• No results found

Ik dacht er over na om haar bij de vuilnis neer te leggen : tienerzwangerschappen in San Jose, Costa Rica

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ik dacht er over na om haar bij de vuilnis neer te leggen : tienerzwangerschappen in San Jose, Costa Rica"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rachel van Beem

Studentennummer: 10252991

Bachelor scriptie Algemene Sociale Wetenschappen MAP: Antropologie – Domein: Global Health Datum: Juni 2014

Begeleider: Hylke de Vries Tweede lezer: Barbara da Roit Rachelkellyvanbeem@hotmail.com

‘Ik dacht er over na om haar bij de vuilnis neer te leggen’

Tienerzwangerschappen

in San Jose, Costa Rica

(2)

Inhoudsopgave

1. Inleiding……… 2 2. Theoretisch kader……….. 4 2.1 Armoede……….. 4 2.2 Familierelaties….……… 5 2.3 Kennis…………...….……….. 6 2.4 Risicogedrag……….7

2.5 Culturele normen en waarden……….. 9

2.6 Lokale factoren……….. 11 3. Vraagstelling……….13 4. Methode………... 14 5. Resultaten………...………. 18 5.1 Armoede……….19 5.2 Familierelaties….……….. 20 5.3 Risicogedrag……….. 22 5.4 Kennis……….... 24

5.5 Culturele normen en waarden...………... 26

6. Conclusie………... 30

7. Discussie……….. 33

8. Reflectie………... 34

9. Bijlage………..….... 36

(3)

1. Inleiding

Per jaar bevallen er wereldwijd zestien miljoen adolescenten van een kind (WHO, 2012). De World Health Organisation (WHO), net als de United Nations Children’s Fund (UNICEF), beschrijft tienermoeders als moeders tussen de leeftijd van vijftien en negentien jaar (UNICEF, 2008; WHO, 2014). Van alle tienerzwangerschappen komt 95% voor in

ontwikkelingslanden, maar ook industriële samenlevingen zoals de Verenigde Staten hebben te maken met tienerzwangerschappen. Zwangerschappen onder adolescenten is een fenomeen wat weinig voorkomt in Nederland. Nederland behoort tot één van de landen met de laagste aantallen tienerzwangerschappen, namelijk vier op de 1000. Toch komen

tienerzwangerschappen in de rest van de wereld nog veel voor. Cijfers tonen aan dat één op de vijf meisjes in de wereld moeder is voor zij de leeftijd van achttien bereiken (WHO, 2012). Latijns Amerika bezit de hoogste aantallen.

Tienerzwangerschappen worden volgens gezondheidsprofessionals als een probleem ervaren omdat de zwangerschappen grote gezondheidsrisico’s meebrengen voor zowel de moeder als het kind (WHO, 2014). Doordat het lichaam van tieners fysiek nog niet klaar is voor een zwangerschap, lopen zij vaker complicaties op tijdens zowel de zwangerschap als de bevalling. Mogelijke complicaties die zich vaak bij zwangere tieners voordoen zijn

bloedingen, bloedvergiftiging of een moeilijke, abnormale bevalling (Gomez, 2005). Behalve de tienermoeders, lopen ook de baby’s gevaar. Moeders onder de 20 jaar hebben vanwege hun fysieke toestand een 50% hoger risico op lichtgewichte baby’s wat een negatief langdurig effect kan hebben op de baby’s. De baby’s schijnen vaker gezondheidsproblemen te hebben dan kinderen van oudere moeders. Soms wordt het gerelateerd aan een tekort aan

ouderschapsvaardigheden terwijl het ook gerelateerd wordt aan de prematuriteit van de baby met al zijn complicaties. Het sterftecijfer onder tienermoeders verschilt van één op de zeven vrouwen in Nigeria tot één op de 28.800 in Zweden. De grootste factoren van sterfte zijn volgens Gomez (2005) socio-economisch. Werkloosheid, armoede en slechte

gezondheidszorg zijn grote risicofactoren. Voornamelijk in ontwikkelingslanden met een slechter gezondheidssysteem overlijden er rond de 70.000 adolescenten per jaar door

zwangerschap en bevallingen. Het is in laag- en middeninkomens landen de grootste oorzaak voor sterfte onder tienermeisjes tussen de vijftien en negentien jaar.

Ondanks de aanwezige gezondheidsrisico’s wordt tienerzwangerschap niet in alle landen als een probleem ervaren. In bepaalde samenlevingen is het normaal jong te trouwen en is het dus ook normaal om jong moeder te worden. Het is daarom afhankelijk van de

(4)

sociale omgeving of tienermoederschap wordt gevormd tot een sociaal probleem of niet (Bucholtz, 2002). Door de Westerse samenleving wordt tienerzwangerschap wel als probleem ervaren. Behalve dat zij de risico’s rondom de zwangerschap beschrijven, beschrijven zij ook andere negatieve uitkomsten. Psycholoog Erikson (Berten, 2010) stelt dat ongeacht de

samenleving waarin iemand zich bevindt, een adolescent op deze leeftijd nog niet klaar is voor het moederschap. Hij stelt dat de adolescentie de overgangsperiode is van kindertijd naar volwassenheid. Kenmerken van een tiener in die fase zijn impulsiviteit en

onverantwoordelijkheid. In deze levensfase wordt de identiteit gevormd en ontdekt. De drang om zorg te dragen voor een kind vormt zich volgens Erikson (Berten, 2010) pas in latere levensfases. Een persoon tussen de vijftien en negentien jaar bevindt zich nog niet in de volwassenheid en heeft daarom ook niet de drang om zorg te dragen. Bovendien is een

adolescent biologisch, psychologisch en sociaal nog niet klaar voor de verantwoordelijkheden die deze latere levensfase met zich meedraagt. Moore & Brooks-Gunn (2002) gaan hier verder op in en stellen dat tienermoederschap uiteindelijk zal zorgen voor een nadelig vooruitzicht voor de moeder. Tieners die bevallen van een kind schijnen minder snel hun school af te maken en minder goed te functioneren in de samenleving dan ander meisjes van hun leeftijd. De negatieve gevolgen voor de moeder gaan gepaard met negatieve gevolgen voor het kind. Kinderen van tienermoeders lijken sneller last te hebben van

gedragsproblemen en tonen een hoger niveau van agressie en een lager niveau van impuls controle aan dan kinderen met relatief oudere moeders (Coley, 1998).

Door de WHO worden er verschillende richtlijnen uitgezet om tienerzwangerschappen met al zijn nadelige uitkomsten te voorkomen. Dit willen ze voornamelijk in

ontwikkelingslanden realiseren, omdat daar de nadelige gevolgen van tienerzwangerschappen vele malen groter zijn dan in ontwikkelde landen. Ondanks dat er vele pogingen zijn gedaan om onbeschermde seks te voorkomen daalt het aantal tienerzwangerschappen in Latijns Amerika, in tegenstelling tot in andere landen, erg langzaam (Coley, 1998). Om

tienerzwangerschappen in ontwikkelingslanden tegen te gaan is het belangrijk om te kijken welke factoren van invloed zijn op de tienerzwangerschappen. Aangezien Latijns Amerika de grootste aantallen bezit, heb ik mij gefocust op het Latijns Amerikaanse land Costa Rica. Het onderzoek heeft het doel om via interviews meer duidelijkheid te verschaffen over de

mogelijke oorzaken van tienerzwangerschappen in een ontwikkelingsland zoals Costa Rica. Dit is nodig om de gezondheid van jongeren te waarborgen en om eventuele andere negatieve gevolgen uit te sluiten. Ik acht het belangrijk om na te gaan in hoeverre er in San Jose sprake is van de verschillende verklaringen voor tienerzwangerschappen, gegeven door verschillende

(5)

perspectieven (Worldbank, 2013; Miller, 2000; Berten, 2010; Soper, 2004; Bucholtz, 2002). Op deze manier wordt het duidelijk op welke wijze de sociale leefomgeving invloed uitoefent op de tienerzwangerschappen aanwezig. Deze kennis kan uiteindelijk gebruikt worden in de opzet van eventuele preventieprogramma’s.

2. Theoretisch kader

Verklaringen tienerzwangerschappen 2.1 Armoede

De literatuur geeft verschillende verklaringen voor tienerzwangerschappen. De focus ligt voornamelijk op factoren zoals armoede, slechte familieverhoudingen, gebrek aan kennis, risicogedrag en culturele normen en waarden. De economische benadering (Worldbank, 2013) ziet maatschappelijke en tegelijkertijd individuele armoede als een belangrijke verklaring voor een hoog aantal tienerzwangerschappen. Volgens de Worldbank (2013) behoren onder andere de Latijns Amerikanen tot een risicogroep omdat zij kwetsbaarder zijn door armoede. Armoede lijkt een belangrijk mechanisme te zijn die volgens verschillende wetenschappers invloed heeft op de belangrijkste factoren van tienerzwangerschappen. De rol van armoede op het toekomstperspectief van de vrouw, de agency van de vrouw en de opvoeding zullen nu besproken worden.

Allereerst stelt socioloog Richardson (1994) dat in landen waar er armoede heerst, moederschap juist een zinvolle betekenis aan het leven geeft. De vrouw heeft door de armoede een beperkte mogelijkheid succesvol te worden waardoor moederschap juist een reden van bestaan geeft. Omdat het kind volledig afhankelijk is van de moeder krijgt de moeder een gevoel van macht, controle en status die zij anders niet had bereikt. Het

ouderschap kan volgens Richardson (1994) op deze manier levens verbeteren en zal daarom sneller gerealiseerd worden.

