Nationale dichters in vergelijkend perspectief
Een cultuurhistorische studie naar nationalistische sentimenten in het leven
en werk van Tollens, Oehlenschläger en Poesjkin
Oehlenschläger wordt gekroond tot Koning van de Noordse Poëzie (1829).1
Alexander van der Weide Masterscriptie Geschiedenis Universiteit van Amsterdam Begeleider: Matthijs Lok
Tweede Lezer: Jeroen van Zanten 01-10-2014
1 Schilderij ‘Tegnér Bekransar Oehlenschläger i Lunds Domkyrka 1829’ van Constantin Hansen uit 1866. Åke Eliæson, Esaias Tegnér. En Monografi i Bild (Malmö 1949) 112-13.
Inhoudsopgave
Inleiding 1
1. Opkomst en verspreiding van het cultuurnationalisme en het ontstaan van de nationale
dichter 7
Cultuur, literatuur en politiek 7
Intellectuele wortels 9
Historische breuklijnen 13
Het moderniseringsproces 15
Moedertaal en de nationale dichter 20
2. Hendrik Tollens (1780-1856): verfhandelaar, huisvader en nationaal dichter 24
3. Adam Oehlenschläger (1779-1850): van verzetsdichter tot staatsambtenaar 37
4. Alexander Poesjkin (1799-1837): tegendraads dichter met vele gezichten 50
Conclusie 67