 14.09 13.75 0.23 bijgemest 14/5 13.86 13.86 0.20 15/5 14.03 13.66 0.06 regendag 16/5 13.97 13.97 0.02 17 regendag 17/5 14.55 13.95 0.57 en pot bijgevuld 18 en bijgemest regendag 19/5 14.24 13.98 0.39 20 20/5 14.46 13.85 0.92 en ?2-20/5 21 22/5 14.35 13.53 0.47 23/5 14.33 13.88 0.57 24/5 14.44 13.76 0.53 4 bijgemest 25/5. 14.36 13.91 0.52 26/5 14.43 13.84 0.41 27 27/5 15.20 14.02 0.86 en bijgemest 27/5 28

29/5 15.10 14.34 0.91 kas niet gebroed

30/5 15.81 14.19 0.73 • 31/5 16.02 15.08 0.64 40 1/6 16.39 15.34 0.49 bijgemest 2/6 16.79 15.90 0.57 3/6 17.17 16.22 O 1.24 en 4 • 5/6 16.95 15.93 0.60 30 6/6 17.32 16.32 0.67 bijgeme st 7/6 1 17.58 16.65 0.71 8/6 ! 17.80 16.87 0.60 9/6 17.87 17.20 0.57 10 10/6 IS. 25 17.30 0.80 en 30 regenachtig 10/6 11 11/6 regenachtig 12/6 18.15 17.42 0.65 bijgemest 13/6 18.21 17.50 0.72 0.63 14/6 17.67 16.86 0.57 50

iets lucht van­

15/6 17.66 17.05 0.57 0.45 iets lucht van­

15/6 1 t af 15/6.(ranken

16/6 'i 17.46 16.64 0.65 rot tEeedt op).

» 1 1 17 17/6 17.78 16.81 1.25 en bijgemest 17/6 18 19/6 17.53 16.53 0.48 10 - regendag-20/6 17.60 17.05 0.40 10 - regendag

(11)

Bijlage 1 Blad 2. Datum Gew.na Gew.vóór Verdampt Snoei- Oogst Opmerkingen

1939 het gie­ het gie­ op dien . sel in kg Opmerkingen ten £ u. ten 8 u. dag in kg

v.m. in v.m. in kg kg kg 21/6 17.71 17.19 0.70 0.36 22/6 17.56 16.65 0.67 23/6 17.81 16.89 0.24 regendag 24/6 18.46 17.57 0.80 24 û y"j regendag en 25 26/6 18.55 17.66 0.55 27/6 18.50 18.- 0.68 28/6 18.56 17.82 0.11 0.30 bijgemest; regendag 29/6 18.62 18.15 0.81 bijgemest; regendag 30/6 18.52 17.81 0.52 eenige r egen 1/7 18.68 18.- 1.16 en X O 0.47 3/7 18.13 17.05 0.75 4/7 18.30 17.38 0.72 bijgemest 5/7 18.40 17.58 0.51 bijgemest 6/7 18.21 17.89 0.50 7/7 18.45 17.71 0.34 regendag 6/7 19.10 18.11 1.24 Ên O O bijgemest 10/7 18.75 17.86 0.36 regendag 11/7 18.88 18.39 0.44 12/7 19.01 18.44 0.51 bijgemest 13/7 19.20 18.50 0.54 bijgemest 14/7 19.31 18.66 0.46 regendag 15 15/7 19.78 18.85 0.90 en 0.37 regendag 16 16/7 regendag 17/7 19.45 18.51 0.66 bijgemest 18/7 19.52 18.79 0.86 0.26 regenbuien 19/7 19.21 18.40 0.53 regenbuien

2C/7 19.29 is. ee- 0.47 regenbuien

21/7 19.46 ie. 82 0.68 0.34 bijgemest 22/7 19.31 18.44 0.96 22 0.01 bijgemest en 23 23/7 regendag 24/7 19.24 18.34 0.38 regendag 25/7 19.47 18.86 0.38 regendag; bijgemest 26/7 12.58 19.09 0.48 regendag; bijgemest 27/7 19.66 19.10 0.71 donker weer 28/7 19.67 • 18.95 0.36 0.03 bijgemest 29 bijgemest 29/7 20.25 19.28 0.85 en 30 31/7 20.11 19.40 0.74 1/8 20.15 19.37 0.43 bijgemestj regendag 2/8 19.88 19.29 0.40 0.43 regendag 3/8 19.81 19.48 0.26 0.05 regendag 4/8 19.84 19.50 0.36 regendag

(12)

Bijlage 1. Blad 3.

