• No results found

Prof. C.J. van Eijk (1923-2016): Inspirator, leermeester, promotor: Een persoonlijke herinnering - Prof CJ van Eijk (1923 - 2016) inspirator, leermeester, promotor Erasmus Unive

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Prof. C.J. van Eijk (1923-2016): Inspirator, leermeester, promotor: Een persoonlijke herinnering - Prof CJ van Eijk (1923 - 2016) inspirator, leermeester, promotor Erasmus Unive"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Prof. C.J. van Eijk (1923-2016): Inspirator, leermeester, promotor

Een persoonlijke herinnering

Hartog, J.

Publication date 2016

Document Version Final published version

Link to publication

Citation for published version (APA):

Hartog, J. (Author). (2016). Prof. C.J. van Eijk (1923-2016): Inspirator, leermeester, promotor: Een persoonlijke herinnering. Web publication/site, Erasmus. https://www.eur.nl/en/news/prof-cj-van-eijk-1923-2016-inspirator-leermeester-promotor

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

Prof C.J. van Eijk (1923 - 2016): inspirator, leermeester, promotor | Erasmus University Rotterdam

News overview Prof C.J. van Eijk (1923 - 2016): inspirator, leermeeser, promotor

Friday, 20 May 2016 General

Prof C.J. van Eijk (1923 - 2016): inspirator,

leermeeser, promotor

Een persoonlijke herinnering

Prof C.J. van Eijk (1923 - 2016): inspirator, leermeeser, promotor

Een persoonlijke herinnering Joop Hartog[1]

Toen ik In 1964 aankwam voor mijn sudie aan de NEH, op de

Pieter de Hoochweg, was C. J. van Eijk daar een jaar eerder aangeseld als hoogleraar. In 1965 begon ik aan het kandidaatsprogramma, met de verplichte vakken micro, macro,

bedrijfshuishoudkunde, recht, economische geschiedenis en economische aardrijkskunde (wat je nu ruimtelijke economie zou noemen). Ik was meteen geboeid door de heldere, sysematische colleges macro economie van professor Van Eijk. Ik denk dat ik direct het besef had dat mij een fexibel insrumentarium werd geboden voor het analyseren van economische problemen, en in de doctoraalfase werd Macro mijn hoofdvak (“werkcollege,” zoals dat toen werd genoemd). Economische modellen bleken bouwsenen voor analyse, sructuren die je in elkaar kon zetten voor het probleem dat je te lijf wilde. Er werden geen leersellingen als waarheden geponeerd, maar hulpmiddelen aangereikt om een weerbarsige werkelijkheid te doorgronden. Van Eijk maakte niet zijn eigen modellen maar bracht zijn ervaring bij modellenbouwer CPB mee, uiteraard in combinatie met zijn kennis van de literatuur. Later, in het doctoraal keuzevak Regionaal en Sociaal-Economisch Onderzoek legde professor Klaassen zijn werk als directeur van het NEI op de toonbank. Hij maakte me nog duidelijker dat economische analyse een creatief proces is: binnen de basisprincipes van economische theorie kun je zelf je eigen modellen

(3)

Prof C.J. van Eijk (1923 - 2016): inspirator, leermeester, promotor | Erasmus University Rotterdam

economisch onderzoek werd: de soepele fexibiliteit die de zwierige Klaassen demonsreerde en de diepgravende srenge zorgvuldigheid die de secure Van Eijk daar aan toevoegde. Op welke verondersellingen was een model gebaseerd, welke assumpties zaten er impliciet verscholen achter, was het een consisent geheel, welke implicaties had het model en spoorden die wel met de empirie? In zijn doctoraal werkcollege, twee jaar lang één keer per week, werden we daar grondig over onderhouden. Scherpe vragen selde hij ons, alles met het doel om transparantie te verschafen. Zagen we wel wat daar eigenlijk sond, begrepen we wel waar het vandaan kwam? Konden we waarmaken, motiveren, overeind houden wat we schreven in onze werksukken? “Kom broeders“ sprak hij dan (zusers waren er lange tijd niet op onze colleges), “hoe zit dat nou precies?”

In 1972 werd hij mijn promotor, in een totaal andere sructuur dan nu gebruikelijk is. Eigenlijk zonder sructuur. Ik werd wetenschappelijk medewerker op een onderzoeksproject, met een reguliere aanselling en een regulier salaris, en werd geacht een proefschrift te schrijven. Dat heb ik gedaan in volsrekte vrijheid, in een beschermde positie en met goede begeleiding. Ik bedacht onderzoeksplannen en beschreef de resultaten en kreeg op beide scherpzinnig commentaar. In mijn diensverband was de promotie geen cesuur of drempel, ik bleef daarna gewoon in diens en heb zo 10 jaar onder leiding van Van Eijk aan NEH en EUR gewerkt. Met buitengewoon

genoegen.

Ik vermoed dat mijn ervaring indicatief is voor de ervaring van anderen. Van Eijk was zeer toegewijd aan het onderwijs. Colleges werden zorgvuldig en intensief voorbereid en hij hield de literatuur bij door de nieuwse ontwikkelingen intensief met zijn doctoraal sudenten te

besuderen. Hij was er trots op dat later succesvolle economen als Jaap van Duijn, Sweder van Wijnbergen en Peter Nijkamp zijn colleges hadden gevolgd. Hij was ook trots op zijn promovendi, waarvan diverse hoogleraar zijn geworden.

