• No results found

Enthousiasme of angst? : de invloed van de regulatory focus en onzekerheid op specifieke emoties

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Enthousiasme of angst? : de invloed van de regulatory focus en onzekerheid op specifieke emoties"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Enthousiasme of Angst? De Invloed van de Regulatory focus en Onzekerheid op Specifieke Emoties

Jet Vries

Universiteit van Amsterdam

Bachelor these Sociale Psychologie Studentennummer: 10362991 Begeleid door Janina Marguc-Steck Inleverdatum: 5 juni 2016

(2)

Abstract

De invloed van een promotie of preventie focus en een onzekere ofwel zekere context op de emoties werd onderzocht bij een groep van 200 deelnemers. De Regulatory focus

onderscheidt twee verschillende focussen die de emoties van een individu beïnvloeden. In dit onderzoek werden deze twee motivaties als verklarend proces gegeven voor de verschillende emoties die voortvloeien uit onzekerheid. Er werd verwacht dat binnen een promotie focus onzekerheid leidt tot enthousiasme en zekerheid tot verveling. Verder werd verwacht dat binnen een preventie focus onzekerheid leidt tot angst en zekerheid tot kalmte. Dit werd onderzocht in een online onderzoek waarbij de focus en (on)zekerheid gemanipuleerd werden. Tegen verwachting in bleek er geen effect aanwezig te zijn van de regulatory focus en een onzekere ofwel zekere context op deze specifieke emoties. Er zijn echter een aantal potentiele redenen voor het uitblijven van dit effect die samen met suggesties voor vervolgonderzoek bediscussieerd worden.

(3)

Enthousiasme of Angst? De Invloed van de Regulatory focus en Onzekerheid op specifieke Emoties

Onzekerheid, het is een toestand die we allemaal kennen en komt op meerdere gebieden voor. Iedereen heeft zich wel eens onzeker gevoeld in zijn of haar leven, binnen relaties, over de ervaren emoties of over maatschappelijke kwesties. Toch lijken deze menselijke onzekerheden op iedereen een ander effect te hebben. Onzekerheid is voor

sommigen een avontuur en voor anderen een nachtmerrie. Het idee om met een oud campertje rond te trekken maakt velen enthousiast, terwijl er ook mensen zijn die de onvoorspelbaarheid van deze manier van rondreizen beangstigend vinden. Welke motivationele processen bepalen of mensen enthousiast of juist angstig reageren op deze onzekerheden? Er dient meer kennis te komen over de motivationele oriëntaties die ten grondslag liggen aan de verschillende emotionele reacties op onzekerheid. Hierdoor kunnen mensen wellicht beïnvloedt worden in de manier waarop ze op onzekerheid reageren. Idealiter kan er worden gezorgd dat mensen niet angstig maar enthousiast reageren op de dagelijkse onzekerheden. Specifiek werd er in dit onderzoek gekeken naar de manier waarop verschillende motivationele oriëntaties de

emotionele reacties op onzekerheid zouden beïnvloeden.

Onzekerheid; Negatieve én Positieve Effecten

Onzekerheid komt voort uit een tekort aan informatie over de omgeving, jezelf of anderen (Haas en Cunningham, 2014). Uit de huidige literatuur blijkt dat onzekerheid een negatief en positief effect kan hebben. Decennialang is er gefocust op de negatieve effecten van onzekerheid en werd er gesteld dat het tot zorgen leidt en stressvol is (Buhr & Dugas, 2002). Onzekerheid is dan ook een toestand die velen willen reduceren (Heine, Proulx &Vohs, 2006). Toch lijkt onzekerheid een bepaalde aantrekkingskracht met zich mee te brengen; mensen springen uit vliegtuigen, gaan backpacken en doen mee aan loterijen.

(4)

Wellicht wordt dit allemaal gedaan om die bepaalde onzekerheid op te zoeken. Onzekerheid verhoogt namelijk de intensiteit van emoties, dit maakt dat leuke gebeurtenissen als leuker worden ervaren (Bar-Anan, Wilson & Gilbert, 2009). Verder vindt men een ervaring het leukst als deze positief is, maar geassocieerd met een beetje onzekerheid (Wilson en Gilbert, 2005). Bovendien houden deze positieve emoties langer aan bij een onzekere gebeurtenis dan bij een zekere (Lee & Qiu, 2009). Hieruit blijkt dat onzekerheid ook positieve effecten teweeg kan brengen. Het blijkt dan ook kortzichtig om onzekerheid volledig als negatief te

bestempelen. Er kan worden gesteld dat onzekerheid een positieve én negatieve invloed heeft op de emoties van een individu.