De economische benadering (Worldbank, 2013) gaat hier echter op in en stelt dat dit geen ideaalbeeld is, maar dat tienerzwangerschappen zich voordoen omdat de vrouwen niet genoeg agency hebben. Met agency wordt het bezitten van vrijheid en capaciteiten bedoeld om zelf te kunnen handelen in de wereld. Armoede zorgt volgens de Worldbank (2013) voor een tekort aan agency bij vrouwen waar zij niet de vrijheid en mogelijkheid bezitten om eigen doelen te stellen. De vrouw zal volgens de Worldbank (2013) door dit gebrek aan agency en

(6)

tegelijkertijd door een gebrek aan educatie minder snel in staat zijn een man te kunnen overtuigen om contraceptie te gebruiken. Hierdoor zullen zij sneller de normen van hun leeftijdsgenoten volgen, of bij onmacht luisteren naar de man. Deze normen en wensen van de man gaan vaak gepaard met het niet gebruiken van contraceptie. De Worldbank (2013) acht de rol van educatie daarom belangrijk.

Ook kwantitatief onderzoek uit de pedagogiek vult de mogelijke verklaring van armoede aan door te kijken naar opvoeding. Pedagogen stellen dat kinderen meer kans lopen op tienerzwangerschappen wanneer hun familie een laag sociaaleconomische status (SES) bezit, die gebaseerd is op educatieniveau en inkomen (Miller, 2000). Pedagogen verklaren dit, door in tegenstelling tot de andere perspectieven naar de rol van opvoeding te kijken. Zij stellen dat families met een laag SES slechter georganiseerd zijn en vaak uit 1-ouder

huishoudens bestaan. Ouders met een laag sociaaleconomische status schijnen om deze reden minder interesse te tonen in hun tienerdochters en minder invloed uit te oefenen op hun dochters (Macleod, 1999). Ouders met een hogere opleiding en inkomen schijnen seksueel gedrag onder hun kinderen te vertragen en het gebruik van anticonceptiemiddelen te

stimuleren. Op deze manier speelt armoede behalve in het toekomstperspectief en de agency van de vrouw, ook een belangrijke rol in de opvoeding en de mogelijke familierelaties die hieruit voortkomen. De pedagogiek gaat hier verder op in en focust op familierelaties.

2.2 Familierelaties

In het artikel van Miller et al. (2001) wordt onderzoek gedaan naar de invloed van familie op het risico van tienerzwangerschappen. Zij kijken vanuit een pedagogisch oogpunt naar de contextuele structuren in families en tegelijkertijd naar de wijze van opvoeding. Miller et al. (2001) stellen dat de uitkomst op een kind van positieve aard is wanneer sprake is van een warme, steunende en tegelijkertijd controlerende opvoeding. In families waar autonomie nauwelijks wordt aangemoedigd, er weinig controle plaats vindt op het kind zijn gedrag en waar normen en waarden niet duidelijk zijn, beschouwen tieners hun ouders als minder belangrijk (Macleod, 1999). Ook speelt de structuur in een familie een belangrijk rol. Daar waar het kind en ouders close zijn en een goede band hebben, is het risico kleiner dat de tienerdochter zwanger wordt (Miller et al., 2001). Hier kan seks makkelijker besproken worden in tegenstelling tot huishoudens waar deze band niet zo goed is (Mainiero, 2010). In een gesloten familie waar slecht gecommuniceerd wordt, is de kans op

tienerzwangerschappen groter. Kennis omtrent seks wordt door de familie nauwelijks

(7)

overgedragen.

De ouder-kind relatie heeft invloed op het seksueel gedrag van de adolescenten. Een tekort aan warmte en steun kan er volgens Miller et al. (2001) voor zorgen dat jongeren sneller in een depressie terechtkomen of aan alcohol beginnen. Onderzoek toont aan dat daar waar familierelaties slecht zijn, alcoholgebruik onder de jongeren vaker voorkomt. Volgens Miller et al. (2001) gaat dit alcoholgebruik gepaard met seksueel gedrag. Miller et al. (2001) stellen echter dat dit meer bij mannen voorkomt dan bij vrouwen. Zij stellen dat voortkomend uit familierelaties, bij de meisjes juist depressie voor het sneller aangaan van seksueel gedrag zorgt. In beide gevallen wordt duidelijk dat een slechte en zwakke familieband invloed heeft op het seksueel gedrag van de jongeren.

Ook is er een ander belangrijk punt dat Miller et al. (2001) aanhalen wat een mogelijke factor speelt bij jonge zwangerschappen. Zij stellen namelijk dat adolescenten die opgroeien in families waar veel geweld en misbruik voorkomt, het risico op tienerzwangerschappen hoger is (Miller et al., 2001). Veel tieners zeggen zich gedwongen en geïntimideerd te voelen om seks te hebben. Zij zien zichzelf als vrouwen zonder rechten en zien het geweld als een gewoonte van de man (Macleod, 1999). Dit misbruik zorgt voor traumatische ervaringen wat op zijn beurt weer leidt tot een groter risico op tienerzwangerschappen. In een onderzoek naar

self-esteem van Brits (Macleod, 1999) wordt duidelijk dat tienermoeders een zwak gevoel van

identiteit hebben en een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen bezitten. Boyer en Fine (1992) verklaren dat seksueel misbruikte vrouwen sneller in staat zijn seks te hebben op een jonge leeftijd, minder snel in staat zijn voorbehoedsmiddelen te gebruiken en meer gebruik maken van drugs en alcohol dan niet-misbruikte tieners. Op deze manier is misbruik een mogelijke aanleiding tot tienerzwangerschappen. De opvoeding, structuur en band in een familie is daarom van groot belang.

2.3 Kennis

Gebrek aan kennis betreffende seksualiteit, contraceptie en conceptie wordt door veel onderzoekers in de literatuur gezien als de belangrijkste verklaring voor

tienerzwangerschappen. Kennis omtrent voorbehoedsmiddelen, seksualiteit en vruchtbaarheid blijft voornamelijk in ontwikkelingslanden vaak uit. Als er naar de bron van kennis wordt gekeken, dan wordt duidelijk dat leeftijdsgenoten, familie en scholen een belangrijke rol spelen in het verschaffen van informatie.

Soper (2004) kijkt naar de kennisoverdracht via leeftijdsgenoten en maakt duidelijk 6

(8)

dat de informatie die jongeren in San Jose bezitten niet altijd correct is. Duidelijk wordt dat er in San Jose op straat bepaalde mythes bestaan rondom seks en zwangerschap. Mythes bestaan waar jongeren denken dat condooms gevaarlijk zijn of dat een abortus mogelijk is door zaadjes in te slikken. Onderscheid over wat fictie en realiteit is schijnt moeilijk te zijn. Ook religie speelt hier een rol in. Abortus is volgens het katholieke geloof niet toegestaan en daarom wordt deze niet snel uitgevoerd. Behalve dat jongeren abortus door onjuiste kennis van leeftijdsgenoten gevaarlijk achten, achten zij deze vanwege hun geloof ook nog eens slecht. De wet versterkt dit gevoel nog eens door een wet tegen abortus op te stellen (Soper, 2004). Ook religie heeft op deze manier een rol in het voortzetten van zwangerschappen.

Als tweede bron van kennis focussen pedagogen zich op de rol van familie en opvoeding. Zoals hierboven beschreven is de kans op tienerzwangerschappen groter in

gesloten, slecht communicerende familie. Dit is het geval omdat kennis omtrent seks hier door de familie nauwelijks wordt overgedragen. Een open, goed communicerende familie is

daarom van belang om de juiste kennis door te spelen aan de kinderen.

Tot slot speelt de school een belangrijke rol als bron van kennis. Sinds 1940 is er in meerdere landen waaronder de VS, door de hoge aantallen tienerzwangerschappen, een voorkeur gegeven voor sekseducatie in publieke scholen (Macleod, 1999). Op deze manier worden jongeren voorgelicht over de gevaren van onveilige seks en worden ze aangemoedigd om voorbehoedsmiddelen te gebruiken wanneer ze seksueel actief worden. Echter door een tekort aan mogelijkheden is er niet overal de ruimte voor deze voorlichtingen wat kan zorgen voor een tekort aan kennis. Anderen bekritiseren deze programma’s weer en vinden dat zij dienen als promotie van seksuele activiteiten. Duidelijk is dat seksuele voorlichting voor toenemende kennis zorgt, echter betwijfeld men of seksuele voorlichting daadwerkelijk effect heeft op de timing van seksueel gedrag. Bovendien is het onduidelijk of de voorlichtingen invloed hebben op het gebruik van anticonceptiemiddelen en daarmee invloed op het aantal tienerzwangerschappen (Furstenberg, 1985). Samenvattend wordt duidelijk dat de kennis omtrent seks en voorbehoedsmiddelen op voornamelijk drie manieren doorgegeven worden. Namelijk via leeftijdsgenoten, familie of school. Het is belangrijk dat deze kennis

overgedragen wordt maar ook dat deze kennis juist is en voor de gewilde positieve effecten zorgt.

2.4 Risicogedrag

(9)

Het ontwikkelingsmodel van psycholoog Erikson zoekt de verklaring voor

tienerzwangerschappen in risicogedrag van jongeren. Erikson (Berten, 2010) beschrijft de adolescentiefase als een fase waarin de adolescent op zoek is naar zijn eigen identiteit en jongeren zichzelf gaan verkennen. Volgens het ontwikkelingsperspectief is risicogedrag normaal onder jongeren in hun adolescentiefase (Hockaday, Crase, Schelly & Stockdale, 2000). Onder risicogedrag kan alcohol en drugs gebruik worden verstaan, maar ook het sneller aangaan van onveilig seksueel gedrag. Dit risicogedrag kan volgens psychologen als een mogelijke verklaring voor zwangerschappen onder adolescenten worden gezien. Het egocentrisme perspectief van jongeren laat zien dat jongeren in deze fase denken uniek en onkwetsbaar te zijn, waardoor zij niet over mogelijke negatieve gevolgen van onveilige seks nadenken. Kortetermijndenken en impulsiviteit zijn kenmerken van tieners. Deze

ontwikkelingsfase is volgens wetenschappers langer geworden. Kinderen komen in

tegenstelling tot een aantal jaren terug eerder in de puberteit en blijven langer op school. Dit zorgt ervoor dat de jongeren langer in de fase verblijven waar zij kunnen experimenteren wat ervoor zorgt dat de jongeren langer de tijd hebben om dingen uit te proberen zoals drugs, alcohol en seks (Bayer, 2010). Onderzoek toont aan dat adolescenten die betrokken zijn geweest in delinquent gedrag zoals spijbelen of weglopen van huis eerder in staat zijn seksueel actief te zijn. Jongeren die alcohol en drugs gebruiken zijn eerder en vaker in staat tot seksuele activiteiten (Hockaday, Crase, Schelly & Stockdale, 2000). Drank en

alcoholgebruik kunnen er toe leiden dat de hersenen niet meer goed functioneren. Men is minder goed in staat de negatieve consequenties van onveilige seks en ongewilde

zwangerschap in te zien (Honig, 2012).

