• No results found

Geen gewoon kabinet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geen gewoon kabinet"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'i; !

42 2

INHOUD

Het Kabinet-Den Uyl De Nederlandse Unie

s &_n 9 2ooo

B O E K E N

Geen gewoon kabinet

belangrijke ontwikkelingen, zoals

de onafhankelijkheid van Suri-name, niet behandeld te hebben omdat daar nauwelijks verschil van mening over was, maar in dat verband is het opmerkelijk dat de reactie op het lonken door Prins Bernhard naar steekpenningen van Lockheed wel uitgebreid wordt beschreven, hoewel daar-over binnen het kabinet toch juist geen conflict is geweest.

Paul Bordewijk bespreekt :

Pieter Bootsma en Willem Breedveld,

De Verbeelding aan de Macht- Het Kabinet-Den llyl 1973-1977, Den Haag: sou Uitgevers, 1999.

Bootsma en Breedveld zijn niet de eersten die een boek geschreven hebben over het Kabinet-Den Uyl, en ze zullen waarschijnlijk ook niet de laatsten zijn. Behan-delde Philip van Praag in Strategie en lllusie vooral het interne debat binnen de PvdA in die tijd, en han-delde lllusies van Den Uyl? met name over de beleidsprestaties van het kabinet, Bootsma en Breed-veld beschrijven vooral de ont-wikkelingen binnen het kabinet zelf, en richten zich daarom in de eerste plaats op die beleidsont-wikkelingen waarover conflicten zijn geweest. Daartoe hebben ze een uitgebreide documentenstu-die gepleegd, maar ook gesprek-ken gevoerd met veel betrokke-nen, waaronder alle nog levende ministers.

Bootsma en Breedveld presen-teren een vlot geschreven jom·na-listiek relaas, dat zich zeer plezie-rig laat lezen. Er worden ook aller-lei nieuwe onthullinkjes gedaan. Toch blijft de lezer met vragen achter, met name als het gaat om de beweegredenen van Den Uyl in die bewogen periode.

Details

Er waren nogal wat conflicten binnen het Kabinet-Den Uyl. Zoals oud-minister Cruyters het uitdrukte: 'Het was in dat kabinet elke week wel heisa.' De onder-werpen varieerden van de bijna vergeten discussie over de inpol-dering van de Dollard tot het door de PvdA-fractie onder leiding van Van Thijn naar voren gebrachte viertal hervormingsvoorstellen -over de grondpolitiek, de vermo-gensaanwasdeling, de selectieve investeringsregeling en de onder-nemingsraad- en van de oliecrisis tot de dreigende sluiting van Bloe-menhove.

De auteurs zeggen sommige

Vanuit mijn kennis als outsider heb ik weinig fouten kunnen ontdek-ken. Dat opp. 26 Boersma wordt aangeduid als de elfde PvdA-mi-nister, terwijl de PvdA maar zeven zetels in het kabinet bezette, moet waarschijnlijk freudiaans geduid worden. Het geeft aan hoe inder-tijd, toen Breedveld ambtelijk me-dewerker vanDen Uyl was, de mi-nisters van PPR en D '66 eenvou-dig bij die van de PvdA werden ge-teld. Zij namen ook deel aan het-zelfde bewindsliedenoverleg.

Sommige details hebben de krant gehaald, zoals het aanvanke-lijke besluit van Marcel van Dam, als staatssecretaris niet bij de be-sluitvorming over het Lockheed-schandaal betrokken, om af te tre-den omdat geen strafrechtelijk on-derzoek werd ingesteld. Hij heeft zich daarna door Den Uyl laten bepraten, en veel kritiek geoogst omdat hij meer dan twintig jaar

V d

'

c t I ~

(2)

tgen, zoals van Suri-te hebben s verschil 1aar in dat lijk dat de loor Prins Jenningen uitgebreid

:wel

daar-toch juist ld presen-~n journa-:er plezie-ook aller-s gedaan. et vragen t gaat om )en Uyl in rtsider heb 1 ontdek-ma wordt =>vdA-mi-taarzeven tte, moet .s geduid oe inder- telijkme-1s, demi- eenvou-:: rdenge-: aan het-~leg. bben de anvanke-·an Dam, ·ij de be- Jckheed-afte tre-telijk on-Hij heeft lyl Iaten geoogst ntig jaar

later alsnog zijn oorspronkelijke reactie naar buiten heeft gebracht. Maar ik vermag niet in te zien

waarom we dat achteraf niet

zou-den mogen weten.