Tot dusver is het onbekend in welke gevallen onzekerheid een positief of negatief effect heeft en wat het verklarende proces is. Haas en Cunningham (2014) stelden dat gevaar een mediërende rol heeft in de relatie tussen onzekerheid en een positieve ofwel negatieve uitkomst. Specifiek onderzochten zij het effect van gevaar en onzekerheid op politieke tolerantie, waarbij politieke tolerantie gezien werd als een positieve uitkomst. Hieruit bleek dat onzekerheid in een gevaarlijke situatie tot een lage politieke tolerantie leidde. De emotie angst kwam namelijk voort uit deze gevaarlijke situatie, waardoor onzekerheid een negatieve uitkomst had. Terwijl in een veilige situatie er geen angst optrad en onzekerheid leidde tot een hoge politieke tolerantie, een positieve uitkomst. Uit dit onderzoek blijkt dat onzekerheid tot positieve en negatieve uitkomsten kan leiden en dat dit gemedieerd kan worden door gevaar.

Gevaar is echter een specifieke situatie, er kan ook onzekerheid optreden zonder gevaar. Het is onbekend of er ook andere motivationele processen een rol spelen binnen de relatie van onzekerheid op positieve ofwel negatieve uitkomst. Bovendien is er weinig bekend over de verschillende emoties die voortkomen uit onzekerheid en wat het verklarende proces hiervoor is. Er ontbreekt kennis in de huidige literatuur die verklaart waarom onzekerheid tot verschillende emotionele reacties leidt. Waarom springen bij onzekerheid mensen soms een

(5)

gat in de lucht van enthousiasme en kruipen ze een andere keer weg in een hoekje van angst? In dit onderzoek werd er geprobeerd dit gat in de huidige literatuur op te vullen, waarbij specifiek de vraag werd gesteld hoe verschillende motivaties de positieve ofwel negatieve emotionele reacties op onzekerheid kunnen verklaren.

De regulatory focus theorie geeft wellicht een verklaring voor de invloed van onzekerheid op de verschillende emoties. De theorie stelt dat men zichzelf kan reguleren in een promotie of preventie focus (Higgens, 1997). Binnen een promotie focus is men gericht op het behalen van winst en binnen een preventie focus is men gericht op het vermijden van verlies. Verder is men gemotiveerd om te voldoen aan een aantal basisbehoeften die centraal staan in hun overleving (Molden, Lee& Higgings, 2008). In de huidige literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen de behoefte aan vooruitgang en de behoefte aan veiligheid. De behoefte aan vooruitgang is gericht op groei en ontwikkeling en de behoefte aan veiligheid is gericht op bescherming en beschutting (Molden et al., 2008). De behoefte aan vooruitgang bevat een promotie focus en de behoefte aan veiligheid bevat een preventie focus (Higgins, 1997). Iedereen bezit deze twee basisbehoeften, maar bepaalde omstandigheden zorgen ervoor dat de ene behoefte saillanter is dan de ander. Een promotie en preventie focus zijn ieder geassocieerd met unieke ervaringen en representaties, welk opgewekt en uitgelokt kunnen worden door de aandacht te brengen aan deze ervaringen. Dit zal ertoe leiden dat men handelt in een promotie of preventie focus (Molden et al., 2008). De regulatory focus speelt wellicht een rol in de invloed van onzekerheid op de verschillende emoties, dit zal hieronder verder worden toegelicht.

Er zijn aanwijzingen dat de regulatory focus theorie kan verklaren waarom

onzekerheid in het ene geval positief en in het andere geval negatief geïnterpreteerd wordt. Status quo is de neutrale toestand waarin iemand verkeert, deze wordt vaak aangeduid met ‘0’ (Scholer, Fujita, Zou Stroessner & Higgins, 2010). Onzekerheid is de potentiele beweging

(6)

van de status quo naar een andere uitkomst (Zou, Higgins & Scholer, 2014). Deze beweging kan leiden tot winst wat wordt aangeduid met ‘+1’ of verlies wat wordt aangeduid met ‘-1’ (Molden et al., 2008). De onzekerheid en beweging die het met zich mee brengt wordt echter verschillend geïnterpreteerd. Deze interpretatie is wellicht afhankelijk van de focus waarin iemand verkeert, wat hieronder verder zal worden toegelicht.

Binnen een promotie focus wordt er verwacht dat onzekerheid als positief

geïnterpreteerd zal worden. Onzekerheid brengt namelijk een potentiele beweging van de status quo naar een andere uitkomst met zich mee (Zou et al. 2014). Bij de promotie focus zal men verwachten dat deze beweging leidt tot winst (+1), omdat men sensitief is voor positieve veranderingen van de status quo. Verder wordt onzekerheid positief geïnterpreteerd omdat het de behoefte van vooruitgang bevredigt. Dit maakt dat men vooral gevoelig is voor het verschil tussen ‘0’ en ‘+1’, waarbij er geen verschil is tussen ‘-1’ en ‘0’ omdat beide de afwezigheid van winst betekenen (Scholer et al., 2010). In tegenstelling tot de promotie focus wordt binnen een preventie focus verwacht dat onzekerheid als negatief geïnterpreteerd wordt. Onzekerheid brengt namelijk een beweging van de status quo naar een andere uitkomst zich mee (Zou et al. 2014). Bij de preventie focus zal men verwachten dat deze beweging leidt tot verlies (-1), omdat men sensitief is voor negatieve veranderingen van de status quo.