Volgens de bio psychologische benadering hangen deze risicovolle beslissingen echter wel af van de culturele en sociale omgeving en iemands eigen persoonlijkheid (Hockaday, Crase, Schelly & Stockdale, 2000). Het bio psychologische model suggereert dat de keuze beïnvloed wordt door percepties van de self en de sociale leefomgeving en zijn normen en waarden. De keuzes die gemaakt worden door jongeren in Nederland zullen daarom vanwege de sociale leefomgeving en daarbij passende normen en waarden, sterk verschillen van de keuzes die jongeren in Costa Rica maken. In landen waar zwangerschap op jonge leeftijd niet perse als iets negatiefs wordt gezien, zal risicogedrag dat is gefocust op onveilige seks, sneller voorkomen dan in een land waar zwangerschap onder adolescenten wel als iets negatiefs wordt gezien. Het is dus belangrijk om te kijken in welke mate er in een samenleving sprake is van risicogedrag, maar ook in wat voor sociale leefomgeving dit plaats vindt.

(10)

2.5 Culturele normen en waarden

Van de adolescente zwangerschappen komt 95% voor in laag- of gemiddeld-inkomens landen (WHO, 2012). In de literatuur is er daarom veel kwantitatief onderzoek gedaan waar wordt gekeken naar dit verschil in cijfers. Er wordt hier gefocust op de mogelijke verklaring van tienerzwangerschappen gebaseerd op etniciteit. Er wordt voornamelijk een onderscheid gemaakt tussen Afro Amerikanen, Latijns Amerikanen en Europeaan Amerikanen.

Voornamelijk de Europeaan Amerikanen hebben een lager aantal tienermoederschappen dan Latijns Amerikanen of Afro Amerikanen (Berry et al., 2000). Het aantal tienermoeders is met de jaren voor blank- en Afro Amerikanen sterk afgenomen, echter neemt het aantal van Latijns Amerikaanse adolescenten veel langzamer af (Coley, 1998).

Verklaringen voor het verschil in etniciteit wordt voornamelijk door antropologen gegeven. Antropologen achten het belangrijk om te kijken naar de culturele omstandigheden waarin iemand zich bevindt en in hoeverre seksualiteit wordt aangemoedigd en getolereerd in die omgeving. Zij stellen dat het afhankelijk is van de sociale omgeving of tiener

moederschap wordt gevormd tot een sociaal probleem of niet. Volgens Bucholtz (2002) wordt tienermoederschap niet overal als iets aparts gezien van het moederschap. De visie op

tienermoederschap hangt af van de regels, normen en waarden die er in die samenleving heersen over tienermoederschap. In tegenstelling tot het heersende beeld dat er is over tienermoeders, zijn er volgens cultureel antropologen ook samenlevingen waar het zijn van tienermoeder niet problematisch is, maar juist normaal is. In sommige samenlevingen wordt trouwen op jonge leeftijd als normaal ervaren en daarom ook tienermoederschap. In South Birmingham bijvoorbeeld wordt moederschap gezien als een bevestiging van het vrouw zijn. Ook voor Aboriginal meisjes kan de zwangerschap autonomie aantonen waar er tegen de wensen van de moeder en het uithuwelijk-proces in wordt gegaan. Duidelijk wordt dat het afhankelijk is van de sociale omgeving hoe en of tiener moederschap wordt gevormd tot een sociaal probleem (Bucholtz, 2002).

In de visie die een bepaalde samenleving heeft over tienerzwangerschappen, spelen ook genderrollen een belangrijke rol. De onderzoekers van de antropologie focussen zich op de sociale leefomgeving en kijken naar de ideeën rondom cultuur, symbolen en gewenst gedrag. Daarin speelt de visie die er in een samenleving heerst over de taken van de man en vrouw een grote rol. Vaak wordt in de samenleving van ontwikkelingslanden de man als kostwinner gezien en de vrouw als moeder en huisvrouw. Deze genderverdelingen van

(11)

mannelijkheid en vrouwelijkheid worden door de samenleving geconstrueerd. De kinderen nemen de taak van de man en de vrouw in hun familie waar en nemen op deze manier aan dat het gedrag dat zij zien mannelijk of vrouwelijk gedrag is. Op deze manier worden de ideeën doorgevoerd in de opvoeding van de kinderen (Chodorow, 1978). Ook school is een plek waar gender wordt geconstrueerd. Dit is de plek waar de kinderen net als de leraren en de lesboeken gender construeren (Chodorow, 1978). In dit geconstrueerde beeld staat het

moederschap vaak centraal in het leven van de vrouw waarbij het de status van ‘echte vrouw’ met zich meebrengt. Gittens (2005) stelt dat de identiteit van vrouw wordt ontleend zodra zij zichzelf heeft opgeofferd om moeder te worden. Dit houdt in dat zij zorg moet dragen voor haar kind en bereid moet zijn deze lasten ten alle tijden te dragen. Zij moet voldoen aan de verwachtingen van de vrouw en de gedragingen die hierbij horen. Op deze manier is de vrouw via het moederschap in staat enige status te verkrijgen (Gittens, 1985). In samenlevingen waar het vrouw-zijn aan het moeder-zijn gekoppeld wordt, kan moederschap op jonge leeftijd gewenst zijn.

Behalve naar de genderverdelingen en de visie op moederschap in een samenleving te kijken, is het volgens antropoloog Stern (2004) ook belangrijk om te kijken naar de diversiteit van de condities waarin de jongeren leven. Op deze manier is het makkelijker te begrijpen waarom tienerzwangerschappen vaker voorkomen in het ene land dan in het andere land. Volgens hem spelen armoede en de sociale kwetsbaarheid een grote rol in het aantal

tienerzwangerschappen. Hij stelt dat de aantallen van tienerzwangerschappen afhankelijk zijn van hun sociale factor. Aspecten zoals armoede, educatie en sociale zekerheid spelen volgens hem, in tegenstelling tot het psychologisch perspectief, allen een rol. Stern (2004) noemt vijf factoren om sociale kwetsbaarheid te onderzoeken in Mexico. Allereerst kijkt hij naar

schooluitval. Schooluitval kan volgens Stern (2004) tot isolement leiden. Als de jongeren niet naar school gaan, staan zij namelijk niet in contact met sturende volwassenen en

leeftijdsgenoten en gaan ze minder snel eisende activiteiten aan. Dit sociale isolement kan tot tienerzwangerschappen leiden. Ten tweede kijkt hij naar de sociale netwerken rondom het meisje. Sociale netwerken zijn volgens Stern (2004) belangrijk om sociaal isolement en dus tienerzwangerschappen te voorkomen. Deze netwerken kunnen kennis geven over het

voorkomen van zwangerschappen en is daarom van groot belang. Als derde factor acht hij het belangrijk de thuissituatie van het meisje te leren kennen om zo de aanwezigheid van huiselijk geweld en alcoholisme te constateren. De relatie met de ouders speelt volgens Stern een belangrijke rol. Deze kan zoals eerder beschreven namelijk zijn effecten hebben op de jongeren en daarom de kans op jonge moederschap vergroten. Als vierde factor acht hij de

(12)

levensdoelen van het meisje belangrijk aangezien deze, net als boven beschreven, vaak gepaard gaan met het ideaal van moederschap en huwelijk. Stern (2004) stelt dat de meisjes een kleinere kans hebben vroeg moeder te worden, zodra de meisjes meer levensdoelen hebben dan slechts het huwelijk en moederschap. Olthoff (2006) haakt hier op in en stelt dat ook meisjes met meerdere levensdoelen dan het huwelijk en moederschap, vroeg moeder kunnen worden. Hij stelt dat omdat hun lange termijn-doelen vaak niet helemaal duidelijk zijn, hun korte termijns-beslissingen hier van los staan. Op deze manier komen

tienerzwangerschappen ook onder meisjes met andere levensdoelen voor (Olthoff, 2006). Tot slot kijkt Stern (2004) naar het vertrouwen in het vriendje. Wanneer er sprake is van

vertrouwen in de partner komt sneller onbeschermde seks voor.

Samenvattend kan worden gezegd dat elke samenleving zijn eigen context heeft en ook elke tienermoederschap zijn eigen redenen. De sociale omgeving en de percepties van deze samenleving, overheid en familie bepalen de visie die er heerst op specifieke

genderrollen, net als de visie die er heerst op moederschap. Moeders vormen dus geen homogene groep en niet overal wordt tienermoederschap gezien als een sociaal probleem. Ook is het nodig om de diversiteit van de condities waarin de jongeren leven te bekijken. Voor dit onderzoek is het daarom belangrijk om op eventuele mogelijke invloeden van de samenleving op tienerzwangerschappen te focussen.

