• No results found

De opkomst van lokale islamitische partijen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland : nemen de moslims in Nederland het heft in eigen handen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De opkomst van lokale islamitische partijen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland : nemen de moslims in Nederland het heft in eigen handen?"

Copied!
65
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De opkomst van lokale islamitische partijen bij de

gemeenteraadsverkiezingen in Nederland.

Nemen de moslims in Nederland het heft in eigen handen?

Lucas Vroemen

Bachelorscriptie politicologie Religie en democratie Begeleider: Ineke Roex

Universiteit van Amsterdam 2013-2014 Aantal woorden: 9562

(2)

1

Inhoudsopgave

1. Inleiding

2

2. Onderzoeksopzet

5

2.1. Theoretisch kader

5

2.1.1. Political Opportunity Theory

5

2.1.2. Electorale systemen en politieke partijen

8

2.1.3. Gemeenteraadsverkiezingen

10

2.1.4. Opkomst- en stemgedrag Moslimgemeenschap in Nederland

10

3. Methodische verantwoording

13

3.1. Kwalitatieve inhoudsanalyse

13

3.2. Interviews

14

4. Kwalitatieve inhoudsanalyse

15

4.1. Deelvraag 1

15

4.2. Deelvraag 2

19

4.3. Deelvraag 3

24

5. Conclusie

27

6. Bibliografie

28

6.1. Interviews

28

6.2. Literatuur

28

6.3. Internetbronnen

31

Bijlage

I.

Transcriptie Interview 1

33

II.

Transcriptie Interview 2

38

III.

Transcriptie Interview 3

49

(3)

2

1. Inleiding

Het politieke bestel in Nederland kent een komen en gaan van politieke partijen. Door de jaren heen zijn er nieuwe politieke partijen ontstaan, partijen zijn van naam veranderd of gefuseerd en er zijn partijen uiteengevallen. Op landelijk niveau blijven deze veranderingen redelijk beperkt en is er vooral sprake van een aantal traditionele partijen. Uitzonderingen hierop waren bijvoorbeeld Lijst Pim Fortuyn, de Centrumdemocraten maar in het begin ook de Partij voor de Vrijheid (PVV) of de Partij voor de Dieren (website Parlement). Op gemeentelijk niveau is dit anders aangezien er naast de traditionele partijen ook veel lokale partijen meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Meestal worden deze partijen opgericht in één enkele gemeente. Desondanks zijn er ook lokale partijen die in meerdere gemeenten deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Een voorbeeld daarvan is de Partij van de Eenheid die zowel in Amsterdam, Roermond als Den Haag meedoet met de verkiezingen (website Partij van de Eenheid).

Sinds de verkiezingen van 2006 is er bij de gemeenteraadsverkiezingen een lichte stijging te zien in de opkomst van islamitische partijen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 deden er twee lokale partijen met een islamitische grondslag mee, de Islam Democraten en de Nederlandse Moslim Partij (website RUG). Forum, het Instituut voor Multiculturele vraagstukken, zag de oprichting van islamitische partijen in Nederland als een gevolg van het ontstaan van de Arabisch Europese Liga (AEL). De intrede van de AEL (2003) in de Nederlandse politiek liet zien dat er een serieuze en kansrijke Arabisch-islamitische formatie kon worden opgericht die de belangen en opvattingen van Arabieren en in het bijzonder Marokkanen vertegenwoordigde (Forum, 2003: 1-7). Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 waren er 3 partijen met een islamitische achtergrond, te weten NIDA(stem/oproep), Partij van de Eenheid en de Islam Democraten. Deze drie partijen stelden zich verkiesbaar in Amsterdam, Den Haag, Roermond, Rotterdam en Zwijndrecht (website NOS). NIDA behaalde in Rotterdam 2 raadszetels, de Islam Democraten behaalden 2 raadszetels in Den Haag en de Partij van de Eenheid 1 raadszetel in Den Haag. De cijfers mogen dan niet indrukwekkend zijn, alleen al het feit dat moslimpartijen in Nederland raadszetels halen duidt op een belangrijke ontwikkeling waarover nog niet veel bekend is.

Op basis van de political opportunity theory wordt allereerst gekeken in welke mate de opkomst van lokale islamitische partijen kan worden verklaard. Daarop volgend is het interessant om te onderzoeken hoe de oprichters van moslimpartijen en sympathisanten van

(4)

3

dergelijke partijen naar de opkomst van moslimpartijen kijken. Afsluitend wordt er vanuit wetenschappelijke hoek naar de opkomst van moslimpartijen gekeken. Dit gebeurd aan de hand van een kwalitatieve inhoudsanalyse van wetenschappelijke artikelen geschreven door Forum, het Sociaal en Cultureel Planbureau en hoogleraren die bekend zijn met de Islam en de politieke partijen. Deze drie segmenten van het onderzoek spelen een belangrijke rol bij het beantwoorden van de centrale onderzoeksvraag van deze bachelorscriptie:

Hoe valt de opkomst van lokale islamitische partijen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland te verklaren?

Het eerste segment van het onderzoek moet leiden tot een verklaring voor de opkomst van de moslimpartijen vanuit de political opportunity theory. De methode hiervoor is een kwalitatieve inhoudsanalyse. De partij programma’s van drie lokale islamitische partijen zullen worden geanalyseerd. Er wordt getracht een verklaring te formuleren op basis van beantwoording van de volgende deelvraag:

Deelvraag 1: In hoeverre komt de political opportunity theory naar voren in de verkiezingsprogramma’s van lokale islamitische partijen?

Het tweede segment van het onderzoek richt zich vooral op de mensen rondom deze lokale moslimpartijen zoals de oprichters, raadsleden en kiezers. De semigestructureerde interviews die met betrokkenen worden afgenomen moeten een duidelijk beeld scheppen over waarom een moslimpartij is opgericht en waarom juist in deze periode. Deze worden daarna geanalyseerd aan de hand van de political opportunity theory. Dit leidt tot de volgende deelvraag:

Deelvraag 2: In hoeverre komt de political opportunity theory naar voren in de interviews met betrokkenen van lokale islamitische partijen?

Het derde segment van het onderzoek richt zich op wetenschappelijke verklaringen van hoogleraren op het gebied van Islam en politieke partijen, het Instituut voor Multiculturele Vraagstukken Forum en het Sociaal en Cultureel Planbureau. De methode die hiervoor wordt gebruikt is een kwalitatieve inhoudsanalyse. Aan de hand van een kwalitatieve

(5)

4

inhoudsanalyse wordt getracht een verklaring te formuleren op basis van beantwoording van de volgende deelvraag:

Deelvraag 3: Hebben politieke, maatschappelijke of demografische ontwikkelingen binnen de moslimgemeenschap bijgedragen aan de oprichting van lokale islamitische partijen?

Dit onderzoek is interessant voor de wetenschap omdat het vanuit drie invalshoeken kijkt hoe de opkomst van lokale islamitische partijen kan worden verklaard. Zo kan er een goed beeld worden geschetst en komen overeenkomsten en verschillen duidelijk naar voren. Daarnaast ligt de relevantie van het onderzoek in het gegeven dat er in Nederland volgens het CBS in 2010 915.00 moslims woonden (Forum, 2012: 7-9). Het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut voorspelt dat in 2050 7,6 % van de Nederlandse bevolking moslim zal zijn. Dat zou beteken dat er ongeveer 1.339.000 moslims in Nederland wonen. Zowel bij de eerste generatie als de tweede generatie groeit het aantal moslims (Beer, 2007: 1-3). In het kader van de vrijheid van vereniging, integratie en het goed functioneren van de democratie is het van belang dat moslims in Nederland zich vertegenwoordigd en gehoord voelen in het politieke bestel en publieke debat. Het onderzoek zou dan kunnen aantonen waar de problemen voor moslims zitten en hoe dit het beste zou kunnen worden opgelost.

Daarnaast zou het onderzoek een bijdrage kunnen leveren aan de bestaande theorie over de opkomst van bewegingen en politieke partijen of nieuwe inzichten kunnen verschaffen. Dit onderzoek is tevens maatschappelijk en politiek relevant. Het probeert duidelijk in kaart te brengen wat er toe heeft geleid dat moslims in Nederland het nodig achtten om een moslimpartij op te richten. Het geeft daarnaast een antwoord op de kloof die er in Nederland is ontstaan tussen de moslimgemeenschap en de lokale/landelijke politiek. De relevantie blijkt ook uit de nieuwe gemeenteraden die zijn ontstaan. De oprichting en opkomst van moslimpartijen hebben er in sommige steden voor gezorgd dat er een duidelijke scheidslijn is opgetreden. Een voorbeeld hiervan is Den Haag waarin zowel moslimpartijen als anti-moslimpartijen zoals de PVV in de gemeenteraad zitten (de Telegraaf, 2014).

(6)

5

2. Onderzoeksopzet

2.1 Theoretisch Kader

Het onderzoek richt zich op Nederland omdat er nog weinig bekend is over moslimpartijen in Nederland en omdat er in de rest van Europa weinig vergelijkingsmateriaal is behalve dan met onze zuidelijke buren. Het onderzoek wordt daarnaast zo actueel mogelijk gehouden door te focussen op de laatste 3 gemeenteraadsverkiezingen, namelijk die van 2006, 2010 en 2014. Omdat er niet in alle Nederlandse gemeenten moslimpartijen deelnemen is er specifiek gekozen voor de gemeente Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. In deze drie gemeenten hebben de moslimpartijen NIDA, Partij van de Eenheid, Nederlandse Moslim Partij en de Islam Democraten de afgelopen jaren deelgenomen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Binnen dit onderzoek is een aantal concepten zeer belangrijk. In de volgende subparagrafen zullen achtereenvolgens de concepten political opportunity structure, lokale Islamitische partijen, de gemeenteraadsverkiezingen en de moslimgemeenschap in Nederland worden geoperationaliseerd. De keuze voor de operationalisering van deze concepten is gemaakt op basis van het belang voor het onderzoek. Zij vormen gezamenlijk het fundament van het onderzoek en zijn tevens aan elkaar gerelateerd.

