• No results found

Ferron. Viva suburbia

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ferron. Viva suburbia"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Arnold Heumakers

Louis Ferron. Viva Suburbia. De Bezige Bij

Hoe vaak kun je een succesnummer herhalen? In Hollywood schrikt men niet terug voor een keer of vijf, zes - telkens dezelfde filmtitel met een ander cijfer erachter. Schrijvers nemen tenminste nog de moeite elke keer een nieuwe titel te bedenken. Zo heette de eerste pseudo-autobiografische roman van Louis Ferron De

walsenkoning (1993) en de tweede Een aap in de wolken (1995). De derde in de rij is nu

verschenen onder de titel Viva Suburbia, opnieuw met als hoofdpersoon en verteller een zekere Louis Ferron, niet de schrijver zelf, maar een ongetwijfeld op hem lijkend personage dat een weinig groots of meeslepend leven achter de rug heeft als redacteur van de Kennemer Bode.

Ferron is geen schrijver met een breed register. Steeds wordt uit hetzelfde tragikomische vaatje getapt, nu eens tegen een Duits of Oostenrijks decor, dan weer is de eigen woonplaats Haarlem de plaats van handeling. Onveranderlijk krijgt de lezer een royale emmer kolderieke rampspoed over zich uitgestort. Groteske miezerigheid, passend bij rancuneuze kankerpitten met een klein hartje, is zijn specialiteit, en in de evocatie daarvan heeft hij een onmiskenbaar meesterschap bereikt, ook al wordt er vaak zonder veel gêne geleend bij grotere collega’s als Louis-Ferdinand C’eline of Thomas Bernhard.

Niet anders is het in Viva Suburbia, waarin de oud-journalist ‘Ferron’ na jaren van rondhoereren en lamlendig kroegbezoek zich voorneemt om samen met zijn roodharige Esther (die ook al in De walsenkoning voorkwam) een kalm bestaan op te bouwen in een nette Haarlemse buitenwijk. Het wordt niets, vanzelfsprekend. Met de twee kinderen van Esther gaat het mis. Het keurige burgermanshuis blijkt een bouwval, waar zelfs de nieuwbakken doe-het-zelver Ferron geen raad mee weet, het caf’e_ blijft wenken, en tenslotte keren ook de buurtbewoners zich tegen de

nieuwkomers, met fatale gevolgen voor de liefde tussen Ferron en zijn Esther. Op de laatste bladzijden van de roman heeft de verteller opnieuw het gezelschap opgezocht van zijn oude drinkebroers, met wie hij een boottochtje maakt onder begeleiding van een stichtelijk lied.

‘Ach ja, er wordt wat afgezongen in de wereld. Maar gelooft U mij, het zijn deuntjes om niets’, hebben we dan al - vele bladzijden eerder - kunnen lezen. Deze roman bewijst het. Bijna in zijn geheel bestaat hij uit zo’n deuntje om niets. Als vanouds gaat Ferron tekeer, bij monde van zijn gelijknamige verteller, tegen de kleinsteedse bekrompenheid, tegen de buitenlanders die de lokale middenstand tot radeloosheid brengen, en vooral tegen zichzelf - zonder dat het helpt. Hij citeert Cioran en in navolging van Ernst J”unger heeft hij zich naar eigen zeggen

teruggetrokken op de ‘verloren stelling’, waar hij zijn hopeloze strijd levert.

Je vraagt je alleen af: tegen wie of wat. Wat Ferron zijn verteller in de mond legt, lijkt nog het meest op de machteloze tirade van de stamgast, avond aan avond herhaald voor een vast publiek dat het bij voorbaat met hem eens is, zonder te luisteren. Maar wie een roman leest, zit niet in de kroeg, en uitgesmeerd over vele bladzijden kan al het gefoeter en getier reuze vermoeiend worden. Op den duur weet je het wel.

(2)

Arnold Heumakers

Zie hier het verschil met De walsenkoning en Een aap in de wolken, waarin ook nog een verhaal werd verteld, over de merkwaardige kinderjaren van Ferron en over diens mislukte gooi naar het kunstenaarschap. Daardoor kreeg het

misantropische gejeremieer reli”ef. Het relaas over de vergeefse poging tot

kleinburgerlijk fatsoen met Esther en haar beide kinderen is helaas te mager om een soortgelijke functie te vervullen. Weliswaar tracht Ferron zijn huid zo duur mogelijk te verkopen, door het verblijf in het ‘Ramplaankwartier’ te vergelijken met

Solzjenitsyns ‘Goelag’, maar zo bevestigt hij alleen wat zijn alter-ego van Esther te horen krijgt: ‘Je kunt soms zo overdrijven, Loe’.

Er is niets tegen overdrijven, zo lang het ergens op slaat. In deze roman blijven de hyperbolen in de lucht hangen. We komen eenvoudig te weinig te weten over Esther, haar kinderen en de buurt waarin zij en Ferron op zoek gaan naar ‘luxe, calme et volupt’e’, om werkelijk onder de indruk te raken van hun echec. Het enige wat dan rest is een schrijver die zich nodeloos herhaalt en schmierend zijn eigen thematiek in de uitverkoop gooit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

10.3 Viva Vastgoedstyling is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard dan ook, doordat Viva Vastgoedstyling is uitgegaan van door de klant verstrekte onjuiste en/of onvolledige

Ledenservice zorgt er voor dat u soms wat uit handen kunt geven en dat u prettig thuis kunt blijven wonen!. De diensten worden veelal aan huis geleverd door professionele

De hand van een dame was bijvoorbeeld van haar mond naar haar boezem verplaatst, de hoed van een heer bevond zich niet langer op diens hoofd, maar lag op de piëdestal waarop

In total 13.3% of the participants strongly disagreed that internet banking using a personal computer was safe, while 5% disagreed somewhat.. Participants who were neutral about

To explore and describe the realities of the value chain and procurement processes of Fixed- dose ARVs in a Primary Healthcare setting in a provincial department of health

A clear identification of a PWN associated to the Fermi LAT pulsar PSR J1022–5746 in X-rays would help to elucidate the real nature of HESS J1023–575, but given the stellar density

Daar behoort eers deur middel van 'n assesseringsintervensie aan · die hand van beskikbare eenheidstandaarde vir onderwys-, opleiding- en ontwikkelingspraktisyns

En toen de jonge onderzoeksrechter, wie de lijnen van het eigentijdse recht kennelijk nog niet geheel duidelijk voor ogen stonden, opmerkte dat de opziener, oud-soldaat Florian, op