Eerder lijkt het hoek mij voor

Vredeling geen aangename

lec-tuur. Wie leest hoe deze man tij-dens de Yom Kippur-oorlog, bui-ten het Kabinet en zijn coli ega van

Buitenlandse Zaken om, opdracht

gegeven heeft tot wapenleveran

-ties aan Israel, en later toen het

contract over de F 16's getekend

moest worden wegvluchtte in de drank, kan niet anders conclude-ren dat hij nooit minister had mogen worden, hoe sympathiek

hij vaak ook overkomt.

Waarschijnlijk kon hij aileen

overleven omdat in de gepolari -seerde sfeer van die dagen elke mi-nisterscrisis tot een kabinetscrisis kon leiden, en gezindheid belang-rijker was dan capabel functione-ren. Maar zijn grillig gedrag kan wei verklaren dat, ook al was hij minister van Defensie, hij niet werd opgenomen in de commissie

van vijf ministers die zich met de Lockheed-zaak bemoeide, terwijl het toch ging om aankopen van

militair materieel. Daar had ik meer over will en lezen.

Frustraties

Het boek handelt in hoofdzaak om

de vraag, hoe de verhouding

tus-sen de PvdA en de confessionelen

zich ontwikkelde. Het gaat

daarom ook diep in op de mislukte

vorming van het tweede

Kabinet-Den Uyl, waarover zo lang onder-handeld is dat men nog vaak het roorafgaande kabinet hoort aan-duiden als 'het eerste Kabinet

-Den Uyl'.

De auteurs gaan terug tot de

s &.o 9 2ooo

B 0 E K E N

toenemende frustratie bij de PvdA

over de kabinetten-Drees, en

daarna over de nacht van

Schmel-zer. Daarbij blijft overigens

onder-belicht blijft dat velen in de PvdA,

waaronder ook fractieleider

Ne-derhorst, maar uiteraard niet de ministers, die motie van

Schmel-zer wei een mooie gelegenheid

vonden om op een nette manier

van het Kabinet-Cals af te komen.

Die frustraties leidden tot de . door Marcel van Dam tegen de zin van partijleider Den Uyl

doorge-zette anti-KVP resolutie. Toen bij de verkiezingen van 197 2 de PvdA de grootste partij was geworden, kon pas een kabinet worden

ge-vormd nadat Den Uyl zich

gedeel-telijk onder de anti-KVP resolutie had uitgewurmd, maar aileen door K v P en A R P geen volwaar

-dige plaats te gunnen in het kabi-net. Daarvoor moest betaald wor

-den.

Vee! PvdA-leden benaderden het kabinet met groot wantrou

-wen, maar binnen het kabinet

ver-slechterden ook de verhoudingen.

Het is bekend dat op het laatst Den Uyl en Van Agt elkaar niet meer konden luchten of zien, al leed

hun samenwerking bij het

Lock-heed schandaal en de Molukse

gij-zelingen daar niet onder. Uit bet hoek blijkt ook dat Lubbers het met Den Uyl volkomen gehad

had, en hoe dan ook geen minister in een tweede Kabinet-Den Uyl

had willen worden.

Bootsma en Breedveld Iaten

zien, hoe binnen het linkse kamp

Den Uyl toch elke keer weer tot matiging oproept, maar op een of andere manier kreeg hij daar

on-voldoende waardering voor bij

zijn confessionele collega's.

Waar-schijnlijk heeft hij zich tegenover

hen te vee! solidair verklaard met

zijn achterban, terwijl mijn

erva-ring is dat juist begrip over en

weer voor de onredelijkheid van

elkaars achterban een belangrijk

bindmiddel in een coalitie kan zijn. Hier zal de te schrijven bio-grafie van Den Uyl nadere infor-matie over moeten geven.