Datum Gew.na Gew.vóór Verdampt Snoei­ Oogst Opmerkingen 1939 het gie­ het gie­ op dien sel in in kg Opmerkingen

ten 8 u. ten 8 u. dag in kg v.m. in v.m. in kg kg kg kg kg 5/8 20.25 19.48 0.83 5 en 6 bijgemest 7/8 2C.23 19.42 0.62 8/8 20.11 19.61 0.59 9/8 20.17 19.52 0.45 10/8 20.31 19.72 0.27 0.23 regendag

11/8 20.47 19.81 0.30 donker weer; bijgemest

12 donker weer; bijgemest

12/8 21.03 20.17 1.99 en 13 14 15/8 19.99 19.04 0.73 16 16/8 20.21 19.26 1.33 en 17 0.77 18/8 19.06 18.11 0.85 bijgemest 19/8 19.04 18.21 1.55 19 en 20 21/8 18.03 17.10 0.39 18, 19 en 20 Aug. zeer warme dagen, met wind­ richting en kracht V ™ Q A

(de eenige dagen van de geheele ira and met een Oosten wind).

(13)

Temperatuur en luchtvochtigheid in de komkomnerkas. Bijlage 2. Blad 1. Datum ITatte bol

te 14 uur Droge bol te 14 uur Verschil Luchtvoch­tigheid te 14 uur Gebroesd 9/5 1C/5 11/5 12/5 13/5 14/5 15/5 16/5 17/5 19/5 22/5 23/5 24/5 25/5 26/5 30/5 31/5 1/6 2/6 5/6 6/6 7/6 8/6 9/6 12/6 13/6 14/6 15/6 16/6 19/6 20/6 21/6 22/6 23/6 24/6 26/6 27/6 28/6 29/6 30/6 3/7 4/7 5/7 6/7 7/7 10/7 11/7 12/7 13/7 14/7 17/7 29.8 27.5 23.3 1 6 . -25.5 30.6

16.8

25.5 25.7 28.4 32.2 23.4 33.2 30.7 25.2 6 . -32.2 29.5 28.9 33.3 29.9 32.9 29. -29.2

28.1

23.3 21.8 30.9 26.4 23.3 28.1 35.5 28.9 26.5 16.7 28 27.2 24 28.6 30

28.2

30.1 24.1 23.9 21 18.8 26.8 21.3

28.1

29 25 34.2 32.-24.8 17.3 29.9 35.-18.1 27.3 2 8 . -31.8 35.4 34.2 36.2 33.5 27.-29.8 34.8 31.5 31.2 36.2 34.9 36.3 31.3 31.8 31.7 27.9 24.9 33.5 30.3 25.5 30.9 31 33.5 28.4 18 31.2 30.7 26.9 32.2 33 31.9 34.6 26.3 26.4 23 20 29.8 24.5 30.3 31 29.5 4.4 4.5 1.5 1.3 4.4 4.4 1.3 1.8 2.3 3.4 3.2 4.8

3.-2 . 8

2 . -3.8

2 . 6

2 . -2.3 2.9 5.-3.4 2.3

2 . 6

3.6 4.6 3.1

2 . 6

3.9

2 . 2

2 . 8

4.5 4.6 1.9 1.3 3.2 3.5 2.9 3.6 3 3.7 4.5

2 . 2

2.5 2

1.2

3 3.2 2 . 2 2 4.5 72 71 87 87 69' 73 87 86 82 76 80 72 79 82 84 72 81 86 84 80 69 78 84 82 75 67 76 82 73 83 80 68 69 87 85 76 75 78 72 79 74 71 83 80 83 88 78 74 83 86 67 licht licht licht licht licht licht gewo on licht gewo on licht licht 2 keer gewo cn gewoon 2 keer 2 keer gewoon gewoon gewo on gewoon 2 keer 2 keer licht licht licht licht licht licht gewo cn licht

ira 16 «Juni nlanten niet meer gebroesd, daar rankenrot optrad Paden echter v/el ie­ dere middag om 1 uur gebroesd bij zonnig weer.