2.1.1. Political opportunity theory

De political opportunity theory, ook wel bekend als de political process theory of de political opportunity structure, is een benadering voor de opkomst van sociale en politieke bewegingen. De political opportunity theory benadrukt de rol die political opportunties, mobilizing structures en framing processes spelen. De political opportunity theory focust zich op de interactie tussen de eigenschappen van een beweging zoals de organisatorische structuur en de economische en politieke context. De grote voorstanders van deze theorie zijn Sidney Tarrow, David Meyer, Doug McAdam en Peter Elsinger (McAdam e.a., 1999: 27). De political opportunity structure ontstond als een kritiek op de sociale wetenschappelijke kijk dat leden van sociale en politieke bewegingen irrationeel waren. Er zijn drie onderzoekers die de basis hebben gelegd voor de political opportunity theory. Allereerst Olson (1965: 5-16) met zijn analyse van het collectieve gedrag van leden van de beweging. Leden maken alvorens toe te treden tot een beweging rationele en overwegende keuzes. Ten tweede McCarthy (1977: 1211-1241) en Zald (1973: 174-189) die ontdekten dat de toegang

(7)

6

tot voldoende middelen en de mate van tegenwerking veel invloed hebben op de mobilisatie van mensen. Ten derde Piven en Cloward (1977: 1-5) die de belangrijke aspecten van het economische en politieke systeem onder de aandacht brachten. Alleen tijdens periodes van een grote crisis waren bewegingen in staat om iets te bereiken.

Het fundamentele werk komt van Charles Tilly (1978: 184-192) waarin hij drie componenten noemt. Hij borduurde verder op de theorieën van Olson, McCarthy, Zald, Piven en Cloward. Allereerst moet er sprake zijn van insurgent consciousness. Dat wil zeggen dat mensen in de samenleving zich achtergesteld voelen, niet begrepen en niet gehoord. Ze hebben een afkeer van het huidige systeem en hebben het gevoel dat hen onrecht wordt aangedaan. Wanneer dit gevoel een grote groep in de samenleving beheerst zullen groepsleden zich gaan organiseren in een beweging (Cragun e.a., 2008: 233-234). Het doel van de beweging wordt bepaald door de politieke context waarin mensen in de samenleving hun onvrede uiten (Meyer, 2004: 125-127). Rucht (1996: 185-204) onderscheidt culturele, politieke en sociale elementen als het gaat om de context structure. Binnen de politieke context is het belangrijk voor een beweging om toegang te krijgen tot het partijen systeem en invloed uit te kunnen oefenen op de uitvoerende taken van de overheid. McAdam (1996: 2-7) breidde dit uit door middel van het movements framing process. Framing is een bewuste strategie van mensen met een gemeenschappelijk idee en wereldbeeld die collectieve actie legitimeren en motiveren. Een tweede component is de organisatorische kracht van de sociale/politieke beweging. Een beweging heeft succes wanneer zij een sterke leider heeft en over genoeg middelen beschikt (Cragun e.a., 2008: 233-234). Ook het tweede component breidde McAdam (1996: 2-7) uit. Naast de organisatorische kracht moest een beweging ook mobilizing structures opzetten. Collectieve krachten die zowel informeel als formeel mensen mobiliseren en betrekken bij collectieve actie. Zowel reeds bestaande bewegingen als zusterbewegingen en invloedrijke individuen zijn van belang voor het creëren van een succesvolle beweging. Zusterbewegingen en goed georganiseerde blokken van individuen kunnen de nieuwe beweging van extra middelen en steun voorzien (Tarrow, 1998: 13-17). Het derde component wordt gevormd door de politieke mogelijkheden. Eisinger was de eerste die expliciet gebruik maakte van een political opportunity framework. Door gebruik te maken van conventionele middelen om participatie te bevorderen kon de onvrede in grote steden worden hersteld. Dit zorgde ervoor dat er geen politieke mogelijkheden waren om een sociale of politieke beweging op te richten (Meyer & Minkoff, 2004: 1459). Political opportunities zijn momenten waarop een sociale of politieke beweging kan worden opgericht en men een nieuwe richting kan inslaan. Deze

(8)

7

momenten kunnen zijn ontstaan door een toenemend politiek pluralisme, een neergang in repressie of een toename in politieke vrijheid (Cragun e.a., 2008: 233-234). Onder political opportunity verstaat Tarrow (1998: 18-24) consistente dimensies van de politieke strijd die mensen aanmoedigen om deel te nemen aan omstreden politiek. Deze drie componenten zorgen ervoor dat mensen binnen een beweging zich collectief sterker voelen en iedere political opportunity aangrijpen die voorbij komt. Men krijgt het gevoel dat er binnen de politieke arena wat te halen valt (Meyer, 2004: 129-131). In het artikel van Meyer en Minkhoff (2004: 1482-84) komt duidelijk naar voren wat de political opportunities zijn die leiden tot succes. De steun die sociale en politieke bewegingen krijgen van de regering werkt in het voordeel van de macht van de beweging en de kans op succes. Daarnaast zorgt het behalen van een overwinning door de beweging voor meer collectieve actie en kracht terwijl het falen in de politieke arena het tegenovergestelde bewerkstelligt. Verder zorgt de aandacht van de heersende media voor gunstige mogelijkheden (Meyer & Minkhoff, 2004: 1482). Het uitten van onvrede van sociale en politieke bewegingen zorgt ervoor dat er door overheidsfunctionarissen op moet worden gereageerd. Het leidt er tevens toe dat nieuwe organisatorische activiteiten afnemen (Meyer & Minkhoff, 2004: 1483). Kingdon omschrijft deze political opportunities als the policy window. Een policy window is een mogelijkheid voor personen, partijen of bewegingen om hun beleid door te drukken of bepaalde zaken onder de aandacht te brengen (Kingdon, 2011: 165). Een window opent in politieke systemen maar voor een korte periode. Wanneer de beweging of partij er niet in slaagt om van deze mogelijkheid gebruik te maken moet men wachten tot de volgende mogelijkheid (Kingdon, 2011: 167). Een window opent omdat er zich een verandering voordoet in de politieke stroom zoals een electorale verschuiving of maatschappelijke onvrede in de samenleving. Het kan ook openen omdat een probleem de aandacht heeft getrokken van overheidsfunctionarissen

(Kingdon, 2011: 168).

In de loop der jaren zijn er twee componenten toegevoegd aan de political opportunity theory. Het vierde component beslaat het concept van de protest cycle. Dit zijn periodes die zich kenmerken door een verzameling van groepen die de legitimiteit van de staat in twijfel trekken (Tilly, 1995: 15-42). Er zijn veel manieren waarop een beweging zich kan laten horen. Tilly beschouwt dit als het vijfde component van de political opportunity theory. Dit zijn alle vormen van protest zoals een demonstratie of een petitie(Tilly, 1995: 15-42). Een belangrijk voordeel van deze theorie is dat het verklaart hoe sociale en politieke bewegingen te voorschijn komen en zich kunnen versterken. Wanneer er slechts onvrede en

(9)

8

middelen zijn heeft een sociale of politieke beweging weinig kans van slagen. Alleen wanneer de eerste drie componenten aanwezig zijn zal de beweging succesvol worden (Cragun e.a., 2008: 233-234).

2.1.2. Electorale systemen en politieke partijen

Het politieke landschap in Nederland wordt bepaald door haar electoraal systeem en haar politieke partijen. Het electoraal systeem in Nederland kenmerkt zich door een systeem van proportionele representatie (PR). Dit systeem is ontwikkeld om het verschil tussen het aantal stemmen en het aantal te verdelen zetels zo klein mogelijk te houden. Bijvoorbeeld als een partij 45 procent van de stemmen heeft dan zal het 45 procent van de zetels in het parlement krijgen (Dahl, 1998: 131). Tegenover een proportionele representatie staat een first-past-the-post system. In dit electoraal systeem stijgt het aantal zetels in het parlement aan de hand van de partij met de meeste stemmen. Zo kan een partij 56 procent van de stemmen halen en 67 procent van de zetels krijgen (Dahl, 1998: 131). Het verschil in representatie leidt er tevens toe dat er in een first-past-the-post system vaker sprake is van twee-partijen systeem en in een PR er sprake is van multi-partijen systeem. Een first-past-the-post system zorgt voor een effectieve regering aangezien deze geen tegenstand zal ondervinden van kleine partijen die tezamen een minderheid vormen in het parlement. Nederland kent een multi-partijen systeem (Dahl, 1998: 132-134).