Bovendien zal men onzekerheid als negatief interpreteren omdat ze hierdoor mogelijk onder de status quo vallen en dit de behoefte aan veiligheid bedreigt. Hierdoor is men vooral

gevoelig voor het verschil tussen ‘0’ en ‘-1’ en zijn ze minder gericht op het behalen van ‘+1’ (Scholer et al., 2010).

Hoe zou de regulatory focus theorie kunnen verklaren waarom onzekerheid tot verschillende emoties leidt? Om deze vraag te beantwoorden, is het relevant om te

onderscheiden wat succes en falen binnen een promotie of preventie focus betekenen en hoe afwijkingen van het status quo geïnterpreteerd kunnen worden.

(7)

Binnen een promotie focus betekent succes het behalen van winst (+1) en falen de afwezigheid van winst (0) (Molden et al., 2008). Er wordt verwacht dat de emotie

enthousiasme zal optreden bij een onzekere context. Onzekerheid kan het enthousiasme van een persoon namelijk een boost geven (Shen, Fishbach & Hsee 2015). Bovendien kan

onzekerheid leiden tot een potentiele winst (+1) en in een promotie focus zal men enthousiast worden van deze mogelijkheid tot winst (Scholer et al., 2010). Verder wordt binnen een promotie focus verwacht dat bij een zekere context de emotie verveling op zal treden. Binnen de promotie focus waardeert men het onverwachtse en risico dat onzekerheid met zich

meebrengt (Zou et al., 2010). Bij zekerheid gaat de waardering van het onverwachte echter verloren en zal verveling optreden (Brissett, 1993). Bovendien zal men bij zekerheid bij de status quo blijven terwijl men in een promotie focus juist de behoefte aan vooruitgang heeft.

Binnen de preventie focus betekent succes de afwezigheid van verlies (0) en falen de aanwezigheid van verlies (-1) (Molden et al., 2008). Er wordt verwacht dat de emotie angst zal optreden bij een onzekere context. Onzekerheid kan namelijk tot een potentieel verlies (-1) leiden en bij de aanwezigheid van verlies zal er volgens de regulatory focus theorie de emotie angst optreden (Molden et al., 2008). Door de sensitiviteit voor negatieve veranderingen van de status quo is men bang dat verlies (-1) op zal treden en anticiperen mensen op deze angst (Scholer et al., 2010). Verder wordt binnen een preventie focus verwacht dat bij een zekere context de emotie kalmte op zal treden. Bij zekerheid zal er geen beweging naar een

mogelijke negatieve uitkomst optreden en kan de status quo behouden worden. Hierdoor zal er ook geen verlies optreden en door deze afwezigheid van verlies zal er volgens de

regulatory focus theorie de emotie kalmte optreden (Molden et al., 2008).

Vervolgens verschillen deze emoties ook in de mate van intensiteit. Onzekerheid leidt namelijk tot meer fysische opwinding dan zekerheid en de transferred excitation theorie stelt dat opwinding de intensiteit van emoties verhoogt (Lee & Qiu, 2009). Dit betekent dat

(8)

onzekerheid tot intensere emoties leidt. De positieve emoties zullen in de promotie focus (enthousiasme) intenser zijn dan in de preventie focus (kalmte). Verder zullen de negatieve emoties intenser zijn in de preventie focus (angst) dan in de promotie focus (verveling)

(Molden et al., 2008). Deze evidentie suggereert dat de verschillende motivationele oriëntaties (promotie versus preventie) bij onzekerheid leiden tot verschillende emoties.

Echter ontbreekt er in de huidige literatuur een studie die de invloed van de regulatory focus en onzekerheid op de specifieke emoties onderzocht heeft. De vraag rest of de

regulatory focus de verschillende emotionele reacties op onzekerheid kan verklaren en beïnvloeden. Er dient onderzoek uitgevoerd te worden om deze vraag te kunnen

beantwoorden. Dit zal verder onderzocht worden in dit onderzoek, hierbij wordt de regulatory focus (promotie of preventie) en (on)zekerheid gemanipuleerd.

Aan de hand van de regulatory focus theorie zijn de volgende hypothesen opgesteld. Er wordt algemeen verwacht, dat het effect van onzekerheid versus zekerheid op de emotie afhankelijk is van de regulatory focus. Specifiek wordt er voorspeld dat binnen een promotie (versus preventie) focus a) een onzekere context leidt tot enthousiasme en b) een zekere context leidt tot verveling. Verder wordt er voorspelt dat binnen een preventie (versus promotie) focus c) een onzekere context leidt tot angst en d) een zekere context leidt tot kalmte.