(14)

Bijlage 2. Blad 2. Datum Hatte bol

te 14 uur Dro^e bol te 14 uur Verschil Luchtvoch­tigheid te 14 uur Gebroesd 18/7 2S.3 32.8 3.5 76 19/7 24.3 26.7 2.4 81 20/7 21.4 23 1.6 86 21/7 15.8 29.6 3.8 73 24/7 2C.5 22 1.5 87 25/7 23 26 3 76 26/7 22.3 25 2.7 79 27/7 25.5 31 5.5 63 31/7 22.5 27 4.5 66 1/8 20 23 3 74 2/8 2C.5 23.5 3 74 3/8 17.3 18.9 1.6 84 4/8 18.5 21 2.5 77 8/8 20.9 25 4.1 67 9/8 25.5 28.5 3 78 10/8 21.4 24.4 3 76 11/8 34 36 2 84 15/8 25.4 30 4.6 65 16/8 24.2 28.8 4 .6 67 18/8 25 30 5 65

(15)

Bijlage 3. Verband tusschen relatieve vochtigheid en de verdamping van

een komkommerplant in 1939» 63 65 66 67 Ver­ 710 730 740 720 dam­ 850 660 ping per dag in g 590 1330 Samen 710 1580 740 3300 Ge­ mid­ deld 710 790 740 825 68 700 Luchtvo 69 htifiheid 70 71 72 73 74 75 76 230 670 670 150 720 130 570 730 810 200 650 680 750 510 430 400 650 680 390 570 550 £60 380 270 700 1570 Gem. per groep 747 700 697 523 870 435 2240 560 1530 510 2090 523 .330 665 3020 503 506 552 77 360 78 79 80 470 600 400 500 81 Luchtvochtigheid 82 83 84' 85 800 86 87 88 360 Ver­ dam­ ping per dag in g 710 110 440 450 530 520 480 440 530 285 285 520 570 570 480 510 340 540 600 570 410 260 300 490 460 470 70 60 240 380 SstîHl Ge­ mid­ deld Gem. per groep 360 360 4E9 1710 428 1530 510 1970 493 970 485 2230 446 1870 468 2140 428 800 800 1440 360 750 188 479 457 444 360 360 360

(16)

Bijlage 4. Verband tu ssehen relatieve luchtvochtigheid en de verdamping " van een korakoiru^erplant in 1940«

70 71 72 73 Lu eh tvo c h t i gh e i d 74 75 76 77 78 79 80 81 82 Ver­ dam­ ping per dag in g 210 20 480 140 300 300 330 430 420 240 340 340 160 320 400 370 260 120 290 440 250 130 Samen Ge­ mid­ deld Gem. per groep 300 150 480 480 440 220 1720 340 £40 280 1470 290 1110 280 350 340 330 310 240 270 210 50 110 120

.120.

2450 230 530 270 190 410 140 50 120 200 270 200 160 30 990 330 920 180 660 170 390 150 160 230 200 70 120 60 160 1540 170 290 260 Luchtvochtigl leid 83 84 85 86 87 88 89 90 91 93 Ver­ 480 470 230 220 220 320 470 210 150 250 dam­ 230 360 370 130 190 100 470 ping 260 150 220 330 110 200 per 220 240 40 160 100 130 dag 180 250 160 110 130 60 in g 7C 140 90 60 100 in g 160 90 160 Vi-* 70 Samen 1440 1470 1160 350 1490 910 1430 210 150 250 Ge­ mid­ deld 240 290 190 180 170 130 240 210 150 250 Gem-per 210. 180 150 250 groep

(17)

Bijlade 5. Blad 1. Hoeveel verdampt e en komkomraerplant? 1940»