Een politieke partij is een groep mensen met dezelfde politieke opvattingen. Ze streven meerdere doeleinden na en iedere partij doet dit op zijn eigen manier. Er zijn ook partijen die maar één doel nastreven, de zogenaamde ‘one-issue partijen’. Een politieke partij heeft een organisatiestructuur waarin democratische besluitvorming plaatsvindt. Iedere partij stelt zijn eigen verkiezingsprogramma op en neemt deel aan de verkiezingen (website Parlement). In een samenleving spelen politieke partijen een belangrijke rol. Er worden standpunten geformuleerd en deze worden vastgelegd in verkiezingsprogramma’s. Een politieke partij vertegenwoordigt meestal een deel van de bevolking die het eens is met deze standpunten. De leden van deze partij kunnen invloed uitoefenen op besluitvorming (website Parlement). Met deze kennis kan er worden gekeken naar het concept van islamitische partijen. Een islamitische partij heeft een aantal basisprincipes zoals gelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit. Verder richt zij zich op het behartigen van de belangen van moslims. Om een duidelijker beeld te scheppen zullen aan de hand van hun verkiezingsprogramma's de vier

(10)

9

islamitische partijen in Nederland, te weten NIDA, de Partij van de Eenheid, de Nederlandse Moslimpartij en de Islam Democraten kort worden besproken.

NIDA is een moslimbeweging/partij opgericht in het jaar 2013 door onder andere Mohamed Talbi en deze partij nam op 19 maart voor het eerst deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. NIDA verwijst in de Koran naar stem en oproep en is puur symbolisch bedoeld. Partij NIDA komt voort uit het initiatief om vanuit het geloof een bijdrage te leveren aan de stad Rotterdam. Ze willen niet langer het ‘stemvee’ zijn van de huidige politieke partijen die om de vier jaar naar de moskeeën komen om politieke stemmen te winnen om er daarna geen gehoor aan te geven. “NIDA is een beweging met Rotterdams DNA en een islamitische inspiratie die iedereen diep van binnen voelt” zo valt te lezen in het verkiezingsprogramma (website NIDA1). NIDA verzet zich tegen de indeling van allochtonen en autochtonen. De samenleving opdelen in hokjes zorgt ervoor dat mensen tegen elkaar worden opgezet. NIDA is tevens opgericht voor de zeker 100.000 moslims in Rotterdam. Terwijl de politieke partijen geloof als achterhaald beschouwen neemt de moskeegang onder jongeren juist toe. NIDA biedt daarom een nieuw perspectief (website NIDA).

De Nederlandse Moslimpartij werd in 2007 opgericht door twee Nederlandse moslims met steun van Henny Kreeft. De partij heeft bestaan van 2007 tot 2012 en probeerde in meerdere gemeenten een zetel te winnen in de gemeenteraad. De partij was opgericht als tegengeluid voor de ongefundeerde aanvallen tegen moslims en de Islam. De Nederlandse Moslim Partij stond voor een samenleving die zich kenmerkt door islamitische normen en waarden en men wilde de kloof tussen moslims en niet-moslims verkleinen. Een extra motivatie om mee te doen in de gemeente Venlo was het feit dat dit de geboorteplaats is van Geert Wilders. De Nederlandse Moslim Partij was een gematigde partij en keerde zich af tegen extremisme (website NPM).

De Islam Democraten werd opgericht in 2006 en behaalde als eerste moslimpartij een raadszetel in de Haagse gemeenteraad. In 2010 hielden ze deze zetel vast en in 2014 verdubbelde hun zetelaantal naar 2. Een belangrijk speerpunt in hun programma is onder andere ervoor te zorgen dat de 2e en 3e generatie allochtonen zich in Nederland thuis gaan voelen. Daarnaast wil de partij de tweedeling die in Nederland is ontstaan tussen moslims en niet-moslims verkleinen. Ook de Islam Democraten richt zich op de basisprincipes van gelijkheid, solidariteit en rechtvaardigheid (website Islam Democraten).

(11)

10

De Partij van de Eenheid is opgericht in 2010 door Abderazak Khoulani na de breuk met de Islam Democraten. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 deed men alleen mee in de gemeente Den Haag en behaalde de partij één raadszetel. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 deed de Partij van de Eenheid ook mee in de gemeenten Amsterdam en Roermond, echter zonder succes. De Partij van de Eenheid heeft een islamitische grondslag en komt in het bijzonder op voor de moslimgemeenschap en voor de talloze andere mensen die zich verdrukt voelen. Zoals ook bij veel andere partijen te zien is zet de Partij van de Eenheid zich in om de kloof tussen moslims en niet-moslims te verkleinen. Verder is er bij de Partij van de Eenheid een wat hardere opstelling tegenover Wilders te zien en doet zij veel uit de naam van Allah (website PvdE).

2.1.3. Gemeenteraadsverkiezingen

De lokale islamitische partijen doen allemaal op gemeentelijk niveau mee. In het belang van het onderzoek is het noodzakelijk een duidelijk beeld te krijgen van de gemeenteraadsverkiezingen. Eenmaal in de 4 jaar worden er in Nederland verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden. In 2006 vonden de verkiezingen plaats op 7 maart, in 2010 op 5 maart en in 2014 op 19 maart. Bij de gemeenteraadsverkiezingen mogen zowel nationale partijen, lokale partijen als individuele burgers zich verkiesbaar stellen. Het College B&W (Burgemeester en Wethouder) is verantwoordelijk voor de verkiezingen. Om te mogen stemmen moet men 18 jaar of ouder zijn, men mag niet uitgesloten zijn van het kiesrecht en men moet volgens de Basisregistratie Personen op de dag van kandidaatstelling in een Nederlandse gemeente wonen. Deze voorwaarden gelden zowel voor het actief als passief kiesrecht. Lokale partijen die mee willen doen moeten zich laten registreren bij het centraal stembureau van de betreffende gemeente. Op de dag van kandidaatstelling moeten politieke partijen hun lijst inleveren bij het centraal stembureau. Partijen die voor het eerst deelnemen dienen een waarborgsom te betalen en ondersteuningsverklaringen te overleggen. De stembureaus zijn op de verkiezingsdag open van 07:30 tot 21:00. Om een stem te mogen uitbrengen dient men een stempas te hebben en moet men zich kunnen identificeren. De verkiezingsuitslag wordt bekend gemaakt door het Algemeen Nederlands Persbureau. Na de uitslag zal het centraal stembureau de gemeenteraadsleden benoemen (website Kiesraad).

2.1.4 Opkomst- en stemgedrag moslimgemeenschap in Nederland

De moslimgemeenschap in Nederland is de laatste 15 jaar steeds meer onder de aandacht gekomen. Er zijn in Nederland steeds meer moslims en in de komende jaren zal dit aantal

(12)

11

blijven groeien. Het gevolg hiervan is dat moslims een steeds groter wordende electorale doelgroep vormen voor politieke partijen. In deze paragraaf wordt er daarom aandacht besteed aan opkomst- en stemgedrag van de moslimgemeenschap in Nederland. Er zal er een profiel worden geschetst van de allochtone kiezer, wat hem weerhoudt of beweegt te gaan stemmen en welke factoren het opkomstgedrag van de moslimgemeenschap beïnvloeden. Nederland kent al vanaf de jaren ‘60 een grote groep moslimmigranten die hier kwamen voor werk. Deze groep migranten haalde haar gezinnen in de jaren ‘70 naar Nederland. Deze gezinsherenigingen zorgde ervoor dat er een grote moslimgemeenschap ontstond. Deze groep moslimmigranten beheerste het Nederlands niet goed en integreerde matig tot slecht (website CBS). Voor dit onderzoek wordt er echter gekeken naar de ontwikkelingen binnen de moslimgemeenschap zoals die zich de afgelopen 8 jaar hebben voorgedaan. De lokale verkiezingen van 2006 hebben ervoor gezorgd dat de allochtone kiezer in de grote steden een belangrijke factor is geworden. De allochtone kiezer positioneert zich steeds meer op het gebied van actief en passief kiesrecht. Men vindt steeds vaker de gang naar de stembus en het aantal allochtone raadsleden is binnen vier jaar tijd met een derde toegenomen (Forum, 2010: 19-24). Het opkomstpercentage bij allochtonen schommelt rond de 34 %. Binnen dit opkomstpercentage zijn er verschillen tussen leeftijdscohorten en opleidingsniveaus. Jonge moslimmigranten zijn minder geneigd om te gaan stemmen dan hun oudere leeftijdsgenoten. Bij het opleidingsniveau is te zien dat meer hoogopgeleide moslims hun stem uitbrengen (50 %) dan laagopgeleide moslims (32 %). Turkse moslims gaan het vaakst naar de stembus en Surinaamse moslims het minst (Van Heelsum & Tillie, 2006: 31). Bij de Turkse moslims zijn juist de laagopgeleiden meer geneigd om te gaan stemmen terwijl bij de Marokkaanse moslims dit andersom is. Bij Surinaamse en Antilliaanse moslims zijn het vooral de jongeren en laagopgeleiden die niet gaan stemmen (Forum, 2010: 19-24). De moslimgemeenschap in Nederland heeft meerdere redenen om wel of niet te stemmen. Het grootste probleem vormt een gebrek aan kennis over de kandidaat of partij. Een van de grootste belemmeringen hierbij is dat men geen inhoudelijke kennis heeft over de kieslijsten. Verder denken veel moslims dat stemmen niet veel zin heeft. Een laatste beperking is het lage vertrouwen in de politiek onder de moslimgemeenschap (Van Heelsum & Tillie, 2006: 22). Als we naar de partijvoorkeur van de afgelopen 8 jaar kijken zien we dat de moslimgemeenschap vooral in de linkse hoek van het politieke spectrum zit. Met name de Partij van de Arbeid (PvdA), door sommigen ironisch de Partij van de Allochtonen genoemd, krijgt veel stemmen. Andere partijen die op veel steun kunnen rekenen zijn GroenLinks, Socialistische Partij (SP) en Democraten66 (D66). Het is vooral de Marokkaanse gemeenschap die de PvdA van stemmen voorziet. Tussen 2006 en