Methode Deelnemers

233 deelnemers, met een leeftijd van 16 tot 68 jaar deden mee aan het onderzoek, waarvan er 33 uitgesloten werden. Vier deelnemers werden uitgesloten omdat hun

nationaliteit en/of moedertaal niet Nederlands was. Dit uitsluitingscriteria werd gehanteerd omdat er een mogelijkheid bestond dat ze de onderzoeksvragen onjuist interpreteerden. Verder werden drie deelnemers uitgesloten omdat zij over kennis van de Chinese taal

(9)

beschikten. Dit zou wellicht tot problemen leiden in de beoordeling van de Chinese tekens bij de emotie meting. Daarnaast werden zes deelnemers uitgesloten omdat zij wisten wat de hypothese van het onderzoek was. Ten slotte hadden 20 deelnemers het onderzoek

onvoldoende ingevuld; in minder dan vijf minuten gemaakt, niet alle vragen beantwoord en/of niet afgemaakt. Uiteindelijk werden 200 deelnemers meegenomen in de analyses waarvan 138 vrouwen en 62 mannen. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 23.81 jaar, met een standaard deviatie van 9.88. Het onderzoek bestond uit een online vragenlijst, die de

deelnemers thuis konden maken en ongeveer 30 minuten duurde. Psychologie studenten aan de Universiteit van Amsterdam kregen 0.5 proefpersoon punt ter vergoeding. Verder

ontvingen de deelnemers die geen psychologie studeerden geen beloning. Materialen

De regulatory focus (promotie versus preventie) werd gemanipuleerd door een licht aangepaste versie van een al bestaande taak (Freitas & Higgens, 2002), die de aandacht brengt aan idealen ofwel verplichtingen (zie ook Molden et al., 2008). Specifiek beschreven de deelnemers in de promotie groep drie aspiraties en wensen die zij op dat moment hadden. Terwijl deelnemers in de preventie groep drie verantwoordelijkheden en verplichtingen beschreven. Deze test is gekozen omdat er uit verschillend eerder onderzoek naar voren is gekomen dat het een goede manipulatie van de regulatory focus bleek te zijn (Higgins, Roney, Crowe & Hymes, 1994).

Daarnaast werd de context van (on)zekerheid gemanipuleerd door een scrambled sentence taak (Srull & Wyer, 1997). Deze was gebaseerd op zinnen die Glaser, Lewandowski en Düsing (2015) in een experiment over onzekerheid hebben gebruikt. Specifiek werden de deelnemers gevraagd om woorden in een goede volgorde te plaatsen om zo een kloppende zin te vormen. Deze test bestaat uit 18 items, waarvan 8 neutrale en 10 onzekere ofwel zekere items. Een voorbeeld van een zekerheid item is “wel; het; ik; weet” die zo snel mogelijk door

(10)

de deelnemer omgezet moest worden in de correcte zin “ik; weet; het; wel”. Er is gekozen voor de scrambled sentence taak omdat dit een impliciete manipulatie is en de deelnemers hierdoor minder bewust raakten van het onzekerheid thema en de algemene hypothese die onderzocht werd (Srull & Wyer, 1997).

Verder werden de emoties gemeten door een combinatie van de Implicit Positive and Negative Affect Test (IPANAT; Quirin, Kazén & Kuhl, 2009) en de affect misattribution procedure (Payne, Cheng, Govorun & Stewart, 2005). De IPANAT meet de emoties door deelnemers non-woorden te laten beoordelen (Quirin et al., 2009). Bij deze vragenlijst werden de non-woorden vervangen door Chinese tekens (zie ook Payne et al., 2005). Deelnemers moesten aangeven in hoeverre ze elk emotiewoord bij het Chinese teken vonden passen. Er waren vijf Chinese tekens die telkens door vijf verschillende emotiewoorden beoordeelt konden worden. Dit werd gedaan op een vierpunts Likertschaal, variërend van 1 (past totaal niet) tot 4 (past heel goed). Er is gekozen om meerdere emotiewoorden te testen per emotie. Dit is gedaan omdat één emotiewoord wellicht te specifiek is en de emotie beter gevangen kon worden met meerdere emotiewoorden. Gebaseerd op Watson en Tellegen (1985) is er gekozen voor drie emotiewoorden per emotiegroep en drie valentie neutrale woorden

(gespannen, opgewonden en prikkelend). De emotiewoorden per groep waren: nieuwsgierig, geïnteresseerd en enthousiast (enthousiasme); verveeld, traag en afgestompt (verveling); angstig, verontrust en bang (angst); en kalm, relaxed en rustig (kalmte). Deze vragenlijst is gekozen omdat het op een impliciete manier de emotie van het individu meet. Een impliciete meting is gunstiger dan een expliciete meting omdat de deelnemers minder snel weten welk construct er gemeten wordt (Campbell, 1950).

Procedure

Na goedkeuring van de ethische commissie werd het onlineonderzoek geplaatst op de website van de Universiteit van Amsterdam, om psychologie studenten te werven. Op deze

(11)

site werd vermeld dat het onderzoek over Chinese taalbegrip en persoonlijke doelen ging. Het werkelijke onderzoeksdoel werd echter niet vermeld. De andere deelnemers werden online geworven via persoonlijke Facebook profielen.