Datum: Gew. Gew. Ver­ Gew. oogst Rel. Temp. Opmerkingen na vóór dam­ snoei­ in kg lucht- °C Opmerkingen het het ping

vori­ sel in

in kg

voch-gie­ gie­ ping vori­ kg

tig-ten ten ge dag heid

vo­ op rige dien dag dag 31/3 7.98 7.77 0.21 70 20 1/4 7.77 7.42 0.35 78 21 2/4 7.88 7.47 0.41 0.02 80 24 3/4 7.80 7.46 0.34 78 23 4/4 7.98 7.68 0.30 74 21 5/4 7.99 7.67 0.32 76 25 6/4 8.- 7.66 0.34 0.01 75 23 7/4 8.03 7.63 0.40 76 24 8/4 7.63 7.15 0.48 71 23 9/4 7.74 7.21 0.53 0.01 79 22 10/4 7.72 7.39 0.33 78 21 11/4 7.91 7.62 0.29 77 24 12/4 8.01 7.67 0.34 75 22 13/4 8.18 7.91 0.27 79 22 14/4 8.47 8.10 0.37 76 23 15/4 8.10 7.77 0.33 74 24 16/4 8.58 8.15 0.43 74 24 17/4 8.42 7.98 0.44 0.01 77 25 18/4 8.53 8.11 0.42 74 24 19/4 8.59 8.29 0.30 73 24 2C/4 8.66 8.27 0.39 82 24 21/4 8.95 8.48 0.47 84 27 22/4 8.48 8.- 0.48 83 23 23/4 8.98 8.51 0.47 89 26 24/4 9.13 8.77 0.36 84 26 25/4 0.20 8.96 0.24 74 25 26/4 8.96 8.76 0.20 89 25 donkere, r egen-26/4 achtige dag. 27/4 9.22 9.- 0.22 87 25 28/4 9.23 9.08 0.21 90 23 22/4 9.75 9.56 0.19 87 23 30/4 9.56 9.41 0.15 84 26 1/5 9.54 mm (0.23) 85 24 2/5 9.80 9.65 0.15 82 27 3/5 10.19 9.82 0.37 85 27 4/5 9.82 9.49 0.33 87 26 5/5 9.91 9.67 0.24 84 26 6/5 10.38 10.16 0.22 0.40 86 25 7/5 10.02 9.71 0.31 0.02 78 24 8/5 10.19 9.96 0.23 83 24 bijgemest met 5 g kalkammonsalp. 9/5 10.24 10.08 0.16 0.05 82 24 10/5 10.08 9.66 0.42 - -11/5 10.20 9.95 0.25 0.04 - -12/5 10.19 9.85 0.34 - -13/5 10.85 10.29 0.56 - -14/5 10.81 - (0.23) - -15/5 mm (0.23)

(18)

Bijlage 5. Blad 2. Datum: Gew. na het gie­ ten vo­ rige dag Gew. voor het gie­ ten op dien dag Ver­ dam­ ping vori­ ge dag Gew. snoei­ sel in kg Oogst in kg Rel. lucht- voch- tig-heid Temo. °c: 16/5 10.55 (0.23; 82 23 17/5 10.91 10.66 0.25 0.01 93 25 18/5 10.65 10.49 0.16 87 22 12/5 11.12 10.93 0.19 79 24 20/5 10.93 10.67 0.26 83 23 21/5 11.18 10.94 0.24 78 25 22/5 11.56 11.24 0.32 88 23 23/5 11.24 11.09 0.15 91 23 24/5 11.09 10.99 0.10 88 23 25/5 11.31 11.11 0.20 82 27 26/5 11.65 11.38 0.27 81 26 27/5 11.95 11.73 0.22 0.08 85 25 28/5 11.81 11.70 0.11 88 24 29/5 11.7C 11.57 0.13 89 23 30/5 12.05 11.95 0.10 88 23 31/5 11.95 11.82 0.13 88 24 1/6 12.37 12.26 0.11 87 24 2/6 12.64 12.60 0.C4 85 23 3/6 12.95 12.88 0,07 0.04 82 28 4/6 12.84 12.70 0.14 80 27 5/6 12.70 12.44 0.26 76 29 6/6 12.93 12.66 0.27 78 29 7/6 12.91 12.66 0.25 84 28 8/6 12.94 12.82 0.12 82 27 9/6 13.17 12.96 0.21 78 27 10/6 13.42 13.20 0.22 83 28 11/6 13.20 13.- 0.20 0.11 81 28 12/6 13.10 12.94 0.16 0.17 85 24 13/6 12.77 12.68 0.09 87 22 14/6 12.68 12.62 0.06 0.04 88 19 15/6 12.80 12.75 0.05 80 26 16/6 13.13 13.07 0.06 82 25 17/6 13.33 13.28 0.05 78 28 18/6 13.28 13.12 0.16 82 28 19/6 13.28 13.17 0.11 0.04 78 25 20/6 13.32 13.18 0.14 73 28 21/6 13.18 13.02 0.16 75 24 22/6 13.27 13.15 0.12 80 25 23/6 13.40 13.22 0.18 83 24 24/6 13.70 13.63 0.07 83 26 25/6 13.63 13.51 0.12 78 25 26/6 13.51 13.35 0.16 81 28 27/6 13.35 13.10 0.25 0.05 77 31 Opmerkingen bijgernest met 5 g kalkammonsalpe ter donker weer