2.6 Lokale factoren

Door te kijken naar eventuele mogelijke invloeden van de samenleving waarin iemand zich bevindt, zal ik de samenleving van de Verenigde Staten afwegen tegen de samenleving van Costa Rica, San Jose. Als er naar de Westerse, ontwikkelde landen wordt gekeken, wordt duidelijk dat voornamelijk de Verenigde Staten kampt met tienerzwangerschappen. De percentages tienerzwangerschappen in de Verenigde Staten zijn vier keer groter dan

Duitsland, zes keer groter dan Frankrijk en wel acht keer groter dan Nederland. 85% van deze tienerzwangerschappen zijn ongepland. Terwijl door de literatuur armoede als mogelijke verklaring wordt gegeven voor adolescente zwangerschappen, tonen deze aantallen aan dat dit niet de belangrijkste verklaring is. Ook in een ontwikkeld land zoals de VS, komen

tienerzwangerschappen nog veel voor.

Miller (2000) beschrijft dat tienerzwangerschappen in de VS voornamelijk voorkomen bij jongeren die in een omgeving leven met een hoog armoede aantal en een laag

educatieniveau. Wanneer er sprake is van een laag educatieniveau bij moeders, dan is de kans 11

(13)

groter dat hun kinderen op jonge leeftijd zwanger raken. Ook als de moeder van de adolescent zelf een tienermoeder is geweest, is de kans tienerzwangerschap groter. Miller (2000) kijkt echter ook naar andere mogelijke verklaringen voor de hoge aantallen in de VS. Zij stelt dat tieners in de VS slecht geïnformeerd zijn over de beschikbaarheid, efficiëntie en variëteit van contraceptie middelen. Ook Moore & Brooks-Gunn (2002) menen dat het gebrekkige gebruik van anticonceptiemiddelen in de VS een oorzaak kan zijn voor het hoge percentage

tienerzwangerschappen in tegenstelling tot andere Westerse landen. In andere landen in het Westen zoals Nederland, wordt er meer informatie over seksualiteit verspreid en wordt veilige seks gepromoot. Ze hebben daar makkelijker toegang tot anticonceptiemiddelen en promoten deze dan ook. Op deze manier ontstaat er meer openheid over seks en valt dit ook meer te controleren (Moore & Brooks-Gunn, 2002).

Miller (2000) vult dit aan en stelt dat de VS tegelijkertijd ook grootse individuele vrijheid bezit. Deze vrijheid heeft zo zijn nadelen omdat deze onafhankelijkheid op

verschillende manieren wordt uitgedrukt, onder andere via seks. Aangezien antropologen het belangrijk achten te kijken in hoeverre seksualiteit wordt aangemoedigd in een omgeving, benadrukt Honig (2012) dat tieners in de VS beïnvloedt worden door de media.

Televisieprogramma’s en tijdschriften moedigen volgens hem de jongeren aan tot seks. Seks wordt op deze manier goedgekeurd door de samenleving. Dit kan echter niet gezegd worden van alle Westerse landen. In Katholiek Europese landen zijn de aantallen

tienerzwangerschappen ook laag terwijl seks hier niet wordt aangemoedigd. Hier is sprake van een tegenovergesteld signaal en seks voor het huwelijk wordt verboden. Ondanks dit een tegenovergesteld signaal is, zorgen deze duidelijke normen en waarden in een samenleving wel voor duidelijkheid. Dit verkleint de kans op vroege zwangerschappen. Volgens Miller (2000) is het daarom belangrijk om behalve informatie te verschaffen ook waarden op te leggen aan de samenleving. Miller (2000) acht het belangrijk om in de toekomst samen te werken met onder andere de media en de overheid om de positieve kijk op seks tegen te gaan en andere rolmodellen voor te leggen. Tegelijkertijd moeten er mogelijkheden komen voor de jongeren om de doelen van de geschetste rolmodellen ook daadwerkelijk te bereiken.

Als we dit linken aan San Jose, dan lijkt armoede niet de belangrijkste verklaring te zijn voor de aanwezige tienerzwangerschappen. Onderzoek van Soper (2004) richt zich op de stad San Jose. Soper (2004) maakt duidelijk dat de Costa Ricanen net als de Amerikanen weinig actief zijn in het gebruiken van voorbehoedsmiddelen (Ali Cleland, 2005; Coley, 1998). Kennis omtrent voorbehoedsmiddelen, seksualiteit en vruchtbaarheid blijft net als in de VS vaak uit. Voornamelijk de leeftijdsgenoten spelen een belangrijke rol in het verschaffen

(14)

van informatie. Deze informatie schijnt vaak incorrect te zijn, omdat er op straat bepaalde mythes bestaan rondom seks en zwangerschap. Ook op scholen en in de vaak zwakke familierelaties wordt kennis weinig overgedragen.

Zowel in San Jose als in de VS spelen naast kennis ook de normen en waarden rondom seks een belangrijke rol in de samenleving. In de Westerse landen wordt de kijk op seks voornamelijk beïnvloed door het gedrag aan te moedigen of af te keuren. Echter zijn volgens Soper (2004) de normen en waarden rondom seksualiteit in de samenleving van San Jose totaal onbekend. In families wordt seks nauwelijks tot nooit besproken waardoor de

verwachtingen rondom seks niet bekend zijn. Ook wordt autonomie door minimale opvoeding nauwelijks aangemoedigd en vind er weinig controle plaats op het kind zijn gedrag waardoor normen en waarden niet overgedragen worden (Macleod, 2002). Net zoals Miller stelt dat het in de VS nodig is om bepaalde waarden rondom seks aan de samenleving op te leggen, is dat ook in San Jose het geval. In beide samenlevingen is het nodig informatie te verschaffen en waarden aan de samenleving op te leggen.

Duidelijk wordt dat verschillende disciplines, verschillende verklaringen geven voor tienerzwangerschappen. Dit interdisciplinaire raamwerk vormt een geheel aan verschillende invalshoeken. Van de theorieën behandeld, zullen de meest relevante aspecten mee worden genomen in mijn onderzoek.

3. Vraagstelling

Zoals hierboven beschreven zijn de complicaties van tienerzwangerschappen en bevallingen één van de grootste oorzaken van sterfte rondom meisjes van vijftien en negentien jaar. Ook voor de nieuw geboren infanten is er een 50% grotere kans op overlijden dan bij nieuw geboren baby’s van oudere vrouwen (WHO, 2012). Veel onderzoek focust zich op dit

gezondheidsprobleem en verschillende verklaringen worden door verschillende perspectieven gegeven. Het economisch-, psychologisch-, pedagogisch-, en antropologisch perspectief hebben allen vanuit hun eigen discipline de problematiek bekeken. Opvoeding en de daarbij horende familierelaties blijkt een belangrijke rol te spelen. Ook een tekort aan kennis,

risicogedrag onder jongeren, en de culturele normen en waarden in een samenleving schijnen invloed uit te oefenen op de tienerzwangerschappen. Armoede blijkt een belangrijk

mechanisme te zijn welke vaak in relatie staat met de andere verklaringen.

Ondanks de WHO meerdere pogingen heeft gedaan tienerzwangerschappen te

(15)

voorkomen en onbeschermde seks tegen te gaan, blijft het onduidelijk waarom vooral in Latijns Amerika tienerzwangerschappen veel voorkomen en er sprake is van een langzame daling in tienerzwangerschappen. Onderzoek hierover blijft uit en met mijn onderzoek probeer ik de lacune hierover te verkleinen. Aangezien Latijns Amerika de grootste aantallen bezit en de langzaamste daling ondergaat, acht ik het belangrijk om bovenstaande

verklaringen gegeven door de literatuur na te gaan in de Latijns Amerikaanse stad San Jose. Op deze manier hoop ik meer duidelijkheid te verschaffen over de oorzaken van

tienerzwangerschappen in een ontwikkelingsland zoals Costa Rica. Voornamelijk de visie van antropologen acht ik belangrijk. Ik vind het belangrijk kennis te maken met de gewoontes, normen en waarden van de stad en ben benieuwd in hoeverre deze een rol spelen in tienerzwangerschappen. Om te achterhalen wat de belangrijkste factoren zijn die de tienerzwangerschappen doen realiseren onderzoek ik de volgende hoofdvraag: ‘In hoeverre draagt de sociale leefomgeving van San Jose, Costa Rica bij aan de zwangerschappen onder tienermeisjes?’

De deelvragen die hier bij gebruikt worden, zijn:

- Wat voor rol speelt armoede in tienerzwangerschappen?

- Hoe worden de familierelaties in San Jose door mijn respondenten ervaren? - Waar focust het gedrag onder jongeren in San Jose zich op?

- Is er sprake van een tekort aan kennis rondom seks en voorbehoedsmiddelen? - Welke normen en waarden gelden er rondom seksualiteit?

Met deze deelvragen wil ik duidelijkheid verschaffen over de mate van aanwezigheid van de verklaringen gegeven in mijn theoretisch kader. Op deze manier wil ik kijken of de

verklaringen voor tienerzwangerschappen in San Jose voornamelijk te wijten zijn aan de invloed van de sociale leefomgeving of niet. Deze kennis kan worden gebruikt om adolescente zwangerschappen in San Jose tegen te gaan.

4. Methode

4.1 Interdisciplinariteit

(16)

Mijn onderzoek betreft een interdisciplinair onderzoek waarbij ik naar verschillende

verklaringen voor tienerzwangerschappen kijk vanuit verschillende disciplines. Het gebruiken van verschillende disciplines helpt mij om de oorzaken van tienerzwangerschappen zo precies mogelijk te achterhalen. Tijdens mijn onderzoek naar tienerzwangerschappen heb ik gekeken naar de verklaringen voor tienerzwangerschappen gegeven door voornamelijk het economisch perspectief, de pedagogiek, de psychologie en de antropologie. Deze perspectieven hebben allen een eigen verklaring voor de tienerzwangerschappen en haken ook op elkaar in. Op deze manier worden verschillende visies op het probleem aangetoond die duidelijkheid kunnen bieden aan mijn hoofdvraag. Uiteindelijk wordt er in de conclusie nagegaan in hoeverre deze verklaringen in San Jose gelden en wat het verband tussen de verklaringen is.