(13)

12

2010 ziet Forum wel een verschuiving van de partijvoorkeur onder moslims. Het is niet meer vanzelfsprekend dat men op de PvdA stemt, de voorkeur gaat steeds meer uit naar de SP, GroenLinks of D66 maar ook de Nederlandse Moslim Partij (Forum, 2010: 27-30). Wanneer we kijken naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 valt allereerst op dat de moslimgemeenschap minder naar de stembus ging dan voorgaande jaren. De PvdA krijgt nog steeds de meeste stemmen. Er is echter sprake van een daling in populariteit ten opzichte van 2010. De moslimgemeenschap in Nederland is steeds gevarieerder gaan stemmen sinds 1986 (Van Heelsum & Tillie, 2006: 22). De steun voor D66 onder de moslimgemeenschap is significant toegenomen en er zijn ook steeds meer moslims die op een partij stemmen die een lokaal alternatief biedt. Een goed voorbeeld daarvan was de Multicultureel Pluspartij in Amsterdam (Kranendonk e.a., 2014: 20). De reden die wordt gegeven voor het verlies van de PvdA is de fellere toon waarop over moslims wordt gesproken. Daarnaast was het juist D66 die de discussie aanging met Wilders en niet de PvdA. De winst van D66 onder moslims is daaraan deels te danken zo stelt Floris Vermeulen (Van Weezel & Broer, 2014). De Nijmeegse electoraal geograaf Josse de Voogd ziet dat moslims zich steeds individualistischer gaan gedragen en dit was een gat in de markt voor D66. De opkomst onder moslims is echter nog steeds laag en De Voogd ziet kansen voor islamitisch geïnspireerde partijen (Van Weezel & Broer, 2014).

(14)

13

3. Methodische verantwoording

In het onderzoek wordt er gebruikt gemaakt van twee kwalitatieve methodes om de opkomst van lokale islamitische partijen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland te verklaren. In de eerste plaats zal er gekeken worden of de opkomst van lokale islamitische partijen kan worden verklaard door de political opportunity theory. Dit zal gebeuren aan de hand van een kwalitatieve inhoudsanalyse van de bestaande theorie en deze wordt dan gekoppeld aan de lokale islamitische partijen. Daarnaast zullen ook de wetenschappelijke artikelen over de moslimgemeenschap in Nederland kwalitatief worden geanalyseerd. Verder zal er met vier verschillende moslimpartijen interviews worden gehouden om een beter inzicht te krijgen in de oprichting en opkomst van dergelijke partijen. Dit zal gebeuren aan de hand van

semigestructureerde interviews met de oprichters van partijen en prominente figuren. De twee verschillende methodes worden hier kort toegelicht.

3.1. Kwalitatieve inhoudsanalyse

Om de theorie te koppelen aan de lokale islamitische partijen wordt er dus gebruikt gemaakt van een kwalitatieve inhoudsanalyse. Een kwalitatieve inhoudsanalyse kan worden toegepast op verschillenden soorten teksten. Zowel boeken, artikelen, interviews, discussies en krantenartikelen behoren tot het onderzoeksgebied (website EDU). Een inhoudsanalyse wordt gebruikt om de aanwezigheid van bepaalde woorden of concepten in documenten vast te stellen. In wetenschappelijk onderzoek wordt de aanwezigheid, de betekenis en relatie van zulke woorden en concepten gekwantificeerd en geanalyseerd. Vervolgens worden er conclusies getrokken over de verzamelde data (Bryman, 2008: 529). In dit geval zal het betekenen dat de theorie van political opportunity structure, de wetenschappelijke artikelen van hoogleraren, het instituut Forum en het Sociaal en Cultureel Planbureau en de interviews zullen worden gekwantificeerd en geanalyseerd. Om tot een inhoudsanalyse te komen moet de tekst worden gecodeerd in handelbare categorieën zoals woorden, zinnen of thema’s (website EDU). Daarna kan aan de hand van een conceptuele analyse of relationele analyse het onderzoek worden voltooid. In dit onderzoek zal een conceptuele analyse worden verricht. Een conceptuele analyse kijkt naar het bestaan en de frequentie van begrippen in een tekst of interview. Belangrijk hierbij is dat van tevoren termen vaststaan en duidelijk zijn gedefinieerd. De termen die worden gebruikt moeten natuurlijk betrekking hebben op het onderzoek dat gedaan wordt (Berelson, 1952: 64-67).

(15)

14

Een inhoudsanalyse heeft zowel voordelen als nadelen. Vooral van belang is de mate van betrouwbaarheid en validiteit. De betrouwbaarheid van een inhoudsanalyse stoelt op de consequente en nauwkeurige codering van de onderzoeker. Het is dus van belang dat het onderzoek reproduceerbaar is. Ook de generaliseerbaarheid is afhankelijk van hoe men de categorieën bepaalt. Het is belangrijk hoe men de categorieën definieert en of zij daarmee ook betrouwbaar zijn voor het onderzoek (Berelson, 1952: 64-67).

3.2. Interviews

De kwalitatieve data zullen worden verzameld aan de hand van interviews. Door te spreken met betrokken personen binnen de lokale islamitische partijen kan de opkomst worden verklaard. De interviews zullen op een semigestructureerde manier worden afgenomen. Bij een semigestructureerd interview wordt er van te voren een lijst opgesteld met onderwerpen, ook wel de interviewgids genoemd. Dit heeft als voordeel dat er tijdens het interview ruimte is om dieper op bepaalde onderwerpen in te gaan (Bryman, 2008: 438).

(16)

15

4. Kwalitatieve inhoudsanalyse

In het onderzoek zal er in chronologische volgorde antwoord worden gegeven op de drie deelvragen. Bij de eerste deelvraag gaat het om een kwalitatieve inhoudsanalyse van de partijprogramma’s. De tweede deelvraag betreft de analyse van interviews met oprichters en prominente figuren binnen lokale islamitische partijen. In de derde deelvraag komen wetenschappelijke artikelen van hoogleraren, het instituut Forum en het Sociaal Cultureel Planbureau aan bod.

4.1 Deelvraag 1

In deze paragraaf wordt getracht een antwoord te geven op de volgende deelvraag:

In hoeverre komt de political opportunity theory naar voren in de verkiezingsprogramma’s van lokale islamitische partijen?

De political opportunity theory heeft vijf concepten. Dit zijn de 5 belangrijke termen die ook al in het theoretisch kader naar voren kwamen. De eerste term is insurgent consciousness, vrij vertaald de maatschappelijke onvrede bij een deel van de bevolking. De tweede term is organizational strength. Hierbij doelt men op de organisatorische kracht van een beweging of partij. Een volgende term is de mobilizing structures, dit zijn de manieren waarop een beweging mensen motiveert om over te gaan tot collectieve actie. De vierde term is de political opportunities, met andere woorden de politieke mogelijkheden die zich voordoen waar een beweging of partij gebruik van kan maken om zich te manifesteren in de samenleving. De laatste term die hier op aan sluit is framing processes en dit houdt in dat men een bewuste strategie hanteert om mensen met gelijke ideeën en een gemeenschappelijk wereldbeeld bij elkaar te brengen. Zodoende wordt collectieve actie gelegitimeerd en gemotiveerd. Deze termen zullen worden gebruikt om een conceptuele analyse uit te voeren van de 3 verkiezingsprogramma’s. Per verkiezingsprogramma wordt er gekeken wat de frequentie is van deze termen. Voor NIDA en de Partij van de Eenheid is het verkiezingsprogramma van 2014 gebruikt. Voor de Islam Democraten is het verkiezingsprogramma van 2006 en 2014 gebruikt. Dit komt omdat de Islam Democraten al langere tijd deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Er wordt geen

(17)

16

verkiezingsprogramma van de Nederlandse Moslim partij geanalyseerd. De reden hiervoor is dat de partij geen volledig en bruikbaar verkiezingsprogramma had opgesteld.