bijgemest met kalk-anmonsalpeter.

bijgemest met 5 g kalkammonsalpeter

(19)

Einlage 5. Blad 3.

Datum: Gew. Gew. Ver­ Gew. Oogst Rel. Temp. Opmerkingen na vóór dam­ snoei­ in kg lucht- °C. Opmerkingen het het ping sel voch­

gie­ gie­ vori­ in kg tig­

ten ten ge heid

vo­ op dag rige dien dag dag 28/6 13.35 13.15 0.20 80 31 29/6 13.53 13.37 0.16 87 32 30/6 13.69 13.55 0.14 85 29 1/7 13.95 13.82 0.13 77 27 2/7 13. £2 13.70 0.12 76 28 3/7 13.70 13.58 0.12 78 27 4/7 13.58 13.49 0.09 0.03 70 24 5/7 13.71 13.55 0.16 87 23 6/7 13.55 13.49 0.06 89 25 7/7 13.49 13.36 0.13 86 27 8/7 13.36 13.27 0.09 88 23 9/7 13.58 13.51 0.07 87 25 10/7 13.51 13.48 0.03 81 27 11/7 13.48 13.38 0.10 89 28 12/7 13.60 13.51 0.09

Op 1, 14, 15 en 16 Lie± werd de plant niet gewogen en dus kon de

verdamping niet worden bepaald. Later werd voor deze 4 dagen de gemiddelde waarde, 0.23 kg, genoteerd.

(20)
(21)

Y£. return pi j'n £s*n*àâ rcc-ft*) /^y

Y o \ r e . é i f < / 1 L £ 4 . C ^jp t / 0 / ' £ ^ C /a£ /J*£

c /"ci 2r /•£ </- -"ci- >r<r irfcx - £ - s)

% * £ V»c4i/£, • v » a t / t C C Ä - i m (jrs-eï f/£-/c3Z: It vcrJj j**j»i n£ i it ^ i*j »n »* K en. f W.B-A trtempi U» i ; j

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderneming Vestiging Depressie Angst Restgroep diagnoses, andere aandoeningen..

Onderneming Vestiging Angst Persoonlijkheid Depressie Restgroep diagnoses, andere

− Voor elk van de af te lezen aantallen broedparen is de toegestane

5p 3 † Stel een formule op voor N en bereken daarmee in welk jaar de hoeveelheid neerslag volgens de trendlijn voor het eerst groter zal zijn dan 850 mm.. Er zijn ook andere

Antwoorden

In figuur 7 is de grafiek getekend van een

Een tweede punt van kritiek is hierbij dat de kosten van informatieverwerving voor het gebruik van deze methode erg hoog zijn.. Men moet over volledige kennis van de

Het komt voor dat er voor een order een nabestelling van film wordt gedaan. Deze nabestellingen worden gefilterd omdat zij een vertekend beeld van de gemeten perioden geven. Door