• No results found

Eigen klimaatregeling op het Proefstation

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eigen klimaatregeling op het Proefstation"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eigen klimaatregeling op het Proefstation

Kees van ‘t Klooster, Bas Heitlager en Gerritjan Seesink, PV

Voor de klimaatregeling in varkenstallen worden thermostaten, regelkastjes en kli-maatregelcomputers gebruikt, die kant en klaar in de handel zijn. Hiermee kan een regeling voor de ventilator en voor de verwarming worden ingesteld. Op het Proef-station was er voor een onderzoeksproject toch behoefte aan een eigen regelpro-gramma. Waarom is zoiets nu nodig? Is het niet goedkoper om een kant en klaar produkt te kopen, in plaats van zelf aan de slag te gaan?

Op het Proefstation wordt onderzoek gedaan naar natuurlijke ventilatie. Natuurlijke ventilatie heeft in Nederland geen beste naam. Waarom daar dan onderzoek naar doen? Omdat natuur-lijke ventilatie wellicht wel ontwikkeld kan wor-den tot een goed systeem en dan is energiebe-sparing mogelijk. De regering wil het energiever-bruik verminderen. Zo heeft de Minister van Landbouw zijn handtekening gezet onder een verklaring om het energieverbruik in de Neder-landse land- en tuinbouw in het jaar 2000 met 30% verminderd te hebben ten opzichte van het verbruik in 1989. Wat dat precies zal inhou-den voor de varkenshouderij is nog niet bekend, maar het is daarom toch wenselijk dat reeds nu onderzocht wordt, hoe het energieverbruik eventueel verminderd kan worden, zonder dat dit leidt tot lagere produktieresultaten.

Huidige natuurlijke ventilatie

Handmatige regeling van natuurlijke ventilatie is een verre van perfecte regeling. Net als bij mechanische ventilatie is een regeling van de staltemperatuur en van de minimum ventilatie-hoeveelheid nodig. De regeling van een staltem-peratuur kan met bestaande regelaars (uit de varkens- of uit de pluimveehouderij) worden uitgevoerd. Voor de regeling van de minimum ventilatiehoeveelheid wordt bij mechanisch geventileerde stallen gebruik gemaakt van meet-ventilatoren of van toerenterugmelding. In natuurlijk geventileerde stallen hebben we geen meetventilator of toerenterugmelding. We zou-den de inlaatkleppen op een bepaalde mini-mumstand kunnen regelen. Als we dat doen, dan gaan we voorbij aan het feit dat wind

(-rich-ting en -snelheid) en temperatuursverschillen een grote invloed hebben op de ventilatie, zeker bij natuurlijke ventilatie. Om bij natuurlijke ventilatie de ventilatiehoeveelheid te kunnen meten (en dus te kunnen regelen) moet daarom meer bekend zijn.

Ventilatiehoeveelheid meten

Er zijn verschillende mogelijkheden om de venti-latiehoeveelheid te meten in natuurlijk geventi-leerde stallen, De ventilatiehoeveelheid is te berekenen door gegevens van de stal te combi-neren met metingen aan het buitenklimaat. Deze methode is reeds enkele jaren geleden in Schotland ontwikkeld, maar wordt in de praktijk niet toegepast. Om dit in de praktijk toe te kun-nen passen moet voor iedere stal opnieuw worden vastgelegd, hoe de directe omgeving van de stal er uitziet en welke afmetingen en eigenschappen de ventilatieopeningen precies hebben. Dit is veel werk. Op het Proefstation wordt een methode uitgewerkt om met uitslui-tend gegevens die in de stal bekend zijn of gemeten kunnen worden, de ventilatiehoeveel-heid te berekenen en vervolgens te regelen. Het voordeel hiewan is, dat geen rekening hoeft te worden gehouden met de omgeving van de stal en het regelprogramma door de leverancier in veel verschillende stallen geplaatst kan wor-den zonder dat de zaak wekenlang ingeregeld hoeft te worden.