Hij was serk geïnteresseerd en betrokken bij economische politiek. De bundel opsellen bij zijn emeritaat in 1988 had dan ook de titel The role of economic policy in society. Na zijn sudie economie in zijn geboortesad Amserdam, aan wat toen nog de Gemeente Universiteit was, was zijn eerse baan, in 1957, bij het CPB, werkplaats voor economisch beleid bij uitsek. Bij het CPB schreef hij samen met collega Sandee een artikel voor Econometrica waarin parameters in de welvaartsfunctie voor economische politiek werden afgeleid uit discussies in het publieke domein. In 1961 vertrok hij als onderzoeker naar de Research and Planning Division van de Economic Commission van de Verenigde Naties in Geneve “om weer rusig te kunnen nadenken in plaats van opgejaagd te worden door de agenda van de dag”. Zo bleef hij in het voetspoor van

Tinbergen, oprichter van het CPB, bouwer van het eerse econometrische macro-model, voor de Volkenbond, vooroorlogse voorloper van de VN, ook gevesigd in Geneve. Van 1963 tot aan zijn

(4)

Prof C.J. van Eijk (1923 - 2016): inspirator, leermeester, promotor | Erasmus University Rotterdam

emeritaat in 1988 was hij hoogleraar aan NEH/ EUR. Hij bracht sabbatical perioden door in Southampton, Florence en op het NIAS.

Zijn belangselling voor beleid suurde hem in de richting van de Nederlandse adviserende insellingen. Hij was lid van de Sociaal Economische Raad, waar hij voorzitter was van de Commissie Structureel Economisch Beleid en hij was lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waar onder zijn leiding een rapport over economische groei werd gemaakt (Ruimte voor Groei). Met een dynamisch multi-sector model werden beleidsaanbevelingen afgeleid om de werkloosheid terug te dringen, met gepase waarborgen voor bescherming van het natuurlijk milieu.

Binnen de Economische Faculteit groeide hij uit tot een belangrijke informele suurman. Zijn wijsheid, integriteit en grote betrokkenheid bij de kwaliteit van de universiteit bezorgde hem groot respect en maakte hem bij uitsek geschikt voor de rol van vertrouwenspersoon, mentor,

katalysator van meningsvorming en voorzitter van allerlei interne commissies.

Door zijn concentratie op onderwijs, besuur en directe beleidsadvisering is zijn invloed niet waarneembaar achtergebleven, als muziek die ooit klonk, maar voor latere luiseraars niet meer beschikbaar is. Met zijn hoge normen voor onderwijs, besuur en onderzoek en ouderwetse onkreukbaarheid heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het functioneren van de Economische Faculteit in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Zijn vormende waarde, voor sudenten en promovendi zoals ik zelf is een invesering die voor hen een leven lang mee gaat. Nauwelijks zichtbaar, nauwelijks meetbaar en daarmee in dubbele zin onschatbaar.

C.J. van Eijk en J. Sandee (1959), Quantitative determination of an optimum economic policy, Econometrica, 27 (1), 1-13

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1986), Ruimte voor groei. Kansen en bedreigingen voor de Nederlandse economie in de komende tien jaar, WRR rapport nr. 29 [1] Emeritus hoogleraar UvA (J.Hartog@uva.nl); dank aan professor Dik Wolfson voor een geciteerde uitspraak.

More information Bron Foto: http://www.nias.knaw.nl/fellows/year-group-1972-73/eijk-c-j-van

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook hier is er geen rekening gehouden met het bestaan van eetstoornissen, wel zijn deze geregistreerd via een andere vragenlijst maar in de onderzochte populatie werd geen

Voor de kinderen die ‘ouder dan 10 jaar’ waren, werd door de meeste ouders de internetsite gekozen als hulpmiddel dat het meest bruikbaar was voor hun als ouder om hun kind voor te

Anders gezegd, er treedt meer attitudeverandering op in de richting van een boodschap wanneer deze de steun heeft van een meerderheid dan een minderheid, maar vooral wanneer beide

De afwezigheid van een effect zou te maken kunnen hebben met de groep ouderen waarop het onderzoek werd gericht (ongeveer de helft had cognitieve stoornis- sen; overwegend

In Passie voor het vak komen mensen aan het woord die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van het vak internal auditing.. Deze keer Arie Molenkamp,

De commissaris van de Koning kan informatie waarop hij een verplichting tot geheimhouding heeft gelegd, verstrekken aan provinciale staten, gedeputeerde staten, de rekenkamer en een

Tijdens de raadsvergadering werd er door de OPA fractie geopperd dat het wellicht beter is om de locatie Portland in zijn geheel te laten vallen aangezien de financiële

daar in de nacht vol duister, knielend op een steen, was Hij aan het bidden met zijn gevecht alleen.. Vredig groeien rozen, bloesem wonderschoon, maar bij de stenen trappen