Alle deelnemers moesten eerst middels informed consent toestemming geven aan het onderzoek. Ze werden gevraagd om het onderzoek in een rustige ruimte, zonder afleiding en mobiele telefoon te maken. Allereerst werd de regulatory focus gemanipuleerd en vervolgens de context van (on)zekerheid. Hierna werden de specifieke emoties gemeten. Vervolgens werd er gecheckt of de twee manipulaties geslaagd waren. Bij de regulatory focus

manipulatiecheck moesten de deelnemers op een schaal aangeven in hoeverre ze dachten dat het onderzoek over verplichtingen en/of idealen ging. Bij de (on)zekerheid manipulatiecheck moesten de deelnemers aangeven in hoeverre ze dachten dat het thema zekerheid ofwel onzekerheid betrof. Vervolgens werd er gevraagd hoe serieus de deelnemers waren bij het beantwoorden van de vragen. Verder werden de demografische kenmerken van de deelnemers gevraagd, zoals leeftijd, geslacht en nationaliteit. Ten slotte ontving iedereen een debriefing omtrent het doel van het onderzoek en werden ze bedankt voor hun deelname.

Resultaten

Er waren 33 deelnemers die niet voldeden aan de onderzoekeisen en uitgesloten werden. De overgebleven 200 deelnemers werden meegenomen in de analyses. Voor elk van de vier emotiegroepen werd een Factoriele ANOVA uitgevoerd.

Om te toetsen of de groepen verschillen op de variabele sekse is er een Pearson Chi square uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat de groepen niet significant van elkaar verschilden op de variabele sekse, χ2(3) = 4.29, p = .232. Daarnaast is er een ANOVA uitgevoerd om te kijken of de groepen verschillen in leeftijd. Hieruit kwam naar voren dat de groepen niet significant van elkaar verschilden op de variabele leeftijd, F(1, 196) < 1, p = .759.

(12)

Manipulatiecheck. Er werd een univariate ANOVA uitgevoerd om te checken of de manipulaties geslaagd zijn. Het effect van de promotie focus was significant (F(1, 196) = 1378.97 p < .001), naar verwachting scoorden de deelnemers in de promotie groep (M = 4.81, SD = .49) hoger op promotie dan deelnemers in de preventie groep (M = 1.41, SD = .77). Verder was het effect van de preventie focus significant (F(1, 196) = 687.24, p < .001), naar verwachting scoorden de deelnemers in de preventie groep (M = 4.90, SD = .36) hoger op preventie dan deelnemers in de promotie groep (M = 1.59, SD = 1.22). Bovendien was het effect van (on)zekerheid significant (F(1, 196) = 136.27, p < .001), naar verwachting scoorden de deelnemers in de onzekerheid groep (M = 14.61, SD = 28.48) hoger op onzekerheid dan deelnemers in de zekerheid groep (M = -28.96, SD = 23.90).

Bij de hoofdanalyse werd er als eerste getoetst of er een effect was van de factoren (on)zekerheid en de regulatory focus op de variabele enthousiasme. De betrouwbaarheid van de emotiegroep enthousiasme, nieuwsgierig en geïnteresseerd was laag, α = .34. De Cronbach alpha is echter afhankelijk van het aantal items van een schaal en bij minder dat tien items zal de betrouwbaarheid automatische laag zijn (Briggs & Cheek (1986). Er is in dit geval geen actie ondernomen omdat de lage cronbach alpha waarschijnlijk te wijten was aan de schaarse emotiewoorden die in de emotiegroep zaten. Verder werd er voor deze toets voldaan aan de assumptie van normaliteit. Echter werd er niet voldaan aan de assumptie van homogeniteit (F(3, 196) = 3.23, p = .024), de varianties verschilden van elkaar. Er is geen actie

ondernomen omdat de groepsgroottes gelijk waren en er een ANOVA uitgevoerd is, welk robuust is voor deze schending (Field, 2013). Er trad geen interactie effect op tussen

(on)zekerheid en de regulatory focus, F(1, 196) < 1, p = .707. Verder was er geen significant hoofdeffect van (on)zekerheid, F(1, 196) < 1, p = .405. Bovendien bleek dat er geen

significant hoofdeffect was van de regulatory focus, F(1, 196) < 1, p = .556. Deze resultaten zijn niet in lijn met de vooraf opgestelde verwachtingen over de emotiegroep enthousiasme.