4.2 Onderzoeksstrategie

Het onderzoeksstrategie is een kwalitatieve. Ik achtte het belangrijk het perspectief van de tienermoeders zelf te leren kennen en inhoudelijk zo veel mogelijk te weten te komen over de Costa Ricaanse jongeren zelf. Ik hoopte via vertrouwen misschien onbekende informatie en/of verklaringen voor tienerzwangerschappen te verkrijgen die nieuw inzicht bieden aan het onderwerp. De tienermoeders heb ik benaderd met de hulp van mijn stageplek in San Jose: ‘Municipalidad de Curridabat, Oficina de la Mujer’. Dit is de gemeente van San Jose, Curridabat, welke zich focust op de problemen van de vrouw. Omdat de gemeente al eerder met de jongeren heeft samengewerkt was er een bestand met gegevens van de jonge moeders aanwezig. Op deze manier kon ik telefonisch een afspraak met de jongeren maken. Ik heb vervolgens tien semigestructureerde interviews met de tienermoeders afgenomen. Ook heb ik de interviewvragen veranderd naar een vragenlijst en heb ik deze van nog drie adolescente moeders ontvangen. In totaal heb ik dus data van dertien tienermoeders. De vragen waren voorbereid zodat in de interviews zeker weten alle aspecten van de mogelijke verklaringen getoetst konden worden. Het operationaliseringsschema hieronder maakt dit duidelijk. Afhankelijk van de antwoorden werd hier op in gegaan en meer informatie verworven.

4.3 Instrumenten

Om na te gaan in hoeverre de verklaringen uit de literatuur ook in San Jose voorkomen heb ik concepten geoperationaliseerd. Bij het eerste concept armoede is er gekeken naar individuele

(17)

en maatschappelijke armoede. Bij het kijken naar familierelaties werd er geconcentreerd op de opvoeding en dus gekeken naar de mate van openheid, vertrouwen, striktheid, geweld en misbruik in een familie. Voor het concept risicogedrag keek ik naar het dagelijks leven van een tiener, zijn gehoorzaamheid en het eventuele gebruik van alcohol en drugs. Wanneer er naar de normen en waarden in de Costa Ricaanse samenleving gekeken werd, achtte ik het belangrijk om te kijken naar de rol van religie, de visie op seks, de visie op moederschap en de genderverhoudingen die er in de samenleving heersen. De kennis rondom seks en

zwangerschap heb ik getoetst door te kijken naar kennisoverdracht via familie, vrienden en leeftijdsgenoten. Zie hieronder het operationaliseringsschema. De concepten zijn op

onderstaande manier in mijn vragenlijst teruggekomen en omdat deze ongewijzigd zijn gebleven, is het niet nodig geweest om mijn concepten achteraf nog eens te coderen.

Armoede Individueel Genoeg inkomen per maand

Maatschappelijk Mogelijkheden/kansen in San Jose Culturele normen en waarden Maatschappelijk Visie op seks (mede vanuit religie)

Visie op (jonge) moederschap Gender verhoudingen

Familie invloeden Individueel Mate van openheid

Mate van geweld Mate van misbruik Mate van vertrouwen Mate van striktheid

Risicogedrag Individueel Mate van gehoorzaamheid

Dagelijkse bezigheden

Mate van alcohol/drugs gebruik Mate van bewustzijn risicovol gedrag

Kennis Individueel Bezitten van kennis over

voorbehoedsmiddelen Kennisoverdracht via leeftijdsgenoten Voorlichting op school Kennisoverdracht via ouders

Concept Dimensie Indicator

(18)

4.4 Meetniveau

Het meetniveau van het onderzoek heeft zich bevonden op meso niveau. Het betreft namelijk de populatie tienermoeders, in de stad San Jose. Het betreft op deze manier een bepaalde groep mensen die zich allen in dezelfde omgeving bevinden.

4.5 Populatie

Aangezien ik de oorzaken van tienerzwangerschappen in San Jose onderzoek, was het nodig om de populatie tienermoeders te benaderen. Deze populatie is van belang om mij inzicht te geven in de oorzaken van de zwangerschap op jonge leeftijd. Om deze doelgroep te benaderen heb ik de gegevens van de jongeren die de Municipalidad beschikbaar had, gebruikt. Omdat de Municipalidad zijn werk voornamelijk focust op de problemen rondom vrouwen in Tirrases, komen ook mijn respondenten voornamelijk uit deze wijk. Het betreft één van de armste wijken in San Jose met de grootste problemen. Van de in totaal dertien respondenten komen drie van mijn respondenten niet uit Tirrases. Ook deze respondenten, op één na,

woonden in een arme wijk in San Jose. De respondenten verschillen van leeftijd. De jongste is veertien jaar terwijl de oudste 27 jaar is. Hiermee verschilt ook het aantal jaar dat de

respondenten moeder zijn. Dit is van belang om een eventueel verschil door de jaren heen te constateren.

4.6 Ethische kwesties

Ethische kwesties dacht ik tegen te kunnen komen. Zwangerschappen onder adolescenten betreft een onderwerp waar voornamelijk door de Westerse wereld negatief over wordt gedacht. Het betreft een gevoelig en persoonlijk onderwerp welke niet overal even besproken is. Om de ethische kwesties tegen te gaan wilde ik allereerst proberen een relatie met de jongeren op te bouwen door vaker contact met ze op te nemen. Ik wilde op deze manier hun vertrouwen proberen te winnen. Door een taalbarrière echter ging dit lastig en heb ik besloten van tevoren aan de moeders door te laten schemeren onbevooroordeeld te zijn. Om dit

duidelijk te maken vertelde ik slechts onderzoek te willen doen uit nieuwsgierigheid en deed ik overkomen alsof ik de zwangerschap niet perse als een probleem zag. Als reden voor dit onderzoek gaf ik aan dat ik me slechts afvroeg waarom er in Latijns Amerika zo veel meer

(19)

tienerzwangerschappen voorkomen dan in Europa. Tegelijkertijd heb ik de interviews op een informele manier afgenomen om zo openheid te bereiken.

5. Resultaten

Daar waar de interdisciplinariteit, populatie, instrumenten en ethiek zijn toegelicht, zal ik nu via de afgenomen interviews antwoord geven op de deelvragen. Belangrijk is het om te weten dat de interviews zijn afgenomen met tienermoeders van verschillende leeftijden. Twee adolescente moeders waren op het tijdstip van de interviews zwanger, twee adolescenten waren sinds enkele maanden moeder, zeven respondenten waren al enkele jaren moeder en twee van de participanten waren al over de tien jaar moeder. Zie de bijlage voor aanvullende demografische informatie.

Locatie

Allereerst heb ik op basis van observatie gekeken naar de woonomgeving van mijn

respondenten. Tien van de respondenten komen uit de wijk Tirrases in San Jose. Dit is de plek waar de interviews zijn gehouden. Tirrases staat bekend als één van de armste wijken van San Jose. Het staat bekend als een gevaarlijk gebied met een groot aantal misbruik, geweld, schietpartijen en moorden. Als ik de taxichauffeur vraag om mij hier naar toe te brengen wordt er bijna elke keer weer gevraagd: ‘Tirrases? Waarom ga je daar naar toe? Het is er

gevaarlijk.’ Ook weten de taxichauffeurs vaak niet waar ze naar toe moeten rijden wat

aantoont dat ook taxichauffeurs deze wijk weinig zien. Tijdens het observeren valt het één en ander op. Allereerst de huizen, deze zien er armoedig en klein uit en staan muur aan muur. De huizen lijken op favela’s zoals Brazilië die kent en bevinden zich in de bergen. Alhoewel er wat stenen huizen zijn, zijn de meeste huizen gebouwd uit verschillende gevonden materialen en wat bijeengesprokkeld hout. Erg veilig ziet het er niet uit. Vlak bij de huizen en verspreid over de hele wijk ligt afval verspreid. Vuilniszakken en gewoonweg viezigheid geven een geur van stank. Op de straten zie je veel studenten in hun groen-kleurige uniform voorbij lopen terwijl je op de vaste hoeken groepen met jongeren ziet hangen, ook wel bekend als de drugdealers. Van speeltuinen of iets dergelijks is geen sprake.

Na een afkickkliniek voor ouderen, een nu gesloten comedor welke voedsel weggaf, en een opvang voor kinderen te hebben gepasseerd, bereik ik het beveiligde gebouw van ‘La

(20)

Cometa’. Dit project heeft als doel als tweede huis te dienen voor jongeren. De jongeren kunnen hier gratis bijlessen volgen, op de computer werken, leren, muziek maken of

gewoonweg lol maken. Het is een plek van vreugde. De kinderen zien er hier gelukkig uit en lijken zich thuis te voelen. Omdat dit een vertrouwde plek is voor de meeste meisjes, besloot ik de interviews hier af te leggen. Een student afkomstig uit Costa Rica hielp mij hierbij en diende als tolk maar ook als tweede interviewer. We legden de respondenten uit dat ik hier onderzoek deed omdat ik mij afvroeg waarom er in Latijns Amerika zo veel meer

tienerzwangerschappen voorkomen dan in Europa. De meisjes leken hier goed op te reageren en de vragen werden beantwoord. Wanneer ik het antwoord niet helemaal begreep en deze te lang was om te herhalen, nam mijn tolk het over. Van tevoren hebben wij besloten dat zij tijdens het interview in zou gaan op de onderwerpen die ik erg belangrijk achtte.