NIDA

Als we kijken naar het verkiezingsprogramma van NIDA zien we duidelijk een vorm van maatschappelijke onvrede naar voren komen (website NIDA1). Volgens NIDA delen de huidige politieke partijen Rotterdam op in ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’. Men deelt de samenleving op in hokjes en de moslimgemeenschap in Nederland gaat hier niet langer mee akkoord (website NIDA1). Daarnaast is er onvrede vanwege het feit dat de huidige politieke partijen niets doen met hun stem en men geen gehoor geeft. Verder vinden veel moslims dat de politiek negatief tegen de Islam aankijkt. De politiek maakt duidelijk een scheidslijn tussen gematigde moslims en radicale moslims. Een moslim die niet gewelddadig is noemt men dus een gematigde moslim. Pur sang een moslim komt niet in het woordenboek voor van de traditionele partijen (website NIDA1). Als laatste is de Rotterdammer het zat dat er in de politiek zo makkelijk misbruik wordt gemaakt van de scheiding tussen kerk en staat. Deze scheiding wordt te vaak aangehaald om het geloof in de samenleving te bekritiseren (website NIDA1). De tweede term, organisatorische kracht, komt minder tot uiting. De partijleider Nourdin El Ouali had weliswaar een sterk optreden bij Pauw & Witteman (website Wij blijven hier) maar het gaat te ver om te spreken van een groot leider. Wat hun middelen betreft zit NIDA erg krap bij kas aangezien ze nog maar net is opgericht. NIDA heeft echter wel veel contact met moskeeën en maatschappelijke en islamitische organisaties. Deze zullen de partij mogelijk in de toekomst van veel middelen kunnen voorzien (website NIDA). NIDA mobiliseert haar mensen door een gemeenschapsgevoel te creëren. In het verkiezingsprogramma wordt meerdere malen aangegeven om als gemeenschap tot collectieve actie over te gaan (website NIDA1). Zo valt te lezen in het verkiezingsprogramma: “Iedere Rotterdammer is familie en buren van elkaar. Daarbij vinden we elkaar in de kostbaarheid van het leven en een gezamenlijk streven om er samen het beste van te maken. We hebben elkaar en iedereen hier voor nodig” (website NIDA1). Een doorgeschoten individualisering maakt het nodig om de sociale banden weer aan te halen. Men moet weer een gevoel van saamhorigheid krijgen en werken aan het ontstaan van een collectieve identiteit (website NIDA1). NIDA heeft zich weten te manifesteren doordat ‘links’ en ‘rechts’ zijn samengesmolten. De stem van de allochtone kiezer ging verloren aangezien men niet op kwam voor dit deel van de kiezers. Ook het indelen van

(18)

17

bevolkingsgroepen in hokjes heeft ervoor gezorgd dat NIDA zich kon doen gelden en de verschillende crisissen van de afgelopen jaren hebben ook een bijdrage geleverd. “NIDA Rotterdam spreekt van een economische crisis (overmatige focus op de korte termijn en groei), een ecologische crisis (een verstoorde omgang tussen mens en natuur), een religieuze crisis (verlies aan ethiek en spiritualiteit), een culturele crisis (verspilling van talenten) en een sociale crisis (doorgeschoten individualisering)” (website NIDA1). Niet alleen vanuit politiek oogpunt maar ook om andere redenen is er de wil om deze beweging op te richten. In het verkiezingsprogramma zegt NIDA dat ze zich op gemeenschappelijke ideeën en een bepaald wereldbeeld beroept. NIDA manifesteert zich vanuit het geloof. “Het geloof in fundamenten gebaseerd op universele principes en richtlijnen die God, de Bron van ons leven, ons hiervoor biedt via de boodschap van profeten en vanuit onze natuurlijke aanleg en balans om ons heen”, zo valt te lezen in het verkiezingsprogramma (website NIDA1). Men gaat weliswaar uit van een bepaald wereldbeeld maar de gemeenschappelijk ideeën blijven vaag en worden niet duidelijk omschreven. Er wordt meer gesproken over dingen samen doen dan samen gemeenschappelijke ideeën nastreven.

Partij van de Eenheid

Het verkiezingsprogramma van de Partij van de Eenheid slaat een hardere toon aan dan de andere twee verkiezingsprogramma’s. De maatschappelijke onvrede komt hier dan ook duidelijker naar voren. Men ziet dat de moslimgemeenschap geen stem heeft in Den Haag en dat er veel onrechtvaardigheid en ongelijkheid is binnen de Haagse samenleving (website PvdE1). Er is volgens de Partij van de Eenheid geen sprake meer van een homogene groep. Het gevolg hiervan is dat er veel onverdraagzaamheid is ontstaan in de stad. Het is niet alleen de onvrede bij moslims, ook andere groepen in de Haagse samenleving ervaren onrecht en vinden zich niet in de partijen van het huidige politieke bestel (website PvdE1). Verder komt duidelijk naar voren dat er onvrede bestaat over de behandeling van het islamitisch onderwijs in Den Haag. Dit onderwijs wordt stelselmatig tegengewerkt en dat is een schending van de vrijheid van onderwijs (website PvdE1). Naast de tegenwerking in het islamitisch onderwijs worden er ook veel buurthuizen gesloten waardoor de afstand met de burger wordt vergroot. Tot slot is er uit diverse onderzoeken gebleken dat er nog steeds discriminatie plaatsvindt op de arbeidsmarkt ten nadele van de moslimgemeenschap (website PvdE1). De organisatorische kracht van de Partij van de Eenheid is vooralsnog tamelijk klein. Ook zij hebben te maken met het probleem dat ze pas net zijn opgericht en vooral op lokaal niveau opereren. Zij hadden echter wel de middelen om mee te doen in meerdere gemeentes (website

(19)

18

PvdE1). Dit heeft echter nog niet tot resultaat geleid. Ook de partijleiders Abderazak Khoulani en Arnoud van Doorn zijn nog niet de sterke leiders die een sociale of politieke beweging nodig heeft ofschoon ze wel bekend zijn door de vele media-aandacht. Dit komt vooral door de ex-PVV’er Arnoud van Doorn (website Powned). De Partij van de Eenheid probeert haar aanhang te mobiliseren door een gemeenschapsgevoel te scheppen. In het verkiezingsprogramma valt te lezen dat er wordt gesproken van, “ONZE partij” en men wilt “participatie in zijn zuiverste vorm” (website PvdE1). De partij heeft als doel meer inspraak en samenspraak te creëren voor de Haagse gemeenschap. Bij de besluitvorming moet de burger nadrukkelijk worden betrokken en de afstand tussen burger en overheid worden verkleind (website PvdE1). In het verkiezingsprogramma valt te lezen dat er een drietal redenen zijn voor het ontstaan van deze nieuwe beweging. Allereerst heeft de politieke verharding van de afgelopen jaren er voor gezorgd dat er een kloof is tussen moslims en niet-moslims. Daarnaast hebben linkse partijen de afgelopen jaren de moslimgemeenschap gebruikt om een hoop problemen weg te wuiven. Tot slot is er sprake van een sterke polarisatie door de media die de multiculturele samenleving in een kwaad daglicht stellen (website PvdE1). De term van framing processes komt meerdere malen naar voren in het verkiezingsprogramma. Er wordt sterk vanuit een bepaald wereldbeeld en gemeenschappelijke ideeën naar zaken gekeken. De grondslag van de Partij van de Eenheid is een islamitische en men ziet een samenleving voor zich waarin mensen naast elkaar leven. De partij streeft naar eenheid binnen de moslimgemeenschap en binnen de samenleving (website PvdE1). In het verkiezingsprogramma komt ook meerdere malen Allah naar voren en doet men een beroep op zijn zegen en barmhartigheid. De Partij van de Eenheid gelooft ook in rechtvaardigheid en de Universele Verklaring van de Rechten van de mens en baseert zich op het gemeenschappelijke idee van vrijheid van religie (website PvdE1).

Islam Democraten

Het verkiezingsprogramma van de Islam Democraten laat eenzelfde maatschappelijke onvrede zien als de programma’s van de twee andere partijen. Door de komst en groei van moslims in Nederland is er een nieuwe dynamiek ontstaan. Het gevolg hiervan is dat vooral moslims voortdurend een gevoel van wantrouwen en onbegrip ervaren tussen bevolkingsgroepen (website RUG1). De moslimgemeenschap in Den Haag heeft steeds vaker het idee als tweederangs burger te worden behandeld. Verder is er ook veel onvrede over het feit dat er weinig ruimte wordt geboden voor islamitisch basisonderwijs. Voor veel moslims is dit onderwijs belangrijk. Ook op economisch gebied wordt de moslimgemeenschap

(20)

19

gediscrimineerd. Tot slot vindt er in Den Haag tot op de dag van vandaag uitsluiting plaats op basis van godsdienst en afkomst (website Islam Democraten1). De organisatorische kracht van de Islam Democraten is vergeleken met de twee andere partijen het sterkst. De Islam Democraten bestaan al sinds 2006 en hebben hierdoor een goed netwerk kunnen opbouwen. Dit uitgebreide netwerk van moskeeën, maatschappelijke- en islamitische organisaties zorgt ervoor dat de Islam Democraten over genoeg middelen beschikken. Natuurlijk moet dit niet overschat worden maar men timmert wel degelijk goed aan de weg. De lijsttrekker Hasan Kucuk is bekend in Den Haag en omstreken; op landelijk gebied is dat niet het geval (website Islam Democraten). Er is dus nog geen sprake van een sterk leider. Het verkiezingsprogramma van de Islam Democraten heeft geen sterke roep tot mobilisatie. Waarbij in de andere verkiezingsprogramma het ‘wij-gevoel’ veel meer naar voren komt is dit niet te vinden bij de Islam Democraten. De reden hiervoor kan zijn dat men in 2014 al een grote groep aanhangers had waardoor het oproepen tot nog meer participatie niet nodig was. De term politieke mogelijkheden is nauwelijks terug te vinden in het verkiezingsprogramma van de Islam Democraten. In het verkiezingsprogramma valt te lezen dat de politieke en de publieke opinie de negatieve beeldvorming van de moslimgemeenschap de laatste jaren heeft versterkt met als gevolg het uitsluiten van een gehele bevolkingsgroep (website RUG1). Het framing processes is echter wel veel teruggekomen in het verkiezingsprogramma. De Islam Democraten laten zich leiden door de islamitische religieuze waarden en normen. Men baseert zich op de kernwaarden van de Islam en laat het geloof een belangrijke rol spelen. Het gemeenschappelijke idee van de vrijheid van religie en de vrijheid van meningsuiting vormen daarbij het uitgangspunt (website RUG1).