(13)

Vervolgens werd er getoetst of er een effect was van de factoren (on)zekerheid en de regulatory focus op de variabele verveling. De betrouwbaarheid voor de emotiegroep verveling, traag en afgestompt is laag, α = 49. Bovendien bleek uit de Q-Q plot dat er niet voldaan werd aan de assumptie van normaliteit, de emotiegroep verveling was niet normaal verdeeld. Er is echter geen actie ondernomen omdat de steekproefgrootte voldoende was waardoor de schending van normaliteit waarschijnlijk geen invloed had (Field, 2013). Verder werd er voldaan aan de assumptie van homogeniteit. Er trad geen interactie op tussen

(on)zekerheid en de regulatory focus, F(1, 196) < 1, p = .602. Verder was er geen significant hoofdeffect van (on)zekerheid op de emotiegroep verveling, F(1, 196) < 1, p = .975.

Bovendien bleek dat er geen significant hoofdeffect was van de regulatory focus op de emotiegroep verveling, F(1, 196) < 1, p = .401. Deze resultaten zijn niet in lijn met de vooraf opgestelde verwachtingen over de emotiegroep verveling.

Daarnaast werd er getoetst of er een effect was van de factoren (on)zekerheid en de regulatory focus op de variabele angst. De betrouwbaarheid voor de emotiegroep angstig, verontrust en bang is laag, α = .49. Verder werd er voor deze toets voldaan aan de assumpties van normaliteit en homogeniteit. Er trad geen interactie op tussen (on)zekerheid en de

regulatory focus, F(1, 196) < 1, p = .417. Verder was er geen significant hoofdeffect van (on)zekerheid op de emotiegroep angst, F(1, 196) < 1, p = .855. Bovendien bleek dat er geen significant hoofdeffect was van de regulatory focus op de emotiegroep angst, F(1, 196) < 1, p = .786. Deze resultaten zijn niet in lijn met de vooraf opgestelde verwachtingen over de emotiegroep angst.

Ten slotte werd er getoetst of er een effect was van de factoren (on)zekerheid en de regulatory focus op de variabele kalmte. De betrouwbaarheid voor de emotiegroep kalm, relaxed en rustig is laag, α = .29. Verder werd er voor deze toets voldaan aan de assumpties van normaliteit en homogeniteit. Er trad geen interactie op tussen (on)zekerheid en de

(14)

regulatory focus, F(1, 196) < 1, p = .344. Verder was er geen significant hoofdeffect van (on)zekerheid op de emotiegroep kalmte, F(1, 196) < 1, p = .444). Bovendien bleek dat er geen significant hoofdeffect was van de regulatory focus op de emotiegroep kalmte, F(1, 196) < 1, p = .961. Deze resultaten zijn niet in lijn met de vooraf opgestelde verwachtingen over de emotiegroep kalmte.

Discussie

In dit onderzoek werd de invloed van onzekerheid en de regulatory focus op specifieke emoties onderzocht. Er werden echter geen effecten gevonden van zowel onzekerheid als de regulatory focus op de emotie van een individu. De vooraf opgestelde hypothesen werden niet ondersteund. Binnen een promotie focus leidde a) een onzekere context niet tot enthousiasme en b) een zekere context niet tot verveling. Daarnaast leidde binnen een preventie focus c) een onzekere context niet tot angst en d) een zekere context niet tot kalmte.

Deze resultaten suggereren dat de regulatory focus geen verklaring geeft voor de verschillenden emotionele reacties die voortkomen uit onzekerheid. Er zijn echter een aantal poteniele redenen voor het uitblijven van dit effect, die samen met de suggesties voor vervolg onderzoek besproken worden.

Allereerst zou de emotie meting door middel van de IPANAT (Quirin et al., 2009), met Chinese tekens zie Payne et al. (2005) een rol gespeeld kunnen hebben. Er kan namelijk betwijfeld worden of, in deze onderzoeksopzetting, de meting voldoende impliciet was om de emotie te meten. De deelnemers konden zelf bepalen hoe lang ze deden over het beoordelen van de Chinese tekens, er was geen tijdslimiet ingesteld. Hier is voor gekozen omdat het onderzoek online was en er niet gecontroleerd kon worden of deelnemers afgeleid waren tijdens het tonen van de Chinese tekens. Dit heeft er echter voor gezorgd dat men genoeg tijd had om bewust te beredeneren hoe ze een Chinees teken gingen beoordelen, om zo wellicht

(15)

meer logica en betekenis te geven aan de redelijk abstracte taak. Dit is problematisch omdat het er wellicht voor gezorgd heeft dat de eerste indruk van het teken op de achtergrond viel. Terwijl juist deze eerste indruk op een impliciete manier de emotie van een individu zou moeten weerspiegelen (Quirin et al., 2009). Het is in vervolgonderzoek raadzaam om het onderzoek in een gecontroleerde omgeving uit te voeren. De tekens kunnen dan van korte duur getoond kunnen worden, waardoor men af gaat op de eerste indruk en de meting meer impliciet zal zijn. Er kan echter ook gekozen worden voor een expliciete meting, zoals de Brief Mood Introspecction Scale (BMIS) (Mayer & Gaschke, 1988). Deze meting is wat praktischer en wellicht wat gemakkelijker te maken voor de deelnemers.

Een volgend punt ter discussie is de betrouwbaarheid van de emotiegroepen. De Cronbach aplha van de vier emotiegroepen enthousiasme, verveling, angst en kalmte waren laag. Dit betekent dat de drie emotiewoorden binnen een emotiegroep onvoldoende onderling correleren en samen geen schaal vormden. Dit zou er wellicht voor gezorgd hebben dat de emotiewoorden niet dezelfde emotie meten en de test geen representatieve meting was voor de emotie van een individu. Dit is problematisch omdat dit wellicht voor een vertekening van de data geleid heeft. Een suggestie voor vervolgonderzoek is dan ook om eerst de

betrouwbaarheid van de emotiegroepen te testen. Er dient een pilot studie uitgevoerd te worden om zo te onderzoeken welke emotiewoorden beter met elkaar correleren. Bovendien is het raadzaam om minstens tien emotiewoorden per emotiegroep te gebruiken. In dit geval waren er drie emotiewoorden per groep, wat resulteert in een lage Cronbach alpha (Briggs & Cheek (1986).

Een laatste punt ter discussie betreft de manipulatie van (on)zekerheid. Bij de

manipulatiecheck moesten de deelnemers op een schaal aangeven in hoeverre zij dachten dat het onderzoek over zekerheid (-50 ) ofwel onzekerheid (+50) ging. Uit de resultaten bleek dat de deelnemers in de zekerheid groep twee keer zoveel zekerheid rapporteerden als de

(16)

deelnemers in de onzekerheid groep onzekerheid rapporteerden. Dit kan komen doordat er ook neutrale zinnen gebruikt zijn, om zo de nadruk niet te leggen op het (on)zekerheid thema. Echter zijn deze neutrale zinnen erg stellig, waarvan drie neutrale zinnen (bananen zijn geel) feiten zijn, en kunnen als zekerheid geïnterpreteerd worden. Dit is relevant omdat deelnemers wellicht meer zeker dan onzeker waren, wat zou kunnen resulteren in een vertekening van de data. Bovendien was de (on)zekerheid manipulatiecheck niet optimaal. Er werd namelijk niet gemeten of de deelnemers zich daadwerkelijk zeker of onzeker voelden op dat moment. Hierdoor kan er niet nagegaan worden of de manipulatie van (on)zekerheid gelukt is en is het onduidelijk of de deelnemers voldoende gemanipuleerd zijn richting een onzekere of een zekere context. Het kan in vervolgonderzoek raadzaam zijn om een baseline toe te voegen, die vooraf aan het onderzoek meet hoe onzeker of zeker men is en na de manipulatie meet of er een verandering van (on)zekerheid heeft plaatsgevonden. Bovendien is het van belang om feiten te vermijden bij de neutrale zinnen. Zo is de zin ‘hij loopt door de straat’ al minder stellig dan ‘bananen zijn geel’.

De vraag of de regulatory focus de verschillende emoties die voortkomen uit onzekerheid kan verklaren kan nog niet beantwoord worden. Uit dit onderzoek bleek dat binnen een promotie focus mensen met een onzekere context niet enthousiast waren en mensen met een onzekere context niet verveeld. Verder bleek dat binnen een preventie focus mensen met een onzekere context niet angstig waren en mensen met een zekere context niet kalm. Dit onderzoek suggereert dat de regulatory focus gecombineerd met onzekerheid geen effect heeft op de specifieke emoties van een individu. Dit was echter een exploratief

onderzoek, in de huidige literatuur ontbrak een studie die de regulatory focus combineert met onzekerheid. Dit is een stap in de goede richting om de menselijke onzekerheden beter te begrijpen en wellicht wordt er wel een effect gevonden als de suggesties voor

(17)

leven staat vast, maar een promotie of preventie focus kan afgewisseld en uitgelokt worden (Molden et al., 2008). Meer kennis over de regulatory focus waar men in verkeert kan ervoor zorgen dat deze menselijke onzekerheden leiden tot enthousiasme in plaats van angst.

(18)

Referenties

Bar-Anan, Y., Wilson, T. D., & Gilbert, D. T. (2009). The feeling of uncertainty intensifies affective reactions. Emotion, 9(1), 123-127. doi: 10.1037/a0014607

. Briggs, S. R., & Cheek, J. M. (1986). The role of factor analysis in the development and evaluation of personality scales. Journal of Personality, 54(1), 106–148. 


Buhr, K., & Dugas, M. J. (2002). The intolerance of uncertainty scale: Psychometric

properties of the English version. Behaviour Research and Therapy, 40(8), 931-945. Campbell, D. T. (1950). The indirect assessment of social attitudes. Psychological Bulletin,

47(1), 15-38.

Field, A. (2013). Discovering statistics using IBM SPSS statistics (4th Eds.). Sage.

Glaser, T., Lewandowski, J., & Düsing, J. (2015). The long and winding road to uncertainty: The link between spatial distance and feelings of uncertainty. PloS one, 10(3), 1-14. doi: 10.1371/journal.pone.0119108

Haas, I. J., & Cunningham, W. A. (2014). The uncertainty paradox: Perceived threat

moderates the effect of uncertainty on political tolerance. Political Psychology, 35(2), 291-302. doi: 10.1111/pops.12035

Heine, S. J., Proulx, T., & Vohs, K. D. (2006). The meaning maintenance model: On the coherence of social motivations. Personality and Social Psychology Review, 10(2), 88-110.

Higgins, E. T. (1997). Beyond pleasure and pain. American Psychologist, 52(12), 1280-1300. Higgins, E. T., Roney, C. J., Crowe, E., & Hymes, C. (1994). Ideal versus ought predilections

for approach and avoidance distinct self-regulatory systems. Journal of personality and social psychology, 66(2), 276-286.

Kahneman, D., & Tversky, A. (1979). Prospect theory: An analysis of decision under risk. Econometrica: Journal of the Econometric Society, 47(2), 263-291.

(19)

Lee, Y. H., & Qiu, C. (2009). When uncertainty brings pleasure: The role of prospect imageability and mental imagery. Journal of Consumer Research, 36(4), 624-633. Mayer, J. D., & Gaschke, Y. N. (1988). The experience and metaexperience of mood. Journal

of Personality and Social Psychology, 55(1), 102-111.

Molden, D. C., Lee, A. Y., & Higgins, E. T. (2008). Motivations for promotion and prevention. Handbook of Motivation science, 169-187.

Payne, B. K., Cheng, C. M., Govorun, O., & Stewart, B. D. (2005). An inkblot for attitudes: affect misattribution as implicit measurement. Journal of Personality and Social psychology, 89(3), 277-293. doi: 10.1037/0022-3514.89.3.277

Quirin, M., Kazén, M., & Kuhl, J. (2009). When nonsense sounds happy or helpless: The Implicit Positive and Negative Affect Test (IPANAT). Journal of Personality and Social Psychology, 97(3), 500-516. doi: 10.1037/a0016063

Shen, L., Fishbach, A., & Hsee, C. K. (2015). The Motivating-Uncertainty Effect: uncertainty increases resource investment in the process of reward pursuit. Journal of Consumer Research, 41(5), 1301-1315. doi: 10.1086/679418

Watson, D., & Tellegen, A. (1985). Toward a consensual structure of mood. Psychological Bulletin, 98(2), 219-235.

Wilson, T. D., Centerbar, D. B., Kermer, D. A., & Gilbert, D. T. (2005). The pleasures of uncertainty: Prolonging positive moods in ways people do not anticipate. Journal of Personality and Social Psychology, 88(1), 5-21.doi: 10.1037/0022-3514.88.1.5 Freitas, A.L., & Higgins, E. T. (2002). Enjoying goal-directed action: The role of regulatory

fit. Psychological Science, 13(1), 1-6.

Scholer, A. A., Zou, X., Fujita, K., Stroessner, S. J., & Higgins, E. T. (2010). When risk seeking becomes a motivational necessity. Journal of Personality and Social Psychology, 99(2), 215-231. doi: 10.1037/a0019715

(20)

Srull, T. K., & Wyer, R. S., Jr. (1979). The role of category accessibility in the interpretation of information about persons: Some determinants and implications. Journal of

Personality and Social Psychology, 37(10), 1660–1672.

Zou, X., Scholer, A. A., & Higgins, E. T. (2014). In pursuit of progress: promotion motivation and risk preference in the domain of gains. Journal of Personality and Social Psychology, 106(2), 183-201. doi: 10.1037/a0035391

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

© Bureau Zuidema, Emiel Müller 27 Hypothese 7: Bij deelnemers met een a priori hoge mate van algemene self efficacy zal de a posteriori werktevredenheid in meerdere mate toenemen

Hypothesis 3: The positive relationship between leader chronic promotion focus and promotion focused leadership will be stronger when employee promotive voice is high, rather

These results were expected and in line with previous research (e.g. A promotion focus, a promotion focus cue or a perceived leadership promotion focus may enhance creative

The titles of the managers of social media, situated within the cellular service provider brands, include terms such as senior public media relations manager, executive head of

verkregen in de spontane ontwikkelingen in bossen wanneer er geen menselijke ingrepen meer plaats- vinden. Tot nu toe is aan het aspect begrazing nauwelijks aandacht besteed.

Echter speelt bij veel mensen onzekerheid in zijn algemeen een rol in de verhuismotieven en niet slechts onzekerheid over het goed oud kunnen worden.. Onzekerheid

De resultaten van dit onderzoek tonen deze relatie niet aan, er is geen verband gevonden tussen de verhouding medici ten opzichte van het totale personeel in relatie met de mate

Beide partijen zijn van dezelfde onjuiste berekening uitgegaan (wederzijdse dwaling). De installatie die op stapel staat, is daardoor voor B nutteloos geworden. A