Tijdens mijn periode in de wijk hebben de jongeren samen met de projectbegeleider mij meerdere keren een rondleiding gegeven door de buurt. Mij werd duidelijk dat iedereen elkaar hier kent. De jongeren kennen de wijk door en door en weten precies welk stuk het gevaarlijkst is en waar er drugs gehandeld wordt. Ook deze bendeleden groeten ze. Een ander verschijnsel dat me opvalt is dat veel mensen gewoonweg op de stoep voor hun huis zitten of verveeld om hun heen staan te kijken. Ze lijken niet heel veel te doen te hebben. Naarmate we rondlopen komen er door verschillende plekken en mensen die we tegenkomen, verschillende verhalen naar boven die de problemen in de wijk aantonen. Zo komen we een tiener tegen die op twaalfjarige leeftijd als prostituee is begonnen en daar nu twee kinderen van heeft. Behalve dat zij van poging tot moord op haar pimp wordt beschuldigd, is zij ook nog eens

drugsverslaafd. Als we verder lopen wordt duidelijk dat drugs inderdaad een groot probleem is. Er staan veel dealers op de straten en ik krijg te horen dat zij onderdak bieden aan meisjes in nood. Het meisje moet in ruil voor onderdak echter wel drugs voor hen verkopen.

5.1 Armoede

Op basis van zowel mijn observatie als interviews heb ik gekeken naar mijn eerste deelvraag armoede, en in hoeverre hier sprake van is. Uit mijn observatie en de daarbij behorende verhalen lijkt er zeker sprake te zijn van armoede. Niet alle huizen zijn even armoedig en klein, maar een welvarend gezin zit er volgens mijn observatie niet bij. Om mijn observering over armoede te bevestigen heb ik de participanten zelf gevraagd naar hun situatie. Er is slechts van alle respondenten één meisje die niet in een arme wijk woont en zegt voldoende inkomen te hebben om makkelijk rond te komen. Van de tien respondenten uit Tirrases zegt

(21)

bijna een ieder niet rond te kunnen komen per maand. De jongeren wonen vaak met meerdere personen in een huis. Vaak is dat met hun zussen, broers, kinderen en ouders waarvan er meestal maar één persoon werkt. Ze leggen uit dat het op deze manier moeilijk is rond te komen. Een enkeling zegt het te kunnen redden. Duidelijk is dat ze tevreden zijn met weinig. Van de drie overige respondenten welke niet uit Tirrases komen zeggen twee het soms wel en soms niet te redden. Ook in deze wijk ben ik geweest en heb ik het huis van de respondenten van binnen kunnen zien. Terwijl Rita (2014, pag. 49) zegt: ‘Ik klaag niet, we hebben alles wat

we nodig hebben’, kijk ik om mij heen en besef ik dat ik mij in een klein huisje bevind die

bijeen wordt gehouden door wat stukken hout. Er lijkt op basis van mijn observering zowel sprake te zijn van maatschappelijk armoede, als van individuele armoede. Wat voor rol armoede verder heeft gespeeld in de tienerzwangerschappen, wordt duidelijk met de volgende deelvragen.

5.2 Familierelaties

De tweede deelvraag focust zich op de rol van familie. Hoe worden de familierelaties ervaren door mijn respondenten? Om deze vraag te beantwoorden heb ik mij allereerst gefocust op de relatie met de vader en moeder. Ten tweede heb ik gekeken naar de wijze van opvoeding en tot slot heb ik gekeken naar de mate van geweld en misbruik in families.

Ouder-kind relatie

Als we allereerst naar de band van ouder en kind kijken, dan blijkt dat in bijna alle gevallen er door een gebrek aan vertrouwen, geen openheid in de families bestaat. Als we kijken naar de relatie met de vader wordt duidelijk dat de vader vaak geen rol meer speelt of ooit heeft gespeeld in het leven van de jongeren. De helft van de tienermoeders bestempeld hun relatie met hun vader als slecht: ‘Hij was zo machismo. Hij sloeg mijn moeder en ik moest dat zien

terwijl ik opgroeide’ (Mary, 2014, pag. 13). Behalve dat er sprake is van machogedrag bij de

vader, blijft ook het vertrouwen tussen moeder en dochter uit. Seks is een onderwerp wat niet besproken wordt. De jongeren schaamden zich vaak om het feit dat ze al seks hadden op jonge leeftijd en haalden het onderwerp niet aan. Ook als zij dit wel deden, werd er niet altijd op ingegaan. Gina (2014, pag. 41) zegt:‘ Mijn vader werkt altijd dus ik kan niet met hem

praten. En mijn moeder? Nee. Het is door hoe ze is. Ik heb niet het vertrouwen om met haar te praten want als ik met haar probeer te praten zegt ze: ‘Praat niet tegen me want ik ben druk’

(22)

of ‘Praat niet tegen me want ik ben boos’.’ Duidelijk wordt dat openheid en communicatie

een groot obstakel is. Behalve dat er geen openheid rondom seks bestaat in families, wordt duidelijk dat openheid rondom andere onderwerpen ook nauwelijks voorkomt. De jongeren geven aan weinig vertrouwen te hebben in hun moeder. Nuri (2014, pag. 4) zegt: ‘We hebben

gewoon geen vertrouwen in elkaar. We praten alleen over de basis dingen. Wanneer ik geld nodig heb, schoolmateriaal of waar ik naar toe ga’. Wanneer ik hen vraag welk persoon zij

opzoeken als zij een probleem hebben, noemen ze vaak zichzelf. Van een sterke familieband met de ouders kan niet gesproken worden. De steun, aandacht en liefde die zij krijgen lijkt minimaal.

Opvoeding

Als we ons focussen op de wijze van opvoeding, dan wordt duidelijk dat het grootste deel geen strenge ouders had. Uit de interviews blijkt dat op een enkeling na, de respondenten veel vrijheid hadden en vaak zo laat thuis kwamen als zij zelf wilden. ‘We hadden alle vrijheid en

ze hadden geen idee wat we aan het doen waren’, zegt één van de respondenten (July, 2014,

pag. 23). Er was sprake van weinig controle op het gedrag van de kinderen wat tot

onduidelijke normen en waarden leed. Als we kijken naar de mate waarin autonomie werd aangemoedigd door de ouders, dan wordt duidelijk dat het afmaken van school toch door bijna elke ouder werd aangemoedigd. Bij drie respondenten bleef dit echter uit. Als ik de respondenten vraag wat de belangrijkste dingen zijn die zij van hun ouders hebben geleerd, blijft het af en toe lang stil voordat zij aan een antwoord komen. Wanneer ik verder vraag naar hun jeugd, zeggen zes van de respondenten veel slechte herinneringen te hebben aan hun jeugd mede door vaak een alcoholist als vader en geweld in de familie. Desiree (2014, pag. 30.) zegt: ‘Mijn vader sloeg mijn moeder. Hij maakte al het geld op aan alcohol en wanneer

hij dronken thuis kwam sloeg hij iedereen. Mijn moeder werkte altijd dus mijn broer zorgde voor ons.’ Ook dit geeft een beeld over de wijze waarop de jongeren zijn opgevoed.

Geweld en misbruik

(23)

Behalve van geweld, was ook sprake van misbruik. Alhoewel het niet altijd even duidelijk is benoemd durf ik te stellen dat bij drie van de tienermoeders sprake was van misbruik. Waar het ene meisje zegt er specifiek niet over te willen praten was een vrouw van nu 27 jaar

opener over haar ervaring. Zij vertelt:

Behalve de misbruik en het niet ingrijpen van de moeder was tegelijkertijd ook haar zusje zwanger van deze zelfde man. Beide zusjes stonden er alleen voor en ze vertellen niemand te hebben om mee te praten.

Samenvattend kan er gesteld worden dat de opvoeding en de band in een familie een belangrijke rol spelen. Duidelijk wordt dat in de huishoudens van mijn respondenten geen openheid en vertrouwen bestaat om dingen te bespreken. De familieband lijkt zwak en vertrouwen ontbreekt. Tijdens de opvoeding golden weinig regels en van striktheid was geen sprake. Ook geweld en misbruik kwam in de families voor. Volgens mede Miller (200) vergroten o.a. deze aspecten de mogelijkheid om tienermoeder te worden.

5.3 Risicogedrag

Als derde deelvraag werd de vraag gesteld: Waar focust het gedrag bij mijn respondenten uit San Jose zich op? Het doel was hier om te kijken in hoeverre er sprake was van het, door psychologen genoemde, risicogedrag. Als we kijken naar de wijze van opvoeding, dan is duidelijk geworden dat de ouders niet streng waren of veel regels hadden. Dit houdt in dat de jongeren veel vrijheid hadden om te doen wat zij wilden. Als ik vraag naar de bezigheden van de jongeren voor de zwangerschap, dan worden alledaagse dingen genoemd. Een film kijken, uitgaan en roddelen zijn activiteiten die vaak worden genoemd. Toch bestempelen enkele van de meisjes zichzelf als rebel. Waar de één van huis was gelopen, besloot de ander geen zin meer te hebben om naar school te gaan.

Wanneer er naar het gebruik van alcohol en drugs wordt gekeken, wordt duidelijk dat

‘Hij kwam bij ons thuis omdat hij een vriend van de familie hoorde te zijn, maar toen ging hij dingen doen die hij niet hoorde te doen.. Mijn moeder geeft nergens iets om dus zij schonk geen aandacht aan wat er aan de hand was thuis. Ze wist wat er aan de hand was en deed alsof het niks was. Omdat hij eten mee naar huis bracht deed mijn moeder niks. Wanneer het gebeurde, gebeurde het. Mijn moeder nam misbruik van de situatie.’

(Rita, 2014, pag. 44)

(24)

de helft van de respondenten wel eens drugs of alcohol heeft gebruikt. Dit is vaak gebeurd op jonge leeftijd. Twee zussen geven aan: ‘Als we drugs nemen of drinken, doen we het omdat de

mensen er mooier van worden en we het leuk vinden. Het is iets sociaals’ (Dina, 2014, pag.