CO2 balans

Het regelprogramma gaat uit van de varkens, die in de stal liggen, Enerzijds bepalen

(2)

wicht en voeropname wat het gewenste klimaat in de stal is, anderzijds hebben diergewicht en voeropname natuurlijk ook gevolgen voor de

warmteproduktie. Bij warmteproduktie komt

ook CO2 vrij. Door de CO2 produktie te bere-kenen is met een C02-meting de ventìlatiehoe-veelheid te berekenen. Dit principe berekent dus de ventilatie en is principieel anders dan een regeling van het CO2 gehalte, hoewel beide wel gebruik maken van CO2 meting. Deze bereke-ning van de ventilatiehoeveelheid wordt niet in bestaande regelaars toegepast. Vandaar dat het Proefstation dit zelf in een programma op een PC heeft gezet.

Omdat ventileren met deze techniek nog nieuw is, moet dit niet alleen een mooi theoretisch verhaal zijn, maar moet het ook grondig getest worden onder praktijkomstandigheden. Daar is nu mee begonnen. Dit testen zal nog wel een jaar duren, voordat alle problemen voldoende bekend en opgelost zijn. Vervolgens moet het vanuit de toeleverende industrie worden opge-pakt en in de praktijk verkocht gaan worden. Pas dan zal de praktijk iets merken van de resul-taten van dit onderzoek.

Een C02-meter

Technische set-up

Hoe wordt het onderzoek op het Proefstation nu precies uitgevoerd? In deze tweede helft van dit artikel wordt de technische gang van zaken toegelicht voor de liefhebbers. De PC met het regelprogramma heeft verbinding met de stal, waar temperatuur en CO2 gehalte worden gemeten. De PC stuurt ook de ventilatieopenin-gen verder open of dicht en schakelt de verwar-ming aan en uit. Deze proefopstelling is bedoeld om te testen of het principe werkt. Door een PC te gebruiken, is het gemakkelijk om wijzigin-gen, veranderinwijzigin-gen, verbeteringen of aanvullin-gen op het bestaande regelprogramma te maken, Na beproeving in proefstallen kan het regelprogramma in een goedkopere regelaar vorm krijgen. Een PC is voor onderzoek een goedkope machine, omdat snel veranderingen getest kunnen worden, maar is voor de praktijk natuurlijk wel een duur apparaat om te gebrui-ken bij klimaatregeling. Ook is een PC redelijk geschikt om uit te zoeken hoe de regeling snel en stabiel gemaakt kan worden.

De berekende en de gewenste ventilatie wor-)

Uitvoer klimaatregeling Climtrol Datum I 1-05-91

0O:OO uur

Gewicht per dier 12.89 kg. Voeropname per dier 6 19 gr ’

Wateropname I ,34 liter: 0O:O l uur

luchttemperatuur 24,6 OC, CO2 gehalte 1637 ppm Ventilatie berekend 4 17 m3/uur, gewenst 400 m3/uur Sluit zuidklep met 0, I %

03.21 uur

luchttemperatuur 22,5 OC, CO2 gehalte I 6 17 ppm Schakel verwarming aan, buitentemperatuur 9,5 OC 03:24 uur

luchttemperatuur 25, I OC, CO2 gehalte 1648 ppm Schakel verwarming uit, buitemtemperatuur 9,5 OC

Figuur I : Het klimaatregelprogramma, zoals in het onderzoek naar natuurlijke venti-latie wordt gebruikt, geeft de onder-zoekers informatie over genomen akties.

(3)

.

den met elkaar vergeleken, zie figuur 1, waarin een stukje tekst van meet- en regelakties is weergegeven. Deze zijn vrijwel altijd iets ver-schillend en dus worden dan de ventilatie-ope-ningen iets verder geopend of gesloten, Even later wordt dan weer opnieuw gemeten en berekend hoe de nieuwe situatie is, wordt bijge-regeld, etc.