4.2 Deelvraag 2

In deze paragraaf wordt er getracht een antwoord te geven op de volgende deelvraag:

In hoeverre komt de political opportunity theory naar voren in de interviews met betrokkenen van lokale islamitische partijen?

Ook bij deze deelvraag zal er gebruik worden gemaakt van de vijf termen die voorkomen in de political opportunity theory. Deze termen zullen worden gehanteerd om een conceptuele analyse uit te voeren van de afgenomen interviews. Er zijn vier interviews afgenomen en ieder interview zal apart worden geanalyseerd.

(21)

20

NIDA

In het interview met Jeroen Schilder, beleidsmedewerker bij NIDA Rotterdam, kwam duidelijk de maatschappelijke onvrede van de Rotterdammers naar voren. De moslimgemeenschap in Rotterdam vindt dat hun stem onvoldoende wordt gehoord in de huidige politiek. De huidige politieke partijen delen de stad nog steeds op in ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’. Verder is er grote teleurstelling bij de moslimgemeenschap over de manier waarop er in het publieke en politieke debat over moslims wordt gepraat. Jeroen Schilder beroept zich hier op een parallel geschetst door Joris Luyendijk (Interview J. Schilder):

“Men spreekt over een gematigde moslim. Als je deze parallel zou doortrekken naar hoe we bijvoorbeeld spreken over Duitsers, een Duitser die geen nazi is zouden we een gematigde Duitser noemen. En zo noemen we een moslim die niet bij Al-Qaida zit een gematigde moslim. Alsof de Islam en Moslims in wezen in de kern extreem gewelddadig zijn en dat er dan nog een paar gematigde moslims zijn en die niet gewelddadig zijn.”

Het hele politieke spectrum van links tot rechts is hier in mee gegaan en dit heeft er voor gezorgd dat er behoefte was aan een alternatief (Interview J. Schilder). De term organisatorische kracht is meerdere malen voor gekomen in het interview. NIDA is opgericht door aan de ene kant jonge bestuurders en activisten in de samenleving werkzaam bij religieuze, sociale, culturele en maatschappelijke organisaties in Rotterdam en aan de andere kant politici die actief waren binnen verschillende politieke partijen. Men heeft zich samen georganiseerd in een platform. De organisatiestructuur is bottom-up. Een netwerk van jongeren die actief waren binnen organisaties in Rotterdam hebben dit initiatief genomen. Een belangrijk kenmerk van NIDA is dat het nog niet een bestuurderspartij is. Er is nog veel contact met de organisaties die hebben bijgedragen aan de oprichting van NIDA. NIDA heeft zijn wortels in de samenleving en staat dicht bij de burger. Daarnaast zijn er ook veel contacten met andere initiatiefnemers van moslimpartijen in Nederland en ook in het buitenland zoals Abou Jahjah van de Arabische Europese Liga (Interview J. Schilder). De mobiliserende factor bij NIDA is er vooral een van keihard campagne voeren en via persoonlijk contact er voor zorgen dat de gemeenschap gaat stemmen. Van groot belang hierbij zijn de jongeren die het meest actief zijn binnen NIDA en vaker als stemkompas worden gebruikt door hun ouders (Interview J. Schilder). In het interview kwam de term politieke mogelijkheden een aantal keren naar voren. Allereerst geven de traditionele politieke partijen niet of nauwelijks gehoor aan de wensen van de moslimgemeenschap. Een

(22)

21

belangrijke ontwikkeling in Rotterdam is de opkomst van Leefbaar Rotterdam. Deze partij heeft de afgelopen jaren veel electorale winst geboekt. Het gevolg hiervan is dat de traditionele partijen meegaan in het rechtse geluid van Leefbaar Rotterdam om stemmers voor zich te winnen. Hierdoor heeft een groot gedeelte van de moslimgemeenschap haar vertrouwen in deze partijen verloren met als gevolg dat er ruimte ontstond in het politieke spectrum. Verder zien we ook dat er in het publieke en politieke debat constant negatief over de Islam gesproken wordt. Het politieke bestel van de afgelopen 15 jaar heeft onvoldoende de belangen van de moslimgemeenschap behartigd waardoor men teleurgesteld is (Interview J. Schilder). De term framing processes kwam nauwelijks naar voren in het interview. Jeroen Schilder sprak wel over de islamitische inspiratie van waaruit men handelt maar over een heel duidelijk wereldbeeld of gemeenschappelijk ideeën werd niet gesproken (Interview J. Schilder).

Partij van de Eenheid

In het interview met Arnoud van Doorn, duo-lijsttrekker van de Partij van de Eenheid, kwam naar voren dat de moslimgemeenschap in Den Haag zich niet gehoord voelde door de traditionele partijen. Een voorbeeld van deze onvrede was de behandeling van het islamitisch onderwijs en de geringe vrijheid die door huidige politiek daarvoor wordt gegeven (Interview A. van Doorn). De organisatorische kracht van de Partij van de Eenheid is relatief zwak. De partij is vooral opgericht op initiatief van Khoulani en Van Doorn. De organisatiestructuur is meer een van top-down dan van bottom-up. Er is weliswaar contact met maatschappelijke en religieuze organisaties in Den Haag maar de Partij van de Eenheid is niet regelrecht vanuit deze organisaties ontstaan (Interview A. van Doorn). De Partij van de Eenheid heeft zeer veel mensen weten te mobiliseren, zowel in Den Haag als in Amsterdam en Roermond. De reden dat er geen raadszetel is verkregen in Amsterdam is dat het politieke klimaat daar veel ongunstiger is. Ook bij de Partij van de Eenheid is te zien dat vooral de jongere generatie, in de moslimgemeenschap de 2e en 3e generatie, steeds mondiger wordt en actief betrokken raakt. Zij slepen hun ouders, de 1e generatie, hierin mee met als gevolg meer steun voor de Partij van de Eenheid (Interview A. van Doorn). De term politieke mogelijkheden komt nauwelijks naar voren in het interview met Arnoud van Doorn. Rechtse partijen zoals de Partij van de Vrijheid hebben geen invloed gehad. Wat wel ter sprake kwam was de negatieve media-aandacht die de Partij van de Eenheid kreeg. Het gevolg hiervan was dat de moslimgemeenschap bevestigd werd in hun idee dat hun stem geen ruimte kreeg in het publieke en politieke debat en zij zich nog meer gingen verzetten tegen de traditionele

(23)

22

partijen. Daarnaast heeft het verlies van de PvdA er toe bijgedragen dat er ruimte kwam voor een alternatief. De PvdA wist de moslimgemeenschap in Den Haag niet meer te bereiken en te vertegenwoordigen (Interview A. van Doorn). Het gemeenschappelijke wereldbeeld is gebaseerd op de Islam. In het interview kwamen echter niet concrete gelijke ideeën naar voren die als bewuste strategie zouden kunnen worden gebruikt om de politieke beweging te laten floreren (Interview A. van Doorn).

Islam Democraten

In het interview met Said Boulaayoun, beleidsmedewerker bij de Islam Democraten, is de onvrede bij de moslimgemeenschap minder groot dan bij andere partijen. Toch voelen ook hier de moslims zich niet gehoord en lopen ze tegen veel obstakels aan. Een belangrijk obstakel is het islamitisch onderwijs dat voor veel moslims van groot belang is. De aanvragen hiervoor werden afgewezen en de politiek kon hier geen eenduidig antwoord op geven (Interview S. Boulaayoun). De organisatorische kracht van de Islam Democraten zit hem in het feit dat deze partij is opgericht vanuit maatschappelijke en religieuze organisaties. Ze geven de partij bestaansrecht en zorgen ervoor dat men sterk geworteld is binnen de gemeenschap. De mensen die de partij wilden oprichten hebben alle betrokkenen samengebracht in een Stichting, te weten het Haags Islamitisch Platform (Interview S. Boulaayoun). De Islam Democraten hebben de moslimgemeenschap weten te mobiliseren door gebruik te maken van sleutelfiguren binnen die gemeenschap. Aangezien de moslimgemeenschap in Nederland zeer divers is heeft de partij geprobeerd om zoveel mogelijk sleutelfiguren uit verschillende gemeenschappen op de lijst te zetten. Door individuele campagnes te voeren met eigen kandidaten van elke gemeenschap hebben de Islam Democraten zoveel mensen weten te mobiliseren. Ook hier speelt de jongere generatie die steeds politiek bewuster wordt een belangrijke rol. Zij willen een andere koers varen dan hun ouders en meer voor zichzelf opkomen (Interview S. Boulaayoun). De term politieke mogelijkheden komt meerdere malen voor in het interview. De moslimgemeenschap werd niet vertegenwoordigd in de Haagse politiek. Deze politieke mogelijkheid werd dus niet benut door de traditionele partijen met als gevolg het ontstaan van de Islam Democraten. Dit was in lijn met de ontevredenheid van burgers ten opzichte van de grotere partijen. Boulaayoun ziet dit als een maatschappelijke trend in meerdere steden. Het lokale alternatief dat wordt geboden staat dichter bij de burger en behartigd meer haar belangen. Daarnaast heeft het falen van de Haagse politieke wat betreft het islamitisch onderwijs er mede toe geleid dat deze nieuwe politieke beweging ontstond. Verder was er te zien dat een groot deel

(24)

23

van de bevolking geen vertrouwen meer heeft in de PvdA. Dit heeft ervoor gezorgd dat de mensen opzoek gingen naar een alternatief. Partijen zoals de PVV en Leefbaar Rotterdam hebben volgens Boulaayoun nauwelijks bijgedragen aan de opkomst van lokale islamitische partijen, het zijn de kiezers zelf die hier voor gezorgd hebben. Het politieke klimaat tegenover moslims is de afgelopen 15 jaar wel verhard en dat heeft er zeker toe bijgedragen dat de moslimgemeenschap zelf in actie is gekomen (Interview S. Boulaayoun). De term framing processes is in het interview nauwelijks naar voren gekomen: de basis voor Islam Democraten ligt bij de Islam en het islamitisch onderwijs maar van een gemeenschappelijk wereldbeeld is niet echt sprake (Interview S. Boulaayoun).