36). Bijna een ieder heeft wel een familielid of een vriend om zich heen die aan de drugs of alcohol zit en omdat er veel drugs en alcohol in de wijk beschikbaar is wordt er gesteld dat de verleiding groot is. Gina (2014, pag. 22) vertelt: ‘Er kwamen wel eens slechte mensen naar

me toe om te vragen of ik het wilde gebruiken’. Ook Lucy (2014, pag. 53) zegt: ‘Ik was omringd met mensen in de drugs dus in mijn depressie ben ik ook gaan gebruiken’. Zelf zien

de meeste respondenten het gebruik van alcohol en drugs niet als een reden om eerder aan seks te beginnen. ‘Je doet het omdat je het wil. Drugs en alcohol hebben niks met seksualiteit

te maken’, zegt één van de respondenten (Nuri 2014, pag. 12).

Als we ons verder focussen op het gedrag rondom seks dan wordt duidelijk dat acht van de respondenten wel aan de mogelijkheid hebben gedacht om zwanger te raken. Zij stellen niet roekeloos zonder enig nadenken aan seks te zijn begonnen en zeggen

voorbehoedsmiddelen te hebben gebruikt. Wanneer ik vraag: ‘Que paso?’ heeft ieder een soortgelijk antwoord klaar liggen wat zij als rechtvaardiging kunnen hebben gebruikt voor de zwangerschap op jonge leeftijd. Nuri (2014, pag. 12) zegt: ‘Ik gebruikte de pil maar ik

wachtte niet zo lang totdat hij zou gaan werken’. Ook Gina (2014, pag. 38) benadrukt: ‘Ik heb het altijd gebruikt, behalve die dag’. Op de twee oudste respondenten na, leken de meeste

respondenten zich bewust te zijn van de risico’s van seks. De kans op zwangerschap achtten zij echter zo klein dat zij dachten dat het hen niet zal overkomen. Dina zegt: ‘Ik ken zoveel

mensen om mij heen die zwanger willen worden en waar het niet bij lukte waardoor ik dacht dat het bij mij ook niet zou gebeuren’ (Dina, 2014, pag. 26). De respondenten lijken op deze

manier wel enig risico te hebben ingezien, maar hebben niet de grootte van het risico beseft. Enkele andere respondenten geven toe helemaal niet aan de mogelijkheid te hebben gedacht

om zwanger te worden en geven aan niet verantwoordelijk te zijn geweest. zegt July (2014, pag. 27). In dit geval waren de jongeren zich niet bewust van het risico. Ondanks sommige respondenten onbewust of slechts met enige bewustzijn het gedrag hebben uitgevoerd, waren anderen zich beter bewust van het risico. Gina zegt: ‘De dag dat ik geen condoom gebruikte wist ik meteen dat het een fout was’ (Gina, 2013, pag. 39). Ook twee zusjes werden na de bevalling van hun eerste kind, enkele

‘We waren jong en in onze gekheid’

(25)

maanden later al zwanger van hun tweede kind. Als zij dit vertellen lachen zij er schaamvol bij. Ze kenden het risico maar besloten deze te negeren. Concluderend kan er gezegd worden dat er in sommige gevallen sprake was van een rebels kind dat aan de drugs en alcohol zat, terwijl anderen redelijk gehoorzaam waren. Allen hebben, ongeacht hun persoonlijke gedrag en het gebruik van alcohol en drugs, op enige manier risicovol gedrag vertoont. Dit gedrag is echter niet altijd als risicovol ervaren. Bij de één werd het gedrag bewust uitgevoerd, terwijl dit bij de ander onbewust werd gedaan.

5.4 Kennis

Kennisoverdracht

Vaak wordt het ontbreken van kennis rondom seksualiteit als belangrijkste reden voor adolescente zwangerschappen gezien en daarom zal ik mij focussen op de deelvraag: Is er sprake van een tekort aan kennis? Vooral de factoren familie, leeftijdsgenoten en school spelen een belangrijke rol in het overdragen van kennis. Ondanks er duidelijk werd dat er geen openheid in de families bestond om over seks en voorbehoedsmiddelen te praten, stellen de meisjes dat ze genoeg kennis hadden over voorbehoedsmiddelen op het moment dat zij zwanger raakten. Zij kunnen dan ook alle voorbehoedsmiddelen opnoemen en benoemen dat een condoom het veiligst is omdat deze je ook beschermt tegen SOA’s.

Als ik vraag hoe de jongeren aan deze kennis rondom voorbehoedsmiddelen zijn gekomen, schijnen ze het zelf niet helemaal te weten. ‘Ik heb het wel eens gehoord’, wordt er gezegd. Slechts één van de meisjes geeft aan een moeder te hebben die het heel belangrijk vond om open over het onderwerp te praten terwijl dat in alle andere gevallen niet het geval was. Omdat deze openheid rondom seks in families ontbreekt, ontbreekt er ook openheid in de rest van de samenleving. Voorlichting op school schijnt niet veel voor te komen. Drie meisjes zeggen op school voorlichting te hebben gehad. De meisjes bestempelden dit als interessant en gaven aan dat ze daardoor besefte wat de gevaren waren. Eén van de meisjes zegt echter ook dat er zoveel werd verteld dat het lastig was voor haar om haar aandacht er bij te houden. Terwijl seksueel gedrag in families en op school nauwelijks wordt besproken, blijft het onderwerp ook onbesproken onder leeftijdsgenoten. De geslotenheid in de samenleving helpt niet om openheid onder leeftijdsgenoten te realiseren. In vrienden schijnen de

respondenten weinig vertrouwen te hebben. Slechts vijf van de respondenten zegt met vrienden over seks te praten en dat als dat gebeurd, het vooral de algemene dingen zijn en

(26)

details achterwegen gelaten worden. Duidelijk wordt dat de verwevenheid van de

belangrijkste factoren van kennisverspreiding groot is. Zodra er geen openheid bestaat in families dan zal het onbesproken onderwerp ook sneller op school uitblijven. Bestaat er geen openheid op school dan blijft deze ook uit tussen school- en leeftijdsgenoten.

Kennisoverdracht lijkt nog steeds een probleem, echter de mate van kennis niet. De aanwezigheid van tv’s en internet lijkt een belangrijke rol te spelen in het verschaffen van

kennis aan de jongeren.

Mate van kennis toen – nu

Tijdens mijn interviews wordt duidelijk dat er een verschil is in de mate van kennis van nu, en van tien jaar geleden. De tienermoeders die nu de leeftijd van 27 hebben bereikt, geven aan niks te hebben geweten op dat moment. ‘Mijn zwangerschap kwam door een gebrek aan

informatie’ (Rita, 2014, pag. 48). Ze zien een groot verschil met de informatie beschikbaar nu. ‘Nu weet iedereen alles. Je kan veel informatie krijgen van de tv, websites en ouders praten er opener over. Ook op school wordt er nu veel over seks gesproken. Ze weten veel dingen die ik nooit wist of heb geleerd’. Ook de Municipalidad geeft aan dat de jongeren van nu meer

weten dan vroeger. Jongeren schijnen vaker voorlichting op school te krijgen terwijl dit vroeger helemaal niet voorkwam. De vrouw benadrukt: ‘Als ik wist, wat ik nu wist, dan had ik

nooit zwanger geraakt. Ik zou een toekomst hebben gehad. Het zou zo anders zijn geweest..’

(Rita, 2014, pag. 50). Zij vertelt op die leeftijd niet te hebben geweten dat je zwanger kon raken van seks. Zij vertelt niemand te hebben gehad die haar deze dingen heeft kunnen leren. Voor haar was kennis dus inderdaad een probleem, terwijl dat tegenwoordig minder het geval lijkt te zijn.

Communicatie in de toekomst

Alle respondenten beseffen dat ondanks het hun zelf niet is verteld door hun ouders, het belangrijk is om met de kinderen over seks te praten. Wanneer ik hen vraag of zij van plan zijn later met hun kinderen over seks te praten wordt er bijna door iedereen vol overtuiging ja

‘Ik moet met ze praten zodat ze niet dezelfde fouten maken die ik heb gemaakt’.

(27)

geroepen. Het meest voorkomende antwoord is:

Ze achten het belangrijk dat hun kind goede beslissingen neemt. De wat oudere respondenten geven aan nu ook al met zusjes, nichtjes en neefjes te praten over de gevaren. Ze laten hen weten dat het niet voordelig is jong ouder te zijn en dat het belangrijk is dat ze

voorbehoedsmiddelen gebruiken. Twee van de meisjes die nu nog zwanger zijn of net zijn bevallen echter, geven aan het niet belangrijk te vinden met hun kinderen over seks te praten. Het meisje die een zoon krijgt zegt: ‘Het heeft toch geen nut, het is een jongen en die doet

toch wat hij wil.’ (Nuri, 2014, pag. 14). Als ik vraag hoe ze dat wilt voorkomen geeft ze aan

dit niet te weten.

Samenvattend schijnt kennisoverdracht in families, op school en tussen leeftijdgenoten veelal nog uit te blijven. De televisie en internet schijnen een belangrijke rol te spelen want duidelijk wordt dat de jongeren die met de laatste jaren zwanger zijn geraakt, zeker wel enige kennis hebben. De moeders die al meer dan tien jaar een kind hebben hadden geen enkele kennis en een groot verschil is te zien. Bijna alle respondenten zijn zich bewust van het belang van kennis overdragen. In de toekomst zijn de meeste respondenten dan ook van plan met hun kind over seks te praten.

5.5 Culturele normen en waarden

Antropologen achten het belangrijk om naar de ideeën rondom seks in een bepaalde cultuur te kijken. Ik heb mij daarom gefocust op de laatste deelvraag en gekeken welke normen en waarden er in San Jose gelden rondom seksualiteit. Om hier achter te komen heb ik behalve de visie op seks en moederschap, ook gekeken naar de genderrol verdelingen en de rol van de man in de Costa Ricaanse samenleving.

Visie op seks

Als we allereerst kijken naar de visie die er is op seks wordt het volgende duidelijk. Seks is volgens de jongeren iets waar elke adolescent behoefte aan heeft. Het gebeurd, met of zonder goedkeuring van anderen. Ook maakt het volgens de participanten niet uit of de ouders erg streng zijn of niet. Tieners vinden altijd wel een manier om het te kunnen doen, gewoonweg omdat ze het willen. Tijdens de interviews wordt duidelijk dat het voor sommige

respondenten totaal onduidelijk is hoe hun ouders over seksueel gedrag denken. Zij kunnen 26

(28)

dan ook niet aangeven op welke leeftijd seks geaccepteerd is door hun ouders. Alhoewel dit per gezin schijnt te variëren, is volgens de meeste participanten seks pas geaccepteerd door de ouders op achttienjarige leeftijd. Achttien schijnt de leeftijd te zijn waarop je volwassen bent. De ouders hebben op dit moment geen zeggenschap meer over jou waardoor je, je eigen beslissingen mag maken. De jongeren geven aan dat de ouders vaak niet weten dat zij seksueel actief zijn omdat zij zich schamen voor het feit dat zij op jongere leeftijd dan

achttien al seks hebben. Het katholieke geloof waar het niet is toegestaan seks te hebben voor het huwelijk, wordt geen enkele keer als reden genoemd. Het geloof schijnt op deze manier niet veel invloed uit te oefenen op het seksueel gedrag. Het wordt duidelijk dat ondanks seks voor je achttiende niet wenselijk is, het wel een veelvoorkomend verschijnsel is.

Visie ouders op adolescente moederschap

Ook heb ik de participanten gevraagd naar de visie van voornamelijk de ouders op jonge moederschap. In de samenleving zelf wordt duidelijk dat adolescente moederschap iets is wat vaak voorkomt en waar niet heel raar van op wordt gekeken. Elke keer als ik iemand weer vertel dat ik onderzoek doe naar tienermoeders, dan krijg ik vragende blikken. Het is duidelijk iets wat zij zelf niet als een probleem ervaren. Echter als ik via de interviews er achter wil komen hoe de ouders en familieleden tegen de vroege moederschap aankijken, wordt duidelijk dat het niet iets is wat makkelijk geaccepteerd wordt door de ouders. Als ik vraag naar de eerste gedachte die de jongeren hadden toen zij hoorden dat ze zwanger waren dan komt goed naar voren dat de ouders jonge moederschap afkeuren. ‘Wat gaat m’n moeder

doen’ of ‘Ik was bang voor mijn families reactie ‘ (July ,2014, pag. 23), wordt vaak als eerste

gedachte genoemd. Gina zegt (2014, pag.38): ‘Nee, ik wilde het niet. Ik was bang voor wat

mijn moeder zou denken. Mijn moeder wordt snel boos en ik was bang voor wat er zou gebeuren.’ Als ik vraag naar de reactie van de ouders en familieleden als zij horen van de

zwangerschap, dan wordt dit nog eens bevestigd. De moeder reageert in alle gevallen

teleurgesteld maar vooral boos. Waar de één het huis moest verlaten en op straat werd gezet, werd de ander genegeerd. vervolgt (Gina, 2014, pag. 40).Ook Lucy zegt: ‘Mijn

‘Mijn moeder behandelde mij alsof ik niet haar dochter was. Ze zette me elke dag voor schut en behandelde me slecht, ook met woorden. Op een dag zette ze me uit het huis’

(29)

moeder was er nooit voor me als ik haar nodig had. En ze begon me slecht te behandelen. Ik praat er niet graag over, het doet pijn’. (2014, pag. 53). De adolescenten staan er vaak alleen

voor en vertellen niemand te hebben om mee te praten. Een belangrijke notitie is dat de moeders van de adolescenten in zeven gevallen zelf ook tienermoeders waren. In de overige gevallen was het opvallend dat de moeders vaak op oudere leeftijd zwanger raakten. Waar de één twaalf jaar was, was de ander 58 jaar. Dit kan een rol hebben gespeeld in de huidige visie van de ouders op tienerzwangerschappen.

Visie jongeren op (adolescente) moederschap

Alhoewel het in de meeste gevallen door de ouders niet wordt goedgekeurd, vraag ik de participanten naar hun eigen visie op moederschap. Duidelijk wordt dat het moederschap als iets moois wordt gezien. De respondenten vertellen dat ze op latere leeftijd graag moeder hadden willen worden. Op een enkeling na, wordt er voornamelijk gezegd dat het

moederschap iets is voor als je, je school hebt afgemaakt en een partner en een baan hebt. Zij hebben nooit de kinderen op zo een jonge leeftijd gewild. ‘Ik had veel plannen’, zegt Gina (2014, pag. 39). Ze beschrijven het moederschap als een moeilijke taak met veel

verantwoordelijkheid. Een participant met nu twee kinderen zegt: ‘Ik was en ben er nog steeds

niet klaar voor om moeder te zijn’ (Desiree, 2014, pag.33). Twee van de participanten echter,

zeggen dat zij altijd al jong moeder wilden zijn. Bij de één was het gepland en bij de ander niet. Beiden waren erg gelukkig toen ze hoorden dat ze zwanger waren. ‘Wanneer je een klein

meisje bent denk je alleen daar aan. Aan een baby en hoe het zal zijn als je een baby hebt. Ik dacht er altijd aan. Toen ik veertien was moest ik een moeder zijn.’ (Lucy, 2014, pag. 52). Op

dit moment leefde zij in armoede en had weinig andere dromen. Toch, veranderde deze gevoelens toen zij daadwerkelijk moeder werd. Zij vervolgt: ‘Maar later voelde ik mij

onzeker omdat ik niet wist wat ik moest doen met de baby. Ik wist niet hoe ik voor hem moest zorgen, hoe ik hem moest behandelen en hoe ik het zou redden.’ Lucy beviel van een zoon die

leed aan autisme. Zij kwam in een depressie terecht en heeft haar zoon afgestaan aan haar zestienjarige zus Rita. Ook Rita was op dat moment net bevallen. Zij was zwanger van dezelfde man als Lucy, namelijk van de

dertig jaar oude vriend van hun moeder. Rita daarentegen had andere gevoelens over het

‘Er waren momenten dat ik het kind echt niet wilde. Ik dacht er over na haar bij de vuilnis te leggen als ze was geboren.’

(30)

moederschap. Het was iets wat zij totaal niet wilde. Rita (2014, pag.45) zegt:

Beide zusjes die zich precies in dezelfde situatie bevonden, dezelfde familie hadden en dus ook dezelfde opvoeding, hadden duidelijk verschillende visies op het moederschap. Over het algemeen echter, kan geconcludeerd worden dat bijna alle participanten het moederschap zien als iets voor later. Ook de ouders zijn duidelijk van mening dat moederschap niet voor tieners bestemd is.

Genderrollen

De genderrollen spelen een belangrijke rol in de samenleving hun visie op moederschap. De visie op de vrouw als thuisblijvende huisvrouw en moeder kan er namelijk voor zorgen dat vroege moederschappen sneller gerealiseerd worden. Al snel wordt duidelijk dat ook dit niet het geval is en jonge moederschappen niet gerealiseerd worden om aan een stereotype genderrol te voldoen. Duidelijk wordt dat er van dit stereotype man en vrouw vroeger inderdaad sprake was, maar dat de generatie van nu er anders over denkt. De respondenten benoemen dat zij weten dat er van uit wordt gegaan dat de man werkt en de vrouw voor het huishouden en de kinderen zorgt, maar dat zij ook weten dat beide gelijk zijn, beide kunnen werken en beide dezelfde taken hebben. ‘Ze doen hetzelfde. Ze kunnen allebei werken en voor

de kinderen zorgen maar sommige vrouwen zijn nog steeds onder de schoen’, zegt Mary

(2014, pag. 13). Ook Nuri (2014, pag. 20) beschrijft:

Op deze manier wordt de indruk gewekt dat er in de families deze genderrollen wel te zien zijn maar dat het iets is van de oudere generatie. De generatie van nu schijnt van de stereotype genderrollen af te stappen. Lucy (2014, pag. 56) zegt: Sommige mannen hebben niet door dat de vrouw niet

meer is zoals vroeger. Ze denken nog steeds voor de vrouw alles te kunnen bepalen maar zo is het niet meer. Mijn man doet ook het huishouden en hij kookt. Ik heb hem laten koken.’ Op

deze manier wordt er door Lucy van het stereotype man en vrouw afgestapt.

Visie op de man

‘De man denkt dat als hij werkt wij thuis moeten blijven en schoon moeten maken. Hij denkt dat als hij voor het geld zorgt hij ons mag

commanderen en doen wat hij wil. Ik denk dat beide kunnen werken.’

Referenties

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zuzanna Baranski Madrigal was born on the 21 st of March of 1981 in San Jose, Costa Rica. She studied Pharmacy at the University of Costa Rica from 2000

De rapporten van de kinderen kunnen digitaal worden opgevraagd bij de leerkracht of directie van de school en er kan altijd contact worden opgenomen door de nieuwe

Zij kan toch den beroofden koopman mtnoodigen (1) om zijn recht op schadevergoeding bij den Engelschen rechter te ver- volgen en hem daartoe alle mogelijke moreele en zelfs

• Er moeten maatregelen getroffen worden voor het scheiden van publieksstromen, ook wat sanitaire voorzieningen betreft;. • U moet maatregelen treffen zodat u voldoet aan de

Voor hulpverleners onderscheiden we vier essentiële invalspoorten om veilige gehechtheid tussen jonge kin- deren en hun ouders te bevorderen en zo de kinderen een betere start

+ Zwart: verbieden, uitleggen, tussenkomen met straf of/en begeleiding of andere interventie,

„Van de 121 kardi- nalen die jonger zijn dan tach- tig en die stemrecht hebben bij een nieuwe pauskeuze, werden er 49, ruim veertig procent dus, door de huidige

• Mens en maatschappij 3.8 De leerlingen kunnen aan de hand van een voor- beeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de