Controlemetingen

Bij het inregelen van een dergelijk regelprogram-ma hoort ook een controle of de ventilatiehoe-veelheid werkelijk klopt. De ventilatiehoeveel-heid wordt nog weer eens afzonderlijk gecon-troleerd door een goed meetbaar gas in de stal los te laten.

Door te meten hoe snel dit gas verdund wordt in de stal kan de ventilatiehoeveelheid ook op deze wijze worden bepaald. Men noemt dit tracergasmetingen, in ons geval is daarvoor het gas N20 gebruikt. In figuur 2 is te zien dat de

concontratlo N20 (ppm) 400-360 ---- __________ ___~_ S”#______ -_-- _____<__. --- --. ____ - _. __ - _-_- _

I

250 _-- - .

-. ---- _-.- ._- --- _-- _ . . _. _- _<,

_

200 - ._ - . __ _ 150 _-_--if::,::,,I__ 100

‘G;,,

. - -._- - - --. - _ .-- - - __ 50 -__ .._ - - -_-- _ . - __ __ 0 0 3 Figuur 2. 5 0 12 15 l5 21 24 27 30

gasconcentratie tijdens zo’n tracergasmeting wel daalt maar niet volgens een rechte lijn. Door met logaritmes te werken krijgen we een ander beeld. Dezelfde meting uit figuur 2 staat ook in figuur 3. Figuur 3 moet in theorie wel rechte lij-nen geven, maar door allerlei meetfoutjes en andere niet optimale omstandigheden liggen die punten niet precies op een rechte lijn. Het is echter wel mogelijk daar een rechte lijn door-heen te trekken die dan de verdunningssnelheid van het gas geeft. Deze verdunningssnelheid is precies de ventilatiehoeveelheid die we willen

weten. n Ln concontratla N20 (ppfd 1000__. _- --- ---._ - _<..--___ _ ._._ - ___ - _.__- _ ,_. _ _ __. __- __ _.,_ .-_ __ -2. .__ . _-_“_..--__-_-- _-.. ---_.--__ ._ ._-_ _._.. __. ______“__._ _-__- - -_--.._ - -__- -__ _ ..< _ _. .__ .___ _. _ _ ^__._,^__^.. -__---.__- - _

duur meting (min) _ duur meting (min)

Als een bepaald gas in de stal wordt Figuur 3. Door de logaritme van de

gascon-losgelaten, neemt de concentratie na centraties uit figuur 2 te nemen, enkele minuten al snel af door venti- worden de kromme lijnen uit figuur

latie. 2 omgezet in “rechte” lijnen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Brachyspira murdochii wordt af en toe gemeld als pathogeen maar bij experimentele infectie blijkt dat er hoge kiemaan- tallen nodig zijn voor het ontwikkelen van een eerder

En zo zijn er dus meer dan 130 jaren voorbij ge- gaan zonder dat iemand een gedroogde, laat staan een levende, C. gomezii onder ogen gekregen heeft. En zo kan

 De meeste vissers geven aan weinig te denken bij het zien van de hoeveelheid discards die ze aan boord halen; het hoort bij de visserijpraktijk, zoals bijvoorbeeld visser 6

 er is gerekend met de binnenwerkse maten van een afdeling (of stal), zonder rekening te houden met de dikte van de hokafscheidingen, waardoor het netto hokoppervlak dusdanig

f. Van grote betekenis hierbij zijn de aangehouden grondprijzen en de investeringen in gebouwen. Het gebou- wenprobleem zal in een volgend punt worden behandeld. Tot nu toe werken

Artikel 197A(2)(a) bepaal dat die nuwe werkgewer in die plek van die ou werkgewer geplaas word ten opsigte van alle dienskontrakte wat bestaan het onmiddelik voor die ou werkgewer

programma van anderhalfjaar met alle mogelijke aspecten in de sector vertrouwd gemaakt. Supply Chain Management in het onderzoek Aan het begin van mijn uiteenzetting over SCM heb

The likelihood-ratio is the probability of the score given the hypothesis of the prose- cution, H p (the two biometric specimens arose from a same source), divided by the probability