Nederlandse Moslim Partij

Henny Kreeft gaf in het interview al meteen duidelijk aan dat er sprake was van grote maatschappelijke onvrede. Deze onvrede was ook zeer voelbaar en herkenbaar bij mijnheer Kreeft. Volgens Kreeft heeft de moslimgemeenschap geen vertrouwen in de zittende politici. Twee Nederlandse moslims in Enschede, Henny Kreeft en een kleine groep veelal jongeren waren ontevreden over het politieke klimaat en sloegen de handen ineen om op te komen voor de belangen van moslims in Nederland (Interview H. Kreeft). Het probleem wat zich voordeed bij de Nederlandse Moslim Partij was dat er geen goede organisatorische kracht was binnen de partij. De partij was niet verbonden aan maatschappelijke of religieuze organisaties. Men had niet genoeg geld, er was nog geen sprake van een grote achterban, het verkiezingsprogramma was nog niet genoeg uitgedacht en er ontstond discussie tussen verschillende groepen over de manier waarop men de belangen van eenieder zou moeten verdedigen. Hierdoor heeft de Nederlandse Moslim Partij niet kunnen floreren (Interview H. Kreeft). De term mobilizing structures wordt ook kort genoemd in het interview. Door dicht bij de burger te blijven en met de burger in gesprek te gaan op straat en bij openbare bijeenkomsten probeerde de Nederlandse Moslim Partij de moslimgemeenschap in Nederland te mobiliseren (Interview H. Kreeft). Over politieke mogelijkheden wordt niet gesproken in het interview. Het enige dat wordt benoemd is dat de moslimgemeenschap geen gehoor vindt bij de bestaande politieke partijen. Ook het gemeenschappelijke wereldbeeld en de gelijke ideeën komen niet naar voren in het interview met Henny Kreeft (Interview H. Kreeft).

(25)

24

4.3 Deelvraag 3

In deze paragraaf wordt getracht een antwoord te geven op de volgende deelvraag:

Hebben politieke, maatschappelijke of demografische ontwikkelingen binnen de moslimgemeenschap bijgedragen aan de oprichting van lokale islamitische partijen?

De publicaties van onder andere het instituut Forum en het Sociaal Cultureel Planbureau zullen hierbij de leidraad vormen. Er zal worden gekeken welke belangrijke ontwikkelingen op politiek, maatschappelijk en demografisch gebied zich hebben voorgedaan in de afgelopen 8 jaar.

Een van de belangrijkste politieke ontwikkelingen in de afgelopen 8 jaar is dat het stelsel van representatieve democratie in Nederland in een crisis verkeert. De kiezer in Nederland is veel vaker ontevreden en dit zorgt ervoor dat de kiezer de ene keer PVV stemt en de andere keer SP. De hegemonie van traditioneel grote partijen is voorbij en het stemgedrag is gefragmenteerd. Dit is ook te zien bij lokale gemeenteraadsverkiezingen waar de afgelopen 8 jaar lokale politieke partijen aan een opmars begonnen zijn. Een andere belangrijke ontwikkeling is dat de burger zich onvoldoende voelt vertegenwoordigd en gehoord (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2010: 50). Burgers vinden het belangrijk dat de politiek duidelijk is en burgers kiezen dan ook vaak voor iets dat herkenbaar is. Het slechte vertrouwen van burgers in de politiek en in de democratie is volgens van Wessel zeer moeilijk oplosbaar (Ministerie van Buitenlandse Zaken, 2009: 124-126).

Er zijn ook een aantal maatschappelijke ontwikkelingen die een rol spelen. De mensen in Nederland zijn over het algemeen heel gelukkig maar men is ontevreden over bepaalde aspecten in de maatschappij en de politiek. Zo vindt men dat er niet genoeg respect en solidariteit is in de samenleving. Daarnaast maakt de burger zich zorgen over de economie. Deze ontevredenheid valt samen met andere trends zoals zorgen over het klimaat, individualisering, veranderde normen en waarden en de problemen rond de integratie van migranten. De politici luisteren niet naar de bevolking, men is besluiteloos en men doet te veel aan betutteling. Daarmee hangt samen dat veel Nederlanders geen vertrouwen meer hebben in politieke instituties en politieke partijen (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2011: 52).

Op het gebied van integratie en participatie van niet-westerse migranten hebben zich de afgelopen jaren ook een aantal ontwikkelingen voorgedaan. Het politieke debat over de

(26)

25

integratie van minderheden, met name die met een islamitische achtergrond, is nog steeds zeer heftig en krijgt nog steeds veel aandacht van de media. Bij zowel autochtonen als allochtonen staat een succesvolle integratie nog steeds voorop. Er is echter ook nog steeds sprake van stereotypering en beeldvorming over en weer en dit zorgt voor een sociale afstand die niet makkelijk is te veranderen. De afgelopen jaren hebben zich veel gebeurtenissen voorgedaan die dit onderstrepen. Een paar voorbeelden hiervan zijn de dubbele nationaliteit en overlast veroorzakende jongeren van allochtone afkomst (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2011: 33). Een belangrijke ontwikkeling voor op de lange termijn is dat niet-westerse migranten steeds beter zijn opgeleid. Dit zorgt voor een beter politieke bewustzijn en participatie. Een groot deel van de allochtone jongeren hebben echter nog niet de benodigde kwalificaties voor de arbeidsmarkt en blijven achtergesteld. Een ander belangrijk kenmerk is dat er nog veel onbegrip bestaat tussen moslims en niet-moslims (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2009).

Er is ook veel onderzoek gedaan naar de rol van de Islam in de maatschappij. In de jaren 2006 en 2007 zijn in verschillende Europese landen data verzameld over de tweedegeneratie migranten. Duizenden Turkse en Marokkaanse jongeren uit Amsterdam en Rotterdam zijn in een project ondervraagd. Het resultaat van het onderzoek was dat veelal de tweede generatie Turks- en Marokkaans-Nederlandse moslims het geloof als een privézaak ziet tussen de gelovige en God. Met de stelling dat religie moet zijn vertegenwoordigd in de politiek zijn de meeste jongeren het oneens. Een nog groter deel vindt dat de Islam niet de enige autoriteit zou moeten zijn (Fleischman, 2011: 112-125). De Rotterdam Survey die plaatsvond in 1999 geeft ons nog wat meer inzicht in het gedachtegoed van de Nederlandse moslim. Zo komt naar voren dat 62 % van de Marokkaans-Nederlandse moslims en 39 % van de Turks-Nederlandse moslims uit Rotterdam vinden dat moslims in Nederland de Islam moeten verspreiden. De groep Marokkaanse Nederlanders die het niet eens is met dit onderzoek in Nederland is 11 % terwijl dat bij de Turkse Nederlanders op 45 % ligt. Bij de Turkse en Marokkaanse Nederlanders is er geen verschil in dit percentage per leeftijdscategorie. Als we naar het landelijke percentage kijken is het zelfs maar 17 % van de moslims die het eens is met de stelling (Dagevos e.a., 2007: 163-191). Uit de resultaten van de Rotterdam Survey uit 1999 blijkt ook dat 30 % van de ondervraagden aangeeft dat de Islam een stem moet hebben in de politiek maar slechts 4 % van de respondenten vindt dat de Islam het laatste woord moet hebben (Phalet & Güngör, 2004: 87-89). Uit de verschillende onderzoeken komt een beeld

(27)

26

naar voren van moslims die de Islam wel belangrijk vinden maar in overgrote meerderheid geen voorstander zijn van een zeer sterke rol van de Islam binnen de politiek.

De laatste ontwikkeling die wordt besproken betreft het opkomst- en stemgedrag van de moslimgemeenschap in Nederland. In het theoretisch kader is daar al uitgebreid over geschreven en dit zal dan ook kort worden samengevat. De moslimgemeenschap in Nederland wordt steeds groter. Zodoende vinden ook steeds meer allochtone kiezers de gang naar de stembus. Volgens het Forum instituut gaan de oudere generaties meer naar de stembus dan de jongere generatie. Ook het opleidingsniveau is van belang en het zijn vooral de hoogopgeleide moslims die hun stem uitbrengen. Een aantal jaar geleden was het de trend om als allochtone kiezer op de PvdA te stemmen. Hierin heeft een kleine verschuiving plaats gevonden en de allochtone kiezer stemt nu ook steeds vaker op D66, GroenLinks, de SP of lokale alternatieven (Forum, 2010: 27-30).

(28)

27

5. Conclusie

Deze scriptie heeft niet geleid tot baanbrekende ontdekkingen maar geeft wel inzicht in de opkomst van lokale islamitische partijen en haar tegenstrijdigheden. Uit de gegevens blijkt dat weliswaar met name de oudere generatie naar de stembus gaat maar dat de lokale islamitische partijen juist de steun van de jongere generatie genieten. Tevens blijkt dat de moslimgemeenschap in zijn algemeen stelt dat de rol van de Islam in het partijbestel beperkt moet blijven terwijl de Islam juist de basis vormt van de diverse lokale islamitische partijen. Deze scriptie biedt dan ook de mogelijkheid tot verder onderzoek.