Niet verrassend maar toch wei weer opmerkelijk is het om in het hoek bij degenen voor wie het Ka-binet-Den Uyl niet links genoeg was, niet aileen de namen van Hans Kombrink en Felix Rotten-berg aan te treffen, maar ook die

van Ed van Thijn en Wim Kok. En dan ontbreekt nog Stan Poppe, die het Kabinet-Den Uyl een

histori-sche vergissing noemde. Elke keer

weer was de kritiek, dat het kabi-net niet aileen maar op de winkel moet passen of puin moet ruimen

voor de kapitalisten, maar een

fundamentele wijziging in de machtsverhoudingen tot stand

moet brengen.

Zowel bij Kok als bij Van Thijn is het de vraag of ze echt meenden

wat ze zeiden, of aileen maar

dachten dit soort dingen te

moe-ten zeggen om hun eigen positie

niet in gevaar te brengen. In het laatste geval kan ik ze geen onge-lijk geven. In de door Bootsma en

Breedveld beschreven periode ben ik een paar jaar lid van de Par-tijraad geweest. De leden daar-van werden elk jaar opnieuw door de Gewestelijke Vergadering

ver-kozen, en daarbij moest je

aan-geven waarom je gekozen wilde

worden. Toen ik eind 1976 aangaf

er aan bij te willen dragen te voor-komen dat de PvdA nodeloos bui-ten de regering zou blijven, bleek

een herverkiezing er niet in te

(3)

De samenleving anno 1972 Terugkijkend moet je constateren dat de samenleving anno r 97 2, die het Kabinet-Den Uyl wilde ver-nieuwen, veel meer het karakter van een socialistische samenleving had dan de huidige. Veel minder dan nu regeerde het grote geld. Er was geen sprake van de exorbi-tante, volgens Wim Kok zelfs ex-hibitionistische zelfverrijking die vve tegenwoordig bij onderne-mers zien. Op de beurs viel weinig te verdienen, maar de tarieven voor de inkomstenbelasting waren veel progressiever.

Er was nog geen commerciële omroep, en hoewel de publieke omroep al wel reclame kende, be-schouwde men zich daar toch nog niet als rattenvangers die zoveel mogelijk kijkers moesten binden om die aan de adverteerder te kunnen verkopen. De reclame richtte zich ook nog meer op de inhoud van de producten, en niet op het manipuleren van de consu-ment door de associaties van het product met een bepaalde life-style. Ook in de sportwereld speelde het grote geld niet de rol van tegenwoordig. Niemand zou je geloofd hebben als je voorspeld had dat nog in de 2oste eeuw een voetbalclub naar de beurs zou gaan.

Nutsbedrijven, de PTT en de spoorwegen waren nog niet gepri-vatiseerd, maar bevonden zich nog in de veilige handen van de overheid. Het staatsbedrijf DS M werd ingezet om het wegvallen van werkgelegenheid in Zuid-Limburg door de mijnsluitingen te compenseren. Het staatsvermo-gen was positief: de bezittinstaatsvermo-gen overtroffen de staatschuld.

Het systeem van

woningwet-s &_n 9 2ooo

B O E K E N

bouw maakte dat bij stadsuitbrei-dingen bevlogen architecten die de gedachte van het Nieuwe Bou-wen waren toegedaan hun gang konden gaan, zonder dat zij zich wat gelegen hoefden te laten lig-gen aan de voorkeur van kleinbur-gerlijke woningzoekenden voor kneuterige eengezinswoningen met puntdaken.

Aan de universiteiten werden onderzoek en onderwijs nog ruimhartig gesteund, zodat derde-geldstroomonderzoek nog slechts een randverschijnsel was. De Wet Universitaire Bestuurs-hervorming gaf studenten en me-dewerkers een mate van zeggen-schap over de universiteit, die uniek was in de wereld. Wel werd er op de faciliteiten voor studen-ten reeds bezuinigd.

Er was ook nagenoeg volledige werkgelegenheid, terwijl voor de-genen die desondanks geen werk hadden de toegang tot het stelsel van sociale zekerheid heel wat ge-makkelijker was dan tegenwoor-dig. Bedelarij was dan ook een uit-stervend verschijnsel, en drugs-overlast bestond nog niet. Voet-balvandalisme was ook nog geen normaal verschijnsel, evenmin als uitgaansgeweld. Er was over de hele linie minder criminaliteit.

Natuurlijk, er was minder wel-vaart dan nu, en dat maakte het ook de moeite waard om te zorgen dat de welvaartsstijging zo veel mogelijk ten goede kwam aan de mensen met de laagste inkomens. Maar toch was in r 97 2 het kapita-lisme sterker beteugeld dan de PvdA- en zeker Kok- thans wen-selijk acht.

De behoefte aan maatschappe-lijke hervormingen kwam dan ook niet zozeer voort uit een nuchtere

analyse van het functioneren van de maatschappij, maar was een slap aftreksel van een romantisch verlangen naar de wereldrevolutie dat in die jaren opgang deed. In-tussen werd het belang dat er goed op de winkel werd gepast, en dat daarbij de goede keuzes werden gemaakt, sterk onderschat. Toch was het juist Den Uyl die daar in een poging om tegenwicht te bie-den tegen Nieuw Links in r 970 op gewezen had, in zijn fameuze arti-kel De smalle marges van democrati-sche politiek in dit blad.

Achteraf wordt juist de manier gewaardeerd waarop het kabinet op de winkel heeft gepast, tijdens de oliecrisis, het Lockheed schan-daal en de Molukse gijzelingen. Het financieringstekort liep wel op, maar het liep niet uit de hand, zoals later onder Van Agt.

Maatschappelijke hervormingen Daarentegen valt er over de po-gingen tot maatschappelijke her-vorming van het Kabinet weinig positiefs te melden. Er kwam niets terecht van de vier voorstellen die Van Thijn naar voren schoof, vooral ook omdat hij de realise-ring van die voorstellen presen-teerde als een overwinning van de PvdA op de confessionelen.

Toen hij later de vorming van de Postbank op één lijn stelde met die vier voorstellen, nam de weer-stand tegen de Postbank geweldig toe, en lukte het Duisenberg niet die aanvaard te krijgen. Achteraf blijkt de vorming van de Postbank zoals die uiteindelijk onder Lub-bers I heeft plaats gevonden, trou-wens vooral de eerste aanzet te zijn geweest tot een ontwikkeling van de Postgiro van een algemene nutsvoorziening tot een private

b: o: k di Cl B VI in V< ri V(

'"'

va 111 111 M

ge

bi st< en

ge

ce st< tir illl

(4)

.eren van was een man tisch revolutie :leed. In-Lter goed ;t, en dat : werden tat. Toch e daar in ht te bie-.I97oop :uze arti- lemocrati-e manier : kabinet t, tijdens :d schan-:elingen. liep wei de hand, uinaen ~ de po-jke her-t weinig am niets ellen die schoof, realise- presen-gvan de n . . gvande met die ~ weer-:eweldig erg niet \chteraf 'ostbank er Lub-n, trou-mzet te ikkeling gemene private

bank die op maatregelen zint

om onrendabele rekeninghouders

kwijt te raken.

Met vee! andere vernieuwingen

die onder Den Uyl zijn

gemtrodu-ceerd maar door Bootsma en

Breedveld niet worden

beschre-ven, zitten we intussen eveneens

in onze maag. Dat geldt niet aileen

voor de onafhankelijkheid van

Su-riname, maar ook voor de

stads-vernieuwing, waar het ideaal van

bouwen voor de buurt tot een

eenzijdige bevolkingsopbouw

heeft geleid. De wet A ROB luidde

de juridisering van het openbaar

bestuur in die thans door mensen

als Van Kemenade zo bestreden

wordt. En buiten een kleine kring

van onderwijszeloten moet

nie-mand nog wat hebben van Van Ke-menades eigen middenschool.

Met de door De Gaay Fortman

na-gestreefde reorganisatie van het

binnenlands bestuur is het nog

steeds tobben.

Eigenlijk was Duisenberg de

enige die succesvolle

hervormin-gen tot stand bracht. Die

introdu-ceerde de B v, waardoor vee!

zelf-standigen sindsdien minder

belas-ting beta! en. En hij introduceerde met de een-procentnorm ook het

s &_o 9 2ooo

BOEKEN

begrip collectieve uitgaven,

waar-mee echte overheidsuitgaven,

so-ciale uitkeringen en de gezond-heidszorg gezamenlijk aan een li-miet gebonden waren. Zonder dat

zou het Kok in I 99 I niet mogelijk

geweest zijn om voor te stellen

een tegenvaller in de rente op de

staatsschuld te compenseren met

lagere WAO-uitkeringen. Maar dit

waren niet bepaald de

hervormin-gen waarvoor de PvdA in het

kabi-net was gaan zitten.

Eerder deden die zich voor op lo-kaal niveau. Daar vond een omslag

plaats van industriele hoogbouw naar kleinschaliger bouwen, en van aanpassing van de binnenste-den aan het autoverkeer naar een

beleid dat het autogebruik

af-remde.

Geen tweede Kabinet-Den Uyl Onder een tweede Kabinet-Den Uyl zou het passen op de winkel

nog vee! belangrijker zijn

gewor-den, gelet op de economische

situatie. Hetis de vraag of

datkabi-net het er beter zou hebben afge-bracht dan het eerste Kabinet-Van Agt. Daarom is het opmerkelijk

dat Bootsma en Breedveld de

uit-eindelijke oorzaak van het niet

doorgaan niet leggen bij het

ge-dram van Van Thijn ofbij de onwil

van de partijraad, maar bij Den

Uyl zelf, op grond van een eerder

gepubliceerd interview van

Breedveld met Den Uyl kort

voordat deze ziek werd. Daarin

legde Den Uyl sterk de nadruk op

het slechte klimaat voor

maat-schappelijke hervormingen.

Hij leek toen zijn stelling uit I 970

te zijn vergeten, dat men pas een

mandaat verwerft voor

vernieu-wingen wanneer men eerst heeft Iaten zien goed op de winkel te kunnen passen. Ook dat maakt nieuwsgierig naar de biografie van

Den Uyl. Daaruit zou moeten blij-ken in hoeverre hier sprake is van een rechtvaardiging achteraf, dan

wel van een radicalisering in het

denken van Den Uyl tussen I970

en 197 8, doordat hij de verbale

concessies die hij aan de achterban

van de PvdA moest doen, geleide -lijk gemternaliseerd heeft. Maar de auteurs van die biografie treffen bij Bootsma en Breedveld

veel waardevol materiaal aan.

PAUL BORDEWIJK

Lid van de werkaroep Partijpolitieke

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast de basisregeling - die voor alle leden van minderheidsgroepen geldt - en de regeling van 55+ - welke slechts geldt voor personen die 5 jaar of langer in Nederland

de verkiezing van de nieuwe voorzitter overigens niet tot stand gekomen. Enkele afde- lingen van onze partij vonden met de kandidatuur van mr. Korthals Altes te

WW: Liever van onderwijs omdat ik daarin meer deskundig ben, maar kul- tuur, rekreatie en maatschappelijk werk is zeker zo boeiend. Je hebt an- derhalf jaar

Wij mogen niet spreken over socialisatie van de produktiemiddelen zonder rekening te houden met de veranderingen, die zich in onze maatschappelijke instellingen hebben

Maar in die wijk is geen politie en die agent die blijft vast in zijn eigen wijkje, die komt niet helemaal naar de andere kant van het water.. Ik ben daar nog niet eerder geweest,

De kunstenaar heeft dus een vierde kleur nodig en kiest ervoor om vlak nummer 5 geel te kleuren.. Het is mogelijk om de rest van het kunstwerk in te kleuren zonder een tweede keer

Als dit waar zou zijn, dan zouden we al- leen door die columns niet te schrijven, die films niet uit te zenden en die schilderijen niet te maken, het terrorismeprobleem of

Maar gaandeweg ontstonden er steeds meer irritaties bij de confessionelen, vooral omdat de minister- president bij het zoeken naar oplossingen meer partijpoliticus bleek