De opkomst van de lokale islamitische partijen valt te verklaren vanuit de trend dat de Nederlandse burger steeds vaker kiest voor lokale partijen die een alternatief bieden. De afstand tussen de burger en de overheid is de afgelopen jaren groter geworden en de lokale partijen proberen deze kloof te verkleinen. Verder is te zien dat vooral de jonge generatie moslims ontevreden is over het huidige beleid en hun stem niet wordt gehoord. Ook het gebrek aan aandacht voor het islamitisch onderwijs speelt een belangrijke rol bij deze onvrede. Alle lokale islamitische partijen zien deze vorm van onderwijs immers als een belangrijk speerpunt. De partijen hebben zich weten te organiseren en netwerken opgebouwd die uiteindelijk uitgekristalliseerd zijn in een lokale politieke partij. Gesteund door een groot deel van de moslimgemeenschap in steden als Rotterdam en Den Haag hebben deze partijen een achterban kunnen creëren. Deze groep is politiek bewuster en wil opkomen voor haar eigen belangen. De jongere generaties moslims worden steeds mondiger en hun aandeel in het electoraat zal de komende jaren groeien. De opkomst van een lokale islamitische beweging kan dus worden verklaard vanuit de political opportunity theory. Het voldoet aan alle vijf de kenmerken. De lokale islamitische partijen zijn echter nog erg jong. Men kan echter stellen dat wellicht het fundament voor een grote, invloedrijke islamitische partij is gelegd.

(29)

28

6. Literatuur

6.1 Interviews

Arnoud van Doorn, duo-lijsttrekker Partij van de Eenheid, plaatsgevonden op 5 juni 2014. Henny Kreeft, ex-voorzitter Nederlandse Moslim Partij, plaatsgevonden op 16 mei 2014. Jeroen Schilder, beleidsmedewerker, plaatsgevonden op 11 juni 2014.

Said Boulaayoun, beleidsmedewerker Islam Democraten, plaatsgevonden op 4 juni 2014. 6.2 Literatuur

Beer, J. de (2007) Nederlandse moslims blijven in de minderheid. Demos 23 (9): 1-5.

Berelson, B. (1952) Content Analysis in Communication Research. New York: Free Press.

Cragun, R. e.a. (2008) Introduction to sociology. New York: Blacksleet River Publishers.

Dagevos, J. e.a. (2007) Sociaal-culturele integratie en religie. In: J. Dagevos en M. Gijsberts (red.) Jaarrapport integratie 2007. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, pp. 163-191.

Dahl, R. A. (1998) On Democracy. New Haven: Yale University Press.

de Telegraaf (2014) Moslimpartij voert actie tegen PVV. 3 februari.

Fleischmann, F. (2011) Second generation Muslims in European societies: comparative perspectives on education and religion. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Forum (2003) De Arabisch Europese Liga in Nederland, deel 1: stand van zaken in mei 2003, achtergrond, programmapunten en reacties. Utrecht.

Forum (2012) Moslims in Nederland 2012. Utrecht.

(30)

29

Heelsum, A. van, & Tillie, J. (2006) Opkomst en partijvoorkeur van migranten bij de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Migratie en Etnische Studies.

Kingdon, J. W. (2011) Agendas, Alternatives and Public Policies. London: Pearson.

Kranendonk, M. e.a. (2014) Opkomst en stemgedrag van Amsterdammers met een migratie-achtergrond tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Migratie en Etnische studies.

McAdam, D. (1999) Conceptual origins, current problems, future direction. In: McAdam e.a., Comparative perspectives on social movements. Political opportunities, mobilizing structures and cultural framings. Cambridge: Cambridge University Press.

McAdam, D. e.a. (1996) Comparative perspectives on social movements. Political opportunities, mobilizing structures and cultural framings. Cambridge: Cambridge University Press.

McCarthy, J. D. & Zald, M. N. (1973) The Trend of Social Movements in America: Professionalization and Resource Mobilization. New Jersey: General Learning Press.

McCarthy, J. D. & Zald, M. N. (1977) Resource Mobilization and Social Movements: A Partial Theory. American Journal of Sociology 82 (6): 1212-1241.

Meyer, D. S. (2004) Protest and Political Opportunities. Annual Review of Sociology 30: 125-145.

Meyer, D. S. & Minkoff, D. C. (2004) Conceptualizing Political Opportunity. Social Forces 82(4): 1457-1492.

Ministerie van Buitenlandse Zaken (2009) Ontevreden over het functioneren van de democratie…maar hoe moet het dan wel? Den Haag.

(31)

30

Phalet, K. & Güngör, D. (2004) Religieuze dimensies, etnische relaties en burgerschap: Turken en Marokkanen in Rotterdam. In: K. Phalet en J. ter Wal (red.) Moslim in Nederland (Deel c). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Piven, F.F. & Cloward, R. (1977) Poor people´s movement: Why they succeed, How they Fail. New York: Vintage Books.

Rucht, D. (1996) The Impact of National Contexts on Social Movement Structures: A Cross-Movement and Cross-National Perspective. In: McAdam e.a., Comparative Perspectives on Social Movements. New York: Cambridge University Press, pp. 185-204.

Sociaal en Cultureel Planbureau (2011) Actuele Maatschappelijke Ontwikkelingen 2010. Den Haag.

Sociaal en Cultureel Planbureau (2009) Jaarrapport integratie 2009. Den Haag.

Tarrow, S. (1998) Power in Movement. New York: Cambridge University Press.

Tilly, C. (1995) Contentious Repertories in Great Britain, 1758-1834. In: Traugott, M. e.a., Repertoires and Cycles of Collective Action. Durham: Duke University Press.

Tilly, C. (1978) From Mobilization to Revolution. Reading: Addison-Wesley.

Weezel M. van, & Broer, T. (2014) Waarom allochtonen steeds vaker D66 stemmen. Vrij Nederland, 3 juni.

(32)

31

6.3 Internetbronnen ‘Website CBS:

http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/537659D0-02B3-46B2-AC9F-52F9A89286B5/0/index1094.pdf(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website EDU:

http://edu-net.net/bus-writing/writing/guides/research/content/pop2a.html(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website Islam Democraten:

http://stem.islamdemocraten.nl/(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website Islam Democraten1:

http://stem.islamdemocraten.nl/verkiezingsprogramma/(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website Parlement:

http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp1x06/politieke_partij(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website Partij van de Eenheid:

http://partijvandeeenheid.nl/(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website Partij van de Eenheid1:

http://partijvandeeenheid.nl/den-haag/programma-2014-2018/(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’ ‘Website Powned: http://www.powned.tv/nieuws/politiek/2014/03/turk_sloopt_haagse_partij_van.html(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’ ‘Website NMP: http://www.nederlandsemoslimpartij.nl/index.php?page=visie-doel(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

(33)

32

‘Website NOS:

http://nos.nl/video/597941-hoe-succesvol-zijn-islamitische-partijen-in-de-gemeenteraad.html(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website NIDA:

http://www.nidarotterdam.nl/onze-oproep/#.U4ID0dJdUf0(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website NIDA1:

http://www.nidarotterdam.nl/onze-oproep/politiek-pamflet/#.U6AgiaPCTcs(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website RUG:

http://dnpp.ub.rug.nl/dnpp/pp/idlijst21/geschied(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website RUG1:

http://pubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/verkiezingsprogramma/TK/lijst212006/lijst21_06.p df(laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

‘Website Wij blijven hier:

http://wijblijvenhier.nl/22129/moet-zien-nida-lijsttrekker-el-ouali-veegt-vloer-pvda-leider/ (laatst geraadpleegd 24 juni 2014)’

(34)

33

Bijlage I

Transcriptie (Samenvatting)

Omschrijving opname Interview 1

Tijdsduur 20 minuten en 21 seconden Interviewer Lucas Vroemen

Geïnterviewde Henny Kreeft (Voormalig Fractie Partij van de Eenheid) Datum Vrijdag 16 mei 2014 (12:00)

Plaats Amsterdam

Spreker1 = Lucas Vroemen Spreker2 = Henny Kreeft *** Start transcriptie Spreker 1

Wanneer en waarom is de Nederlandse Moslim Partij opgericht? Spreker 2

De NMP is opgericht door 2 Nederlandse moslims in Enschede, waarmee ik contact kwam en na een gesprek met hen, heeft men mij gevraagd de partij gestalte te geven. Zelf konden ze het niet, wilden het niet en hadden geen ervaring. In de tijd van 2009 is hier aan gewerkt, echter in Venlo waren er vroege verkiezingen en moesten we trachten mee te doen. Het waarom was op dat moment vrij simpel: er was een mogelijkheid – partij was al opgericht – en we moesten proberen er wat van te maken.

Spreker 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

‘progressief akkoord’ bij. Strikt genomen vallen deze partijen niet onder onze definitie van een lokale partij, maar omdat in de recente Kiesraad- cijfers mogelijk

Omdat lokale politieke partijen per definitie alleen actief zijn in één gemeente, zouden zij ten opzichte van landelijke partijen minder effectief kunnen zijn omdat zij

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Om te bepalen of de werkelijke situatie overeenkomt met de registratie zijn de antwoorden van de geïnterviewde bewoners (of door de observaties van de interviewer in het geval

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat